inhoud:
HCC
Beleggen Nieuwsbrief 20110501
Brussel houdt
vertrouwen in
Griekenland
Belangstellingsgroep(bg)
Daytraders
Overzicht
Financiële
Stabiliteit april 2011
Nederlands
overschot op de
lopende rekening hangt samen met spaaroverschot bedrijven
Nederlandse
huishoudens zetten
spaargeld weer langer vast
Wat wijzigt de
UCITS IV
richtlijn voor Nederlandse beleggingsinstellingen?
Strengere eisen
aan banken
vergen economische offers
Geldmarkt: de
ECB zorgt voor
een verrassing
HCC!linux
Themadag op zaterdag
21 mei
Regiogroep(RG)
Noord
Holland
Agenda
Brussel
houdt vertrouwen in
Griekenland
Bron: Analist.nl
De Europese Commissie twijfelt niet aan de
wil van de Griekse
regering om haar overheidsfinanciën op orde te krijgen. De regering
in Athene heeft onlangs ''ambitieuze'' maatregelen aangekondigd om
het begrotingstekort terug te dringen en is bovendien van plan voor
50 miljard euro aan overheidsbelangen te privatiseren.
De woordvoerder van eurocommissaris Olli Rehn (Monetair Beleid)
heeft dat dinsdag gezegd in reactie op nieuwe cijfers van Eurostat.
Daaruit blijkt
dat het Griekse financieringstekort vorig jaar 10,5 procent van het
bruto binnenlands product bedroeg, terwijl op 9,5 procent was
gerekend.
Cijfers
De woordvoerder onderstreepte dat de cijfers van Eurostat
overeenstemmen met de gegevens die Athene had aangeleverd.
Daaruit blijkt dat de Griekse cijfers, anders dan in het verleden,
betrouwbaar zijn. De zegsman wees er ook op dat het Griekse tekort
in 2009 nog ruim 15 procent bedroeg. Speculeren over extra
maatregelen die de Griekse regering zou kunnen treffen, noemde hij
''prematuur''.
Griekenland
Griekenland kreeg vorig jaar noodleningen toegezegd
van in
totaal 110 miljard euro door de eurolanden en het
Internationaal Monetair Fonds. Het heeft beloofd zijn
begrotingstekort in 2014 onder de EU-limiet van 3 procent te
brengen. Dat het tekort over 2010 hoger uitvalt dan verwacht, wijt
Athene aan de zware economische inzinking waarmee het land
kampt.
EU-president Herman Van Rompuy ontkende dinsdag in de Belgische
krant De Standaard dat er een herschikking van de Griekse schuld
ophanden is, waardoor de schuldeisers naar een deel van hun geld
zouden kunnen fluiten.
Van Rompuy vindt dat Griekenland de tijd moet krijgen om zijn
schulden weg te werken.
Terug naar
Inhoud
Belangstellingsgroep(BG)
Daytraders:
Bron: Redactie
Traders 'lijden' meestal een eenzaam
bestaan. Interactie met
andere traders doorbreekt die eenzaamheid en kan een verrijking
zijn voor alles dat met traden te maken heeft. Wij zijn dan ook op
zoek naar traders die af en toe samen willen komen om van elkaars
ervaringen wijs te worden in een informele setting.
Op dergelijke bijeenkomsten kan een trader zijn/haar werkwijze
toelichten en is er ruimte voor inhoudelijke discussie waar alle
deelnemers aan mee kunnen doen. Als blijkt dat diverse leden van de
groep meer willen weten over een bepaald onderwerp dan kan men als
groep ook een externe spreker uitnodigen die zaken specifieker kan
toelichten.
Het lijkt ons erg leerzaam om
een bepaald
onderwerp dieper te kunnen doorgronden; in ieder geval voorbij
het niveau van een introductie praatje. Ook onderwerpen
zoals:
•
Money-management,
traders-psychologie,
• het maken van
een trade-plan
wat moet
daar eigenlijk allemaal in staan?,
• hoe kan ik
afspraken met mij
zelf maken tijdens het traden?,
• waarom zou ik
mijn
trade-resultaten moeten bijhouden en wat kan ik daarvan leren?
Allemaal zaken die bepalend zijn voor het succes van een
trader en die zich prima lenen om sprekers uit te nodigen.
Sterker nog: deze laatste zaken bepalen wellicht meer het succes
van een trader dan een zogenaamde “super” entry middels een
“systeem”.
Kortom: er zijn veel interessante onderwerpen die traders heel goed
kunnen helpen om succesvol te zijn/worden en te blijven, want wat
is mooier dan (deels?)onafhankelijk te kunnen zijn met behulp van
traden.
Heeft u interesse om deel te nemen aan de BG Daytraders laat het
ons dan via de mail
weten.
Terug naar
Inhoud
De
Nederlandsche Bank publiceert
het Overzicht Financiële Stabiliteit april 2011
Bron: DNB
Europese schuldencrisis blijft grootste
bedreiging voor
financiële stabiliteit - Groei opkomende economieën drijft
grondstoffenprijzen en inflatierisico op - Opkomende handel in
grondstofderivaten kan tot plotselinge verliezen leiden.
Deze en andere boodschappen zijn te vinden in het vandaag
gepubliceerde halfjaarlijkse Overzicht Financiële Stabiliteit van
De Nederlandsche Bank (DNB). Met dit overzicht beoogt DNB de
financiële stabiliteit in Nederland te bevorderen door middel van
monitoring en identificatie van de belangrijkste risico’s voor het
financiële systeem.
De Europese schuldencrisis blijft de grootste bedreiging voor de
stabiliteit van de Nederlandse financiële sector. Het samenspel met
andere factoren vergroot de risico's. Zo blijven verschillen tussen
eurolanden toenemen, bijvoorbeeld in concurrentiepositie. Daarnaast
blijft het risico aanwezig dat financiële instellingen worden
geraakt door verdere prijsdalingen op Europese vastgoedmarkten. Op
de Nederlandse kantorenmarkt dreigt bijvoorbeeld structurele
leegstand. Om te voorkomen dat verliezen verborgen blijven, is het
belangrijk dat banken, verzekeraars en pensioenfondsen transparant
zijn over hun investeringen in vastgoed en in landen die door de
schuldenproblematiek zijn getroffen. Tevens moet de waarde van deze
investeringen voorzichtig genoeg worden ingeschat.
De vooruitzichten voor de wereldeconomie zijn de afgelopen maanden
verbeterd. Door het economische herstel zijn de kapitaalbuffers van
financiële instellingen aangesterkt. Het blijft echter belangrijk
dat zij hun buffers verder versterken om minder kwetsbaar te worden
voor nieuwe schokken. Dit zal ook worden afgedwongen door de
internationaal overeengekomen strengere regelgeving, waaronder de
Bazel III normen voor banken, en extra eisen aan systeemrelevante
instellingen. Deze regelgeving wordt de komende jaren
ingevoerd.
Het economische herstel, dat deels wordt gedreven door sterke groei
in opkomende economieën, gaat gepaard met stijgingen van
grondstoffenprijzen en toenemende inflatiedruk.
Sommige financiële instellingen proberen te profiteren van de
ontwikkelingen op grondstoffenmarkten, waarbij de opkomst van
complexe producten en handelsstrategieën een risico vormt als de
huidige trend plotseling keert. Tevens is door de recente
economische ontwikkelingen de kans op renteschokken toegenomen. Een
plotselinge stijging van de marktrente zou Nederlandse huishoudens,
banken en de overheid treffen. Nederlandse huishoudens zijn hier de
laatste jaren kwetsbaarder voor geworden doordat de totale
uitstaande hypotheekschuld is opgelopen.
Het hele rapport is te zien op de site van de DNB:
Terug naar
Inhoud
Nederlands
overschot op de lopende
rekening hangt samen met spaaroverschot bedrijven:
Bron: DNB
Het nationale spaaroverschot van Nederland,
dat tot uiting komt
in het overschot op de lopende rekening, is grotendeels
gelokaliseerd bij niet financiële bedrijven.
Sinds het uitbreken van de
eurocrisis staan
de onevenwichtigheden binnen de EMU in de schijnwerpers. De landen
met tekorten op de lopende rekening van de betalingsbalans zijn
relatief hard geraakt door de financiële crisis, terwijl landen met
een overschot op de lopende rekening (zoals Nederland) de crisis
relatief goed zijn doorgekomen. Het Nederlandse overschot op
de lopende rekening hangt vooral samen met de internationalisering
van het bedrijfsleven. Het nationale spaaroverschot is sinds de
eeuwwisseling grotendeels gelokaliseerd bij de niet-financiële
bedrijven. Verder heeft ook de daling van het begrotingstekort van
de overheid sinds begin jaren negentig bijgedragen aan het
overschot. De veelgehoorde redenering dat het spaaroverschot
dankzij de hoge pensioenbesparingen vooral bij huishoudens
gelokaliseerd is, is niet correct. Het spaaroverschot van
huishoudens is sinds de eeuwwisseling nihil.
Sinds begin jaren negentig is het overschot op de lopende rekening
in Nederland opgelopen door een toenemend uitvoeroverschot van
goederen en diensten. De lopende rekening van de betalingsbalans
geeft een overzicht van de belangrijkste transacties van een land
met het buitenland. Daarbij gaat het om de ex- en import van
goederen en diensten maar bijvoorbeeld ook om betalingen van
salarissen, dividenden en rente van en naar het buitenland. Het
Nederlandse lopende rekeningoverschot behoort nu tot de hoogste in
het eurogebied. In het eurogebied en de G20 wordt momenteel
gesproken over hoe de mondiale onevenwichtigheden in te dammen.
Daarbij speelt ook de vraag in welke mate landen met een overschot
op de lopende rekening – zoals Nederland - hun economisch beleid
zouden moeten aanpassen. Volgens DNB is dit alleen wenselijk als
duidelijk is dat de onbalans samenhangt met een onderliggende
economische verstoring.
In landen als Spanje, Portugal, Ierland en Griekenland hangen de
omvangrijke tekorten op de lopende rekeningen samen met langdurige
verslechteringen in hun concurrentieposities, waardoor de export
relatief duurder en de import goedkoper werd. De loonontwikkeling
liep in deze landen lange tijd uit de pas met de
productiviteitsontwikkeling. Volgens dezelfde redenering kan een
overschot op de lopende rekening samenhangen met een te gematigde
loonontwikkeling. In Nederland is hier echter geen sprake van
geweest. De prijsconcurrentiepositie van Nederland is ten opzichte
van de tweede helft van de jaren 90 juist verslechterd, met name
ten opzichte van ontwikkelde landen buiten het eurogebied.
Het externe overschot van Nederland is per definitie gelijk aan het
saldo van inkomens en bestedingen, ofwel het spaarsaldo. Anders
gezegd: Nederland heeft een overschot op de lopende rekening
omdat het in totaliteit meer verdient dan het besteedt, m.a.w. het
heeft een positief nationaal spaarsaldo. Dit biedt een ander
perspectief om tegen het externe overschot aan te kijken. Het
spaarsaldo wordt berekend door de investeringen af te trekken van
de besparingen. Wanneer we het nationale spaarsaldo uitsplitsen
naar het spaarsaldo van de verschillende economische sectoren
(bedrijven, overheid en gezinnen) kunnen we achterhalen hoe het
overschot op de lopende rekening (dus het nationale positieve
spaarsaldo) is opgebouwd. Uit de bijgaande grafiek blijkt dat er
een significante stijging in het spaarsaldo van Nederlandse
niet-financiële bedrijven heeft plaatsgevonden. Het spaarsaldo van
bedrijven is toegenomen door een combinatie van aanzienlijk hogere
bedrijfsbesparingen en wat lagere binnenlandse investeringen. De
investeringen van Nederlandse bedrijven in het buitenland zijn in
deze periode juist sterk toegenomen. Er zijn echter geen
aanwijzingen dat er iets
mis is het Nederlandse investeringsklimaat. In tegendeel, Nederland
scoort doorgaans zeer goed op de internationale ranglijsten voor
het investeringsklimaat en de Nederlandse arbeidsmarkt floreert. De
hogere netto investeringen in het buitenland hangen waarschijnlijk
samen met het internationaliseren van het bedrijfsleven sinds de
jaren negentig. De mogelijkheden voor buitenlandse investeringen
zijn in deze periode steeds groter geworden. Dit hangt samen met
technologische ontwikkelingen (zoals in de ICT), met het tot stand
brengen van vrij kapitaalverkeer in de EU in 1990 en het verdwijnen
van wisselkoersrisico met het invoeren van de euro in 1999.
Verder heeft ook de daling van het begrotingstekort (negatieve
spaarsaldo) van de overheid bijgedragen aan de stijging van het
nationale spaaroverschot. Het begrotingstekort is in de jaren
negentig sterk gedaald in aanloop naar de EMU. Ook na de vorming
van de EMU is het begrotingstekort initieel relatief laag gebleven,
in lijn met de afspraken in het Stabiliteits- en Groeipact.
De veelgehoorde redenering dat het spaaroverschot dankzij de hoge
pensioenbesparingen vooral bij huishoudens gelokaliseerd is, is
niet correct. Het spaaroverschot is sinds de eeuwwisseling immers
nauwelijks meer gelokaliseerd bij de huishoudens. Ook als de
verplichte pensioenbesparingen worden meegerekend, liggen de totale
besparingen van Nederlandse huishoudens al geruime tijd onder die
van het eurogebied. Sinds midden jaren negentig zijn Nederlandse
huishoudens meer hypotheekleningen aangegaan. Dit hangt deels samen
met de stijgende huizenprijzen en de versoepeling van
hypotheekvoorwaarden in de jaren negentig. Hierdoor werd het
makkelijker om overwaarde van de eigen woning te verzilveren. De
consumptie kon zodoende meer toenemen dan het besteedbaar inkomen,
waardoor de besparingen daalden. Bovendien zijn huishoudens meer
gaan investeren in hun eigen huis. Het spaaroverschot van
huishoudens is sinds de jaren negentig dan ook gestaag afgenomen en
schommelt het afgelopen decennium rond de nul.
Terug naar
Inhoud
Nederlandse
huishoudens zetten
spaargeld weer langer vast:
Bron: DNB
In het eerste kwartaal van 2011 hebben
Nederlandse huishoudens
voor EUR 2,5 miljard aan spaargeld voor langere tijd vast gezet.
Het vastzetten van het spaargeld ging voor een groot deel ten koste
van het eenvoudig opneembaar spaargeld, waarvan ruim EUR 2 miljard
werd opgenomen.
Deze switch naar vaststaand spaargeld kan zijn ingegeven door het
licht oplopende renteverschil tussen beide spaarvormen.
Bovendien lijken huishoudens
sinds november
2010 minder moeite te hebben met het feit dat ze een tijdje niet
bij hun geld kunnen. Het gaat hierbij om besparingen van
huishoudens bij Nederlandse banken, exclusief de besparingen voor
de oude dag onder beheer van pensioenfondsen en
levensverzekeraars.
In 2007 en 2008 hadden huishoudens onder invloed van de toen sterk
oplopende rente op vaststaand spaargeld ook al veel geld voor
langere periodes op deposito geplaatst. Destijds liep dat bedrag
zelfs op van ruim EUR 20 miljard naar bijna EUR 100 miljard. Zo ver
is het momenteel nog niet, mogelijk is daarvoor het verschil tussen
de rente op beide manieren van sparen nog niet groot genoeg. In
maart 2011 stond ongeveer EUR 35 miljard aan spaargeld vast.
In het eurogebied is geen sprake van een grotere tendens richting
het vaststaande spaargeld, maar in de muntunie wordt in het
algemeen al meer geld voor langere perioden vastgezet. De
huishoudens van het gehele eurogebied hebben gezamenlijk ongeveer
EUR 3.500 miljard aan spaargeld waarvan ongeveer de helft voor
langere tijd vast staat. De Nederlandse huishoudens hebben EUR 300
miljard aan spaargeld en hiervan staat iets meer dan 10% vast.
Als we kijken naar de afzonderlijke landen dan hebben Belgische en
Italiaanse huishoudens procentueel ongeveer net zoveel geld op
deposito geplaatst als Nederlandse. De grootste spaarlanden van het
eurogebied, Duitsland en Frankrijk, hebben respectievelijk EUR 950
miljard en EUR 800 miljard aan spaargeld waarvan in beide landen
ongeveer 35% voor langere tijd vast staat.
Terug naar
Inhoud
Wat
wijzigt de UCITS IV richtlijn
voor Nederlandse beleggingsinstellingen?
Bron: AFM
Vanaf 1 juli 2011 moet de UCITS IV richtlijn geïmplementeerd zijn
in de Nederlandse wet- en regelgeving. UCITS (de regelgeving voor
beleggingsinstellingen met een Europees paspoort) wordt op een
aantal punten aangepast, voornamelijk om grensoverschrijdend
verkeer gemakkelijker te maken en om consumenten beter te
informeren:
•
•
•
•
•
er komt een
beheerderspaspoort
grensoverschrijdende fusies worden makkelijker
de master-feeder constructie wordt ook voor UCITS mogelijk
de notificatie wordt eenvoudiger
er komt een nieuwe Financiële Bijsluiter (Essentiële
Beleggersinformatie)
In Nederland zal de Essentiële Beleggersinformatie voor alle
gereguleerde beleggingsinstellingen gelden, dus ook voor
niet-UCITS. De Essentiële Beleggersinformatie komt meer tegemoet
aan de wens van consumenten om een beknopter document met minder
disclaimers. Het lijkt daarin op de Financiële Bijsluiter die we in
Nederland kennen voor andere complexe producten. Een voorbeeld
vindt u op de website van ESMA (de samenwerking van toezichthouders
in Europa).
Voor bestaande beleggingsinstellingen geldt een overgangstermijn
van een jaar. Uiterlijk 1 juli 2012 moeten alle
beleggingsinstellingen de nieuwe Essentiële Beleggersinformtie
beschikbaar hebben.
De AFM is volop
bezig om zich op deze
richtlijn voor te bereiden.
Zo worden bijvoorbeeld de procedures rond notificatie en de
uitwisseling van informatie daarbij met buitenlandse
toezichthouders aangepast. In de Nadere regeling gedragstoezicht
financiële ondernemingen worden de regels voor de Financiële
Bijsluiter voor beleggingsinstellingen geschrapt, omdat de regels
voor de Essentiële Beleggersinformatie per Europese verordening
rechtstreeks gelden.
De AFM is verder nauw betrokken bij de invulling van bepalingen
waarvoor ESMA bindende regels kan stellen. Dit gaat dan
bijvoorbeeld over de berekening van de nieuwe risico-indicator in
de Essentiële Beleggersinformatie of het vaststellen van de
toepassing van de beleggingsrestricties voor UCITS bij bijzondere
financiële instrumenten.
Via de AFM-website wordt u de komende tijd op de hoogte gehouden
van de invoering van UCITS IV.
Terug naar
Inhoud
Strengere
eisen aan banken vergen
economische offers:
Bron en lees meer: MeJudice.nl
Nieuwe eisen aan de kapitaalbuffers
van banken brengen forse
extra kosten met zich mee. Deze hoge kosten vormen een rem op het
economisch herstel, stellen Rabobank-economen Wim Boonstra en
Nicole Smolders. Zij schrijven dat Arnoud Boot en Rens van Tilburg
dit feit over het hoofd zien in hun recente MJ-artikel over Basel
III, het nieuwe pakket reguleringen voor banken. Basel III is een
stap vooruit, maar vormt een sterk onderschatte kostenpost voor het
bankwezen en de economie.
Nieuwe
eisen aan banken hebben ook
kosten en nadelen
Arnoud Boot en Rens van Tilburg geven in hun MJ-artikel ‘Juist
risicovolle banken zijn dure banken’ een prikkelende visie op het
bankwezen. Op hoofdlijnen zijn wij het eens met hun analyse. De
financiële crisis heeft aangetoond dat het toezicht op banken niet
afdoende is geweest. Het stelsel van schaduwbankieren via ‘special
purpose vehicles’ bleek een bron van instabiliteit. De
vermogensposities van veel banken bleken in de praktijk
aanmerkelijk zwakker dan door de gepubliceerde BIS-ratio’s werd
gesuggereerd.
De komst van het nieuwe toezichtkader (Basel III) is alleen al om
die reden een belangrijke stap vooruit. Hoewel men op onderdelen
van mening kan verschillen of Basel III afdoende zal zijn, mag
worden verwacht dat na invoering banken zwaarder en kwalitatief
beter gekapitaliseerd zullen zijn (Basels Comité voor
Bankentoezicht, 2010a en b; Smolders, 2011).
Toch kleven er aan de invoering van Basel III (aangevuld met andere
ingrepen van overheidswege) ook kosten en nadelen, die in de
discussie te weinig aandacht krijgen omdat deze zich vooral richt
op de lange termijn beoogde voordelige effecten van Basel III.
Ook Boot en Van Tilburg (BT) lijken deze kosten en nadelen te
onderschatten. Waar banken tegenwerpen dat de vereiste zwaardere
kapitalisatie leidt tot oplopende kosten als gevolg van deze
maatregelen, werpen BT tegen dat zwaarder gekapitaliseerde banken
zich als gevolg van hun verbeterde risicoprofiel juist goedkoper
zullen kunnen financieren.
Met deze stellingname gaan zij voorbij aan twee zaken. Ten eerste
mag het zo zijn dat zwaarder gekapitaliseerde banken zich goedkoper
kunnen funden, maar eerst moeten banken de komende jaren zien dat
zij aan de gevraagde solvabiliteitsvereisten voldoen. En de route
naar stevigere kapitaalbuffers zal allesbehalve kosteloos zijn.
Ten tweede gaan BT voorbij aan het feit dat Basel III niet alleen
gaat over zwaardere solvabiliteitsvereisten, maar dat er ook
aanvullende liquiditeitsvereisten zijn gesteld. Die hebben een
eigenstandige invloed op de rentabiliteit en fundingkosten van de
betrokken banken.
Wim
Boonstra
Rabobank
Nicole
Smolders
Rabobank
Referenties
Barth, J.R., G. Caprio Jr. & R. Levine (2004), Bank regulation
and supervision: what works best?, Journal of Financial
Intermediation, 13 (2), 205-248.
Basels Comité voor Bankentoezicht (2010a), Basel III: A global
regulatory framework for more resilient banks and banking systems,
16 december.
Basels Comité voor Bankentoezicht (2010b), Basel III: International
framework for liquidity risk measurement, standards and monitoring,
16 december.
Basels Comité voor Bankentoezicht (2010c), Results of the
comprehensive quantitative impact study, 16 december 2010.
DNB (2010), Overzicht Financiële Stabiliteit in Nederland,
november, nr. 12.
IMF (2011), Global Financial Stability Report, april 2011.
Smolders (2011), Basel 3: Stevig maar realistisch, Bank- en
Effectenbedrijf, januari/februari.
Terug naar
Inhoud
Geldmarkt:
de ECB zorgt voor een
verrassing:
Bron: Dexia
De Fed geeft de
indruk ontspannen toe
te kijken op de conjunctuurverbetering, de opflakkering van de
inflatie en de sterke stijging van de olieprijs. Hij gaat
onverstoorbaar voort met zijn massale obligatieaankopen, want
eigenlijk kan hij moeilijk terug. Uit de verklaring die de centrale
bank na afloop van haar vergadering medio maart aflegde, kan men
geen versnelde verhoging van de basisrente in de komende maanden
afleiden.
Terwijl de Fed gewoonlijk vooral aandacht besteedt aan de evolutie
van de werkloosheid en de inflatie, merkt hij in zijn mededeling op
dat de werkloosheid hoog en de kerninflatie laag blijft. De
gerustgestelde markten verwachten trouwens geen snelle
renteverhoging. Dat blijkt uit de evolutie van de IRSrente op 2
jaar, die de evolutie van de basisrente voor ongeveer het komende
jaar voorspelt.
Nochtans vormen de prijsexplosie van de ruwe olie en de onzekere
vooruitzichten ervan (hoe zal de politieke crisis in de Arabische
landen evolueren? Wordt Saoedi-Arabië de volgende in de rij?) een
groot probleem voor de centrale banken. Want
•
de
economische
heropleving is maar zwakjes, rekening houdend met de diepte van de
voorbije recessie. De werkloosheid begint nog maar net te dalen en
dan nog vanop een heel hoog niveau. De banken zijn hun wonden nog
aan het likken en een nieuwe recessie is helemaal niet denkbeeldig
(laag consumentenvertrouwen, aanhoudende massale inbeslagnemingen
van gebouwen, nieuwe daling van de vastgoedprijzen).
Het is dus te vroeg om de basisrente op te trekken.
•
anderzijds
zou
een ontsporende inflatie wel eens hardnekkig kunnen blijken, als de
Fed later toch nog besluit ze aan te pakken. Dan zal de Fed
misschien wel verplicht zijn om de rente drastischer te
verhogen.
Als de olieprijzen hun opmars nog lang voortzetten, kan de
geloofwaardigheid van de Fed in het gedrang komen, wat hem wellicht
ertoe zal aanzetten om het geweer van schouder te veranderen.
Waarschijnlijk zal de centrale bank zich niet al te veel zorgen
maken zolang de inflatie niet duurzaam boven 2,5% uitstijgt (tegen
2,2% nu). Boven die grens, zal ze misschien een andere taal
aanslaan en de markten enkele maanden respijt geven om zich voor te
bereiden op een hogere basisrente (de Fed heeft niet de gewoonte om
voor verrassingen te zorgen). Een eerste verhoging is wellicht voor
de lente van 2012 of misschien zelfs voor het einde van 2011.
De verklaring die de voorzitter van de ECB aflegde na de
vergadering van begin maart, heeft de markten verrast. Ze hadden
immers niet gedacht dat JC Trichet een renteverhoging zou
aankondigen en dan nog wel voor volgende maand al. De economie
boert beter dan enkele maanden geleden nog verwacht werd en
de onverwachte opflakkering van de inflatie levert problemen
op. In februari liep ze op tot 2,4 %, waarmee de norm van 2 % die
de ECB hanteert, werd overschreden. Als de olieprijs blijft
stijgen, zal de inflatie waarschijnlijk nog verder klimmen. Ten
slotte hebben de massale kapitaalinjecties van de westerse centrale
banken de oververhitting van de opkomende economieën gevoed.
Die oververhitting wakkert op
haar beurt de
inflatie in het Westen aan en de ECB wil dat spel niet langer
meespelen. Logisch dus dat de ECB haar basisrente niet langer op
het uitzonderlijk lage niveau van 1% wenst te houden. Ook politieke
motieven kunnen een rol spelen, nu deze instelling zich opmaakt om
van voorzitter te veranderen: ze wil bewijzen dat ze, wat inflatie
betreft, onvermurwbaar zal blijven, ongeacht de nationaliteit van
haar volgende voorzitter. Deze verklaringen hebben de euro
omhooggeduwd, waardoor de ingevoerde inflatie (ook die welke te
wijten is aan de ruwe olie) enigszins verminderd wordt.
Na die vergadering, is de euribor als reactie geklommen van 1,10%
op 2 maart naar 1,19% op 23 maart. De IRSrente op 2 jaar, een
voorbode van de evolutie van de basisrente op middellange termijn,
is intussen gestegen van 2,12% tot 2,26%. JC Trichet heeft de
impact van zijn woorden echter afgezwakt, door eraan toe te voegen
dat de eerstvolgende renteverhoging waarschijnlijk niet de eerste
in een reeks wordt.
De ECB zal ook haar onbegrensde inbreng van middelen in de banken
verlengen tot ten minste midden juli. De financiering bij de ECB is
immers van vitaal belang voor veel banken van de perifere landen
die moeilijk toegang hebben tot de financiële markten. Een
verlenging van die steun is niet onverzoenbaar met een beleid van
verhogingen van de basisrente.
De ECB staat voor een moeilijke opdracht:
•
enerzijds
kent
de Duitse economie een krachtige groei, die misschien nog versterkt
zal worden door een heel lage basisrente. Dat zou op middellange
termijn in dit land tot een oververhitting kunnen leiden. De ECB
zal haar basisrente over enkele maanden dus optrekken.
•
Anderzijds zitten de perifere
economieën in het slop. Sommige
kampen met een zware recessie, zodat de ECB herstelmaatregelen zal
moeten nemen.
Een renteverhoging in april is niet zeker. De markten lijken er
niet vast van overtuigd. Want indien ze zouden verwachten dat de
basisrente begin volgende maand 1,25% zal bedragen, dan zou de
euribor op 3 maanden (momenteel 1,19%) al boven de 1,25% moeten
liggen. De markten denken eerder aan een renteverhoging in mei. De
ramp in Japan zou de ECB er trouwens toe kunnen aansporen om haar
beslissing uit te stellen. Nog vóór het einde van het jaar zal de
ECB haar reporente in drie stappen opkrikken van 1% tot 1,75%
(waarschijnlijk in april of mei, in september en
december).
Terug naar
Inhoud
Veiligheid
centraal tijdens
HCC!linux Themadag op zaterdag 21 mei:
Bron: Redactie
Het Platform Linux van HCC organiseert op
zaterdag 21 mei
aanstaande een themadag in Bunnik met veel aandacht voor het veilig
omgaan met computers en persoonlijke gegevens.
De unieke samenwerking van HCC!Linux met NLLGG, de Nederlandse
gebruikersgemeenschappen van Ubuntu, OpenSUSE, Certified Secure,
Security.nl en Linux Magazine zorgt voor een stevig programma met
lezingen voor zowel de beginnende als de meer ervaren
computergebruiker.
Open source software bevat geen verborgen valkuilen en wordt vaak
als veiliger ervaren door computergebruikers. “De controle op de
kwaliteit en veiligheid is bij open source software beter te
regelen dan bij de traditionele software”, aldus Bas van den
Dikkenberg, coördinator van het HCC!Platform Linux. “De
verschillende gemeenschappen op het gebied van open source zetten
zich in om computergebruikers goed voor te lichten over de
veiligheidsrisico’s bij het gebruik van software en persoonlijke
gegevens op internet. Bij de Linux Themadag staat dit onderwerp
centraal. We geven veel praktische lezingen over veiligheid zodat
elke bezoeker zijn kennis hierover kan verbreden.”
Niet
bewust van online
risico’s
Niet iedereen is
zich bewust van de
online risico’s.
• Zo komt het regelmatig voor dat persoonlijke
gegevens
van klanten, patiënten en organisaties op straat komen te liggen
door slecht beveiligde computers of verloren of gestolen
USB-sticks.
• Mobiele applicaties blijken gegevens door te
geven
aan ontwikkelaars waarvoor de gebruiker geen toestemming heeft
gegeven.
• Persoonlijke gegevens worden in steeds meer
ICT-systemen opgeslagen. Het is dan ook noodzakelijk dat
computergebruikers zich meer bewust worden van de gevaren en de
mogelijkheden om toegang tot gegevens beter te beveiligen.
Ook Thomas de Graaff van Ubuntu-nl is enthousiast over de
samenwerking met HCC: “Het HCC! Platform Linux is opgericht om
kennis en mensen samen te brengen en om de samenwerking tussen open
source-gemeenschappen te bevorderen.
Het is fantastisch dat ook OpenSUSE dit jaar mee doet, naast alle
andere partijen.”
De
Linux
Themadag
21 mei 2011
10.00 uur tot 16.00 uur
in het Postillion Hotel te Bunnik.
Het laatste nieuws over het evenement staat op de website www.hcc-linux.nl
en
is via twitter te volgen onder de hashtag #hcclinux.
Terug naar
Inhoud
Regiogroep(RG)
Noord
Holland:
Bron: Redactie
Beleggen kan een lucratieve
en
fascinerende hobby zijn. Maar er zijn ook risico's aan verbonden.
Kennis en vaardigheid zijn noodzakelijke voorwaarden voor duurzaam
succes.
Door bijeen te komen kunnen beleggers van elkaar leren. Daarnaast
is bijeenkomen met gelijkgestemden een belangrijk ingrediënt voor
gezelligheid.
Wij zijn dan ook op zoek naar (beginnende) beleggers die deel
willen nemen aan regionale bijeenkomsten in de provincie Noord
Holland.
Tijdens deze bijeenkomsten komen zowel algemenere thema’s (bijv.
beleggingsmethodieken) alsook specifiek productgebruik
(bijvoorbeeld beleggingspakketten) aan de orde.
Heeft u interesse om deel te nemen aan de RG Noord-Holland laat het
ons dan via de mail
weten.
Terug naar
Inhoud
Zet
alvast in uw
agenda:
5
november
2011
57
ste HCC Beleggen
Symposium
Agenda
Bron: HCC Beleggen
redactie
Terug naar
Inhoud
| HCC
beleggen Website | HCC beleggen Vacatures | Adverteren | | Downloads
30 mei 2011