...

Nieuwsbrief 20120407 Symp58-2

58-ste HCC Beleggen Symposium 28 april 2012 "Actief beleggen met aandelen en derivaten" inhoud:    Symposium Bericht: 2  HCC de vereniging Wilfried Steentjes: Rente, en actief beleggen in obligaties Tycho Schaaf: Automatisch handelen via de algoritmes van Lynx AutoTrader Marten de Vries: Beleggingspsychologie, waarom het systeem wint en u verliest FoxWare Zelf fundamenteel beleggen met CoSa Ronald Kars Programma overzicht Aanmelden en routebeschrijving HCC de vereniging: Standhouder Contact! Gezellig communiceren over uw hobby met andere liefhebbers! HCC brengt u in contact met mensen met dezelfde interesses, via een van onze vele groepen van enthousiaste hobbyisten. Als HCC-lid kunt u gratis bij een van deze groepen aansluiten (een paar groepen vragen een aanvullend bedrag), voor aansluiting bij meerdere groepen wordt een kleine vergoeding gevraagd. Daarnaast is er het HCC-webforum en zijn er vele activiteiten, met uiteenlopende onderwerpen, die door het hele land worden georganiseerd. Hulp! Problemen bij het computergebruik? HCC levert u de oplossing! Voor ondersteuning bij computerproblemen is er HCC!forums, een groot aantal cursussen op onze website en de telefonische helpdesk van HCC!hulp. Daarnaast zijn er nog tal van leden die andere leden helpen bij vragen over de digitale wereld. Informatie! HCC vertelt u alles over de digitale wereld! Via onze website en digitale nieuwsbrieven blijft u op de hoogte van alle ontwikkelingen in de computerwereld. Het blad HCC!nieuwsscan is exclusief voor leden. Het informeert en adviseert over digitale producten en diensten. Snel uw lidmaatschap terugverdiend! HCC, gids in de digitale wereld! Word nu lid en profiteer van veel voordeel! Profiteer van onderstaande voordelen en diensten en actuele aanbiedingen die het HCC-lidmaatschap biedt. De contributie voor het HCC-lidmaatschap heb je snel terugverdiend, het ledenvoordeel kan oplopen tot € 400,-! Vind alle voordelen, diensten en verdere informatie via de Lidmaatschappagina op de HCC site Deze info is van 06 april 2012 voor meest recente pagina kijk op http://www.hcc.nl/lidmaatschap/lidmaatschap Terug naar  Inhoud Wilfried Steentjes: Rente, en actief beleggen in obligaties Spreker: Wilfried Steentjes Het voordeel van beleggen in obligaties is dat van tevoren precies uit te rekenen is hoeveel rendement de belegging gedurende de looptijd gaat geven. De periodieke betaling van de coupon staat gedurende de looptijd vast en de obligatie wordt tegen de nominale waarde  afgelost. Dit geldt alleen als de obligatie ook daadwerkelijk tot het einde van de looptijd wordt aangehouden en de uitgevende instelling niet tussentijds in financiële problemen komt. Obligaties kennen ook risico’s. Eén van de risico’s is al genoemd: het debiteurenrisico. Als een land of bedrijf in problemen komt, dan wordt de rating verlaagd en zullen beleggers dus een hoger rendement eisen op hun belegging. De koers zal een daling laten zien. Het kan zelfs zo ver komen dat de rente en/of de aflossing niet meer betaald wordt. Dat noemt men default. Bij een eventueel faillissement hebben obligatiehouders bij de liquidatie van een bedrijf wel voorrang op aandeelhouders.   Het andere risico dat beleggers lopen met obligatiebeleggingen is het renterisico. Als de marktrente stijgt, dan daalt de koers van de obligatie op de beurs en vice versa. Als de rente stijgt eisen beleggers een hogere vergoeding voor hun geld en zal een obligatie alleen verkocht kunnen worden tegen een lagere koers. Een ander renterisico is het herbeleggingsrisico. Als de marktrente op de einddatum van de obligatie lager is dan de coupon op die obligatie, dan kan de investering alleen tegen een lager rendement worden herbelegd.   Ondanks de genoemde risico’s vormen obligaties vaak de basis in een beleggingsportefeuille. Ze genereren vaste inkomsten en zijn onder normale omstandigheden redelijk waardevast. Wilfried Steentjes, eigenaar van Steentjes Vermogensbeheer BV, vertelt u op 28 april 2012 alles over het beleggen in obligaties. Terug naar  Inhoud Tycho Schaaf: Automatisch handelen via de algoritmes van Lynx AutoTrader Spreker: Tycho Schaaf De afgelopen jaren heeft de trend van automatisch handelen op de financiële markten via algoritmes een grote vlucht genomen. Volgens het Financieel Dagblad verloopt zelfs al 70% van de Amsterdamse aandelenhandel via automatische systemen. Lynx heeft nu speciaal voor de particuliere belegger AutoTrader ontwikkeld, zodat u net zoals de professional kunt profiteren van alle mogelijkheden die handelen via automatische handelssystemen bieden. Lynx AutoTrader In deze presentatie wordt u getoond hoe u als belegger deel kunt nemen aan de verschillende systemen die aangeboden worden door Lynx AutoTrader. Lynx AutoTrader biedt u de mogelijkheid om zeer gemakkelijk en zonder technische “knowhow” te participeren professionele automatische handelssystemen. Voordelen van Lynx AutoTrader:  Kwalitatief hoogwaardige handelssystemen  Rendement in zowel opwaartse als neerwaartse markten  Perfecte toevoeging aan beleggingsmix  Totale transparantie inzake performance, statistieken en posities  Weinig tot geen correlatie met traditionele vermogenscategorieën    Terug naar  Inhoud Marten de Vries:  Beleggingspsychologie, waarom het systeem wint en u verliest Spreker: Marten de Vries Marten de Vries is financieel verslaggever bij Analist.nl. Veel direct contact met experts op het gebied van beleggen geeft hem unieke inzichten in de wereld van het beleggen. In de presentatie (28 april 2012) laat hij zien dat beleggen voor velen een spel is en waarom de kleine belegger (over het algemeen) niet speelt om te winnen. Zijn constructieve tips geven u de kans om deze achterstand in te halen." Terug naar  Inhoud Foxware Standhouder Foxware Beleggingssoftware is gespecialiseerd in de ontwikkeling van geavanceerde software voor beleggers die handelen in opties en futures. Wij demonstreren ons optieanalyse-programma OPTIEMAAT. Dit ondersteunt al meer dan 20 jaar vele (optie)beleggers bij het onderbouwen van hun beleggingsbeslissingen.   Het programma beschikt over een uitgebreide functionaliteit en u kunt elke positie, bestaande uit opties en/of futures en/of onderliggende waarden, moeiteloos opbouwen en beoordelen op rendement, risico en gevoeligheid voor alle (optie)prijsbepalende factoren.   De module “Adviezen” stelt u in staat om, gebaseerd op uw visie op toekomstige onderliggende koersontwikkelingen, de meest winstgevende optiestrategieën te genereren. De module “BackTrack(e-o-d)” beschikt over een database met ruim 8 jaar end-of-day optiehistorie van alle Euronext optiefondsen. Op basis hiervan kunt u “terug in de tijd” en uw posities uit het verleden naspelen en/of overdoen, maar ook “nieuwe” posities opzetten en de resultaatontwikkeling hiervan door de tijd heen volgen (backtest). Hiermee kunt u lering trekken uit het handelen op basis van “echte” beursgegevens zonder dat daarbij ook “echt” geld op het spel staat. De module “BackTrack(intra-day)” gaat nog een stap verder. Deze biedt u de unieke mogelijkheid de historische optiedatabase uit te breiden met intra-day optienoteringen met een instelbaar interval van (minimaal) 15 minuten! Ook de noteringen op uw handelsmomenten worden hierin vastgelegd.   Het pakket werkt met realtime beurskoersen, maar kan desgewenst ook functioneren met end-of-day noteringen. In elk beursklimaat, óók in het huidige, bieden opties uitstekende mogelijkheden voor het behalen van een positief beleggingsresultaat. OPTIEMAAT, als betrouwbaar en geavanceerd “gereedschap”, vormt hiervoor de basis Terug naar  Inhoud Zelf fundamenteel beleggen met CoSA Bron: Eppo R. Kooi, vz CoSA-werkgroep CoSA is de afkorting van Computerondersteunde Selectie van Aandelen. De CoSA-methode is gebaseerd op de ruim 60 jaar bestaande klassieke NAIC-methode, gebruikmakend van de internationale standaard, SSG, voor opslag van financiële bedrijfsgegevens. Fundamentele beleggers kiezen kwalitatief goede op de beurs genoteerde  bedrijven die in de afgelopen vijf tot tien boekjaren gemiddeld een jaarlijks toenemende opbrengst hebben laten zien. De gemiddelde cumulatieve opbrengst wordt berekend met de jaarlijks behaalde koerswinsten en eventueel jaarlijks uitgekeerde dividenden. Voldoet een bedrijf aan deze voorwaarden dan rijst de vraag of het zinvol en profijtelijk is om aandelen van het bedrijf te kopen. Daartoe wordt het verloop van de jaarlijkse omzetten, netto winsten, eigen vermogen per aandeel, uitgekeerde dividenden per aandeel, uitgekeerde winsten per aandeel, de hoogste en laagste koersen in de afgelopen boekjaren geanalyseerd. Met die analyse kan een “redelijke koerswaarde” van het bedrijf worden bepaald. Is de koers van het bedrijf op de beurs lager dan de “redelijke koerswaarde”, dan is het aandeel koopwaardig. Uiteraard is koop alleen zinvol als de prognose van de opbrengst in de voorliggende jaren ruim boven de geldende spaarrentes en inflatiepercentages ligt. De NAIC-methode heeft als doel, dat de maximaal geprognosticeerde opbrengst na vijf jaren minimaal gelijk is aan de aanschafkosten van het aandeel. Is de beurskoers ruwweg gelijk aan de eerder genoemde “redelijke koerswaarde”,  dan is het CoSA-advies neutraal, d.w.z. houden als je het aandeel in bezit hebt. Is de beurskoers ruim boven de “redelijke koerswaarde”, dan is het aandeel verkoopwaardig. De getoonde grafiek is een voorbeeld van het grafisch verloop van de omzet (donkerblauwe ruitjes) en de winst per aandeel (blauwgroene vierkantjes), alsmede van de hoogste en laagste koersen in het middendeel van de grafiek. De getrokken lijnen zijn de trend- en prognoselijnen. De dikke blauwe stip bij 2012 is de koers op 30-12-2011. De “redelijke koerswaarden” bevinden zich in het gebied tussen de twee stippellijnen. Het voert te ver om hier de hele aanpak van de CoSA-methode te beschrijven. De CoSA-werkgroep heeft in de loop van de jaren een verzameling SSG-bestanden opgebouwd welke jaarlijks worden geactualiseerd. Een programma om de SSG-bestanden om te zetten in grafiekvorm is gratis beschikbaar. Ook is er een web-versie van de CoSA-methode met adviezen. Geïnteresseerden die meer willen weten kunnen terecht op http://www.ncvb.nl/CoSA/ . Daarnaast geeft de CoSA-werkgroep een wekelijks nieuwsbericht uit. U kunt abonnee worden door zich op te geven bij CoSA@XS4all.NL Terug naar  Inhoud Ronald Kars Standhouder Ronald Kars (1963) is twintig jaar actief beurshandelaar. Met zijn analyses is hij altijd op zoek naar kruispunten van tijd, prijs en kracht. Hij weet dit om te zetten in concrete aan- en verkoopadviezen voor zowel de korte- als de lange termijn belegger. Met zijn veel omvattende analyses en unieke vermogen om verbanden te leggen weet Kars de toekomstige koersen en sociaal economische ontwikkelingen in de wereld opvallend vaak accuraat te voorspellen. Kars heeft een unieke methode ontwikkeld om het toekomstig koersverloop te voorspellen. Zijn handelssysteem is bekend onder de naam “Hotspot methode”.  Het Hotspot beleggingssysteem heeft tot doel een gestage groei van het kapitaal, waarbij wel de voordelen van een trendvolgend systeem worden genoten maar niet de nadelen. Zijn systeem bestaat uit 3 onderdelen.   1.Trend Analyzer a. Maand Trend Analyzer© (wordt gebruikt voor de Maandvisie nieuwsbrief) b .Week Trend Analyzer© (wordt gebruikt voor de Weekvisie- en Trade2Live  nieuwsbrief)   2.Hotspot  data Dit zijn berekende data (±3 werkdagen) op basis van zijn cyclus theorie. De verwachting in deze perioden is een koerswijziging van minimaal 4%. De hotspot data en de invloed hiervan op het toekomstig koersverloop komen in alle nieuwsbrieven uitvoerig aan bod. De hotspot data worden een jaar van tevoren bepaald en zijn vastgelegd in de Beleggerskalender   3.Overige analyses Afhankelijk van de situatie op de beurs wordt het hele spectrum van analyse technieken toegepast, zoals technische analyse, koerspatroon herkenning, Elliottwave, Gann, Candlesticks , interpretatie van beleggerpsychologie etc etc.  In een aantal gevallen wordt  kennis gekocht via de top analisten op een bepaald vlak, kennis die wordt meegenomen in de totaal analyse.   Terug naar  Inhoud Programma overzicht: Bron: Redactie  tijd  aula  zaal 1.17 10.00 tot 10.50 uur ALV HCC Beleggen Marten de Vries Beleggingspsychologie, waarom het systeem wint en u verliest 10.50 tot 11.05 uur pauze pauze 11.05 tot 11.55 uur Edward Loef Het ontwikkelen van een beleggingsstrategie Lynx Automatisch handelen via de algoritmes van Lynx AutoTrader 11.55 tot 12.10 uur pauze pauze 12.10 tot 13.00 uur François Franken Opties en aandelen Willem Okkerse De OK-Score in India en de USA 13.00 tot 13.30 uur pauze pauze 13.30 tot 14.20 uur Karel Mercx Beleggen in opties Tjakko Wielinga Het traden op basis van Balanced Condors 14.20 tot 14.35 uur pauze pauze 14.35 tot 15.25 uur Wilfried Steentjes Rente, en actief beleggen in obligaties  . Terug naar  Inhoud Aanmelden en routebeschrijving: Een entreebewijs voor het 58-ste HCC BeleggenSymposium kunt u  bestellen door u aan te melden via onze website: Klik hier om u aan te melden   Het HCC Beleggen Symposium wordt gehouden in: Scholengemeenschap Lek en Linge,  Multatulilaan 6, 4103 NR, Culemborg Bekijk ligging >> Laat de route zien in een nieuw venster Voer je postcode in: Terug naar  Inhoud | HCC beleggen Website | HCC beleggen Vacatures | Adverteren | Forum | Downloads  Disclaimer: Deze publicatie komt tot stand op de redactie van beleggersonline.nl de website van de HCC IG Beleggen. Noch de mate waarin de berichten, voorgestelde scenario’s, risico’s en voorspellingen de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De voorspellingen zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies. De schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur van de HCC IG Beleggen en/of de Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet aansprakelijk voor eventuele verliezen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren, behaalde resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de toekomst.

12 april 2012

...

Nieuwsbrief20120401

inhoud:    HCC Beleggen Nieuwsbrief 20120401 Economische Vooruitzichten Provisie verbod per 1 januari 2013: stand van zaken Nederland rijker dankzij betere cijfers U kunt nu ook handelen in futures op de AMX index Voetbal op TV? Ook aandelenmarkten kijken mee Pokeren met de Zwitserse Centrale Bank Vacatures HCC Beleggen 2012 Oproep aan beleggers in regio Overijsel en Flevoland Aanmelden en routebeschrijving 58-ste HCC Beleggen Symposium Agenda Economische Vooruitzichten Bron: KBC Rustiger vaarwater De wereldconjunctuur kwam de voorbije maand in rustiger vaarwater terecht. Zoals blijkt uit het producentenvertrouwen in de verwerkende nijverheid, zette het conjunctuur herstel zich in alle belangrijke economieën voort. Door de sterke mate van internationale integratie van productieprocessen kent de huidige conjunctuurcyclus een vrij synchroon verloop, zij het aan verschillende snelheden. In een opwaartse conjunctuurbeweging is dat een voordeel, maar het maakt de wereldconjunctuur ook kwetsbaarder voor externe schokken. Risico’s Er zijn minstens drie mogelijke kanalen die op dit ogenblik een dergelijke externe schok kunnen veroorzaken. Ten eerste is er de mogelijke besmetting van de reële economie door de nog steeds zieke banksector (vooral in de EMU) en de onhoudbare overheidsschuld in vele EMU-landen. Ten tweede is er het gevaar van een sterker dan verwachte stijging van de grondstoffenprijzen in het algemeen, en die van de olie in het bijzonder. Ten slotte is er het gevaar dat de macro-economische onevenwichtigheden zich op een ongeordende manier corrigeren. In deze context spreken we vooral over de onevenwichtigheden op de lopende rekening van de VS en van China, maar evenzeer binnen de EMU tussen het “Noorden” en het “Zuiden”.              Monetaire tsunami De eerste risicofactor is voorlopig niet meer acuut. Na de eerste driejaarse langetermijnherfinancieringsoperatie (LTRO) met volledige liquiditeitstoewijzing van 22 december was ook de tweede editie op 29 februari een succes. Per saldo injecteerde de ECB door deze tweede LTRO voor 310 miljard bijkomende liquiditeiten in het EMUbanksysteem. De gevolgen van beide driejaarse LTRO’s waren aanzienlijk. Niet alleen zijn alle liquiditeitsproblemen van de (solvabele) EMU-banken voorlopig van de baan, maar ook de herfinancieringen in 2012 van kwetsbare EMU-overheden worden door de overvloed aan liquiditeiten vergemakkelijkt. Vooral voor emissies met vervaldagen die tijdens de looptijd van de LTRO’s vallen, is de rentedaling (en dus de daling van de financieringskost) ronduit spectaculair. We kunnen echter niet genoeg benadrukken dat met deze ingreep door de ECB de structurele schuldproblematiek in de EMU niet is veranderd. De centrale bank heeft enkel tijd gekocht voor de Europese politici om, bijvoorbeeld door de implementatie van het zogenoemde “Fiscal Compact”, stappen te zetten in de richting van een werkbare begrotingsunie. Geïsoleerd Na maandenlang getouwtrek tussen de Griekse regering, de zogenoemde Troika van de Europese Commissie, de ECB en het IMF, en de private schuldeisers, aanvaardde begin maart een groot deel van de private schuldeisers de voorgestelde schuldherschikking. De overige schuldeisers werden tot deze schuldherschikking gedwongen door de zogenoemde Collective Action Clauses te gebruiken, die met terugwerkende kracht door het Griekse parlement waren ingevoerd. Enkel het beperkt aantal obligaties naar buitenlands recht blijven nog even buiten schot. De schuldverlichting ten belope van nominaal 105 miljard EUR maakte de weg vrij voor het tweede hulppakket van de EU en het IMF van 130 miljard EUR. Het betekent ook dat nu vrijwel de volledige resterende Griekse overheidsschuld in handen is van andere Europese overheden en het IMF, terwijl de nieuwe obligaties in private handen een looptijd hebben die tot dertig jaar kan oplopen. Per saldo betekent dit dat de Griekse saga volledig is geïsoleerd van de rest van de EMU en deze niet meer rechtsreeks kan besmetten.             Déjà vu Nu de Europese schuldenproblematiek tijdelijk is verdoofd door de ECB, vormt de hoge olieprijs het belangrijkste conjunctuurrisico voor de komende kwartalen. De opsprong in februari van circa 110 tot 126 USD per vat Brentolie herinnert sterk aan de soortgelijke opsprong van het voorjaar van 2011. Ook deze keer is dat allicht het gevolg van een geopolitieke risicopremie door de spanningen rond Iran en Syrië. Waarschijnlijk is dit een tijdelijk fenomeen en zal de olieprijs in de loop van 2012 opnieuw dalen tot een fundamenteel realistischere 110 USD per vat. De aankondiging van de Saudi-Arabische regering dat ze haar productie opvoert om de prijs te drukken wijst erop dat ook zij de huidige prijs als te hoog beschouwt. Niettemin heeft de ervaring van 2011 ons geleerd dat het Nabije-Oosten een zeer instabiele regio is en dat een risicopremie in de olieprijs wel eens langer kan blijven dan verwacht. Het economisch risico is bijgevolg dat de verwachte daling van de inflatie in de loop van de 2012 als gevolg van statistische basiseffecten een stuk trager kan verlopen dan verwacht, met negatieve gevolgen voor het beschikbare inkomen en de particulliere consumptie. Naar een nieuw evenwicht De derde risicofactor voor de conjunctuur zijn de externe onevenwichtigheden tussen de VS en China, maar in niet minder belangrijke mate ook binnen de EMU. Wat het eerste betreft, is de Chinese overheid zich van het probleem bewust en stuurt ze aan op een verschuiving van een uitvoergeleide groei naar een versterking van de binnenlandse vraag. Om dit te bereiken laat ze geleidelijk de RMB appreciëren ten opzichte van de USD, waardoor de reële koopkracht van de Chinese gezinnen toeneemt. Ook de opmerkelijke inspanningen van de Chinese overheid om de RMB te promoten als internationale transactiemunt zijn een poging om zich uit de afhankelijkheid van de USD te bevrijden en zullen bijdragen tot een geleidelijke en geordende afbouw van de Chinese externe overschotten. Het verkleinen van de onevenwichtigheden binnen de EMU is een grotere uitdaging. Enerzijds zijn daarvoor structurele hervormingen en een zogenoemde interne devaluatie door loonmatigingen in de tekortlanden nodig, maar ook de surpluslanden hebben hun rol te spelen in het aanpassingsproces. Terwijl bijvoorbeeld een tekortland als Spanje door besparingen zijn binnenlandse vraag afremt, laten de surpluslanden, Duitsland in het bijzonder, na hun binnenlandse vraag te stimuleren alhoewel daar voldoende ruimte voor is. Vermits de EMU als geheel bij benadering een extern evenwicht heeft met de rest van de wereldeconomie, zijn de overschotten van de ene binnen de EMU immers voor een groot deel de tekorten van de andere. Indien deze eenvoudige logica zou doordringen tot de beleidsmakers in de overschotlanden en in de Europese Commissie, zou het onvermijdelijke aanpassingsproces alvast veel minder pijnlijk zijn.   Terug naar  Inhoud Provisie verbod per 1 januari 2013: stand van zaken Bron: AFM 31% hypotheekadviezen betaald via provisie Het aflopen van de rentevastperiode is een belangrijke reden om een hypotheek over te sluiten. Bijna een derde van de hypotheekadviezen wordt betaald door provisie. Dit blijkt uit een onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) onder consumenten. Aflopende rentevastperiode Ruim een derde van de recent afgesloten hypotheken is van een oversluiter, een kwart is van een starter. Voor in totaal 22% van de recente sluiters is een aflopende rentevastperiode reden voor een nieuwe hypotheek. Ruim de helft van de hypotheekeigenaren wordt uiterlijk twee maanden voor het verlopen van de rentevastperiode geïnformeerd. Ongeveer 15% van de consumenten zegt niet of minder dan een maand van tevoren hierover geïnformeerd te zijn. Het prolongatievoorstel valt voor ruim één op de drie personen tegen. De AFM vindt dat voorzienbare teleurstellingen bij klanten moeten worden voorkomen bij het verlengen van de rentevastperiode bij hypotheken. Een financiële instelling kan het belang van de klant centraal stellen door dat goed te regelen en op tijd een nieuw aanbod te doen. Drie op tien hypotheekadviezen via provisie De AFM ziet een verdere daling in het aantal hypotheekadviezen op basis van provisie; 31% van de  hypotheekadviezen door intermediairs gebeurt nu op basis van provisie. Twee jaar geleden werden nog zes van de tien hypotheekadviezen via provisie betaald. Met het provisieverbod voor complexe financiële producten is deze beloningsvorm vanaf 1 januari 2013 voor hypotheken verboden. Ondanks de veranderende betalingsmodellen voor intermediairs zijn er geen belangrijke verschillen van waar men de hypotheek afsluit, vergeleken met eerdere metingen in 2010 en 2011. Vier van de tien sluit direct bij aanbieder, 35% via een tussenpersoon en 20% via een hypotheekwinkel. Ruim de helft maakt dus nog steeds gebruik van een tussenpersoon. Van deze groep weet een op de acht niet hoe zijn tussenpersoon beloond wordt. Van de sluiters via het directe kanaal weet 22% niet hoe zijn adviseur betaald wordt. Deze cijfers zijn vergelijkbaar met de vorige meting. Wel doen consumenten nu zelf meer huiswerk. Gemiddeld besteedt men 7 uur aan gesprekken met adviseur(s) om een keuze te maken voor de soort hypotheek en de aanbieder. Daarnaast stopt met nog eens 7 uur aan eigen tijd in onderzoek naar hypotheken. Eind 2010 was men 5,8 uur bezig met zelf informatie zoeken. Achtergrond onderzoek Deze Consumentenmonitor 2011 is uitgevoerd in oktober/november 2011 onder 374 recente hypotheeksluiters en 133 consumenten van wie de rentevastperiode is verlopen. Ieder half jaar voert de AFM de Consumentenmonitor uit. zie ook:  Consumenten monitor 2011 - hypotheken Terug naar  Inhoud Nederland rijker dankzij betere cijfers Bron: DNB Het buitenlandse bezit van Nederland wordt per saldo danig onderschat. Als alle buitenlandse vorderingen en verplichtingen van Nederland volledig tegen marktwaarde worden meegeteld, is ons land doorgaans aanzienlijk rijker dan volgens de gebruikelijke manier van meten. In de periode 2004-2011 scheelde dat herhaaldelijk meer dan EUR 100 miljard, soms zelfs het dubbele. Ook eind 2011 was Nederland EUR ruim 70 miljard rijker volgens de cijfers tegen marktwaarde die DNB geschat heeft en vandaag voor het eerst op haar website publiceert, in aanvulling op de gebruikelijke cijfers. Volgens de nieuwe cijfers bedroeg het netto buitenlandse bezit van Nederland eind vorig jaar bijna EUR 300 miljard (zie grafieken). Hoe rijk of arm een persoon is, hangt onder meer af van de manier waarop dat wordt gemeten. Met een land is dat niet anders. Elk kwartaal brengt DNB de buitenlandse vorderingen (activa) en verplichtingen (passiva) van Nederland zo goed mogelijk in kaart. Wat daar dan uitkomt aan netto buitenlands bezit, hangt onder meer af van de manier van meten. Voor een zo actueel en realistisch mogelijk beeld kijkt DNB door de bril van  'de markt', zoals het IMF dat voorschrijft, maar marktwaarden zijn niet altijd voorhanden. Hoeveel is bijvoorbeeld volgens 'de markt' een in Canada gevestigde dochtermaatschappij van een Nederlands concern waard? Dat is niet bekend. De huidige praktijk is om voor zo’n dochter, bij gebrek aan beter, het bedrag te nemen uit de boekhouding van het Nederlandse concern. Gevolg daarvan is wel dat de activa op de balans van Nederland worden onderschat. Immers, in de boekwaarde zijn bijvoorbeeld niet begrepen de toekomstige in Canada te behalen winsten, waar de markt óók waarde aan toekent. Keerzijde van het verhaal is dat de buitenlandse passiva, deelnemingen door buitenlandse concerns in binnenlandse dochters, net zo worden onderschat. Het door elkaar gebruiken van boek- en marktwaarden is niet bevorderlijk voor een goed inzicht in de netto buitenlandse bezittingen van Nederland, ook wel het netto externe vermogen genoemd. Dat valt ook te illustreren voor individuele concerns zoals Royal Dutch Shell. Wanneer de aandelen van buitenlandse beleggers in dit Nederlandse concern tegen beurswaarde worden meegeteld als passiva van Nederland, maar de buitenlandse dochters tegen een (veel) lagere boekwaarde als activa, dan is duidelijk dat de netto bezittingen van ons land worden vertekend. Met dit meetprobleem kampen ook andere landen. Hoe de onderschattingen van dochtermaatschappijen per saldo uitpakken, verschilt van land tot land. Dat hangt af van de bedragen die ze vertegenwoordigen. Die zijn voor Nederland aanzienlijk: ultimo 2011 bedroegen de totale uitgaande kapitaaldeelnemingen - in buitenlandse dochters -  EUR 489 miljard, de inkomende deelnemingen - in binnenlandse dochters - EUR 271 miljard. Dergelijke boekwaarden van dochters liggen doorgaans fors onder de marktwaarde, soms zelfs tientallen procenten, zo valt af te leiden uit de bedragen waarmee ook de boekwaarden van hun beursgenoteerde moederondernemingen achterblijven bij de beurswaarde (de marktkapitalisatie). Dat geldt gerekend in euro’s het meest voor de activa (die zijn het omvangrijkst). Gevolg: onze netto buitenlandse bezittingen worden met miljarden onderschat. Om daar inzicht in te verschaffen gaat DNB naast de gebruikelijke boekwaarden van inkomende en uitgaande deelnemingen ook schattingen publiceren van hun marktwaarde. Daartoe worden voortaan voor elke in Nederland beursgenoteerde onderneming de beurswaarde en de boekwaarde (het eigen vermogen) met elkaar vergeleken. Verschillen ertussen worden aan concernonderdelen buiten Nederland, de uitgaande deelnemingen, toegerekend naar rato van hun veronderstelde bijdrage aan de concernactiviteit (afgemeten aan de winstbijdrage dan wel het eigen vermogen). Maar ook inkomende deelnemingen - door buitenlandse concerns in Nederlandse dochters - worden van boekwaarde op marktwaarde gebracht. Daarbij wordt het eigen vermogen van deze niet-beursgenoteerde dochters, dat wil zeggen hun boekwaarde, verondersteld ongeveer net zoveel bij de marktwaarde achter te blijven als het eigen vermogen van de wél beursgenoteerde bedrijven in Nederland. Na het op marktwaarde brengen van uitgaande en inkomende deelnemingen blijkt Nederlands netto buitenlandse bezit aanzienlijk hoger uit te vallen. Hoe hoger de AEX, hoe groter doorgaans de correctie van het netto externe vermogen van ons land (zie de witte balkjes in de rechterfiguur). In de periode 2004-2011 bedroeg de onderschatting van ons netto buitenlandse bezit in sommige kwartalen soms meer dan EUR 200 miljard, ruim een derde deel van het bruto nationaal product van Nederland. Het beursklimaat speelde daarbij een belangrijke rol (hoe optimistischer beleggers, hoe groter ook de kloof tussen markt- en boekwaarde). Uit de betere cijfers blijkt Nederland dus doorgaans rijker te zijn. Bovendien vertoont het netto buitenlandse bezit na aanpassing ook een opwaarts beloop dat beter spoort met de grote lopende rekeningoverschotten van Nederland. Goede cijfers zijn des te belangrijker nu lopende rekening en extern vermogen een belangrijke rol gaan spelen in de zogeheten Excessive Imbalances Procedure, afspraken van Europese landen om macro-economische onevenwichtigheden beter te kunnen monitoren en voorkomen. Referenties en links: Publicatie: Netto extern vermogen van Nederland in 2011 opnieuw hoger door lopende rekeningoverschot Achtergrondartikel: Naar een beter beeld van Nederlands netto bezittingen in het buitenland. Overzichten: Betalingsbalans en extern vermogen Terug naar  Inhoud Sinds 26 maart 2012 kunt u ook handelen in futures op de AMX index Bron: Euronext  U kunt nu ook handelen in AMX-Index®futures.                                             Met een contractgrootte van € 50 keer de stand van de AMX-Index, de index voor middelgrote Nederlandse ondernemingen, is de Midkap-future (handelssymbool: FMX) kleiner dan de AEX-future (FTI). De kleinere contractgrootte maakt de future geschikt voor zowel grote als kleine beleggers. Meer informatie over de nieuwe futures vindt u hier.   Binnenkort ook AMX-Index® Opties Met ingang van 10 april 2012 komen ook AMX-Indexopties in de notering. De opties (AMX) en futures (FMX) op de AMX-Index geven extra kleur aan uw beleggingsportefeuille. Meer informatie over de AMX-Index kunt u hier vinden. Terug naar  Inhoud Voetbal op TV? Ook aandelenmarkten kijken mee Bron: DNB Tijdens wedstrijden op het WK voetbal in 2010 werden beduidend minder aandelen verhandeld. Zodra een land in actie kwam, liepen bovendien de nationale aandelenprijzen uit de pas met het buitenland. Na de succesvolle kwalificatiereeks kan het Nederlands elftal zich opmaken voor het Europees kampioenschap voetbal in Polen en de Oekraïne. De groepswedstrijden tegen Denemarken, Portugal en Duitsland zullen door vele Nederlanders op de voet worden gevolgd. Behalve op sportief vlak, zal het EK ook op economisch vlak niet onopgemerkt blijven. Zo besteden consumenten tijdens een kampioenschap voetbal meer geld aan bepaalde producten, zoals televisies, frisdrank en bier. Diverse werknemers nemen bovendien makkelijker vrij, terwijl anderen zich eerder ziek melden. Minder aandelenhandel tijdens wedstrijden van het nationale team op de WK 20 Figuur 1                                                         zie verder *Noot 1. Minder handel tijdens wedstrijden Ook aandelenmarkten ontkomen niet aan de invloed van Koning Voetbal. Zo handelden investeerders tijdens wedstrijden op het wereldkampioenschap in Zuid-Afrika een stuk minder. Figuur 1 geeft een overzicht voor de aandelenbeurzen van veertien landen die in de zomer van 2010 deelnamen aan dit toernooi. Tijdens de wedstrijden die Nederland speelde in Zuid-Afrika, blijkt in de 25 fondsen die opgenomen zijn in de AEX-index rond de 30% minder gehandeld te zijn. Het aantal transacties lag 29% lager dan verwacht, terwijl er in totaal bijna 34% minder aandelen verhandeld werden. Nederland is hiermee niet uniek. Zuid-Amerika levert kampioen Ook op andere Europese beurzen, zoals die in Engeland, Duitsland en Frankrijk, handelde men tijdens WK-wedstrijden een stuk minder in aandelen. Op de Duitse beurs werd zelfs bijna 60% minder gehandeld, maar hiermee was Duitsland nog geen wereldkampioen. De grootste uitschieters vonden namelijk in Zuid-Amerika plaats. Op de beurs van Brazilië werden 65% minder transacties gesloten, terwijl in Argentinië bijna 70% minder vaak aandelen van eigenaar wisselden. In Chili werden nauwelijks aandelen verhandeld tijdens wedstrijden. Verrassend is dat ook in de Verenigde Staten, een land waar voetbal niet volkssport nummer één is, er een sterke daling van handelsactiviteit tijdens wedstrijden waar is te nemen. Beurskoersen liepen uit de pas Aandelenprijzen liepen tijdens wedstrijden van het nationale team uit de pas met beurkoersen in de rest van de wereld. Normaal gesproken bestaat er een sterke samenhang tussen de beursindex van een land en de aandelenkoersen in het buitenland. Daling in de samenhang tussen nationale en wereldwijde aandelenkoersen Figuur 2                                                          zie verder *Noot 2. Tijdens voetbalwedstrijden op het afgelopen WK was dit verband veel minder sterk. Gemiddeld genomen reageerde de aandelenindex van een land 20% minder op wereldwijde koersschommelingen op het moment dat het nationale team een wedstrijd speelde. Dit resultaat suggereert dat de lokale investeerders door het volgen van de wedstrijden van hun nationale team minder goed in staat waren koersrelevante informatie te verwerken. Figuur 2 laat zien dat de procentuele daling vooral groot was in Mexico en Zuid-Afrika. In deze twee landen was de samenhang tussen nationale en internationale beurskoersen rond de 50% minder sterk tijdens wedstrijden van het nationale team. In de Verenigde Staten was de samenhang twintig procent minder sterk, terwijl in Engeland en Frankrijk de daling bijna 30 % betrof. Implicaties voor communicatie Investeerders geven niet altijd volledige aandacht aan nieuwe informatie. Deze bevinding is een aandachtspunt voor centrale banken die transparant willen zijn over hun beleid. Bij het geven van informatie kan er niet zonder meer van worden uitgegaan, dat marktpartijen deze oppikken. Volledige aandacht van financiële markten is een optimistisch uitgangspunt, wanneer zelfs volkssport nummer één al voor de nodige afleiding zorgt. ref: http://www.dnb.nl/publicatie/publicaties-dnb/dnb-working-papers-reeks/dnb-working-papers/working-papers-2012/dnb268307.jsp *Noot 1: Figuur 1 toont voor veertien landen de procentuele daling in het aantal transacties op de aandelenbeurs tijdens wedstrijden van het nationale team op het WK 2010. De daling is berekend ten opzichte van een normaal handelspatroon, gedefinieerd als de gemiddelde handel op hetzelfde tijdstip, op de zelfde dag van de week, maar tijdens een periode voor- en nadat het WK plaatsvond. *Noot 2: Figuur 2 toont voor zes landen de procentuele daling in de samenhang tussen de nationale beursindex en de MSCI World Index tijdens wedstrijden van het nationale team op de WK Terug naar  Inhoud Pokeren met de Zwitserse Centrale Bank Bron: Peter Devaere,  Peter Devaere trading + coaching Het is stil geworden rond de Zwitserse Frank. Na het ingrijpen van de SNB, de Zwitserse Centrale Bank in september 2011 werd zogezegd "per decreet" de koers van de frank aan de euro gekoppeld. Alles zou eraan gedaan worden om de frank boven de 1,20 te houden. Een zucht van verlichting voor alwie ergens een lening in frank had lopen. Het was een rigoureuze stap maar de Zwitsers hadden succes. Ze hadden de opmars van hun munt een halt toegeroepen. De hoteliers in de alpen konden opgelucht adem halen. Maar wie had gedacht dat de EUR/CHF na deze interventie weer zou gaan stijgen kwam van een koude kermis thuis.  In de eerste weken ging het wel even nog richting 1,25 maar dan waren de fans van de frank er weer als de kippen bij hun geliefde munt op te kopen. Het gevolg is een patstelling waar eigenlijk niemand echt baat bij heeft. Als zelfs een centrale bank, die naar eigen zeggen over onbeperkte middelen beschikt om de koers van de eigen munt om het even waarheen te sturen,  er niet in slaagt dit te doen, dan moet de aandrang van de markt enorm zijn. Het gevolg is dat zich het valutapaar sindsdien nauwelijks nog beweegt. Het zit al weken vast tussen de geweldige pressie die de frank-enthoesiasten opbouwen en de demarcatielijn bij 1,20 die de SNB heeft getrokken: tot hier en niet verder! Of in de taal van de bank zelf: "Die SNB wird den Mindestkurs von 1,20 Franken pro Euro weiterhin mit aller Konsequenz durchsetzen. Sie ist bereit, dazu unbeschränkt Devisen zu kaufen." En nu het valutapaar weer heel dicht bij deze "magische steun" wordt verhandeld (1,2050) moet er dan niet gewag worden gemaakt van een uitzonderlijke kans voor beleggers? Hier kan je met een piepklein risiko op een devaluatie van de frank zetten. Je hebt toch de SNB als steun in je rug. Want wie is zo vermetel om zich tegen een centrale bank te positioneren? De interventies van de BOJ, de Japanse Centrale Bank hadden in de laatste tijd trouwens ook succes. De koers van de yen is in de laatste weken stevig gedaald.          En toch... De ervaring leert dat je aan de beurs maar beter rekening houdt met het onmogelijke en het ondenkbare. Heel wat hedgefondsen liggen vermoedelijk op de loer om toe te slaan als de muur van de SNB toch niet stand zou houden. Wordt de steun bij 1,20 eronderuit gehaald dan mag u met een lawine van shorters rekenen die de frank opnieuw in de richting van de pariteit stuwen. Long EUR/CHF, een trade waarmee je niet kann verliezen? Zo heel zeker ben ik niet..   Terug naar  Inhoud Vacatures HCC Beleggen 2012 Bron: Bestuur HCC Beleggen Om onze doelstellingen zo goed mogelijk vorm geven zijn we op zoek naar leden die een bijdrage willen leveren aan de activiteiten van onze vereniging. Dat hoeft niet meteen een grote klus te zijn, maar leden die een deeltaak willen verrichten -die relatief weinig tijd kost- zijn  zeer welkom. Met meer mensen kunnen we immers meer doen en dat maakt het bovendien ook veel gezelliger. Enkele voorbeelden van deeltaken waarvoor wij mensen zoeken zijn: het op ad-hoc basis een artikel schrijven voor onze website of een cursus willen geven over alle vormen van beleggen, de analysemethodieken, emotie en beleggen etc. beleggingssoftware beoordelen CD samenstellen met software, koersen, links etc. het actueel houden van (een deel van) onze website/ons forum webmaster voor en meewerken aan de nieuwe inrichting van onze website het coördineren en organiseren van onze HCC Beleggen symposia het verrichten van (deel)taken tijdens onze HCC Beleggen symposia en/of beurzen een bestuursfunctie. Uiteraard mag u zich aanmelden in groepjes. Dus als u, eventueel samen met medebeleggers, onze vereniging wilt helpen laat het ons dan weten. Trefwoorden hierbij zijn: vele handen maken licht werk, het moet vooral leuk blijven, zo doe je ook nog eens interessante contacten op. Denk ook eens aan het geven van een aardige lezing, met anderen handelsstrategieën uitwerken, software onder de knie krijgen of gewoon een groep vormen waarmee je samen de markt analyseert/bespreekt. Lijkt het u iets om actief te worden? Heeft u vragen over de functies of heeft u goede ideeën voor onze vereniging? Klik Hier of meld u zich dan via de website ... een echte vereniging kan niet zonder u als actief lid. Terug naar  Inhoud Oproep aan beleggers in regio Overijsel en Flevoland Bron: Redactie  Terug naar  Inhoud Aanmelden en routebeschrijving 58-ste HCC Beleggen Symposium Een entreebewijs voor het 58-ste HCC BeleggenSymposium kunt u  bestellen door u aan te melden via onze website: Klik hier om u aan te melden   Het HCC Beleggen Symposium wordt gehouden in: Scholengemeenschap Lek en Linge,  Multatulilaan 6, 4103 NR, Culemborg Bekijk ligging >> Laat de route zien in een nieuw venster Voer je postcode in: Terug naar  Inhoud Agenda Bron: HCC Beleggen redactie De HCC Beleggen Kalender op onze website en  deze Agenda zijn inmiddels een begrip onder beleggers in Nederland en België geworden. Voor veel andere sites zijn wij de de facto bron van informatie. Toch zijn nog niet alle events in onze Agenda opgenomen. Daarom willen we ook aanbieders van seminars, cursussen en beleggersbijeenkomsten in de gelegenheid stellen, zelf hun events aan te kondigen, zowel op ons forum als in onze nieuwsbrieven. Plaatsing van (vrij toegangkelijke) educatieve bijeenkomsten zijn kostenloos. (Bijeenkomsten met een educatief karakter welke niet gratis toegankelijk zijn danwel bijeenkomsten met een niet uitsluitend educatief karakter kunnen onder voorwaarden ook in onze agenda opgenomen worden. Wilt u meer weten neemt u dan even contact  op met de redactie) Terug naar  Inhoud | HCC beleggen Website | HCC beleggen Vacatures | Adverteren | Forum | Downloads  Disclaimer: Deze publicatie komt tot stand op de redactie van beleggersonline.nl de website van de HCC IG Beleggen. Noch de mate waarin de berichten, voorgestelde scenario’s, risico’s en voorspellingen de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De voorspellingen zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies. De schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur van de HCC IG Beleggen en/of de Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet aansprakelijk voor eventuele verliezen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren, behaalde resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de toekomst.

10 april 2012

...

Nieuwsbrief 20120318 Symp58-1

58-ste HCC Beleggen Symposium 28 april 2012 "Actief beleggen met aandelen en derivaten" inhoud:    Symposium Bericht: 1  Introductie 58ste HCC Beleggen Symposium Edward Loef: Het ontwikkelen vaneen beleggingsstrategie Forest Bergen Tjakko Wielinga:   Het traden op basis van Balanced Condors Analist.nl Karel Mercx:   Beleggen in opties Willem Okkerse: De OK-Score in India en de USA Oproep beleggers in regio Overijsel en Flevoland Aanmelden en routebeschrijving Introductie 58ste HCC Beleggen Symposium Bron: Redactie  Het 58ste HCC Beleggen Symposium staat in het teken van actief beleggen met aandelen en derivaten. De kern van actief beleggen is zelf en vaak ook frequent handelen op de beurs. Een actieve belegger gelooft in zijn visie ten aanzien van de koersontwikkelingen. Er zijn twee aspecten van actief beleggen die elkaar aanvullen: de beste beleggingsinstrumenten selecteren en de gunstigste in- en uitstapmomenten kiezen. Diverse beleggingsinstrumenten brengen verschillende risico's met zich mee. Afhankelijk van de financiële situatie en hoeveel risico de belegger wil lopen kan hij bepaalde beleggingsinstrumenten inzetten om rendement te behalen. Risicovolle beleggingsproducten hebben vaak een hoger rendement dan beleggingsproducten met een laag risico. Een belegger moet de risico’s kennen van de beleggingsinstrumenten waarin hij belegt. Uiteraard probeert iedere belegger op het juiste moment in en uit de markt te stappen. Als hij verwacht dat de beurs gaat dalen, dan stapt hij uit of gaat short. Hij stapt weer in of gaat long als de beurs aantrekt. Ook het inspelen op stijgende en dalende valuta, aantrekkende of dalende rente en stijgende beurzen in bepaalde landen of van specifieke bedrijfssectoren zijn vormen van markettiming. Het belangrijkste uitgangspunt van actieve beleggers is om een meer dan gemiddeld rendement te halen. De actieve belegger houdt voortdurend de vinger aan de pols, door in te spelen op te verwachten koersbewegingen. Frequent handelen op de beurs kost weliswaar geld, maar dat is van minder belang. Iedere transactie is bedoeld om extra winst te maken. Actieve beleggers handelen zo vaak als nodig is. Maar hoe word je een goede actieve belegger? Tijdens het 58ste HCC Beleggen Symposium met de titel "Actief beleggen met aandelen en derivaten" zullen deskundige sprekers u handvatten aanreiken om een goede actieve belegger te worden, dus zorg dat u erbij bent. Van een aantal sprekers is in deze nieuwsbrief een korte introductie van hun presentaties opgenomen. Terug naar  Inhoud Edward Loef: Het ontwikkelen van een beleggingsstrategie: Spreker: Edward Loef Edward Loef, één van de bekendste technisch analisten in Nederland, heeft na 25 jaar werkzaam te zijn geweest voor diverse financiële instellingen in 2010 besloten om onafhankelijke beleggingsresearch op basis van koersgrafieken en technische indicatoren te verzorgen. Zijn doel is om belangrijke veranderingen in de richting van de beurskoersen tijdig te signaleren en hierover te publiceren. Naast professionele instellingen, zoals (private) banken, vermogensbeheerders en handelsplatforms maken ook steeds meer particuliere beleggers gebruik van zijn inzichten, nieuwsbrieven, lezingen en beleggingscursussen. In de vijf jaar voor de oprichting van zijn onderneming was Loef werkzaam als senior technisch analist bij Theodoor Gilissen Bankiers te Amsterdam. In de periode tussen 1998 en 2005 adviseerde hij actieve beleggers bij CenE Bankiers N.V. te Utrecht. Daarvoor werkte hij als sr. beleggingsadviseur bij verschillende lokale Rabobanken. Edward Loef is lid van de Vereniging van Beleggingsanalisten (VBA) en in de Verenigde Staten geregistreerd als ‘Certified Financial Technician’ bij de ‘International Federation of Technical Analysts’ (IFTA). In de turbulente beursperiode 2007 t/m 2009 werd hij veelvuldig door TV-zender CNBC Europe om zijn analyses gevraagd en werkte hij in 2010 mee aan het Engelstalige boek ‘Technical Analysis in the FX Markets’. Loef verzorgt de rubriek ‘Charting’ in het kwartaalblad Traders Club Magazine en is tevens één van de columnisten van de website van Het Financieele Dagblad. Presentatie HCC Beleggen Symposium In zijn presentatie op 28 april worden twee interessante onderwerpen besproken. Voor de doe-het-zelf belegger zal Edward Loef uitgebreid ingaan op de noodzaak van het ontwikkelen van een beleggings-strategie. Met behulp van de computer laat hij zien hoe een hij met een handelsplan veranderingen in de trends herkent en hoe je als belegger slimme tactieken kunt toepassen om daarmee geld op de beurs te verdienen en de risico’s die daaraan zijn verbonden kunt beheersen. Daarnaast zal hij aan de hand van zijn beleggingsmethode de rol van traditionele chartist op zich nemen en zijn visie geven op de meest waarschijnlijke richting van de diverse markten en beurskoersen. Dan zal ook duidelijk iedereen duidelijk worden wat het verschil is tussen het fenomeen van beurskoersen voorspellen en beurskoersen beheersen. Terug naar  Inhoud Forest Bergen Standhouder Forest Bergen is gespecialiseerd in opleidingen en technische produkten voor beleggers en traders. Wij leveren allerlei software voor de technische belegger, computerapparatuur en netwerken. Wij zijn gespecialiseerd in handelstrainingen voor ForexTraders. Ons uitgangspunt is dat iedereen na afloop geld moet kunnen verdienen in de Forex handel. Ook kunt u bij ons optie cursussen volgen, koersdata-abonnementen afsluiten en boeken kopen.. In onze stand zullen wij een aantal produkten demonstreren, waaronder de overbekende Omnitraderem Metastock software software, met een presentatie handelen in valuta. advertentie: Terug naar  Inhoud Tjakko Wielinga:   Het traden op basis van Balanced Condors Spreker: Tjakko Wielinga Tjakko Wielinga is nu al weer enkele jaren actief met het handelen op basis van balanced condors die zijn samengesteld uit AEX maandopties. De oorspronkelijke strategie was passief en beperkte zich tot het schrijven van verticale call- en put spreads met als risico management slechts het plaatsen van een stoploss bij de shortposities. Op zich wel winstgevend maar toch een behoorlijke drawdown bij tijd en wijle. Om deze reden zijn  alternatieve strategieën onderzocht die het rendement kunnen verbeteren en de maximale drawdown reduceren zoals het gebruik van futures, deltaneutraal  herpositioneren of het partieel sluiten van de shortpositie bij een stoploss. Deze strategieën zijn gesimuleerd met behulp van specifiek ontwikkelde software met gebruikmaking van historische data over de periode 2006 t/m 2011. Eén van de verassende conclusies is dat de call- en put spreads duidelijk verschillen  in de meest optimale strategie. Terug naar  Inhoud Analist.nl Standhouder    Nieuws & Analyse Analist.nl biedt gratis overzichten van koop- en verkoopadviezen van Europese en Amerikaanse aandelen afgegeven door gerenommeerde (effecten)banken. Ook biedt Analist.nl inzicht in de behaalde rendementen op de afgegeven adviezen van deze instellingen. De koop- en verkoopadviezen worden de gehele dag door gevolgd en geupdate door een team van onafhankelijke researchers. Momenteel inventariseert Analist.nl een 700-tal aandelen uit de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, België, Duitsland, Nederland en Zwitserland. De informatie wordt gratis verspreid via de website www.Analist.nl en via een digitale nieuwsbrief welke wekelijks wordt verspreid. Wilt u zich gratis en vrijblijvend aanmelden voor deze nieuwsbrief, dan kan dat op de website. Analist.nl genereert haar inkomsten via advertenties die worden geplaatst op de website en in de nieuwsbrieven. Ratings · Aandelen Amsterdam       Alle Nederlandse ratings Terug naar  Inhoud Terug naar  Inhoud Karel Mercx: Beleggen in opties Spreker: Karel Mercx  Karel Mercx is redacteur bij Beleggers Belangen. Hij heeft zich gespecialiseerd in het beheren van beleggingsportefeuilles en geeft de presentatie "Beleggen in opties". In zijn presentatie zal hij laten zien dat opties kunnen dienen voor extra rendement en ter bescherming van de beleggingsportefeuille. Beide methoden zullen ervoor zorgen dat het rendement van de beleggingsportefeuille vooruit gaat. De presentatie is gebaseerd op het huidige beursklimaat. De bezoeker gaat naar huis met tips die hij of zij meteen kan gaan toepassen. Terug naar  Inhoud Willem Okkerse: De OK-Score in India en de USA: Spreker: Willem Okkerse Na de zeer succesvolle presentatie in 2010 over de gebruikmaking van de OK-Score bij distressed securities en voor zeer velen intussen bewaarheid met zeer concrete high yield resultaten, wordt er op 28 april a.s. (HCC Beleggen Symposium) door Willem Okkerse uitleg gegeven over de OK-Score en zijn inzet in de USA en wel in de S&P 100. Er wordt bekend gemaakt HOE de primaire onderzoeksopzet voor die S&P beoordeling was en WAT de uitkomsten waren voorafgaande aan de real-life start per 1.1.2011. Tevens wordt de link gelegd met de real life uitkomsten van de OK-Score AEX portfolio en de OK-Score S&P 100 Magnificent Twenty. De OK-Score AEX Portfolio presteerde per medio maart 2012 circa 160% rendement in 9 jaar en een kleine drie maanden.  Deze portfolio belegt alleen in aandelen AEX en volgens de weging van de AEX. De OK-Score S&P 100 Magnificent Twenty presteerde per medio maart 2012 ca. 17,5% in één jaar en dezelfde kleine 3 maanden en belegt alleen in de door de OK-Score geselecteerde twintig beste S&P ondernemingen. Terug naar  Inhoud Oproep aan beleggers in regio Overijsel en Flevoland Bron: Redactie  Terug naar  Inhoud Aanmelden en routebeschrijving: Een entreebewijs voor het 58-ste HCC BeleggenSymposium kunt u  bestellen door u aan te melden via onze website: Klik hier om u aan te melden   Het HCC Beleggen Symposium wordt gehouden in: Scholengemeenschap Lek en Linge,  Multatulilaan 6, 4103 NR, Culemborg Bekijk ligging >> Laat de route zien in een nieuw venster Voer je postcode in: Terug naar  Inhoud | HCC beleggen Website | HCC beleggen Vacatures | Adverteren | Forum | Downloads  Disclaimer: Deze publicatie komt tot stand op de redactie van beleggersonline.nl de website van de HCC IG Beleggen. Noch de mate waarin de berichten, voorgestelde scenario’s, risico’s en voorspellingen de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De voorspellingen zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies. De schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur van de HCC IG Beleggen en/of de Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet aansprakelijk voor eventuele verliezen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren, behaalde resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de toekomst.

28 maart 2012

...

Nieuwsbrief20120301

inhoud:    HCC Beleggen Nieuwsbrief 20120301 HCC Beleggen levert een bijdrage aan de HCC inloopdag Pensioenfonds van o.a.  AFM onder 85% dekkings graad Goedkope aandelen Schaarste kwalitatief goed onderpand onwaarschijnlijk Wisselmarkten: welke veerkracht voor de euro? 103 Fondsen gaan mogelijk korten op pensioenen Wilt u deelnemen aan de Regiogroep Overijssel en Flevoland ? Inschrijven 58ste HCC Beleggen Symposium vanaf 1 maart 2012 ! Agenda HCC Beleggen levert een bijdrage aan de HCC inloopdag Bron: Redactie HCC organiseert op 14 maart 2012 in het Kruithuis te Groningen een zogenoemde ‘HCC inloopdag’ voor leden en niet-leden.We bieden deze dag een gevarieerd programma voor jong en oud, en organiseren dit in samenwerking met een aantal van onze HCC Interessegroepen en externe partijen. De gehele dag worden er in de grote zaal presentaties verzorgd. Ook is er de mogelijkheid een op een vragen te stellen. In de foyer presenteren de verschillende participerende bedrijven en groeperingen zich en is er de mogelijkheid specifieke informatie te vergaren. Hoe ziet het programma er uit?De ochtend staat in het teken van het gebruik van Tablets en Skype, fotobewerking op de computer, e-Reading en Genealogie.DeSenioren Academie ig, Genealogie ig, De Fotofabriek en de e-Readers Group zorgen ervoor dat het een heel interessante ochtend gaat worden.Naast dit ‘binnen’ programma is er ook een buiten activiteit. Onder begeleiding van Gerrit Stel kun je een interessante fotostadswandeling maken in Groningen. Hij neemt ons mee naar mooie en interessante plekken rondom de Schouwburg. Bij terugkomst hiervan is er nog een mogelijkheid aan te haken bij de presentatie over fotobewerking!Het middagprogramma staat geheel in het teken van ouders met kinderen in de leeftijd van 6 tot 12 jaar. Het thema is veiligheid.Doel van deze middag is ouders en kinderen te informeren en te laten kennismaken met de digitale wereld. Voor dit programma zijn we een samenwerking aangegaan met de Stichting Mijn kind online. Zij verzorgen deze middag een lezing over kinderen en sociale media en voeren hieraan gekoppeld een interactief theaterstuk op. Daarnaast zijn er presentaties over Internet veiligheid voor kinderen (SpicyLemon) en computerveiligheid in z’n algemeenheid (HitmanPro). Er is gedurende de middag ook voor kinderopvang gezorgd. Studenten van het Noorderpoortcollege verzorgen een speciaal programma.’s Avonds is Beleggen het onderwerp.Iedereen die geïnteresseerd is in beleggen is welkom.Om 19.30 uur is er een interessante bijeenkomst voor iedereen die wil starten met beleggen.Vanaf 20.30 uur is er een presentatie met als titel ‘Beleggen voor gevorderden’.HCC Interessegroep Beleggen heet iedereen daar van harte welkom!Voor het programma klik op deze link. Terug naar  Inhoud Pensioenfonds van financiële dienstverleners onder 85% dekkings graad(betreft: AFM, Euronext, Euroclear, LCH Clearnet en DSI ) Bron: AFM Het pensioenfonds Mercurius, dat onder meer de pensioenregeling van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) uitvoert, behoort tot de pensioenfondsen die maatregelen moeten nemen om de dekkingsgraad te verbeteren. Eind 2011 bedroeg de dekkingsgraad van Mercurius 85 procent. Het pensioenfonds heeft veel last van de turbulentie op de financiële markten, de lage stand van de rente en de toegenomen levensverwachting.Om het eerder gemaakte herstelplan te kunnen blijven uitvoeren, en de dekkingsgraad op termijn weer op het juiste niveau te krijgen, heeft het pensioenfonds een aangepast herstelplan ingediend bij toezichthouder DNB. Het bestuur van Pensioenfonds Mercurius informeert de belanghebbenden rechtstreeks over de inhoud van het bij DNB ingediende herstelpan. Ook de AFM-deelnemers zijn door het pensioenfonds geïnformeerd over de inhoud van de maatregelen van het bij DNB ingediende herstelplan.Als toezichthouder op de pensioencommunicatie hecht de AFM sterk aan de tijdige en juiste informatie van pensioenfondsen, zeker in slechte tijden. Bovendien hecht de AFM eraan al haar belanghebbenden te informeren over de situatie rond haar pensioenregeling en wil zij op transparante wijze verantwoording afleggen over de financiering daarvan.Schaalgrootte pensioenfonds De Pensioenfederatie ziet het als haar missie de belangen van de Nederlandse pensioenfondsen optimaal te behartigen en de ontwikkeling van het pensioenstelsel te bevorderen. "Voor Elkaar" is een uitgave van de Pensioenfederatie en beoogt meer inzicht te geven in de ontwikkeling en de positie van collectieve pensioenen in Nederland.'Voor Elkaar' neemt u in vogelvlucht mee van de oorsprong van ons pensioenstelsel tot aan heden en toekomst.Klik hier om "Voor Elkaar" te downloaden Pensioenfonds Mercurius is niet alleen de uitvoerder van de AFM-pensioenregeling maar ook van de regeling van vier andere werkgevers, te weten Euronext, Euroclear, LCH Clearnet en DSI.In de afgelopen jaren heeft de AFM een aantal acties ondernomen om de uitvoering van haar pensioenregeling te verbeteren. De AFM heeft extra capaciteit beschikbaar gesteld aan Mercurius om bij te dragen aan de ontwikkeling van het pensioenfonds.De AFM is er voorstander van dat pensioenfonds Mercurius opgaat in een groter pensioenfonds. De AFM is van mening dat kleine pensioenfondsen als Mercurius niet kunnen standhouden en dat die moeten samengaan met andere pensioenfondsen om de pensioenuitvoering verder te professionaliseren en om schaalvoordelen te behalen. Om de noodzaak daarvan te benadrukken heeft de AFM de uitvoeringsovereenkomst met Mercurius in 2010 opgezegd. Deze opzegging zal in beginsel effect hebben per einde 2012.Gelijktijdig zet de AFM zich ervoor in om te zorgen dat eind 2012 een alternatief voorhanden is voor de uitvoering van de pensioenregelingen van de betrokken werkgevers in pensioenfonds Mercurius.Maatregelen AFMDe AFM heeft de afgelopen jaren een boekhoudkundige voorziening op haar balans opgebouwd om - binnen zekere grenzen - bij te dragen aan de bescherming van de pensioenaanspraken van haar medewerkers en oud-medewerkers.Hoewel de AFM een voorziening heeft getroffen, ziet zij zich genoodzaakt het initiatief te nemen tot aanpassing van haar pensioenregeling aan de huidige omstandigheden. De AFM zal over de invulling hiervan in overleg treden met haar werknemers. Gedacht wordt aan maatregelen op het gebied van beperking van nieuwe aanspraken en een grotere bijdrage van werknemers in de premie.De vijf leden van de Managementgroep van de AFM hebben daarop vooruitlopend het initiatief genomen tot aanpassing van hun pensioenregeling. In de eerste plaats wordt de opbouw van de eigen bijdrage in de pensioenpremie voortgezet totdat die 30% van de doorsneepremiekosten bedraagt. In de tweede plaats zullen vanaf 2014 de nieuwe ouderdomspensioenaanspraken niet meer ingaan met 65 jaar, maar met 67 jaar.Pensioenfonds MercuriusMercurius is het pensioenfonds van Euronext en vier andere werkgevers die uit de effectenbeurs zijn voortgekomen. Daartoe behoort ook de AFM. De voorganger van de AFM, de Stichting Toezicht Effectenverkeer (STE), kwam namelijk voort uit het controlebureau van de effectenbeurs. Terug naar  Inhoud Goedkope aandelen Bron: KBC Bank De recente ontwikkelingen in de Griekse tragedie en de houding van de hoofdrolspelers hebben aangetoond dat er na twee jaar van crisismanagement nog geen fundamentele oplossing voor de crisis van de Griekse overheidsfinanciën is. De bedreiging ervan voor het Europees financieel systeem lijkt wel weggenomen. Ook de economische data zijn aan de beterhand. Het risico van een nieuwe wereldwijde recessie is daardoor verder afgenomen. Voldoende redenen om de beleggingsportefeuille wat dynamischer in te vullen.De eurocrisis is afgeboektEen echte oplossing is er niet, maar Europa is er in de voorbije maanden wel in geslaagd het Griekse probleem te isoleren en te beletten dat een eventueel Grieks faillissement de hele eurozone zou ontwrichten. De aanpak van de trojka van de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank (ECB) en het Internationaal Muntfonds (IMF) heeft de risico’s voor de Europese economie in zijn geheel en voor de financiële sector in het bijzonder fors verkleind. Het besmettingsgevaar mag de voorbije weken dan wel sterk afgenomen zijn, helemaal verdwenen is het niet.Conjunctuurhemel klaart opEuropa stevent af op een aantal kwartalen van negatieve groei. De forse daling van de vertrouwensindicatoren is pas heel recent gestopt. Als er nauwelijks economische groei is, wordt het nog moeilijker om de begrotingsdoelstellingen voor 2012 en 2013 te halen. De gevolgen van de zwakke conjunctuur in Europa voor de wereldeconomie zijn evenwel beperkt. De economische omgeving in de eurozone verschilt sterk van die in de VS. In de voorbije maanden heerst er een opvallend conjunctuuroptimisme. De toename van de werkgelegenheid en het toenemende ondernemersvertrouwen suggereren dat de economie er uit de gevarenzone van een recessie komt:•    De toonaangevende ISM van de verwerkende nijverheid stijgt al vier maanden op rij. Ze staat nu op 54,1, ver buiten de gevarenzone van een recessie. Ook de Amerikaanse consument toonde zich in de voorbije maanden in toenemende mate optimistisch. Niet toevallig valt de ontwikkeling van de conjunctuurbarometers samen met de ontwikkeling van de inflatie;•    In de voorbije vijf maanden kwamen er per maand gemiddeld 185 000 nieuwe banen bij. De werkloosheidsgraad is gedaald van 9,1% begin 2011 tot 8,3% in januari 2012. In dit verkiezingsjaar zal president Obama er alles aan doen om de jobgroei boven de 200 000 per maand te houden.De kracht van desinflatieDe verwachte daling van de inflatie kan de economische groei aanzwengelen. In 2011 was de inflatie fors opgelopen onder druk van stijgende olie-, voedings- en grondstoffenprijzen. Die prijzen piekten al in het voorjaar van 2011. Sinds het najaar vertaalt zich dat nu ook in een afkoeling van de inflatie. Het jaar 2012 kan dus teruggeven wat 2011 ontnomen heeft: koopkracht voor de gezinnen, zuurstof voor de economie.De olie- en grondstoffenprijzen spelen een belangrijke rol in het inflatiescenario. Er is altijd wel iets dat de oliemarkt verstoort. Vandaag zijn dat vooral de nucleaire ambities van Iran. Als de olieprijs rond het huidige niveau blijft, daalt de inflatie in Europa tot ongeveer +1,4% tegen het einde van 2012. Als de olieprijs tot 100 dollar per vat terugvalt, daalt de inflatie pijlsnel naar 0%. Alleen als de olieprijs tot 135 dollar stijgt, blijft de inflatie rond 3% schommelen.Bedrijfsresultaten: positieve verrassingen krijgen de bovenhandOver het vierde kwartaal van 2011 hebben Amerikaanse beursgenoteerde ondernemingen (S&P 500) een gemiddeld 3,5% hogere winst gerapporteerd. Minder spectaculair dan in de voorgaande kwartalen, maar nog altijd een puik resultaat. In de VS liggen de bedrijfswinsten al 7% hoger dan het vorige historische record. De bedrijven uit de MSCI Europe publiceerden daarentegen een 6,5% lagere winst dan in het kwartaal voordien. De explosieve winsten in de voorbije kwartalen hebben de kasposities van de bedrijven verder aangedikt. Tijdens de voorbije crisisjaren hebben veel bedrijven hun investeringen sterk teruggeschroefd, maar we geloven dat een inhaalbeweging op gang kan komen. Het kwam nog niet echt tot uiting in de bbp-groeicijfers of de werkgelegenheidstatistieken, maar de Amerikaanse industrie liet in de voorbije maanden een krachtig herstel zien. Sinds het dieptepunt in mei 2009 (67,3%) is de capaciteitsbezettingsgraad al gestegen tot 78,1 in januari (ter vergelijking: het vorige hoogtepunt lag op 81,3%).Waardering als bufferDe totale winstmassa van de Amerikaanse bedrijven (S&P 500) ligt vandaag meer dan 7% hoger dan het vorige record uit het tweede kwartaal van 2007. De aandelenkoersen liggen evenwel nog 14% lager. Dat is de essentie van de goedkope waardering van aandelen. Terug naar  Inhoud Schaarste kwalitatief goed onderpand onwaarschijnlijk Bron: DNB De financiële crisis heeft marktpartijen en autoriteiten alerter gemaakt op de risico’s die met financiële activiteiten samen gaan. Om die risico’s te beheersen wordt er vaker dan vroeger om kwalitatief goed onderpand gevraagd. Sommige marktpartijen vrezen dat dit binnenkort schaars wordt. Onderzoek door DNB laat zien dat er in het eurogebied momenteel nog ruim voldoende goed onderpand voorhanden is maar dat de druk hierop wel toeneemt. De vraag naar kwalitatief goed onderpand is in de laatste jaren flink toegenomen en neemt naar verwachting verder toe. Banken die geld willen lenen moeten sinds de financiële crisis vaker onderpand als zekerheidsstelling bieden. Door het faillissement van Lehman Brothers in 2008 heeft namelijk het onderlinge vertrouwen tussen banken een flinke knauw gekregen waardoor zij nu veel minder bereid zijn om andere banken ongedekt geld uit te lenen. Daarnaast zijn banken over een paar jaar gebonden aan nieuwe Bazelse liquiditeitsstandaarden waardoor zij meer hoogliquide financiële activa, die als onderpand dienst kunnen doen, 'onbelast' op hun balans moeten aanhouden. En ook op de derivatenmarkt zullen banken binnenkort meer onderpand nodig hebben gezien de verschillende initiatieven van autoriteiten om die markt veiliger te maken.  In hoeverre ook het aanbod van kwalitatief goed onderpand zal toenemen is niet op voorhand duidelijk. Aan de ene kant zijn in veel eurolanden de overheidstekorten door de crisis flink opgelopen, waardoor nieuw overheidspapier moest worden uitgegeven dat nu als onderpand dienst kan doen. Aan de andere kant hebben sommige eurolanden nu zulke hoge schulden dat de markt het overheidspapier uit die landen niet meer als hoogwaardig onderpand beschouwt. Omdat de vraag naar kwalitatief goed onderpand toeneemt en onzeker is hoe het aanbod ervan zich ontwikkelt, vrezen sommige marktpartijen dat kwalitatief goed onderpand schaars wordt. In een recente DNB Occasional Study 'Is Collateral Becoming Scarce?' door Anouk Levels en Jeannette Capel wordt onderzocht of deze vrees terecht is. Het onderzoek concludeert dat kwalitatief goed onderpand schaarser zal worden, maar dat schaarste in absolute zin niet waarschijnlijk is.  Omdat verschillende onderpandvragers elk hun eigen praktische invulling geven aan het begrip 'kwalitatief goed onderpand' en deze invulling ook door de tijd heen verandert, is gekozen voor een pragmatische definitie: de hoogste kwaliteit onderpand zijn de activa die alle relevante partijen in het eurogebied zonder hoeveelheidslimiet als onderpand of hoogste kwaliteit liquide activa accepteren. De op één na hoogste ('quasi') hoogste kwaliteit onderpand bestaat uit activa die wel onder de hoogste kwaliteit liquide activa van  Bazel III vallen maar waarvoor een hoeveelheidslimiet geldt. Vervolgens is berekend hoeveel er nu van de (quasi) hoogste kwaliteit onderpand in eurogebied beschikbaar is en hoeveel extra er – door nieuwe uitgifte van staatsobligaties en covered bonds – tot eind 2012 bij komt. Vervolgens zijn er schattingen gemaakt hoeveel hoogste kwaliteit onderpand er eind 2010 nodig was (op repo-markten, voor monetaire transacties en de handel in derivaten) en wat er tot eind 2012 nog aan vraag bijkomt (door verdere ontwikkeling van de repo-markt, Bazel III en nieuwe regelgeving rond derivaten).Uitgaande van de gemaakte veronderstellingen, kan worden aangetoond dat het zeer plausibel is dat de druk op de bestaande hoeveelheid onderpand toeneemt.  Een ruwe schatting is dat door de drie bovengenoemde vraagverhogende factoren de vraag naar onderpand met EUR 1800 miljard toeneemt terwijl het aanbod van kwalitatief goed onderpand met slechts EUR 700 of 900 miljard euro stijgt, afhankelijk of alleen de hoogste kwaliteit of ook de quasi-hoogste kwaliteit onderpand in beschouwing wordt genomen (zie Grafiek 1). Ruwe schattingen laten ook zien dat eind 2012 de totale vraag van banken naar onderpand (geschat op EUR 4500 miljard euro) ruim zal achterblijven bij het totale aanbod (EUR 9800 miljard euro). Dit laatste betekent dat er geen aanwijzingen zijn voor absolute onderpandschaarste.Individuele instellingen kunnen wel een tekort aan onderpand ervaren. Zij kunnen hierop inspelen door hun risico’s terug te dringen (waardoor ze minder onderpand nodig hebben) en meer activa aan te trekken die als onderpand dienst kunnen doen of hun bestaande hoeveelheid onderpand efficiënter trachten te gebruiken.Ook hebben er door de crisis in Europa verschillende downgrades plaatsgevonden, waardoor marktpartijen minder genegen zijn activa uit de betrokken landen als onderpand te accepteren. Op dit moment voldoet echter het meeste overheidspapier nog ruim aan de definitie van 'kwalitatief goed onderpand'. Kortom vooralsnog lijkt er in het eurogebied nog ruim voldoende goed onderpand voorhanden maar de druk kan voor bepaalde financiële instellingen wel toenemen.ref: Is Collateral Becoming Scarce? Evidence for the euro area.  DNB Occasional Studies  door Anouk Levels and Jeannette Capel  Klik hier om deze studie te downloaden Terug naar  InhoudWisselmarkten: welke veerkracht voor de euro? Bron: Dexia De euro biedt bijzonder goed weerstand tegenover de meeste munten en dus ook de VS dollar. De schommelingen rond 1,30 US dollar blijken te wijzen op een bodemvorming.Het Europees intergouvernementeel pact voor meer economisch cohesie en budgettaire discipline, gekoppeld aan steun voor KMO’s en bestrijding van de jeugdwerkloosheid is een mijlpaal voor de versteviging van de eurozone. Zo ook de oprichting van het Europees Stabiliteits Mechanisme waardoor financiële stabiliteit beter kan gerealiseerd worden gezien de ruime bevoegdheden van deze nieuwe internationale financiële organisatie. Daarnaast is er de moedige politiek die Italië, Spanje, Portugal en zelfs Griekenland ten toon spreiden om hun economie structureel bij te sturen. De vrijmaking van de tweede reddingsboei (130 miljard euro) voor Griekenland biedt uitzicht op een duurzame aanpak van de Europese schuldencrisis. Met dank aan de ECB die de financiële sector aan zeer voordelige voorwaarden alle liquiditeiten verschaft die nodig zijn en dat einde februari nog eens zal overdoen, telkens voor een periode van 3 jaar. Aldus kan de gevreesde recessie waarschijnlijk omgebogen worden tot een zachte landing. Want het monetaire beleid blijft zeer soepel en een eventuele verdere daling van de basisrente door de ECB mag geenszins worden uitgesloten, zeker als de inflatie verder zou dalen. Dit is echter nog geen verworvenheid omdat de grondstoffenprijzen hun inzinking gestopt zijn ingevolge ondermeer de betere economische ontwikkeling in de VS en de spanningen met Iran.De Amerikaanse dollar levert terrein in omdat de rol van vluchtheuvelmunt iets minder in de verf komt te staan door de Europese ontwikkelingen. Ook van de FED moet de Amerikaanse dollar geen steun verwachten omdat de basisrente tot 2014 is bevroren. De Amerikaanse economie mag dan wel positief uit de hoek komen, de Amerikaanse begrotingstekorten dalen geenszins. Voor de presidentsverkiezingen moet er geen doorbraak in het saneringsbeleid worden verwacht.Ondertussen proberen de Japanse regering en de centrale bank bijna wanhopig om de opmars van de yen tegenover de Amerikaanse dollar een halt toe te roepen. Wisselkoersinterventies leverden niets op zodat de yen zijn hoogste peil tegenover de Amerikaanse dollar bereikte sinds 1971 toen die wisselmarkten een punt zetten achter het Bretton Woods systeem. Het nieuwe relancepakket om de economie wat aan te zwengelen, zal waarschijnlijk de opmars van de yen niet kunnen stoppen, hooguit afremmen.De euro moet in staat zijn om zijn positie min of meer te consolideren rond 1,30 Amerikaanse dollar. Terreinverlies zou er zijn moest de ECB haar rentebeleid versneld versoepelen om de economie wat ter hulp te snellen. Ook een plotse en gedurfde wijziging in het Amerikaanse begrotingsbeleid tijdens een verkiezingsjaar zou de euro kunnen verzwakken. Natuurlijk loert er ook gevaar bij politieke aarzeling om de recente beslissingen ter versterking van de eurozone met vertraging te implementeren. Deze negatieve risico’s mogen geenszins verdoezeld worden, maar voorlopig overheerst toch de terugkeer van het vertrouwen in de goede afloop van de schuldencrisis en dus het behoud van de eurozone.  Terug naar  Inhoud 103 Fondsen gaan mogelijk korten op pensioenen Bron: DNB 103 pensioenfondsen hebben in hun rapportage aan de Nederlandsche Bank (DNB) aangegeven te moeten korten op de pensioenen. Deze voorgenomen korting is noodzakelijk om eind 2013 voldoende hersteld te zijn.Korten ultieme maatregel298 fondsen hebben begin februari in de evaluatie van hun herstelplannen aan DNB gerapporteerd of er nog steeds sprake is van een concreet en haalbaar herstelplan, waardoor het minimaal vereist eigen vermogen (MVEV) en het vereist eigen vermogen (VEV) binnen de wettelijk gestelde termijnen (respectievelijk binnen 5 en 15 jaren) worden bereikt. Toetsmoment daarbij was de financiële situatie van het fonds per 31 december 2011. Indien het herstelplan niet meer haalbaar is, dienen pensioenfondsen aanvullende maatregelen te nemen. Bijvoorbeeld, premieverhoging, bijstorting,een achtergestelde lening, of als uiterste maatregel, korten van pensioenenaanspraken en -uitkeringen.117 fondsen hebben aangegeven in enige vorm aanvullende maatregelen te moeten nemen. Dit is in lijn met eerdere schattingen van DNB (ongeveer 125 pensioenfondsen). Korten in cijfers103 van de 117 fondsen hebben aangegeven over te moeten gaan tot een kortingsmaatregel. Dit raakt in totaal circa 7,5 miljoen actieve deelnemers, gepensioneerden en zogenoemde slapers. (NB: pensioendeelnemers die van werkgever zijn gewisseld en niet aan waardeoverdracht hebben gedaan, kunnen meerdere keren zijn meegeteld). De totale pensioenverplichtingen van deze fondsen bedraagt ongeveer 390 miljard. De gewogen gemiddelde korting die fondsen hebben opgenomen in hun evaluatie bedraagt 2,3 procent. 34 fondsen hebben aangegeven meer dan 7% te korten; hiervan willen15 fondsen van de mogelijkheid gebruik maken de korting te maximeren op 7%.Voor de meeste fondsen geldt dat korten pas op 1 april 2013 aan de orde is. Een definitief besluit hierover wordt door de fondsen genomen op basis van de financiële positie per ultimo 2012. Op deze wijze wordt voorkomen dat de noodzaak van een korting wordt gebaseerd op één meetmoment. De Pensioenwet schrijft voor dat de fondsen te zijner tijd betrokkenen informeren uiterlijk één maand voordat de korting ingaat.Een aantal fondsen kort per 1 april 20128 fondsen voeren, al dan niet in combinatie met een voorgenomen korting in 2013, al per 1 april 2012 a.s. een korting door. Het gaat hier om fondsen die verleden jaar al een voorwaardelijke korting hebben aangekondigd en/of fondsen die ervoor kiezen om een korting eerder door te voeren. Dit betreft 17000 actieve deelnemers, 9000 gepensioneerden en 33000 zogenoemde slapers. De totale pensioenverplichtingen van deze fondsen bedraagt 2,9 miljard. De gewogen gemiddelde korting die deze 8 fondsen willen doorvoeren, is 6,8%.Namen van kortingsfondsen - Lijst PensioenfederatieAfgesproken is dat pensioenfondsen met een voorgenomen korting zich op vrijwillige basis bij de Pensioenfederatie melden. Op basis van het huidige wettelijke kader kan DNB immers zelf de namen van de fondsen niet bekend maken. De namen van de fondsen die hebben aangegeven tot een (voorwaardelijke) korting te besluiten, worden door de Pensioenfederatie bekendgemaakt.Beoordeling evaluatie herstelplannen door DNB gestartDNB gaat de komende maanden de evaluaties van de herstelplannen beoordelen. Dit betekent dat de ingediende evaluaties eerst worden getoetst op volledigheid. Vervolgens vraagt DNB waar nodig herrapportages op en wordt een inhoudelijke beoordeling van de ingediende evaluaties uitgevoerd. Bij de beoordeling van de ingediende evaluaties wordt enerzijds sectorbreed naar een aantal speerpunten gekeken zoals de gehanteerde premies en rendementen. Anderzijds vindt ook specifieke analyse op de ingediende evaluaties plaats, waarbij ook nadrukkelijk individuele fondskarakteristieken en risicoprofielen worden meegenomen in de afweging. DNB zal uiterlijk in de loop van mei 2012 haar oordeel over de ingediende evaluaties schriftelijk aan de fondsen overbrengen. Bij de fondsen die per 1 april 2012 een korting doorvoeren kijkt DNB bij de verdeling van de korting of het pensioenfonds een evenwichtige belangenafweging heeft gemaakt. Bij de andere fondsen gebeurt dit wanneer een voorgenomen korting ook daadwerkelijk moet worden doorgevoerd, per 1 april 2013. Terug naar  Inhoud Wilt u deelnemen aan de Regiogroep Overijssel en Flevoland ? Bron: Redactie Beleggen is een leuke hobby, maar er zijn ook risico's aan verbonden. Kennis en vaardigheid zijn noodzakelijke voorwaarden voor duurzaam succes. Door bijeen te komen kunnen we van elkaar leren. Daarnaast is bijeenkomen met gelijkgestemden een belangrijk ingrediënt voor gezelligheid.  Binnen de regio Overijssel/ Flevoland zijn wij op zoek naar (beginnende) beleggers die deel willen nemen aan regionale bijeenkomsten. De groep is nog niet gestart. De bijeenkomsten zullen waarschijnlijk in de omgeving van Zwolle plaatshebben. De leden van de groep bepalen wat er tijdens de bijeenkomsten wordt behandeld. Hierbij denken wij aan algemene thema’s (bijv. beleggingsmethodieken) en specifiek productgebruik (bijvoorbeeld beleggingspakketten). Interesse om deel te nemen aan de regiogroep Overijssel/Flevoland, laat het ons dan per mail weten?Terug naar  InhoudZet vast in uw agenda:  HCC Beleggen Symposium 28 april 2012 te Culemborg Actief beleggen met aandelen en derivatenInschrijven vanaf 1 maartKlik hierDe toegang is voor leden van HCC Beleggen gratis, niet-leden betalen bij binnenkomst een bijdrage in de administratiekosten van 15 euro. Zij kunnen ook lid worden van de HCC Beleggen waardoor de toegang gratis is. Terug naar  InhoudAgenda Bron: HCC Beleggen redactie maart 2012 maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag 27 28 29 1 Belangstellingsgroep Daytraden 2 Expiratie AX1 opties 5 rendabel en veilig beleggen,   landbouwaandelen fundamenteel, Alternatieven voor sparen,  Verdienen met trading,  Traden, hoe te beginnen?,  VEB Cursus Opties 6 De economie in 2012 en nadien,  Precision Lifestyle Trading, Kennismaking Zelf Beleggen,  De gouden 6 van: Royce Tostram 7 CFD : traden op goud, zilver,  VEB Cursus Opties,  Webinar Op zoek naar rendement 8 Introductiecursus CFD's 9 Expiratie AX2 opties 12 Portefeuillemanagement voor tr,  Opties op Forex,  VEB Cursus Opties 13 Improve Your Trading with TWP,  Turbo's: beleggen met fundamen,  Instrument van de maand: Marke 14 Risicobeheer bij CFD's,  VEB Cursus Opties,  Vermogensbeheer en Turbo's 15 Tips voor fondsbeleggen in de,  Fondsmanager aan Tafel: Vastgo,  Optiecursus van NYSE Liffe 16 19 Computerbeleggersgroep -ZH,  money management en position s,  Fundamentele analyse,  Futures : Introductiecursus,  VEB Cursus Opties 20 Trade With Precision TWP,  Beginnen met beleggen,  Webinar: Bakker's Bull / Bear 21 Swingtraden met de center of g,  VEB Cursus Opties 22 Optiecursus van NYSE Liffe,  Introductiecursus CFD's 23 Expiratie AX4 opties 26 Facebook en Yelp: kopen of afb,  VEB Cursus Opties 27 Precision Lifestyle Trading,  Turbo Thema: valuta en Turbo's 28 29 VEB cursus Trackers 30 Expiratie AX5 opties « feb 2012 apr 2012 » De HCC Beleggen Kalender op onze website en  deze Agenda zijn inmiddels een begrip onder beleggers in Nederland en België geworden. Voor veel andere sites zijn wij de de facto bron van informatie.Toch zijn nog niet alle events in onze Agenda opgenomen. Daarom willen we ook aanbieders van seminars, cursussen en beleggersbijeenkomsten in de gelegenheid stellen, zelf hun events aan te kondigen, zowel op ons forum als in onze nieuwsbrieven. Plaatsing van (vrij toegangkelijke) educatieve bijeenkomsten zijn kostenloos.(Bijeenkomsten met een educatief karakter welke niet gratis toegankelijk zijn danwel bijeenkomsten met een niet uitsluitend educatief karakter kunnen onder voorwaarden ook in onze agenda opgenomen worden. Wilt u meer weten neemt u dan even contact  op met de redactie) Terug naar  Inhoud| HCC beleggen Website | HCC beleggen Vacatures | Adverteren | Forum | Downloads  Disclaimer: Deze publicatie komt tot stand op de redactie van beleggersonline.nl de website van de HCC IG Beleggen. Noch de mate waarin de berichten, voorgestelde scenario’s, risico’s en voorspellingen de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De voorspellingen zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies. De schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur van de HCC IG Beleggen en/of de Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet aansprakelijk voor eventuele verliezen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren, behaalde resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de toekomst.

12 maart 2012

...

Nieuwsbrief20120201

inhoud:    HCC Beleggen Nieuwsbrief 20120201 Gooi Duitsland eruit en red de euro Nederlanders realistischer over pensioen AFM: Leidraad voor Aandeelhouders Banken uit opkomende landen winnen terrein Economische neergang zal ook opkomend Azië raken Wil de echte risicovrije rente opstaan? Zet alvast in uw agenda: 28 april 2012 Agenda Gooi Duitsland eruit en red de euro Bron: Presseurop  Door op bezuinigingen aan te dringen en tegelijkertijd een grotere rol voor de Europese Centrale Bank en meer wederzijdse hulp qua staatsschulden af te wijzen is Duitsland eerder een hinderpaal dan een steun voor de euro, betoogt Anatole Kaletsky in The Times. De wereld heeft met afgrijzen en fascinatie toegekeken hoe onderzoekers de oorzaak van een vermijdbare scheepsramp in Italië probeerden te achterhalen. Intussen wordt de oorzaak van een veel grotere ramp steeds helderder. Nu Griekenland zich in de richting van een staatsbankroet beweegt, Frankrijk, Italië en Spanje met afwaarderingen van hun kredietstatus kampen, en de onderhandelingen over het vorige maand afgesproken begrotingsverdrag in een impasse zijn beland, dreigt de euro op de klippen te lopen. Het wordt steeds duidelijker wat de drijvende kracht achter deze ontwikkelingen is. De werkelijke oorzaak van de rampspoed rond de euro is niet Frankrijk, Italië of Griekenland, maar Duitsland. Het fundamentele probleem is niet gelegen in de efficiëntie van de Duitse economie, hoewel die wél heeft bijgedragen aan de toenemende economische verschillen tussen de lidstaten van de eurozone. Het echte probleem is het gedrag van de politici en centrale bankiers van Duitsland. Duitsland was verantwoordelijk voor alle ondoordachte acties De Duitse regering heeft voortdurend de beleidsdaden afgewezen die de eurocrisis onder controle hadden kunnen brengen, zoals collectieve Europese garanties voor de staatsschulden en grootschalig ingrijpen door de Europese Centrale Bank. Alsof dat nog niet erg genoeg was, is Duitsland verantwoordelijk geweest voor alle ondoordachte handelingen van de eurozone, uiteenlopend van de rare renteverhoging door de ECB van afgelopen jaar tot de buitensporige eisen op het gebied van bezuinigingen en bankverliezen die in Griekenland nu tot een chaotisch staatsbankroet dreigen te leiden. Mario Monti, de door Duitsland benoemde premier van Italië, was heel expliciet. Hij heeft gewaarschuwd dat Duitsland te maken zou krijgen met een 'krachtige reactie' als het land zou volharden in zijn verzet tegen maatregelen die de financiële druk op andere lidstaten van de eurozone zouden kunnen verlichten, zoals de uitgifte van gezamenlijk gewaarborgde euro-obligaties. Intussen zijn veel leidende economen, vroegere centrale bankiers en leiders uit het Duitse bedrijfsleven artikelen gaan schrijven, waarin wordt gepleit voor een vertrek uit de euro op grond van het feit dat het Duitse beleid onverenigbaar zou zijn met dat van andere lidstaten. Duitsland is eigenlijk de vreemde eend in de eurozone   De Britse journalist Anatole Kaletsky (geboren 1 juni 1952 te Moscow) heeft wiskunde (Cambridge) en economie (Harvard) gestudeerd en is senior economisch redacteur bij de Britse krant The Times. Hij schrijft regelmatig columns over economie, politiek en financiële markten. Het nakende inzicht dat Duitsland eigenlijk de vreemde eend in de eurozone is maakt het makkelijker de verbijsterende wendingen van de eurocrisis te begrijpen, en de manier waarop die crisis zou kunnen aflopen. Zoals eurosceptici al vanaf het begin van de jaren negentig hebben betoogd zijn er uiteindelijk slechts twee mogelijke uitkomsten voor het project met de eenheidsmunt. De euro zal desintegreren, of de eurozone zal veranderen in een regelrechte begrotingsunie en politieke federatie. Deze dichotomie wordt nu alom erkend. De vraag is echter wat precies wordt bedoeld met een "begrotingsunie". Hier dringen we door tot de grondoorzaken van de Duitse verantwoordelijkheid voor de huidige crisis. Als de euro wil overleven, zal aan drie voorwaarden moeten worden voldaan. De eerste, de voorwaarde waar Duitsland op stáát, is begrotingsdiscipline, die slechts kan worden afgedwongen door middel van gecentraliseerd toezicht van de Europese Unie op het belasting- en bestedingsbeleid van nationale overheden. De tweede voorwaarde is een aanzienlijk mate van collectieve Europese verantwoordelijkheid voor staatsschulden en bankgaranties. Deze wederzijdse steun vloeit logischerwijs voort uit de stichting van een begrotingsunie, zoals Mario Monti heeft duidelijk gemaakt. Maar het is een quid pro quo waar de Duitsers tot nu toe niet eens over willen praten. In geavanceerde economieën bieden centrale banken steun voor staatsschuld De derde voorwaarde is steun voor de begrotingsunie van de ECB, vergelijkbaar met de monetaire steun voor de staatsschuld die de centrale banken in de Verenigde Staten, Groot-Brittannië, Japan, Zwitserland en alle andere geavanceerde economieën bieden. Dankzij deze steun van de centrale banken voor hun staatsobligatiemarkten kunnen de Verenigde Staten, Groot-Brittannië en Japan veel grotere begrotingstekorten financieren dan Frankrijk of Italië, zonder zich serieus zorgen te hoeven maken over een mogelijke afwaardering van hun kredietstatus. Het fundamentele probleem voor de eurozone is dat Duitsland zich uitsluitend op de eerstgenoemde voorwaarde richt. Het land dwingt andere regeringen steeds draconischer en onrealistischer bezuinigingsdoelstellingen te aanvaarden, terwijl het zelf weigert het quid pro quo van collectieve schuldengaranties en ingrijpen door de centrale bank te bespreken. Door de Duitse onbuigzaamheid in deze twee kwesties is het nieuwe euroverdrag waarover vorige maand overeenstemming zou moeten zijn bereikt als een krukje met drie poten, dat op één poot staat te balanceren. Betekent dit dat het zeker is dat de euro gaat desintegreren? Niet per se, en wel om twee tegengestelde redenen. De optimistische mogelijkheid is dat het nutteloze "begrotingspact" van vorige maand slechts een afleidingsmanoeuvre was om Angela Merkel in staat te stellen Duitse politici en de publieke opinie voor te bereiden op de compromissen die in het verschiet liggen over gezamenlijke schuldgaranties en een Angelsaksisch-achtig ingrijpen van de ECB op de markt. De vraag is of de eurozone-partners het zelfvertrouwen hebben Het pessimistische alternatief is dat Duitsland werkelijk vastbesloten is de monetaire versoepeling te dwarsbomen die nodig is om de euro een overlevingskans te geven. Als dat het geval is zullen de overige lidstaten van de eurozone binnenkort voor een historische keuze komen te staan. Laten ze de euro vallen? Of gooien ze Duitsland eruit, eenvoudigweg door het land te verzoeken te vertrekken, of – waarschijnlijker – door onderling een monetaire en begrotingsstrategie af te spreken die Duitsland zou provoceren om op te stappen? Frankrijk, Italië, Spanje en hun eurozone-partners hebben de middelen om de euro te redden, en kunnen daarbij ook nog eens aan de economische hegemonie van Duitsland ontsnappen. De enige vraag is of ze het zelfvertrouwen hebben en de economische overeenstemming kunnen bereiken om zich tegen Duitsland te verenigen. Hoe dan ook is de tijd gekomen dat de Europese leiders moeten ophouden de schuld voor de eurocrisis aan de wereldeconomie, de banken of de "spilzucht van voorgaande regeringen" te wijten. Zoals Shakespeare schreef: "De fout, mijn dierbare Brutus, ligt niet in de sterren Maar in onszelf, want wij kunnen onze eigen keuzes maken". Vertaald uit het Engels door Menno Grootveld Terug naar  Inhoud Nederlanders realistischer over pensioen Bron: AFM Verwachtingen over het pensioen van deelnemers worden langzaam aan realistischer. Bijna een op de drie mensen denkt minder dan 70% van het laatstverdiende loon te krijgen bij pensionering. Dat is een ruime verdubbeling. Wel denkt nog steeds een meerderheid 70% of meer te gaan ontvangen bij hun pensioen. Dit blijkt uit recent consumentenonderzoek van de AFM. Consumenten waarderen initiatieven om pensioenoverzicht en inzicht te verhogen. Zo vindt men de website www.mijnpensioenoverzicht.nl begrijpelijk en geeft deze site bezoekers meer inzicht in hun pensioen. Verder is bijna tweederde enthousiast over een pensioenbijsluiter zoals de AFM die voorstelt. Verwachtingskloof wordt kleiner In januari 2010 publiceerde de AFM het rapport “Geef Nederlanders pensioeninzicht”. Uit dat onderzoek bleek dat het werkelijk pensioen voor de meeste mensen waarschijnlijk lager ligt dan 70% van het laatstverdiende brutosalaris. In 2009 had slechts één op de tien Nederlanders deze realistische inschatting van de hoogte van zijn pensioen. Uit de AFM Consumentenmonitor van najaar 2011 blijkt dat nu bijna drie op de tien (27%) denkt minder dan 70% van het laatste loon te krijgen bij pensionering. Wel denkt nog steeds een meerderheid 70% of meer te gaan ontvangen bij hun pensioen. Steeds meer mensen zijn zich ervan bewust dat pensioen niet waardevast is. In het voorjaar van 2011 dacht nog 42% dat zijn pensioen meestijgt met prijsstijgingen. In het najaar van 2011 is dit gedaald naar 18%. Toch maakt slechts een beperkt aantal mensen (15%) zich zorgen over zijn of haar pensioen. Meest gevraagde uitbreiding www.mijnpensioenoverzicht.nl gerealiseerd Op 6 januari 2012 bestaat www.mijnpensioenoverzicht.nl één jaar. Bijna drie miljoen mensen hebben het afgelopen jaar op deze site hun AOW en werknemerspensioen geraadpleegd. Bezoekers van www.mijnpensioenoverzicht.nl vinden dat de site begrijpelijk is en inzicht geeft in opgebouwd en te bereiken pensioen. Eén van de meest gevraagde uitbreidingen, de hoogte van het netto pensioen, is in november 2011 gerealiseerd. De AFM vindt het succes van de site een goede zaak en blijft pensioenuitvoerders oproepen www.mijnpensioenoverzicht.nl verder door te ontwikkelen tot een individueel pensioendashboard. Mijnpensioenoverzicht.nl wordt verzorgd door de Stichting Pensioenregister. De Stichting Pensioenregister is een samenwerkingsverband tussen de Sociale Verzekeringsbank en alle pensioenuitvoerders (pensioenfondsen en pensioenverzekeraars) in Nederland. Op mijnpensioenoverzicht.nl kunt u zien bij welke pensioenuitvoerders u pensioen hebt opgebouwd en wat de hoogte daarvan is. Mijnpensioenoverzicht.nl verzamelt uw pensioengegevens bij de Sociale Verzekeringsbank en de pensioenuitvoerders zodat u een helder en eenvoudig overzicht hebt. Het inloggen via DigiD waarborgt uw privacy. Na de succesvolle lancering zijn in het afgelopen halfjaar de naamsbekendheid (eenderde kent de site niet) en gebruik (een kwart heeft wel eens ingelogd) van het pensioenregister niet verder toegenomen. Wel won de website prijzen voor klantcommunicatie en IT architectuur. De AFM houdt toezicht op het pensioenregister. Uit het Self Assessment pensioenuitvoerders 2011 van de AFM blijkt de overgrote meerderheid van de pensioenuitvoerders aangesloten te zijn bij www.mijnpensioenoverzicht.nl . Pensioenbijsluiter is goed idee In haar Visiedocument pensioenuitvoering pleit de AFM voor een pensioenbijsluiter: een document dat op hoofdlijnen inzicht geeft in de kwaliteit van een pensioenregeling en algemene informatie bevat over de belangrijkste elementen van een pensioenregeling. Met deze pensioenbijsluiter is een deelnemer in staat om pensioenregelingen eenvoudig met elkaar te vergelijken en kan hij deze informatie mee nemen in een arbeidsvoorwaardengesprek. Na deze uitleg zegt 63% van consumenten een pensioenbijsluiter een goed idee te vinden, slechts 3% vindt van niet. Bijna de helft (45%) zegt een pensioenbijsluiter te gaan gebruiken en ook dat het gaat helpen bij de beslissing over waardeoverdracht bij een het wisselen van baan. Terug naar  Inhoud AFM publiceert Leidraad voor Aandeelhouders: Bron: AFM Op 1 januari 2012 zijn de huidige geldende regels voor het melden van stemmen, kapitaal, zeggenschap en kapitaalbelang in uitgevende instellingen uitgebreid. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft derhalve in januari 2012  de "Leidraad voor Aandeelhouders" gepubliceerd. Deze vervangt de Voorlichtingsbrochure voor Aandeelhouders. De regels zijn beschreven in Hoofdstuk 5.3 Wet op het financieel toezicht en het Besluit melding zeggenschap en kapitaalbelang in uitgevende instellingen. De uitbreiding houdt verband met de inwerkintreding van het wetsvoorstel in verband met de introductie van een meldingsplicht voor bepaalde cash settled instrumenten. De AFM wijst op de initiële meldingsplicht in verband met de inwerkingtreding van het wetsvoorstel. naar de leidraad voor Aandeelhouders Deze leidraad is opgesteld met als doel een algemeen beeld te geven van de regels die gelden ten aanzien van de Wft. Ook verwijst de leidraad naar relevante (juridische) documenten en overige informatiebronnen. Deze leidraad heeft een informatief doel. Aan de leidraad kunnen geen rechten worden ontleend. U dient zich dan ook niet alleen te baseren op deze leidraad. Indien de tekst van de leidraad afwijkt van de tekst en toelichting van de wet en het Besluit dan prevaleren de wet en het Besluit. Deze leidraad ziet op de verplichtingen onder de Wft voor aandeelhouders en op de taken, bevoegdheden en handhavingsmogelijkheden van de AFM. De verplichtingen voor uitgevende instellingen en bestuurders en commissarissen zijn beschreven in een aparte leidraad. Terug naar  Inhoud Banken uit opkomende landen winnen terrein Bron: DNB Banken uit opkomende landen groeien en slaan hun vleugels uit: niet zozeer naar onze Zuidas, maar vooral in de eigen regio. Want daar zijn nog volop groeimogelijkheden. ICBC, de Chinese bank die begin 2011 de deuren opende van haar eerste Nederlandse kantoor aan het Amsterdamse Museumplein, is de grootste bank ter wereld (naar marktwaarde) met 240 miljoen particuliere en 40 miljoen zakelijke klanten. In de internationale top 25 van grote banken staan acht banken uit opkomende landen: naast ICBC zijn dat drie andere Chinese banken, drie Braziliaanse en een Russische bank. In 2010 waren de banken van opkomende landen bij elkaar genomen goed voor zo’n 30% van de winsten, een derde van de inkomsten en de helft van het totale TIER-1 kapitaal van alle banken wereldwijd. Groei De laatste tijd groeien banken uit opkomende landen steeds sneller dan hun collega’s uit de Westerse landen. De kredietcrisis veroorzaakte een orkaan in het Westen maar heeft minder impact gehad op de banken in opkomende landen. Dat is deels door de totaal andere verhouding tussen leningen en spaartegoeden: banken in opkomende landen hebben relatief weinig leningen uitstaan tegenover de hoeveelheid spaargeld. Dat heeft ze een boel ellende bespaard en omdat ze minder geraakt zijn door problemen op de internationale geldmarkten, kunnen ze nog steeds grif leningen verstrekken. Ook de overgang naar Bazel III is voor deze banken eenvoudiger. Ze hebben al zeer hoge kapitaalratio’s, hebben minder riskante assets en doen zeer beperkt aan investeringsbankieren. Tegelijkertijd ligt er thuis een enorme markt braak. Een groot deel van de bevolking in opkomende landen heeft nog geen toegang tot banken. Naarmate de welvaart toeneemt, zullen steeds meer mensen aankloppen bij een bank. Voeg daarbij dat de groeivooruitzichten voor deze landen een stuk rooskleuriger zijn dan die voor de rijke landen anno 2011. Dat alles wijst erop dat steeds meer banken uit opkomende landen zullen figureren in de hoogste regionen van de internationale ranglijsten. Vleugels uitslaan Maar betekent dit dat de Amsterdamse Zuidas over enkele jaren vol staat met Braziliaanse en Chinese banken? Dat valt te betwijfelen. Ten eerste zullen deze banken zich verplicht voelen om in te spelen op de groeiende kredietbehoeften van de eigen bevolking en dat laat minder kapitaal over voor buitenlandse expansie. Veel spaargeld staat bovendien geparkeerd bij slaperige staatsbanken die geen enkel animo tot expansie buiten de grenzen vertonen. Tot slot zullen toezichthouders paal en perk willen stellen aan buitenlandse avonturen van banken: de aanwending van spaargelden van de eigen bevolking voor de financiering van buitenlandse vestigingen stelt een bank immers bloot aan nieuwe risico’s. Aan de andere kant zijn veel van deze banken relatief goed gefinancierd en winstgevend. Daardoor kunnen ze gemakkelijker nieuwe investeringen doen én buffers opbouwen. Daarmee is hun positie fundamenteel anders dan die van banken uit rijke landen, die gedwongen of vrijwillig hun buitenlandse kantoren consolideren of verkopen. Voeg daarbij de expansiedrift van grote internationale concerns uit de opkomende landen: in hun kielzog zullen ook banken steeds vaker hun vleugels uitslaan over de grenzen. Alles bij elkaar genomen is dan ook de verwachting dat deze banken niet alleen in hun eigen land maar ook internationaal zullen groeien. Regio Toch zal deze expansie waarschijnlijk vooral beperkt blijven tot de eigen regio. Tot nog toe hebben banken uit opkomende landen voornamelijk geïnvesteerd in landen binnen hun eigen regio omdat winst gemakkelijker te behalen valt in een gelijksoortig land. Daarnaast valt er op dit moment in de rijke landen, met hun schuldencrisis en slechte economische vooruitzichten, weinig winst te behalen. Verscherpte regelgeving zal het ook lastig maken voor banken om hier een nevenkantoor te beginnen. Meer groeimogelijkheden liggen voor het grijpen in de direct omliggende landen – de opkomende economieën van vandaag en morgen. Terug naar  Inhoud Economische neergang zal ook opkomend Azië raken Bron: DNB  De toegenomen (regionale) integratie van opkomende Aziatische landen beschermt deze landen niet tegen een nieuwe recessie in de geïndustrialiseerde landen. Ondanks meer intra-Aziatische handel samenhangend met het opsplitsen van productieketens komt de finale vraag nog steeds voor een belangrijk deel uit de geïndustrialiseerde landen. De opkomende landen van Azië zijn de afgelopen decennia in toenemende mate geïntegreerd in de mondiale economie. Zo is hun aandeel in de mondiale bbp-groei ruimschoots verdubbeld in de afgelopen 30 jaar. Als onderdeel van dit integratieproces zijn ook de economische banden tussen opkomende Aziatische landen flink versterkt. Deze regionalisering komt onder andere tot uitdrukking in het toegenomen aandeel van intra-regionale Aziatische handel en het grotere aandeel van regionale beleggingen. De grotere rol van de opkomende landen in de wereldeconomie en vooral de toegenomen onderlinge integratie roept de vraag op of deze landen in staat zijn zich te ontkoppelen van een groeivertraging of van een nieuwe recessie in de geïndustrialiseerde landen. Vanuit een theoretisch perspectief kan de toegenomen integratie zowel tegen als voor ontkoppeling werken. Toegenomen handelsintegratie bijvoorbeeld leidt aan de ene kant tot meer spillovers in de vraag. Sterke groei in het ene land zal namelijk ook de vraag naar goederen in het andere land stimuleren. Dit bevordert de samenhang van conjunctuurcycli tussen landen en werkt dus tegen ontkoppeling. Maar meer integratie kan ook juist verdergaande specialisatie van productie in de hand werken, wat ontkoppeling zou kunnen bevorderen. Sector-specifieke schokken kunnen in dat geval bijvoorbeeld wel het ene (in die sector gespecialiseerde) land beïnvloeden, maar niet het andere land dat zich heeft toegelegd op een andere sector. Ook financiële integratie kan zowel tegen als voor ontkoppeling werken: enerzijds worden financiële spillovers vergroot, maar anderzijds zorgt een hogere mate van financiële integratie tot meer mogelijkheden om schokken op te vangen. Hoe gevoelig opkomende landen zijn voor een nieuwe recessie in de geïndustrialiseerde landen is uiteindelijk een empirische vraag. Om de samenhang tussen conjunctuurcycli empirisch te analyseren kijken we naar de ‘Euclidische afstand’ van de output gaps, waarbij de output gap de stand van de conjunctuur in een land meet en de Euclidische afstand de mate waarin de stand van de conjunctuur tussen twee landen verschilt. In Grafiek 1 staat de Euclidische afstand tussen de output gap van de VS en opkomend Azië. Wanneer er sprake zou zijn van ontkoppeling neemt de Euclidische afstand toe, terwijl een beweging richting nul betekent dat de conjunctuurcycli tussen beide regio’s juist meer synchroon verlopen. Op basis van deze maatstaf vinden we geen aanwijzing voor ontkoppeling van Aziatische opkomende landen met de Amerikaanse conjunctuur. Sterker nog, als er al sprake is van een tendens, dan is dit eerder in de richting van meer synchronisatie. Vanuit dit oogpunt is het niet verrassend dat in de nasleep van de financiële crisis de handel en economische groei van de Aziatische opkomende landen scherp terugviel. Wel opvallend is dat ook de intraregionale handel in Azië een scherpe krimp ondervond. Dit kan worden verklaard doordat een groot deel van de intraregionale handel in Azië uit intermediaire goederen bestaat, wat samenhangt met het geografisch opsplitsen van de productieketen (verticale specialisatie). Door deze verticale specialisatie heeft een terugval in de vraag naar finale goederen ook gevolgen voor de handelsstromen tussen de betrokken landen in de productieketen.  Grafiek 2 toont bijvoorbeeld dat de groei van de intra-Aziatische handel sterk samenhangt met de groei van de niet-olie import van de VS. Dit verband is vanaf dit millennium toegenomen, zelfs wanneer alleen de jaren voor de financiële crisis worden beschouwd. De intra-Aziatische handel wordt dus grotendeels gedreven door externe vraag en is hierdoor nog steeds gevoelig voor schokken afkomstig uit de VS. Deze dynamiek in de Aziatische handel is ook te vinden bij een onderscheid tussen de exporten naar andere landen binnen de regio en naar landen buiten de regio. Wanneer op deze manier rekening wordt gehouden met de handel in intermediaire goederen blijkt dat een groot deel van de Aziatische exporten uiteindelijk door de geïndustrialiseerde landen wordt geconsumeerd. Om daadwerkelijk te kunnen ontkoppelen van de economische ontwikkelingen in de geïndustrialiseerde landen, is het belangrijk dat de groei in de opkomende landen steeds meer door binnenlandse factoren wordt gedreven. Flexibele wisselkoersen, maar ook maatregelen gericht op het versterken van sociale vangnetten en verdere structurele hervormingen in deze landen kunnen hier een belangrijke bijdrage aan leveren. Terug naar  Inhoud Wil de echte risicovrije rente opstaan? Bron: Gijsbert de Lange en Geert-Jan Troost, 2012, www.mejudice.nl, 19 januari 2012. Het debat rondom ‘de risicovrije rente’ is binnen het Nederlandse pensioenstelsel actueler dan ooit. Recent hebben zowel de DNB als de banken hun waarderingsmethodes aangepast, met soms grote gevolgen voor de dekkingsgraden. Duidelijk is dat het concept ‘risicovrije rente’ cruciaal is en een revisie behoeft.  De financieel econometristen De Lange en Troost laten hun licht schijnen over de best toegesneden risicovrije rentemaatstaf voor pensioenfondsen. In financiële markten speelt het begrip ‘risicovrije rente’ een centrale rol. Derivaten worden geprijsd tegen de risicovrije rentecurve en pensioenverplichtingen worden ermee gewaardeerd. Maar welke curve is risicovrij? Voortschrijdend inzicht wijst van tijd tot tijd een andere risicovrije rentecurve aan. Lange tijd werden rendementen op staatsobligaties als risicovrij gezien, daarna vanaf eind jaren ’90 de rente op (gecollateraliseerde) LIBOR swaps en sinds de kredietcrisis in toenemende mate de rente op Overnight Index Swaps (OIS). We zullen deze ontwikkelingsgang nader beschouwen om te laten zien waarom uiteindelijk alleen rente op Repo’s de risicovrije rente is. Maar diens gebruik ten behoeve van de pensioenverplichtingen zou onjuist zijn zoals we zullen zien. In den beginne Sinds in 1973 de theorie van derivaten goed werd neergezet (Black en Scholes, 1973, Merton, 1973), werd in de praktijk voor risicovrije rente het rendement op staatsobligaties gekozen. Immers de kans op een zogenaamde binnenlandse default door een rationeel denkende en handelende regering op de schulden in haar eigen valuta werd beschouwd als verwaarloosbaar klein. Inmiddels weten we beter (zie Reinhart en Rogoff, 2009). De ervaring leert dat binnenlandse schuldencrises wel degelijk voorkomen maar vaak onopgemerkt zijn gebleven, bijvoorbeeld tegen de achtergrond van de externe schuldencrises, die meestal veel meer de aandacht trokken.  Figuur 1 laat zien dat de risicopercepties  fors uiteen kunnen gaan lopen en zelfs AAA landen niet risicovrij zijn. Figuur 1:  verschil tussen de rendementen op 10 jaars staatsobligaties van een aantal (ex-) AAA Eurozone landen en die van de zogenaamde Bunds (Duitse staatsobligaties) Bron data: Bloomberg Het algemeen besef van kredietrisico bij staatsobligaties werd een feit in de jaren rond de Mexicaanse Tequila crisis van 1994-95 en vervolgens ging de markt over naar een nieuwe risicovrije rente; de LIBOR swaps. Bankenrisico en onderpand Gijsbert de Lange is senior consultant bij Towers Watson en verantwoordelijk voor de advisering op het gebied van Structured Solutions/derivaten overlays aan Continentaal Europese cliënten. Hij heeft ervaring op een groot aantal financiële gebieden, zoals pensioenfonds buy-outs en fusies, en risico management op het gebied van rente, inflatie, credit, aandelen en langleven. Voordat hij bij Towers Watson kwam werken was Gijsbert lange tijd werkzaam bij ABN Amro Bank waar hij Managing Director was en een aantal functies in hun Global Markets Division heeft vervuld. Hij startte met het handelen van renteswaps en opties in de Europese markten en verhuisde daarna in 1990 naar Tokyo waar hij gedurende 4 jaar leiding gaf aan de Japanse rente en valuta derivaten handel. Na 3 jaar in Chicago gewerkt te hebben, waar hij verantwoordelijk was voor alle US derivatenhandel van de bank, verhuisde hij naar Londen. Hier was hij verantwoordelijk voor de global market risks van de bank, waarna hij vanaf 2000 in de Equities business de divisie Delta One trading leidde. Gijsbert verliet ABN AMRO Bank in 2007 en kwam begin 2008 bij Towers Watson werken. Hij studeerde in 1987 af aan de Universiteit van Amsterdam in de econometrie. Sinds midden jaren tachtig worden dagelijks om 11:00 am de latingen van depositorentes (dus de tarieven waartegen banken elkaar geld lenen) uit de Londense interbancaire markt gefixeerd: de London Interbank Offered Rate. Deze LIBORs worden gebruikt in renteswaps: swaps zijn een uitruil van een vaste rente betaling tegen een variabele LIBOR-coupon betaling. LIBORs zijn beschikbaar in meerdere valuta en voor looptijden vanaf 1 dag (OverNight, ‘O/N’) tot en met 1 jaar. In de meeste valuta zijn swaps tegen 6 maands LIBOR populair, maar ook 1 en 3 maands LIBOR worden vaak gebruikt. In de Euro zijn swaps tegen 6 maands EURIBOR1 het meest populair geworden. Dat de ‘fixings’  gebaseerd zijn op de latingen en niet op de biedingen of wellicht logischer nog, de ‘mid’  (halverwege biedingen en latingen) is geen materieel probleem zolang de bid-ask spread (het verschil tussen biedingen en latingen) beperkt blijft. Voor de introductie van collateralisatie, het proces van onderpand uitwisselen, liepen de tegenpartijen door het afsluiten van een swap een aanmerkelijk conditioneel kredietrisico op elkaar – als de marktrente beweegt krijgt de swap waarde. De swapcurve was in deze beginjaren zeker geen geschikte kandidaat voor het gebruik als de risicovrije rentecurve. Maar vanaf het moment dat swaps (in ieder geval in de interbancaire markt) werden gecollateraliseerd ging de markt de LIBOR swaprentes als risicovrije rente gebruiken. De enige risicopremie die in de swaprente nog overbleef was een weinig opgemerkt deel, namelijk voor de vlottende kant in de LIBOR. De LIBOR is weliswaar een korte rente, maar voor unsecured deposito’s tussen banken. Gedurende lange tijd maakte niemand zich zorgen over het kredietrisico op banken bij uitzetten van gelden voor 3 of 6 maanden, en de risicopremie was dan ook bijzonder laag. Inmiddels kijkt de markt hier heel anders tegenaan. De overgang naar swaprentes werd ook ingegeven doordat rendementen op staatsobligaties voor derivatenhandelaren een aantal nadelen (Hull, 2009) hadden. Onder de geldende balansregelgeving hoefden banken (haast) geen kapitaal aan te houden voor het beleggen in staatsobligaties. Dit leidde tot grote populariteit van de staatsobligaties, met dientengevolge bijzonder lage rendementen, zeker ten opzichte van het inmiddels geaccepteerde besef van het landen-kredietrisico. Ook hier wordt inmiddels heel anders tegenaan gekeken. Figuur 2 laat zien dat de risicoperceptie van Bunds versus 6 maands EURIBOR swaps danig kan wijzigen. Figuur 2: verschil tussen rentes van 10 jaars EURIBOR swaps en Bunds  Bron data: Bloomberg De kredietcrisis, EONIA en OIS Sinds de kredietcrisis wordt het uitzetten van deposito’s bij banken als risicovol beschouwd. Het besef van een risicopremie in LIBOR is daarmee een feit. Niet alleen is de risicopremie materieel geworden en hoger bij langere looptijden, ook zijn de bid-ask spreads fors toegenomen. De dagelijkse fixing van overnight depositorentes in de Euro wordt EONIA genoemd en het is verleidelijk, maar ook fout, om de risicopremie op wat langere (bijvoorbeeld 3 of 6 maands) bankdeposito’s te meten als het verschil tussen EURIBOR en EONIA. We moeten de premie voor kredietrisico namelijk onderscheiden van de termijnpremie2. Gelukkig kan dat doordat er een markt is gekomen in swaps met EONIA als vlottende rente, de zogenaamde Overnight Index Swaps (OIS). Hierin wordt een vaste rente uitgewisseld tegen een variabele coupon die via de dagelijkse EONIAs is berekend. Om de premie voor het kredietrisico zoals ingeprijsd in bijvoorbeeld 6 maands EURIBOR te meten, trekken we van de vaste, op EURIBOR gebaseerde, swaprente de vaste rente op een OIS met bepaalde looptijd af. Figuur 3 laat zien hoe deze risicopremie zich in afgelopen jaren heeft ontwikkeld. Figuur 3: EURIBOR/EONIA spread bij 10 jaars swaps  Bron data: Bloomberg Duidelijk is dat EURIBOR niet langer als risicovrij kan worden beschouwd en als gevolg dat de rente op Geert-Jan Troost is sinds 2008 senior consultant in het Structured Solutions team voor de Continentaal Europese cliënten van Towers Watson. Na zijn afstuderen in de studie Econometrie aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam begon Geert-Jan in het bankwezen in 1990. Daar werkte hij in het ‘structured products’ vakgebied, met als aandachtsgebied de toepassingen in risico afdekking voor institutionele klanten in de Benelux, door middel van derivaten in aandelen, fixed income en structured credit. Dit varieert van duration hedging bij pensioenfondsen en verzekeraars tot aan Basel II gerelateerde credit hedging voor bankbalansen. Hij heeft gewerkt in Amsterdam, Parijs en Londen, in de Global Markets Divisions van ABN AMRO Bank, JPMorgan en Citigroup. In de recentere jaren heeft hij ervaring opgedaan in de ontwikkelingen in Asset Liability Management, als managing director van risico-consultant Cardano in Rotterdam. Bij de Investment Consulting afdeling van Towers Watson combineert hij de ervaring in derivaten met de brede focus in risico management. EURIBOR swaps niet langer als de risicovrije rente kan worden gebruikt. Een betere risicovrije rente is dus de OIS rente en deze is meer geschikt voor de waardering van pensioenverplichtingen. Er is namelijk geen enkele economische rechtvaardiging dat dekkingsgraden beinvloed worden door het kredietrisico op 6 maands bankdeposito’s. Immers, waarom zouden we niet swaprentes versus bijvoorbeeld 3 maands EURIBOR gebruiken, of 1 maands, of 12 maands? Voor het gebruik van de overnight (O/N) rente pleit in ieder geval dat elk pensioenfonds een rekening-courant heeft waarop EONIA (of daaraan gerelateerde rente) wordt vergoed op het netto saldo van alle betalingen en ontvangsten. Een praktisch nadeel  van OIS swaps is dat op dit moment de markt gering is in omvang. Mogelijk dat bij grotere interesse van institutionele beleggers de liquiditeit toeneemt. Toch heeft OIS wel, soms ongemerkt, al haar intrede gedaan op menig pensioenfondsbalans. Banken waarderen derivaten sinds de kredietcrisis namelijk met een rentecurve behorende bij  het te storten onderpand. De recent ingevoerde ‘central clearing’ tussen nu nog alleen banken, maar in de toekomst alle gebruikers van derivatenstaat alleen cash onderpand toe. De daarbij relevante rentecurve is de OIS rentecurve. Repo markt OIS lijkt dus theoretisch een goede kandidaat voor de risicovrije rente, maar onze zoektocht gaat verder. De geldmarkt is inmiddels zo disfunctioneel geworden dat banken zelfs voor een nachtje (O/N) niet meer unsecured geld aan elkaar durven uit te lenen. Kasoverschotten worden liever voor de nacht bij de ECB geparkeerd. Alleen leningen gedekt door zeer goede kwaliteit en voldoende liquide onderpand, zg. repo’s, zijn nog risicovrij. De unsecured geldmarkt is nagenoeg opgedroogd en liquiditeit is alleen nog te vinden in de repo markt. In de Euro zijn de beste kwaliteit en meest liquide onderpand Duitse staatsobligaties. Figuur 4 laat zien hoe het verschil tussen secured en unsecured plotseling eind 2011 is opgelopen. Figuur 4: verschil OIS rente en repo rente voor 3 maands looptijd (1 weeks gemiddelde)  Bron data: Bloomberg Figuur 4 toont duidelijk de risicopremie in OIS. De reporente is de logische uiteindelijke kandidaat in onze zoektocht naar de risicovrije rente, waarbij we telkens de risiopremie hebben gereduceerd. Er is weliswaar veel liquiditeit in de repomarkt, maar er is geen lange (swap)curve van reporentes. Welke rente voor dekking pensioenverplichtingen? In de reductiestappen naar de echte risicovrije rente zijn we uiteindelijk bij de reporente terecht gekomen. Het huidige gebruik van de 6 maands Euribor swaprentes introduceert een relatief groot bankrisico in de waardering van pensioenverplichtingen. Dit risico is er ook in OIS, maar veel geringer, zoals we hebben gezien. Risico's worden alleen uitgesloten in de reporente, door de onderpanddekking. De vordering van deelnemers (werknemers en gepensioneerden) op hun pensioenfonds is niet gedekt met onderpand. Deze vordering is daardoor risicovoller. Het zou daarom onjuist zijn om pensioenverplichtingen te waarderen tegen een secured rentevoet, zoals bij overgang op de echt risicovrije reporente het geval zou zijn. Een risicopremie boven de reporente lijkt daarom gewenst, een die het risico van de deelnemers vis-à-vis het pensioenfonds beschrijft. Voor de invloed van bankrisico op pensioenverplichtingen is geen rechtvaardiging. Dat er een pensioenrisico bestaat is duidelijk nu het lijkt dat een aantal pensioenfondsen mogelijk zal overgaan tot afstempeling van hun verplichtingen. Pensioenfondsen en toezichthouders zouden er goed aan doen dit risico te kwantificeren en transparant te maken. Voetnoten: (1) Lezers met historisch besef kunnen zich wellicht nog herinneren dat iedere Europese valuta zijn eigen IBOR kende, bv. in Amsterdam werd voor de gulden de AIBOR dagelijks gefixeerd. (2) Rentecurves, ook risicovrije, hebben doorgaans een positieve hellingshoek, die vaak verklaard wordt met het door Keynes geïntroduceerde begrip ‘liquidity preference’. Referenties: Black, F. and M. Scholes (1973). “The Pricing of Options and Corporate Liabilities.” Journal of Political Economy 81, no. 3 : 637-654. Hull, J. (2009) Options, Futures and other Derivatives, Prentic Hall, NJ. Merton, R.C. (1973). “The Theory of Rational Option Pricing.” Bell Journal of Economics and Management Science 4, no. 1 : 141-183. Reinhart, C.M., en K.S. Rogoff (2009) This Time Is Different: Eight Centuries of Financial Folly, Princeton University Press, Princeton, NJ. Terug naar  Inhoud Zet vast in uw agenda:  HCC Beleggen Symposium 28 april 2012 te Culemborg Actief beleggen met aandelen en derivaten Terug naar  Inhoud Agenda Bron: HCC Beleggen redactie De HCC Beleggen Kalender op onze website en  deze Agenda zijn inmiddels een begrip onder beleggers in Nederland en België geworden. Voor veel andere sites zijn wij de de facto bron van informatie. Toch zijn nog niet alle events in onze Agenda opgenomen. Daarom willen we ook aanbieders van seminars, cursussen en beleggersbijeenkomsten in de gelegenheid stellen, zelf hun events aan te kondigen, zowel op ons forum als in onze nieuwsbrieven. Plaatsing van (vrij toegangkelijke) educatieve bijeenkomsten zijn kostenloos. (Bijeenkomsten met een educatief karakter welke niet gratis toegankelijk zijn danwel bijeenkomsten met een niet uitsluitend educatief karakter kunnen onder voorwaarden ook in onze agenda opgenomen worden. Wilt u meer weten neemt u dan even contact  op met de redactie) Terug naar  Inhoud | HCC beleggen Website | HCC beleggen Vacatures | Adverteren | Forum | Downloads  Disclaimer: Deze publicatie komt tot stand op de redactie van beleggersonline.nl de website van de HCC IG Beleggen. Noch de mate waarin de berichten, voorgestelde scenario’s, risico’s en voorspellingen de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De voorspellingen zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies. De schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur van de HCC IG Beleggen en/of de Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet aansprakelijk voor eventuele verliezen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren, behaalde resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de toekomst.

29 februari 2012

Actueel

'Meld je aan voor de nieuwsbrief' van HCC!beleggen

'Abonneer je nu op de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze activiteiten!'

Aanmelden