...

Nieuwsbrief 20110917 Symp57-2

57-ste HCC Beleggen Symposium 5 november  2011 "Beleggen van crisis tot crisis" inhoud:    Symposium Bericht: 2  Optiestrategie: De long straddle Verdedigen en aanvallen met opties. Grondstoffen: Is het alleen goud dat blinkt? Foxware Enquête: "Beleggingshorizon en risicohouding" Forest Bergen Prinsjesdag, troonrede, miljoenennota, belastingplan Aanmelden en routebeschrijving Optiestrategie: De long straddle Bron: Euronext.nl In tijden waarin de verwachtingen gunstig zijn, hoeft een optiebelegger zich niet het hoofd te breken over welke strategie hij zal kiezen. Met een calloptie lift hij mee met de opgaande koers van het aandeel en door het hefboomeffect van opties zal de winst vermoedelijk vele malen groter zijn dan bij de belegger die zich beperkt tot aandelen. Maar als de economie er wat minder welvarend uitziet en onzekerheid de markten beheerst, is het tijd voor strategisch handelen. Een optiestrategie die wordt toegepast bij turbulente verwachtingen is de long straddle. Hierbij sluit een optiebelegger niet uit dat de koers van het onderliggende aandeel omhoog gaat, maar hij houdt tevens rekening met daling. Jaarcijfers De long straddle lijkt op het eerste gezicht weinig voordeel te bieden. Want wat kun je winnen als je als optiebelegger tegelijkertijd een putoptie en een calloptie koopt op hetzelfde aandeel, met dezelfde looptijd en met dezelfde uitoefenprijs? Het antwoord ligt besloten in de verwachting omtrent een fonds. Een gebeurtenis in de toekomst die het aandeel sterk doet stijgen of juist flink laat dalen. Te denken valt hierbij aan het al dan niet lukken van een overname, een innovatie waarvan veel wordt verwacht - maar die ook kan tegenvallen - en natuurlijk de publicatie van de jaarcijfers. Kortom, er is iets op til maar of het gaat vriezen of dooien ligt in de toekomst besloten. Investering De investering bij een long straddle is duidelijk: premie plus transactiekosten voor een putoptie en premie plus transactiekosten voor een calloptie. Blijft de verwachte koersbeweging uit en lopen beide opties out-of-the-money af, dan is dit het maximale verlies dat de belegger lijdt. Stijgt het onderliggende aandeel dan neemt de waarde van de calloptie toe, daalt het onderliggende aandeel dan stijgt de waarde van de putoptie. De stijging of daling moet wel zo groot zijn dat men de totale investering terugverdient en liefst er nog wat aan overhoudt. Voorbeeld Laten we als voorbeeld nemen de fabrikant van kantoormaterialen Desk. Door sterke concurrentie uit het buitenland en door de crisis is het aandeel al een tijd aan het kwakkelen. De situatie is gaandeweg zo zorgelijk geworden dat men alle hoop heeft gevestigd op een Chinese investeringsmaatschappij. Als de Chinezen Desk willen helpen met een kapitaalinjectie zal het aandeel daarop heel gunstig reageren. Maar besluiten de Chinezen dat Desk oninteressant is, dan is sterke waardedaling van het aandeel onontkoombaar. Het aandeel van Desk is € 4,58 waard. Een calloptie met een uitoefenprijs van € 4,70 kost € 0,12. Een putoptie met een uitoefenprijs van € 4,70 kost € 0,20. Omdat het per contract gaat om 100 aandelen zijn de totale kosten van de calloptie 100 x € 0,12 = € 12. De putoptie kost € 100 x € 0,20 = € 20. De totale kosten - los van transactiekosten - zijn dus € 32. Het aandeel Desk moet nu stijgen naar € 5,02 (6,8%) om de calloptie zoveel meer waard te laten worden dat de investering is terugverdiend. Alles wat het aandeel verder stijgt is pure winst. Zakt het aandeel onder de € 4,38 dan begint de putoptie winst op te leveren. Nog een situatie Tot nu toe gingen we uit van het kopen van een put en een call op hetzelfde moment. Maar een andere situatie is ook denkbaar. Stel dat u beschikt over een calloptie en dat de koers van het onderliggende aandeel een mooie stijging heeft laten zien. U twijfelt tussen winst nemen door de calloptie te verkopen of nog even te wachten op verdere stijging. Beide mogelijkheden hebben voordeel en nadeel. Houdt u de call dan maakt u nog meer winst als het aandeel stijgt. Maar daalt het aandeel dan verliest ook de calloptie waarde. Verkoopt u de calloptie dan heeft u weliswaar (een deel van) de winst veiliggesteld, maar deelt u niet mee in eventuele verdere stijging van het aandeel. Door middel van een putoptie kunt u de tot nu toe gemaakte winst veilig stellen en toch profiteren van een eventuele verdere stijging met de calloptie. Hierbij gaat uiteraard wel iets van de winst verloren door de premie die moet worden betaald voor de putoptie, maar daar staat wel wat  tegenover. Stijgt het aandeel verder, dan neemt de waarde van de calloptie toe. In dat geval kunt u het geld dat is betaald voor de putoptie zien als een verzekeringspremie. Daalt het aandeel echter, dan verkoopt u de calloptie en neemt het putoptiecontract in waarde toe. Afhankelijk van de daling verdient u de premie voor de putoptie terug, of maakt u misschien zelfs winst in een dalende markt. Uiteraard is er ook nog een mogelijkheid dat een aandeel na aanvankelijke stijging geruime tijd op het nieuwe hogere niveau blijft hangen. In dat geval levert de call winst op en diende de putoptie slechts als verzekering. Terug naar  Inhoud Verdedigen en aanvallen met opties. Spreker: Robert Jabroer, oprichter en eigenaar van Fundtrack.nl Opties blijven een prachtig instrument om mee te beleggen. Of de markt nu stijgt, daalt of gelijk blijft, voor elke verwachting bestaat er een strategie. Natuurlijk blijft één essentiële factor van allergrootst belang, de richting! Ook al gebruiken we hulpmiddelen zoals technische of fundamentele analyse, de markt verrast ons iedere keer weer. Vandaar dat we moeten zoeken naar strategieën die ons een reëel risico/rendement verhouding opleveren. Er zullen verschillende strategieën worden behandeld. Robert Jabroer is vermogensbeheerder bij Onafhankelijk Vermogens Beheer ’s-Gravenhage (OVG) en oprichter  en eigenaar van Fundtrack, aanbieder van onafhankelijke informatie en nieuwsbrieven over beleggingsfondsen, trackers, turbo’s, sprinters en opties. Terug naar  Inhoud Grondstoffen: Is het alleen goud dat blinkt?: Spreker: Bob Hendriks, head of retail distribution Netherlands van BlackRock. Bob Hendriks, head of retail distribution Netherlands van BlackRock geeft de presentatie "Grondstoffen: Is het alleen goud dat blinkt?" Bob Hendriks zal in deze presentatie aan de hand van praktijkvoorbeelden de toestand op de diverse grondstoffenmarkten toelichten. De presentatie zal dieper ingaan op de vraag-aanbodverhoudingen, maar ook op welke wijze beleggers toegang kunnen krijgen tot deze markten. Denk hierbij bijvoorbeeld de vraag of het een goed moment om is in goud te beleggen of juist in de aandelen van goudmijnbedrijven, maar ook aan vragen als "is het handiger om via een ETF in grondstoffen te beleggen of via een beleggingsfonds"? Terug naar  Inhoud Foxware Standhouder Foxware Beleggingssoftware is gespecialiseerd in de ontwikkeling van geavanceerde software voor beleggers die handelen in opties en futures. Wij demonstreren ons optieanalyse-programma OPTIEMAAT. Dit ondersteunt al meer dan 20 jaar vele (optie)beleggers bij het onderbouwen van hun beleggingsbeslissingen.   Het programma beschikt over een uitgebreide functionaliteit en u kunt elke positie, bestaande uit opties en/of futures en/of onderliggende waarden, moeiteloos opbouwen en beoordelen op rendement, risico en gevoeligheid voor alle (optie)prijsbepalende factoren.   De module “Adviezen” stelt u in staat om, gebaseerd op uw visie op toekomstige onderliggende koersontwikkelingen, de meest winstgevende optiestrategieën te genereren. De module “BackTrack(e-o-d)” beschikt over een database met ruim 8 jaar end-of-day optiehistorie van alle Euronext optiefondsen. Op basis hiervan kunt u “terug in de tijd” en uw posities uit het verleden naspelen en/of overdoen, maar ook “nieuwe” posities opzetten en de resultaatontwikkeling hiervan door de tijd heen volgen (backtest). Hiermee kunt u lering trekken uit het handelen op basis van “echte” beursgegevens zonder dat daarbij ook “echt” geld op het spel staat. De module “BackTrack(intra-day)” gaat nog een stap verder. Deze biedt u de unieke mogelijkheid de historische optiedatabase uit te breiden met intra-day optienoteringen met een instelbaar interval van (minimaal) 15 minuten! Ook de noteringen op uw handelsmomenten worden hierin vastgelegd.   Het pakket werkt met realtime beurskoersen, maar kan desgewenst ook functioneren met end-of-day noteringen. In elk beursklimaat, óók in het huidige, bieden opties uitstekende mogelijkheden voor het behalen van een positief beleggingsresultaat. OPTIEMAAT, als betrouwbaar en geavanceerd “gereedschap”, vormt hiervoor de basis Terug naar  Inhoud Enquête: "Beleggingshorizon en risicohouding" Bron: Redactie Richard de Jong van Van Lieshout & Partners N.V. geeft op 5 november een presentatie over hoe u uw portefeuille kunt beschermen. Een belangrijk onderdeel hiervan is asset allocatie. Met uw beleggingshorizon en uw risicohouding kunt u het vermogen gaan alloceren.     Deze enquette bestaat uit slechts 9 vragen en vraagt nog geen minuut om te complementeren. De uitkomsten van deze enquête gebruikt hij voor zijn presentatie. De uitkomsten zijn geanonimiseerd. Met andere woorden, Richard de Jong en/of de HCC Beleggen zullen en kunnen de uitkomsten niet herleiden naar één persoon. Terug naar  Inhoud Forest Bergen Standhouder Forest Bergen is gespecialiseerd in opleidingen en technische produkten voor beleggers en traders. Wij leveren allerlei software voor de technische belegger, computerapparatuur en netwerken. Wij zijn gespecialiseerd in handelstrainingen voor ForexTraders. Ons uitgangspunt is dat iedereen na afloop geld moet kunnen verdienen in de Forex handel. Ook kunt u bij ons optie cursussen volgen, koersdata-abonnementen afsluiten en boeken kopen.. In onze stand zullen wij een aantal produkten demonstreren, waaronder de overbekende Omnitraderem Metastock software software, met een presentatie handelen in valuta. Terug naar  Inhoud Prinsjesdag, troonrede, miljoenennota, belastingplan. Bron: Redactie "Leden van de Staten-Generaal..." Met deze woorden begint de Konigin de Troonrede op prinjesdag. Prinsjesdag markeert de eerste vergadering van de Staten-Generaal (Eerste en Tweede Kamer). Het nieuwe werkjaar begint op de derde dinsdag van septemper en wordt geopend met het uitspreken van de Troonrede. Daarna biedt de minister van Financiën de Tweede Kamer de rijksbegroting en de Miljoenennota van het eerstkomende kalenderjaar aan. De Miljoenennota is een algemene toelichting op de rijksbegroting. In de Miljoenennota 2012 worden de belangrijkste kabinetsplannen en keuzes samengevat en wordt duidelijk wat deze plannen kosten. Daarnaast wordt een toelichting gegeven op de economische en financiële situatie van Nederland. Ook de verwachte ontwikkelingen komen aan bod. Ook wordt elk jaar op Prinsjesdag het Belastingplan aan de voorzitter van de Tweede Kamer aangeboden, tegelijk met de begrotingswetsvoorstellen en de Miljoenennota. Het Belastingplan is een fiscaal wetsvoorstel, dat voor een belangrijk deel de wijzigingen van premies en belastingen regelt. Download Troonrede 2011 hier   (Nadat de Koningin deze heeft uitgesproken op prinjesdag) Download Miljoenennota 2012 hier Download Belastingplan 2012 hier Terug naar  Inhoud Aanmelden en routebeschrijving: Een entreebewijs voor het HCC BeleggenSymposium kunt u  bestellen door u aan te melden via onze website: Klik hier om u aan te melden   Het HCC Beleggen Symposium wordt gehouden in: Scholengemeenschap Lek en Linge,  Multatulilaan 6, 4103 NR, Culemborg Bekijk ligging >> Laat de route zien in een nieuw venster Voer je postcode in: Terug naar  Inhoud | HCC beleggen Website | HCC beleggen Vacatures | Adverteren | Forum | Downloads 

16 september 2011

...

Nieuwsbrief 20110801

inhoud:    HCC Beleggen Nieuwsbrief 20110801 EMU: We’re in it together Fed tot het uiterste bereid Grondstoffen: sterke prijsschommelingen Beleggen in indextrackers Deelnemende Nederlandse banken doorstaan de Europese stresstest goed Uur van de waarheid Belangstellingsgroep(BG) Daytraders Interesse om aan te sluiten bij de groep Noordbeleggen Regiogroep(RG) Noord Holland Agenda EMU: We’re in it together: Bron: DNB Europa is van groot belang voor de economische ontwikkeling en welvaart van Nederland. De interne markt heeft de handel sterk gestimuleerd, wat voor Nederland als open economie bijzonder gunstig is. Van de financiële integratie in het eurogebied hebben met name Nederlandse financiële instellingen, met een kleine thuismarkt en hoge binnenlandse besparingen, sterk geprofiteerd. Deze verwevenheid kan echter ook leiden tot stabiliteitsrisico’s, zoals nu te zien bij de besmettingseffecten van de Griekse problematiek. Dit vraagt om een voortvarende aanpak, waarbij strikte budgettaire discipline en het voorkomen van economische onevenwichtigheden nodig zijn om de onschatbare meerwaarde van Europa voor de groei en werkgelegenheid te bestendigen. Dat is in het belang van Europa en daarmee van Nederland. Economische en financiële verwevenheid De sterke economische verwevenheid van Europese landen is een natuurlijk gevolg van de interne markt voor goederen en diensten. Door het wegvallen van grenzen is de handel binnen Europa toegenomen, en is het Europese buitenland belangrijk geworden als investeringslocatie. Met de introductie van de euro, in 1999, namen de intra-Europese handel en investeringen verder toe. Wisselkoersrisico’s bij internationale betalingen verdwenen en prijsverschillen tussen landen werden transparant. Het resultaat is dat inmiddels circa 60% van de buitenlandse investeringen en bijna driekwart van de buitenlandse handel van Europese landen plaatsvindt met andere Europese landen. Europese landen zijn dus economisch sterk afhankelijk van elkaar. Dat geldt in het bijzonder voor Nederland: de Nederlandse economie is twee maal zo open als het gemiddelde EU-land. De groei van intra-Europese handel en investeringen is gepaard gegaan met een toename van grensoverschrijdende financiële dienstverlening. Dit is overigens geen specifiek Europees, maar een mondiaal fenomeen – in elk geval tot aan het begin van de financiële crisis. De effectenmarkten en het interbancaire verkeer zijn het sterkst geïntegreerd. Zo is bijna 30% van de leningen tussen banken in het Eurogebied grensoverschrijdend, wat is bevorderd door het uniforme betalingssysteem Target. De integratie van aandelen- en obligatiemarkten is gestimuleerd door de eurobrede infrastructuur voor effectenafwikkeling. Ook het gemeenschappelijke monetaire beleid heeft de integratie in het eurogebied gestimuleerd, waarbij banken in alle lidstaten te maken hebben met dezelfde geldmarktrentes. In vergelijking met de professionele geld- en kapitaalmarkten is de consumentenmarkt vooralsnog minder geïntegreerd door nationale verschillen in wetgeving, producten en betaalmethoden. De financiële integratie blijkt ook uit de vorderingen van banken op andere landen in het eurogebied, die gezamenlijk goed zijn voor bijna EUR 3.400 mrd (Bron: BIS). Er is sprake van een complex netwerk van financiële relaties, waardoor problemen in een relatief klein land als Griekenland zich kunnen verspreiden naar de hele Europese financiële sector (en daarbuiten). Onderstaande figuur geeft een overzicht van grensoverschrijdende vorderingen van – en verplichtingen aan – banken vergeleken met het bruto binnenlands product (bbp) in 10 geselecteerde eurolanden. De banken van deze landen hebben gemiddeld 37% van het nationale bbp uitstaan op andere eurolanden, waarvan bijna de helft op andere banken. Van de totale vorderingen van banken op andere eurolanden staat een derde uit op de landen in de periferie, waarvan het grootste deel op Italië en Spanje. De periferielanden, maar ook relatief open economieën als België, Oostenrijk en Nederland, hebben dan ook grote verplichtingen aan banken in het eurogebied. De waarde van uitzettingen van Nederlandse banken op het eurogebied is boven gemiddeld met 69% van het Nederlandse bbp (waarvan 24% op de perifere landen). Ter illustratie: dat is meer dan twee keer zo veel als de exposure op de VS. Ook voor Nederlandse pensioenfondsen, verzekeraars en beleggingsfondsen geldt dat het grootste deel (circa 43%) van hun buitenlandse beleggingen uitstaat op andere eurolanden. Dit reflecteert het grote belang van Europa voor de Nederlandse financiële sector. Grote voordelen door integratie, maar grote risico’s door besmetting De reële en financiële integratie is een belangrijke stimulans voor de economische ontwikkeling en welvaart. De handelsgroei binnen het eurogebied ligt sinds 1998 ongeveer 3 procentpunten hoger dan de groei van de handel in vergelijkbare landen buiten de eurozone (Denemarken, Zweden, VK). Ook financiële instellingen – en hun klanten – hebben sterk geprofiteerd van de financiële integratie in het eurogebied. Banken beschikken door de diepe en brede financiële markt over ruime afzet- en fundingmogelijkheden. Institutionele beleggers als pensioenfondsen kunnen dankzij de financiële integratie hun beleggingen beter spreiden zonder wisselkoersrisico te lopen. Met name voor Nederland, met een kleine thuismarkt en hoge binnenlandse besparingen, is dit een belangrijk voordeel. Integratie kan echter ook leiden tot stabiliteitsrisico’s indien Nederlandse instellingen worden besmet door problemen in andere landen. Zo leidden twijfels over de financiële gezondheid van tegenpartijen tijdens de crisis in 2008 tot het opdrogen van de interbancaire markt in het hele eurogebied (en daarbuiten). De Europese schuldencrisis toont aan hoe ernstig financiële besmetting kan zijn. Griekenland is een relatief kleine economie en de uitzettingen van de Nederlandse financiële sector op het land zijn beperkt. Niettemin kan door de grote economische en financiële verwevenheid in het Eurogebied een lokaal probleem uitgroeien tot een risico voor de hele Europese economie en financiële sector. Dat is een logisch gevolg van een gemeenschappelijke markt en de monetaire unie. Het is daarom een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de eurolanden om die problemen te voorkomen of – als dat niet lukt – op te lossen. Een structurele oplossing van de problemen in de Europese periferie moet recht doen aan de grote economische en financiële verwevenheid en de voordelen die daaraan verbonden zijn. De Griekse crisis vraagt daarom om een voortvarende aanpak en geloofwaardige flankerende maatregelen om besmetting naar andere Europese landen te voorkomen. Dit houdt in strikte budgettaire discipline, met een versterking van het stabiliteits- en groeipact, automatische sancties in het geval van overtreden, en verankering van begrotingsregels in nationale wetgeving. Ook moeten economische onevenwichtigheden tijdig worden aangepakt. Deze stappen vragen veel van de overheden, maar zij zijn hard nodig om ook in de toekomst crises te voorkomen. Een geloofwaardige Europese oplossing is voorwaarde voor het economische herstel en een sterke euro. Dat is in het belang van Europa en daarmee van Nederland. Terug naar  Inhoud Fed tot het uiterste bereid: Bron: KBC Bank De EMU-problematiek speelt zich af tegen de achtergrond van een algemene groeimatiging. De indicatoren van het producentenvertrouwen zijn wereldwijd over hun piek heen. Vooral de opnieuw sputterende dynamiek van de Amerikaanse arbeidsmarkt baart hierbij zorgen. In juni werden in de private sector slechts 57000 nieuwe banen gecreëerd, te weinig om de hoge werkloosheidsgraad te doen dalen. Tegen deze achtergrond kondigde de Fed aan om desnoods tot het uiterste te gaan om een nieuwe recessie te vermijden. Mogelijke maatregelen zijn een bijkomende ronde van kwantitatieve versoepeling (“QE3”), een vastlegging van een minimale periode van het huidige beleid van gratis liquiditeiten en de verlenging van de looptijd van de overheidsobligaties die de Fed op haar balans heeft. De onderliggende fundamenten van de wereldconjunctuur zijn echter nog steeds sterk genoeg om na de groeimatiging in het derde kwartaal van 2011 weer een aantrekkende groei tegen het jaareinde te verwachten. Vooral de aanhoudend sterke groei in de Opkomende Economieën ondersteunt dit scenario. De voorwaarde is echter dat zowel de EMU-crisis als de malaise op de Amerikaanse arbeidsmarkt snel naar de achtergrond verdwijnen. Terug naar  Inhoud Grondstoffen: sterke prijsschommelingen: Bron: Dexia De prijs van een vat ruwe olie (Brent) stevende na de vergadering van de OPEC op 8 juni opnieuw af op de 120 dollardrempel. De financiële markten waren ontgoocheld omdat het oliekartel haar productiequota niet optrok en ze anticipeerden op een sterkere vraag naar ruwe olie in de tweede helft van het jaar. Maar of hun verwachtingen zullen uitkomen is een andere vraag. De laatste tijd neemt de onzekerheid over de wereldeconomie immers toe. En terecht, want de wereldeconomie zal dit jaar duidelijk minder krachtig groeien dan vorig jaar. Dat heeft ook een weerslag op de wereldwijde behoefte aan ruwe olie. Zowel het Internationale Energie Agentschap als de OPEC verwachten voor 2011 een kleinere stijging van de wereldwijde vraag naar aardolie dan in 2010. Toch moet het uitblijven van een verhoging van de productiequota genuanceerd worden. In feite pompen de OPEC-landen (zonder Irak) al sinds januari 2009 meer olie op dan hun productiequota toelaten. De komende maanden zullen Saoedi-Arabië en zijn drie medestanders (Koeweit, Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten) wellicht meer olie oppompen. Daardoor zal het aanbod van ruwe olie op peil blijven, wat de onrust op de oliemarkten zou moeten doen afnemen. De olievoorraden zijn nog steeds goed gevuld, zowel in de Verenigde Staten als in de OESO-landen. De opflakkering van de Griekse crisis en de beslissing, op 23 juni, van de 28 landen die lid zijn van het Internationaal Energie Agentschap om de komende 30 dagen 60 miljoen vaten ruwe olie uit hun strategische voorraden vrij te geven, duwden de olieprijzen in de tweede helft van juni terug naar omlaag. Door de combinatie van een minder dynamische conjunctuur, goed gevulde voorraden en een verdere productiestijging door de belangrijkste OPEC-landen, hebben de olieprijzen op korte termijn niet veel stijgingspotentieel. Maar een daling van de olieprijzen tot hun niveaus van begin dit jaar zit er niet in, zolang er geen einde komt aan de burgeroorlog in Libië. Bovendien is op 1 juni in de Golf van Mexico het orkanenseizoen gestart, dat nog tot eind november duurt. Indien deze regio door zware orkanen getroffen wordt, zullen de prijzen van petroleum en aardgas de komende zes maanden sterke schommelingen kennen. Op lange termijn zullen de olieprijzen hun opwaartse trend voortzetten. De bestaande en gemakkelijk te exploiteren olievelden raken uitgeput. Japan zal in de toekomst voor zijn energievoorziening minder een beroep kunnen doen op kernenergie en meer andere energiebronnen moeten aanspreken, zoals aardolie, aardgas en steenkool. De vraag naar aardolie vanuit de Aziatische groeilanden (India en China) zal blijven aanzwellen. Grondstoffen zullen aantrekkelijk blijven voor speculanten, door de erg lage rentevoeten en door de bescherming die ze bieden tegen een zwakkere Amerikaanse dollar en een eventuele inflatiestijging. Ten slotte zullen de sociaal-politieke ontwikkelingen in de Arabische olieproducerende landen hun stempel op de olieprijzen blijven drukken. Indien de onrust naar Saoedi-Arabië zou overslaan en er de olieproductie zou onderbreken, zijn de gevolgen voor de olieprijzen niet te overzien. Terug naar  Inhoud Beleggen in indextrackers: Bron: AFM Indextrackers, of Exchange Traded Funds (ETF’s) die een index volgen, zijn beursgenoteerde, open-end beleggingsfondsen met als beleggingsdoel het zo goed mogelijk volgen van een onderliggende index. Er zijn verschillende soorten ETF’s, zoals ETF’s die geen index, maar een sector, opkomende markt, grondstof of valuta volgen. In deze publicatie wordt met een ‘ETF’ alleen de variant bedoeld die een index volgt. De meest eenvoudige ETF’s zijn transparante producten. Met deze ETF’s wordt de onderliggende index één op één gevolgd. De indextracker wordt vervolgens passief beheerd; er vinden alleen transacties plaats om ervoor te zorgen dat de indextracker de onderliggende index zo goed mogelijk blijft volgen. Een voorbeeld hiervan is een AEX tracker, die de AEX volgt door exact dezelfde aandelen, in dezelfde verhouding, op te nemen als de AEX index. Om deze reden is deze soort ETF ook transparant. Een ETF-belegger kan namelijk te allen tijde zien hoe zijn ETF is samengesteld. De samenstelling is namelijk gelijk aan de samenstelling van de AEX index. De afgelopen tijd is er een sterke groei waarneembaar in het aanbod van ETF’s op de Nederlandse markt. Gevolg van deze groei is dat er steeds nieuwe productvarianten op de markt komen. Zo zijn er ETF’s, die niet één index, maar meerdere indices volgen of (deels) actief beheerd worden. Ook bestaan er ETF’s die niet worden samengesteld door dezelfde onderliggende aandelen of obligaties als de te volgen index op te nemen, maar die gebruik maken afgeleide producten. Deze nieuwe varianten brengen elk hun eigen productkenmerken en specifieke risico’s met zich mee. Deze kenmerken kunnen in sterke mate afwijken van de productkenmerken van de meest eenvoudige ETF’s. Om voor de aanschaf van een ETF een goede beoordeling van het product te kunnen maken heeft de AFM een aantal aandachtspunten opgesteld. Dit is geen volledige opsomming van alle relevante productkenmerken en is daarom enkel bedoeld als handvat. Voor de meest volledige informatie verwijst de AFM u daarom naar het volledige prospectus en de overige informatieverstrekking van de aanbieder van de indextracker. Aandachtspunten indextrackers: Risico De belangrijkste financiële risico’s van een ETF kun je aflezen uit de risico-indicator. Aan de stand van de risico-indicator is te zien hoe groot het risico van een ETF is. Tegenpartijrisico In het beleggingsbeleid kan zijn vastgelegd dat er gewerkt wordt met derivaten (afgeleide producten) of het uitlenen van de onderliggende waarden. Hierdoor ontstaat een zogenoemd tegenpartijrisico. Het risico bestaat immers dat de tegenpartij niet meer aan zijn verplichtingen kan voldoen. Tracking error De tracking error geeft aan in hoeverre een ETF er in slaagt de onderliggende index te volgen. De beheerskosten en transactiekosten voor het verhandelen van ETF’s zorgen ervoor dat er een verschil kan ontstaan tussen het rendement van een ETF en de onderliggende index. Ook het dividendbeleid en verschillen in samenstelling van een ETF en de onderliggende index kunnen ervoor zorgen dat de waarde van een ETF anders is dan de waarde van de gevolgde index. Het verschil wordt aangeduid met het begrip ‘tracking error’. Wanneer er sprake is van tracking error betekent dit dus dat de onderliggende index niet één op één gevolgd wordt. In de praktijk wordt in plaats van tracking error in sommige gevallen ook de term ‘tracking difference’ gebruikt. Spreiding Als kenmerk van een ETF wordt vaak het beperkte risico door de brede spreiding genoemd. Ondanks een brede spreiding kan er echter wel sprake zijn van een ‘concentratierisico’. Concentratierisico ontstaat bijvoorbeeld wanneer er een hele specifieke index wordt gevolgd, zoals een telecomindex of index met voornamelijk aandelen uit de financiële sector. Weergave rendementen Rendementen worden geregeld in grafiekvorm weergegeven. Kijk goed welke rendementen er met elkaar vergeleken worden en over welke periode de resultaten getoond worden. In sommige gevallen worden er ‘appels met peren’ vergeleken en zegt de vergelijking daardoor weinig. Wanneer de AFM dergelijke vergelijkingen ziet, zal er uiteraard actie worden ondernomen. Meer informatie? Op deze website  is meer informatie te lezen over indextrackers. Hier vind je ook een samenvatting van een onderzoek van de AFM naar de informatieverstrekking over indextrackers. Deze samenvatting kan je ook gebruiken als je wilt beslissen of je wel of niet gaat beleggen in indextrackers. Terug naar  Inhoud Deelnemende Nederlandse banken doorstaan de Europese stresstest goed: Bron: DNB ING Bank, Rabobank, ABN AMRO en SNS Bank hebben onder toezicht van de Nederlandsche Bank (DNB) deelgenomen aan de stresstest van de European Banking Authority (EBA). Aan de Europese bankenstresstest namen in totaal 90 Europese banken deel. De vier Nederlandse banken die hebben deelgenomen aan de Europese bankenstresstest blijven alle ruim boven de minimumnorm, een core tier 1-kapitaalratio van 5,0 procent. De gemiddelde core tier 1-ratio van de vier banken  bedroeg per eind 2010 10,6 procent, en neemt in de stresstest af tot 9,4 procent. De Nederlandse bancaire sector komt daarmee sterk uit de Europese stresstest, ondanks een stevig stress-scenario. In de stresstest rekenden de banken een voorgeschreven stress-scenario door, om vast te stellen of zij daaruit voortvloeiende verliezen kunnen dragen. Dat is beoordeeld aan de hand van de core tier 1-ratio, een indicator van de solvabiliteit van banken waarin alleen kapitaal van de hoogste kwaliteit wordt meegeteld. In totaal schrijven de Nederlandse banken als gevolg van het scenario EUR 19 miljard van hun activa af, ongeveer een kwart van het core tier 1-kapitaal. Zij zijn het meest gevoelig voor verliezen op de commercieelvastgoedportefeuille. De rentes die de Nederlandse banken moeten betalen voor hun financiering, stijgen in het scenario voor alle banken met de helft of meer. Ondanks de substantiële impact van het stress-scenario blijven alle vier de banken in het scenario ruim voldoende gekapitaliseerd. De resultaten van de stresstest zijn grondig getoetst op juistheid, consistentie, en prudente doorrekening door zowel DNB als EBA. In hun eigen publicatie geven banken inzicht in hun individuele resultaten. Bovendien geven zij gedetailleerd inzicht in de omvang van de uitzettingen op de verschillende Europese landen, uitgesplitst naar verschillende typen portefeuilles (overheid, banken, consumenten, bedrijven en commercieel vastgoed). Verder publiceren zij hun bezit van staatsobligaties, gedifferentieerd naar land en looptijd. Methodologie en scenario De stresstest gaat uit van twee macro-economische scenario’s voor de jaren 2011 en 2012: een baseline en een adverse scenario, samengesteld door de ECB en de Europese Commissie. Het baseline scenario is gebaseerd op verwachtingen over economische groei per eind 2010. In het baseline scenario neemt de gemiddelde core tier 1-ratio van de banken toe tot 12,1 procent. Het fictieve adverse scenario vormt de kern van de stresstest, en houdt voor Nederland een twee jaar durende recessie in. Daarin loopt de werkloosheid fors op, terwijl tegelijkertijd huizen- en commercieelvastgoedprijzen dalen. De financieringskosten van banken stijgen in dit scenario door een vervlakkende rentecurve en oplopende spanningen op de interbancaire markt. Verder schrijft het scenario schokken voor op de handelsportefeuille van banken, en extra voorzieningen voor verliezen op overheids- en bankenuitzettingen in Europese landen. De deelnemende instellingen hebben de impact van dit stress-scenario op hun vermogen en resultaat doorgerekend met behulp van hun eigen modellen, waarna de berekeningen zijn getoetst door DNB en EBA. De test is uitgevoerd op basis van de geconsolideerde balans per ultimo 2010. Meer informatie over de gebruikte scenario’s en methodologie is openbaar en te vinden op de website van EBA. De resultaten van individuele banken in deze stresstest zijn hier terug te vinden Terug naar  Inhoud Uur van de waarheid: Bron: KBC Bank De problemen in Ierland, Portugal en Griekenland zijn in wezen een politieke kwestie, vermits de overheden van deze landen dankzij de internationale hulp voorlopig niet afhankelijk zijn voor hun financiering van de financiële markten. Voor Italië geldt dat echter niet. Bovendien is de markt voor Italiaanse overheidsobligaties de grootste van de EMU, waardoor een eventuele crisis catastrofale gevolgen zou hebben voor de EMU als geheel. Bovendien zijn de bestaande hulpfondsen wat hun omvang betreft absoluut niet in staat om Italië effectief te steunen. Om het helemaal erg te maken wordt Italië geleid door een premier met een eerder beperkte geloofwaardigheid. Nu de vertrouwenscrisis met Italië een kernland van de EMU heeft bereikt, is het uur van de waarheid voor de EMU aangebroken. De diverse hulppakketten waren tot nu toe noodoplossingen die enkel tijdelijk voor rust zorgden tot de volgende crisis uitbrak. Nu is echter een structurele oplossing nodig. Pas dan zal de geloofwaardigheid in het europroject weer terugkeren en zullen de financiële markten weer tot rust komen. Een dergelijke oplossing zou kunnen bestaan in het uitbouwen van een gemeenschappelijk begrotingsluik binnen de EMU, samen met de uitgifte van gemeenschappelijke euro-obligaties. Het ontstaan van een budgettaire naast de bestaande monetaire peiler zou een belangrijke constructiefout van de EMU wegwerken. Op termijn is voor deze piste geen alternatief. Zolang de EMU kwetsbaar blijft door de begrotingssituatie in individuele lidstaten is de EMU op termijn gedoemd om te mislukken. Terug naar  Inhoud Belangstellingsgroep(BG) Daytraders: Bron: Redactie Traders 'lijden' meestal een eenzaam bestaan. Interactie met andere traders doorbreekt die eenzaamheid en kan een verrijking zijn voor alles dat met traden te maken heeft. Wij zijn dan ook op zoek naar traders die af en toe samen willen komen om van elkaars ervaringen wijs te worden in een informele setting. Op dergelijke bijeenkomsten kan een trader zijn/haar werkwijze toelichten en is er ruimte voor inhoudelijke discussie waar alle deelnemers aan mee kunnen doen. Als blijkt dat diverse leden van de groep meer willen weten over een bepaald onderwerp dan kan men als groep ook een externe spreker uitnodigen die zaken specifieker kan toelichten. "Het lijkt ons erg leerzaam om een bepaald onderwerp dieper te kunnen doorgronden; in ieder geval voorbij het niveau van een introductie praatje." Ook onderwerpen zoals:     •     Money-management, traders-psychologie,     •     het maken van een trade-plan wat moet daar eigenlijk allemaal in staan?,     •     hoe kan ik afspraken met mij zelf maken tijdens het traden?,     •     waarom zou ik mijn trade-resultaten moeten bijhouden en wat kan ik daarvan leren? Allemaal zaken die bepalend zijn voor het succes van een trader en die zich prima lenen om sprekers uit te nodigen. Sterker nog: deze laatste zaken bepalen wellicht meer het succes van een trader dan een zogenaamde “super” entry middels een “systeem”. Kortom: er zijn veel interessante onderwerpen die traders heel goed kunnen helpen om succesvol te zijn/worden en te blijven, want wat is mooier dan (deels?)onafhankelijk te kunnen zijn met behulp van traden. Heeft u interesse om deel te nemen aan de BG Daytraders laat het ons dan via de mail weten. Terug naar  Inhoud Interesse om aan te sluiten bij de groep Noordbeleggen? Bron: Redactie Op 8 maart 2006 is in Noord Nederland een groep gebruikers van het beleggingsprogramma Vestics van start gegaan om zich individueel en collectief verder te verdiepen in de boeiende wereld van het beleggen. In eerste instantie was het doel om elkaar te ondersteunen bij het leren kennen en gebruik van Vestics beleggingssoftware. Inmiddels ondersteunen en informeren we elkaar op meerdere terreinen uit de beleggingswereld en HCC Beleggen doet ook een duit in het zakje. Wij doen we onze beleggingen op individuele basis. Onze groep bestaat momenteel uit zo’n tien leden (van enigszins gevorderd tot behoorlijk gevorderd op beleggingsgebied) en we komen zo’n vijf keer per jaar bijeen. Het zijn ‘interactieve’ bijeenkomsten waarin nieuwtjes en ervaringen onder het genot van een kopje koffie worden uitgewisseld. Onderwerpen als ervaring met broker software, handelssystemen, indicatoren, werking van opties/turbo's enz. komen aan bod Benieuwd geworden naar deze groep beleggers en de informele sfeer die de groep kenmerkt? Kom gerust eens een keer kijken of het iets voor je is. Volgende bijeenkomst op donderdag 4 augustus 2011 Naast het bespreken van het vaste onderwerp de 'echte' portefeuille, komende de volgende onderwerpen komen aan bod: De rode draad is, selecteren. • Selecteren van aandelen. • Selecteren van Opties. • Werking en selectie van Turbo's. • Selecteren van Beleggingsfondsen Voor meer informatie mail naar Ben Rietveld. Terug naar  Inhoud Regiogroep(RG) Noord Holland: Bron: Redactie Beleggen kan een lucratieve en fascinerende hobby zijn. Maar er zijn ook risico's aan verbonden. Kennis en vaardigheid zijn noodzakelijke voorwaarden voor duurzaam succes. Door bijeen te komen kunnen beleggers van elkaar leren. Daarnaast is bijeenkomen met gelijkgestemden een belangrijk ingrediënt voor gezelligheid. Wij zijn dan ook op zoek naar (beginnende) beleggers die deel willen nemen aan regionale bijeenkomsten in de provincie Noord Holland. Tijdens deze bijeenkomsten komen zowel algemenere thema’s (bijv. beleggingsmethodieken) alsook specifiek productgebruik (bijvoorbeeld beleggingspakketten) aan de orde. Heeft u interesse om deel te nemen aan de RG Noord-Holland laat het ons dan via de mail weten. Terug naar  Inhoud Zet alvast in uw agenda:  5 november 2011 57 ste HCC Beleggen Symposium Agenda Bron: HCC Beleggen redactie Terug naar  Inhoud | HCC beleggen Website | HCC beleggen Vacatures | Adverteren | Forum | Downloads  Disclaimer: Deze publicatie komt tot stand op de redactie van beleggersonline.nl de website van de HCC IG Beleggen. Noch de mate waarin de berichten, voorgestelde scenario’s, risico’s en voorspellingen de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De voorspellingen zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies. De schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur van de HCC IG Beleggen en/of de Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet aansprakelijk voor eventuele verliezen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren, behaalde resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de toekomst.

31 augustus 2011

...

Nieuwsbrief 20110901 Symp57-1

57-ste HCC Beleggen Symposium 5 november  2011 "Beleggen van crisis tot crisis" inhoud:    Symposium Bericht: 1 1 Beleggen van crisis naar crisis Beleggen in Edelmetaal door Wilbert Geers Grondstoffen: zenuwachtigheid op de markten => bruuske prijsschommelingen Eenvoudig zelf automatische handelssystemen bouwen! Interactieve workshop: “Investeren met een hefboom, vergroot uw beleggingskansen” Analist.nl Aanmelden en routebeschrijving Agenda Beleggen van crisis naar crisis Bron: HCC Beleggen Symposium organisatie Het lijkt er op dat we van de ene crisis in de andere belanden. Vanuit historisch perspectief bezien valt dat wel mee. In 2000 stond de AEX op circa 700 punten en in 2003 waren daar nog maar 250 punten van over. Vervolgens steeg de index tot ruim 550 punten in 2007, om vervolgens weer te dalen tot iets onder de 200 punten. Die indexstand werd in 2009 bereikt. In februari van dit jaar stond de index op 375 en zes maanden later 100 punten lager. Hebben we nu te maken met de veelgenoemde valutacrisis en/of schuldencrisis? Daar zijn de economen het nog niet over eens. Economisch gezien is er wel wat aan de hand, maar niet alle economische hobbels zijn direct als crisis te betitelen. Evenals we nog niet kunnen bepalen of we te maken hebben met een crisis weten we ook niet of het bij een daling van 100 punten blijft. Dat kunnen we achteraf pas vaststellen. Als de 275 punten de bodem is dan valt de daling historisch gezien wel mee, maar daardoor is het nog geen koersbeweging waar je als belegger op zit te wachten. Kortom, het zijn lastige tijden voor beleggers. Hoe kunnen we hierop anticiperen? Tijdens het 57ste HCC Beleggen Symposium met de titel "Beleggen van crisis naar crisis" zullen gerenommeerde sprekers u handvatten aanreiken om ook te beleggen in deze lastige periode, dus zorg dat u erbij bent en schrijf u snel in. De toegang is voor leden van HCC Beleggen gratis, niet-leden betalen bij binnenkomst een bijdrage in de administratiekosten van 15 euro. Zij kunnen ook lid worden van de HCC Beleggen waardoor de toegang gratis is. Terug naar  inhoud Beleggen in Edelmetaal Spreker: Wilbert Geers oprichter van Edelmetaal-info.nl Goud, en in mindere mate zilver, staan al enkele jaren in de belangstelling. Vooral de berichtjes over de “all time high” van goud en de daar aan gekoppelde gedachte dat goud in een bubbel verkeert zijn gemeen goed in de media. Controversieel is de berichtgeving over de drukte bij de goudhandelaren: iedereen schijnt z’n goud en zilver te willen verkopen. Goud omzetten in geld, alsof goud geen geld is. Alsof fiatgeld wel veilig is. Goud is al ruim 10 jaar in een bullmarket en sinds die tijd volgt de spreker het wel en wee van goud en zilver. Stond de goudprijs in 2000 nog op 273 dollar, onlangs hebben we een ‘all time high’ gezien van 1810 dollar. Dat is een winst van ruim 560%, wie doet goud na? De AEX en Dow Jones zeker niet. Overigens zilver wel: 700%! ETF’s, fysiek edelmetaal in baren of munten, turbo’s en speeders, mijnbouwaandelen? Ken je risico’s en begrijp wat je koopt. Deze spreekbeurt kan je startpunt zijn voor verder onderzoek! Terug naar  inhoud Grondstoffen: zenuwachtigheid op de markten =>  bruuske prijsschommelingen Bron: Dexia Bank Research Tussen 13 juli en 9 augustus zakte de CRB-index, die de prijs van 19 grondstoffen groepeert, met 9,5%. Nadien ging deze index terug wat naar omhoog. Zoals onderstaande tabel aangeeft, liep de evolutie van de verschillende grondstoffenprijzen erg uiteen. De edele metalen profiteerden van de zenuwachtigheid op de financiële markten. De beleggers vluchtten naar het goud, dat klom van de ene naar de andere recordprijs. De aanleiding was het erg onzekere financieel-economische klimaat: de schuldencrisis in de eurozone, de Amerikaanse ratingverlaging en naar beneden bijgestelde economische groeiverwachtingen. De langdurige monetaire status quo die de Federal Reserve op 9 augustus aankondigde en de interventies van de Zwitserse en de Japanse centrale banken om de appreciatie van hun munten te stoppen, deden de aantrekkelijkheid van het goud als beleggingsalternatief nog toenemen. Ten slotte duwden de omvangrijke aankopen van goud door een aantal centrale banken (192,3 ton in de eerste helft van 2011 versus 72,9 ton in de eerste helft van 2010) de goudprijs de voorbije maanden mee naar boven. Maar op 23 en 24 augustus leidden winstnemingen tot een bruuske en forse daling van de goudprijs (met 7,1%).  De graanprijzen gingen ook naar omhoog. Het Amerikaanse ministerie van Landbouw verlaagde in augustus zijn vooruitzichten voor de Amerikaanse maïsoogst, wegens de ongewone hitte en droogte in de “Corn Belt”. De stevige Chinese vraag naar Amerikaanse maïs maakte maïs ook duurder. Op wereldvlak zullen de graanvoorraden in 2011/2012 met 3,5% verminderen (nadat ze in 2010/2011 al met 7,9% gedaald waren), omdat de verwachte verbetering van de graanoogsten samenvalt met een alsmaar toenemende vraag. Energie en de industriële metalen werden de voorbije maanden opmerkelijk goedkoper, door het groeiende economische pessimisme. De prijs van ruwe olie (Brent) schommelde tussen 7 juli en 2 augustus in een erg nauwe marge (tussen 116 en 119 dollar per vat). Tussen 3 en 9 augustus dook de olieprijs naar omlaag (tot 102,6 dollar per vat), als gevolg van een hele reeks tegenvallende economische indicatoren, die aantonen dat de conjunctuur in de Verenigde Staten, Europa en de Aziatische groeilanden aan het afkoelen is. Vanaf 10 augustus steeg de olieprijs weer een beetje.   Waarschijnlijk zullen de olieprijzen tijdens de komende maanden opnieuw lager noteren. De vooruitzichten voor de groei van de wereldeconomie worden immers naar beneden bijgesteld en hierdoor zal ook de groei van de vraag naar ruwe olie verminderen. Het Internationaal Energie Agentschap (IEA) en de OPEC verwachten dat de wereldwijde vraag naar ruwe olie dit jaar maar met 1,4% zal toenemen, na een stijging met 2,7% in 2010. Volgens het IEA zal de groei van de vraag in 2012 versnellen tot 1,8%, onder meer omdat Japan kernenergie zal vervangen door energie uit fossiele brandstoffen. Maar het is erg waarschijnlijk dat deze groeiraming naar beneden zal moeten bijgesteld worden, door de mondiale afkoeling van de conjunctuur. Wat het aanbod betreft, is er geen tekort aan ruwe olie. In de Verenigde Staten dalen de commerciële olievoorraden (dus zonder de twee keer zo omvangrijke strategische olievoorraden) weliswaar sinds eind mei. Maar ze waren op 19 augustus nog steeds 5,6% groter dan begin januari. Ze lagen toen ook nog boven hun vijfjarige gemiddelde. De Amerikaanse benzinevoorraden zijn kleiner dan in dezelfde periode van vorig jaar (-6,3% op 19 augustus). Maar dat vormt geen probleem, omdat de vraag naar benzine, ondanks de vakantieperiode, ook geringer is dan een jaar geleden (-3,9% op 19 augustus). Ondertussen blijft de OPEC maand na maand meer olie oppompen. In juli was de productie van het oliekartel (inclusief Irak) de hoogste sinds december 2008, en dat ondanks het bijna volledig wegvallen van de Libische olieproductie. In juli haalde Libië amper 0,100 miljoen vaten olie per dag naar boven, tegenover 1,585 miljoen vaten in januari, vlak voor het uitbreken van de oorlog. Vooral Saoedi-Arabië, dat de grootste productiecapaciteit van de OPEC-landen heeft, verhoogt stelselmatig zijn productie: van 8,250 miljoen vaten per dag in december 2010 tot 9,400 miljoen vaten in juli 2011. De OPEC heeft immers geen belang bij overdreven hoge olieprijzen, omdat ze een bedreiging vormen voor de vraag naar petroleum en dus ook voor de inkomsten van de olieexporterende landen. De keerzijde van de medaille is dat de buffercapaciteit van de OPEC-landen (zonder Libië) slinkt: van 5,450 miljoen vaten per dag in december 2010 tot 3,585 miljoen vaten per dag in juli 2011. Indien de olieprijzen te sterk zouden dalen, kan de OPEC overgaan tot een verlaging van haar productie. De val van het regime van Kadhafi werd door de oliemarkten positief onthaald. Toch zal het nog lang duren (sommige specialisten spreken van twee tot drie jaar) voordat de Libische olieproductie terug op haar normale peil zal komen. Er moet immers een nieuwe regering gevormd worden die de stabiliteit en de veiligheid in het land verzekert, de buitenlandse investeerders moeten terugkeren, de schade aan de olie-infrastructuur moet hersteld worden, … Deze factoren beperken het dalingspotentieel van de petroleumprijzen. Het orkanenseizoen, dat momenteel aan de gang is in de Golf van Mexico, kan nog voor onaangename verrassingen zorgen. Bij eventuele zware stormschade aan de olieinfrastructuur in deze regio, kunnen de olieprijzen terug naar omhoog geduwd worden, aangezien 43% van de Amerikaanse olieraffinagecapaciteit zich in dit gebied bevindt. Ondanks de verwachte daling van de olieprijzen op korte termijn, zullen ze op heel lange termijn verder blijven stijgen. De vraag naar aardolie vanuit India en China zal blijven aanzwellen, wat samenhangt met hun industriële ontwikkeling en de exponentiële groei van hun voertuigenpark. De bestaande en gemakkelijk te exploiteren olievelden raken uitgeput. Japan zal in de toekomst voor zijn energievoorziening minder een beroep doen op kernenergie en meer fossiele energiebronnen moeten aanspreken, zoals aardolie, aardgas en steenkool. Grondstoffen zullen aantrekkelijk blijven voor speculanten, door de erg lage rentevoeten en door de bescherming die ze bieden tegen een zwakkere Amerikaanse dollar. Ten slotte zal de Arabische lente haar stempel op de olieprijzen blijven drukken. Indien de onrust naar SaoediArabië zou overslaan en er de olieproductie zou onderbreken, zijn de gevolgen voor de olieprijzen niet te overzien. Terug naar  inhoud Eenvoudig zelf automatische handelssystemen bouwen met multicharts Standhouder / Presentatie Lynx In deze presentatie wordt getoond hoe u als belegger op een simpele manier een eenvoudig automatisch handelssysteem maakt waarbij het plaatsen van de orders zonder uw tussenkomst direct uitgevoerd worden op het platform van Lynx. Er wordt hierbij gebruik gemaakt van de bekroonde handelssoftware van Multicharts. Multicharts Multicharts biedt handelssoftware aan waarbij u onder andere aan de slag kunt met zeer uitgebreide technische analyse en het backtesten, optimaliseren en automatisch uitvoeren van verschillende automatische handelsstrategieën. Dit programma wordt gekoppeld aan het Lynx handelsplatform zodat de orders direct naar de beurs gestuurd worden zonder tussenkomst van menselijke handelingen! Wie is Lynx?   • Lynx is in Nederland, België en Duitsland dé specialist in online beleggen • Lynx is door de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) verkozen tot goedkoopste broker • Beleggers Belangen heeft Lynx uitgeroepen tot beste broker van Nederland • Via Lynx heeft u direct online toegang tot meer dan 60 beurzen wereldwijd • Real-time koersen van Euronext, Amerika, olie en goud! Allemaal op 1 scherm • Supersnel orders inleggen met het revolutionaire 1-click trading Terug naar  inhoud Interactieve workshop: “Investeren met een hefboom, vergroot uw beleggingskansen”. Workshop Commerzbank Alles over hefboomproducten Tijdens de interactieve workshop “Investeren met een hefboom, vergroot uw beleggingskansen” van Commerzbank  wordt uitgebreid aandacht besteed aan de verschillende soorten hefboomproducten die momenteel beschikbaar zijn. Zo wordt bijvoorbeeld uitgelegd wat een Speeder is, hoe deze precies werkt, waar u Speeders voor kunt gebruiken maar ook waar u op moet letten als u investeert in een hefboomproduct. Naast Speeders heeft Commerzbank sinds enkele maanden ook Factor Certificaten in Nederland. Met Factor Certificaten profiteert u elke dag opnieuw van een vaste hefboom van 5. Het bijzondere aan een Factor Certificaat is dat het product geen stop loss-niveau heeft en het kan daarom dan ook niet gedeactiveerd worden. Ook de Factor Certificaten worden tijdens de workshop behandeld. Uitgelegd wordt hoe het kan dat deze producten een vaste hefboom bieden, wat er gebeurt als de onderliggende waarde een erg sterke beweging laat zien en waarom Factor Certificaten interessant voor u kunnen zijn. Daarnaast komen enkele overeenkomsten en verschillen tussen deze nieuwe generatie hefboomproducten en Speeders aan bod. Voor diegenen onder u die reeds (meer dan) bekend zijn met Speeders en Factor Certificaten en die wellicht interesse hebben in de wat geavanceerdere mogelijkheden die deze producten u kunnen bieden, zoals bijvoorbeeld het afdekken van risico op uw aandelenportefeuille, zijn wij aanwezig op het symposium met een stand. Onze medewerkers beantwoorden daar graag al uw vragen dus komt u gerust langs! Terug naar  inhoud Analist.nl Standhouder Analist.nl    Nieuws & Analyse Analist.nl biedt gratis overzichten van koop- en verkoopadviezen van Europese en Amerikaanse aandelen afgegeven door gerenommeerde (effecten)banken. Ook biedt Analist.nl inzicht in de behaalde rendementen op de afgegeven adviezen van deze instellingen. De koop- en verkoopadviezen worden de gehele dag door gevolgd en geupdate door een team van onafhankelijke researchers. Momenteel inventariseert Analist.nl een 700-tal aandelen uit de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, België, Duitsland, Nederland en Zwitserland. De informatie wordt gratis verspreid via de website www.Analist.nl en via een digitale nieuwsbrief welke wekelijks wordt verspreid. Wilt u zich gratis en vrijblijvend aanmelden voor deze nieuwsbrief, dan kan dat op de website. Analist.nl genereert haar inkomsten via advertenties die worden geplaatst op de website en in de nieuwsbrieven. Ratings · Aandelen Amsterdam       Alle Nederlandse ratings Terug naar  inhoud Aanmelden en routebeschrijving Een entreebewijs voor het HCC BeleggenSymposium kunt u  bestellen door u aan te melden via onze website: Klik hier om u aan te melden   Het HCC Beleggen Symposium wordt gehouden in: Scholengemeenschap Lek en Linge,  Multatulilaan 6, 4103 NR, Culemborg Bekijk ligging >> Laat de route zien in een nieuw venster Voer je postcode in: Terug naar  inhoud Agenda Bron: HCC Beleggen redactie Terug naar  inhoud | HCC beleggen Website | HCC beleggen Vacatures | Adverteren | Forum | Downloads  Disclaimer: Deze publicatie komt tot stand op de redactie van beleggersonline.nl de website van de HCC IG Beleggen. Noch de mate waarin de berichten, voorgestelde scenario’s, risico’s en voorspellingen de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De voorspellingen zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies. De schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur van de HCC IG Beleggen en/of de Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet aansprakelijk voor eventuele verliezen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren, behaalde resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de toekomst.

31 augustus 2011

...

Nieuwsbrief 20110601

inhoud:    HCC Beleggen Nieuwsbrief 20110601 Correctie grondstoffenprijzen Belangstellingsgroep(bg) Daytraders Invloed onrust Midden-Oosten op NL-handel gering Banken soepeler voor bedrijven, strenger voor hypotheken AFM wil dalende trend meldingen van marktmisbruik keren Wereldconjunctuur bevestigt expansie ECB-beleid te soepel Mongolië: het Saoedi-Arabië van Azië? Regiogroep(RG) Noord Holland Agenda Correctie grondstoffenprijzen: Bron: KBC Bank De voorbije maand ondergingen de grondstoffenprijzen, en de olieprijs in het bijzonder, een uitgesproken neerwaartse correctie.  Nadat de prijs per vat Brentolie eind april nog een nieuw hoogtepunt van 126 USD per vat had bereikt, daalde hij de daarop volgende dagen fors en fluctueert hij nu rond 112 USD per vat. Deze daling is vooral het gevolg van het wegvallen van een deel van de geopolitieke risicopremie die sinds begin van dit jaar in de olieprijs was geslopen door de onrust in Noord-Afrika en Arabië. We gaan er al geruime tijd van uit dat een olieprijs tussen 100 en 110 USD per vat fundamenteel overeenstemt met de kracht van de wereldconjunctuur en dat een eventuele risicopremie boven dat peil tijdelijk zou zijn en geleidelijk weer zou afnemen. De correctie van de olieprijs begin mei bevestigt dit scenario. Terug naar  Inhoud Belangstellingsgroep(BG) Daytraders: Bron: Redactie Traders 'lijden' meestal een eenzaam bestaan. Interactie met andere traders doorbreekt die eenzaamheid en kan een verrijking zijn voor alles dat met traden te maken heeft. Wij zijn dan ook op zoek naar traders die af en toe samen willen komen om van elkaars ervaringen wijs te worden in een informele setting. Op dergelijke bijeenkomsten kan een trader zijn/haar werkwijze toelichten en is er ruimte voor inhoudelijke discussie waar alle deelnemers aan mee kunnen doen. Als blijkt dat diverse leden van de groep meer willen weten over een bepaald onderwerp dan kan men als groep ook een externe spreker uitnodigen die zaken specifieker kan toelichten. Het lijkt ons erg leerzaam om een bepaald onderwerp dieper te kunnen doorgronden; in ieder geval voorbij het niveau van een introductie praatje. Ook onderwerpen zoals:     •     Money-management, traders-psychologie,     •     het maken van een trade-plan                wat moet daar eigenlijk allemaal in staan?,     •     hoe kan ik afspraken met mij zelf maken tijdens het traden?,     •     waarom zou ik mijn trade-resultaten moeten bijhouden en wat kan ik daarvan leren? Allemaal zaken die bepalend zijn voor het succes van een trader en die zich prima lenen om sprekers uit te nodigen. Sterker nog: deze laatste zaken bepalen wellicht meer het succes van een trader dan een zogenaamde “super” entry middels een “systeem”. Kortom: er zijn veel interessante onderwerpen die traders heel goed kunnen helpen om succesvol te zijn/worden en te blijven, want wat is mooier dan (deels?)onafhankelijk te kunnen zijn met behulp van traden. Heeft u interesse om deel te nemen aan de BG Daytraders laat het ons dan via de mail weten.  Terug naar  Inhoud Invloed onrust Midden-Oosten op NL-handel gering: Bron: DNB De onrust in het Midden-Oosten en Noord-Afrika brengt de toevoer van olie naar Nederland niet in gevaar. Nederland heeft vooral sterke handelsrelaties met politiek stabiele landen in deze regio. Daarom wordt de Nederlandse betalingsbalans nauwelijks beïnvloed door de politieke onrust. Olie-import Onze olie-import komt niet in gevaar door de politieke onrust in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Dat is een geheel andere situatie dan die van begin jaren zeventig, toen Nederland bijna volledig afhankelijk was van de Arabische olie. Vandaag de dag komt onze olie uit een breed scala landen: van Noorwegen tot Iran, van Rusland tot Nigeria (zie grafiek 1). Die geografische spreiding van olieleveranciers maakt Nederland minder kwetsbaar voor incidentele haperingen in de olietoevoer van een bepaald land. De toevoer van olie uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika komt overigens vooral uit landen waar momenteel geen politieke onrust heerst. Olieprijs De stijging van de olieprijs raakt de Nederlandse economie wel. Sinds midden 2010 jaar is de olieprijs in euro's met 40% gestegen; in dollars is de stijging nog veel groter (70%) vanwege de waardedaling van de Amerikaanse munt. De stijging begon medio vorig jaar vanwege de verbeterde vooruitzichten op economisch herstel, en de daardoor verwachte toenemende vraag naar olie. Daarbij kwam vanaf januari dit jaar de politieke onrust in meerdere landen van het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Dat stuwde de prijs verder omhoog. De aardbeving van Japan, dat meer olie moet importeren vanwege de problemen met de kerncentrales, deed er nog een schepje bovenop. De afgelopen dagen daalde de olieprijs echter scherp. Een stijgende olieprijs is om twee redenen geen goed nieuws. Ten eerste wakkert het de inflatie aan. Producenten krijgen te kampen met hogere productiekosten en zullen proberen om deze door te berekenen in hun prijzen. Het gevaar bestaat dat vervolgens 'tweederonde-effecten' optreden, omdat hogere prijzen kunnen leiden tot hogere looneisen. Ten tweede komt een hogere olieprijs de economische groei in landen die afhankelijk zijn van olie-importen niet ten goede. Aangezien ons land zeer sterk afhankelijk is van de wereldhandel – die nauw samenhangt met de groei van de wereldeconomie – kan de hogere olieprijs ook de economische groei van Nederland schaden. Export Onze handel loopt geen zware deuk op door de onrust in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. De export naar Noord-Afrika en het Midden-Oosten vormt 3% van de Nederlandse export. Het levert jaarlijks 12 miljard euro op: 9,5 miljard wordt verdiend aan de export van goederen als machines, chemische producten en voedingsproducten. Vooral de politiek onrustige landen hebben slechts een beperkte betekenis voor onze export (zie grafiek 2). Zo exporteert Nederland voor slechts 0,3 miljard euro naar Libië en voor een zelfde bedrag naar Tunesië. Alleen Egypte is een wat grotere afzetmarkt: aan dat land verkopen Nederlandse bedrijven voor 1,3 miljard euro aan goederen en diensten. De belangrijkste afnemers van Nederlandse waar in deze contreien zijn de meer stabiele landen, zoals de VAE, Saoedi-Arabië en Israël. Belangrijke importlanden voor Nederlandse bedrijven zijn vooral de olie-exporterende landen. Zo is de import uit Saoedi-Arabië 3 miljard euro waard. Voor Nederland is Libië met ruim 0,5 miljard euro het achtste importland in deze regio. Import De Nederlandse invoer van goederen en diensten uit het Midden-Oosten en Noord-Afrika bedraagt 14 miljard euro. Ruwe olie is het belangrijkste importproduct: Nederland haalt voor zo’n 8 miljard euro aan olie uit deze contreien. Verder voeren we onder andere chemische producten en landbouwproducten in. Ook hier geldt dat de import uit politiek onrustige landen in deze regio beperkt is. Terug naar  Inhoud Banken soepeler voor bedrijven, strenger voor hypotheken: Bron: DNB Een kleine meerderheid van de banken in Nederland heeft de acceptatiecriteria voor leningen aan bedrijven versoepeld. Dat blijkt uit de Bank Lending Survey over het eerste kwartaal 2011 (grafiek 1). Daarmee zetten de banken het prille begin van de versoepeling van de kredietvoorwaarden voort uit het vierde kwartaal. De banken geven aan dat de voortgaande versoepeling vooral geldt voor grote ondernemingen. Voor het MKB meldt men in het eerste kwartaal geen wijziging in het – eerder iets versoepelde – beleid te hebben aangebracht. Verder betreft de versoepeling zowel kortlopende als langlopende kredieten. Deze versoepeling tekent zich af tegen de achtergrond van een door geënquêteerde banken waargenomen afnemende maar nog steeds licht positieve groei van de kredietverlening aan bedrijven. De laatste gerealiseerde cijfers hierover laten dit beeld ook zien (stijging in maart met 2,1% ten opzichte van een jaar eerder, zie link hieronder naar grafiek kredietverlening aan bedrijven). Wel blijkt uit de enquête dat de banken niet ineens maar heel geleidelijk overgaan naar ruimere acceptatiecriteria. Hoewel de instellingen hun verscherpende beleid van de laatste drie jaar hebben verlaten, staan de meeste nog in de neutraalstand, terwijl een enkele bank enigszins versoepelt. Ter verklaring van de versoepeling geven banken aan dat de vermogenskosten en balansverhoudingen geen restrictie meer vormen in het acceptatiebeleid. Ook de eigen liquiditeitspositie wordt door hen niet als een beperkende factor voor de verstrekking van bedrijfsleningen gezien, maar ook nog niet als een stimulans. Voorts geven de banken aan dat de concurrentiedruk invloed heeft gehad op het kredietbeleid: netto een derde van de banken ervoer in het eerste kwartaal toenemende concurrentie van andere banken. Tot slot oordelen banken over de economische ontwikkeling in het eerste kwartaal van 2011 in meerderheid gunstiger dan over het kwartaal daarvoor; netto 29% meldt dat deze factor bijdroeg aan de gesignaleerde versoepeling (in het vierde kwartaal droeg deze factor nog in een negatieve zin bij aan het acceptatiebeleid). Banken geven in meerderheid (netto 43%) aan dat het minder strikte beleid samenging met een kleinere marge op gemiddelde bedrijfsleningen (tov. het vierde kwartaal). Dit gold vooral voor de marge op kredieten aan grote ondernemingen (netto 86% van de banken meldt dit). Ook melden banken enige versoepeling van onderpandseisen en looptijdvoorwaarden die zij aan grote ondernemingen stellen. Voor het eerst sinds de crisis in 2007 ziet een meerderheid van de banken een vraagstijging naar bedrijfskrediet. In het eerste kwartaal gaf netto 14% van de banken dat aan, waarbij de spreiding in de antwoorden groot is. Banken zeggen deze vraagstijging vooral waar te nemen bij grote ondernemingen (o.a. als gevolg van de toegenomen financieringsbehoefte van bedrijven ten behoeve van voorraden en werkkapitaal). Een vraagstijging naar krediet vanuit het MKB zeggen de banken in meerderheid nog niet waar te nemen. Woninghypotheken Netto een derde van de banken geeft aan de acceptatiecriteria voor woninghypotheken te hebben verscherpt in het eerste kwartaal (grafiek 2). Ter toelichting op deze verscherping bij hypotheken antwoordt netto 60% van de banken meer risico’s te zien wat betreft de vooruitzichten op de woningmarkt. De banken melden daarnaast hun voorwaarden voor de goedkeuring van hypothecaire leningen te hebben gewijzigd in de vorm van onder meer een lichte verhoging van de marges op risicovolle hypotheekleningen en iets zwaardere onderpandseisen in het eerste kwartaal. Verder vormden kredietvoorwaarden als Loan-to-Value ratio en de verhouding tussen inkomens en (woon)lasten van woningbezitters reden voor de banken om de teugels bij het verstrekken van nieuwe woninghypotheken wat aan te trekken. Net als in de afgelopen drie jaar het geval was constateren de banken ook in de eerste drie maanden van dit jaar een afnemende vraag naar woninghypotheken. Netto een derde deel van de banken geeft dit aan. De meeste banken wijzen hierbij op de vooruitzichten op de woningmarkt en het consumentenvertrouwen. Deze enquêtegegevens sluiten aan bij de sinds 2008 gehalveerde hypotheekgroei (maart 2011 3,3% ten opzichte van een jaar eerder), en vormen een weerspiegeling van de sterk afgekoelde huizenmarkt. Terug naar  Inhoud AFM wil dalende trend meldingen van marktmisbruik keren: Bron: xyz Het aantal meldingen van een redelijk vermoeden van marktmisbruik is sinds 2007 gedaald. Dat blijkt uit gegevens van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Om deze trend tegen te gaan heeft zij een enquête verstuurd naar een selectie van beleggingsondernemingen om meer inzicht te krijgen in de manier waarop deze beleggingsondernemingen met de meldingsplicht omgaan. Daarnaast heeft de AFM de European Securities and Markets Authority (ESMA) toezichthouders geraadpleegd om te kijken of er door collega-toezichthouders een vergelijkbare trend geconstateerd is.  Uit het onderzoek van de AFM blijkt dat de AFM in vergelijking met andere Europese toezichthouders relatief weinig meldingen van een vermoeden van handel met voorwetenschap of mogelijke marktmanipulatie ontvangt. Ook blijkt dat een beperkt aantal van de beleggingsondernemingen mogelijke misstanden meldt en 80 procent van deze meldingen van de grotere beleggingsondernemingen afkomstig zijn. Tot nu toe heeft de AFM (nog) geen meldingen van ondernemingen met minder dan 25 medewerkers ontvangen. Andere Europese toezichthouders blijken in vergelijking tot de AFM meldingen van een relatief groter aantal ondernemingen te ontvangen. De ontvangen meldingen zijn bij hen ook meer verspreid over ondernemingen van verschillende omvang.   Hoewel het aantal meldingen in de afgelopen drie jaar vooral door kleinere ondernemingen minder is dan de AFM had verwacht, is de kwaliteit van de ontvangen meldingen van een dusdanig hoog niveau dat deze zeer nuttig zijn voor het toezicht op marktmisbruik. Bovendien ervaart de AFM de medewerking van de meldende ondernemingen na het doen van een melding als zeer constructief. De hoge kwaliteit van de meldingen zou te maken kunnen hebben met het feit dat een ruime meerderheid van de respondenten op de enquête van de AFM de meldingsplicht structureel onder de aandacht van haar medewerkers brengt. 34 van de 79 deelnemers aan de enquête gaven aan de meldingsplicht specifiek onder de aandacht van hun medewerkers via trainingen of opleidingen te brengen. In deze groep die vooral uit middelgrote en grote instellingen bestaat, is vaker een actieve houding ten opzichte van de meldingsplicht te zien, die zich uit bijvoorbeeld in het periodiek trainen van de eigen medewerkers. Uit de enquête blijkt tevens dat deze ondernemingen vaker worden ondersteund door een aparte compliance afdeling die zorgt voor het naleven van onder meer de Wet op het financieel toezicht, waaronder de meldingsplicht valt. Bij kleinere instellingen wordt de meldingsplicht vaker passief onder de aandacht gebracht door bijvoorbeeld het opnemen in interne beleids- of complianceregels. Uit het onderzoek van de AFM blijkt vooral dat kennis en ervaring van de eigen medewerkers bepalend zijn voor het constateren van een redelijk vermoeden van marktmisbruik. Op basis van de resultaten uit de enquête heeft de AFM geconstateerd dat de combinatie van kennis over het beleggingsgedrag van de cliënt en kennis met betrekking tot de relevante wetgeving, leidt tot meer en kwalitatief betere meldingen van onregelmatigheden. Om mogelijke gevallen van marktmisbruik te kunnen herkennen, raadt de AFM ondernemingen aan de kennis van de eigen medewerkers op het gebied van marktmisbruik op peil te houden door bijvoorbeeld het geven van trainingen en/of het beschikbaar stellen van materiaal van de website van de AFM of ESMA (zie Regels over marktmisbruik). De meldingsplicht is van groot belang voor de eerlijkheid van de financiële markten. In bijna de helft van de onderzoeken van de AFM die in de periode tussen oktober 2005 en eind 2010 tot het doen van een aangifte wegens een overtreding van de marktmisbruik bepaling heeft geleid, lagen een of meer meldingen aan de AFM ten grondslag. Om eventuele handhaving wegens het niet melden van een redelijk vermoeden van marktmisbruik te voorkomen, raadt de AFM beleggingsondernemingen aan om bij twijfel het zekere voor het onzekere te nemen en te melden, dan wel contact op te nemen met de AFM. U kunt een uitgebreide samenvatting van het AFM onderzoek plus een aantal veel gestelde vragen hier downloaden. Terug naar  Inhoud Wereldconjunctuur bevestigt expansie: Bron: KBC Bank De sterke groeicijfers van het eerste kwartaal in alle belangrijke economische regio’s bevestigen de kracht van de huidige expansiefase. De geannualiseerde kwartaalgroei in de VS (1,8%), die op het eerste zicht wat tegenviel, werd neerwaarts vertekend door de tijdelijke daling van vooral de militaire overheidsuitgaven. Ook de kwartaalgroei van het bbp in de EMU in het eerste kwartaal was met 3,2% op jaarbasis stevig. Hierachter ging echter een groeiende divergentie tussen de kernlanden en de perifere economieën schuil. De groei in Duitsland, Frankrijk en België (respectievelijk 6,1%, 4,1% en 4,1% op jaarbasis) contrasteert schril met bijvoorbeeld de groei in Italië (0,4%) en de daling van de economische activiteit in Portugal met 2,8% op jaarbasis. De Griekse economie verraste dan weer positief met een kwartaalgroei van 3,2% op jaarbasis. Dit was echter in belangrijke mate een reactie op de zware negatieve groei in het vierde kwartaal van 2010 (-5,5% op jaarbasis). Ook in de opkomende economieën was er in het eerste kwartaal van een afkoeling van de groeidynamiek geen sprake. Zo kende de Chinese economie een kwartaalgroei van 10,4% op jaarbasis. Ondanks de herhaalde verhogingen door de centrale bank van de beleidsrente en de reservevereisten voor banken is nog van een zachte landing nog altijd geen sprake. Zolang de Chinese economie via de band van de Renminbi met de USD het extreem soepel Amerikaans monetair beleid importeert, is een noemenswaardige afname van de Chinese economische groei erg onwaarschijnlijk. Groei definitief zelfvoedend Intussen verdwijnen de laatste twijfels over het zelfvoedende karakter van de groeidynamiek. Vooral het feit dat de Amerikaanse arbeidsmarkt voor de derde maand op rij meer dan 200 000 banen in de private sector creëerde (268 000 banen in april), zal ertoe leiden dat de werkloosheidsgraad (op dit moment 9% van de beroepsbevolking) langzaam maar zeker zal dalen en zo de groei van de lonen en de particuliere consumptie ondersteunt. Het meer zelfvoedend karakter van de groei in de VS, maar ook in de EMU en zeker in de opkomende markten betekent dat hij minder kwetsbaar is voor de aankomende budgettaire saneringen in de ontwikkelde economieën en de verwachte verdere monetaire verkrappingen. Deze zullen allicht ten laatste begin 2012 ook in de VS beginnen. Het risicoscenario van een nieuwe recessie door het wegvallen van de beleidsstimuli kunnen we bijgevolg vrijwel zeker opbergen. Maar allicht minder sterk de komende kwartalen De ontwikkeling van de vertrouwensindicatoren wijst echter wereldwijd op een groeimatiging in de komende kwartalen, die consistent is met de meer mature fase van de conjunctuurcyclus. Indicatoren van het producentenvertrouwen zoals de ISM-index van de verwerkende nijverheid in de VS en de Duitse Ifo-indicator bevinden zich weliswaar nog altijd boven hun langetermijngemiddelde, maar zijn over hun hoogtepunt heen. De verwachte groeimatiging komt nog duidelijker tot uiting in de daling van de ISM-index van de dienstensector in de VS, de voorlopende component van de Duitse Ifo-indicator en het Chinese producentenvertrouwen. Terug naar  Inhoud ECB-beleid te soepel: Bron: KBC Bank Ondanks het feit dat de lagere olieprijs zal zorgen voor minder inflatiegevaar via hogere energiekosten, zal de inflatie in de EMU de komende maanden verder oplopen tot boven 3% als gevolg van statistische basiseffecten. In april bedroeg de jaarstijging van de consumptieprijzen nog 2,8%. Om te vermijden dat de hogere inflatie zich vertaalt in hogere inflatieverwachtingen en looneisen zal de ECB de komende maanden haar normalisatiebeleid voortzetten. Over een horizon van twaalf maanden verwachten we dat de beleidsrente 2% zal bedragen. De verwachte verdere verkrappingscyclus is gerechtvaardigd vermits het peil van de beleidsrente (1,25%) niet meer in lijn ligt met de huidige fase van de conjunctuur in de EMU. Volgens de zogenoemde Taylorregel, die rekening houdt met het huidige peil van de inflatie en de grootte van onbenutte economische capaciteit, zou het monetaire beleid in de EMU heel wat krapper moeten zijn en de beleidsrente zich nu in de buurt van 3% moeten bevinden.  Terug naar  Inhoud Mongolië: het Saoedi-Arabië van Azië?: Bron: redactie Basisgegevens Officiële landstaal Mongools Hoofdstad Ulaanbaatar Regeringsvorm Republiek Religie Boeddhisme 90%, sjamanisme,islam Oppervlakte 1.564.116 km² [1] (-% water) Inwoners 2.373.493 (2000)[2] 3.041.142 (2009)[3](1,9/km² (2009)) Overige Volkslied Bügd Nairamdakh Mongol Munteenheid tugrik (MNT) UTC +7 en +8[4] Nationale feestdag 11 juli Web | Code | Tel. .mn | MNG | 976 Topografie bron: Wikipedia      Zie ook:  CIA Factbook Met de opkomst van talrijke economieën van opkomende markten wordt door beleggers steeds gezocht naar nieuwe sterren aan het firmament. Na de BRIC landen en verschillende ‘Frontier Markets’ (kleinere economieën bijvoorbeeld Vietnam, Argentinië, Kenia), wordt Mongolië steeds vaker genoemd. Belangrijkste redenen zijn de rijkdom aan grondstoffen en de gunstige ligging. Beleggingsguru Marc Faber noemt Mongolië zelfs het mogelijke Saoedi-Arabië van Azië. Wat maakt Mongolië interessant voor beleggers? De groei die in ontwikkelde markten, waar China het bekendste voorbeeld van is, wordt gerealiseerd is onder andere afhankelijk van de mate waarin deze landen in hun grondstoffenbehoefte kunnen voorzien. China is al langere tijd bezig op mondiaal niveau haar grondstoffenbelangen veilig te stellen door het opkopen van mijnen en grond in bijvoorbeeld Afrika maar ook door het beperken van de export van de lokaal gewonnen zeldzame aardmetalen. Mongolië, buurland van China, kan in de toekomst op het vlak van grondstoffen een heel belangrijke rol gaan spelen. Gedurende de afgelopen jaren zijn er grote depots met grondstoffen als goud, koper, kolen en uranium gevonden in Mongolië.   De exacte omvang van deze voorraden laat zich moeilijk schatten omdat slechts een deel van dit enorme land is verkend. Mongolië blijkt één van de rijkste landen te zijn waar het gaat om grondstoffendepots. Ter illustratie: na Chili met 160 miljoen ton, heeft Mongolië als nummer twee met 36 miljoen ton de grootste koperreserves ter wereld. Voor uranium geldt hetzelfde: na Australië met 1,24 miljoen ton ’s werelds grootste, bekleedt Mongolië de tweede positie met een reserve van 1 miljoen ton. Ook de kolendepots zijn met ruim 162 miljard ton groot in omvang’. Lees meer op beleggersonline.nl Terug naar  Inhoud Regiogroep(RG) Noord Holland: Bron: Redactie Beleggen kan een lucratieve en fascinerende hobby zijn. Maar er zijn ook risico's aan verbonden. Kennis en vaardigheid zijn noodzakelijke voorwaarden voor duurzaam succes. Door bijeen te komen kunnen beleggers van elkaar leren. Daarnaast is bijeenkomen met gelijkgestemden een belangrijk ingrediënt voor gezelligheid. Wij zijn dan ook op zoek naar (beginnende) beleggers die deel willen nemen aan regionale bijeenkomsten in de provincie Noord Holland. Tijdens deze bijeenkomsten komen zowel algemenere thema’s (bijv. beleggingsmethodieken) alsook specifiek productgebruik (bijvoorbeeld beleggingspakketten) aan de orde. Heeft u interesse om deel te nemen aan de RG Noord-Holland laat het ons dan via de mail weten. Terug naar  Inhoud Zet alvast in uw agenda:  5 november 2011 57 ste HCC Beleggen Symposium Agenda Bron: HCC Beleggen redactie Terug naar  Inhoud | HCC beleggen Website | HCC beleggen Vacatures | Adverteren | Forum | Downloads  Disclaimer: Deze publicatie komt tot stand op de redactie van beleggersonline.nl de website van de HCC IG Beleggen. Noch de mate waarin de berichten, voorgestelde scenario’s, risico’s en voorspellingen de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De voorspellingen zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies. De schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur van de HCC IG Beleggen en/of de Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet aansprakelijk voor eventuele verliezen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren, behaalde resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de toekomst.

31 mei 2011

...

Nieuwsbrief 20110501

inhoud:    HCC Beleggen Nieuwsbrief 20110501 Brussel houdt vertrouwen in Griekenland Belangstellingsgroep(bg) Daytraders Overzicht Financiële Stabiliteit april 2011 Nederlands overschot op de lopende rekening hangt samen met spaaroverschot bedrijven Nederlandse huishoudens zetten spaargeld weer langer vast Wat wijzigt de UCITS IV richtlijn voor Nederlandse beleggingsinstellingen? Strengere eisen aan banken vergen economische offers Geldmarkt: de ECB zorgt voor een verrassing  HCC!linux Themadag op zaterdag 21 mei Regiogroep(RG) Noord Holland Agenda Brussel houdt vertrouwen in Griekenland Bron: Analist.nl De Europese Commissie twijfelt niet aan de wil van de Griekse regering om haar overheidsfinanciën op orde te krijgen. De regering in Athene heeft onlangs ''ambitieuze'' maatregelen aangekondigd om het begrotingstekort terug te dringen en is bovendien van plan voor 50 miljard euro aan overheidsbelangen te privatiseren. De woordvoerder van eurocommissaris Olli Rehn (Monetair Beleid) heeft dat dinsdag gezegd in reactie op nieuwe cijfers van Eurostat. Daaruit blijkt dat het Griekse financieringstekort vorig jaar 10,5 procent van het bruto binnenlands product bedroeg, terwijl op 9,5 procent was gerekend. Cijfers De woordvoerder onderstreepte dat de cijfers van Eurostat overeenstemmen met de gegevens die Athene had aangeleverd. Daaruit blijkt dat de Griekse cijfers, anders dan in het verleden, betrouwbaar zijn. De zegsman wees er ook op dat het Griekse tekort in 2009 nog ruim 15 procent bedroeg. Speculeren over extra maatregelen die de Griekse regering zou kunnen treffen, noemde hij ''prematuur''. Griekenland  Griekenland kreeg vorig jaar noodleningen toegezegd van in totaal 110 miljard euro door de eurolanden en het Internationaal Monetair Fonds. Het heeft beloofd zijn begrotingstekort in 2014 onder de EU-limiet van 3 procent te brengen. Dat het tekort over 2010 hoger uitvalt dan verwacht, wijt Athene aan de zware economische inzinking waarmee het land kampt. EU-president Herman Van Rompuy ontkende dinsdag in de Belgische krant De Standaard dat er een herschikking van de Griekse schuld ophanden is, waardoor de schuldeisers naar een deel van hun geld zouden kunnen fluiten. Van Rompuy vindt dat Griekenland de tijd moet krijgen om zijn schulden weg te werken. Terug naar  Inhoud Belangstellingsgroep(BG) Daytraders: Bron: Redactie Traders 'lijden' meestal een eenzaam bestaan. Interactie met andere traders doorbreekt die eenzaamheid en kan een verrijking zijn voor alles dat met traden te maken heeft. Wij zijn dan ook op zoek naar traders die af en toe samen willen komen om van elkaars ervaringen wijs te worden in een informele setting. Op dergelijke bijeenkomsten kan een trader zijn/haar werkwijze toelichten en is er ruimte voor inhoudelijke discussie waar alle deelnemers aan mee kunnen doen. Als blijkt dat diverse leden van de groep meer willen weten over een bepaald onderwerp dan kan men als groep ook een externe spreker uitnodigen die zaken specifieker kan toelichten. Het lijkt ons erg leerzaam om een bepaald onderwerp dieper te kunnen doorgronden; in ieder geval voorbij het niveau van een introductie praatje. Ook onderwerpen zoals:     •     Money-management, traders-psychologie,     •     het maken van een trade-plan                wat moet daar eigenlijk allemaal in staan?,     •     hoe kan ik afspraken met mij zelf maken tijdens het traden?,     •     waarom zou ik mijn trade-resultaten moeten bijhouden en wat kan ik daarvan leren? Allemaal zaken die bepalend zijn voor het succes van een trader en die zich prima lenen om sprekers uit te nodigen. Sterker nog: deze laatste zaken bepalen wellicht meer het succes van een trader dan een zogenaamde “super” entry middels een “systeem”. Kortom: er zijn veel interessante onderwerpen die traders heel goed kunnen helpen om succesvol te zijn/worden en te blijven, want wat is mooier dan (deels?)onafhankelijk te kunnen zijn met behulp van traden. Heeft u interesse om deel te nemen aan de BG Daytraders laat het ons dan via de mail weten.  Terug naar  Inhoud De Nederlandsche Bank publiceert het Overzicht Financiële Stabiliteit april 2011 Bron: DNB Europese schuldencrisis blijft grootste bedreiging voor financiële stabiliteit - Groei opkomende economieën drijft grondstoffenprijzen en inflatierisico op - Opkomende handel in grondstofderivaten kan tot plotselinge verliezen leiden. Deze en andere boodschappen zijn te vinden in het vandaag gepubliceerde halfjaarlijkse Overzicht Financiële Stabiliteit van De Nederlandsche Bank (DNB). Met dit overzicht beoogt DNB de financiële stabiliteit in Nederland te bevorderen door middel van monitoring en identificatie van de belangrijkste risico’s voor het financiële systeem. De Europese schuldencrisis blijft de grootste bedreiging voor de stabiliteit van de Nederlandse financiële sector. Het samenspel met andere factoren vergroot de risico's. Zo blijven verschillen tussen eurolanden toenemen, bijvoorbeeld in concurrentiepositie. Daarnaast blijft het risico aanwezig dat financiële instellingen worden geraakt door verdere prijsdalingen op Europese vastgoedmarkten. Op de Nederlandse kantorenmarkt dreigt bijvoorbeeld structurele leegstand. Om te voorkomen dat verliezen verborgen blijven, is het belangrijk dat banken, verzekeraars en pensioenfondsen transparant zijn over hun investeringen in vastgoed en in landen die door de schuldenproblematiek zijn getroffen. Tevens moet de waarde van deze investeringen voorzichtig genoeg worden ingeschat. De vooruitzichten voor de wereldeconomie zijn de afgelopen maanden verbeterd. Door het economische herstel zijn de kapitaalbuffers van financiële instellingen aangesterkt. Het blijft echter belangrijk dat zij hun buffers verder versterken om minder kwetsbaar te worden voor nieuwe schokken. Dit zal ook worden afgedwongen door de internationaal overeengekomen strengere regelgeving, waaronder de Bazel III normen voor banken, en extra eisen aan systeemrelevante instellingen. Deze regelgeving wordt de komende jaren ingevoerd. Het economische herstel, dat deels wordt gedreven door sterke groei in opkomende economieën, gaat gepaard met stijgingen van grondstoffenprijzen en toenemende inflatiedruk. Sommige financiële instellingen proberen te profiteren van de ontwikkelingen op grondstoffenmarkten, waarbij de opkomst van complexe producten en handelsstrategieën een risico vormt als de huidige trend plotseling keert. Tevens is door de recente economische ontwikkelingen de kans op renteschokken toegenomen. Een plotselinge stijging van de marktrente zou Nederlandse huishoudens, banken en de overheid treffen. Nederlandse huishoudens zijn hier de laatste jaren kwetsbaarder voor geworden doordat de totale uitstaande hypotheekschuld is opgelopen. Het hele rapport is te zien op de site van de DNB:   Terug naar  Inhoud Nederlands overschot op de lopende rekening hangt samen met spaaroverschot bedrijven: Bron: DNB Het nationale spaaroverschot van Nederland, dat tot uiting komt in het overschot op de lopende rekening, is grotendeels gelokaliseerd bij niet financiële bedrijven. Sinds het uitbreken van de eurocrisis staan de onevenwichtigheden binnen de EMU in de schijnwerpers. De landen met tekorten op de lopende rekening van de betalingsbalans zijn relatief hard geraakt door de financiële crisis, terwijl landen met een overschot op de lopende rekening (zoals Nederland) de crisis relatief goed zijn doorgekomen. Het Nederlandse overschot op de lopende rekening hangt vooral samen met de internationalisering van het bedrijfsleven. Het nationale spaaroverschot is sinds de eeuwwisseling grotendeels gelokaliseerd bij de niet-financiële bedrijven. Verder heeft ook de daling van het begrotingstekort van de overheid sinds begin jaren negentig bijgedragen aan het overschot. De veelgehoorde redenering dat het spaaroverschot dankzij de hoge pensioenbesparingen vooral bij huishoudens gelokaliseerd is, is niet correct. Het spaaroverschot van huishoudens is sinds de eeuwwisseling nihil. Sinds begin jaren negentig is het overschot op de lopende rekening in Nederland opgelopen door een toenemend uitvoeroverschot van goederen en diensten. De lopende rekening van de betalingsbalans geeft een overzicht van de belangrijkste transacties van een land met het buitenland. Daarbij gaat het om de ex- en import van goederen en diensten maar bijvoorbeeld ook om betalingen van salarissen, dividenden en rente van en naar het buitenland. Het Nederlandse lopende rekeningoverschot behoort nu tot de hoogste in het eurogebied. In het eurogebied en de G20 wordt momenteel gesproken over hoe de mondiale onevenwichtigheden in te dammen. Daarbij speelt ook de vraag in welke mate landen met een overschot op de lopende rekening – zoals Nederland - hun economisch beleid zouden moeten aanpassen. Volgens DNB is dit alleen wenselijk als duidelijk is dat de onbalans samenhangt met een onderliggende economische verstoring. In landen als Spanje, Portugal, Ierland en Griekenland hangen de omvangrijke tekorten op de lopende rekeningen samen met langdurige verslechteringen in hun concurrentieposities, waardoor de export relatief duurder en de import goedkoper werd. De loonontwikkeling liep in deze landen lange tijd uit de pas met de productiviteitsontwikkeling. Volgens dezelfde redenering kan een overschot op de lopende rekening samenhangen met een te gematigde loonontwikkeling. In Nederland is hier echter geen sprake van geweest. De prijsconcurrentiepositie van Nederland is ten opzichte van de tweede helft van de jaren 90 juist verslechterd, met name ten opzichte van ontwikkelde landen buiten het eurogebied. Het externe overschot van Nederland is per definitie gelijk aan het saldo van inkomens en bestedingen, ofwel het spaarsaldo. Anders gezegd: Nederland heeft een overschot op de lopende rekening omdat het in totaliteit meer verdient dan het besteedt, m.a.w. het heeft een positief nationaal spaarsaldo. Dit biedt een ander perspectief om tegen het externe overschot aan te kijken. Het spaarsaldo wordt berekend door de investeringen af te trekken van de besparingen. Wanneer we het nationale spaarsaldo uitsplitsen naar het spaarsaldo van de verschillende economische sectoren (bedrijven, overheid en gezinnen) kunnen we achterhalen hoe het overschot op de lopende rekening (dus het nationale positieve spaarsaldo) is opgebouwd. Uit de bijgaande grafiek blijkt dat er een significante stijging in het spaarsaldo van Nederlandse niet-financiële bedrijven heeft plaatsgevonden. Het spaarsaldo van bedrijven is toegenomen door een combinatie van aanzienlijk hogere bedrijfsbesparingen en wat lagere binnenlandse investeringen. De investeringen van Nederlandse bedrijven in het buitenland zijn in deze periode juist sterk toegenomen. Er zijn echter geen aanwijzingen dat er iets mis is het Nederlandse investeringsklimaat. In tegendeel, Nederland scoort doorgaans zeer goed op de internationale ranglijsten voor het investeringsklimaat en de Nederlandse arbeidsmarkt floreert. De hogere netto investeringen in het buitenland hangen waarschijnlijk samen met het internationaliseren van het bedrijfsleven sinds de jaren negentig. De mogelijkheden voor buitenlandse investeringen zijn in deze periode steeds groter geworden. Dit hangt samen met technologische ontwikkelingen (zoals in de ICT), met het tot stand brengen van vrij kapitaalverkeer in de EU in 1990 en het verdwijnen van wisselkoersrisico met het invoeren van de euro in 1999. Verder heeft ook de daling van het begrotingstekort (negatieve spaarsaldo) van de overheid bijgedragen aan de stijging van het nationale spaaroverschot. Het begrotingstekort is in de jaren negentig sterk gedaald in aanloop naar de EMU. Ook na de vorming van de EMU is het begrotingstekort initieel relatief laag gebleven, in lijn met de afspraken in het Stabiliteits- en Groeipact. De veelgehoorde redenering dat het spaaroverschot dankzij de hoge pensioenbesparingen vooral bij huishoudens gelokaliseerd is, is niet correct. Het spaaroverschot is sinds de eeuwwisseling immers nauwelijks meer gelokaliseerd bij de huishoudens. Ook als de verplichte pensioenbesparingen worden meegerekend, liggen de totale besparingen van Nederlandse huishoudens al geruime tijd onder die van het eurogebied. Sinds midden jaren negentig zijn Nederlandse huishoudens meer hypotheekleningen aangegaan. Dit hangt deels samen met de stijgende huizenprijzen en de versoepeling van hypotheekvoorwaarden in de jaren negentig. Hierdoor werd het makkelijker om overwaarde van de eigen woning te verzilveren. De consumptie kon zodoende meer toenemen dan het besteedbaar inkomen, waardoor de besparingen daalden. Bovendien zijn huishoudens meer gaan investeren in hun eigen huis. Het spaaroverschot van huishoudens is sinds de jaren negentig dan ook gestaag afgenomen en schommelt het afgelopen decennium rond de nul. Terug naar  Inhoud Nederlandse huishoudens zetten spaargeld weer langer vast: Bron: DNB In het eerste kwartaal van 2011 hebben Nederlandse huishoudens voor EUR 2,5 miljard aan spaargeld voor langere tijd vast gezet. Het vastzetten van het spaargeld ging voor een groot deel ten koste van het eenvoudig opneembaar spaargeld, waarvan ruim EUR 2 miljard werd opgenomen. Deze switch naar vaststaand spaargeld kan zijn ingegeven door het licht oplopende renteverschil tussen beide spaarvormen. Bovendien lijken huishoudens sinds november 2010 minder moeite te hebben met het feit dat ze een tijdje niet bij hun geld kunnen. Het gaat hierbij om besparingen van huishoudens bij Nederlandse banken, exclusief de besparingen voor de oude dag onder beheer van pensioenfondsen en levensverzekeraars. In 2007 en 2008 hadden huishoudens onder invloed van de toen sterk oplopende rente op vaststaand spaargeld ook al veel geld voor langere periodes op deposito geplaatst. Destijds liep dat bedrag zelfs op van ruim EUR 20 miljard naar bijna EUR 100 miljard. Zo ver is het momenteel nog niet, mogelijk is daarvoor het verschil tussen de rente op beide manieren van sparen nog niet groot genoeg. In maart 2011 stond ongeveer EUR 35 miljard aan spaargeld vast. In het eurogebied is geen sprake van een grotere tendens richting het vaststaande spaargeld, maar in de muntunie wordt in het algemeen al meer geld voor langere perioden vastgezet. De huishoudens van het gehele eurogebied hebben gezamenlijk ongeveer EUR 3.500 miljard aan spaargeld waarvan ongeveer de helft voor langere tijd vast staat. De Nederlandse huishoudens hebben EUR 300 miljard aan spaargeld en hiervan staat iets meer dan 10% vast. Als we kijken naar de afzonderlijke landen dan hebben Belgische en Italiaanse huishoudens procentueel ongeveer net zoveel geld op deposito geplaatst als Nederlandse. De grootste spaarlanden van het eurogebied, Duitsland en Frankrijk, hebben respectievelijk EUR 950 miljard en EUR 800 miljard aan spaargeld waarvan in beide landen ongeveer 35% voor langere tijd vast staat. Terug naar  Inhoud Wat wijzigt de UCITS IV richtlijn voor Nederlandse beleggingsinstellingen? Bron: AFM Vanaf 1 juli 2011 moet de UCITS IV richtlijn geïmplementeerd zijn in de Nederlandse wet- en regelgeving. UCITS (de regelgeving voor beleggingsinstellingen met een Europees paspoort) wordt op een aantal punten aangepast, voornamelijk om grensoverschrijdend verkeer gemakkelijker te maken en om consumenten beter te informeren:   •   •   •   •   • er komt een beheerderspaspoort grensoverschrijdende fusies worden makkelijker de master-feeder constructie wordt ook voor UCITS mogelijk de notificatie wordt eenvoudiger er komt een nieuwe Financiële Bijsluiter (Essentiële Beleggersinformatie) In Nederland zal de Essentiële Beleggersinformatie voor alle gereguleerde beleggingsinstellingen gelden, dus ook voor niet-UCITS. De Essentiële Beleggersinformatie komt meer tegemoet aan de wens van consumenten om een beknopter document met minder disclaimers. Het lijkt daarin op de Financiële Bijsluiter die we in Nederland kennen voor andere complexe producten. Een voorbeeld vindt u op de website van ESMA (de samenwerking van toezichthouders in Europa). Voor bestaande beleggingsinstellingen geldt een overgangstermijn van een jaar. Uiterlijk 1 juli 2012 moeten alle beleggingsinstellingen de nieuwe Essentiële Beleggersinformtie beschikbaar hebben. De AFM is volop bezig om zich op deze richtlijn voor te bereiden. Zo worden bijvoorbeeld de procedures rond notificatie en de uitwisseling van informatie daarbij met buitenlandse toezichthouders aangepast. In de Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen worden de regels voor de Financiële Bijsluiter voor beleggingsinstellingen geschrapt, omdat de regels voor de Essentiële Beleggersinformatie per Europese verordening rechtstreeks gelden. De AFM is verder nauw betrokken bij de invulling van bepalingen waarvoor ESMA bindende regels kan stellen. Dit gaat dan bijvoorbeeld over de berekening van de nieuwe risico-indicator in de Essentiële Beleggersinformatie of het vaststellen van de toepassing van de beleggingsrestricties voor UCITS bij bijzondere financiële instrumenten. Via de AFM-website wordt u de komende tijd op de hoogte gehouden van de invoering van UCITS IV.  Terug naar  Inhoud Strengere eisen aan banken vergen economische offers: Bron en lees meer: MeJudice.nl Nieuwe eisen aan de kapitaalbuffers van banken brengen forse extra kosten met zich mee. Deze hoge kosten vormen een rem op het economisch herstel, stellen Rabobank-economen Wim Boonstra en Nicole Smolders. Zij schrijven dat Arnoud Boot en Rens van Tilburg dit feit over het hoofd zien in hun recente MJ-artikel over Basel III, het nieuwe pakket reguleringen voor banken. Basel III is een stap vooruit, maar vormt een sterk onderschatte kostenpost voor het bankwezen en de economie. Nieuwe eisen aan banken hebben ook kosten en nadelen Arnoud Boot en Rens van Tilburg geven in hun MJ-artikel ‘Juist risicovolle banken zijn dure banken’ een prikkelende visie op het bankwezen. Op hoofdlijnen zijn wij het eens met hun analyse. De financiële crisis heeft aangetoond dat het toezicht op banken niet afdoende is geweest. Het stelsel van schaduwbankieren via ‘special purpose vehicles’ bleek een bron van instabiliteit. De vermogensposities van veel banken bleken in de praktijk aanmerkelijk zwakker dan door de gepubliceerde BIS-ratio’s werd gesuggereerd. De komst van het nieuwe toezichtkader (Basel III) is alleen al om die reden een belangrijke stap vooruit. Hoewel men op onderdelen van mening kan verschillen of Basel III afdoende zal zijn, mag worden verwacht dat na invoering banken zwaarder en kwalitatief beter gekapitaliseerd zullen zijn (Basels Comité voor Bankentoezicht, 2010a en b;  Smolders, 2011). Toch kleven er aan de invoering van Basel III (aangevuld met andere ingrepen van overheidswege) ook kosten en nadelen, die in de discussie te weinig aandacht krijgen omdat deze zich vooral richt op de lange termijn beoogde voordelige effecten van Basel III. Ook Boot en Van Tilburg (BT) lijken deze kosten en nadelen te onderschatten. Waar banken tegenwerpen dat de vereiste zwaardere kapitalisatie leidt tot oplopende kosten als gevolg van deze maatregelen, werpen BT tegen dat zwaarder gekapitaliseerde banken zich als gevolg van hun verbeterde risicoprofiel juist goedkoper zullen kunnen financieren. Met deze stellingname gaan zij voorbij aan twee zaken. Ten eerste mag het zo zijn dat zwaarder gekapitaliseerde banken zich goedkoper kunnen funden, maar eerst moeten banken de komende jaren zien dat zij aan de gevraagde solvabiliteitsvereisten voldoen. En de route naar stevigere kapitaalbuffers zal allesbehalve kosteloos zijn. Ten tweede gaan BT voorbij aan het feit dat Basel III niet alleen gaat over zwaardere solvabiliteitsvereisten, maar dat er ook aanvullende liquiditeitsvereisten zijn gesteld. Die hebben een eigenstandige invloed op de rentabiliteit en fundingkosten van de betrokken banken. Wim Boonstra Rabobank Nicole Smolders Rabobank Referenties Barth, J.R., G. Caprio Jr. & R. Levine (2004), Bank regulation and supervision: what works best?, Journal of Financial Intermediation, 13 (2), 205-248. Basels Comité voor Bankentoezicht (2010a), Basel III: A global regulatory framework for more resilient banks and banking systems, 16 december. Basels Comité voor Bankentoezicht (2010b), Basel III: International framework for liquidity risk measurement, standards and monitoring, 16 december. Basels Comité voor Bankentoezicht (2010c), Results of the comprehensive quantitative impact study, 16 december 2010. DNB (2010), Overzicht Financiële Stabiliteit in Nederland, november, nr. 12. IMF (2011), Global Financial Stability Report, april 2011. Smolders (2011), Basel 3: Stevig maar realistisch, Bank- en Effectenbedrijf, januari/februari. Terug naar  Inhoud Geldmarkt: de ECB zorgt voor een verrassing: Bron: Dexia De  Fed geeft de indruk ontspannen toe te kijken op de conjunctuurverbetering, de opflakkering van de inflatie en de sterke stijging van de olieprijs. Hij gaat onverstoorbaar voort met zijn massale obligatieaankopen, want eigenlijk kan hij moeilijk terug. Uit de verklaring die de centrale bank na afloop van haar vergadering medio maart aflegde, kan men geen versnelde verhoging van de basisrente in de komende maanden afleiden. Terwijl de Fed gewoonlijk vooral aandacht besteedt aan de evolutie van de werkloosheid en de inflatie, merkt hij in zijn mededeling op dat de werkloosheid hoog en de kerninflatie laag blijft. De gerustgestelde markten verwachten trouwens geen snelle renteverhoging. Dat blijkt uit de evolutie van de IRSrente op 2 jaar, die de evolutie van de basisrente voor ongeveer het komende jaar voorspelt. Nochtans vormen de prijsexplosie van de ruwe olie en de onzekere vooruitzichten ervan (hoe zal de politieke crisis in de Arabische landen evolueren? Wordt Saoedi-Arabië de volgende in de rij?) een groot probleem voor de centrale banken. Want • de economische heropleving is maar zwakjes, rekening houdend met de diepte van de voorbije recessie. De werkloosheid begint nog maar net te dalen en dan nog vanop een heel hoog niveau. De banken zijn hun wonden nog aan het likken en een nieuwe recessie is helemaal niet denkbeeldig (laag consumentenvertrouwen, aanhoudende massale inbeslagnemingen van gebouwen, nieuwe daling van de vastgoedprijzen). Het is dus te vroeg om de basisrente op te trekken. • anderzijds zou een ontsporende inflatie wel eens hardnekkig kunnen blijken, als de Fed later toch nog besluit ze aan te pakken. Dan zal de Fed misschien wel verplicht zijn om de rente drastischer te verhogen. Als de olieprijzen hun opmars nog lang voortzetten, kan de geloofwaardigheid van de Fed in het gedrang komen, wat hem wellicht ertoe zal aanzetten om het geweer van schouder te veranderen. Waarschijnlijk zal de centrale bank zich niet al te veel zorgen maken zolang de inflatie niet duurzaam boven 2,5% uitstijgt (tegen 2,2% nu). Boven die grens, zal ze misschien een andere taal aanslaan en de markten enkele maanden respijt geven om zich voor te bereiden op een hogere basisrente (de Fed heeft niet de gewoonte om voor verrassingen te zorgen). Een eerste verhoging is wellicht voor de lente van 2012 of misschien zelfs voor het einde van 2011. De verklaring die de voorzitter van de ECB aflegde na de vergadering van begin maart, heeft de markten verrast. Ze hadden immers niet gedacht dat JC Trichet een renteverhoging zou aankondigen en dan nog wel voor volgende maand al. De economie boert beter dan enkele maanden geleden nog verwacht werd en de onverwachte opflakkering van de inflatie levert problemen op. In februari liep ze op tot 2,4 %, waarmee de norm van 2 % die de ECB hanteert, werd overschreden. Als de olieprijs blijft stijgen, zal de inflatie waarschijnlijk nog verder klimmen. Ten slotte hebben de massale kapitaalinjecties van de westerse centrale banken de oververhitting van de opkomende economieën gevoed. Die oververhitting wakkert op haar beurt de inflatie in het Westen aan en de ECB wil dat spel niet langer meespelen. Logisch dus dat de ECB haar basisrente niet langer op het uitzonderlijk lage niveau van 1% wenst te houden. Ook politieke motieven kunnen een rol spelen, nu deze instelling zich opmaakt om van voorzitter te veranderen: ze wil bewijzen dat ze, wat inflatie betreft, onvermurwbaar zal blijven, ongeacht de nationaliteit van haar volgende voorzitter. Deze verklaringen hebben de euro omhooggeduwd, waardoor de ingevoerde inflatie (ook die welke te wijten is aan de ruwe olie) enigszins verminderd wordt. Na die vergadering, is de euribor als reactie geklommen van 1,10% op 2 maart naar 1,19% op 23 maart. De IRSrente op 2 jaar, een voorbode van de evolutie van de basisrente op middellange termijn, is intussen gestegen van 2,12% tot 2,26%. JC Trichet heeft de impact van zijn woorden echter afgezwakt, door eraan toe te voegen dat de eerstvolgende renteverhoging waarschijnlijk niet de eerste in een reeks wordt. De ECB zal ook haar onbegrensde inbreng van middelen in de banken verlengen tot ten minste midden juli. De financiering bij de ECB is immers van vitaal belang voor veel banken van de perifere landen die moeilijk toegang hebben tot de financiële markten. Een verlenging van die steun is niet onverzoenbaar met een beleid van verhogingen van de basisrente. De ECB staat voor een moeilijke opdracht:   • enerzijds kent de Duitse economie een krachtige groei, die misschien nog versterkt zal worden door een heel lage basisrente. Dat zou op middellange termijn in dit land tot een oververhitting kunnen leiden. De ECB zal haar basisrente over enkele maanden dus optrekken. • Anderzijds zitten de perifere economieën in het slop. Sommige kampen met een zware recessie, zodat de ECB herstelmaatregelen zal moeten nemen. Een renteverhoging in april is niet zeker. De markten lijken er niet vast van overtuigd. Want indien ze zouden verwachten dat de basisrente begin volgende maand 1,25% zal bedragen, dan zou de euribor op 3 maanden (momenteel 1,19%) al boven de 1,25% moeten liggen. De markten denken eerder aan een renteverhoging in mei. De ramp in Japan zou de ECB er trouwens toe kunnen aansporen om haar beslissing uit te stellen. Nog vóór het einde van het jaar zal de ECB haar reporente in drie stappen opkrikken van 1% tot 1,75% (waarschijnlijk in april of mei, in september en december). Terug naar  Inhoud Veiligheid centraal tijdens HCC!linux Themadag op zaterdag 21 mei: Bron: Redactie Het Platform Linux van HCC organiseert op zaterdag 21 mei aanstaande een themadag in Bunnik met veel aandacht voor het veilig omgaan met computers en persoonlijke gegevens. De unieke samenwerking van HCC!Linux met NLLGG, de Nederlandse gebruikersgemeenschappen van Ubuntu, OpenSUSE, Certified Secure, Security.nl en Linux Magazine zorgt voor een stevig programma met lezingen voor zowel de beginnende als de meer ervaren computergebruiker. Open source software bevat geen verborgen valkuilen en wordt vaak als veiliger ervaren door computergebruikers. “De controle op de kwaliteit en veiligheid is bij open source software beter te regelen dan bij de traditionele software”, aldus Bas van den Dikkenberg, coördinator van het HCC!Platform Linux. “De verschillende gemeenschappen op het gebied van open source zetten zich in om computergebruikers goed voor te lichten over de veiligheidsrisico’s bij het gebruik van software en persoonlijke gegevens op internet. Bij de Linux Themadag staat dit onderwerp centraal. We geven veel praktische lezingen over veiligheid zodat elke bezoeker zijn kennis hierover kan verbreden.” Niet bewust van online risico’s Niet iedereen is zich bewust van de online risico’s.   •  Zo komt het regelmatig voor dat persoonlijke gegevens van klanten, patiënten en organisaties op straat komen te liggen door slecht beveiligde computers of verloren of gestolen USB-sticks.   •  Mobiele applicaties blijken gegevens door te geven aan ontwikkelaars waarvoor de gebruiker geen toestemming heeft gegeven.   •  Persoonlijke gegevens worden in steeds meer ICT-systemen opgeslagen. Het is dan ook noodzakelijk dat computergebruikers zich meer bewust worden van de gevaren en de mogelijkheden om toegang tot gegevens beter te beveiligen. Ook Thomas de Graaff van Ubuntu-nl is enthousiast over de samenwerking met HCC: “Het HCC! Platform Linux is opgericht om kennis en mensen samen te brengen en om de samenwerking tussen open source-gemeenschappen te bevorderen. Het is fantastisch dat ook OpenSUSE dit jaar mee doet, naast alle andere partijen.” De Linux Themadag  21 mei 2011 10.00 uur tot 16.00 uur in het Postillion Hotel te Bunnik. Het laatste nieuws over het evenement staat op de website www.hcc-linux.nl en is via twitter te volgen onder de hashtag #hcclinux. Terug naar  Inhoud Regiogroep(RG) Noord Holland: Bron: Redactie Beleggen kan een lucratieve en fascinerende hobby zijn. Maar er zijn ook risico's aan verbonden. Kennis en vaardigheid zijn noodzakelijke voorwaarden voor duurzaam succes. Door bijeen te komen kunnen beleggers van elkaar leren. Daarnaast is bijeenkomen met gelijkgestemden een belangrijk ingrediënt voor gezelligheid. Wij zijn dan ook op zoek naar (beginnende) beleggers die deel willen nemen aan regionale bijeenkomsten in de provincie Noord Holland. Tijdens deze bijeenkomsten komen zowel algemenere thema’s (bijv. beleggingsmethodieken) alsook specifiek productgebruik (bijvoorbeeld beleggingspakketten) aan de orde. Heeft u interesse om deel te nemen aan de RG Noord-Holland laat het ons dan via de mail weten. Terug naar  Inhoud Zet alvast in uw agenda:  5 november 2011 57 ste HCC Beleggen Symposium Agenda Bron: HCC Beleggen redactie Terug naar  Inhoud | HCC beleggen Website | HCC beleggen Vacatures | Adverteren | | Downloads 

30 mei 2011

Actueel

'Meld je aan voor de nieuwsbrief' van HCC!beleggen

'Abonneer je nu op de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze activiteiten!'

Aanmelden