...

Nieuwsbrief20120101

inhoud:    HCC Beleggen Nieuwsbrief 20120101   Woord van de voorzitter AFM: Wijzigingen toezicht per 1 januari 2012 Eur. Toezichthouder ESMA waarschuwt beleggers Hoe shockproof zijn internationale banken? Lessen van de vorige storm Europees schuldendrama Koopwoningen beter betaalbaar voor starters Agenda Woord van de voorzitter Bron: Redactie Allereerst wil ik u, namens het bestuur en de talloze vrijwilligers van de groep Beleggen, een gezond en hoogrenderend 2012 toewensen! Echter de voortekenen voor een hoog rendement voor 2012 zijn niet goed. Er zijn talloze bedreigingen voor een groeiende economie: de Euro, de hoge schulden, de hoge werkeloosheid. En er is bijna geen bank of vermogensbeheerder te vinden die niet negatief is. Dit is de omgekeerde situatie van begin 2011, toen iedereen onverdeeld positief was. En dat deed bij mij een belletje rinkelen. Want als iedereen zo positief is heeft ook elke investeerder volledig belegd, en zodra het gaat tegenvallen moet iedereen ook weer tegelijkertijd de poort uit. En dat is precies wat gebeurde in 2011. Misschien gaat die vlieger ook weer op voor 2012. Iedereen is negatief, maar zodra blijkt dat de negatieve scenario’s minder erg zijn dan werd aangekomen kan 2012 voor aandelen een heel goed jaar worden. Want hoewel de rentes van de zuidelijke landen tot topniveau zijn gestegen krabbelen de markten de afgelopen maanden toch weer op. Langzamerhand sijpelt het besef door dat de ECB toch buiten haar mandaat gaat optreden en de schulden van Italië en Spanje (en misschien nog meer landen) gaat opkopen. Dit kan zij natuurlijk onbeperkt blijven doen. Een andere situatie die misschien ook wel positief omkeert, is het teruglopende ledental van de HCC. Dit heeft natuurlijk ook invloed op onze interessegroep en wat in het bijzonder bij onze interessegroep speelt is dat ons ledenbestand veroudert omdat de aanwas van jongeren achter blijft. Daar hebben we het de afgelopen ledenvergadering uitgebreid over gehad. Er is toen geoppert om contact met hogescholen en universiteiten te zoeken en te proberen daar nieuwe – jonge -  leden te winnen. Bart Lenselink (bedankt Bart!) heeft dit idee opgepakt en, tezamen met drie andere vrijwilligers, er handen en voeten aan gegeven door een middag seminar te organiseren aan de Technische Universiteit van Eindhoven. Wat opviel was dat de kennis, op beleggingsgebied, van (bijna) afgestudeerde studenten erg tegenviel. De pensioen gedachte staat op die jonge leeftijd nog ver van je af natuurlijk, maar een algemeen basisniveau hadden we wel verwacht. Maar dat bleek niet aanwezig en dus is er genoeg werk aan de winkel voor onze groep en mogen we concluderen dat onze kennis voorziet in een behoefte. We zullen dan ook proberen dit soort activiteiten te blijven ondersteunen. Namens het bestuur van de HCC groep Beleggen, Frans Schreiber Terug naar  Inhoud AFM: Wijzigingen toezicht per 1 januari 2012 Bron: AFM Vanaf 1 januari 2012 gelden er bij beleggingsaanbiedingen nieuwe regels waardoor beleggers beter worden beschermd. Meer beleggingsaanbieders dan voorheen vallen straks onder toezicht van de AFM. Aanbiedingen die - ook volgens de nieuwe regels - buiten AFM-toezicht vallen zijn bovendien beter herkenbaar, omdat in de reclame-uitingen een vrijstellingsvermelding staat opgenomen. Eerlijke handelspraktijken Bedrijven zijn verplicht om eerlijke handel te drijven en zich aan de regels te houden. Om eerlijke handel te bevorderen geldt sinds 15 oktober 2008 de Wet Oneerlijke handelspraktijken (Wet OHP). De wet geldt voor alle producten en diensten. De wet verbiedt aanbieders van producten en diensten om misleidende en agressieve verkooppraktijken toe te passen bij de verkoop aan consumenten. Wat zijn misleidende handelspraktijken? Bij misleidende handelspraktijken is er iets mis met de informatieverstrekking. Bijvoorbeeld als de informatie die gegeven wordt bij de verkoop van een product onjuist is. Of een verkeerd beeld geeft. Maar het kan ook dat je informatie niet krijgt, die wel belangrijk is om te beslissen of je een product wel of niet koopt. Dus ontbrekende informatie kan ook misleidend zijn. Wat zijn agressieve handelspraktijken? De nieuwe wet is ook gericht op agressieve handelspraktijken. Bijvoorbeeld als de verkoper te veel druk uitoefent op zijn klant om zijn product of dienst te verkopen. Je mag bijvoorbeeld pas weg als je een handtekening onder het contract hebt gezet. Zwarte lijst Ook staat in de wet een zwarte lijst met handelspraktijken die in ieder geval verboden zijn. Bijvoorbeeld beweren een gedragscode te hebben ondertekend wanneer dit niet het geval is. Of een advertorial in de media waar iemand betaalt om reclame te maken, zonder dat het duidelijk voor consumenten is dat het om reclame gaat. Aanbieders van beleggingen moeten voldoen aan de prospectusplicht en/of de vergunningplicht. Onder bepaalde voorwaarden kan een onderneming hiervan zijn vrijgesteld. Prospectusplicht Een onderneming die effecten aanbiedt is wettelijk verplicht het prospectus te laten goedkeuren door de AFM. Pas als het prospectus is goedgekeurd mag een onderneming effecten aanbieden. De AFM controleert of het prospectus volledig, consistent en begrijpelijk is. De AFM controleert niet of de informatie in het prospectus juist is. Een goedgekeurd prospectus houdt niet in dat de partij die de effecten aanbiedt zonder meer betrouwbaar is. Een goedgekeurd prospectus houdt ook niet in dat de AFM de aanbieding goedkeurt. Vergunningplicht Naast de prospectusplicht bestaat er ook een vergunningplicht. Kort gezegd moeten alle financiële partijen die financiële diensten of producten aanbieden, bemiddelen of adviseren aan consumenten, beschikken over een AFM-vergunning. De AFM verstrekt een vergunning nadat onder meer is getoetst op deskundigheid, betrouwbaarheid en integere bedrijfsvoering. Zonder AFM-vergunning mogen financiële ondernemingen niet actief zijn, tenzij zij gebruik kunnen maken van een vrijstelling. Vrijstelling In sommige situaties geldt een vrijstelling en heeft de onderneming geen prospectusplicht (bij het aanbieden van effecten) of vergunningplicht (bij het aanbieden van beleggingsobjecten en bij het aanbieden van deelnemingsrechten in beleggingsinstellingen). Een van de situaties waarin de vrijstelling geldt, is bij aanbiedingen vanaf €50.000 per effect, per beleggingsobject of per deelnemingsrecht. De reden van de vrijstelling is dat je van consumenten, die voor beleggingen kiezen met een minimale investering van € 50.000, mag verwachten dat zij voldoende deskundig en professioneel zijn om de aard van aangeboden producten en de aanbieder van de producten goed te kunnen beoordelen. Deze grens gaat per 1 januari 2012 omhoog van € 50.000 naar € 100.000. Bij een minimale investering van op dit moment € 50.000 (en vanaf 1 januari 2012 € 100.000) bestaat dus geen AFM-toezicht. De aanbieders moeten zich wel houden aan de regels over oneerlijke handelspraktijken. Is hun handelspraktijk oneerlijk, dan kan de AFM op basis van de Wet Oneerlijke handelspraktijken (Wet OHP) optreden. Vrijstellingsvermelding Met ingang van 1 januari 2012 kun je als belegger onderstaande afbeeldingen tegenkomen. Hierdoor weet je dat de aanbieding niet onder het toezicht van de AFM valt en dat je als belegger rekening moet houden met andere risico’s dan wanneer de aanbieding wel onder het toezicht zou vallen. Bovenstaande afbeeldingen moeten verplicht worden opgenomen bij het aanbod in reclame-uitingen en in documenten waarin het aanbod in het vooruitzicht wordt gesteld. Informatie over beleggingsobjecten Als je belegt in een beleggingsobject, dan investeer je bijvoorbeeld in hardhout, wijn, goud/ zilver, een kavel (landbouw)grond of vakantiehuizen. De belangrijkste kenmerken van een beleggingsobject: - - - - Je betaalt voor een waardebewijs en in ruil daarvoor krijg je rechten: Het eigendomsrecht bij een zaak Een recht op een zaak: bijvoorbeeld het vruchtgebruik. Je mag het product gebruiken en de ‘vruchten’ daarvan gebruiken alsof je zelf de eigenaar bent. Een recht op een (deel) van de opbrengst van het product. De aanbieder van het beleggingsobject belooft je dat je in de toekomst een rendement krijgt van het product. Je belegt bijvoorbeeld in een individueel toegewezen object (een collectieve belegging is ook mogelijk). Jouw rendement is afhankelijk van dit object. Bijvoorbeeld: bij een investering in hardhout, is jouw rendement afhankelijk van de opbrengsten van de bomen of het verwerkte hout. - - Je beheert het product niet zelf. Het product is een onderdeel van een serie van dezelfde producten (bijv. een aantal bomen in een bos). Het is geen ‘effect’, zoals bijvoorbeeld aandelen of obligaties. Wanneer hoeft er geen prospectus te worden opgesteld? Wanneer een onderneming onder een wettelijke vrijstelling valt hoeft de onderneming geen prospectus aan beleggers voor te leggen. Een van de volgende vrijstellingen zou van toepassing kunnen zijn: - - - - - De aanbieding geschiedt aan minder dan 100 personen De effecten kunnen (al dan niet in een pakket) slechts worden verworven tegen een waarde van ten minste 50.000 euro* per belegger De nominale waarde van een effect is 50.000 euro* of meer De aanbieding van effecten door een vereniging of instelling zonder winstoogmerk, om haar niet-commerciële doelen te verwezenlijken. De totale tegenwaarde van de effecten die worden aangeboden is minder dan 2,5 miljoen, berekend over een periode van 12 maanden. * Vanaf 1 januari 2012 wordt deze grens door het ministerie van Financiën verhoogd naar 100.000 euro. Ook wordt een vrijstellingsvermelding ingevoerd. Terug naar  Inhoud Europese Toezichthouder ESMA waarschuwt beleggers Bron: AFM De European Securities and Markets Authority (ESMA) waarschuwt beleggers voor partijen die zonder de vereiste vergunning particulieren de mogelijkheid bieden om te beleggen in Contracts for difference (cfd), FX forwards en andere valutaderivaten.   De grote risico’s verbonden aan cfd's en andere valutaderivaten zijn moeilijk in te schatten voor particuliere beleggers. Zeker is wel dat de verliezen in het slechtste geval hoger kunnen uitvallen dan het ingelegde geld. Bovendien gaat het hier om beleggingen in markten die zeer beweeglijk zijn en daarom van oorsprong bedoeld voor professionele beleggers. ESMA waarschuwt expliciet om geen software te installeren die wordt aangeboden op digitale platformen van aanbieders van complexe valutabewegingen. Beleggers zouden zo de controle over door hen uitgevoerde transacties kunnen verliezen. De toezichthouder roept ook op om voorzichtig te zijn met gebruik van de creditcard op dergelijke sites. Het is voor het eerst dat ESMA beleggers expliciet waarschuwt voor beleggingspraktijken. De waarschuwingen volgen nadat toezichthouders hebben geconstateerd dat er steeds meer aanbieders van deze producten beleggers benaderen, voornamelijk via internet. Een klein deel van die aanbieders beschikt zelfs niet over de juiste papieren om de speculatieve valutaderivaten aan te mogen bieden. Klik hier voor het orginele bericht pdf (engels) van ESMA en  hier voor de toelichting hierop (engels) Terug naar  Inhoud Hoe shockproof zijn internationale banken? Lessen van de vorige storm Bron: Ralph de Haas en Iman van Lelyveld, www.mejudice.nl, 15 december 2011. De balansen van internationale banken staan wereldwijd, en vooral in Europa, onder druk. Nauwelijks bekomen van de problemen met rommel- hypotheken, zien banken de kwaliteit van hun activa opnieuw onderuitgaan door afwaarderingen op staatsobligaties uit de euro-periferie. Hoe schokbestendig zijn internationale banken? De economen De Haas en Van Lelyveld trekken lessen op basis van hun onderzoek over hoe banken reageerden op de financiële crisis van 2008–2009. Schokbestendig Om afwaarderingen op staatobligaties de baas te blijven heeft de Europese Bankenautoriteit (EBA) EU banken .opgedragen om voorlopig hun kernkapitaal (‘core tier 1 capital’) te verhogen tot 9% (per medio 2012) met hierbovenop een buffer voor 'sovereigns'. EBA schat dat het kapitaaltekort zo’n €114 miljard bedraagt. Dit tekort kan weggewerkt worden door bijvoorbeeld winstinhouding of het aantrekken van nieuw kapitaal, in het huidige economische klimaat niet eenvoudig. Ook kunnen, onder zeer strikte voorwaarden, (risicovolle) activa worden afgestoten, dat wil zeggen balansverkorting. Bovendien hebben internationale banken moeite hun aflopende obligatieleningen te vernieuwen. Dit alles drukt hun kredietverstrekkend vermogen in eigen land en daarbuiten. Ralph de Haas European Bank for Reconstruction and Development (EBRD), Londen Ralph de Haas is adjunct-directeur Onderzoek bij de European Bank for Reconstruction and Development (EBRD) te Londen. Zijn onderzoeksinteresses omvatten ontwikkelingseconomie, microfinanciering en het internationale bankwezen. Hij leidt momenteel twee randomised veldexperimenten, in Mongolië en Bosnië, om de effectiviteit van microfinanciering op armoedebestrijding te onderzoeken. Ander lopend onderzoek heeft als onderwerp interne kapitaalmarkten in multinationale banken, de effecten van de kredietcrisis op grensoverschrijdende kredietverlening, en de impact van gender op het gebruik van financiele diensten. Ralph is gepromoveerd aan de Universiteit Utrecht en heeft onder andere gepubliceerd in Journal of Financial Intermediation, Economic Policy, en Journal of Banking & Finance Mondiaal versus lokaal Wat betekent dit voor de landen waar deze banken buitenlandse vestigingen hebben? In deze bijdrage bespreken wij op basis van recent onderzoek (De Haas and Van Lelyveld, 2011) hoe internationale banken de financiële crisis van 2008-2009 doorstonden. In dit onderzoek wordt de kredietverstrekking door binnenlandse banken vergeleken met die van lokale dochters van multinationale banken. Onze analyse is een vervolg op De Haas en Van Lelyveld (2010) waarin we op basis van soortgelijke data de bancaire kredietverstrekking tijdens eerdere, meer lokale episodes van financiële turbulentie onder de loep namen. Lokaal schokbestendig Destijds constateerden we dat in zo’n lokale crisis de dochters van financieel sterke instellingen hun kredietverstrekking redelijk op peil hielden, terwijl lokale banken zich gedwongen zagen hun balans in te krimpen. Sterke moederinstellingen kunnen hun interne kapitaalmarkt gebruiken om dochters van kapitaal en liquiditeit te voorzien; dergelijke financiële ondersteuning heeft in veel gevallen bijgedragen tot de stabilisatie van de kredietverstrekking in gastlanden. Maar hoe zit het met mondiale schokken? De crisis van 2008–2009, die de kern van het internationale financiële stelsel hard raakte en vrijwel alle grote bankgroepen trof, bracht ons ertoe opnieuw het gedrag van banken onder de loep te nemen. Terwijl krachtige moederbanken hun dochters in lokale crises ondersteunden, hebben verzwakte moederinstellingen tijdens de mondiale crisis die steun wellicht moeten onthouden. Banken die waren verzwakt door de terugloop van de interbancaire liquiditeitsverschaffing en andere financiering hebben wellicht zelfs via hun interne kapitaalmarkt liquiditeit van buitenlandse dochters gerepatrieerd naar de hoofdvestiging. Volgens publicaties in de zakelijke pers hebben dochters van multinationale banken in Rusland en Tsjechië inderdaad lokale liquiditeit gebruikt om het thuisfront in Italië en Frankrijk te steunen in de moeilijke tijd na het omvallen van Lehman Brothers, en opnieuw tijdens de huidige eurocrisis.1 Om deze kwesties nader te analyseren, hebben we een omvangrijke dataset samengesteld van ’s werelds grootste bancaire groepen plus een controlegroep van zelfstandige lokale banken. Figuur 1 toont de geografische verdeling van de dochterinstellingen van internationale banken in onze dataset. Die bestaat uit 48 multinationale banken uit 19 thuislanden met in totaal 199 dochters in 53 gastlanden. De meeste dochters bevinden zich in Europa – hetgeen het grote aantal dochters van West-Europese banken in het nieuwe Europa weerspiegelt. Figuur 1: Geografische spreiding van dochters van internationale banken Bron: BankScope en websites van banken. Daarnaast hebben we een controlegroep gevormd van zelfstandige banken bestaande uit de grootste vijf banken in lokaal eigendom in elk van de gastlanden in onze dataset. Dit resulteert in een dataset van 202 lokale banken. Internationaal bankieren: een tweesnijdend zwaard Onze analyse toont aan dat tijdens de jongste crisis de dochters van multinationale banken hun kredietgroei drastischer hebben moeten inperken dan lokale banken: ongeveer twee keer zo sterk. Ook constateren we dat het vermogen om spaargelden aan te trekken, een relatief stabiele financieringsbron tijdens de crisis, een sterkere determinant van kredietgroei werd. Daardoor bleken lokale banken, die voor hun kredietgroei doorgaans meer zijn aangewezen op lokale deposito’s, beter in staat om hun kredietverstrekking op peil te houden. Iman van Lelyveld De Nederlandsche Bank Iman van Lelyveld is Senior Econoom bij De Nederlandsche Bank (Divisie Toezicht Beleid), hij is lid van de Research Task Force van het Bazel´s Comité en is voorzitter geweest van internationale werkgroepen op het gebied van stress testen en liquiditeit. Hij is Universitair Hoofddocent aan de Radboud Universiteit en adviseur bij de Bank of England en de Norges Bank geweest. Zijn huidige onderzoeksinteresses zijn interne kapitaalmarkten, netwerken en prijsvorming in de interbancaire markt. Hij heeft onder andere gepubliceerd in de Journal of Financial Intermediation, Journal of Banking & Finance, International Journal of Central Banking, Journal of Emerging Market Finance, Journal of Financial Stability, European Journal of Political Economy en Brookings-Wharton Papers on Financial Services. Het relatieve belang van spaargelden als financieringsbron groeide vooral sterk bij dochters van internationale banken. Zulke dochterinstellingen hebben naar hun aard veelal gemakkelijker toegang tot alternatieve (buitenlandse) financieringsbronnen, zoals de internationale obligatie- en geldmarkt en syndicaatsleningen, maar ook financiering door de moederbank. Maar doordat deze alternatieve bronnen grotendeels opdroogden tijdens de crisis, moesten deze banken de kredietverstrekking sterker terugschroeven. Het blijkt dat dochters van internationale banken die afhankelijker waren van geldmarktfinanciering de kredietgroei het meest moesten beperken. Zonder toegang tot externe (wholesale) markten waren moederinstellingen blijkbaar niet langer in staat hun dochternetwerk van liquiditeit te voorzien via de interne kapitaalmarkt van de groep. Deze uitkomst strookt met Huang en Ratnovski (2009), die zich richten op de financieringsstructuur van Canadese banken en aantonen dat banken die minder afhankelijk zijn van marktfinanciering de recente crisis beter doorstonden. Onze eindconclusie is dat internationale banken tijdens lokale episodes van financiële turbulentie weliswaar bijdragen aan financiële stabiliteit, zoals blijkt uit De Haas en Van Lelyveld (2010), maar dat ze ook het risico vergroten dat landen buitenlandse instabiliteit ‘importeren’. De toegang die buitenlandse bankendochters hebben tot financiering via hun moederbank en de geldmarkt – vóór de crisis een van hun voornaamste concurrentievoordelen –  bleek zo een nadeel toen deze alternatieve financieringsbronnen snel opdroogden na het omvallen van Lehman Brothers. Banken die te zeer afhankelijk zijn van marktfinanciering kunnen de financiële stabiliteit zowel in eigen land als daarbuiten nadelig beïnvloeden. Een blik vooruit Onze bevindingen bieden een weinig rooskleurig vooruitzicht voor landen waar het bankwezen grotendeels in handen is van multinationale bankconcerns. De financieringsdruk die deze bancaire groepen op dit moment ondervinden is in veel gevallen wellicht nog hoger dan drie jaar geleden. Het streven om de balans te verkorten zal dus ook sterker zijn. Een gerelateerd risico is dat sommige banken zich onder druk gezet kunnen voelen om balansverkorting niet in eigen land maar vooral elders te laten plaatsvinden. Op de middellange termijn zullen veel dochters van internationale bankconcerns, vooral in het nieuwe Europa, hun financieringsmodel moeten herzien. Ze zullen in toenemende mate op eigen financiële benen moeten leren staan, en hun lokale kredietverstrekking met lokaal aangetrokken spaargelden en andere lokale financiering moeten gaan financieren. De crisis van 2008-2009 heeft aangetoond dat dochterinstellingen van multinationale banken die zichzelf vooral lokaal financieren, zoals veelal in Latijns-Amerika gebeurt, vrij stabiele kredietverschaffers zijn. Toezichthouders kunnen internationale banken stimuleren om geleidelijk op zo’n beter houdbaar financieringsmodel over te gaan. Prudentiële richtlijnen met betrekking tot de externe financiering van dochterinstellingen (zogenoemde (beperkte) ring fencing) kunnen in de toekomst de internationale transmissie van financiële schokken afremmen. Toezichthoudende instanties moeten echter oppassen voor een overreactie. Ongecoördineerd en te bruusk optreden kan de steun van internationale banken aan hun buitenlandse dochters onnodig belemmeren en daardoor op de korte termijn hun home bias, de neiging tot bevoordeling van de thuismarkt, nodeloos versterken. Zo’n onevenwichtige balansverkorting zou de economische groei in grote delen van het nieuwe Europa verder onder druk kunnen zetten. Voetnoten: (1) Zie bijvoorbeeld Bloomberg (27 oktober 2011), ‘Foreign banks in Russia support European owners since mid-year’ en ft.com/alphaville (4 november 2011), “Honey, I shrunk Emerging Europe”. Referenties: De Haas, Ralph en Iman van Lelyveld, 2010, “Internal Capital Markets and Lending by Multinational Bank Subsidiaries”, Journal of Financial Intermediation 19(1), 1–25. De Haas, Ralph en Iman van Lelyveld, 2011, “Multinational Banks and the Global Financial Crisis: Weathering the Perfect Storm”, De Nederlandsche Bank Working Paper No. 322, Amsterdam. Huang, Rocco en Lev Ratnovski, 2009, “Why Are Canadian Banks More Resilient?”, IMF Working Paper WP/09/152, Internationaal Monetair Fonds, Washington, D.C. Terug naar  Inhoud Europees schuldendrama: Bron: KBC Status quo onhoudbaar Het kalmerend effect van Europese noodplannen op de financiële markten is van steeds kortere duur. Nog geen week na de beslissing van de Europese Raad eind oktober om de slagkracht van het Europese hulpfonds EFSF via een hefboom uit te breiden tot circa 1000 miljard EUR en een tweede hulppakket voor Griekenland te lanceren, zaaide de toenmalige Griekse premier Papandreou paniek op de financiële markten. Hij kondigde een referendum aan over de voorwaarden van het hulppakket, trok dit onder druk van de Europese partners weer terug en moest daarna plaatsmaken voor een overgangsregering onder leiding van de gerenomeerde econoom Papademos. Als gevolg van deze politieke chaos liep de risicopremie op overheidsobligaties van de wankele EMU-landen verder op. Een aangename uitzondering hierop was Ierland, waar de tienjaarse overheidsrente sinds deze zomer gestaag daalde dankzij een geloofwaardig saneringsplan. Zorgwekkend was daarentegen vooral de verdere uitdeining van de risicoaversie naar Italië . De Italiaanse rente bereikte op 9 november een nieuw tijdelijke hoogtepunt op 7,22%. Aan een dergelijk rentepeil is de herfinanciering van de op vervaldag komende Italiaanse schuld in 2012 niet houdbaar, zodat ook Berlusconi zijn plaats moest ruimen voor de technocraat Monti. Het was de bedoeling van de Eurotop van 26 oktober om eens en voor altijd een structurele oplossing te vinden. Het concept om het EFSF te versterken door de combinatie van een schuldverzekering en het creëren van een speciaal financieel vehikel werd door de markt als te complex en weinig transparant beoordeeld. Ook de beleggingsappetijt van opkomende economieën met belangrijke deviezenreserves, met op de eerste plaats China, was bescheiden. De voorlopige conclusie is dat de voorstellen die nu op tafel liggen niet de beloofde ‘bazoeka’ zijn die de financiele markten gerust kan stellen. Vandaar dat de politieke discussie geleidelijk verschuift in de richting van gemeenschappelijke euro-obligaties, met gemeenschappelijke garanties door alle EMU-landen en gekoppeld aan een afdwingbaar budgettair saneringsbeleid. De Europese Commissie stelde hierover op 23 november drie varianten voor. Voor de realistische varianten zijn echter wijzingen van het EU-verdrag nodig, zodat ze in het beste geval een oplossing voor de middellange termijn bieden. Bovendien zijn de politieke geesten in de EMU nog niet voldoende gerijpt om met de gedeeltelijke afstand van de nationale fiscale soevereiniteit in te stemmen . Daarvoor is de huidige crisis allicht nog niet levensbedreigend genoeg. Het mislukken van een veiling van Duitse overheidsobligaties op 23 november is in deze context hopelijk een heilzaam schot voor de boeg. Besmettingsgevaar Het grootste risico voor de Europese conjunctuur op dit ogenblik is een verdere besmetting van de reële economie door de financiële perikelen. Dit dreigt te gebeuren via vier kanalen. Ten eerste weegt de onzekerheid op de vertrouwensindicatoren van producenten en consumenten, die in de EMU aan een hoog tempo verslechteren . Dit remt de investeringsbereidheid van de bedrijven en de groei van de particuliere consumptie. Ten tweede worden heel wat perifere EMU-overheden door de schuldencrisis gedwongen tot drastische besparingsmaatregelen tegen de achtergrond van een conjunctuur die op een recessie afstevent. Dit procyclische begrotingsbeleid geeft een extra draai aan deze neerwaartse groeispiraal. Ten derde kan de financiële crisis leiden tot een kredietschaarste, die op haar beurt een  economisch herstel kan belemmeren . Uit de enquête van de ECB naar de kredietverlening door banken in de EMU blijkt dat het aandeel van de banken die hun kredietvoorwaarden verstrengen meer en meer toeneemt. Als redenen hiervoor halen de banken vooral hun precaire kapitaal- en liquiditeitspositie aan . De kwetsbaarheid van de bankensector en het wantrouwen van de banken onderling, brachten immers het functioneren van de geldmarkt in het gedrang . Om een acute liquiditeitscrisis te vermijden, moet de ECB nu al een onbeperkte hoeveelheid liquiditeiten ter beschikking stellen met een looptijd die kan oplopen tot twaalf maanden. Ten slotte dreigt de recent aangescherpte regelgeving voor de financiële sector paradoxaal genoeg de economisch-financiële crisis nog te verergeren. De hogere kapitaalvereisten zullen enerzijds terecht zorgen voor een meer aanvaardbaar risicoprofiel van de financiële sector (door meer kapitaal en/of minder risicovolle activiteiten), maar anderzijds leiden ze ook tot een hogere kostprijs van kapitaal en dus ook van kredieten, wat investeringen afremt. Daarnaast zullen de jongste maatregelen van de Europese regelgever EBA allicht de crisis van de overheidsschulden in de EMU ongewild nog verergeren . Doordat de EBA de facto overheidsobligaties als risicovolle activa beschouwt, zullen banken om hun risicoprofiel te verlagen per saldo  overheidspapier van kwetsbare EMUlanden verkopen. Door het wegvallen van deze traditioneel belangrijkste koper van overheidspapier zal de financierbaarheid van de overheidsschulden nog moeilijker worden dan ze al is en komt een zelfvernietigende vicieuze cirkel op gang. Vermits de EMU-schuldencrisis in essentie door het institutioneel en budgettair beleid is veroorzaakt, kan het ook enkel definitief worden opgelost door een geloofwaardige politieke aanpak. Enkel dan kan een diepe recessie in Europa en een besmetting van de rest van de wereldeconomie worden vermeden. Een dergelijke besmetting zou tragisch zijn. De jongste conjunctuurindicatoren in de VS wijzen immers op een stabilisering op een laag niveau, die zonder externe schok een nakende recessie onwaarschijnlijk maakt. Ook de Chinese economie lijkt te slagen in een zachte landing dankzij onder meer de geleidelijke verstrakking van het monetaire beleid en zo het gevaar van een boom-bustscenario te bezweren. De Europese beleidsmakers worden zich bijgevolg hopelijk eindelijk bewust van hun verantwoordelijkheid niet alleen voorde Europese, maar ook voor de wereldeconomie als geheel. Terug naar  Inhoud Koopwoningen beter betaalbaar voor starters: Bron: DNB De woningmarkt is volop in het nieuws. Het aantal woningen dat te koop staat neemt toe, de verkoopduur stijgt en woningprijzen dalen. Lagere prijzen zijn ongunstig voor woningeigenaren en banken, maar bieden mogelijkheden voor starters om een woning te kopen tegen geringere financieringslasten. Malaise woningmarkt De woningmarkt is de laatste jaren veelvuldig in het nieuws, vooral met sombere berichten. Sinds het begin van de kredietcrisis is het aantal woningverkopen fors teruggevallen, evenals het aantal opgeleverde nieuwbouwwoningen. De gemiddelde woningprijzen zijn sinds augustus 2008 met circa 10 procent gedaald. Dit is ongunstig voor woningbezitters die hun vermogen zien dalen, voor banken omdat de waarde van het onderpand voor de hypothekenportefeuille afneemt en het financiële stelsel omdat kwetsbaarheden in eerste instantie toenemen. Sleutelrol voor starters De positieve keerzijde van lagere woningprijzen is dat huishoudens die op zoek zijn naar een koopwoning voor hetzelfde bedrag een betere woning kunnen kopen. De gemiddelde woningprijs is nu vergelijkbaar met het niveau van begin 2006 (Figuur 1). Het besteedbare huishoudinkomen is hoger dan zes jaar geleden en de hypotheekrente is laag. Consumenten zijn nu echter veel onzekerder over de woningmarkt. De bereidheid van consumenten om woningen te kopen is uitzonderlijk laag. Woningeigenaren willen eerst hun eigen woning verkopen voordat zij zelf op zoek gaan naar een andere woning. Het herstel van de woningmarkt begint bij huishoudens die voor het eerst een woning kopen. Deze starters kunnen een keten van woningverkopen op gang brengen. De eigenaar van de verkochte starterswoning gaat na de verkoop van zijn eigen woning op zoek naar een nieuwe, en vaak duurdere, koopwoning. Voor de eigenaar van deze woning geldt hetzelfde en zo kan één woningtransactie van een starter een keten van woningtransacties op gang brengen. Financieringslasten koopwoningen dalen Bijna alle woningaankopen worden gefinancierd met een hypotheeklening. Het huishoudinkomen en de financieringslasten van de hypotheek bepalen de betaalbaarheid van een woning. Voor de financieringslasten zijn de hoogte van de hypotheeklening, de hypotheekvorm en het niveau van de hypotheekrente van belang. Figuur 2 brengt de ontwikkeling van de betaalbaarheid in beeld voor een hypotheek die voor de helft aflossingsvrij is en voor de helft in 30 jaar wordt afbetaald volgens een annuïtair aflossingsschema. De betaalbaarheidindex vat de ontwikkelingen in de gemiddelde woningprijs en de vijfjaarshypotheekrente ten opzichte van het gemiddelde huishoudinkomen samen in één getal. Een lagere indexwaarde duidt op lagere financieringslasten ten opzichte van het inkomen en dus op beter betaalbare woningen. In de drie jaren voor de aanvang van de financiële crisis steeg de index en verslechterde de betaalbaarheid van koopwoningen sterk als gevolg van een toename van de hypotheekrente en een stijging van de woningprijzen (Figuur 2).  In 2008 vond een omslag plaats. Sindsdien is de betaalbaarheid van koopwoningen in drie achtereenvolgende jaren verbeterd. De financieringslasten voor een gemiddelde woning zijn ten opzichte van 2008 als gevolg van de lagere woningprijs en de lagere hypotheekrente met ruim 18 procent gedaald. De tijdelijke verlaging van de overdrachtsbelasting van 6 naar 2 procent, waardoor de bijkomende kosten van de woningaankoop lager uitkomen, is in deze berekening niet meegenomen. Al met al zijn koopwoningen nu beter betaalbaar dan in de afgelopen tien jaar. Sinds 2000 was alleen in 2005 het niveau van de betaalbaarheidindex vergelijkbaar met nu. Kansen voor starters Starters hebben een relatief laag inkomen en weinig vermogen. Veel starters moeten dan ook maximaal lenen om een koopwoning te kunnen financieren. De prijsdalingen vergroten de betaalbaarheid van koopwoningen en bieden starters de mogelijkheid om tegen lagere financieringslasten een woning te kopen. De woningmarkt is echter geen gewone productmarkt, waar lagere consumptieprijzen automatisch leiden tot meer vraag. Een koopwoning leidt niet alleen tot de consumptie van woondiensten, maar vormt ook onderdeel van het gezinsvermogen. De verwachting van verdere prijsdalingen of het risico daarop kan leiden tot uitstel van de aankoop van een woning. Daarbij komt dat starters kunnen speculeren op verdere prijsdalingen in de verwachting dat daarmee de financieringslasten nog verder afnemen. Daar staat wel het risico tegenover van een stijging van de hypotheekrente die de financieringslasten doet stijgen. Bovendien is de verlaging van de overdrachtsbelasting aangekondigd als tijdelijke maatregel, waardoor in principe de bijkomende kosten van een woningaankoop medio 2012 weer stijgen naar het niveau van voor de verlaging. Hoewel een dalende woningprijs vooral bij recente woningbezitters tot een negatief vermogen in de woning leidt, biedt deze voor starters juist mogelijkheden omdat de betaalbaarheid verbetert. Het sentiment op de woningmarkt slaat om als huizen zoveel betaalbaarder worden dat het vertrouwen bij starters om woningen te kopen terugkeert. * Bronnen grafieken: CBS, Kadaster, Vereniging Eigen Huis en DNB Terug naar  Inhoud Agenda Bron: HCC Beleggen redactie De HCC Beleggen Kalender op onze website en  deze Agenda zijn inmiddels een begrip onder beleggers in Nederland en België geworden. Voor veel andere sites zijn wij de de facto bron van informatie. Toch zijn nog niet alle events in onze Agenda opgenomen. Daarom willen we ook aanbieders van seminars, cursussen en beleggersbijeenkomsten in de gelegenheid stellen, zelf hun events aan te kondigen, zowel op ons forum als in onze nieuwsbrieven. Plaatsing van (vrij toegangkelijke) educatieve bijeenkomsten zijn kostenloos. (Bijeenkomsten met een educatief karakter welke niet gratis toegankelijk zijn danwel bijeenkomsten met een niet uitsluitend educatief karakter kunnen onder voorwaarden ook in onze agenda opgenomen worden. Wilt u meer weten neemt u dan even contact  op met de redactie) Terug naar  Inhoud | HCC beleggen Website | HCC beleggen Vacatures | Adverteren | Forum | Downloads  Disclaimer: Deze publicatie komt tot stand op de redactie van beleggersonline.nl de website van de HCC IG Beleggen. Noch de mate waarin de berichten, voorgestelde scenario’s, risico’s en voorspellingen de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De voorspellingen zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies. De schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur van de HCC IG Beleggen en/of de Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet aansprakelijk voor eventuele verliezen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren, behaalde resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de toekomst.

20 januari 2012

...

Nieuwsbrief 20111201

inhoud:    HCC Beleggen Nieuwsbrief 20111201 VS: positieve correctie economische vertrouwen in Q3 De guldenkwestie of de kostbare les van een onmogelijk project Beleggingsinstellingen lijden fors verlies Duidt stijging geldgroei op herstel economische groei? Waarom hogere kapitaaleisen beter zijn voor het bankwezen Eurotester Agenda Verenigde Staten: positieve correctie van het economische vertrouwen in Q3 Bron: Dexia Bank Research Terwijl de financiële markten de afgelopen weken verwikkeld waren in een partij Grieks-Romeins worstelen, liepen in de VS een reeks data rapporten binnen die wijzen op een versteviging van de economische activiteit en hebben geleid tot een heropleving van het economische vertrouwen.   In de eerste plaats waren het vooral de bemoedigende signalen van de arbeidsmarkt die de kansen op een recessie in de VS hebben doen slinken. Het wekelijkse cijfer van de ‘jobless claims’ (nieuwe werklozen die een steunaanvraag indienen voor werkloosheidsuitkeringen) dook recent onder de psychologische 400.000 grens wat arbeidsanalisten optimistisch stemt voor de komende arbeidsmarktrapporten. Ook andere variabelen van de arbeidsmarkt, zoals het aantal gewerkte uren en online vacatures zijn de afgelopen maanden geklommen wat vaak een voorbode is van een hogere vraag naar werkkrachten.   In combinatie met sterke kwartaalwinsten en de goede prestatie van Wall Street in oktober, hebben de sterker dan verwachte banencijfers het vertrouwen van de Amerikaanse consument opgekrikt. Op grafiek 4 is te zien dat de vertrouwensindex van de University of Michigan sedert oktober aan het klimmen is, terwijl de trend voorlopig negatief blijft voor de beter bekende consumentenindex van de Conference Board. We verwachten de komende maanden ook een stijging te zien van deze laatste index geholpen door de positieve factoren hierboven vermeld. De kleinhandelsverkopen in het derde kwartaal groeiden meer dan 8% in vergelijking met hetzelfde kwartaal in 2010 ondanks een vertragende groei van het beschikbaar inkomen, wat impliceert dat de gezinnen hun spaarinspanningen hebben verminderd tijdens Q3.   Het ziet er naar uit dat ook in het laatste kwartaal van 2011 de consumentenbestedingen aan een robuust tempo zullen groeien, ditmaal geholpen door lagere inflatiecijfers die het reële beschikbare inkomen zullen ondersteunen. De komende maanden verwachten we op basis van de recente evolutie van de grondstoffenprijzen een verdere ontspanning van de consumenteninflatie, zowel wat betreft de hoofd- als de kerninflatie, wat de koopkracht van Joe Sixpack zal ten goede komen tijdens de traditionele kerstinkopen.   De stijging van de olieprijzen in oktober zal volgens ons dit positieve korte termijnscenario niet bedreigen aangezien de benzineprijzen aan de pomp over dezelfde periode stabiel zijn gebleven. Toch is het aangewezen om de recente positieve economische rapporten in het juiste perspectief te plaatsen. Het zwakke tweede kwartaal zorgt er immers voor dat we van een lage basis vertrekken zodat een opwaartse correctie van het vertrouwen onvermijdelijk geworden was. Ondanks de recente verbetering van het economische sentiment blijft de consumentenvertrouwensindex ver onder de normale niveaus en is tot nu toe slechts de helft van de daling goed gemaakt die opgelopen werd tijdens de vorige recessie. Ook de capaciteitsbezetting van de industriële sector slaagde er pas recent in om opnieuw het pre-Lehman niveau te bereiken, en hij bevindt zich nog ver onder het langetermijngemiddelde. Zoals verwacht werden er op de beleidsvergadering van de Federal Reserve begin november geen belangrijke wijzigingen doorgevoerd van het monetaire beleid. De Fed funds rente wordt dus stabiel gehouden tussen 0% en 0,25% en ook ‘Operation Twist’ waarbij langlopende Treasuries worden gekocht met de opbrengst van de verkoop van kortlopende obligaties, wordt voortgezet. De centrale bank verwees naar de recente verbetering van de kleinhandelsverkopen maar benadrukte dat de teneur op de huizenmarkt somber blijft en de jobcreatie vrij zwak. Bovendien zien de monetaire beleidsmakers vooral neerwaartse risico’s op het vlak van de economische vooruitzichten, meer bepaald de mogelijke fall-out van de Europese schuldencrisis. De Fed gaf ook haar nieuwe economische vooruitzichten mee voor 2012-2013, waarbij vooral de opwaartse herziening van de werkloosheidsgraad opviel. N.a.v. de vragenronde herhaalde voorzitter Bernanke dat de korte termijnrente ten minste tot medio 2013 op de huidige lage niveaus zal blijven. De recente stijging van de FRA-rentes lijkt ons overdreven en we verwachten dan ook de komende weken een correctie van deze trend.   Uit de begeleidende commentaren van het FOMC (Federal Open Market Committee) blijkt nog maar eens het verschil in aanpak in Washington in vergelijking met de monetaire politiek die in Frankfurt wordt gevoerd. De pragmatische aanpak van het monetaire beleid in Washington contrasteert sterk met de meer orthodoxe houding van de ECB, die zich vooral focust op het beperken van de inflatie en minder aandacht besteed aan de magere groeivooruitzichten. De Fed daarentegen is eerder bevreesd dat de economie terechtkomt in een deflatoire spiraal zoals die waardoor Japan al bijna 15 jaar lang geplaagd wordt. Als gevolg van deze expansieve politiek krijgt de Amerikaanse economie sinds de zomer dan ook veel meer zuurstof toegediend dan het geval is in de eurozone. Op grafiek 8 is te zien dat in de eerste helft van 2010 het tempo waarmee de geldhoeveelheid groeide aan beide kanten van de Atlantische oceaan vergelijkbaar was. Een eerste loskoppeling van de twee trends gebeurde vanaf Q4 2010. Nu stellen we vast dat de kloof tussen de eurozone en de VS. wat betreft de groei van de geldmassa verder werd uitgediept sinds deze zomer. De gemiddelde jaar op jaar groei van de (M2) geldmassa sinds juli van dit jaar bedroeg 9,4%, terwijl dit in de eurozone slechts 2,4% was.     Terug naar  Inhoud De guldenkwestie of de kostbare les van een onmogelijk project Bron: Me Judice Op speciaal verzoek van de redactie van Me Judice hebben een aantal economen zich gebogen over de vraag of een terugkeer van de gulden een wijs plan is. In deze bijdrage neemt de Rotterdamse econoom Arjo Klamer de guldenkwestie onder de loep. Hij stelt dat de gezien het ontbreken van een hechte gemeenschap en een politieke unie het europroject al vanaf het begin gedoemd was te mislukken wanneer de gemeenschap onder druk komt te staan. Wat is verstandig beleid? De huidige Nederlandse politici gaan niet beslissen dat de gulden terug komt. Daarvoor is de verwevenheid en binding met de euro te sterk. De vraag is eerder wat verstandig beleid is wanneer de euro niet langer houdbaar blijkt te zijn. Gaan we mee met de Duitsers of zouden we er beter aan doen een eigen koers te varen en de gulden weer in te voeren? Tot ongeveer maart dit jaar was een discussie over een verkleining van de eurozone nog ondenkbaar. Suggereerde je het einde van de euro, dan kwam je van Mars. Nu spreken ook beleidsmakers openlijk over beide opties. Dat kan nu omdat de voorspellingen van de critici van de euro al na iets meer dan vijf jaar uitgekomen zijn. Zoals voorspeld hebben de eurolanden bij een gebrek aan een stevige politieke unie de grootst mogelijke moeite de euro te managen; de euro maakt de onderlinge verschillen pijnlijk duidelijk alsook het ontbreken van goede correctiemechanismes. Strengere regels en steviger toezicht gaan dit gebrek niet goedmaken. Terug naar de basisprincipes van geld Bij het monetaire ontwerp van de toekomst is het van belang rekenschap te geven van het falen van de euro en te letten op de belangrijke basisprincipes voor een goed functionerend geldstelsel. 1. Een geldeenheid fungeert niet alleen als ruilmiddel, maar ook als rekeneenheid. Een eenduidig ruilmiddel vergemakkelijkt de ruil. Dat is de efficiëntieslag van een gemeenschappelijke munt. Maar de rekeneenheid staat voor de waarde van de munt. Wanneer door een heterogeen economisch gebied, met regio’s die onderling sterk verschillen in economische kracht, overal dezelfde eenheid geldt, verliezen partijen inzicht in de onderlinge waardeverschillen. Een eigen munt biedt de kans om de eigen economie apart te prijzen, een kans die verloren gaat met een gemeenschappelijke munt. Veel economen zien graag prijzen die fluctueren om aanpassingen sneller en efficiënter te doen verlopen. Arjo Klamer Arjo Klamer is hoogleraar in de Economie van de Kunst en Cultuur aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij promoveerde in 1981 aan de Duke University in de Verenigde Staten. Zijn proefschrift werd omgewerkt tot het baanbrekende boek Conversations with Economists (Littlefield and Roman, 1984) dat voor het eerst de retoriek van economen zichtbaar maakte. In 1990 publiceerde hij The Making of An Economist (Westview Press, samen met David Colander), waarin hij de opleiding van economen beeldend in kaart bracht. In 1996 bracht hij samen met Harry van Dalen de wisselwerking tussen beleid en wetenschap in Nederland in beeld in het boek Telgen van Tinbergen (Balans). Meer recent van zijn hand zijn In Hemelsnaam: de economie van overvloed en onbehagen (ten have, 2006) en Speaking of Economics: How to be in the conversation (Routledge 2007). In 2005 richtte hij de Academia Vitae in Deventer op. De Academia Vitae is een academische instelling voor mensen die midden in het leven staan. Zij grijpt terug op de principes van de brede klassieke, academische vorming. Van 2005 tot 2010 was hij decaan van Academia Vitae. In het publieke debat heeft hij zich gemengd door de ratio van de Europese integratie aan de orde te stellen bijvoorbeeld bij de invoering van de EMU en de Europese Grondwet  2. Een geldeenheid moet beheerd worden. En daar is een stevige politiek eenheid voor nodig. Zoals de casus van de euro weer eens heeft duidelijk gemaakt, vraagt een stevige munt een krachtige politiek en een betrouwbare centrale bank. Het managen van geld is niet alleen een zaak van monetaire autoriteiten maar ook van economische autoriteiten.  Het gaat niet alleen om de beheersing van de rente en van de geldhoeveelheid maar ook om beheersing van de overheidsbegroting, de huizenmarkt, de internationale handel en de lonen en de prijzen. Nu ondermijnen onevenwichtigheden in de financiële sector, de huizenmarkt maar vooral in de internationale  handel de euro. In de nabije toekomst zou het inflatiespook kunnen opkomen en zal het gaan om de beheersing van grondstoffenprijzen en van de lonen. 3. Geld fungeert ook als bindmiddel. Een munt circuleert in een geografische ruimte en accentueert de handelsstromen in die ruimte. Een goede munt bestendigt een gedeelde ervaring, zoals de dollar dat  deed bij haar invoering in het begin van de 20ste eeuw, en de mark ooit. Een lokale munt versterkt de lokale economie.  Niet onbelangrijk is de overweging dat een munt een sterke gemeenschap nodig heeft om haar waarde vast te houden. De euro voldoet niet aan deze basisprincipes. Een gulden doet dat wel. Wanneer de eurozone uiteenvalt, zullen de Nederlanders de neiging hebben om samen met de Duitsers, en eventueel wat meer landen, een muntunie te vormen. Dat gaat een tijd werken totdat Nederlanders genoeg hebben van het aan de leiband lopen van de Duitsers, of wanneer de Duitsers genoeg krijgen van de bemoeizucht van de Nederlanders. Zolang nationale sentimenten sterk zijn, blijft een gemeenschappelijke munt een onrealistisch ideaal. De euro werd ingevoerd tegen beter weten in (Klamer, 1998). Hardnekkig vasthouden aan een verkeerde constructie is hopeloos en kostbaar. Het zou zo veel beter zijn als beleidsmakers erkennen dat de euro een mislukt experiment is geweest, om te  kunnen werken aan een ordelijke transitie naar een wereld met meerdere munten,  waaronder de gulden. Referenties: Klamer, A., 1998, Euro wordt speelbal van national politici, de Volkskrant, 28 december 1998. Bron foto: Flickr Terug naar  Inhoud Beleggingsinstellingen lijden fors verlies op hun beleggingen Bron: DNB In het derde kwartaal van 2011 is het fondsvermogen van de Nederlandse beleggingsinstellingen met 0,3% k-o-k (EUR 1,3 miljard) afgenomen tot EUR 466,8 miljard. Het is de eerste afname van het fondsvermogen sinds het tweede kwartaal van 2010. Het aantal beleggingsinstellingen nam in het derde kwartaal van 2011 met 3 af tot 1440. Beleggingsinstellingen rapporteerden een negatief totaalrendement van 4,9% k-o-k in het derde kwartaal van 2011. Dit is het grootste verlies op de beleggingsportefeuille sinds de start van de beleggingsinstellingenstatistiek in het vierde kwartaal van 2008. Aandelenmarkten stonden in het derde kwartaal van 2011 onder neerwaartse druk als gevolg van de wereldwijd tegenvallende economische groei en de Europese schuldencrisis. Op de aandelenbeleggingen werd dan ook een koersverlies geleden van 13,6% k-o-k in het derde kwartaal van 2011. In dezelfde periode daalde de MSCI World index (gemeten in euro’s) met 10,4% k-o-k en de AEX met 17,5% k-o-k. Op de beleggingen in obligaties werd een koerswinst behaald van 1,0% k-o-k. De koerswinst op staatsobligaties bedroeg 2,3% k-o-k. De gedaalde kapitaalmarktrente in de VS, Duitsland en Frankrijk als gevolg van het verslechterde economische sentiment ligt hier aan ten grondslag. De beleggingsinstellingen rapporteerden een bescheiden koersverlies van 0,3% k-o-k op hun beleggingen in bedrijfsobligaties. Hedgefondsen lieten een positief totaalrendement zien van 5,8% k-o-k in het derde kwartaal van 2011, ondanks de daling van de benchmark (Dow Jones Credit Suisse Hedge Fund Index) met 4,8% k-o-k. De appreciatie van de Amerikaanse dollar vis-à-vis de euro met 6,6% k-o-k speelde hierbij een belangrijke rol, aangezien een groot deel van de beleggingen van Nederlandse hedgefondsen zich buiten het eurogebied bevinden. De netto-inleg in de beleggingsinstellingen bedroeg EUR 23,1 miljard. Dit bedrag is opwaarts vertekend door onder meer zogeheten overhevelingen waarbij institutionele beleggers direct aangehouden beleggingen overhevelden naar beleggingsinstellingen. Gecorrigeerd hiervoor resteerde een netto-inleg van EUR 7,5 miljard die met name van institutionele beleggers afkomstig was. Aandelenfondsen rapporteerden (na correctie voor overhevelingen) een netto-inleg van EUR 7,2 miljard. Vastgoedfondsen (EUR +1,1 miljard), overige fondsen (EUR +1,3 miljard) en hedgefondsen (EUR +0,4 miljard) lieten een kleinere netto-instroom zien. Beleggers onttrokken voor EUR 2,5 miljard aan de obligatiefondsen. Voor nadere informatie (DNB) kunt u contact opnemen met Herman Lutke Schipholt (020-524 2712, 06-524 96 900) en Kees Verhagen (tel. 020-524 2272, 06-211 23 922). Terug naar  Inhoud Duidt de recente stijging van de geldgroei op herstel van economische groei over een jaar? Bron: DNB 24 november 2011 De recente stijging van de geldgroei in het eurogebied is nog te pril om als signaal te dienen voor economisch herstel in de tweede helft van 2012, maar een verdere stijging zou een hoopvol teken kunnen zijn. Omslagpunten in de geldgroei vertonen namelijk een opmerkelijke samenhang met omslagpunten in de groei van het bruto binnenlands product van het eurogebied ongeveer een jaar later. De groei van de geldhoeveelheid is een belangrijke variabele in het duiden van de vooruitzichten ten aanzien van conjunctuur en inflatie voor het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). De stijging van het gemiddelde prijspeil in het eurogebied, oftewel inflatie, wordt immers op de lange termijn mede bepaald door de groei van de geldhoeveelheid. De ECB maakt onderscheid tussen drie monetaire aggregaten op basis van verschillen in liquiditeit, dat wil zeggen het gemak waarmee geld kan worden aangewend voor bestedingen. Het meest liquide geldbegrip, kortweg M1, bestaat uit munten en bankbiljetten in omloop en betaalrekeningen. Geld in M1 kan direct worden gebruikt voor bestedingen. Het ligt daarom voor de hand dat bewegingen in M1 sterk samenhangen met ontwikkelingen in economische activiteit. De grafiek toont de jaarlijkse groeivoeten van het volume van het bruto binnenlands product van het eurogebied (kortweg reële bbp) en de reële M1 (M1 gecorrigeerd voor inflatie), waarbij de laatste reeks vier kwartalen in de toekomst is verschoven. Het eerste wat  opvalt is dat sinds de jaren negentig de fluctuaties van de M1-groei veel groter zijn geworden dan die van de bbp-groei. Dit suggereert dat M1 ook voor andere doeleinden wordt gebruikt dan voor het aankopen van goederen en diensten. De grotere uitslagen van de M1-groei weerspiegelen mede dat beleggers, om hun portefeuille te managen, meer gebruik zijn gaan maken van bancaire tegoeden, die meetellen in M1. Het tweede dat opvalt is dat omslagpunten in de groei van M1 een sterke samenhang vertonen met omslagpunten in de groei van het bbp-volume van het eurogebied. Ongeveer een jaar na een omslag in de groei van M1 volgde in het verleden zeer regelmatig een omslag in de groei van het bbp. Sinds de crisis lijkt de samenhang bovendien bijzonder sterk. Zo kwam in de loop van dit jaar, na de piek in de M1-groei van eind 2009, inderdaad een einde aan het snelle groeiherstel in het eurogebied. Tot in het tweede kwartaal van dit jaar bleef de M1-groei afnemen, naar een dieptepunt van 1,3%. In het derde kwartaal herstelde de groei enigszins tot 2%. Mocht dit inderdaad een keerpunt van de M1-groei zijn, dan zou dat een positief signaal kunnen zijn voor de bbp-groei over een jaar. Om dit signaal op waarde te kunnen schatten beschouwen we de onderliggende factoren achter het meest recente groeicijfer van  M1. Traditioneel wordt het transactiemotief aangehaald als de basis van de voorspelkracht van M1. De verklaring is dat wanneer het publiek een herstel van economische activiteit verwacht, het in aanloop naar dat herstel in toenemende mate liquide middelen zal aanhouden. Deze verklaring voor het aantrekken van de M1-groei valt echter moeilijk te rijmen met het recent sterk gedaalde consumenten- en producentenvertrouwen. De intensivering van de schuldencrisis deze zomer heeft veel burgers onzeker gemaakt. Een meer waarschijnlijke verklaring voor de weer wat aantrekkende M1-groei biedt het voorzorgsmotief: als bedrijven en huishoudens onzekerder worden over hun toekomstige inkomsten, stellen ze investeringen en uitgaven uit en houden ze meer liquide middelen aan om onverwachte tegenvallers op te vangen. Een zelfde patroon viel waar te nemen na het faillissement in 2008 van de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers, waarna de mondiale recessie toesloeg. Ook toen daalden het consumenten- en producentenvertrouwen en nam de M1-groei sterk toe, zonder dat het een voorbode was van toenemende economische activiteit. Een derde verklaring voor fluctuaties in de M1-groei biedt het monetaire beleid. Centrale banken verlagen tijdens een recessie de beleidsrente meestal fors, zoals in het najaar van 2008. De lagere beleidsrente en de verwachting dat de rente voorlopig laag blijft zorgen voor kleinere verschillen tussen de rente op betaalrekeningen en de rente op termijndeposito’s. Rekeninghouders derven daardoor minder rente-inkomsten als ze hun inkomsten op betaalrekeningen laten staan, met als gevolg dat zij minder geld op termijndeposito’s zetten en M1 stijgt. Dat de economische activiteit een aantal kwartalen later weer toeneemt, zoals ook in 2009 gebeurde, heeft dan meer te maken met de lage renteomgeving en niet per se met de gestegen M1-groei. Al met al kan gesteld worden dat de eigenschappen van M1 als voorlopende indicator van economische activiteit opvallend sterk zijn, maar dat het niet noodzakelijk een oorzakelijk verband betreft. Op basis van deze samenhang kan enige hoop worden geput uit de recente verbetering van de M1-groei, maar een herstel van de economie over een jaar is tegen de achtergrond van de schuldencrisis verre van zeker. Om meer zekerheid te krijgen zullen we moeten afwachten of de M1-groei verder toeneemt en het transactiemotief de overhand krijgt. Dit zal waarschijnlijk afhangen van een herstel van het consumenten- en producentenvertrouwen. Terug naar  Inhoud Waarom hogere kapitaaleisen beter zijn voor het bankwezen Bron: DNB Het is een misverstand te denken dat hogere kapitaalseisen automatisch ten koste gaan van de kredietverstrekking door banken. Dat zal alleen het geval zijn bij banken met een ongezond bedrijfsmodel. Die zullen hun balansen zien krimpen. En dat is precies het oogmerk van het beleid. Één van de lessen uit de bankencrisis van 2007-2008 is dat de minimumkapitaaleisen voor banken moeten worden verhoogd. In het akkoord van het Bazels Comité (Basel III) zijn daarom afspraken gemaakt over het versterken van zowel de omvang van de buffer als de kwaliteit van het beschikbare kapitaal (risicoabsorberend vermogen). Hogere kapitaaleisen zullen leiden tot een stabieler financieel stelsel. Met meer eigen vermogen zijn banken beter in staat om onverwacht hoge verliezen op te vangen. Daarnaast worden banken ontmoedigd om onverantwoorde risico’s te nemen, omdat ze minder vertrouwen op de overheid als achtervang. Voor banken met een gezond bedrijfsmodel zullen de kosten van een hogere kapitaaleis gemitigeerd worden door een lagere risico-opslag in de financieringskosten. Door de hogere kapitaalbuffer zijn de banken namelijk ook steviger en zijn zij beter in staat kapitaal aan te trekken. Hierdoor kunnen zij hun kredietverstrekking op peil houden. Het afbouwen van impliciete overheidsgaranties zal wél leiden tot hogere fundingkosten, vooral voor banken die bovenmatig op deze garanties leunen om goedkoop financiering aan te trekken. Dit is echter ook een beoogd doel. Investeringen die voor hun winstgevendheid berusten op overheidsgaranties zijn een risico voor de financiële stabiliteit en dienen ontmoedigd te worden. Twee redenen voor hogere kapitaaleisen Overheden kunnen zich genoodzaakt zien een bank die in de problemen komt, te hulp te schieten, vanwege de maatschappelijke kosten indien de stabiliteit van het financiële stelsel in gevaar komt. Dit gegeven verstoort bij banken de prikkels voor het nemen van risico’s: de positieve uitkomsten komen ten goede van de bank terwijl de meest negatieve uitkomsten door de overheid worden opgevangen. Een tweede averechtse prikkel is dat het banken stimuleert om in te spelen op deze impliciete garantie door financiële instrumenten te ontwikkelen met grote staartrisico’s. Een product met een groot staartrisico heeft, in vergelijking met andere financiële producten, een relatief kleinere kans op kleine verliezen maar een relatief grotere kans op catastrofale verliezen. Met deze producten verhogen banken hun rendement, ten koste van onevenredig hoge verliezen in het uitzonderlijke geval dat het mis gaat. Banken houden onvoldoende rekening met de (maatschappelijke) kosten van deze risico’s omdat ze er uiteindelijk niet mee geconfronteerd worden ('gokken met de overheid als achtervang'). Zodoende vormt deze vorm van financiële innovatie een risico voor de financiële stabiliteit. Hogere kapitaaleisen trekken deze averechtse prikkels weer recht door risico’s meer voor rekening te laten komen van de aandeelhouders. Hoe hoger het kapitaal, hoe meer de risico’s bij de aandeelhouders terecht komt, als verstrekker van risicodragend kapitaal en hoe kleiner de overheidssubsidie voor roekeloos gedrag. Wat zijn de effecten van hogere kapitaaleisen op fundingkosten van banken? Banken zullen als gevolg van de nieuwe internationale afspraken met hogere buffers moeten opereren of de risico’s op hun balans afbouwen. De hamvraag is of dit tot minder en duurder krediet leidt. Men hoort soms dat elke euro aan extra bankkapitaal een euro minder aan financiering voor het bedrijfsleven zou zijn. Dit is onjuist: een hoger eigen vermogen is geen 'onbenut kapitaal'. Banken worden ook niet gedwongen hun balans af te bouwen. Wel verandert de samenstelling van het vermogen (als bron van de financiering) doordat de bank zich meer met eigen vermogen moet financieren. Dit beïnvloedt alleen de kredietverlening (de aanwending van het vermogen) indien deze samenstelling ook tot hogere kapitaalkosten leidt. Omdat bankkapitaal duurder is dan vreemd vermogen zou men kunnen denken dat hogere kapitaaleisen automatisch tot hogere kosten voor banken leidt, zodat banken verplicht zijn hun eigen kredietverstrekking duurder te maken. Dit effect wordt echter (deels) teniet gedaan. Banken met meer kapitaal zijn ook steviger, waardoor zowel eigen vermogen als vreemd vermogen goedkoper zal worden wanneer hogere kapitaalbuffers opgelegd worden. De economische wetenschap toont aan dat voor banken die slechts beperkte risico’aangaan deze effecten zelfs helemaal tegen elkaar wegvallen. Zo houden banken hun kredietverlening op peil. Daarbij moet nog wel opgemerkt worden dat banken bij meer eigen vermogen een belastingvoordeel deels verliezen, omdat de vergoeding van vreemd vermogen aftrekbaar is van de vennootschapsbelasting en dividenden niet. Het bovenstaande geldt echter niet voor activiteiten van banken die alleen rendabel zijn als gevolg van de impliciete overheidsgarantie, typisch banken die veel staartrisico’s aangaan. Hogere kapitaalbuffers maken weliswaar ook deze banken stabieler, maar leggen de kosten van deze risico’s, die voorheen bij de overheid lagen, nu bij de aandeelhouders neer. Dit zal leiden tot hogere fundingkosten voor deze banken, waardoor de genoemde activiteiten van de balans verdwijnen. Deze vorm van balanskrimp is maatschappelijk gewenst, omdat er geen sprake is van economisch toevoegde waarde: de activiteiten die verdwijnen zijn alleen rendabel omdat zij  kunnen meeliften met de kosteloze overheidsgarantie. Conclusie Hogere kapitaaleisen zijn een essentieel instrument om de financiële stabiliteit van het bankwezen te versterken. Het zorgt ervoor dat banken beter in staat zijn om schokken op te vangen en het dwingt banken tot beter risicobeheer, omdat ze de kosten van hun risico’s zelf moeten dragen. Dit zal ertoe leiden dat banken risico’s zullen afbouwen of beter zullen beprijzen. Dit leidt tot een versterking van het bankwezen, waarbij geldt dat banken met een gezond bedrijfsmodel hun kredietverlening op peil zullen kunnen houden. Terug naar  Inhoud Nieuwe Eurobiljet app helpt je een echt biljet herkennen Bron: DNB Met de feestdagen kopen we met z’n allen massaal cadeautjes en hebben we veel geld in handen. Een goed moment om mensen bewust te maken hoe je eurobiljetten kan controleren. De Nederlandsche Bank introduceert op 1 december de 'Eurobiljet app'. Met deze app kan je, door middel van de echtheidskenmerken echte eurobiljetten onderscheiden van valse. Verder vertelt de app je wat je moet doen als je denkt dat je een vals biljet in handen hebt. Echtheidskenmerken In alle eurobiljetten zijn echtheidskenmerken verwerkt. Hiermee is het voor iedereen eenvoudig om een echt eurobiljet te herkennen en te onderscheiden van vervalsingen. De Eurobiljet app laat je in vier stappen zien hoe je eurobiljetten kan controleren op echtheid. Door te kijken, te kantelen en te voelen, kun je biljetten eenvoudig zelf controleren. Het virtuele biljet van de app werkt net als een echt biljet. Zo is de verhoogde inkt ook echt te voelen en wanneer je je telefoon tegen het licht houdt, zie je wat er gebeurt met het watermerk. Betalingsverkeer veilig en betrouwbaar Een van de taken van De Nederlandsche Bank is toe te zien op een veilig en betrouwbaar betalingsverkeer. Eurobiljetten zijn door middel van de echtheidskenmerken goed beveiligd tegen namaak, maar het is wel belangrijk dat mensen alert zijn en voldoende kennis hebben van deze kenmerken. In het eerste halfjaar van 2011 waren er in Nederland 14.400 valse biljetten. In Nederland is met 63% het 50 euro biljet favoriet bij de vervalsers. Het ontvangen van een vals biljet is een vervelende ervaring. Valse biljetten worden namelijk niet vergoed. Mocht je twijfelen over de echtheid van een biljet, controleer het biljet dan goed voor je het aanneemt, bijvoorbeeld met behulp van de nieuwe app. Als je vermoedt dat je een vals biljet in handen hebt, geef het dan niet uit. Het uitgeven van een vals biljet is namelijk strafbaar. De Eurobiljet app is ontwikkeld voor Apple en Android. Voor de overige smartphones is een mobiele website ontwikkeld. De app is gratis te downloaden: Android , Apple  , Mobiele website , Bekijk ook de promotiefilm op Youtube. Terug naar  Inhoud Agenda Bron: HCC Beleggen redactie De HCC Beleggen Kalender op onze website en  deze Agenda zijn inmiddels een begrip onder beleggers in Nederland en België geworden. Voor veel andere sites zijn wij de de facto bron van informatie. Toch zijn nog niet alle events in onze Agenda opgenomen. Daarom willen we ook aanbieders van seminars, cursussen en beleggersbijeenkomsten in de gelegenheid stellen, zelf hun events aan te kondigen, zowel op ons forum als in onze nieuwsbrieven. Plaatsing van (vrij toegangkelijke) educatieve bijeenkomsten zijn kostenloos. (Bijeenkomsten met een educatief karakter welke niet gratis toegankelijk zijn danwel bijeenkomsten met een niet uitsluitend educatief karakter kunnen onder voorwaarden ook in onze agenda opgenomen worden. Wilt u meer weten neemt u dan even contact  op met de redactie) Terug naar  Inhoud | HCC beleggen Website | HCC beleggen Vacatures | Adverteren | Forum | Downloads  Disclaimer: Deze publicatie komt tot stand op de redactie van beleggersonline.nl de website van de HCC IG Beleggen. Noch de mate waarin de berichten, voorgestelde scenario’s, risico’s en voorspellingen de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De voorspellingen zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies. De schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur van de HCC IG Beleggen en/of de Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet aansprakelijk voor eventuele verliezen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren, behaalde resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de toekomst.

27 december 2011

...

Nieuwsbrief 20111029 Symp57-5

57-ste HCC Beleggen Symposium 5 november  2011 "Beleggen van crisis naar crisis" inhoud:    Symposium Bericht: 5  57ste HCC Beleggen Symposium Lezingen 10.00 tot 10.50 uur Lezingen 11.05 tot 11.55 uur HCC Digitaal en het zesde eiland Lezingen 12.10 tot 13.00 uur Lezingen 13.30 tot 14.20 uur Wilt u meedoen met HCC Beleggen? Lezing 14.35 tot 15.25 Programma overzicht Aanmelden en routebeschrijving Agenda 57ste HCC Beleggen Symposium op zaterdag 5 november: Bron: Redactie Dit is alweer de vijfde en laatste nieuwsbrief in de reeks over het 57ste HCC Beleggen Symposium: "Beleggen van crisis naar crisis". We hebben toch wel weer een behoorlijk aantal die u als belegger kunnen boeien. Een paar voorbeelden: Wilbert Geers zal de bezoekers van het symposium kennis laten maken met beleggen in goud, zilver, platina, palladium en andere edelmetalen. Veel beleggers weten dat goud zijn all time high heeft bereikt. Zit er nog meer in het vat of heeft goud zijn top bereikt? Wilbert zal op deze en andere vragen ingaan. Eric Senger en Jos van Went zijn ervaren traders en beleggers. Eric geeft samen met Jos de presentatie "Moeilijke tijden overleven met langetermijn-beleggen....." Bob Hendriks van BlackRock zal zijn kennis over beleggingsproducten en risicobeheer met ons delen. BlackRock is één van ’s werelds grootste aanbieders van beleggingsproducten en oplossingen op het gebied van beleggingsadvies en risicobeheer. Daarnaast is BlackRock bekend van het iShares ETF-platform. Wessel Aslander van WAvisie.nl bekijkt de beurswereld vanuit technisch perspectief. Hij trakteert de bezoekers van ons symposium op een flink portie technische analyse. Richard de Jong geeft een presentatie over het beschermen van uw portefeuille. Een belangrijk onderdeel hiervan is asset allocatie. Met uw beleggingshorizon en uw risicohouding kunt u het vermogen gaan alloceren. Deze verdeling bepaalt uiteindelijk het overgrote deel van het rendement, terwijl de keuze welke aandelen en/of obligaties er in uw effectenportefeuille zitten maar 10% van het eindresultaat bepaalt. Kortom: asset allocatie moet veruit het meest belangrijke onderdeel van uw beleggingsstrategie zijn. Naast de genoemde sprekers in de aula zijn er ook lezingen in andere zalen waardoor u voor de lastige keuze staat welke presentatie(s) u wilt bijwonen. We hebben ze daarom voor u op aanvangstijd gegroepeerd. Wij hopen u met deze nieuwsbrief een goed beeld te geven van het programma en hopen u te zien in Culemborg. Vergeet niet uzelf aan te melden! Nadat u zich hebt ingeschreven krijgt u deze week het toegangsbewijs per mail toegezonden.  Terug naar  Inhoud Lezingen 10.00 tot 10.50 uur Sprekers: Eric Senger van Finservice en Jos van Went (privé belegger) aula Moeilijke tijden overleven met langetermijn-beleggen... In deze barre tijden hebben veel beleggers moeite om de juiste beslissingen te nemen. Voor sommigen is dit zelfs een aanslag op een goede nachtrust. Toch zijn er manieren om zonder zorgen te beleggen in goede én slechte tijden. Een tipje van de sluier: besef de noodzaak van beleggen, anders dan sparen of speculeren. Probeer niet alles zelf te doen, maar maak gebruik van fondsmanagers die al jaren hebben bewezen de juiste beslissingen te nemen. Deze topbeleggers zijn veelal niet te vinden bij uw eigen bank, of zelfs niet in Nederland. En toch zijn ze voor iedereen toegankelijk via beleggingsfondsen die ruimschoots hun index weten te verslaan. Vind daarin een combinatie om de risico’s te verlagen en probeer met enigszins actief beheer de portefeuille te beschermen. Hoe? Wij vertellen u graag meer tijdens onze presentatie. Workshop Commerzbank  zaal 1.17 Investeren met een hefboom, vergroot uw beleggingskansen. Alles over hefboomproducten Tijdens de interactieve workshop “Investeren met een hefboom, vergroot uw beleggingskansen” van Commerzbank  wordt uitgebreid aandacht besteed aan de verschillende soorten hefboomproducten die momenteel beschikbaar zijn. Zo wordt bijvoorbeeld uitgelegd wat een Speeder is, hoe deze precies werkt, waar u Speeders voor kunt gebruiken maar ook waar u op moet letten als u investeert in een hefboomproduct. Naast Speeders heeft Commerzbank sinds enkele maanden ook Factor Certificaten in Nederland. Met Factor Certificaten profiteert u elke dag opnieuw van een vaste hefboom van 5. Het bijzondere aan een Factor Certificaat is dat het product geen stop loss-niveau heeft en het kan daarom dan ook niet gedeactiveerd worden. De Factor Certificaten worden ook tijdens de workshop behandeld. Uitgelegd wordt hoe het kan dat deze producten een vaste hefboom bieden, wat er gebeurt als de onderliggende waarde een erg sterke beweging laat zien en waarom Factor Certificaten interessant voor u kunnen zijn. Daarnaast komen enkele overeenkomsten en verschillen tussen deze nieuwe generatie hefboomproducten en Speeders aan bod. Voor diegenen onder u die reeds (meer dan) bekend zijn met Speeders en Factor Certificaten en die wellicht interesse hebben in de wat geavanceerdere mogelijkheden die deze producten u kunnen bieden, zoals bijvoorbeeld het afdekken van risico op uw aandelenportefeuille, zijn wij aanwezig op het symposium met een stand. Onze medewerkers beantwoorden daar graag al uw vragen dus komt u gerust langs! Terug naar  Inhoud Lezingen 11.05 tot 11.55 uur Spreker: Bob Hendriks, head of retail distribution Netherlands van BlackRock.  aula Grondstoffen: Is het alleen goud dat blinkt? Bob Hendriks, head of retail distribution Netherlands van BlackRock geeft de presentatie "Grondstoffen: Is het alleen goud dat blinkt?" Bob Hendriks zal in deze presentatie aan de hand van praktijkvoorbeelden de toestand op de diverse grondstoffenmarkten toelichten. De presentatie zal dieper ingaan op de vraag-aanbodverhoudingen, maar ook op welke wijze beleggers toegang kunnen krijgen tot deze markten. Denk hierbij bijvoorbeeld de vraag of het een goed moment om is in goud te beleggen of juist in de aandelen van goudmijnbedrijven, maar ook aan vragen als "is het handiger om via een ETF in grondstoffen te beleggen of via een beleggingsfonds"? Spreker: Ronald Kok van Analist.nl  zaal 1.17 Fundamental indexation Door simpelweg andere wegingen aan indexcomponenten te geven is het relatief eenvoudig om diezelfde index te verslaan “Fundamental Indexation” is een portefeuilleconstructie methodiek die deels op actief en deels op passief beheer leunt. De afgelopen jaren zijn de passievere beleggingsstrategieën steeds populairder geworden maar natuurlijk kleven er ook nadelen aan deze strategie. Zo worden ook de te dure aandelen klakkeloos gekocht met relatief onnodig hoge wegingen. De “Fundamental Indexation” is als het ware een ontnuchtering voor de enorme euforie over het klassieke passieve beleggen. Presentatie Lynx  zaal 0.07 Eenvoudig zelf automatische handelssystemen bouwen met multicharts In deze presentatie wordt getoond hoe u als belegger op een simpele manier een eenvoudig automatisch handelssysteem maakt waarbij het plaatsen van de orders zonder uw tussenkomst direct uitgevoerd worden op het platform van Lynx. Er wordt hierbij gebruik gemaakt van de bekroonde handelssoftware van Multicharts. Multicharts Multicharts biedt handelssoftware aan waarbij u onder andere aan de slag kunt met zeer uitgebreide technische analyse en het backtesten, optimaliseren en automatisch uitvoeren van verschillende automatische handelsstrategieën. Dit programma wordt gekoppeld aan het Lynx handelsplatform zodat de orders direct naar de beurs gestuurd worden zonder tussenkomst van menselijke handelingen! Terug naar  Inhoud HCC Digitaal en het zesde eiland Bron: HCC Na het succes van vorig jaar organiseert HCC ook dit jaar weer HCC!digital. Hét digitale kennisevenement vindt plaats op vrijdag 4 en zaterdag 5 november 2011 in de Jaarbeurs Utrecht. Nieuw dit jaar zijn forumdiscussies met bekenden uit de politiek, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Zij discussiëren over actuele digitale onderwerpen. Ook zal een aantal topsprekers tijdens HCC!digital het podium betreden. Uiteraard is er op de beurs ook ruimschoots aandacht voor andere computer- en internet gerelateerde onderwerpen verdeeld over de volgende themaeilanden. Internet toegang: Breedband en mobiel internet. Hardware, gadgets en digitale entertainment: Bijvoorbeeld computers, smartphones, tablets streamen (Spotify, webdisk) en online gamen. Online werken: Webapplicaties als Microsoft Office 365, Google Docs en aandacht voor Het nieuwe werken. Veiligheid & privacy: Online veiligheid en privacy, back-up, delen van grote bestanden. Online delen: Social networking, websites, webshops, blogs, kennis delen, delen van foto’s en video’s, online diensten en web based services. Daarnaast een markt van ca. 2.000 m2 , waar producten gedemonstreerd en verkocht worden.      6.  Voor Beleggers is er op zaterdag 5 november 2011 het zesde eiland: 57-ste HCC Beleggen Symposium in Culemborg "Beleggen van crisis naar crisis" Terug naar  Inhoud Lezingen 12.10 tot 13.00 uur Spreker: Wessel Aslander  aulaDe beurswereld vanuit een technisch perspectief Wessel Aslander van WAvisie.nl bekijkt de beurswereld vanuit technisch perspectief. Hij trakteert de bezoekers van ons symposium op een flink portie technische analyse. Wessel geeft zijn mening over een veelvoud aan zaken die met de beurs te maken hebben, van aandelen tot indices, van valuta tot grondstoffen en van (macro)economische zaken tot politieke invloed op de beurs. Er wordt door Wessel vanuit vele oogpunten naar de dynamische beurzen gekeken. Met TA als leidraad, neemt Wessel een duik in kwaliteit en kwantiteit, psychologie en (macro)-economisch fundament van de beurs. Spreker: René Kreileman van BeursToppers.  zaal 1.17Geld verdienen in iedere markt, ook in crisistijd "Geld verdienen in iedere markt, ook in crisistijd" is gebaseerd op ‘eenvoud loont’, het uitgangspunt van de lezing van René Kreileman.   50% verlies in 10 jaar, dat moet beter kunnen. De afgelopen 10 jaar is de AEX gedaald van 600 naar 280, een verlies van meer dan 50%. Hoe de komende 10 jaar uitpakken kan niemand ons vertellen. Zelfs hoe de dag van morgen er op de beurs uit ziet, is onvoorspelbaar. Het pad in deze wereld is bezaaid met Bulls en Bears die de arena vormen van miljoenen beleggers. Hoe kunt u dan toch overeind blijven op de beurs in deze onzekere tijden? Oftewel hoe komt u bij die kleine groep van nog geen 20% van winnaars op beurs? Hoe beleg ik met welke strategieën? In deze lezing geef ik inzicht in de opbouw van mijn portefeuille en welke strategieën ik toepas om in iedere markt geld te verdienen, ook in crisistijd, zonder weet te hebben van hoe de dag van morgen er uit ziet. Ik ga in op de spreiding die ik toepas in mijn portefeuille, als tegenhanger van de traditionele manier van spreiden. Daarnaast komen aspecten aan de orde op het gebied van het omgaan met een StopLoss (wanneer neem ik verlies), TakeProfit (wanneer neem ik winst), Money Management (hoeveel investeer ik, wat doe ik met winsten en hoe beperk ik mijn risico’s). Daarnaast geef ik concreet inzicht in één van mijn eigen ontwikkelde strategieën en geef ik aan hoe ik strategieën selecteer. Wat heb ik nu in portefeuille? Wat de dag van morgen brengt weet niemand, maar inzicht in de opbouw aan de portefeuille geeft wel een indicatie. In dit deel van de lezing wordt aandacht gegeven aan de actuele opbouw van mijn modelportefeuille van BeursToppers en wat dat zegt over gisteren, vandaag en morgen. Spreker: Willem van Heemskerck Düker van HCC Beleggen zaal 0.07Virtualisatie en Cloud computing Virtualisatie en cloud computing zijn momenteel de snelstgroeiende sport in de ICT naast de mobiele telefonie. Met virtualisatie bij computers wordt bedoeld dat meerdere besturingssystemen tegelijkertijd op één computer kunnen draaien. Cloud computing is een model dat het mogelijk maakt om door middel van een computernetwerk gedeelde configureerbare computermiddelen (zoals netwerken, servers, opslag, applicaties en diensten) op aanvraag beschikbaar te stellen op een snelle, gemakkelijke manier met minimale beheermoeite of interactie van een service provider. Wat moet een PC gebruiker hiervan weten en hoe kan hij er zijn voordeel mee doen. Terug naar  Inhoud Lezingen 13.30 tot 14.20 uur Spreker: Richard de Jong  aulaHoe bouw en bescherm ik een portefeuille? We leven in bijzonder hectische tijden. Banken dreigen om te vallen en men gaat er vanuit dat er de komende tijd velen miljarden in de financiele sector gestoken moet worden om banken/pensioenfondsen/verzekeraars overeind te houden. Dit soort tijden vraagt om gedegen risicobeheer. De vraag is echter hoe beperk ik zo veel mogelijk mijn beleggingsrisico?   In deze presentatie gaat Richard in op de verschillende bouwstenen van een portefeuille en daarnaast op enkele mogelijkheden om de portefeuille verder te beschermen. Richard stemt zijn presentatie af op het aanwezige publiek en hij heeft daartoe een korte enquette ( 9 vragen ) samengesteld.  De uitkomsten van deze enquête gebruikt hij voor zijn presentatie. Spreker: Robert Jabroer, oprichter en eigenaar van Fundtrack.nl  zaal 1.17 Verdedigen en aanvallen met opties. Opties blijven een prachtig instrument om mee te beleggen. Of de markt nu stijgt, daalt of gelijk blijft, voor elke verwachting bestaat er een strategie. Natuurlijk blijft één essentiële factor van allergrootst belang, de richting! Ook al gebruiken we hulpmiddelen zoals technische of fundamentele analyse, de markt verrast ons iedere keer weer. Vandaar dat we moeten zoeken naar strategieën die ons een reële risico/rendement verhouding opleveren. Er zullen verschillende strategieën worden behandeld. Robert Jabroer is vermogensbeheerder bij Onafhankelijk Vermogens Beheer ’s-Gravenhage (OVG) en oprichter  en eigenaar van Fundtrack, aanbieder van onafhankelijke informatie en nieuwsbrieven over beleggingsfondsen, trackers, turbo’s, sprinters en opties. Terug naar  Inhoud Enquête: "Beleggingshorizon en risicohouding" Bron: Redactie Richard de Jong van Van Lieshout & Partners N.V. geeft op 5 november een presentatie over hoe u uw portefeuille kunt beschermen. Een belangrijk onderdeel hiervan is asset allocatie. Met uw beleggingshorizon en uw risicohouding kunt u het vermogen gaan alloceren.    Deze enquette bestaat uit slechts 9 vragen en vraagt nog geen minuut om te complementeren. De uitkomsten van deze enquête gebruikt hij voor zijn presentatie. De uitkomsten zijn geanonimiseerd. Met andere woorden, Richard de Jong en/of de HCC Beleggen zullen en kunnen de uitkomsten niet herleiden naar één persoon. Een samenvatting van de uitslag van deze enquête wordt aan symposium bezoekers ter beschikking gesteld. Terug naar  Inhoud Lezing 14.35 tot 15.25 uur Spreker: Wilbert Geers oprichter van Edelmetaal-info.nl  aulaBeleggen in Edelmetaal: ken je risico’s en begrijp wat je koopt" Goud, en in mindere mate zilver, staan al enkele jaren in de belangstelling. Vooral de berichtjes over de “all time high” van goud en de daar aan gekoppelde gedachte dat goud in een bubbel verkeert zijn gemeen goed in de media. Controversieel is de berichtgeving over de drukte bij de goudhandelaren: iedereen schijnt z’n goud en zilver te willen verkopen. Goud omzetten in geld, alsof goud geen geld is. Alsof fiatgeld wel veilig is. Goud is al ruim 10 jaar in een bullmarket en sinds die tijd volgt de spreker het wel en wee van goud en zilver. Stond de goudprijs in 2000 nog op 273 dollar, onlangs hebben we een ‘all time high’ gezien van 1810 dollar. Dat is een winst van ruim 560%, wie doet goud na? De AEX en Dow Jones zeker niet. Overigens zilver wel: 700%! ETF’s, fysiek edelmetaal in baren of munten, turbo’s en speeders, mijnbouwaandelen? Ken je risico’s en begrijp wat je koopt. Deze spreekbeurt kan je startpunt zijn voor verder onderzoek! Terug naar  Inhoud Wilt u meedoen met HCC Beleggen? Ook voor de organisatie van het volgende ( inmiddels alweer 58ste) Symposium  zijn we op zoek naar mensen die een bijdrage willen leveren aan deze activiteit van onze vereniging. HCC Beleggen Symposia worden altijd door en voor medebeleggers georganiseerd.  Met meer mensen kunnen we immers meer doen en dat maakt het bovendien ook veel gezelliger. Enkele voorbeelden  zijn: HCC Beleggen leden die een lezing willen geven over hun manier van beleggen.  Denk hierbij aan:  optiebeleggen, aandelenbeleggen, beleggingsfondsen, onroerend goed, technische analyse, fundamentele analyse, emotie en beleggen etc, etc. het coördineren en organiseren van onze HCC Beleggen symposia het verrichten van (deel)taken tijdens beurzen public relations het behartigen van de commerciële zaken deelname aan redactie van HCC Beleggen Nieuwsbrieven en/of symposia uitgaven schrijven van ervaringen met - en/of artikelen over alles wat met beleggen te maken heeft helpen organiseren en besturen van de vereniging door aktief deel te nemen als commissie- of bestuurslid het geven van lezingen (diverse niveaus) over beleggen, beleggen via het internet, portefeuille beschermings methodes, TA etc. Als je, eventueel samen met medebeleggers, onze vereniging wilt helpen laat het ons dan weten. Trefwoorden hierbij zijn: vele handen maken licht werk, het moet vooral leuk blijven, zo doe je ook nog eens interessante contacten op. Denk ook eens aan het geven van een aardige lezing, met anderen handelsstrategieën uitwerken, software onder de knie krijgen of gewoon een groep vormen waarmee je samen de markt analyseert/bespreekt. Terug naar  Inhoud Programma overzicht: Bron: Redactie  tijd  aula  zaal 1.17  zaal 0.07 10.00 tot 10.50 uur Eric Senger & Jos van Went Moeilijke tijden overleven met langetermijn-beleggen..... Commerzbank Investeren met een hefboom, vergroot uw beleggingskansen . 10.50 tot 11.05 uur pauze pauze pauze 11.05 tot 11.55 uur Bob Hendriks Grondstoffen: Is het alleen goud dat blinkt? Ronald Kok Fundamental indexation Lynx Eenvoudig zelf automatische handelssystemen bouwen met multicharts 11.55 tot 12.10 uur pauze pauze pauze 12.10 tot 13.00 uur Wessel Aslander De markt door de TA loep bekeken. René Kreileman Geld verdienen in iedere markt, ook in crisistijd Willem v Heemskerck Düker Virtualisatie en Cloud computing 13.00 tot 13.30 uur pauze pauze pauze 13.30 tot 14.20 uur Richard de Jong Hoe bouw en bescherm ik een portefeuille Robert Jabroer Verdedigen en aanvallen met opties . 14.20 tot 14.35 uur pauze pauze pauze 14.35 tot 15.25 uur Wilbert Geers Beleggen in edelmetaal: Ken je risico’s en begrijp wat je koopt  . . Dit programma overzicht kunt u ook downloaden in pdf formaat Klik hier: Terug naar  Inhoud Aanmelden en routebeschrijving Een entreebewijs voor het HCC BeleggenSymposium kunt u  bestellen door u aan te melden via onze website: Klik hier om u aan te melden   Het HCC Beleggen Symposium wordt gehouden in: Scholengemeenschap Lek en Linge,  Multatulilaan 6, 4103 NR, Culemborg Bekijk ligging >> Laat de route zien in een nieuw venster Voer je postcode in: Terug naar  Inhoud Agenda Bron: HCC Beleggen redactie De HCC Beleggen Kalender op onze website en  deze Agenda zijn inmiddels een begrip onder beleggers in Nederland en België geworden. Voor veel andere sites zijn wij de de facto bron van informatie. Toch zijn nog niet alle events in onze Agenda opgenomen. Daarom willen we ook aanbieders van seminars, cursussen en beleggersbijeenkomsten in de gelegenheid stellen, zelf hun events aan te kondigen, zowel op ons forum als in onze nieuwsbrieven. Plaatsing van (vrij toegangkelijke) educatieve bijeenkomsten zijn kostenloos. (Bijeenkomsten met een educatief karakter welke niet gratis toegankelijk zijn danwel bijeenkomsten met een niet uitsluitend educatief karakter kunnen onder voorwaarden ook in onze agenda opgenomen worden. Wilt u meer weten neemt u dan even contact  op met de redactie) Terug naar  Inhoud | HCC beleggen Website | HCC beleggen Vacatures | Adverteren | Forum | Downloads  Disclaimer: Deze publicatie komt tot stand op de redactie van beleggersonline.nl de website van de HCC IG Beleggen. Noch de mate waarin de berichten, voorgestelde scenario’s, risico’s en voorspellingen de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De voorspellingen zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies. De schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur van de HCC IG Beleggen en/of de Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet aansprakelijk voor eventuele verliezen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren, behaalde resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de toekomst.

7 november 2011

...

Nieuwsbrief 20111015 Symp57-4

57-ste HCC Beleggen Symposium 5 november  2011 "Beleggen van crisis tot crisis" inhoud:    Symposium Bericht: 2  Autoriteiten krijgen meer grip op risico´s systeembanken De beurswereld vanuit een technisch perspectief Winaars van de "Nobelprijs" voor de Economie Asset allocatie ter bescherming van uw portefeuille Commerzbank Turbulente zomer HCC Programma overzicht Aanmelden en routebeschrijving Autoriteiten krijgen meer grip op risico´s systeembanken Bron: DNB De grootste mondiale banken gaan meer informatie rapporteren over hun activiteiten. Hierdoor krijgen de financiële autoriteiten meer zicht op systeemrisico, zodat zij beter toezicht kunnen houden en effectiever kunnen interveniëren tijdens een crisis. Op verzoek van de G20 heeft de Financial Stability Board een rapportagekader ontwikkeld, dat op 6 oktober is gepubliceerd voor consultatie [1].  Crises brengen vaak aan het licht dat we belangrijke ontwikkelingen niet goed kunnen waarnemen, waardoor we problemen niet zien aankomen en vervolgens niet effectief kunnen ingrijpen. Zo was tijdens de Grote Depressie in de jaren dertig nauwelijks macro-economische informatie voorhanden. Dit was een drijfveer om een systeem van nationale rekeningen te ontwerpen, dat nog steeds essentiële input vormt voor macro-economisch beleid. Tijdens de kredietcrisis bleek dat slechts zeer beperkt inzicht bestaat in de sterke verwevenheid binnen het financiële stelsel, oftewel systeemrisico. Voor een deel is dit onvermijdelijk: het financiële systeem is bijzonder complex geworden en wordt gekenmerkt door voortdurende innovatie. Maar er valt ook veel te verbeteren. De meeste financiële activiteiten worden namelijk gedomineerd door enkele tientallen internationaal opererende instellingen, met name banken. (zie grafiek) Deze zogeheten Global Systemically Important Banks (G-SIBs) zijn onderling sterk verbonden en vormen daardoor belangrijke systeemkoppelingen binnen het stelsel. De kwetsbaarheden die hierdoor ontstaan werden pas goed zichtbaar tijdens de crisis, toen bleek hoe verstrekkend het faillissement van de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers was en welke sleutelrol een instelling als American International Group (AIG) speelde. Op zichzelf verzamelen nationale autoriteiten al veel gegevens over systeembanken en is de informatievoorziening tijdens de crisis flink uitgebreid, bijvoorbeeld via extra rapportages en stress-testen. Maar er bestaat duidelijk behoefte aan meer systematische monitoring van G-SIBs. Op verzoek van de G20 is daarom een speciaal rapportageregime voor G-SIBs ontwikkeld door de Financial Stability Board, een samenwerkingsorgaan van de belangrijkste financiële autoriteiten waarin ook Nederland is vertegenwoordigd. Aan dit voorstel is gewerkt door een internationale werkgroep onder leiding van Aerdt Houben, divisiedirecteur Financiële Stabiliteit van DNB. In grote lijnen worden voor alle G-SIBs de volgende gegevens verzameld: Op week- of maandbasis de 50 grootste uitzettingen en verplichtingen per individuele tegenpartij. Hieronder zullen automatisch de belangrijkste bilaterale relaties tussen G-SIBs vallen, waarmee het netwerk van deze groep in beeld wordt gebracht. Deze onderlinge verbanden bieden inzicht in het besmettingsgevaar tussen banken en mogelijke tweederonde-effecten na een schok. Hiermee kunnen bovendien nieuwe G-SIBs worden geïdentificeerd – deze zullen immers vaak in de top-50 tegenpartijen van reeds bekende G-SIBs voorkomen. AIG zou hierdoor in een vroeg stadium in beeld zijn gekomen als één van de meest systeemrelevante instellingen ter wereld. Op kwartaalbasis een zeer gedetailleerde uitsplitsing van de uitzettingen en financieringsbronnen, naar land, sector, type instrument, valuta en looptijd. Deze gegevens hebben geen betrekking op individuele tegenpartijen maar zijn wel bijzonder fijnmazig. Zo kan direct worden ingezoomd op bijvoorbeeld beleggingen in Grieks overheidsschuldpapier of in Ierse banken, uitgesplitst naar looptijd en valuta. Ook kunnen funding-profielen worden gemonitord, zoals de afhankelijkheid van dollarfinanciering door Amerikaanse geldmarktfondsen. Dergelijke analyses maken duidelijk in hoeverre systeemrisico’s bestaan doordat banken gevoelig zijn voor dezelfde schokken. Gegevens die niet zijn gebonden aan een vast rapportage-format en een vaste frequentie, maar niettemin van belang zijn om systeemrisico te kunnen vaststellen en effectief te kunnen ingrijpen. Een voorbeeld is de rol van een G-SIB bij vitale financiële activiteiten zoals het betalingsverkeer. Daarnaast is inzicht in de groepsstructuur van een G-SIB belangrijk, meestal een grote verzameling van juridische entiteiten. Bij het ontwikkelen van de voorstellen is nadrukkelijk een kosten-baten afweging gemaakt. In principe kan de frequentie van de rapportages worden verhoogd en kunnen nog veel meer uitsplitsingen worden opgevraagd. Dergelijke verfijningen moeten echter worden afgewogen tegen de substantiële kosten die G-SIBs moeten maken om hun systemen aan te passen. Bovendien is het belangrijk om ook te investeren in flexibiliteit. Een deel van de rapportage-eisen is daarom “passief” en wordt alleen geactiveerd indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven. Zo kan bijvoorbeeld tijdelijk het aantal tegenpartijen worden uitgebreid of de rapportagefrequentie worden verhoogd van wekelijks naar dagelijks. Het rapportageraamwerk is een belangrijke stap vooruit, maar ook in andere opzichten zijn de FSB-voorstellen een doorbraak. Om de informatie goed te kunnen interpreteren is het essentieel om de gegevens van individuele G-SIBs te bundelen in één dataset. Tot op heden zijn nationale autoriteiten altijd zeer terughoudend geweest met het delen van instellingsspecifieke gegevens en wordt dergelijke informatie alleen uitgewisseld met buitenlandse toezichthouders ten behoeve van het (micro-) prudentiële toezicht op de betreffende instelling. De FSB stelt voor om alle gegevens bijeen te brengen in een centrale “data hub”, die wordt ondergebracht bij de Bank for International Settlements (BIS) in Bazel. Daar worden analyses uitgevoerd; de gegevens worden vervolgens (beperkt) gedeeld met nationale autoriteiten die G-SIBs huisvesten en met internationale organisaties zoals het IMF. De nieuwe G-SIB-rapportage wordt stapsgewijs ingevoerd. Na de consultatie worden de rapportage-eisen definitief vastgesteld en geïmplementeerd. Daarbij zijn ook institutionele aanpassingen nodig, aangezien nog veel belemmeringen bestaan om instellingsspecifieke gegevens te kunnen delen met buitenlandse autoriteiten. Naar verwachting zijn eind 2012 de eerste onderdelen geïmplementeerd en is eind 2014 het gehele nieuwe rapportagekader operationeel. In eerste instantie krijgen alleen banken hiermee te maken; één van de vervolgstappen is om ook een dergelijk rapportageraamwerk te ontwikkelen voor niet-bancaire instellingen. De nieuwe gegevens zijn een belangrijke bijdrage aan de totstandkoming van het bredere G-SIB-raamwerk, waarover recentelijk ook andere voorstellen ter consultatie zijn uitgebracht. Onderdelen hiervan zijn een extra kapitaalopslag voor systeemrelevante instellingen en eisen in de sfeer van herstel- en resolutieplannen waarmee effectiever crisismanagement mogelijk wordt. [1] FSB, 'Understanding financial linkages: a common data template for global systemically important banks, 6 oktober 2011, Terug naar  Inhoud De beurswereld vanuit een technisch perspectief Spreker: Wessel Aslander Wessel Aslander van WAvisie.nl bekijkt de beurswereld vanuit technisch perspectief. Hij trakteert de bezoekers van ons symposium op een flink portie technische analyse. Wessel geeft zijn mening over een veelvoud aan zaken die met de beurs te maken hebben, van aandelen tot indices, van valuta tot grondstoffen en van (macro)economische zaken tot politieke invloed op de beurs. Er wordt door Wessel vanuit vele oogpunten naar de dynamische beurzen gekeken. Met TA als leidraad, neemt Wessel een duik in kwaliteit en kwantiteit, psychologie en (macro)-economisch fundament van de beurs. Terug naar  Inhoud Winaars van de "Nobelprijs" voor de Economie Bron: Redactie De "Nobelprijs voor de economie" of beter gezegd "De prijs van de Zweedse Rijksbank voor economie ter nagedachtenis aan Alfred Nobel", werd ingesteld en voor het eerst uitgereikt in 1969, ter herdenking van het 300-jarig bestaan van de bank (Sveriges Riksbank is de centrale bank van Zweden). De verwarring is ontstaan door het feit dat de prijs wordt uitgereikt tijdens dezelfde ceremoniële gebeurtenis als de Nobelprijzen van de Nobelstichting (met uitzondering van de Nobelprijs voor de Vrede) in Stockholm. De prijs wordt jaarlijks toegekend door een commissie van de Kungliga Vetenskapsakademien (Koninklijke Zweedse Academie voor Wetenschappen) . Een uitgebreide (engelstalige) uitleg, opsomming en categorisering van de uitgereikte prijzen is te vinden op de website van Nobelprice.org Dit artikel belicht enkele winaars van deze, ook wel alternatieve Nobelprijs genoemde, prijs van de Zweedse Rijksbank voor economie ter nagedachtenis aan Alfred Nobel. 2011 Thomas J. Sargent, Christopher A. Sims Thomas J. Sargent Thomas John Tom Sargent (19 juli 1943) is een Amerikaans wetenschapper, econoom, en Nobelprijswinnaar. Sargent kreeg in 2011 de Nobelprijs voor economie (die hij deelt met Christopher Sims) voor hun onderzoeken over de macro-economie waarbij Sargent zich richtte op structurele veranderingen in de economie. Hij is verbonden aan het Hoover Institution van Stanford University. Christopher Sims Christopher Chris Albert Sims (21 oktober 1942) is een Amerikaans wetenschapper, econoom en Nobelprijswinnaar. Sims kreeg in 2011 de Nobelprijs voor economie (die hij deelt met Thomas Sargent) voor hun onderzoeken over de macro-economie waarbij Sims zich richtte op onverwachte en tijdelijke veranderingen in de economie. Hij is hoogleraar aan de Princeton University. 2008 Paul Krugman Paul Robin Krugman (New York, 28 februari 1953) is een Amerikaans neo-Keynesiaans econoom, columnist en publicist. Hij is sedert 2000 hoogleraar in de economie en internationale betrekkingen aan de Princeton university. Deze uitgesproken en temperamentvolle econoom ontwikkelde theorieën over de vrije handel en globalisering. Ook hield Krugman zich bezig met de economische oorzaken en gevolgen van urbanisatie. Hij is één van de grondleggers van de zogenoemde "nieuwe handelstheorie", waarvoor hij in 1991 al een prestigieuze Amerikaanse prijs ontving. Krugmans huidige onderzoek richt zich onder meer op valutacrisis en economische problemen als gevolg van deze crisis. Hij won deze prijs van ongeveer 1,1 miljoen euro voor zijn analyse van handelspatronen en de plaatsbepaling van economische activiteiten. Zijn analyse had met name betrekking op schaalgrootte in internationale handel.  zie: International Trade and Economic Geograph . Voorheen werd er vooral aandacht besteed aan handel tussen landen met grote verschillen, ditmaal werd de handel tussen gelijksoortige landen geanalyseerd (zoals de export van BMW's naar Zweden en van Volvo's naar Duitsland). Op kennislink.nl staat een uitgebreider artikel:   Waarom Amerikanen auto’s in Frankrijk kopen en Fransen in de VS waarin dit wordt toegelicht. 1997 Robert C. Merton, Myron S. Scholes Voor hun baanbrekende nieuwe manier om de waarde van derivaten (opties) te bepalen Robert Carhart Merton Robert Carhart Merton,  31 juli 1944, is een Amerikaans econoom. Robert Merton is een van de drie pioniers op het gebied van de financiële waardering van opties. Hij verbeterde het werk van collega economen Fischer Black en Myron Scholes. In 1997 ontving hij samen met Myron Scholes de Prijs van de Zweedse Rijksbank voor economie, beter bekend als de Nobelprijs voor de Economie. Merton is een zoon van de Amerikaanse socioloog Robert K. Merton - bedenker van het selffulfilling prophecy-concept. Robert C. Merton is verder bekend van o.a. ICAPM Merton's portfolio problem Merton Model Jarrow-Turnbull model Long-Term Capital Management Myron Samuel Scholes Myron Samuel Scholes, 1 juli 1941, is een Canadees econoom. Hij is één van de auteurs van de bekende Black-Scholes-formule. In 1997 ontving hij de Prijs van de Zweedse Rijksbank voor economie (bekend als Nobelprijs voor de Economie) door deze formule die hij samen met Fischer Black uitwerkte. Het belang van de formule is dat ze de kapitaalmarkt een eerste goede methode gaf voor de waardering van financiële instrumenten zoals opties. In 1994 maakte Scholes deel uit van het hedgefonds Long-Term Capital Management (LTCM) dat ondanks zijn kennis in 1998 met veel rumoer failliet ging. 1990 Harry M. Markowitz, Merton H. Miller, William F. Sharpe Harry M. Markowitz In de jaren vijftig publiceerde Markowitz een artikel getiteld “Portfolio Selection”, waarin hij de aandacht vestigde op de wijze waarop een belegger, door middel van diversificatie, risico inherent aan zijn beleggingsportefeuille kan reduceren. Deze publicatie vormt de grondslag van de zogenaamde Moderne portefeuilletheorie (MPT). De MPT tracht het risico te minimaliseren bij een bepaalde rendementsverwachting, dan wel het rendement te maximaliseren bij een gegeven risicoverwachting. Markowitz toonde aan dat de verschillen tussen de werkelijk behaalde rendementen en de eerdere verwachtingen daarvan, of ten opzichte van het gemiddelde van een datareeks, een gekwantificeerd beeld geeft van de beleggingsrisico’s. Voorts stelde hij dat, door beleggingen met een onderling lage correlatie in de portefeuille op te nemen, het specifieke risico te difersifiëren is. De MPT is later uitgebreid en vereenvoudigd middels het Capital Asset Pricing Model (CAPM). zie verder  http://en.wikipedia.org/wiki/Harry_Markowitz Merton H. Miller Miller werd geboren in Boston, Massachusetts. Gedurende de Tweede Wereldoorlog werkte hij als econoom in de belastingonderzoekafdeling van het Amerikaanse ministerie van financiën. Zijn eerste academische aanstelling was als Visiting Assistant Lecturer aan de London School of Economics. Hij werd fellow van de Econometric Society in 1975 en was president van de American Finance Association in 1976. Hij was van 1961 tot zijn pensioen in 1993 aan de University of Chicago Graduate School of Business verbonden. Het Modigliani-Miller theorema is slechts één van zijn bijdragen waarvoor hij zijn nobelprijs heefty ontvangen. Selectie van publicaties Merton H. Miller, Merton Miller on Derivatives. John Wiley & Sons, New York. ISBN 0-471-18340-7, 1991 Merton H. Miller, Financial Innovations and Market Volatility. Blackwell Publishing, Cambridge, MA. ISBN 1-55786-252-4, 1991 Merton, Miller H., Charles W. Upton, Macroeconomics: A Neoclassical Introduction. University of Chicago Press, Chicago. ISBN 0-226-52623-2, 1986 Kessel, Reuben A., R. H. Coase, Merton H. Miller, Essays in Applied Price Theory. University of Chicago Press, Chicago. ISBN 0-226-43200-9, 1980 Fama, Eugene F., Merton H. Miller, The Theory of Finance. Holt, Rinehart & Winston, New York. ISBN 0-03-086732-0, 1972 William F. Sharpe Sharpe stond aan de basis van onder meer de naar hem vernoemde Sharpe ratio en was betrokken bij de ontwikkeling van het Capital Asset Pricing Model (CAPM).  De definitie van de Sharp ratio luidt: Vaak wordt voor de rendementen van de benchmark het risicovrije rentepercentage gebruikt. De Sharpe-ratio wordt gebruikt om te beschrijven in hoeverre het extra rendement het extra risico compenseert. Hoe hoger de ratio, hoe relatief hoger de compensatie voor de investering. Investeerders zullen dus een voorkeur hebben voor investeringen met een hoge Sharpe-ratio. De Sharpe-ratio van de combinatie van een risicoloze en een risicodragende investering is gelijk aan die van de risicodragende, want het rendementoverschot en zijn standaarddeviatie worden met dezelfde factor verkleind. De Sharpe ratio van de combinatie van twee risicodragende investeringen met dezelfde positieve Sharpe-ratio is groter dan die van de afzonderlijke investeringen (risicospreiding), behalve als de rendementoverschotten een correlatiecoëfficiënt 1 hebben. De ratio is ontwikkeld door William Forsyth Sharpe. Sharpe noemde het in eerste instantie "reward-to-variability" totdat academici en financieel economen de term Sharpe-ratio in gebruik namen. In eerste instantie achtte Sharpe Rf constant, hij kwam hier in 1994 op terug en paste de stelling aan. lees verder http://en.wikipedia.org/wiki/Sharpe_ratio 1976 Milton Friedman Milton Friedman (Brooklyn, 31 juli 1912 - San Francisco, 16 november 2006) was een Amerikaanse econoom, voorvechter van vrije marktkapitalisme en een beperkte overheid. In 1976 won hij de Nobelprijs voor de Economie voor zijn werk met betrekking tot de monetaire theorie en hij kreeg in 1988 de Presidential Medal of Freedom (Presidentiële Vrijheidsmedaille) uitgereikt door toenmalig Amerikaans president Ronald Reagan. Friedman was vanaf 1946 verbonden aan de Graduate School of Business van de Universiteit van Chicago. Daar ontwikkelde hij een leer die haaks stond op de toen gangbare theorie van de Britse econoom John Maynard Keynes. Keynes bepleitte het stimuleren van de vraag in tijden van economisch teruggang. Friedman legde de nadruk op de aanbodkant van de economie. Een kleine overheid, weinig beperkingen voor het bedrijfsleven, en een krap-geld-politiek vormden de kernbegrippen van de Chicago-school. Friedman stond hiermee bekend als een monetarist. Dat houdt in dat hij een grote rol toekende aan het geld in het economisch verkeer. Een vergroting van de geldhoeveelheid veroorzaakt inflatie op de lange termijn en volgens de monetaristen mogelijk ook op de korte termijn. Daarom pleitten Friedman en de zijnen ervoor dat de centrale bank ervoor moet zorgen dat de geldhoeveelheid slechts met een bepaald maximumpercentage per jaar groeit. Dit maximumpercentage zou gerelateerd moeten zijn aan het werkelijke deel van alle economische transacties. De monetaristen denken dat hierdoor inflatie en werkloosheid effectief worden tegengegaan. Ook zijn zij voorstander van een sterke liberalisering van het economisch verkeer omdat zij menen dat dit de maatschappij ten goede komt. Friedmans ideeën werden onder andere toegepast door de Amerikaanse president Reagan en de Britse premier Thatcher. Ook in het Chili van dictator Pinochet werden ze uitgevoerd. Friedman veroordeelde de Chileense dictatuur, maar hij meende dat onder president Allende Chili een Cuba-achtige staat zou zijn geworden. Hij zag er geen bezwaar in lezingen te houden in Chili en dacht dat de vrijemarkteconomie, vanwege haar niet-centralistische karakter, uiteindelijk de macht zou ontnemen aan Pinochet. Milton Friedman overleed op 94-jarige leeftijd aan een hartaanval. 1969 Ragnar Frisch, Jan Tinbergen Ragnar Anton Kittil Frisch Ragnar Anton Kittil Frisch (Oslo, 3 maart 1895 – aldaar, 31 januari 1973) was een Noors econoom. Frisch behaalde in 1919 een academische graad in de economie aan de Universiteit van Oslo. Daarna studeerde hij in Parijs en Engeland, alvorens hij in 1925 zijn postdoctoraat in wiskundige statistiek behaalde. Hij werd benoemd tot assistent-professor aan de Universiteit van Oslo in 1925 en tot professor in 1931. Hij richtte in 1932 een economie-instituut op aan de Universiteit van Oslo en werd daar het hoofd van de onderzoeksafdeling. In 1969 won Frisch de prijs van de Zweedse Rijksbank voor economie, een prijs die hij deelde met Jan Tinbergen voor het analyseren van economische processen en het ontwikkelen van dynamische economische modellen. Frisch deed een aantal belangrijke onderzoeken op het gebied van economie en muntte een aantal nieuwe economische begrippen waaronder econometrie. Hij formaliseerde productietheorie (1965) en werkte aan tijdreeksen (1927) en lineaire regressieanalyse Jan Tinbergen Jan Tinbergen (Den Haag, 12 april 1903 - aldaar, 9 juni 1994) was een Nederlands econoom en natuurkundige. Hij was (samen met Ragnar Frisch) in 1969 de eerste die de prijs van de Zweedse Rijksbank voor economie (de "Nobelprijs" voor de Economie) kreeg uitgereikt. Hij wordt beschouwd als de grondlegger van de econometrie. In de econometrie is de wellicht bekendste stelling van Tinbergen de zogenoemde regel van Tinbergen (de 'Tinbergen rule'), die stelt dat binnen elk systematisch en samenhangend model van een economie het noodzakelijk is dat er minstens evenveel instrumenten zijn als doelstellingen. Het ruilbeginsel van Tinbergen stelt dat er sprake is van een ideale inkomensverdeling indien niemand van werk wil veranderen (ook al verdient iemand anders meer). De Tinbergen Norm behelst dat een verhouding van het laagste en hoogste inkomen in een bedrijf groter dan 1:5 contraproductief is. Tinbergen ontwikkelde het eerste omvattende nationale macro economische model. Het model werd aanvankelijk gemaakt voor Nederland, maar na de Tweede Wereldoorlog paste hij het toe op de VS en het Verenigd Koninkrijk. Terug naar  Inhoud Asset allocatie ter bescherming van uw portefeuille Spreker: Richard de Jong Richard de Jong van Van Lieshout & Partners N.V. geeft de presentatie "Asset allocatie ter bescherming van uw portefeuille" Een belangrijk onderdeel om uw portefeuille te beschermen is asset allocatie, op basis van uw beleggingshorizon en uw risicohouding uw vermogen gaan alloceren. Deze verdeling bepaald uiteindelijk het overgrote deel van het rendement, terwijl de keuze welke aandelen en/of obligaties er in uw effectenportefeuille zitten maar 10% van het eindresultaat bepaald. Kortom, asset allocatie moet veruit het meest belangrijke onderdeel van uw beleggingsstrategie zijn. Richard stemt zijn presentatie af op het aanwezige publiek en hij heeft daartoe een korte enquette ( 9 vragen ) samengesteld.  De uitkomsten van deze enquête gebruikt hij voor zijn presentatie.  De uitkomsten zijn geanonimiseerd. Met andere woorden, Richard de Jong en/of de HCC Beleggen zullen en kunnen de uitkomsten niet herleiden naar één persoon. Terug naar  Inhoud Commerzbank Standhouder Commerzbank is een uitgever van o.a. Speeders, Reverse Exchangeable Notes en Warrants. Met een aanbod van meer dan 70.000 financiële producten in Europa en een jarenlange ervaring geldt Commerzbank als een van de meest vooraanstaande derivatenhuizen. Onze service als market maker, het aanbod van een gratis telefoonnummer waar u terecht kunt voor al uw vragen en opmerkingen en een continue aandacht voor onze producten maakt Commerzbank een ideale handelspartner.   Met producten als Speeders, Reverse Exchangeable Notes en Warrants laat Commerzbank zien dat het een innovatief derivatenhuis is. Commerzbank biedt u dankzij een uitgebreid aanbod van producten altijd een passende risico/ rendement verhouding. Als marktleider in aanbod en in uitgiftes van derivaten op Euronext, streven wij ernaar om de meest actuele producten op de markt te brengen. De stand Bij de informatiestand van Commerzbank kunt u terecht met uw vragen wat betreft Commerzbank, investeren en handelen in derivaten, de diensten die wij aanbieden en de presentaties die wij geven. Voor zowel beginnende als voor gevorderde investeerders geven wij uitleg en informatie over de werking van onze producten en de mogelijke doeleinden voor welke deze gebruikt kunnen worden. Daarnaast kunnen wij samen met u bekijken welke producten eventueel het beste bij uw scenario passen. Tevens kunt u bij de informatiestand de brochures behorende bij onze producten vinden zodat u deze thuis op uw gemak nog eens kunt nalezen. Ook is de hand-out van de door ons op het symposium gegeven presentatie verkrijgbaar bij de informatiestand en kunt u zich indien gewenst inschrijven voor onze dagelijkse mailing. Terug naar  Inhoud Turbulente zomer Bron: KBC Sneller dan verwacht verloor de internationale conjunctuur de voorbije maanden aan kracht. Dat kwam onder meer tot uiting in een afname van de groeidynamiek van de wereldhandel en in een stevige terugval van het producentenvertrouwen in de westerse economieën. Ook de uiterst zwakke groei in de EMU in het tweede kwartaal (+0,7% op jaarbasis) kwam als een verrassing. Vooral de stagnatie van de activiteit in Duitsland (+0,5%) en Frankrijk (+0,0%) ontgoochelde. De plotse verslechtering van de conjunctuur heeft veel, zoniet alles te maken met de aanhoudende schuldencrisis in de eurozone, die op het vertrouwen van bedrijven en gezinnen weegt, en met de zware saneringen in vooral de zuidelijke lidstaten, die er de bestedingen aantasten. De financiële markten houden intussen rekening met een stevige recessie. Sinds begin juli daalde de MSCI-aandelenindex voor de EMU met bijna 20%. De Duitse tienjaarsrente bereikte eind september even een ongezien dieptepunt van 1,7%. In de reële economie loopt het nog niet zo’n vaart. De kans van een negatieve kwartaalgroei voor de EMU als geheel in het derde en vierde kwartaal van 2011 (een zogenoemde ‘technische recessie’) is beduidend toegenomen. Doemscenario’s (een nieuwe ‘grote recessie’) zijn evenwel nog niet aan de orde. Voorwaarde is wel dat de Europese economischebeleidsmakers snel een einde maken aan hun onderlinge verdeeldheid en eensgezind de noodzakelijke maatregelen uitvoeren om de schuldencrisis op te lossen. Terug naar  Inhoud HCC Standhouder Contact! Gezellig communiceren over uw hobby met andere liefhebbers! HCC brengt u in contact met mensen met dezelfde interesses, via een van onze vele groepen van enthousiaste hobbyisten. Als HCC-lid kunt u gratis bij een van deze groepen aansluiten (een paar groepen vragen een aanvullend bedrag), voor aansluiting bij meerdere groepen wordt een kleine vergoeding gevraagd. Daarnaast is er het HCC-webforum en zijn er vele activiteiten, met uiteenlopende onderwerpen, die door het hele land worden georganiseerd. Hulp! Problemen bij het computergebruik? HCC levert u de oplossing! Voor ondersteuning bij computerproblemen is er HCC!forums, een groot aantal cursussen op onze website en de telefonische helpdesk van HCC!hulp. Daarnaast zijn er nog tal van leden die andere leden helpen bij vragen over de digitale wereld. Informatie! HCC vertelt u alles over de digitale wereld! Via onze website en digitale nieuwsbrieven blijft u op de hoogte van alle ontwikkelingen in de computerwereld. Het blad HCC!nieuwsscan is exclusief voor leden. Het informeert en adviseert over digitale producten en diensten. Voordelen! Snel uw lidmaatschap terugverdiend! HCC-leden ontvangen aantrekkelijke kortingen, zoals: - 10% korting bij HEMA online fotoservice. - Collectieve voordelen op OHRA verzekeringen, tot enkele honderden euros per jaar. Vind alle voordelen en diensten op het diensten gedeelte van de HCC site Lid worden van HCC>> Deze info is van 14 oktober 2011 voor meest recente pagina kijk op http://www.hcc.nl/eCache/DEF/34/116.html Terug naar  Inhoud Programma overzicht: Bron: Redactie  tijd  aula  zaal 1.17  zaal 0.07 10.00 tot 10.50 uur Eric Senger & Jos van Went Moeilijke tijden overleven met langetermijn-beleggen..... Commerzbank Investeren met een hefboom, vergroot uw beleggingskansen . 10.50 tot 11.05 uur pauze pauze pauze 11.05 tot 11.55 uur Bob Hendriks Grondstoffen: Is het alleen goud dat blinkt? Ronald Kok Fundamental indexation Lynx Eenvoudig zelf automatische handelssystemen bouwen met multicharts 11.55 tot 12.10 uur pauze pauze pauze 12.10 tot 13.00 uur Wessel Aslander De markt door de TA loep bekeken. René Kreileman Geld verdienen in iedere markt, ook in crisistijd Willem v Heemskerck Düker Virtualisatie en Cloud computing 13.00 tot 13.30 uur pauze pauze pauze 13.30 tot 14.20 uur Richard de Jong Asset allocatie ter bescherming van uw portefeuille Robert Jabroer Verdedigen en aanvallen met opties . 14.20 tot 14.35 uur pauze pauze pauze 14.35 tot 15.25 uur Wilbert Geers Beleggen in edelmetaal: Ken je risico’s en begrijp wat je koopt  . . Terug naar  Inhoud Aanmelden en routebeschrijving: Een entreebewijs voor het HCC BeleggenSymposium kunt u  bestellen door u aan te melden via onze website: Klik hier om u aan te melden   Het HCC Beleggen Symposium wordt gehouden in: Scholengemeenschap Lek en Linge,  Multatulilaan 6, 4103 NR, Culemborg Bekijk ligging >> Laat de route zien in een nieuw venster Voer je postcode in: Terug naar  Inhoud | HCC beleggen Website | HCC beleggen Vacatures | Adverteren | Forum | Downloads 

14 oktober 2011

...

Nieuwsbrief 20111001 Symp57-3

57-ste HCC Beleggen Symposium 5 november  2011 "Beleggen van crisis tot crisis" inhoud:    Symposium Bericht: 3  Conjunctuurherstel ontgoochelend zwak Omslag Nederlandse conjunctuur Moeilijke tijden overleven met langetermijn-beleggen.. Virtualisatie en Cloud computing VS-werkloosheid wordt structureel Geld verdienen in iedere markt, ook in crisistijd Fundamental indexation Standhouder Ronald Kars Besmettingsgevaar voor de reële economie Programma overzicht 57 HCC Beleggen Symposium Aanmelden en routebeschrijving Agenda Conjunctuurherstel ontgoochelend zwak: Bron: KBC-groep De wereldwijde groeivertraging komt het duidelijkst tot uiting in het feit dat de Amerikaanse arbeidsmarkt in september per saldo geen nieuwe banen meer creeerde. Een noemenswaardig herstel op de arbeidsmarkt bleef daarmee beperkt tot de maanden februari tot april (met een gemiddelde maandelijkse creatie van 215000), waarna de banencreatie geleidelijk aan stilviel. Het zwakke en trage conjunctuurherstel is nog steeds het gevolg van het uiteenspatten van de zeepbel op de Amerikaanse vastgoedmarkt en van de globale financiele crisis die daarop volgde. Onder meer uit empirisch onderzoek van het IMF blijkt dat een herstel dat hierop volgt gemiddeld langer nodig heeft dan normaal. Terug naar  Inhoud Omslag Nederlandse conjunctuur: Diverse bronnen w.o. Redactie, DNB en  wikipedia Conjunctuur of fluctuatie is de verandering van het groeipercentage van de economie of de productie op de korte termijn. De gemiddelde groei over de lange termijn noemen we de trendmatige groei. Als de productiegroei vertraagt of zelfs negatief wordt dan spreekt men van een recessie. Als de productiegroei achterblijft bij de trendmatige groei dan spreken we van een laagconjunctuur. Als de productiegroei groter is dan de trendmatige groei dan spreken we van hoogconjunctuur. Deze verhoogde groei kan leiden tot een oververhitting van de economie (overspanning), omdat de effectieve vraag groter is dan de productiecapaciteit van het land. Door onder andere bestedingsinflatie kan de hoogconjunctuur omslaan en begint de neergang naar een laagconjunctuur, een recessie. Het punt van omslaan heet crisis. Elk conjunctuurbeleid is erop gericht om tot bestedingsevenwicht te komen want daar ondervindt men niet de nadelige gevolgen, werkloosheid, van een laagconjunctuur en het gevaar, inflatie, dat een hoogconjunctuur met zich meebrengt. Laag- en hoogconjuctuur gaat vaak samen met recessie en depressie. Nationaal product, procentuele verandering. De Nederlandse conjunctuurgolf als afwijking ten opzichte van de trend wordt weergegeven door de conjunctuurindicator van De Nederlandsche Bank Deze conjunctuurindicator blikt momenteel vooruit tot met januari 2012 en voorziet op korte termijn een omslag van de Nederlandse conjunctuur, die daarmee een periode van afkoeling ingaat. De DNB-conjunctuurindicator, die onlangs is herzien, heeft tot doel omslagen in de Nederlandse conjunctuur tijdig te signaleren. De indicator bestaat uit twee reeksen: de realisatie van de conjunctuur en de verwachte ontwikkeling daarvan in de nabije toekomst. De realisatie van de conjunctuur is gebaseerd op actuele cijfers van de industriële productie. Door zijn internationale oriëntatie is de industrie een belangrijke graadmeter voor de Nederlandse conjunctuur, die in grote mate wordt beïnvloed door de internationale omgeving. De laatste conjunctuuromslag trad op in het derde kwartaal van 2009. Daarna heeft de opgang voortgeduurd tot en met juni 2011 (de meest recente maand waarvoor gegevens voor de industriële productie beschikbaar zijn; zie de lichtblauwe lijn in de grafiek). De indicator voor de toekomstige conjunctuur blikt tot zeven maanden vooruit op de 'realisatie' van de conjunctuur en is samengesteld op basis van consumenten- en producentenenquêtes, financiële gegevens en indicatoren voor de uitvoer. Daarbij is gebruik gemaakt van economische gegevens tot en met juli. De voorlopende indicator voorspelt momenteel dat de Nederlandse conjunctuur binnenkort een fase van afkoeling ingaat (zie donkerblauwe lijn). De omslag naar de fase van afkoeling ligt naar verwachting in september, een maand eerder dan volgens de vorige meting van de conjunctuurindicator. Daarmee voorspelt de indicator op korte termijn een einde aan de conjuncturele opgang, in lijn met de recente verslechtering van verscheidene economische indicatoren. Zo is de verwachte bedrijvigheid onder producenten verder afgenomen en zijn de vooruitzichten voor de Nederlandse uitvoer verslechterd. De DNB-conjuncuurindicator is onlangs herzien. Zo is de realisatiereeks teruggebracht naar één indicator, de industriële productie, en is de voorlopende indicator opnieuw samengesteld (voor meer achtergrondgegevens daarvan zie het artikel in Economisch Statistische Berichten van 2 september 2011, nr. 96-4617). Door de aanpassingen kunnen omslagen in de conjunctuur in een eerder stadium worden voorspeld. De nieuwe DNB-conjunctuurindicator is maandelijks te vinden op de DNB-website onder het kopje 'Conjunctuurindicator'. Terug naar  Inhoud Eric Senger en Jos van Went: Moeilijke tijden overleven met langetermijn-beleggen... Sprekers: Eric Senger van Finservice en Jos van Went (privé belegger) In deze barre tijden hebben veel beleggers moeite om de juiste beslissingen te nemen. Voor sommigen is dit zelfs een aanslag op een goede nachtrust. Toch zijn er manieren om zonder zorgen te beleggen in goede én slechte tijden. Een tipje van de sluier: besef de noodzaak van beleggen, anders dan sparen of speculeren. Probeer niet alles zelf te doen, maar maak gebruik van fondsmanagers die al jaren hebben bewezen de juiste beslissingen te nemen. Deze topbeleggers zijn veelal niet te vinden bij uw eigen bank, of zelfs niet in Nederland. En toch zijn ze voor iedereen toegankelijk via beleggingsfondsen, die ruimschoots hun index weten te verslaan. Vind daarin een combinatie om de risico’s te verlagen en probeer met enigszins actief beheer de portefeuille te beschermen. Hoe? Wij vertellen u graag meer tijdens onze presentatie..  Terug naar  Inhoud Willem van Heemskerck Düker: Virtualisatie en Cloud computing Spreker: Willem van Heemskerck Düker van HCC Beleggen  Virtualisatie en cloud computing zijn momenteel de snelstgroeiende sport in de ICT naast de mobiele telefonie. Met virtualisatie bij computers wordt bedoeld dat meerdere besturingssystemen tegelijkertijd op één computer kunnen draaien. Cloud computing is een model dat het mogelijk maakt om door middel van een computernetwerk gedeelde configureerbare computermiddelen (zoals netwerken, servers, opslag, applicaties en diensten) op aanvraag beschikbaar te stellen op een snelle, gemakkelijke manier met minimale beheermoeite of interactie van een service provider. Wat moet een PC gebruiker hiervan weten en hoe kan hij er zijn voordeel mee doen.  Terug naar  Inhoud VS-werkloosheid wordt structureel: Bron: KBC-groep De ontgoochelende banencreatie op de Amerikaanse arbeidsmarkt hangt nauw samen met de structurele problemen waarmee de Amerikaanse bouwsector kampt. Een belangrijk deel van de aanhoudend hoge werkloosheidsgraad (9,1% van de beroepsbevolking) neemt immers de werkloosheidsgraad in de bouwsector voor zijn rekening. Ook blijkt dat deelstaten met een belangrijker aandeel van de bouwsector in hun regionale bbp hun werkloosheidsgraad tijdens de vastgoedcrisis sterker zagen oplopen dan andere deelstaten. Als gevolg van de toegenomen langdurige werkloosheid dreigt deze meer en meer structureel te worden, via het verlies van ervaring en vaardigheden. Naast de sectorale aspecten lijkt bovendien ook de arbeidsmobiliteit af te nemen. De dispersie van de werkloosheidsgraden tussen de verschillende VS-staten sprong fors op bij het begin van de Grote Recessie en ligt nog steeds op historisch hoge niveaus. Het feit dat veel gezinnen opgezadeld zitten met een hypothecaire schuld die groter is dan de actuele waarde van hun huis speelt hierbij allicht een belangrijke rol. Wanneer we daar nog aan toevoegen dat het uiteenspatten van de vastgoedzeepbel na 2007 gezorgd heeft voor een abnormaal hoge voorraad van onverkochte huizen, komen we tot het besluit dat de bouwsector binnen afzienbare tijd slechts een ondermaatse groeibijdrage zal leveren en de werkloosheidsgraad slechts zeer geleidelijk zal afnemen. Historische voorbeelden hiervoor zijn de vastgoedcrisis in Japan aan het einde van de jaren ’80 en die in Oost-Duitsland na de vastgoedboom die volgde op de hereniging in de jaren ’90. Door de hoog blijvende Amerikaanse werkloosheid zal ook de reële loongroei beperkt blijven en daardoor de groei van de particuliere consumptie, die 70% van het Amerikaanse bbp vertegenwoordigt, temperen.  Terug naar  Inhoud Geld verdienen in iedere markt, ook in crisistijd: Spreker: René Kreileman van BeursToppers. "Geld verdienen in iedere markt, ook in crisistijd" is gebaseerd op ‘eenvoud loont’, het uitgangspunt van de lezing van René Kreileman van BeursToppers.   50% verlies in 10 jaar, dat moet beter kunnen. De afgelopen 10 jaar is de AEX gedaald van 600 naar 280, een verlies van meer dan 50%. Hoe de komende 10 jaar uitpakken kan niemand ons vertellen. Zelfs hoe de dag van morgen er op de beurs uit ziet, is onvoorspelbaar. Het pad in deze wereld is bezaaid met Bulls en Bears die de arena vormen van miljoenen beleggers. Hoe kunt u dan toch overeind blijven op de beurs in deze onzekere tijden? Oftewel hoe komt u bij die kleine groep van nog geen 20% van winnaars op beurs? Hoe beleg ik met welke strategieën? In deze lezing geef ik inzicht in de opbouw van mijn portefeuille en welke strategieën ik toepas om in iedere markt geld te verdienen, ook in crisistijd, zonder weet te hebben van hoe de dag van morgen er uit ziet. Ik ga in op de spreiding die ik toepas in mijn portefeuille, als tegenhanger van de traditionele manier van spreiden. Daarnaast komen aspecten aan de orde op het gebied van het omgaan met een StopLoss (wanneer neem ik verlies), TakeProfit (wanneer neem ik winst), Money Management (hoeveel investeer ik, wat doe ik met winsten en hoe beperk ik mijn risico’s). Daarnaast geef ik concreet inzicht in één van mijn eigen ontwikkelde strategieën en geef ik aan hoe ik strategieën selecteer. Wat heb ik nu in portefeuille? Wat de dag van morgen brengt weet niemand, maar inzicht in de opbouw aan de portefeuille geeft wel een indicatie. In dit deel van de lezing wordt aandacht gegeven aan de actuele opbouw van mijn modelportefeuille van BeursToppers en wat dat zegt over gisteren, vandaag en morgen. BeursToppers BeursToppers is eigendom van Rean Invest en is opgezet door René Kreileman. Het investeren in de financiële markt is hij in de jaren 90 als hobby gestart. Na het vallen en opstaan, heeft hij zich als self-made investeerder succesvol bekwaamd in de financiële wereld. Dit heeft geresulteerd in het beleggingsmodel BeursToppers, dat hij zelf in praktijk toepast voor eigen rekening en risico. Volg de dagelijkse handelsactiviteiten van René op de beurs via twitter  Terug naar  Inhoud RonaldKok: Fundamental indexation Spreker: Ronald Kok van Analist.nl Door simpelweg andere wegingen aan indexcomponenten te geven is het relatief eenvoudig om diezelfde index te verslaan “Fundamental Indexation” is een portefeuilleconstructie methodiek die deels op actief en deels op passief beheer leunt. De afgelopen jaren zijn de passievere beleggingsstrategieën steeds populairder geworden maar natuurlijk kleven er ook nadelen aan deze strategie. Zo worden ook de te dure aandelen klakkeloos gekocht met relatief onnodig hoge wegingen. De “Fundamental Indexation” is als het ware een ontnuchtering voor de enorme euforie over het klassieke passieve beleggen. Terug naar  Inhoud Ronald Kars: Standhouder Ronald Kars (1963) is twintig jaar actief beurshandelaar. Met zijn analyses is hij altijd op zoek naar kruispunten van tijd, prijs en kracht. Hij weet dit om te zetten in concrete aan- en verkoopadviezen voor zowel de korte- als de lange termijn belegger. Met zijn veel omvattende analyses en unieke vermogen om verbanden te leggen weet Kars de toekomstige koersen en sociaal economische ontwikkelingen in de wereld opvallend vaak accuraat te voorspellen. Kars heeft een unieke methode ontwikkeld om het toekomstig koersverloop te voorspellen. Zijn handelssysteem is bekend onder de naam “Hotspot methode”.  Het Hotspot beleggingssysteem heeft tot doel een gestage groei van het kapitaal, waarbij wel de voordelen van een trendvolgend systeem worden genoten maar niet de nadelen. Zijn systeem bestaat uit 3 onderdelen.   1.Trend Analyzer a. Maand Trend Analyzer© (wordt gebruikt voor de Maandvisie nieuwsbrief) b .Week Trend Analyzer© (wordt gebruikt voor de Weekvisie- en Trade2Live  nieuwsbrief)   2.Hotspot  data Dit zijn berekende data (±3 werkdagen) op basis van zijn cyclus theorie. De verwachting in deze perioden is een koerswijziging van minimaal 4%. De hotspot data en de invloed hiervan op het toekomstig koersverloop komen in alle nieuwsbrieven uitvoerig aan bod. De hotspot data worden een jaar van tevoren bepaald en zijn vastgelegd in de Beleggerskalender   3.Overige analyses Afhankelijk van de situatie op de beurs wordt het hele spectrum van analyse technieken toegepast, zoals technische analyse, koerspatroon herkenning, Elliottwave, Gann, Candlesticks , interpretatie van beleggerpsychologie etc etc.  In een aantal gevallen wordt  kennis gekocht via de top analisten op een bepaald vlak, kennis die wordt meegenomen in de totaal analyse.   Terug naar  Inhoud Besmettingsgevaar voor de reële economie: Bron: KBC-groep Het grootste gevaar voor de economische groei in de ontwikkelde economieën is op dit ogenblik een besmetting door de perikelen op de financiële markten. Dat gevaar is reëel. Nog steeds zijn er bijvoorbeeld in de EMU meer banken die hun krediet verstrakken dan versoepelen. Als belangrijkste drijfveren hiervoor worden de moeilijke liquiditeitsvoorziening en de algemene economische onzekerheid aangehaald. De financiële markten houden alvast rekening met een stevige recessie. Sinds begin augustus daalde bijvoorbeeld de MSCI-aandelenindex voor de EMU met 17,5%, terwijl de Amerikaanse en Duitse tienjaarsrente ongeziene dieptepunten van respectievelijk 1,9% en 1,7% bereikten. Bij de reële economie loopt het echter nog niet zo een vaart. Mede als gevolg van de zware saneringen in de zuidelijke EMU en de vertragende Duitse economie is een negatieve kwartaalgroei voor de EMU als geheel in het derde kwartaal van 2011 echter niet uitgesloten. Indien de economischebeleidsmakers een einde maken aan hun onderlinge verdeeldheid en eensgezind de noodzakelijke maatregelen uitvoeren, kan een nieuwe recessie allicht nog worden vermeden. Terug naar  Inhoud Enquête: "Beleggingshorizon en risicohouding" Bron: Redactie  Richard de Jong van Van Lieshout & Partners N.V. geeft op 5 november een presentatie over hoe u uw portefeuille kunt beschermen. Een belangrijk onderdeel hiervan is asset allocatie. Met uw beleggingshorizon en uw risicohouding kunt u het vermogen gaan alloceren.    Deze enquette bestaat uit slechts 9 vragen en vraagt nog geen minuut om te complementeren. De uitkomsten van deze enquête gebruikt hij voor zijn presentatie. De uitkomsten zijn geanonimiseerd. Met andere woorden, Richard de Jong en/of de HCC Beleggen zullen en kunnen de uitkomsten niet herleiden naar één persoon. Terug naar  Inhoud Programma overzicht: Bron: Redactie  tijd  aula  zaal 1.17  zaal 0.07 10.00 tot 10.50 uur Eric Senger & Jos van Went Moeilijke tijden overleven met langetermijn-beleggen..... Commerzbank Investeren met een hefboom, vergroot uw beleggingskansen . 10.50 tot 11.05 uur pauze pauze pauze 11.05 tot 11.55 uur Bob Hendriks Grondstoffen: Is het alleen goud dat blinkt? Ronald Kok Fundamental indexation Lynx Eenvoudig zelf automatische handelssystemen bouwen met multicharts 11.55 tot 12.10 uur pauze pauze pauze 12.10 tot 13.00 uur Wessel Aslander De markt door de TA loep bekeken. René Kreileman Geld verdienen in iedere markt, ook in crisistijd Willem v Heemskerck Düker Virtualisatie en Cloud computing 13.00 tot 13.30 uur pauze pauze pauze 13.30 tot 14.20 uur Richard de Jong Asset allocatie ter bescherming van uw portefeuille Robert Jabroer Verdedigen en aanvallen met opties . 14.20 tot 14.35 uur pauze pauze pauze 14.35 tot 15.25 uur Wilbert Geers Ken je risico’s en begrijp wat je koopt  . . Terug naar  Inhoud Item9: Een entreebewijs voor het HCC BeleggenSymposium kunt u  bestellen door u aan te melden via onze website: Klik hier om u aan te melden   Het HCC Beleggen Symposium wordt gehouden in: Scholengemeenschap Lek en Linge,  Multatulilaan 6, 4103 NR, Culemborg Bekijk ligging >> Laat de route zien in een nieuw venster Voer je postcode in: Terug naar  Inhoud Agenda Bron: HCC Beleggen redactie De HCC Beleggen Kalender op onze website en  deze Agenda zijn inmiddels een begrip onder beleggers in Nederland en België geworden. Voor veel andere sites zijn wij de de-facto bron van informatie. Toch zijn nog niet alle events in onze Agenda opgenomen, daarom willen we ook aanbieders van seminars, cursussen en beleggersbijeenkomsten in de gelegenheid stellen, zelf hun events aan te kondigen, zowel op ons forum als in onze nieuwsbrieven. Plaatsing van (vrij toegangkelijke) educatieve bijeenkomsten zijn kostenloos. (Bijeenkomsten met een educatief karakter welke niet gratis toegankelijk zijn danwel bijeenkomsten met een niet uitsluitend educatief karakter kunnen onder voorwaarden ook in onze agenda opgenomen worden. Wilt u meer weten neemt u dan even contact  op met de redactie) Terug naar  Inhoud | HCC beleggen Website | HCC beleggen Vacatures | Adverteren | Forum | Downloads 

30 september 2011

Actueel

'Meld je aan voor de nieuwsbrief' van HCC!beleggen

'Abonneer je nu op de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze activiteiten!'

Aanmelden