Nieuwsbrief 20110501

Deel dit artikel

,

geen foto beschikbaar


HCC Beleggen Logo
inhoud:    HCC Beleggen Nieuwsbrief 20110501



Brussel houdt vertrouwen in Griekenland
Bron: Analist.nl
De Europese Commissie twijfelt niet aan de wil van de Griekse regering om haar overheidsfinanciën op orde te krijgen. De regering in Athene heeft onlangs ''ambitieuze'' maatregelen aangekondigd om het begrotingstekort terug te dringen en is bovendien van plan voor 50 miljard euro aan overheidsbelangen te privatiseren.

De woordvoerder van eurocommissaris Olli Rehn (Monetair Beleid) heeft dat dinsdag gezegd in reactie op lichteWolkenBovenParthenon370x195.jpgnieuwe cijfers van Eurostat. Daaruit blijkt dat het Griekse financieringstekort vorig jaar 10,5 procent van het bruto binnenlands product bedroeg, terwijl op 9,5 procent was gerekend.

Cijfers
De woordvoerder onderstreepte dat de cijfers van Eurostat overeenstemmen met de gegevens die Athene had aangeleverd. Daaruit blijkt dat de Griekse cijfers, anders dan in het verleden, betrouwbaar zijn. De zegsman wees er ook op dat het Griekse tekort in 2009 nog ruim 15 procent bedroeg. Speculeren over extra maatregelen die de Griekse regering zou kunnen treffen, noemde hij ''prematuur''.

jute_zak200x191Griekenland
 Griekenland kreeg vorig jaar noodleningen toegezegd van in totaal 110 miljard euro door de eurolanden en het Internationaal Monetair Fonds. Het heeft beloofd zijn begrotingstekort in 2014 onder de EU-limiet van 3 procent te brengen. Dat het tekort over 2010 hoger uitvalt dan verwacht, wijt Athene aan de zware economische inzinking waarmee het land kampt.

EU-president Herman Van Rompuy ontkende dinsdag in de Belgische krant De Standaard dat er een herschikking van de Griekse schuld ophanden is, waardoor de schuldeisers naar een deel van hun geld zouden kunnen fluiten.

Van Rompuy vindt dat Griekenland de tijd moet krijgen om zijn schulden weg te werken.
Terug naar  Inhoud


Belangstellingsgroep(BG) Daytraders:
Bron: Redactie
Traders 'lijden' meestal een eenzaam bestaan. Interactie met andere traders doorbreekt die eenzaamheid en kan een verrijking zijn voor alles dat met traden te maken heeft. Wij zijn dan ook op zoek naar traders die af en toe samen willen komen om van elkaars ervaringen wijs te worden in een informele setting.

Op dergelijke bijeenkomsten kan een trader zijn/haar werkwijze toelichten en is er ruimte voor inhoudelijke discussie waar alle deelnemers aan mee kunnen doen. Als blijkt dat diverse leden van de groep meer willen weten over een bepaald onderwerp dan kan men als groep ook een externe spreker uitnodigen die zaken specifieker kan toelichten.

cijfersup90x156.jpgHet lijkt ons erg leerzaam om een bepaald onderwerp dieper te kunnen doorgronden; in ieder geval voorbij het niveau van een introductie praatje. Ook onderwerpen zoals:

    •     Money-management, traders-psychologie,
    •     het maken van een trade-plan
               wat moet daar eigenlijk allemaal in staan?,
    •     hoe kan ik afspraken met mij zelf maken tijdens het traden?,
    •     waarom zou ik mijn trade-resultaten moeten bijhouden en wat kan ik daarvan leren?

Allemaal zaken die bepalend zijn voor het succes van een trader en die zich prima lenen om sprekers uit te nodigen. Sterker nog: deze laatste zaken bepalen wellicht meer het succes van een trader dan een zogenaamde “super” entry middels een “systeem”.

Kortom: er zijn veel interessante onderwerpen die traders heel goed kunnen helpen om succesvol te zijn/worden en te blijven, want wat is mooier dan (deels?)onafhankelijk te kunnen zijn met behulp van traden.

Heeft u interesse om deel te nemen aan de BG Daytraders laat het ons dan via de mail weten. 
Terug naar  Inhoud


De Nederlandsche Bank publiceert het Overzicht Financiële Stabiliteit april 2011
Bron: DNB
Europese schuldencrisis blijft grootste bedreiging voor financiële stabiliteit - Groei opkomende economieën drijft grondstoffenprijzen en inflatierisico op - Opkomende handel in grondstofderivaten kan tot plotselinge verliezen leiden.
20110501_Overzicht_Financiele_Stabiliteit357x781.jpg
Deze en andere boodschappen zijn te vinden in het vandaag gepubliceerde halfjaarlijkse Overzicht Financiële Stabiliteit van De Nederlandsche Bank (DNB). Met dit overzicht beoogt DNB de financiële stabiliteit in Nederland te bevorderen door middel van monitoring en identificatie van de belangrijkste risico’s voor het financiële systeem.

De Europese schuldencrisis blijft de grootste bedreiging voor de stabiliteit van de Nederlandse financiële sector. Het samenspel met andere factoren vergroot de risico's. Zo blijven verschillen tussen eurolanden toenemen, bijvoorbeeld in concurrentiepositie. Daarnaast blijft het risico aanwezig dat financiële instellingen worden geraakt door verdere prijsdalingen op Europese vastgoedmarkten. Op de Nederlandse kantorenmarkt dreigt bijvoorbeeld structurele leegstand. Om te voorkomen dat verliezen verborgen blijven, is het belangrijk dat banken, verzekeraars en pensioenfondsen transparant zijn over hun investeringen in vastgoed en in landen die door de schuldenproblematiek zijn getroffen. Tevens moet de waarde van deze investeringen voorzichtig genoeg worden ingeschat.

De vooruitzichten voor de wereldeconomie zijn de afgelopen maanden verbeterd. Door het economische herstel zijn de kapitaalbuffers van financiële instellingen aangesterkt. Het blijft echter belangrijk dat zij hun buffers verder versterken om minder kwetsbaar te worden voor nieuwe schokken. Dit zal ook worden afgedwongen door de internationaal overeengekomen strengere regelgeving, waaronder de Bazel III normen voor banken, en extra eisen aan systeemrelevante instellingen. Deze regelgeving wordt de komende jaren ingevoerd.

Het economische herstel, dat deels wordt gedreven door sterke groei in opkomende economieën, gaat gepaard met stijgingen van grondstoffenprijzen en toenemende inflatiedruk.

Sommige financiële instellingen proberen te profiteren van de ontwikkelingen op grondstoffenmarkten, waarbij de opkomst van complexe producten en handelsstrategieën een risico vormt als de huidige trend plotseling keert. Tevens is door de recente economische ontwikkelingen de kans op renteschokken toegenomen. Een plotselinge stijging van de marktrente zou Nederlandse huishoudens, banken en de overheid treffen. Nederlandse huishoudens zijn hier de laatste jaren kwetsbaarder voor geworden doordat de totale uitstaande hypotheekschuld is opgelopen.

Het hele rapport is te zien op de site van de DNB:  
Terug naar  Inhoud


Nederlands overschot op de lopende rekening hangt samen met spaaroverschot bedrijven:
Bron: DNB
Het nationale spaaroverschot van Nederland, dat tot uiting komt in het overschot op de lopende rekening, is grotendeels gelokaliseerd bij niet financiële bedrijven.

20110501_Spaaroverschot400x317.jpgSinds het uitbreken van de eurocrisis staan de onevenwichtigheden binnen de EMU in de schijnwerpers. De landen met tekorten op de lopende rekening van de betalingsbalans zijn relatief hard geraakt door de financiële crisis, terwijl landen met een overschot op de lopende rekening (zoals Nederland) de crisis relatief goed zijn doorgekomen. Het Nederlandse overschot op de lopende rekening hangt vooral samen met de internationalisering van het bedrijfsleven. Het nationale spaaroverschot is sinds de eeuwwisseling grotendeels gelokaliseerd bij de niet-financiële bedrijven. Verder heeft ook de daling van het begrotingstekort van de overheid sinds begin jaren negentig bijgedragen aan het overschot. De veelgehoorde redenering dat het spaaroverschot dankzij de hoge pensioenbesparingen vooral bij huishoudens gelokaliseerd is, is niet correct. Het spaaroverschot van huishoudens is sinds de eeuwwisseling nihil.

Sinds begin jaren negentig is het overschot op de lopende rekening in Nederland opgelopen door een toenemend uitvoeroverschot van goederen en diensten. De lopende rekening van de betalingsbalans geeft een overzicht van de belangrijkste transacties van een land met het buitenland. Daarbij gaat het om de ex- en import van goederen en diensten maar bijvoorbeeld ook om betalingen van salarissen, dividenden en rente van en naar het buitenland. Het Nederlandse lopende rekeningoverschot behoort nu tot de hoogste in het eurogebied. In het eurogebied en de G20 wordt momenteel gesproken over hoe de mondiale onevenwichtigheden in te dammen. Daarbij speelt ook de vraag in welke mate landen met een overschot op de lopende rekening – zoals Nederland - hun economisch beleid zouden moeten aanpassen. Volgens DNB is dit alleen wenselijk als duidelijk is dat de onbalans samenhangt met een onderliggende economische verstoring.

In landen als Spanje, Portugal, Ierland en Griekenland hangen de omvangrijke tekorten op de lopende rekeningen samen met langdurige verslechteringen in hun concurrentieposities, waardoor de export relatief duurder en de import goedkoper werd. De loonontwikkeling liep in deze landen lange tijd uit de pas met de productiviteitsontwikkeling. Volgens dezelfde redenering kan een overschot op de lopende rekening samenhangen met een te gematigde loonontwikkeling. In Nederland is hier echter geen sprake van geweest. De prijsconcurrentiepositie van Nederland is ten opzichte van de tweede helft van de jaren 90 juist verslechterd, met name ten opzichte van ontwikkelde landen buiten het eurogebied.

Het externe overschot van Nederland is per definitie gelijk aan het saldo van inkomens en bestedingen, ofwel het spaarsaldo. Anders gezegd: Nederland heeft een overschot op de lopende rekening omdat het in totaliteit meer verdient dan het besteedt, m.a.w. het heeft een positief nationaal spaarsaldo. Dit biedt een ander perspectief om tegen het externe overschot aan te kijken. Het spaarsaldo wordt berekend door de investeringen af te trekken van de besparingen. Wanneer we het nationale spaarsaldo uitsplitsen naar het spaarsaldo van de verschillende economische sectoren (bedrijven, overheid en gezinnen) kunnen we achterhalen hoe het overschot op de lopende rekening (dus het nationale positieve spaarsaldo) is opgebouwd. Uit de bijgaande grafiek blijkt dat er een significante stijging in het spaarsaldo van Nederlandse niet-financiële bedrijven heeft plaatsgevonden. Het spaarsaldo van bedrijven is toegenomen door een combinatie van aanzienlijk hogere bedrijfsbesparingen en wat lagere binnenlandse investeringen. De investeringen van Nederlandse bedrijven in het buitenland zijn in deze periode juist sterk toegenomen. 20110501Nationaal-spaaroverschot_tcm46-251204.jpgEr zijn echter geen aanwijzingen dat er iets mis is het Nederlandse investeringsklimaat. In tegendeel, Nederland scoort doorgaans zeer goed op de internationale ranglijsten voor het investeringsklimaat en de Nederlandse arbeidsmarkt floreert. De hogere netto investeringen in het buitenland hangen waarschijnlijk samen met het internationaliseren van het bedrijfsleven sinds de jaren negentig. De mogelijkheden voor buitenlandse investeringen zijn in deze periode steeds groter geworden. Dit hangt samen met technologische ontwikkelingen (zoals in de ICT), met het tot stand brengen van vrij kapitaalverkeer in de EU in 1990 en het verdwijnen van wisselkoersrisico met het invoeren van de euro in 1999.


Verder heeft ook de daling van het begrotingstekort (negatieve spaarsaldo) van de overheid bijgedragen aan de stijging van het nationale spaaroverschot. Het begrotingstekort is in de jaren negentig sterk gedaald in aanloop naar de EMU. Ook na de vorming van de EMU is het begrotingstekort initieel relatief laag gebleven, in lijn met de afspraken in het Stabiliteits- en Groeipact.

De veelgehoorde redenering dat het spaaroverschot dankzij de hoge pensioenbesparingen vooral bij huishoudens gelokaliseerd is, is niet correct. Het spaaroverschot is sinds de eeuwwisseling immers nauwelijks meer gelokaliseerd bij de huishoudens. Ook als de verplichte pensioenbesparingen worden meegerekend, liggen de totale besparingen van Nederlandse huishoudens al geruime tijd onder die van het eurogebied. Sinds midden jaren negentig zijn Nederlandse huishoudens meer hypotheekleningen aangegaan. Dit hangt deels samen met de stijgende huizenprijzen en de versoepeling van hypotheekvoorwaarden in de jaren negentig. Hierdoor werd het makkelijker om overwaarde van de eigen woning te verzilveren. De consumptie kon zodoende meer toenemen dan het besteedbaar inkomen, waardoor de besparingen daalden. Bovendien zijn huishoudens meer gaan investeren in hun eigen huis. Het spaaroverschot van huishoudens is sinds de jaren negentig dan ook gestaag afgenomen en schommelt het afgelopen decennium rond de nul.
Terug naar  Inhoud


Nederlandse huishoudens zetten spaargeld weer langer vast:
Bron: DNB
In het eerste kwartaal van 2011 hebben Nederlandse huishoudens voor EUR 2,5 miljard aan spaargeld voor langere tijd vast gezet. Het vastzetten van het spaargeld ging voor een groot deel ten koste van het eenvoudig opneembaar spaargeld, waarvan ruim EUR 2 miljard werd opgenomen.
Deze switch naar vaststaand spaargeld kan zijn ingegeven door het licht oplopende renteverschil tussen beide spaarvormen.
20110501_Opname-en-inleg-spaarrekeni_tcm46-251489.jpgBovendien lijken huishoudens sinds november 2010 minder moeite te hebben met het feit dat ze een tijdje niet bij hun geld kunnen. Het gaat hierbij om besparingen van huishoudens bij Nederlandse banken, exclusief de besparingen voor de oude dag onder beheer van pensioenfondsen en levensverzekeraars.
In 2007 en 2008 hadden huishoudens onder invloed van de toen sterk oplopende rente op vaststaand spaargeld ook al veel geld voor langere periodes op deposito geplaatst. Destijds liep dat bedrag zelfs op van ruim EUR 20 miljard naar bijna EUR 100 miljard. Zo ver is het momenteel nog niet, mogelijk is daarvoor het verschil tussen de rente op beide manieren van sparen nog niet groot genoeg. In maart 2011 stond ongeveer EUR 35 miljard aan spaargeld vast.

In het eurogebied is geen sprake van een grotere tendens richting het vaststaande spaargeld, maar in de muntunie wordt in het algemeen al meer geld voor langere perioden vastgezet. De huishoudens van het gehele eurogebied hebben gezamenlijk ongeveer EUR 3.500 miljard aan spaargeld waarvan ongeveer de helft voor langere tijd vast staat. De Nederlandse huishoudens hebben EUR 300 miljard aan spaargeld en hiervan staat iets meer dan 10% vast.
Als we kijken naar de afzonderlijke landen dan hebben Belgische en Italiaanse huishoudens procentueel ongeveer net zoveel geld op deposito geplaatst als Nederlandse. De grootste spaarlanden van het eurogebied, Duitsland en Frankrijk, hebben respectievelijk EUR 950 miljard en EUR 800 miljard aan spaargeld waarvan in beide landen ongeveer 35% voor langere tijd vast staat.
Terug naar  Inhoud


Wat wijzigt de UCITS IV richtlijn voor Nederlandse beleggingsinstellingen?
Bron: AFM
esmatop801x63.jpg

Vanaf 1 juli 2011 moet de UCITS IV richtlijn geïmplementeerd zijn in de Nederlandse wet- en regelgeving. UCITS (de regelgeving voor beleggingsinstellingen met een Europees paspoort) wordt op een aantal punten aangepast, voornamelijk om grensoverschrijdend verkeer gemakkelijker te maken en om consumenten beter te informeren:
  •
  •
  •
  •
  •
cesr150x149.pnger komt een beheerderspaspoort
grensoverschrijdende fusies worden makkelijker
de master-feeder constructie wordt ook voor UCITS mogelijk
de notificatie wordt eenvoudiger
er komt een nieuwe Financiële Bijsluiter (Essentiële Beleggersinformatie)
In Nederland zal de Essentiële Beleggersinformatie voor alle gereguleerde beleggingsinstellingen gelden, dus ook voor niet-UCITS. De Essentiële Beleggersinformatie komt meer tegemoet aan de wens van consumenten om een beknopter document met minder disclaimers. Het lijkt daarin op de Financiële Bijsluiter die we in Nederland kennen voor andere complexe producten. Een voorbeeld vindt u op de website van ESMA (de samenwerking van toezichthouders in Europa).

Voor bestaande beleggingsinstellingen geldt een overgangstermijn van een jaar. Uiterlijk 1 juli 2012 moeten alle beleggingsinstellingen de nieuwe Essentiële Beleggersinformtie beschikbaar hebben.

AFM_logo_home_new267x101.jpgDe AFM is volop bezig om zich op deze richtlijn voor te bereiden.
Zo worden bijvoorbeeld de procedures rond notificatie en de uitwisseling van informatie daarbij met buitenlandse toezichthouders aangepast. In de Nadere regeling gedragstoezicht financiële ondernemingen worden de regels voor de Financiële Bijsluiter voor beleggingsinstellingen geschrapt, omdat de regels voor de Essentiële Beleggersinformatie per Europese verordening rechtstreeks gelden.
De AFM is verder nauw betrokken bij de invulling van bepalingen waarvoor ESMA bindende regels kan stellen. Dit gaat dan bijvoorbeeld over de berekening van de nieuwe risico-indicator in de Essentiële Beleggersinformatie of het vaststellen van de toepassing van de beleggingsrestricties voor UCITS bij bijzondere financiële instrumenten.

Via de AFM-website wordt u de komende tijd op de hoogte gehouden van de invoering van UCITS IV. 
Terug naar  Inhoud


Strengere eisen aan banken vergen economische offers:
Bron en lees meer: MeJudice.nl
Nieuwe eisen aan de kapitaalbuffers van banken brengen forse extra kosten met zich mee. Deze hoge kosten vormen een rem op het economisch herstel, stellen Rabobank-economen Wim Boonstra en Nicole Smolders. Zij schrijven dat Arnoud Boot en Rens van Tilburg dit feit over het hoofd zien in hun recente MJ-artikel over Basel III, het nieuwe pakket reguleringen voor banken. Basel III is een stap vooruit, maar vormt een sterk onderschatte kostenpost voor het bankwezen en de economie.

Nieuwe eisen aan banken hebben ook kosten en nadelen
Arnoud Boot en Rens van Tilburg geven in hun MJ-artikel ‘Juist risicovolle banken zijn dure banken’ een prikkelende visie op het bankwezen. Op hoofdlijnen zijn wij het eens met hun analyse. De financiële crisis heeft aangetoond dat het toezicht op banken niet afdoende is geweest. Het stelsel van schaduwbankieren via ‘special purpose vehicles’ bleek een bron van instabiliteit. De vermogensposities van veel banken bleken in de praktijk aanmerkelijk zwakker dan door de gepubliceerde BIS-ratio’s werd gesuggereerd.

De komst van het nieuwe toezichtkader (Basel III) is alleen al om die reden een belangrijke stap vooruit. Hoewel men op onderdelen van mening kan verschillen of Basel III afdoende zal zijn, mag worden verwacht dat na invoering banken zwaarder en kwalitatief beter gekapitaliseerd zullen zijn (Basels Comité voor Bankentoezicht, 2010a en b;  Smolders, 2011).

Toch kleven er aan de invoering van Basel III (aangevuld met andere ingrepen van overheidswege) ook kosten en nadelen, die in de discussie te weinig aandacht krijgen omdat deze zich vooral richt op de lange termijn beoogde voordelige effecten van Basel III.
Ook Boot en Van Tilburg (BT) lijken deze kosten en nadelen te onderschatten. Waar banken tegenwerpen dat de vereiste zwaardere kapitalisatie leidt tot oplopende kosten als gevolg van deze maatregelen, werpen BT tegen dat zwaarder gekapitaliseerde banken zich als gevolg van hun verbeterde risicoprofiel juist goedkoper zullen kunnen financieren.

Met deze stellingname gaan zij voorbij aan twee zaken. Ten eerste mag het zo zijn dat zwaarder gekapitaliseerde banken zich goedkoper kunnen funden, maar eerst moeten banken de komende jaren zien dat zij aan de gevraagde solvabiliteitsvereisten voldoen. En de route naar stevigere kapitaalbuffers zal allesbehalve kosteloos zijn.
Ten tweede gaan BT voorbij aan het feit dat Basel III niet alleen gaat over zwaardere solvabiliteitsvereisten, maar dat er ook aanvullende liquiditeitsvereisten zijn gesteld. Die hebben een eigenstandige invloed op de rentabiliteit en fundingkosten van de betrokken banken.

mejudice_logo212x38.jpg

img_boonstra_tcm491-216788_70x90.jpg
Wim Boonstra
Rabobank
nicole-smolders70x90.jpg
Nicole Smolders
Rabobank

Referenties
Barth, J.R., G. Caprio Jr. & R. Levine (2004), Bank regulation and supervision: what works best?, Journal of Financial Intermediation, 13 (2), 205-248.

Basels Comité voor Bankentoezicht (2010a), Basel III: A global regulatory framework for more resilient banks and banking systems, 16 december.

Basels Comité voor Bankentoezicht (2010b), Basel III: International framework for liquidity risk measurement, standards and monitoring, 16 december.

Basels Comité voor Bankentoezicht (2010c), Results of the comprehensive quantitative impact study, 16 december 2010.

DNB (2010), Overzicht Financiële Stabiliteit in Nederland, november, nr. 12.

IMF (2011), Global Financial Stability Report, april 2011.

Smolders (2011), Basel 3: Stevig maar realistisch, Bank- en Effectenbedrijf, januari/februari.



Terug naar  Inhoud


Geldmarkt: de ECB zorgt voor een verrassing:
Bron: Dexia
20110501_ecb_repo_en_fed_rente.jpgDe  Fed geeft de indruk ontspannen toe te kijken op de conjunctuurverbetering, de opflakkering van de inflatie en de sterke stijging van de olieprijs. Hij gaat onverstoorbaar voort met zijn massale obligatieaankopen, want eigenlijk kan hij moeilijk terug. Uit de verklaring die de centrale bank na afloop van haar vergadering medio maart aflegde, kan men geen versnelde verhoging van de basisrente in de komende maanden afleiden.

Terwijl de Fed gewoonlijk vooral aandacht besteedt aan de evolutie van de werkloosheid en de inflatie, merkt hij in zijn mededeling op dat de werkloosheid hoog en de kerninflatie laag blijft. De gerustgestelde markten verwachten trouwens geen snelle renteverhoging. Dat blijkt uit de evolutie van de IRSrente op 2 jaar, die de evolutie van de basisrente voor ongeveer het komende jaar voorspelt.

Nochtans vormen de prijsexplosie van de ruwe olie en de onzekere vooruitzichten ervan (hoe zal de politieke crisis in de Arabische landen evolueren? Wordt Saoedi-Arabië de volgende in de rij?) een groot probleem voor de centrale banken. Want
de economische heropleving is maar zwakjes, rekening houdend met de diepte van de voorbije recessie. De werkloosheid begint nog maar net te dalen en dan nog vanop een heel hoog niveau. De banken zijn hun wonden nog aan het likken en een nieuwe recessie is helemaal niet denkbeeldig (laag consumentenvertrouwen, aanhoudende massale inbeslagnemingen van gebouwen, nieuwe daling van de vastgoedprijzen).
Het is dus te vroeg om de basisrente op te trekken.
anderzijds zou een ontsporende inflatie wel eens hardnekkig kunnen blijken, als de Fed later toch nog besluit ze aan te pakken. Dan zal de Fed misschien wel verplicht zijn om de rente drastischer te verhogen.

Als de olieprijzen hun opmars nog lang voortzetten, kan de geloofwaardigheid van de Fed in het gedrang komen, wat hem wellicht ertoe zal aanzetten om het geweer van schouder te veranderen. Waarschijnlijk zal de centrale bank zich niet al te veel zorgen maken zolang de inflatie niet duurzaam boven 2,5% uitstijgt (tegen 2,2% nu). Boven die grens, zal ze misschien een andere taal aanslaan en de markten enkele maanden respijt geven om zich voor te bereiden op een hogere basisrente (de Fed heeft niet de gewoonte om voor verrassingen te zorgen). Een eerste verhoging is wellicht voor de lente van 2012 of misschien zelfs voor het einde van 2011.

De verklaring die de voorzitter van de ECB aflegde na de vergadering van begin maart, heeft de markten verrast. Ze hadden immers niet gedacht dat JC Trichet een renteverhoging zou aankondigen en dan nog wel voor volgende maand al. De economie boert beter dan enkele maanden geleden nog verwacht werd en de onverwachte opflakkering van de inflatie levert problemen op. In februari liep ze op tot 2,4 %, waarmee de norm van 2 % die de ECB hanteert, werd overschreden. Als de olieprijs blijft stijgen, zal de inflatie waarschijnlijk nog verder klimmen. Ten slotte hebben de massale kapitaalinjecties van de westerse centrale banken de oververhitting van de opkomende economieën gevoed.

20110501_libor_en_euribor.jpgDie oververhitting wakkert op haar beurt de inflatie in het Westen aan en de ECB wil dat spel niet langer meespelen. Logisch dus dat de ECB haar basisrente niet langer op het uitzonderlijk lage niveau van 1% wenst te houden. Ook politieke motieven kunnen een rol spelen, nu deze instelling zich opmaakt om van voorzitter te veranderen: ze wil bewijzen dat ze, wat inflatie betreft, onvermurwbaar zal blijven, ongeacht de nationaliteit van haar volgende voorzitter. Deze verklaringen hebben de euro omhooggeduwd, waardoor de ingevoerde inflatie (ook die welke te wijten is aan de ruwe olie) enigszins verminderd wordt.

Na die vergadering, is de euribor als reactie geklommen van 1,10% op 2 maart naar 1,19% op 23 maart. De IRSrente op 2 jaar, een voorbode van de evolutie van de basisrente op middellange termijn, is intussen gestegen van 2,12% tot 2,26%. JC Trichet heeft de impact van zijn woorden echter afgezwakt, door eraan toe te voegen dat de eerstvolgende renteverhoging waarschijnlijk niet de eerste in een reeks wordt.

De ECB zal ook haar onbegrensde inbreng van middelen in de banken verlengen tot ten minste midden juli. De financiering bij de ECB is immers van vitaal belang voor veel banken van de perifere landen die moeilijk toegang hebben tot de financiële markten. Een verlenging van die steun is niet onverzoenbaar met een beleid van verhogingen van de basisrente.

De ECB staat voor een moeilijke opdracht:  
enerzijds kent de Duitse economie een krachtige groei, die misschien nog versterkt zal worden door een heel lage basisrente. Dat zou op middellange termijn in dit land tot een oververhitting kunnen leiden. De ECB zal haar basisrente over enkele maanden dus optrekken.
Anderzijds zitten de perifere economieën in het slop. Sommige kampen met een zware recessie, zodat de ECB herstelmaatregelen zal moeten nemen.

Een renteverhoging in april is niet zeker. De markten lijken er niet vast van overtuigd. Want indien ze zouden verwachten dat de basisrente begin volgende maand 1,25% zal bedragen, dan zou de euribor op 3 maanden (momenteel 1,19%) al boven de 1,25% moeten liggen. De markten denken eerder aan een renteverhoging in mei. De ramp in Japan zou de ECB er trouwens toe kunnen aansporen om haar beslissing uit te stellen. Nog vóór het einde van het jaar zal de ECB haar reporente in drie stappen opkrikken van 1% tot 1,75% (waarschijnlijk in april of mei, in september en december).
Terug naar  Inhoud


Veiligheid centraal tijdens HCC!linux Themadag op zaterdag 21 mei:
Bron: Redactie
Het Platform Linux van HCC organiseert op zaterdag 21 mei aanstaande een themadag in Bunnik met veel aandacht voor het veilig omgaan met computers en persoonlijke gegevens.

De unieke samenwerking van HCC!Linux met NLLGG, de Nederlandse gebruikersgemeenschappen van Ubuntu, OpenSUSE, Certified Secure, Security.nl en Linux Magazine zorgt voor een stevig programma met lezingen voor zowel de beginnende als de meer ervaren computergebruiker.

Open source software bevat geen verborgen valkuilen en wordt vaak als veiliger ervaren door computergebruikers. “De controle op de kwaliteit en veiligheid is bij open source software beter te regelen dan bij de traditionele software”, aldus Bas van den Dikkenberg, coördinator van het HCC!Platform Linux. “De verschillende gemeenschappen op het gebied van open source zetten zich in om computergebruikers goed voor te lichten over de veiligheidsrisico’s bij het gebruik van software en persoonlijke gegevens op internet. Bij de Linux Themadag staat dit onderwerp centraal. We geven veel praktische lezingen over veiligheid zodat elke bezoeker zijn kennis hierover kan verbreden.”

Niet bewust van online risico’s
20110501linux-themadag-2011-v2_335x121.jpgNiet iedereen is zich bewust van de online risico’s.

  •  Zo komt het regelmatig voor dat persoonlijke gegevens van klanten, patiënten en organisaties op straat komen te liggen door slecht beveiligde computers of verloren of gestolen USB-sticks.

  •  Mobiele applicaties blijken gegevens door te geven aan ontwikkelaars waarvoor de gebruiker geen toestemming heeft gegeven.

  •  Persoonlijke gegevens worden in steeds meer ICT-systemen opgeslagen. Het is dan ook noodzakelijk dat computergebruikers zich meer bewust worden van de gevaren en de mogelijkheden om toegang tot gegevens beter te beveiligen.

Ook Thomas de Graaff van Ubuntu-nl is enthousiast over de samenwerking met HCC: “Het HCC! Platform Linux is opgericht om kennis en mensen samen te brengen en om de samenwerking tussen open source-gemeenschappen te bevorderen.
Het is fantastisch dat ook OpenSUSE dit jaar mee doet, naast alle andere partijen.”

De Linux Themadag
 21 mei 2011
10.00 uur tot 16.00 uur
in het Postillion Hotel te Bunnik.

Het laatste nieuws over het evenement staat op de website www.hcc-linux.nl en is via twitter te volgen onder de hashtag #hcclinux.
Terug naar  Inhoud


Regiogroep(RG) Noord Holland:
Bron: Redactie
OSM_-_provincie_Noord-Holland199x400.jpg Beleggen kan een lucratieve en fascinerende hobby zijn. Maar er zijn ook risico's aan verbonden. Kennis en vaardigheid zijn noodzakelijke voorwaarden voor duurzaam succes.

Door bijeen te komen kunnen beleggers van elkaar leren. Daarnaast is bijeenkomen met gelijkgestemden een belangrijk ingrediënt voor gezelligheid.

Wij zijn dan ook op zoek naar (beginnende) beleggers die deel willen nemen aan regionale bijeenkomsten in de provincie Noord Holland.

Tijdens deze bijeenkomsten komen zowel algemenere thema’s (bijv. beleggingsmethodieken) alsook specifiek productgebruik (bijvoorbeeld beleggingspakketten) aan de orde.

Heeft u interesse om deel te nemen aan de RG Noord-Holland laat het ons dan via de mail weten.
Terug naar  Inhoud


Zet alvast in uw agenda: 
5 november 2011
57 ste HCC Beleggen Symposium
Agenda
Bron: HCC Beleggen redactie
Terug naar  Inhoud



Actueel

'Meld je aan voor de nieuwsbrief' van HCC!beleggen

'Abonneer je nu op de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze activiteiten!'

Aanmelden