...

Nieuwsbrief20140316 Symp62-2

    Inleiding Sprekers Standhouders Rooster Aanmelden en Routebeschrijving Webadressen Programma "Overweeg uw portefeuille" 62ste HCC Beleggen Symposium Terug naar hoofdmenu Inleiding 62ste HCC Beleggen Symposium "Overweeg uw portefeuille"  Uit onderzoek blijkt dat  de samenstelling van uw beleggingsportefeuille een zeer groot effect op het uiteindelijke rendement en risico heeft.  Zo laat Mebane Faber bijvoorbeeld in het boekje "The Ivy portfolio"  zien hoe je op een relatief simpele manier, met een portefeuille met een beperkt aantal ETFs, de beleggingsresultaten van professionele partijen kunt benaderen. De vraag hoe u uw portefeuille moet samen stellen is uiterst relevant. Hierbij spelen vragen als: welke sectoren en fondsen,individuele fondsen of  beleggingsfondsen/ETFs, aandelen, obligaties of anders zins, uitbesteden of zelfdoen, keuze op basis van fundamentele analyse of technische analyse, hoe is het risicomanagement geregeld, etc. Kortom er zijn vele keuzes te maken. Tijdens het 62ste symposium "overweeg uw portefeuille" zullen diverse sprekers antwoord geven op deze en andere vragen op het gebied van portefeuille beheer.  Elke spreker zal vanuit zijn eigen invalshoek en ervaring het onderwerp benaderen.   tijd  Colenberghzaal 2  Statenkamer 10.00 tot 10.45 uur Joost van Leenders    (BNP Paribas) Bouw uw eigen beleggingsportefeuille HCC Beleggen ALV jaarvergadering 10.45 tot 11.05 uur pauze pauze 11.05 tot 11.50 uur Menno van Hoven   (Beleggers Belangen) Dividend beleggen Marco Vocking   (www.vocking.nl) Daytraden op basis van een overzichtelijk Amerikaans handelssysteem 11.50 tot 12.10 uur pauze pauze 12.10 tot 12.55 uur Willem Burgers        (Add value fonds) Think big, buy small Philippe Dassonville    (WH Selfinvest) De “Morning Buy” strategie op Europese en Amerikaanse beursindices. 12.55 tot 13.30 uur pauze pauze 13.30 tot 14.15 uur Elizabeth Goodwin    (Galapagos) Kansen in de biotechnologie sector, aan de hand van de Galapagos investment case Karel Merx    (Lynx) De acht feiten over het huidige beursklimaat 14.15 tot 14.35 uur pauze pauze 14.35 tot 15.20 uur Anne Grevenga Het samenstellen van de Top20 voor de korte- en lange termijn met behulp van drie fundamenteel analyse modellen. Terug naar hoofdmenu 62-ste HCC Beleggen Symposium'Overweeg uw portefeuille' 5 april 2014 in De Bilt     Sprekers Joost van Leenders: Bouw uw eigen beleggingsportefeuille Menno van Hoven: Dividend beleggen Willem Burgers: Think big, buy small Elizabeth Goodwin: Kansen in de biotechnologie sector -Een Galapagos investment case- Anne Grevinga: Het samenstellen van de Top20 voor de korte- en lange termijn met behulp van drie fundamenteel analyse modellen. Marco Vocking: Daytraden op basis van een overzichtelijk Amerikaans handelssysteem Philippe Dassonville: De "Morning Buy” strategie op Europese en Amerikaanse beursindices Karel Mercx: De acht feiten over het huidige beursklimaat Terug naar Inhoud Joost van Leenders: Bouw uw eigen beleggingsportefeuille 10.00 tot 10.45 uur - Spreker: Joost van Leenders / BNP Paribas - Colenberghzaal 2 Joost van Leenders, beleggingsspecialist asset allocatie & strategie bij BNP Paribas Investment Partners, geeft u een update over markttrends en macro-economische ontwikkelingen. Daarnaast biedt hij u de ingrediënten voor de bouw van uw eigen beleggingsportefeuille. Joost levert regelmatig commentaar op actuele ontwikkelingen op radio en televisie, onder andere bij BNR en RTL-Z. BNP Paribas  biedt wereldwijd een breed scala aan producten en diensten hoge toegevoegde waarde. Ze voldoen aan alle behoeften van de beleggers, particulieren, bedrijven en instellingen. Terug naar Sprekers Menno van Hoven: Dividend beleggen 11.05 tot 11.50 uur - Spreker: Menno van Hoven / RB-NL Beleggers Belangen -Colenberghzaal 2 Menno van Hoven laat aan de hand van de dividendportefeuille die hij voor Beleggers Belangen beheert zien hoe je met een portefeuille van sterke dividendaandelen een jaarlijks groeiend inkomen kunt realiseren, of op lange termijn een enorm kapitaal kunt vergaren. Er is uitgebreid aandacht voor de beste dividendbetalers, en met behulp van praktijkvoorbeelden wordt de kracht van belangrijke compounding effect op lange termijn aangetoond. Zie ook artikel: "Wel of niet starten met dividentportefeuille" Het grootste onafhankelijke weekblad voor de actieve belegger Lezersvragen Chat sessies Magazine Digitaal magazine Gouden tips e-magazine Dividend e-magazine Voorbeeldportefeuilles Online seminars Terug naar Sprekers Willem Burgers: Think big, buy small 12.10 tot 12.55 uur - Spreker: Willem Burgers / Add Value Fonds  -Colenberghzaal 2 Willem Burgers heeft al meer dan 25 jaar kennis en ervaring als belegger in Nederlandse small- en midcaps. Ze noemen hem daarom ook wel Mr. Smallcap. Sinds 2007 is hij fondsbeheerder van het succesvolle Add Value Fund en is daarnaast columnist voor Het Financieele Dagblad. Add Value Fund belegt bewust in beursgenoteerde Nederlandse kleine- en middelgrote ondernemingen, de zogenaamde small- en midcaps vanwege het bovengemiddelde en aantrekkelijke groeipotentieel. De historie heeft namelijk bewezen dat Nederlandse small- en midcap aandelen over een langere periode beter renderen dan largecaps. Als specialist beleggen wij in van oorsprong Nederlandse “mini-multinationals” die wereldwijd actief zijn in structurele groeimarkten. Wij, de fondsbeheerders, geloven sterk in ons Fonds, vandaar dat we er zelf ook in beleggen. U toch ook? Terug naar Sprekers Elizabeth Goodwin: Kansen in de biotechnologie sector - Een Galapagos investment case- 13.30 tot 14.15 uur - Spreker: Elizabeth Goodwin / Galapagos -Colenberghzaal 2 Hierin zal Elizabeth Goodwin, Hoofd Corporate Communications & Investor Relations bij Galapagos, een overzicht geven van typische overwegingen voor het investeren in biotechnologiefondsen, met het Galapagos investment case als een voorbeeld. Galapagos (Euronext Amsterdam en Brussel: GLPG) ontdekt en ontwikkelt geneesmiddelen met nieuwe werkingsmechanismen.  Een spin-off van Crucell, Galapagos heeft een grote pijplijn van kandidaat-medicijnen met zeven klinische onderzoeken in patiënten met ontstekingsziektes en nog eens vijf medicijnen die op de punt staan om de kliniek in te gaan.  Galapagos heeft meer dan 20 onderzoeksprogramma’s in eerdere stadia van onderzoek in taaislijmziekte, ontstekingsziekten, antibiotica, metabole ziekten, en andere indicaties.  Samenwerkingen met o.a. AbbVie, GlaxoSmithKline, Johnson & Johnson, en Servier hebben voor Galapagos tot dus ver meer geld voor onderzoek binnengebracht dan financieringen uit de markt. De Galapagos Groep, inclusief de fee-for-service bedrijven BioFocus, Argenta en Fidelta, heeft ongeveer 800 medewerkers in vijf landen, met een laboratorium in Leiden en hoofdkwartier in Mechelen, België.  Meer informatie over het bedrijf en de programma’s in klinische ontwikkeling kan u vinden op www.glpg.com Terug naar Sprekers Anne Grevinga: Het samenstellen van de Top20 voor de korte- en lange termijn -met behulp van drie fundamenteel analyse modellen- 14.35 tot 15.20 uur - Spreker: Anne Grevinga / Anne Grevinga's website -Colenberghzaal 2 Anne Grevinga was als product specialist werkzaam voor 2 Amerikaanse biotechnologie bedrijven. Zijn hobby's zijn programmeren en beleggen. Anne veronderstelt dat er door beleggers  veel te weinig wordt gedaan aan FA. Mede daardoor gaat zijn presentatie over 3 FA-modellen. Maandelijks wordt een updating gedaan van het FAB-model (Fundamenteel Analyse Beoordelings-model). Hierin worden bedrijven per sector beoordeeld op basis van het gemiddelde van de sector en  wordt vooral gekeken naar de opportuniteiten van de bedrijven in hun sector. http://en.wikipedia.org/wiki/PEG_ratio    http://www.nasdaq.com/symbol/gild/analyst-research In het tweede model wordt op basis van 18  fundamentele criteria een fondsranking per sector gedaan. Hierin wordt naast de gebruikelijke fundamentele waarden voor de korte- en lange termijn ook rekening gehouden met fundamentele criteria, die rekening houden met de bedreigingen, die zich bij de te beoordelen bedrijven kunnen voordoen en waarin particuliere beleggers moeilijk inzicht kunnen krijgen.Retrospectief wordt in het derde model van de belangrijkste FA-criteria beoordeeld hoe ze zich hebben ontwikkeld als consensus van de analisten. Dit geeft weer een ander inzicht in de prestaties van bedrijven. Op deze wijze wordt zowel voor de korte- als ook voor de lange termijn een Top20 samengesteld, die in een Timing-model worden opgenomen. Genoemde aanpak heeft mooie rendementen in 2012 en 2013 opgeleverd, die zullen worden gepresenteerd. Kortom een presentatie, die u niet mag missen omdat alle gegevens elke maand gratis beschikbaar komen en u wilt toch ook hoge rendementen behalen! Terug naar Sprekers Marco Vocking: Daytraden -op basis van een overzichtelijk Amerikaans handelssysteem- 11.05 tot 11.50 uur - Spreker: Marco Vocking / www.vocking.nl -Statenkamer Graag nodigen wij u uit voor een presentatie tijdens ons symposia waar systeemhandelaar Marco Vocking twee overzichtelijke Amerikaanse handelssystemen zal tonen. Het betreft een presentatie die alle facetten bevat die u nodig heeft om op de beurs te slagen! U kunt met beide systemen op elke gewenste markt werken. Beide systemen komen  aan bod U leert de basis van het traden en alle belangrijke punten waar u op moet letten tijdens het traden. De unieke trading indicatoren omvatten een robuust trading systeem en zijn ontwikkeld voor de trader die graag wil handelen op alle valuta- en futuremarkten. De systemen geven onder andere duidelijke long- en shortsignalen, de trend (down of up), uitbraken en trailing stops aan. Dit alles wordt weergegeven in zeer overzichtelijke grafieken.  Na jaren van ontwikkeling worden deze indicatoren gebruikt door handelaren over de hele wereld om elke dag weloverwogen beslissingen te nemen in de beurshandel.  Lees meer klik hier Ons bedrijf is opgericht in 1992 met de levering van hardware en software. Sinds 1999 zijn we volledig gespecialiseerd in trading software met alle daaraan gekoppelde diensten. Zo leveren wij complete systemen en verzorgen wij volledige cursussen voor daytraders. Als enig bedrijf in Nederland is Vocking Education Partner van NinjaTrader en werken we nauw samen met andere Ninja partners. Wij verzorgen cursussen en support volledig gebaseerd op het NinjaTrader platform. Terug naar Sprekers Philippe Dassonville: De "Morning Buy” strategie -op Europese en Amerikaanse beursindices- 12.10 tot 12.55 uur - Spreker: Philippe Dassonville / WH Selfinvest -Statenkamer In zijn presentatie legt Philippe Dassonville uit hoe de trader de trend bepaalt, op welk moment hij instapt, wanneer hij de positie sluiten en hoe hij deze positie beschermt. De Morning Buy strategie is een eenvoudige, trendvolgende day trading strategie. De strategie concentreert zich op Europese en / of Amerikaanse beursindexen. De Morning Buy day trading strategie volgt de trend en beperkt zich tot een stijgende trend Enkel long posities worden intraday geopend. Het is een trendvolgende strategie in de ruimste zin van het woord daar zowel de stop als het koersdoel relatief ver van de instapkoers liggen en dus meestal niet relevant zijn. Inderdaad, open posities worden meestal door de tijdsfilter aan het einde van de dag gesloten. De trader koopt zijn posities ’s morgens en dit enkel wanneer hij een positieve trend verwacht. De rest van de dag volgt hij de trend. Dagen zonder signaal zijn niet zeldzaam. Het instapmoment is van groot belang. Deze strategie is toepasbaar op indices zoals de DAX, AEX, CAC40, S&P500, DJ30 en Nasdaq100. De winstcurves zijn opbouwend van aard. Belangrijk is spreiding over meerdere indices. Op die manier bekomt een handelaar meer evenwicht in zijn globale winstevolutie. Terug naar Sprekers Karel Mercx: De acht feiten over het huidige beursklimaat 13.30 tot 14.15 uur - Spreker: Karel Mercx / Lynx -Statenkamer Karel Mercx is sinds april 2013 beleggingsspecialist bij Lynx. Hiervoor heeft hij zes jaar gezeten op de redactie van Beleggers Belangen.  De specialisaties van Karel Mercx zijn het beheren van beleggingsportefeuilles en het uitrekenen van toekomstige rendementen van aandelen, grondstoffen en obligaties Hierdoor weet hij precies waarin de belegger goed kan beleggen. In zijn presentatie “De acht feiten over het huidige beursklimaat” gaat hij vertellen naar welke zaken hij kijkt. Het doel is input geven zodat de belegger beter zijn beleggingsportefeuille kan overwegen. Lynx is dé specialist in online beleggen. Lynx geeft particuliere beleggers via haar gebruikersvriendelijke handelsplatform toegang tot meer dan 100 beurzen in 19 landen. En dit tegen buitengewoon scherpe tarieven. Terug naar Sprekers 62-ste HCC Beleggen Symposium'Overweeg uw portefeuille' 5 april 2014 in De Bilt     Standhouders Analist.nl Forest Bergen Foxware Excelco WH Selfinvest De Veste Trading Update Lynx De Optiestrateeg Vocking Loef Technische Analyse HCC de vereniging Terug naar Inhoud Analist.nl Standhouder    Nieuws & Analyse Analist.nl is een gratis toegangkelijke Nederlandse beleggingswebsite die zich zowel op de professionele als de particuliere beleggers richt. Dagelijks worden op Analist.nl alle aandelenadviezen van  de professionele effectenhuizen verwerkt. Tevens biedt de website praktisch alle fundamentele data van het gros van de Amerikaanse en West-Europese beurzen. Van alle aandelen biedt Analist.nl u ook alle historische jaarverslagen in pdf vorm aan. Via filtermethodieken kunt u eenvoudig de aandelen filteren op variabelen zoals de Shiller PE, het dividendrendement, historische rendementen, de schuldgraad, de kaspositie etc. Tevens komen de zeer succesvolle screeners zoals die Piotroski, Greenblatt en Buffett aan bod.  Ratings · Aandelen Amsterdam       Alle Nederlandse ratings Terug naar Standhouders Forest Bergen Standhouder Forest Bergen is gespecialiseerd in opleidingen en technische produkten voor beleggers en traders. Wij leveren allerlei software voor de technische belegger, computerapparatuur en netwerken. Wij zijn gespecialiseerd in handelstrainingen voor ForexTraders. Ons uitgangspunt is dat iedereen na afloop geld moet kunnen verdienen in de Forex handel. Ook kunt u bij ons optie cursussen volgen, koersdata-abonnementen afsluiten en boeken kopen.. In onze stand zullen wij een aantal produkten demonstreren, waaronder de overbekende Omnitrader en Metastock software, met een presentatie handelen in valuta. advertentie: Terug naar Standhouders Foxware Standhouder Foxware Beleggingssoftware is gespecialiseerd in de ontwikkeling van geavanceerde software voor beleggers die handelen in opties en futures. Wij demonstreren ons optieanalyse-programma OPTIEMAAT. Dit pakket ondersteunt al bijna 25 jaar vele (optie)beleggers bij het onderbouwen van hun beleggingsbeslissingen.   Het programma beschikt over een uitgebreide functionaliteit en u kunt elke positie, bestaande uit opties en/of futures en/of onderliggende waarden, moeiteloos opbouwen en beoordelen op rendement, risico en gevoeligheid voor alle (optie)prijsbepalende factoren.   De module “Adviezen” stelt u in staat om, gebaseerd op uw visie op toekomstige onderliggende koersontwikkelingen, de meest winstgevende optiestrategieën te genereren. De module “BackTrack(e-o-d)” beschikt over een database met ruim 7+ jaar end-of-day optiehistorie van alle Euronext optiefondsen. Op basis hiervan kunt u “terug in de tijd” en uw posities uit het verleden naspelen en/of overdoen, maar ook “nieuwe” posities opzetten en de resultaatontwikkeling hiervan door de tijd heen volgen (backtest). Hiermee kunt u lering trekken uit het handelen op basis van “echte” beursgegevens zonder dat daarbij ook “echt” geld op het spel staat. De module “BackTrack(intra-day)” gaat nog een stap verder. Deze biedt u de unieke mogelijkheid de historische optiedatabase uit te breiden met intra-day optienoteringen met een instelbaar interval van (minimaal) 30 minuten! Ook de noteringen op uw handelsmomenten worden hierin vastgelegd.   Het pakket werkt met realtime beurskoersen, maar kan desgewenst ook functioneren met end-of-day noteringen. In elk beursklimaat, óók in het huidige, bieden opties uitstekende mogelijkheden voor het behalen van een positief beleggingsresultaat. OPTIEMAAT, als betrouwbaar en geavanceerd “gereedschap”, vormt hiervoor de basis Terug naar Standhouders Excelco Standhouder Excelco ondersteunt excellente beleggers    Excelco is een online beleggingstool voor fundamentele analyse en aandelenselectie, die uniek is in Europa. U krijgt een mooi beeld van een 600-tal excellent presterende bedrijven, zowel world wide leaders als small & mid caps. 1. Fundamentele analyse als basis: Gebaseerd op fundamentele analyse worden alle bedrijven grondig geanalyseerd en ontdekt u de bedrijven achter de koersen. Bovendien wordt van ieder aandeel de waarde berekent zodat u onmiddellijk een zicht heeft op de over- of onderwaardering. 2. Diepgaande bedrijfs- en sectorprofielen en transparant advies: Excelco biedt inhoud en content, brede bedrijfsprofielen en diepgaande analyses, die dagelijks worden geüpdatet. Naast de analyse en waardebepaling van het bedrijf zelf, krijgt u ook een profiel van de volledige sector op basis van een historiek van 8 jaar. U kan simulaties naar de toekomst maken en krijgt van ons een duidelijk en transparant advies. 3. Vergelijkingen, selecties en dagelijkse rapportage van uw portefeuille: U kan bedrijven én sectoren naast elkaar vergelijken en leren welke bedrijven het best presteren. Slimme selecties ondersteunen uw zoektocht naar goede aandelen. Elke dag kan u de evolutie van uw portefeuille raadplegen en krijgt u advies over eventuele te ondernemen acties ter verbetering van uw portefeuille. Excelco: Expert for Excellent Investors! Terug naar Standhouders WH Selfinvest Standhouder WH SELFINVEST NV, opgericht in 1998, is een online beursvennootschap voor actieve beleggers. WH Selfinvest biedt handel in futures, valuta (forex) en CFD’s (Contracts for difference) op aandelen, indices en grondstoffen aan. WH Selfinvest biedt scherpe tarieven aan maar eveneens professionele tradingplatformen zoals het WHS ProStation alsook het WHS FutureStation Nano. Met dit laatste platform kan de trader snel zijn eigen handelssysteem uittesten en automatisch handelen. In het WHS FutureStation Nano zitten meer dan 45 kant-en-klare strategieën waar de daghandelaar mee aan de slag kan. Bezoek www.whselfinvest.nl voor meer informatie of contacteer ons op  info@whselfinvest.com Terug naar Standhouders De Veste Standhouder Wij zijn De Veste, uw partner in fondsbeleggen. Wij zorgen voor uw beleggingen en zijn de juiste partner voor goede rendementen en persoonlijke service. Wat hebben wij u te bieden? Hoogwaardig productaanbod Professionele medewerkers Deskundig onderzoek Mogelijkheid tot spreiding van uw vermogen Relatief laag instapbedrag (€ 5.000,-) Mogelijkheid om te beleggen met een vast rendement Elke succesvolle relatie begint met een kennismaking en een gesprek. Wanneer schikt het u? Princenhagelaan 1-B1  |  4813 DA  Breda  |  +31 (0)76 523 66 00  |  info@deveste.net  |   www.deveste.net Terug naar Standhouders Trading Update Standhouder Selfmade belegger Jan Kastelijns was in het verleden werkzaam bij Keijser Capital, Saen Options en All Options International. Hij heeft professionele ervaring als adviseur en optiehandelaar. Hij raakte op jonge leeftijd geïnteresseerd in de financiële markten en is nu na een zelfstudie van jaren een selfmade beursdeskundige. Hij neemt veelal posities in op beleggingen die hij hier ook beschrijft, die kunnen overigens wel continu van aard veranderen. Hoe gaat Kastelijns te werk? "In het sentiment op de beurzen zie ik een trendmatig verloop met vast terugkerende patronen. Mijn fascinatie ligt in het herkennen van die patronen en het leggen van verbanden om zo belangrijke kantelpunten te voorspellen. Ik probeer zowel het tijdstip als het niveau waarop een omkeer plaatsvindt te voorspellen." Op Tradingupdate.nl kunt u zich aanmelden voor een dagelijkse e-mail met zijn signalen. Terug naar Standhouders Lynx Standhouder Lynx is dé specialist in online beleggen. Lynx geeft particuliere beleggers via haar gebruikersvriendelijke en professionele handelsplatform toegang tot meer dan 100 beurzen in 19 landen. En dit tegen buitengewoon scherpe tarieven. Lynx is sinds 2007 actief op de Nederlandse markt en vanaf 2008 ook in België en Duitsland. Wie is Lynx? Lynx is in Nederland, België en Duitsland dé specialist in online beleggen Lynx is door de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) verkozen tot goedkoopste broker Beleggers Belangen heeft Lynx uitgeroepen tot beste broker van Nederland In 2013 is Lynx uitgeroepen tot beste broker bij de Gouden Stier Via Lynx heeft u direct online toegang tot meer dan 100 beurzen wereldwijd Real-time koersen van Euronext, Amerika, olie en goud! Allemaal op 1 scherm Supersnel orders inleggen met het revolutionaire 1-click trading Terug naar Standhouders De Optiestrateeg Standhouder Een initiatief van Hans en Erik Bannink, die als particuliere beleggers meer dan 15 jaar actief beleggen op de beurs. Wij handelen hoofdzakelijk in opties op de AEX. Met onze abonneeservice volgt u onze inleg en kunt u zelf ook profiteren van de rendementen die wij behalen. Wat kunt u van onze abonneeservice verwachten: Een gemiddeld jaarrendement van meer dan 30%. Mogelijk vanaf €15.000 Werken met een vast concept: de Vertical limit strategie Track record vanaf 2008 Risico is vooraf bepaald en inzichtelijk Wekelijkse update Voor meer informatie: kijk op onze website www.deoptiestrateeg.nl Terug naar Standhouders Vocking Standhouder Ons bedrijf is opgericht in 1992 met de levering van hardware en software. Sinds 1999 zijn we volledig gespecialiseerd in trading software met alle daaraan gekoppelde diensten. Zo leveren wij complete systemen en verzorgen wij volledige cursussen voor daytraders. NinjaTrader Education Partner: Als officieel Education Partner van NinjaTrader hebben wij de exclusiviteit van twee Amerikaanse handelssystemen. Door de intensieve samenwerking met onze partners bieden wij onze klanten een complete oplossing die een grote bijdrage levert aan hun succes. Ter ondersteuning aan onze klanten bieden wij complete cursussen en support volledig gebaseerd op het NinjaTrader platform. www.vocking.nl Op onze stand bent u van harte welkom om kennis te maken met een van onze handelssystemen. Wij staan u graag te woord. Terug naar Standhouders LOEF Technische Analyse Standhouder LOEF Technische Analyse levert onafhankelijke technische analyses aan professionele financiële instellingen, w.o. (private) banken en zelfstandig vermogensbeheerder en is fundmanager van het recent opgerichte LOEF Technische Analyse Fonds. Via zijn website www.edwardloef.com kunnen particuliere beleggers kennis nemen van zijn inzichten.   LOEF maakt gebruik van de klassieke technische analyse om trends en trendomslagen te signaleren en visualiseert het onderscheid tussen de verschillende fasen in de cyclus van beurskoersen aan de hand van zijn (LOEF)methode. LOEF Technische Analyse verzorgt presentaties, cursussen en consultancy-werkzaamheden en publiceert wekelijks een digitale nieuwsbrief over de belangrijkste trends en technische signalen.   In zijn stand geeft hij graag een demonstratie van zijn markt- en handelsvisie, zodat u kunt beoordelen wat hij voor u persoonlijk kan betekenen. Terug naar Standhouders HCC de vereniging Standhouder Contact! Gezellig communiceren over uw hobby met andere liefhebbers!  HCC brengt u in contact met mensen met dezelfde interesses, via een van onze vele groepen van enthousiaste hobbyisten. Als HCC-lid kunt u gratis bij een van deze groepen aansluiten (een paar groepen vragen een aanvullend bedrag), voor aansluiting bij meerdere groepen wordt een kleine vergoeding gevraagd. Daarnaast is er het HCC-webforum en zijn er vele activiteiten, met uiteenlopende onderwerpen, die door het hele land worden georganiseerd. Hulp! Problemen bij het computergebruik? HCC levert u de oplossing! Voor ondersteuning bij computerproblemen is er HCC!forums, een groot aantal cursussen op onze website en de telefonische helpdesk van HCC!hulp. Daarnaast zijn er nog tal van leden die andere leden helpen bij vragen over de digitale wereld. Informatie! HCC vertelt u alles over de digitale wereld! Via onze website en digitale nieuwsbrieven blijft u op de hoogte van alle ontwikkelingen in de computerwereld. Het Internetblad blad HCC! Webzine informeert en adviseert over digitale producten en diensten. Via PC-Active PC-Active is het nieuwe HCC verenigingsblad. PC-Active is exclusief voor leden van HCC, er kan geen los abonnement op PC-Active worden afgesloten. Wel is PC-Active verkrijgbaar in de losse verkoop. Snel uw lidmaatschap terugverdiend! HCC, gids in de digitale wereld! Word nu lid en profiteer van veel voordeel! Profiteer van onderstaande voordelen en diensten en actuele aanbiedingen die het HCC-lidmaatschap biedt. De contributie voor het HCC-lidmaatschap heb je snel terugverdiend, het ledenvoordeel kan oplopen tot € 400,-! Vind alle voordelen, diensten en verdere informatie via de Lidmaatschappagina op de HCC site Deze info is van 12 maart 2014 voor meest recente informatie kijk op: http://www.hcc.nl  Terug naar Inhoud Rooster:  tijd  Colenberghzaal 2  Statenkamer 10.00 tot 10.45 uur Joost van Leenders (BNP Paribas) Bouw uw eigen beleggingsportefeuille HCC Beleggen ALV jaarvergadering 10.45 tot 11.05 uur pauze pauze 11.05 tot 11.50 uur Menno van Hoven (RB-NL Beleggers Belangen) Dividend beleggen Marco Vocking   (www.vocking.nl) Daytraden op basis van een overzichtelijk Amerikaans handelssysteem 11.50 tot 12.10 uur pauze pauze 12.10 tot 12.55 uur Willem Burgers        (Add Value Fonds)   Think big, buy small Philippe Dassonville      (WH Selfinvest) De "Morning Buy” strategie op Europese en Amerikaanse beursindices 12.55 tot 13.30 uur pauze pauze 13.30 tot 14.15 uur Elizabeth Goodwin    (Galapagos) Kansen in de biotechnologie sector - Een Galapagos investment case Karel Mercx  (Lynx) De acht feiten over het huidige beursklimaat 14.15 tot 14.35 uur pauze pauze 14.35 tot 15.20 uur Anne Grevinga Het samenstellen van de Top20 voor de korte- en lange termijn met behulp van drie fundamenteel analyse modellen.  . *  Webadressen staan onderaan deze pagina *Onder de naam van de spreker staat de titel van zijn presentatie. Inschrijven  Klik Hier verplicht  (toegang gratis) Terug naar Inhoud Aanmelden en routebeschrijving HCC Beleggen Symposium op 5 april 2014 Bron: HCC Beleggen redactie wat 62 ste HCC Beleggen Symposium "Overweeg uw portefeuille" waneer 5 april 2014 aanvang 10.00 uur waar Cultureel & Vergader Centrum H.F. Witte in De Bilt aktiviteit hele dag diverse lezingen in twee zalen door boeiende sprekers, kennismaken met en hernieuwen van kontakt met medebeleggers,  kennismaken met regiogroepen, nieuwe ontwikkelingen, boeken en programmatuur en kennis maken met financiele diensten, producten en innovaties bij flink aantal leveranciers locatie-info: Gezellig luch-restaurant aanwezig, Parkeren gratis, In midden van Nederland goede aansluiting op snelwegen, Bereikbaar per openbaar vervoer Een entreebewijs voor het 62-ste HCC Beleggen Symposium kunt u bestellen door u aan te melden via onze website: Klik hier om u aan te melden   Het HCC Beleggen Symposium wordt gehouden in: Cultureel & Vergader Centrum H.F. Witte Henri Dunantplein 4 3731 CL  De Bilt Bekijk ligging >> Laat de route zien in een nieuw venster Voer je postcode in: Voor een uitgebreide routebeschrijving ga naar onze website of Klik hier Terug naar Inhoud Websites: website Sprekers website Standhouders Joost van Leenders Menno van Hoven Willem Burgers Elizabeth Goodwin Anne Grevinga HCC Beleggen Marco Vocking Philippe Dassonville Karel Mercx  BNP Paribas Beleggers Belangen Add Value Fonds Galapagos AmGrevinga www.beleggersonline.nl www.vocking.nl WH Selfinvest Lynx Foxware Analist.nl Forest Bergen Loef Vocking WH Selfinvest De optiestrateeg Lynx De Veste Trading Update Excelco HCC Beleggen HCC de vereniging Terug naar Inhoud

16 maart 2014

...

Nieuwsbrief20140301

Maart 2014 Inschrijving is geopend Beheerd vermogen neemt toe Het sprookje van de efficiënte markt hypothese en de zeven onregelmatigheden.. Kwaliteit beleggingsondernemingen onvoldoende Beleggen anno 2014: neem jij zelf de touwtjes in handen? Banken aan het stuur, politiek op de achterbank Inflatie slechts 0,7% in de EMU Meedoen kan Agenda Inschrijven: Klik Hier Inschrijving is geopend Wat 62 ste HCC Beleggen Symposium Uit onderzoek blijkt dat  de samenstelling van uw beleggingsportefeuille een zeer groot effect op het uiteindelijke rendement en risico heeft.  Zo laat Mebane Faber bijvoorbeeld in het boekje "The Ivy portfolio"  zien hoe je op een relatief simpele manier, met een portefeuille met een beperkt aantal ETFs, de beleggingsresultaten van professionele partijen kunt benaderen. De vraag hoe u uw portefeuille moet samen stellen is uiterst relevant. Hierbij spelen vragen als: welke sectoren en fondsen,individuele fondsen of  beleggingsfondsen/ETFs, aandelen, obligaties of anders zins, uitbesteden of zelfdoen, keuze op basis van fundamentele analyse of technische analyse, hoe is het risicomanagement geregeld, etc. Kortom er zijn vele keuzes te maken. Tijdens het 62ste symposium "overweeg uw portefeuille" zullen diverse sprekers antwoord geven op deze en andere vragen op het gebied van portefeuille beheer.  Elke spreker zal vanuit zijn eigen invalshoek en ervaring het onderwerp benaderen. Waneer 5 april 2014 aanvang 10.00 uur Waar Cultureel & Vergader Centrum H.F. Witte Henri Dunantplein 4  3731 CL  De Bilt Aktiviteit hele dag diverse lezingen in twee zalen door boeiende sprekers, kennismaken met en hernieuwen van kontakt met medebeleggers,  kennismaken met regiogroepen, nieuwe ontwikkelingen, boeken en programmatuur en kennis maken met financiele diensten, producten en innovaties bij flink een aantal leveranciers Locatie-info: Gezellig lunch-restaurant aanwezig. Parkeren gratis. In midden van Nederland met goede aansluiting op snelwegen. Goed bereikbaar per openbaar vervoer Klik hier om u in te schrijven voor dit gratis Symposium. Terug naar Inhoud Beheerd vermogen neemt toe Bron:  DNB Beheerd vermogen van Nederlandse beleggingsfondsen op recordhoogte Het aantal Nederlandse beleggingsfondsen is in het vierde kwartaal van 2013 met 37 toegenomen tot 1624 (een recordniveau). De beleggingen (‘assets under management’) van de Nederlandse beleggingsinstellingen stegen met 3,0% kwartaal-op-kwartaal (EUR 18,8 miljard) tot EUR 644,1 miljard in het vierde kwartaal van 2013. Deze toename werd vooral veroorzaakt door inleg in nieuwe beleggingsfondsen en koerswinsten op de aandelenbeleggingen. Het beheerd vermogen bevindt zich ultimo 2013 op het hoogste niveau sinds de start van de beleggingsinstellingenstatistiek in het vierde kwartaal van 2008 (zie figuur 1). Figuur 1: Beleggingen van Nederlandse beleggingsfondsen * = de overige beleggingen betreffen onder andere vastgoed, leningen, deposito’s en derivaten. De netto-inleg in Nederlandse beleggingsfondsen bedroeg EUR 6,2 miljard in het vierde kwartaal van 2013, waarvan EUR 6,8 miljard door inleg bij nieuwe beleggingsfondsen. Obligatiefondsen waren het populairst onder beleggers met een netto-inleg van EUR 4,2 miljard. Ook in de overige fondsen (EUR 3,0 miljard), vastgoedfondsen (EUR 0,8 miljard), gemengde fondsen (EUR 0,8 miljard) en hedgefondsen (EUR 0,3 miljard) werd geld ingelegd. Aan de aandelenfondsen werd echter voor EUR 2,9 miljard onttrokken door beleggers.   De beleggingsinstellingen behaalden een totaalrendement van 1,8% k-o-k op hun beleggingen in het vierde kwartaal van 2013. Op beleggingen in aandelen (EUR 252,3 miljard) werd een koerswinst (omgerekend in euro’s) behaald van 3,1% k-o-k. De MSCI World Index gemeten in euro’s – een veel gebruikte benchmark – steeg met 5,7%. De koersen van aandelen van de opkomende markten (MSCI Emerging Markets Index gemeten in euro’s) daalden echter in het laatste kwartaal van 2013 met 0,2% k-o-k. De Nederlandse aandelenfondsen die in opkomende markten beleggen behaalden daardoor een negatief totaalrendement (-0,2% k-o-k). Op de beleggingen in obligaties (EUR 205,5 miljard) werd een koersverlies geleden van 0,3% k-o-k (omgerekend in euro’s). Dit werd veroorzaakt door een koersverlies op staatsobligaties (-0,7% k-o-k), terwijl er op de beleggingen in bedrijfsobligaties een koerswinst werd behaald van 0,3% k-o-k. Geringe stijging beheerd vermogen Nederlandse geldmarktfondsen in 2013 Het beheerd vermogen van Nederlandse geldmarktfondsen is gestegen naar EUR 2,1 miljard in 2013 van EUR 2,0 miljard in 2012 (zie figuur 2). Deze geringe stijging werd volledig veroorzaakt doordat een verzekeringsfonds is opengesteld voor externe beleggers. Zonder deze openstelling zou het beheerd vermogen met EUR 0,2 miljard zijn gedaald. De Nederlandse geldmarkfondsen hebben EUR 1,1 miljard in het buitenland belegd. Het aantal Nederlandse geldmarktfondsen nam met 1 toe tot 17 in 2013 (noot 1). Figuur 2: Nederlandse geldmarktfondsen * het balanstotaal is exclusief feeder-fondsen (om dubbeltellingen te voorkomen) Vergeleken met andere landen zijn de Nederlandse geldmarktfondsen beperkt van omvang. Volgens statistieken van EFAMA – de Europese belangenverenging van vermogensbeheerders en beleggingsinstellingen – hebben geldmarktfondsen wereldwijd EUR 3475 miljard onder beheer in het derde kwartaal van 2013. In de VS zijn de geldmarktfondsen het grootst van omvang met een beheerd vermogen van EUR 1985 miljard, terwijl Europese geldmarktfondsen EUR 935 miljard onder beheer hebben in het derde kwartaal van 2013. Noot 1: Het betreft cijfers van in Nederland gevestigde geldmarktfondsen. Buitenlandse geldmarktfondsen die in Nederland worden aangeboden zijn niet opgenomen in deze cijfers. Nederlandse geldmarktfondsen hebben vanwege hun beperkte omvang geen rapportageverplichting inzake de monetaire en financiële statistiek aan DNB. De cijfers in dit Statistisch Nieuwsbericht zijn verzameld door middel van een jaarlijkse enquête onder beheerders van beleggingsinstellingen. advertentie Terug naar Inhoud RG Flevoland-Overijssel RG Flevoland-Overijssel is een van de HCC Beleggen Regio Groepen. Dit zijn regio georienteerde groepen van beleggers die geregeld bijeenkomen om in ontspannen sfeer met elkaar ervaringen, kennis en beleggings ideeën te delen  Onderwerpen als ervaring met broker software, handelssystemen, indicatoren, werking van opties/turbo's enz. kunnen aan bod komen. Benieuwd geworden naar deze groep beleggers, meld je dan per email aan bestuur@beleggersonline.nl . Het sprookje van de efficiënte markt hypothese en de zeven onregelmatigheden.. Bron: Dr. Ben J.L. van den Anker  Het idee dat alle informatie accuraat in de aandelenmarkt verwerkt is wordt in de afgelopen decennia langzaam losgelaten.  Er zijn soms bijzondere omstandigheden , ook wel ‘anomalies’ of onregelmatigheden genoemd, die aanjager voor  het behalen van additioneel rendement kunnen zijn. Nadat bekend werd dat er abnormale rendementen behaald konden worden speelden beleggers hierop overigens handig in. Veel van deze ‘stock anomalies’ zijn dus, ofwel verdwenen na verloop van tijd, of van mindere betekenis geworden.  In deze inleiding bespreek ik beknopt een zevental onregelmatigheden die redelijk persistent blijken te zijn en wellicht van waarde voor beleggers kunnen zijn.  De bekendste voorbeelden van deze onregelmatigheden zijn gerelateerd aan de kalender. Het januari effect toont bijvoorbeeld hogere volumes en prijzen in de eerste maand van het jaar. De verklaring hiervoor is dat in verband met belasting aangifte het in de U.S. kan renderen om slecht renderende aandelen aan het einde van het jaar van de hand te doen om in januari teruggekocht te worden.  Na verloop van tijd zijn de effecten ook hier minder waarneembaar. Het maandag effect laat lagere omzetten en rendementen zien op de eerste dag van de week.  In de periode 1928-1978 behaalde de maandag in bijvoorbeeld de Amerikaanse stock market (op één uitzondering na) de slechtste rendementen van de week. 1 De laatste dag (of dagen) van de maand en de eerste paar dagen van de daaropvolgende maand  hebben in het verleden echter bovengemiddelde rendementen vertoond. Een wellicht logische verklaring hiervoor is dat de salarisbetaling aan het einde van de maand tot sterker koopgedrag en dus hogere volumes  kan leiden dan tijdens de periode midden in de maand.  Ben van den Anker (1976) is schrijver / columnist en lid centrale directie aan het Candea College Hij heeft zijn PhD in Business & Management tijdens een negen jarig verblijf in Zuidoost Azië aan de International Graduate School of Business (University of South Australia) behaald. Hij is auteur van het boek The perceived role of Host Country Nationals in Expatriate Adjustment (2010, Ben van den Anker). Zijn onderzoek richt zich met name op de rol van cross-culturele interactie in het functioneren van expatriates. Daarnaast is hij voor de International Business Review revisor voor wetenschappelijke artikelen op het snijvlak business en management. Ook de dag voor een vakantie lijkt hogere rendementen op te kunnen leveren, daar handelaren in een vakantie wellicht minder in de gelegenheid zijn te handelen.  Deze observatie van hogere rendementen en volumes voor een vakantie blijkt wereldwijd relevant te zijn. Een van de meest waardevolle observaties is dat small cap bedrijven consistent beter presteren dan de large cap bedrijven. Dit is eenvoudig te verklaren door het gegeven dat een bedrijf als Microsoft bijvoorbeeld 7 miljard extra moet omzetten voor een omzetstijging van 10% terwijl een small cap firma een 7 miljoen behoeft voor dezelfde omzetstijging.  De bedragen zijn willekeurig gekozen, maar het principe moge duidelijk zijn. Dan zijn er nog aandelen die minder in de belangstelling liggen. Deze aandelen krijgen niet de aandacht van analisten die ze wellicht verdienen en pas op het moment als rendementen opvallen, krijgt een breder publiek aandacht voor deze aandelen. Aandacht voor de kleinere bedrijven kan dus wellicht lonen! Daarnaast heeft ook de AEX in januari reeds laten zien dat de winnaars van het afgelopen jaar de verliezers van het nieuwe jaar kunnen worden.  Ik moet hierbij altijd denken aan het gezegde ‘what goes up must come down!’.  Naast deze  7 onregelmatigheden zijn er in de aandelenmarkt-literatuur nog vele voorbeelden te vinden van andere onregelmatigheden. De opkomst van de  gedragseconomie draagt bij aan het veranderende perspectief van de rationele markt. Mensen zijn en blijven wezens die zich soms door andere drijfveren laten leiden dan de koele en zakelijke fundamentals die onder de waardering van aandelen liggen. Prijzen en volatiliteit kunnen tot stand komen door andere factoren dan die factoren, die traditioneel de waardering van aandelen bepalen. Het ‘gedrag’ van aandelen blijkt dus ook in 2014 inconsistent met de overbekende waarderingssystemen.  Het loont dus om ook de menselijke factor mee te nemen in handelsbeslissingen opdat de lezer nog lang en gelukkig moge beleggen! Terug naar Inhoud Doe het zelf beleggers in de regio Helmond Wij zijn een klein studie-beleggerclubje dat zich richt op het uitwisselen van kennis en ervaringen om zelf actief en succesvoller te kunnen beleggen. Wat we doen?: We bespreken elkaars aanpak en strategieën, wisselen criteria uit die iedereen maakt bij de keuzes van aandelen, opties en andere derivaten. Ook gaan we dieper in op specifieke (optie-) constructies die succesvol kunnen zijn. We nemen ook deel aan seminars of andere studiebijeenkomsten en wisselen alle relevante informatie over zelf beleggen uit. We komen elke 3e maandag van de maand bij elkaar en tussentijds wisselen we zaken uit via de mail. We zoeken uitbreiding van ons groepje met enkele actieve beleggers die kennis en ervaringen willen delen om beter voorbereid te kunnen beleggen. Neem bij interesse contact op via de mail met het bestuur van de HCC Beleggen. Vermeld in de mail dat het om de groep Helmond gaat. Terug naar Inhoud Kwaliteit beleggingsondernemingen onvoldoende. Bron: AFM Uit onderzoek at de AFM in 2013 heeft uitgevoerd naar de kwaliteit van beleggingsdienstverlening blijkt dat de kwaliteit van beleggingsdienstverlening van slechts enkele banken en beleggingsondernemingen voldoende tot goed is. Bij het merendeel van de beleggingsondernemingen en banken dient de kwaliteit verbeterd te worden. Het onderzoek richtte zich op banken en beleggingsondernemingen die vermogensbeheer of beleggingsadvies aanbieden aan vermogende beleggers. De AFM heeft van dertien ondernemingen in 142 dossiers de cliëntinventarisatie, de passendheid van de beleggingsportefeuille en het beleggingsbeleid beoordeeld. Banken en beleggingsondernemingen hebben toegezegd dat zij de kwaliteit van beleggingsdienstverlening zullen verbeteren. Een aantal partijen heeft al verbetermaatregelen geïmplementeerd. De kwaliteit van de beleggingsdienstverlening is vanaf dit jaar nog belangrijker geworden, nu klanten rechtstreeks gaan betalen voor advies na invoering van het provisieverbod voor beleggingsondernemingen. Onderzoeksrapport Kwaliteit beleggingsdienstverlening Resultaten onderzoek Uit het onderzoek blijkt dat de kwaliteit van de beleggingsdienstverlening bij enkele ondernemingen voldoende tot goed is. Tegelijkertijd blijkt dat het merendeel van de ondernemingen de kwaliteit van de dienstverlening dient te verbeteren. Beleggingskaders ontbreken in veel gevallen Met een gedegen beleggingsbeleid kan worden voorkomen dat risicovoller wordt belegd dan met de cliënt is afgesproken en het vergroot de transparantie over verwachte risico’s en rendementen. Een goed beleggingsbeleid stelt ondernemingen beter in staat om passende instrumenten te selecteren en instrumenten met weinig of geen toegevoegde waarde te vermijden. De meerderheid van de onderzochte ondernemingen blijkt voor de selectie van financiële instrumenten geen risico-, rendement en/of kostenparameters te hebben vastgelegd en/of deze gegevens niet te meten. Als de parameters bij de selectie van financiële instrumenten niet worden gemeten, kan een onderneming geen gestructureerde afweging maken. Daarnaast controleert het merendeel van de ondernemingen beleggingsportefeuilles enkel op basis van rendement. Dit kan er in resulteren dat een portefeuille niet past bij de cliënt. Uit het onderzoek blijkt ook dat enkele ondernemingen wel voldoende aandacht besteden aan parameters voor de selectie van financiële instrumenten, en het controleren van de beleggingsportefeuille. Cliëntinventarisatie en -actualisatie verdienen meer aandacht Bij de inventarisatie is van belang dat de onderneming inzicht heeft in de actuele kenmerken en wensen van de cliënt. Alleen door voldoende inzicht in deze cliëntgegevens, kan de onderneming ervoor zorgen dat het beleggingsadvies of vermogensbeheer passend is. Uit het onderzoek blijkt dat de financiële positie in circa de helft van de onderzochte dossiers voldoende concreet en diepgaand is uitgevraagd. De doelstelling, de risicobereidheid en de kennis en ervaring wordt in minder dan de helft van de onderzochte dossiers voldoende concreet en diepgaand uitgevraagd. In een aantal dossiers is de informatie niet meer voldoende actueel. Daardoor is er een risico dat de onderneming zich niet baseert op de juiste cliëntgegevens. Een paar partijen hebben de inventarisatie wel voldoende concreet en diepgaand uitgevoerd. In deze gevallen waren de cliëntgegevens ook actueel. Passendheid beter vaststellen en waarborgen Kern van de beleggingsdienstverlening is het adviseren van de cliënt over zijn beleggingsportefeuille of het beheren daarvan, gegeven de kenmerken en wensen van die cliënt. Een aantal ondernemingen kan verbeteringen doorvoeren door te controleren of de beleggingsportefeuille past bij de cliënt. In circa één derde van de onderzochte dossiers passen de cliëntgegevens en de beleggingsportefeuille bij elkaar. Verder is in circa één derde van de onderzochte dossiers niet duidelijk of er voldoende rekening wordt gehouden met de kenmerken en wensen van de cliënt, omdat essentiële informatie over de cliënt ontbreekt. Ten slotte blijkt dat in circa één derde van de onderzochte dossiers sprake is van niet passend beheer of advies. Daarmee zal het verwachte risico of rendement in de portefeuille anders zijn dan wat met de cliënt is afgesproken. Opzet onderzoek Het onderzoek richtte zich op banken en beleggingsondernemingen die vermogensbeheer of beleggingsadvies aanbieden aan vermogende beleggers. De AFM heeft de cliëntinventarisatie, de passendheid van de beleggingsportefeuille en het beleggingsbeleid beoordeeld. Er zijn onderzoeken gedaan bij dertien banken en beleggingsondernemingen. Deze ondernemingen vertegenwoordigen naar schatting samen ruim de helft van de markt voor vermogensbeheer en beleggingsadvies in Nederland, uitgedrukt in vermogen onder beheer. Het onderzoek bestond uit gesprekken met het senior management, het beoordelen van antwoorden van ondernemingen op vragen inclusief onderbouwing met beleidsstukken en de beoordeling van advies- en beheerdossiers van individuele cliënten. De AFM heeft voor haar onderzoek 142 dossiers onderzocht. Het onderzoek heeft zich gericht op de dienstverlening aan vermogende cliënten. Vanzelfsprekend gelden voor de dienstverlening aan alle cliënten dezelfde wettelijke eisen, maar niet altijd is volledig maatwerk haalbaar. Om voor alle doelgroepen de kwaliteit van de dienstverlening te verbeteren en waar nodig rekening te houden met een kostenefficiënte dienstverlening heeft de AFM in 2013 het visiedocument ‘Dienstverlening op maat’ gepubliceerd. In dit document is een aantal principes benoemd waarmee de dienstverlening afgestemd kan worden op de behoefte, situatie en portemonnee van de cliënt. Deze principes kunnen mogelijk ondersteunen bij het optimaliseren van de dienstverlening aan niet vermogende cliënten. Vergelijkende Kosten Maatstaf Vanaf 1 januari 2014 betalen beleggers rechtstreeks voor beleggingsdienstverlening, waardoor de beleggingsdienstverlening onafhankelijker en transparanter wordt. De AFM maakt zich sterk voor een Vergelijkende Kosten Maatstaf (voorheen TCO). Deze maatstaf zal de belegger naar verwachting een beter inzicht in de totale kosten van de dienstverlening geven, zodat hij de dienstverlening en de kosten daarvan vooraf beter kan vergelijken. Terug naar Inhoud Beleggen anno 2014: neem jij zelf de touwtjes in handen? Bronnen: Redactie, AFM Op 1 januari 2014 is het provisieverbod voor beleggingsondernemingen van kracht geworden. Banken, beleggingsadviseurs en vermogensbeheerders brengen kosten voor beleggingsadvies, vermogensbeheer of execution only voortaan direct in rekening bij jou als belegger. Doordat de kosten op een rij staan, kun je als belegger beter de verschillende dienstverleners beter met elkaar vergelijken. Ook kun je bewuster afwegen welke toegevoegde waarde je bank, beleggingsadviseur of vermogensbeheerder levert voor de kosten die hij in rekening brengt. De nieuwe wereld waarin provisies tot het verleden behoren en direct betalen voor beleggen de norm is, vraagt ook een kritische blik van de belegger zelf. Alleen dan kun je daadwerkelijk profiteren van de kansen die het beleggingslandschap anno 2014 je biedt. Kies het soort beleggingsdienstverlening dat bij jou past Beleggers die zelf beleggen via execution only zijn zonder provisies goedkoper af. Maar een keuze voor het type dienstverlening dat bij jou past, baseer je niet alleen op de kosten. Vraag je ook af wat je over beleggen weet, hoeveel je uit handen wilt geven en hoeveel tijd je aan het beleggen wilt c.q. kunt besteden. De antwoorden hierop spelen een rol bij het bepalen van de keuze om zelf te gaan beleggen via execution only, advies af te nemen of je vermogen te laten beheren.   Lees de vier tips hieronder. De markt voor beleggingsdienstverlening staat niet stil. De grens tussen de verschillende typen dienstverlening vervaagt en dienstverleners bieden steeds vaker op maat gesneden dienstverlening aan. Dit stelt je als belegger in staat om het beste van de wereld van zelf beleggen, beleggingsadvies of vermogensbeheer te combineren. Zo draagt het provisieverbod niet alleen bij aan het vergroten van de kostentransparantie, maar stimuleert het ook innovatie in de sector. Vier tips als je gaat beleggen Stel jezelf vooraf de vragen: Wat wil je behalen met je belegging? Wat gaat het beleggen je kosten? En welke risico’s brengt het beleggen met zich mee? Tip 1: Bedenk met welk doel je belegt Sommige beleggers beleggen omdat ze het leuk vinden, met geld dat zij niet direct nodig hebben. Maar ga je beleggen met een specifiek doel, bedenk dan welk bedrag je wilt opbouwen voor dat doel. Voorbeelden van een specifiek doel zijn het opbouwen van pensioen of een spaarpot voor de studie van je kinderen. Hoe duidelijker je doel, hoe groter de kans dat je je doel ook echt bereikt. Kom je er niet uit, neem dan een adviseur in de arm en vraag of hij je helpt bij het scherpstellen van je doel. Tip 2: Stel vast welke onzekerheden voor jou acceptabel zijn Een vuistregel is dat meer rendement samen gaat met meer risico.  Stel dit voor jezelf vast aan de hand van je doel. Hoe erg is het als het bedrag dat je opbouwt toch lager is dan vooraf de bedoeling was? Hoeveel tijd heb je nog om bij een tegenvallend rendement op een andere manier bij te sparen?  Check de risico’s van een beleggingsproduct in de EBi voor je je geld erin belegt. Lees meer over de EBi. Tip 3: Let op kosten. Ze verlagen je rendement bij beleggen Beleggen kost ook geld, zoals de kosten voor bijvoorbeeld beleggingsadvies of transactiekosten. Kosten kunnen je rendement verlagen. Niet alle kosten van beleggen zijn direct zichtbaar voor jou. Vraag daarom een totaaloverzicht aan je adviseur. Op zo’n overzicht staat vaak het bruto rendement (hier zijn de kosten nog niet vanaf gehaald). Vraag altijd na met welk soort rendement je te maken hebt. Lees meer over het verschil tussen bruto en netto rendement. Tip 4: Zorg dat je snapt wat er met je geld gebeurt Beleggingsproducten kunnen complex zijn. Zorg dat je begrijpt wat er met je geld gebeurt en wat dat voor jou betekent. Is je inleg gegarandeerd of kun je minder overhouden dan waar je mee begon? Kun je altijd bij je geld of staat het voor een bepaalde periode vast?  Wat doet de AFM in markt? De AFM probeert ook de kwaliteit van traditionele vormen van beheer en advies in de gaten te houden. Zo heeft de AFM in 2013 marktbreed onderzoek gedaan naar deze vormen van dienstverlening. De resultaten van dit onderzoek zijn opgenomen in een onlangs verschenen rapport. Slechts enkele banken leveren voldoende kwaliteit Uit het onderzoek blijkt dat de kwaliteit van beleggingsdienstverlening van slechts enkele banken en beleggingsondernemingen voldoende tot goed is. Bij het merendeel van de beleggingsondernemingen en banken dient de kwaliteit echter verbeterd te worden. Banken en beleggingsondernemingen hebben toegezegd verbeteringen door te voeren. Wat kun jij doen? Om jou een passend advies te geven moet een beleggingsadviseur of vermogensbeheerder zich een zo compleet mogelijk beeld vormen van onder meer jouw financiële huishouding, beleggingsdoel, kennis en ervaring en risicobereidheid. Daar hebben beleggingsdienstverleners wel jouw hulp bij nodig. Door een open gesprek te voeren met jouw beleggingsdienstverlener, hem concrete informatie over jouw persoonlijke situatie te verstrekken, en vragen te stellen als je iets niet duidelijk is, stel je hem in staat een passend advies te geven. De AFM heeft een checklist opgesteld waarmee je kunt controleren of je beleggingsadviesgesprek goed is verlopen en of er wellicht nog zaken zijn die je met je adviseur moet bespreken. Ook kan de checklist je helpen bij de voorbereiding op een (vervolg)adviesgesprek. Stel voor jezelf vast welke behoeftes je hebt, kijk welk type dienstverlening bij je past en ga in gesprek met je beleggingsdienstverlener: zo creëer en benut je de kansen die beleggen anno 2014 je biedt. Bij vragen of klachten kun je contact opnemen met het Meldpunt Financiële Markten van de AFM via het contactformulier of tijdens kantooruren telefonisch met: 0800-5400-540. Vanuit het buitenland is het teloonnummer: 0031-20-79- 3851. Terug naar Inhoud Banken aan het stuur, politiek op de achterbank Bron: Dik Degenkamp,  Me Judice, 5 februari 2014  Politici doen alsof zij de banken in handen hebben, maar dat is niet meer geloofwaardig. In plaats van banken te dwingen zich op te splitsen in nutsbanken en investeringsbanken, wordt het aan banken zelf overgelaten om de boel niet uit de hand te laten lopen. Steeds opnieuw blijkt dat politici na een hoop gepraat precies doen wat de banken hen voorstellen, stelt Dik Degenkamp. Banken in de lift Banken doen het goed de laatste tijd op de beurs. Dat is begrijpelijk, want de gewone belastingbetalers hebben hen uit de modder getrokken en ze kunnen nu zo goed als ongestoord op de oude weg voortgaan. Structureel wordt de sector niet aangepakt en wat er aan maatregelen wordt genomen is boterzacht en wordt pas over jaren ingevoerd of nu al versoepeld. Versoepeling kapitaaleisen Het Basel-comité heeft namelijk begin januari de kapitaaleisen voor de banken versoepeld; de zoveelste overwinning voor de bijna onoverwinnelijke bankensector. Economen hebben zelfs een mooie naam voor dit verschijnsel: ‘capture’, de overheid als gevangene van belangengroepen. Deze versoepeling zit onder andere in een andere soepele definitie van de zogenaamde leverage ratio. Dat is de befaamde hefboom. Een korte uitleg voor niet-economen. Ik koop met eigen geld een boek voor 10 Euro en verkoop dat voor 11 Euro, winst op eigen geld 10%. Nu leen ik 90 Euro en met 10 eigen geld koop ik 10 boeken voor 100 en verkoop ze voor 110. De winst is nu 10 in plaats van 1; op eigen geld maak ik nu geen 10 maar (haast) 100%! Ik moet natuurlijk wel rente betalen over het geleende geld, maar fiscaal wordt geleend geld (vreemd vermogen) vaak veel vriendelijker behandeld dan eigen geld (eigen vermogen); dus in plaats van 10% winst op het eigen geld kun je wel rekenen op 70 á 80%. Zo werkt de hefboom omhoog, maar als het tegen zit net zo hard omlaag. En hoe minder eigen geld in zaken wordt gestopt, hoe groter de toppen en de dalen. Zo werkt het ook bij banken en daar was de verhouding niet 1 op 9, eigen geld op vreemd geld, maar 1 op 33 of nog meer. Dat is geen leverage maar great leverage. En laat nu net voor de Bank for International Settlements de Amerikaan Alan M. Taylor een uitermate interessante studie onder deze titel te hebben gepubliceerd (Taylor 2012). Terecht schrijft Taylor dat deze tijd ‘different’is, maar in een andere betekenis dan die welke Greenspan c.s. aan deze term gaven. De zogenaamde ontwikkelde landen hebben in betrekkelijk korte tijd een financieel waterhoofd ontwikkeld. Vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw startte de deregulerings- en schuldenboom met – zoals wij nu weten – desastreuze gevolgen. Feitelijke gevolg van dit alles is dat na een krediet-uitbarsting in zowel de publieke als de private sector, zowel de ‘normale’ als de financiële recessie langer duren. In de praktijk was sprake van teugelloos topbankieren. In Europa was geen sprake van bovennationaal toezicht en in Nederland klungelde (DSB-bank) of sliep (SNS) de Nederlandsche Bank, om in een te laat stadium wakker te schrikken. Van het verleden is in Nederland niets geleerd; of moeten wij zeggen dat iedereen dondersgoed wist wat gebeurde, maar dat de banken de macht in handen hadden en nog steeds hebben? Al lang geleden heb ik gepleit dubbelrollen in het economisch leven te elimineren; het levert schizofrene situaties op. Om drie uur op de golfbaan De vorige grote crisis van de jaren dertig ligt wat dieper in het geheugen. Maar wie zich een beetje verdiept in de geschiedenis kan zien dat in de Verenigde Staten toen de bankzaken structureel zijn aangepakt. De Glass-Steagall Act haalde de zogenaamde commercial en de investment banks echt uit elkaar. De commercial banks, in Nederlands nutsbanken halen deposito’s op, kort en wat minder kort lopend geld en zetten dit op langere termijn uit. Een betrekkelijk ‘saaie’ tak van financiële ‘sport’; laag risico met bijbehorend ontbreken van superrendementen, maar ook geen diepe dalen. Voor die banken gold de 3-6-3-regel, op spaargeld 3% rente geven, hypothecair uitlenen tegen 6% en om 3 uur op de golfbaan. Hoe anders bij de investment banks; hier het snelle grote geld, financiële instrumenten, emissieovernames, financiering van gewone overnames van ondernemingen et cetera. Volgens Glass-Steagall mochten de twee soorten banken niet op elkaars terrein komen; zij mochten en konden elkaar niet besmetten. Een uitstekende regeling, die ook goed heeft gewerkt, maar onder invloed van de neoliberale dereguleringshausse in 1999 ten onder is gegaan. Dik Degenkamp oud-hoogleraar rechtswetenschap Rijksuniversiteit Groningen De heer Degenkamp heeft na zijn doctoraal economie zijn doctoraal rechten behaald. Hij was parttime econoom bij de Raad van State en wetenschappelijk medewerker Recht Universiteit van Amsterdam. Nadat hij hoogleraar rechtswetenschap aan de Rijksuniversiteit Groningen was, was hij de laatste vier jaar hoogleraar rechtswetenschap Nyenrode. Volgens de Belgische econoom De Grauwe is deze splitsings-aanpak, ook wel ‘narrow banking’ genoemd, de enige aanpak die zal kunnen werken. Het feit dat commercial en investment banks zich op elkaars terrein konden begeven vormde in De Grauwe’s woorden een "lethal combination" (De Grauwe 2010). Hij heeft dan ook – en mijns inziens terecht – geen goed woord over voor de aanpak in de Basel-akkoorden waarin uitsluitend minimale eigen vermogenseisen worden vastgesteld, maar waarin van echte splitsing geen sprake is. Die kapitaaleisen stellen verder bijzonder weinig voor. En, zoals hiervoor reeds is vermeld zijn die minimale eisen ook nog eens versoepeld. Die Basel-aanpak zal dus niet werken; er is sprake van fantoom-bestrijding. De financiële sector moet structureel veranderen dus geen verzekerbanken meer en verder een echte splitsing van nuts- en zakenbanken. Maar gaan wij naar het iets nabijere verleden, dan zullen wij zien dat hier niets van zal komen en dat het business as usual wordt, tot voordeel van weinigen en tot voorspelbare grote schade voor velen. Hoe spelen de banken het toch klaar? De meest eenvoudige verklaring voor het winner takes all-spel van de banken is de slogan ‘geld is macht’. Maar het proces kan wel een beetje concreter worden beschreven. Op nationaal niveau hebben wij eerst de parlementaire commissie De Wit gehad. Die adviseerde om de banken niet echt te splitsen, maar om een hek te zetten om de risicovolle activiteiten, het zogenaamde ringfencing. Op Europees niveau is vooral van belang het zogenaamde Liikanen-rapport; ook die club pleitte niet voor een volledige splitsing van nuts- en zakenbanken, voorgesteld werd een juridische constructie waarin een topholding zowel nuts- als zakenbanken onder zijn vleugels zou krijgen. Hier komen wij voor de eerste keer de heer Wijffels tegen, een haast alomtegenwoordige lobbyist voor het bankwezen. Met mooie praatjes over maatschappelijk verantwoord ondernemen en ‘sustainable finance’ slaagt hij erin wetgevingsonweer voor de banken te verijdelen. Niet dat er niet een tsunami van geschreven recht op de banken is neergedaald, maar het nuttig effect daarvan kan zeer worden betwijfeld als gevolg van het ontbreken van echt structurele wijzigingen van de sector. Wijffels komen wij ook weer tegen in de Commissie Structuur Nederlandse Banken. Die commissie publiceerde in juni 2013 het rapport “Naar een dienstbaar en stabiel bankwezen”, gefabriceerd onder voorzitterschap van dezelfde Wijffels. Ook die commissie kiest voor zogenaamde universele banken, dus geen bankensplitsing. Ter versterking van de kapitaalpositie van de banken wordt in het voorbijgaan geadviseerd de bankenbelasting te heroverwegen. Die maakt het volgens de commissie moeilijker het eigen vermogen van de banken te versterken. Een slap rapport en een nog slapper lid van die commissie die zich al snel gedeeltelijk van het rapport distantieerde (Arnoud Boot). Ook de Nederlandsche Bank is tegen splitsing. Gesteld wordt dat het een “onmogelijk systeem” is en zakenbanken geen financiers zullen vinden, een volstrekt onbewezen stelling. Ook een rare stelling, in aanmerking genomen het feit dat juist de zogenaamde ‘funding gap’ (het tekort aan deposito’s bij banken) door velen als een probleem wordt gezien. Het spaargeld van de mensen zit namelijk voor een belangrijk deel bij de pensioenfondsen en dat geld moet naar de veilige nutsbanken en niet naar de zakenbanken worden gesluisd. Maar ook het kabinet voelt niets voor splitsing; het streeft naar een “solide, transparante, integere en concurrerende bankensector, die de klant centraal stelt en dienstbaar is aan de reële economie”, maar men sluit zich aan bij Liikanen, dus geen echte splitsing (Ministerie van Financiën 2013). Zelfregulering is vrijbrief Eind januari is ook de Europese Commissie definitief door de knieën gegaan.Voor banken gaat geen ‘te groot’gelden en nationale toezichthouders mogen beslissen of interne ‘hekjes’ moeten worden aangebracht. En zo modderen we voort, met zelfregulering in de vorm van allerlei codes. ‘Zelfregulering’, terecht door Willem Buiter een oxymoron genoemd. Die codes hanteren het zogenaamde comply or explain principe. Dat principe houdt in dat als je je in strijd met de regels gedraagt, je je volgens dat principe toch aan de regels houdt als je maar uitlegt waarom je je niet aan de regels houdt. Een kwaadaardige nieuwvorming in het recht, waar de direct belanghebbenden uiteraard bijzonder enthousiast over zijn. Dit soort regels doet zeker geen pijn. Dat geldt ook voor de nieuwe liturgie die is ingevoerd voor bankiers: de bankierseed. Twee vingers in de lucht kost niet veel en doet zeker ook niet veel. De enigen die profiteren van deze ontwikkelingen zijn organisatoren van congressen, juridische specialisten, uitgevers en uiteraard de banken. Politici doen alsof zij de zaak in de hand hebben; steeds minder mensen geloven dat. Ref: Commissie Structuur Nederlandse Banken, Naar een dienstbaar en stabiel bankwezen, juni 2013. Grauwe, Paul de, The banking crisis: causes, consequences and remedies, in 'De kredietcrisis', red. N.E.D. Faber e.a., Kluwer 2010. Ministerie van Financiën, 2013, brief dd 23-8-2013 aan Tweede Kamer, Den Haag. Liikanen report , Banking structural reform (follow-up to the Liikanen report) Taylor, Alan M., 2012, The great leveraging, BIS working paper 398, BIS, Bazel. Terug naar Inhoud Inflatie slechts 0,7% in de EMU Bron: KBC bank In vergelijking met de Fed en de Bank of England bevindt de Europese Centrale Bank zich nog in een vroeger stadium van haar beleidscyclus. Ze bezint zich erover hoe ze met haar beleid de Europese conjunctuur een extra duwtje in de rug kan geven. EMU Inflatie brokkelt verder af Vooral het feit dat de inflatie in de EMU in januari slechts 0,7% bedroeg, zit haar dwars. Haar inflatiedoelstelling voor de middellange termijn bedraagt immers net geen 2%. Alhoewel de ECB geen reden voor deflatievrees ziet, zal ze allicht wel ingrijpen. Een laatste verlaging van haar beleidsrente tot bijvoorbeeld 10 basispunten is bijgevolg waarschijnlijk om een kruipende stijging van de geldmarktrente te verhinderen. ECB balans krimpt In tegenstelling tot de andere grote centrale banken ziet de ECB ook haar balans gestaag krimpen. Dat is het gevolg van de terugbetaling door de banksector van de grootschalige liquiditeitsverstrekking door de ECB. Het risico bestaat dat in zo’n internationale constellatie de euro te sterk zou worden en via dalende invoerprijzen de inflatie ongewenst verder zou doen dalen. Dat is precies wat er in Japan gebeurde tijdens de Grote Recessie van 2009. Twee Opties Om een herhaling in de EMU te voorkomen, heeft de ECB twee opties. Ten eerste kan ze stoppen met het geld te neutraliseren dat ze tijdens vroegere obligatieaankopen creëerde (de zogenoemde sterilisatie). Dat zou de geldhoeveelheid in de EMU eenmalig met zo’n 175 miljard EUR kunnen verruimen. Om een sterker effect te bereiken, zou ze echter een grootschalig aankoopprogramma moeten starten zoals de Fed. De enige markten die daarvoor in de EMU over een voldoende liquiditeit beschikken, zijn die van overheidsobligaties. De aankoop van obligatiemandjes volgens de verdeelsleutel van het kapitaal van de ECB lijkt dan ook een verdedigbare manier om de geldgroei in de EMU op peil te houden. Terug naar Inhoud Meedoen kan Bron: Redactie HCC Beleggen De HCC Beleggen organiseert een aantal activiteiten. De bekendste activiteiten die wij organiseren zijn de beleggersymposia die we tweemaal per jaar houden in De Bilt. Met name voor de organisatie van deze symposia zijn wij voortdurend op zoek naar mensen die een bijdrage willen leveren aan de totstandkoming van onze symposia. Het is niet alleen leuk om dergelijke evenementen te organiseren, maar het is ook een ideale gelegenheid om je netwerk uit te breiden met interessante contacten. Maar ook andere dingen doen zoals het geven van een aardige lezing, met anderen handelsstrategieën uitwerken, software onder de knie krijgen of gewoon een groep vormen waarmee je samen de markt analyseert/bespreekt, behoort tot de mogelijkheden. Ook deelname aan redactie van de website, de nieuwsbrieven, het beheren van het forum of website of delen daarvan behoort tot de mogelijkheden. Ook zonder deel uit te maken van de organisatie kunt u vanzelfsprekend ook meedoen aan een van de Regio- of Belangstellingsgroepen. Ben je enthousiast en denk je dat een vrijwilligersfunctie jou op het lijf geschreven is, neem dan contact op met Michel Hupkens Klik Hier  Terug naar Inhoud Agenda Inschrijven: Klik Hier Bron: HCC Beleggen redactie De HCC Beleggen Kalender op onze website endeze Agenda zijn inmiddels een begrip onder beleggers in Nederland en België geworden. Voor veel andere sites zijn wij de de facto bron van informatie. Toch zijn nog niet alle events in onze Agenda opgenomen. Daarom willen we ook aanbieders van seminars, cursussen en beleggersbijeenkomsten in de gelegenheid stellen, zelf hun events aan te kondigen, zowel op ons forum als in onze nieuwsbrieven. Plaatsing van (vrij toegangkelijke) educatieve bijeenkomsten zijn kostenloos. (Bijeenkomsten met een educatief karakter welke niet gratis toegankelijk zijn danwel bijeenkomsten met een niet uitsluitend educatief karakter kunnen onder voorwaarden ook in onze agenda opgenomen worden. Wilt u meer weten neemt u dan even contactop met de redactie) Terug naar Inhoud | HCC beleggen Website | HCC beleggen Vacatures | Adverteren | Forum | Downloads Disclaimer: Deze publicatie komt tot stand op de redactie van beleggersonline.nl de website van de HCC IG Beleggen. Noch de mate waarin de berichten, voorgestelde scenario’s, risico’s en voorspellingen de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De voorspellingen zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies. De schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur van de HCC IG Beleggen en/of de Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet aansprakelijk voor eventuele verliezen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren, behaalde resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de toekomst.

2 maart 2014

...

Nieuwsbrief20140218 Symp62-1

Programma 62ste HCC Beleggen Symposium op 5 april 2014 "Overweeg uw portefeuille" Uit onderzoek blijkt dat  de samenstelling van uw beleggingsportefeuille een zeer groot effect op het uiteindelijke rendement en risico heeft.  Zo laat Mebane Faber bijvoorbeeld in het boekje "The Ivy portfolio"  zien hoe je op een relatief simpele manier, met een portefeuille met een beperkt aantal ETFs, de beleggingsresultaten van professionele partijen kunt benaderen. De vraag hoe u uw portefeuille moet samen stellen is uiterst relevant. Hierbij spelen vragen als: welke sectoren en fondsen,individuele fondsen of  beleggingsfondsen/ETFs, aandelen, obligaties of anders zins, uitbesteden of zelfdoen, keuze op basis van fundamentele analyse of technische analyse, hoe is het risicomanagement geregeld, etc. Kortom er zijn vele keuzes te maken. Tijdens het 62ste symposium "overweeg uw portefeuille" zullen diverse sprekers antwoord geven op deze en andere vragen op het gebied van portefeuille beheer.  Elke spreker zal vanuit zijn eigen invalshoek en ervaring het onderwerp benaderen.  Programma van het 62ste HCC Beleggen Symposium beknopt overzicht  tijd  Colenberghzaal 2  Statenkamer 10.00 tot 10.45 uur Joost van Leenders (BNP Paribas) Bouw uw eigen beleggingsportefeuille HCC Beleggen ALV jaarvergadering 10.45 tot 11.05 uur pauze pauze 11.05 tot 11.50 uur Menno van Hoven (RB-NL Beleggers Belangen) Dividend beleggen Marco Vocking   (www.vocking.nl) Daytraden op basis van een overzichtelijk Amerikaans handelssysteem 11.50 tot 12.10 uur pauze pauze 12.10 tot 12.55 uur Willem Burgers        (Add Value Fonds)   Think big, buy small Philippe Dassonville      (WH Selfinvest) De "Morning Buy” strategie op Europese en Amerikaanse beursindices 12.55 tot 13.30 uur pauze pauze 13.30 tot 14.15 uur Elizabeth Goodwin    (Galapagos) Kansen in de biotechnologie sector - Een Galapagos investment case Karel Mercx  (Lynx) De acht feiten over het huidige beursklimaat 14.15 tot 14.35 uur pauze pauze 14.35 tot 15.20 uur Anne Grevinga Het samenstellen van de Top20 voor de korte- en lange termijn met behulp van drie fundamenteel analyse modellen.  . *  Webadressen staan onderaan deze pagina *Onder de naam van de spreker staat de titel van zijn presentatie. Inschrijven  Klik Hier verplicht  (toegang gratis) Let op. Het symposium wordt gehouden in :       Cultureel & Vergader Centrum H.F. Witte, Henri Dunantplein 4, 3731 CL  De Bilt Routebeschrijving Standhouders         website Sprekers website Standhouders Joost van Leenders Menno van Hoven Willem Burgers Elizabeth Goodwin Anne Grevinga HCC Beleggen Marco Vocking Philippe Dassonville Karel Mercx  BNP Paribas Beleggers Belangen Add Value Fonds Galapagos AmGrevinga www.beleggersonline.nl www.vocking.nl WH Selfinvest Lynx Foxware Analist.nl Forest Bergen Loef Vocking WH Selfinvest De optiestrateeg Lynx De Veste Trading Update Optie Academy HCC Beleggen  Inschrijven klik hier

19 februari 2014

...

Nieuwsbrief20140201

Februari 2014 Economie weer wat beter Pensioenfondsen uit het dal? Waarschuwing voor Boilerrooms Groeipauze op komst ? Streefcijfers moeten klanten activeren Koersen lager na verlies wedstrijd De Lerende Economie van de WRR komt er alleen met nieuwe instituties Meedoen kan Agenda Zet 5 april 2014 alvast in uw agenda ! wat 62 ste HCC Beleggen Symposium waneer 5 april 2014 aanvang 10.00 uur waar Cultureel & Vergader Centrum H.F. Witte Henri Dunantplein 4  3731 CL  De Bilt aktiviteit hele dag diverse lezingen in twee zalen door boeiende sprekers, kennismaken met en hernieuwen van kontakt met medebeleggers,  kennismaken met regiogroepen, nieuwe ontwikkelingen, boeken en programmatuur en kennis maken met financiele diensten, producten en innovaties bij flink een aantal leveranciers locatie-info: Gezellig luch-restaurant aanwezig, Parkeren gratis, In midden van Nederland goede aansluiting op snelwegen, Bereikbaar per openbaar vervoer Het gaat langzaam aan weer wat beter met de economie Bron: Redactie Nadat eerder bekend werd dat de huishoudens weer een fractie meer besteden en dat de stemming van ondernemers in de industrie in januari weer wat verbeterd is, blijkt nu uit een analyse van het cbs dat ook het conjunctuurbeeld eind januari beter is dan eind december. Binnenlandse consumptie door huishoudens (koopdaggecorrigeerd volume) Huishoudens hebben in november 2013 0,2 procent meer besteed aan goederen en diensten dan in november 2012. Dit is de eerste toename van de consumptie in bijna tweeënhalf jaar. De bescheiden groei komt doordat consumenten meer duurzame goederen kochten. De consumptiecijfers zijn gecorrigeerd voor prijsveranderingen en veranderingen in de samenstelling van de koopdagen. De bestedingen aan duurzame goederen waren in november 4,6 procent hoger dan een jaar eerder. Vergeleken met november 2012 kochten consumenten veel meer nieuwe auto’s. Het niveau van de autoverkopen was in de laatste maanden van 2012 echter relatief laag. Ook kleding en schoenen waren in november 2013 meer in trek dan een jaar eerder. Verder was de krimp van de bestedingen aan woninginrichting minder groot dan in eerdere maanden. De jaar-op-jaarontwikkeling van de bestedingen aan duurzame goederen kan zijn beïnvloed door belastingmaatregelen. Op 1 oktober 2012 ging het hoge btw-tarief van 19 procent naar 21 procent. Dit remde de consumptie in de laatste maanden van het jaar. Aan voedings- en genotmiddelen is 1,2 procent minder besteed. Ook de uitgaven aan overige goederen, waaronder energie, waren lager (1,4 procent). De bestedingen aan diensten lagen 0,2 procent onder het niveau van november 2012. De Consumptieradar laat aan de hand van zes indicatoren zien of de omstandigheden voor de consumptie door huishoudens gunstiger of minder gunstig zijn geworden. In januari 2014 waren de omstandigheden voor de consumptie vrijwel net zo ongunstig als in december 2013. Producentenvertrouwen industrie Het producentenvertrouwen kwam uit op 0,7 tegen 0,1 in december. Na tweeënhalf jaar negatief geweest te zijn is de stemmingsindicator weer licht positief. Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: het oordeel over de orderpositie, het oordeel over de voorraden gereed product en de verwachte productie in de komende drie maanden. De ondernemers waren in januari positiever over de te verwachte bedrijvigheid dan in december. Ook waren ze minder somber over hun orderpositie.  Hun oordeel over de voorraden verslechterde daarentegen. Bezettingsgraad industrie De bezettingsgraad is voor het derde achtereenvolgende kwartaal opgelopen. In januari 2014 benutte de Nederlandse industrie 79,6 procent van de beschikbare productiecapaciteit. In april 2013 was dit 75,6 procent. Analyse januari Het conjunctuurbeeld is eind januari beter dan eind december 2013. Er waren meer verbeteringen dan verslechteringen in de conjunctuurklok. Het zwaartepunt van de indicatoren in de Conjunctuurklok ligt in de fase van herstel. Op vier na presteren alle indicatoren in de Conjunctuurklok echter nog onder hun langjarige trend. Nieuwe informatie Het producentenvertrouwen en de faillissementen schoven nipt door van het gele naar het groene kwadrant. Ze zitten in een opgaande fase en presteren nu ook iets beter dan hun langjarige trend. De consumptie door huishoudens wisselde het rode kwadrant in voor het gele. Deze indicator gaat van een neergaande over in een opgaande fase, maar presteert onder zijn langjarige trend. De rente gaat van het groene naar het oranje kwadrant. Deze indicator valt van een opgaande fase terug in een neergaande, maar presteert wel boven zijn langjarige trend. Het zwaartepunt van de puntenwolk in de Conjunctuurklok ligt eind januari in de fase van herstel. Van de vijftien indicatoren staan er zes in het gele, vijf in het rode, drie in het groene en één in het oranje kwadrant. Indicatoren in het rode kwadrant hebben een groei onder hun langjarige trend en de groei neemt af. Ook bij indicatoren in het gele kwadrant ligt de groei onder hun langjarige trend, maar daar neemt de groei toe. Van de indicatoren in het groene kwadrant ligt de groei boven hun langjarige trend en neemt de groei toe. Ook van indicatoren in het oranje kwadrant ligt de groei boven hun langjarige trend, daar neemt de groei echter af. Bronnen en meer informatie: CBS Conjunctuurinformatie , Het Conjunctuurdashboard laat de cyclus van de afzonderlijke indicatoren zien. De Conjunctuurklokindicator laat de cyclus van het zwaartepunt van de puntenwolk zien. YouTube:  ‘Hoe werkt de Conjunctuurklok?’ en ‘De economische crisis in beeld’ Branchegegevens producentenvertrouwen in de industrie zijn opgenomen in de Industriemonitor op de CBS-website. Meer cijfers Industrie en energie. toelichting conjunctuurklok Beschrijving afzonderlijke indicatoren Conjunctuurklok Terug naar Inhoud advertentie Terug naar Inhoud RG Flevoland-Overijssel RG Flevoland-Overijssel is een van de HCC Beleggen Regio Groepen. Dit zijn regio georienteerde groepen van beleggers die geregeld bijeenkomen om in ontspannen sfeer met elkaar ervaringen, kennis en beleggings ideeën te delen  Onderwerpen als ervaring met broker software, handelssystemen, indicatoren, werking van opties/turbo's enz. kunnen aan bod komen. Benieuwd geworden naar deze groep beleggers, meld je dan per email aan bestuur@beleggersonline.nl . Pensioenfondsen uit het dal? Bron: DNB Minder pensioenfondsen moeten pensioen verlagen bij einde 5 jaar herstelplannen Een schatting van de Nederlandsche Bank (DNB) wijst uit dat circa 38 pensioenfondsen per 1 april 2014 een verlaging van het pensioen moeten doorvoeren bij het afronden van de vijfjarige herstelplannen. Dit is een daling met 28 fondsen ten opzichte van de 66 fondsen die in het voorgaande jaar het pensioen moesten verlagen. Ook is de gemiddelde verlaging van deze fondsen gedaald naar 1,1% (noot 1) waar vorig jaar nog een gemiddelde verlaging van 1,9% werd doorgevoerd. De inkomensgevolgen van deze verwachte daling, bezien over alle pensioenfondsen, zijn relatief beperkt. Dit alles blijkt uit voorlopige berekeningen van DNB. Aantal kortingsfondsen in lijn met verwachting; daling pensioen lager In het voorjaar van 2013 hebben pensioenfondsen die verwachtten in 2014 de pensioenen te moeten verlagen dit al aangekondigd. Het aantal fondsen dat nu waarschijnlijk het pensioen moet verlagen, is in lijn met deze verwachting. De verlaging van de pensioenen valt lager uit ten opzichte van de eerdere verwachting. Bij de evaluatie van de herstelplannen in april 2013 verwachtten fondsen namelijk nog een gemiddelde gewogen daling van het pensioen met 1,7 % in 2014 (zie persbericht 25 april 2013).   Het aantal gepensioneerden dat in april van dit jaar met een lager pensioen te maken krijgt, komt nu uit op circa 500.000, waar in april 2013 nog werd uitgegaan van 700.000 gepensioneerden. Het aantal actieve deelnemers dat een verlaging kan verwachten bedraagt 700.000 deelnemers, waar vorig jaar nog op 1,3 miljoen actieve deelnemers werd gerekend. In plaats van 1,1 miljoen slapers (noot 2), zullen nu naar verwachting circa 1,3 miljoen slapers worden geraakt, zo blijkt uit de voorlopige cijfers.   Positieve ontwikkeling door stijging dekkingsgraad De positieve ontwikkeling van het gemiddelde percentage waarmee pensioenen worden verlaagd, komt door een stijging van de dekkingsgraad per ultimo 2013 in vergelijking met 2012. De gemiddelde dekkingsgraad per jaarultimo is uitgekomen rond 110%, een stijging in vergelijking met de 102% van eind december 2012.    Effect korting op pensioeninkomen De gemiddelde daling van het pensioen met 1,1% die nu uit de voorlopige cijfers naar voren komt, betekent overigens niet dat geraakte gepensioneerden hun inkomen met hetzelfde percentage zien dalen. Dat komt doordat gepensioneerden pensioen ontvangen in aanvulling op de AOW. Ook is geen rekening gehouden met de effecten van overheidsbeleid op het netto inkomen van gepensioneerden.   Bezien over alle pensioenfondsen, is de daling van het pensioen 0,12% (% van de totale verplichtingen). Immers, de daling van de pensioenen heeft betrekking op een relatief kleine groep pensioenfondsen. Daar komt bij dat er, in vergelijking met vorig jaar, meer pensioenfondsen zijn die waarschijnlijk het pensioen weer kunnen indexeren of een eerder doorgevoerde pensioenverlaging ongedaan kunnen maken. De gepensioneerden die aangesloten zijn bij deze fondsen, zien hun pensioen juist stijgen. Met andere woorden, de impact van de pensioenverlagingen op de hoogte van het pensioen op macro-niveau is relatief beperkt.   Einduitkomst kan lager uitvallen Bij de bovenstaande cijfers is geen rekening gehouden met andere maatregelen die pensioenfondsen kunnen nemen, behalve een verlaging van het pensioen, om de dekkingsgraad weer op peil te brengen, bijvoorbeeld bijstortingen door de werkgever. In dat geval kan het aantal fondsen dat het pensioen verlaagt lager uitvallen, evenals de hoogte van de verlaging. Pensioenverlaging noodzakelijk voor herstel buffers pensioenfondsen De pensioenfondsen die in april het pensioen moeten verlagen, moeten hun deelnemers en gepensioneerden daarover op uiterlijk 1 maart 2014 hebben geïnformeerd. De verlaging is noodzakelijk geworden om de buffers van pensioenfondsen te herstellen. De meeste pensioenfondsen hebben een herstelplan dat eind van vorig jaar is afgelopen en erop gericht was om in maximaal vijf jaren de dekkingsgraad terug te brengen op een niveau van circa 105%, het wettelijk minimaal vereiste niveau. Definitieve cijfers pensioenverlagingen Half februari moeten pensioenfondsen de evaluatie van hun herstelplannen bij DNB indienen. Voor zover het minimaal vereiste eigen vermogen per ultimo 2013 nog niet was bereikt, moeten pensioenfondsen aangeven welke maatregelen ze nemen om een tekort aan te vullen, bijvoorbeeld via een lager pensioen. DNB zal spoedig na ontvangst van de evaluaties hierover voor de sector als geheel communiceren. Na ontvangst van de evaluatie van herstelplannen zal DNB zo snel mogelijk een oordeel vormen hierover. DNB streeft ernaar de pensioenfondsen die het pensioen moeten verlagen voor 1 maart 2014 te informeren, maar zal die fondsen in ieder geval uiterlijk voor 1 april 2014 geïnformeerd hebben. Voor vragen kunt u contact opnemen met Ben Feiertag (06-52496142, b.j.feiertag@dnb.nl). Noot 1: Berekend als gemiddelde van de fondsen die het pensioen verlagen. Noot 2: Pensioendeelnemers en gepensioneerden die van werkgever zijn gewisseld en niet aan waardeoverdracht hebben gedaan, kunnen meerdere keren zijn meegeteld. Terug naar Inhoud Doe het zelf beleggers in de regio Helmond Wij zijn een klein studie-beleggerclubje dat zich richt op het uitwisselen van kennis en ervaringen om zelf actief en succesvoller te kunnen beleggen. Wat we doen?: We bespreken elkaars aanpak en strategieën, wisselen criteria uit die iedereen maakt bij de keuzes van aandelen, opties en andere derivaten. Ook gaan we dieper in op specifieke (optie-) constructies die succesvol kunnen zijn. We nemen ook deel aan seminars of andere studiebijeenkomsten en wisselen alle relevante informatie over zelf beleggen uit. We komen elke 3e maandag van de maand bij elkaar en tussentijds wisselen we zaken uit via de mail. We zoeken uitbreiding van ons groepje met enkele actieve beleggers die kennis en ervaringen willen delen om beter voorbereid te kunnen beleggen. Neem bij interesse contact op via de mail met het bestuur van de HCC Beleggen. Vermeld in de mail dat het om de groep Helmond gaat. Terug naar Inhoud Waarschuwing voor boilerrooms Bron: Redactie Er zijn in Nederland diverse organisaties actief die consumenten, zonder dat daarom is gevraagd, telefonisch benaderen met een geweldig investeringsaanbod. Vrijwel altijd blijkt er sprake te zijn van fraude en gaat het om een boiler room. Een boiler room is een verzamelnaam voor personen en organisaties die met behulp van gehaaide verkopers naar potentiële beleggers bellen (cold calling) om ze over te halen te investeren in waardeloze of nepaandelen. Beleggers worden onder grote druk gezet om geld naar het buitenland over te maken. Boiler rooms gebruiken vaak betrouwbaar ogende websites. Soms gebruiken ze namen die lijken op die van een bekende financiële organisatie. Boiler rooms brengen hun ‘slachtoffers’ het hoofd op hol met overtuigende verkooppraatjes dat er grote winsten zijn te behalen. Er wordt een relatie opgebouwd met de gedupeerden door regelmatig te bellen en in het begin goede resultaten (op papier) te laten zien. Ze wekken ook de indruk dat het om een echt eerlijk bedrijf gaat met een vergunning van de AFM en om belangrijke handel. Je moet snel  beslissen, want anders zijn de aandelen al verkocht. Voorkom dat je wordt opgelicht Geloven in de mooie beloftes en ingaan op de investeringsvoorstellen kan je veel geld kosten. Weet ook dat het in Nederland verboden is om consumenten zomaar te bellen met het aanbod aandelen te kopen of verkopen. Boiler rooms bieden vaak aandelen aan die waardeloos zijn of zelfs helemaal niet bestaan. Sommige boiler rooms misleiden beleggers doordat zij de naam gebruiken van een bekende financiële organisatie of een naam die lijkt op die van een gerenommeerde financiële organisatie. Kopers van deze aandelen worden later vaak opnieuw opgelicht, doordat ze worden benaderd om hun stukken tegen een aantrekkelijke vergoeding aan buitenlandse instellingen te verkopen. Zij moeten daarvoor een vergoeding van enkele duizenden euro's betalen, waarna zij niets meer van hun 'bemiddelaar' vernemen. Ga nooit in op aandelenverkoop per telefoon of e-mail. Vaak zijn ze erg volhoudend, ga dan ook niet in gesprek en hang elke keer direct op. Raadpleeg de registers van de AFM of de website van de buitenlandse toezichthouder in het land waar de instelling zegt te zijn gevestigd om te zien of zij over een vergunning beschikken. Bel de organisatie terug met de gegevens die je uit de registers haalt, om er achter te komen wie ze zijn. Check op internet via zoekmachines of er iets bekend is over de aanbieding. Worden er extreem hoge rendementen voorgespiegeld of is het aanbod te mooi om waar te zijn? Dan is het ook niet waar! Betaal geen restriction fee of andere onduidelijke kosten aan onbekende instellingen. Controleer op internet via zoekmachines de naam van het aandeel. Wees altijd extra alert als bedrijven of personen geld vragen over te maken naar een buitenlandse bankrekening of via zogenaamde Moneytransfer-systemen. Bekijk ook de waarschuwingslijsten van de AFM. Op de waarschuwingslijst boiler room staan ondernemingen die ongevraagd mensen hebben benaderd met een beleggingsvoorstel. De AFM heeft vastgesteld dat de ondernemingen die op deze waarschuwingslijst staan niet beschikken over een AFM-vergunning of een Europees Paspoort. De AFM adviseert  beleggers niet in te gaan op aanbiedingen van instellingen die op deze waarschuwingslijst staan. Raadpleeg ook de waarschuwingslijst van IOSCO. Daar staan waarschuwingen van aangesloten buitenlandse toezichthouders. Om consumenten te wijzen op specifieke boiler rooms gebruikt de AFM waarschuwingslijsten-boiler rooms. Een onderzoek van de toezichthouder zelf kan leiden tot zo’n waarschuwing. Ook neemt de AFM waarschuwingen over van buitenlandse toezichthouders. In het vierde kwartaal van 2013 is er door AFM gewaarschuwd voor de volgende partijen: Progression Mergers & Acquisitions. Deze partij biedt consumenten aan om aandelen China Mineral Company te kopen. Dat zou alleen kunnen tegen betaling van een vergoeding om deze aandelen vrij te geven, de zogenoemde restriction fee. Summit Private Equity LLP. Deze partij biedt aandelen US Investment Holdings, Inc. aan. Guozijian Capital. Deze boiler room geeft aan dat zij een koper heeft voor (waardeloze) aandelen die al in het bezit van de belegger zijn. Echter, voordat over kan worden gegaan tot verkoop van deze stukken moet deze een minimale omvang hebben. Beleggers moeten eerst dezelfde aandelen bijkopen, zodat ze de vereiste minimale hoeveelheid bezitten. Sovereign Wealth Capital. Werkt samen met Hudson Strategic Partners en World Capital Consultants, waar ook afgelopen kwartaal voor is gewaarschuwd. Kingsley Advice Group. De Britse toezichthouder FCA heeft eerder voor deze partij gewaarschuwd. De AFM roept beleggers op contact met het Meldpunt Financiële Markten op te nemen als ze door een boiler room zijn gebeld. Dit geldt vanzelfsprekend ook voor andere vormen van beleggingsfraude en financiele colportage. bronnen: AFM: diverse publicaties w.o. Boilerrooms,  Beleggingsfraude,  Colportage Wikipedia: Arrest Alpine Investments OM: "FIOD legt voor miljoenen beslag in onderzoek naar beleggingsfraude" Terug naar Inhoud Groeipauze op komst ? Bron: KBC Het producentenvertrouwen startte zijn opwaartse trend in de zomer van 2012 na de aankondiging door de ECB van haar OMTprogramma. Vanaf het vierde kwartaal van 2012 leidde dat ook tot een aantrekkende groeidynamiek en een terugkeer naar economische groei in het tweede kwartaal van 2013. Dat herstel zet zich onverminderd voort, met als opvallende achterblijver de Franse economie. Het Franse producentenvertrouwen blijft steken op een laag peil en zowel de werkloosheidsgraad als het tekort op de lopende rekening van de Franse betalingsbalans lopen verder op. Het nieuwe ‘verantwoordelijkheidspact’ van president Hollande heeft als doelstelling de werkgelegenheidsgroei aan te zwengelen, met als blikvanger de verlaging van de sociale bijdragen door de werkgevers ten belope van 30 miljard EUR tegen 2017. Maar ondanks het feit dat de recente conjunctuurdata wereldwijd verrassend goed waren, is het mogelijk dat de wereldconjunctuur de komende maanden tijdelijk een versnelling lager schakelt. In de VS zagen we in het derde kwartaal van 2013 een stevige voorraadopbouw, die allicht vanaf het vierde kwartaal tijdelijk op de groei zal wegen. In Japan zal de aangekondigde btw-verhoging, zoals vermeld, in het tweede kwartaal voor een matiging van de consumptieuitgaven zorgen. Om het scenario van 1997 te vermijden, waarbij een btwverhoging de prille conjunctuurherleving fnuikte, zal de Japanse regering die verhoging nu begeleiden met een budgettair stimuleringspakket. Ook in China zal de matigende conjunctuurdynamiek van het vierde kwartaal van 2013 zich allicht nog voortzetten. Vooral de pogingen van de Chinese centrale bank om de hoge kredietgroei aan banden te leggen zal nog een tijd op de economische groei wegen. De financiële markten trekken zich op dit ogenblik weinig aan van het feit dat de economische groei in de EMU achterblijft ten opzichte van de andere grote economieën. Dat komt vooral tot uiting in de forse daling van de renteverschillen die EMU-overheden moeten betalen ten opzichte van de Duitse overheid. Zo daalde bijvoorbeeld de risicopremie op Spaanse en Italiaanse overheidsobligaties tot circa 2 procentpunten. Die daling is vooreerst te danken aan de verbeterde groeivooruitzichten, die samen met een groeivriendelijker begrotingsbeleid de overheidsschuld beheersbaarder maakt. Op de achtergrond blijft echter ook het OMT-programma van de ECB een belangrijke neerwaartse druk op de renteverschillen uitoefenen. Aangezien de groeiverschillen tussen de EMU-lidstaten aanzienlijk blijven en de overheidsschulden zich nog altijd op een veel te hoog peil bevinden, heeft die ingreep van de ECB veel weg van een anesthesie die tijd koopt om de noodzakelijke saneringsoperatie door te voeren. Terug naar Inhoud Toelichting op streefcijfers activeren klanten met beleggingsverzekering Bron: AFM De AFM verwacht van verzekeraars en adviseurs dat zij tachtig procent van de klanten met een beleggingsverzekering bij hun hypotheek voor 1 januari 2015 hebben geactiveerd. Dat blijkt uit een toelichting voor verzekeraars en adviseurs op het gebruik van streefcijfers die de AFM vandaag heeft gepubliceerd. Eerder heeft de AFM de minister van Financiën op zijn verzoek geadviseerd over het gebruik van streefcijfers voor verzekeraars en adviseurs bij het activeren van klanten met een beleggingsverzekering. Tweede Kamer De Tweede Kamer heeft in september 2013 de minister van Financiën duidelijk gemaakt dat zij verwacht dat de inspanningen van verzekeraars en adviseurs om klanten te activeren niet beperkt blijven tot intenties. De Tweede Kamer verwacht concrete resultaten en heeft de minister gevraagd daarom streefcijfers voor het activeren vast te stellen. De AFM heeft daarop de minister van Financiën op zijn verzoek geadviseerd over de hoogte van streefcijfers voor het activeren van klanten met een beleggingsverzekering. In zijn brief van 13 december 2013 aan de Tweede Kamer licht de minister het advies op hoofdlijnen toe en roept hij alle verzekeraars en adviseurs op om dit toe te passen bij de nazorg voor klanten met een beleggingsverzekering. Eerste streefcijfer: 80% voor hypotheekpolissen De AFM heeft bij het bepalen van streefcijfers gekeken naar voorbeelden in de markt. De AFM heeft voorbeelden gezien waarbij verzekeraars en adviseurs dankzij een intensieve aanpak een hoog percentage klanten hebben bereikt en geholpen. Voorlopig heeft de AFM alleen een streefcijfer bepaald voor de groep beleggingsverzekeringen die bedoeld zijn voor de aflossing van een hypotheekschuld. In lijn met de succesvolle praktijkvoorbeelden heeft de AFM het streefcijfer vastgesteld op 80%. Dit betekent dat de AFM ervan uit gaat dat verzekeraars en adviseurs 80 % van de klanten met een hypotheekgebonden polis in hun portefeuille voor 1 januari 2015 hebben geactiveerd. Streefcijfers voor de overige klantgroepen verwacht de AFM in de loop van 2014 te geven als er meer zicht is op de eerste ervaringen met deze groep. Activeren Activeren betekent dat verzekeraars en adviseurs consumenten zo persoonlijk mogelijk benaderen, inzicht geven in de financiële situatie van hun polis (wat is het financiële gat tussen verwachte eindwaarde en doelkapitaal?) en ze een bewuste keuze laten maken over de toekomst van hun beleggingsverzekering, zodat zij later niet voor onaangename verrassingen komen te staan. Voor veel consumenten met een beleggingsverzekering geldt dat zij door hoge kosten en vooral ook door tegenvallende beleggingsrendementen niet genoeg met hun beleggingsverzekering opbouwen om straks de hypotheekschuld af te kunnen lossen. Om het vertrouwen van consumenten te herstellen, zullen verzekeraars en adviseurs naast de geboden compensatie consumenten ook moeten helpen bij het maken van een keuze wat zij nu met hun beleggingsverzekering gaan doen. Meer: Lees hier de volledige toelichting Terug naar Inhoud Koersen lager na verlies wedstrijd Bron: DNB Sportwedstrijden roepen vaak heftige emoties op. Eerder onderzoek toonde aan dat er beduidend minder aandelen werden verhandeld tijdens spannende sportevenementen (artikel "Voetbal op TV? Ook aandelenmarkten kijken mee" HCC Beleggen Nieuwsbrief 20120401). Nu blijkt na recent onderzoek dat deze emoties aandelenkoersen kunnen beïnvloeden, zelfs wanneer een hoge mate van rationele prijsvorming te verwachten valt. Dit inzicht is relevant voor zowel de praktijk als het academisch onderzoek. Een fundamenteel debat Economen debatteren voortdurend over de fundamentele vraag of aandelenprijzen puur op grond van rationele overwegingen tot stand komen. Tot de jaren '80 van de twintigste eeuw was het vrij gebruikelijk om aan te nemen dat aandelenprijzen puur rationeel worden bepaald. Steeds vaker werden echter vraagtekens bij dit uitgangspunt gezet, onder meer door de latere Nobelprijswinnaar Robert Shiller. Bij het tot stand komen van beurskoersen bleken steeds meer aspecten een rol te spelen, die vanuit een rationeel perspectief niet relevant geacht zouden zijn. Een nieuw onderzoeksveld, inmiddels bekend als behavioural finance, was geboren. De emotionele belegger Een belangrijke factor - die niet goed binnen het rationele raamwerk past, maar die toch een effect heeft op aandelenprijzen - is de schommeling in emoties van beleggers. Zo blijken beurskoersen gevoelig te zijn voor een scala aan factoren, zoals variaties in de hoeveelheid zonlicht, de veranderingen tussen zomertijd en wintertijd, en de uitslagen van sportwedstrijden. Zo zijn beleggers optimistischer wanneer hun voetbalteam goed heeft gepresteerd. Ook is het niet ongewoon dat beurskoersen dalen op de dag nadat het nationale elftal wordt uitgeschakeld op het wereldkampioenschap voetbal. Uitschakeling drukt beurskoersen Recent onderzoek laat nu zien dat emoties zelfs aandelenkoersen beïnvloeden, wanneer men juist een hoge mate van rationele prijsvorming zou mogen verwachten. Dit nieuwe onderzoek bestudeert de aandelenkoers van een bedrijf waarvan het aandeel in meerdere landen, waaronder Frankrijk en Italië, wordt verhandeld. Vervolgens wordt bekeken hoe de aandelenprijzen reageren op de uitschakeling van deze twee landen op het WK voetbal in Zuid-Afrika in de zomer van 2010. Te verwachten valt dat de beurskoersen in beide landen altijd zeer dicht bij elkaar liggen, omdat er anders mogelijkheden ontstaan voor beleggers om snel van koersverschillen te profiteren.   Het blijkt echter dat de beurskoers in het land dat dreigt te worden uitgeschakeld al tijdens de wedstrijd duidelijk lager ligt dan in het andere land. Zo speelde Frankrijk op 22 juni haar laatste groepswedstrijd tegen Zuid-Afrika. Bij rust keken de Fransen al tegen een 2-0 achterstand aan, waardoor uitschakeling dreigde. De stemming bij beleggers in Frankrijk sloeg om, waardoor de beurskoersen daalden. Figuur 1 toont hoe goed deze koersuitslag zichtbaar was voor het betreffende aandeel. Aan het einde van de handelsdag is er een sterke neerwaartse beweging in het prijsverschil tussen Parijs en Milaan, omdat de koers op de Franse beurs plotseling daalde. Koersafwijkingen tijdens voetbalwedstrijden Noot: Deze figuur toont de gemiddelde prijsafwijkingen per uur tussen de aandelenkoersen van hetzelfde bedrijf op de beurs in Parijs en Milaan tussen 21 en 25 juni 2010. De twee grote uitschieters op 22 juni en 24 juni vallen samen met de wedstrijden waarin Frankrijk (FR) en Italië (IT) werden uitgeschakeld op het WK voetbal in Zuid-Afrika. Ook wordt zichtbaar hoe een vergelijkbare koersafwijking optrad tijdens de wedstrijd waarin Italië twee dagen later werd uitgeschakeld. Op donderdag 24 juni speelde Italië tegen Slowakije, waarbij de Azzurri als snel tegen een 1-0 achterstand aankeken. Ook voor hen dreigde uitschakeling. In lijn hiermee daalde de koers op de beurs in Milaan, waardoor de prijs van het aandeel een fractie lager kwam te liggen dan de koers in Frankrijk. Deze afwijking is in de figuur zichtbaar door de uitschieter naar boven aan het einde van de handelsdag op 24 juni. Het onderzoek illustreert zo dat aandelenprijzen niet altijd louter op grond van rationele overwegingen tot stand komen. Emoties kunnen van tijd tot tijd een belangrijke invloed hebben op aandelenmarkten. Dit inzicht is relevant voor zowel de praktijk - waarin men er dus rekening mee moet houden als men zelf handelt - als voor het academisch onderzoek, wanneer men probeert een accurate beschrijving te geven van hoe financiële markten werken. De recente Nobelprijs voor Economie werd gedeeld door prijswinnaars die zeer uiteenlopende ideeën hebben geuit over hoe markten werken. Eugene Fama ontving de Nobelprijs voor zijn idee dat markten efficiënt zijn, terwijl Shiller de prijs kreeg voor het feit dat hij vrijwel het tegenovergestelde stelde. Het onderzoek laat zien dat markten weliswaar vaak efficiënt kunnen werken, hetgeen aansluit bij Fama’s gedachtengoed, maar laat vooral zien dat we daar niet zonder meer vanuit mogen gaan. Terug naar Inhoud De Lerende Economie van de WRR komt er alleen met nieuwe instituties Bron: MeJudice De WRR (Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid) kwam vorig jaar met een gedegen advies over de Nederlandse economie waarin het topsectorenbeleid niet gespaard wordt en een pleodooi gehouden wordt voor brede investeringen in kennis. Dat is een mooie boodschap, vindt de Utrechtse econoom Frenken, maar de WRR-aanbevelingen missen een politieke analyse. Binnen de huidige instituties zal het WRR-advies geen navolging vinden. Nieuwe instituties zijn nodig wil de droom van de WRR uitkomen. Lerende Economie Met het rapport "Naar een Lerende Economie. Investeren in het verdienvermogen van Nederland" heeft de WRR (2013) een gedegen onderbouwd advies geschreven over het economisch beleid in Nederland. Het beschouwt de geschiedenis van economisch beleid in Nederland, maakt Europese vergelijkingen, en komt tot heldere aanbevelingen voor de korte en langere termijn. De omvang en diepgang van het rapport spreken een duidelijke ambitie uit. Met dit rapport hoopt de WRR het economisch beleid blijvend te veranderen. Het topsectorenbeleid moet op de schop, en kennisontwikkeling in brede zin moet centraal staan. WRR-evaluatie topsectorenbeleid Hoewel het WRR-rapport doorspekt is van academische nuance en politieke fijngevoeligheid, is de boodschap helder: het huidige topsectorenbeleid, reeds tien jaar geleden ingezet onder Balkenende II met het innovatieplatform, mist elke grond. De kritiek van de WRR laat zich in vijf zinnen samenvatten: het beleid richt zich op exportbevordering dat weer economische groei moet opleveren, terwijl de uitdagingen in de 21e eeuw juist maatschappelijk van aard zijn (vergrijzing, milieu, gezondheid, privacy, etc.) het sectorale beleid komt vooral ten goede aan grote bedrijven in volwassen sectoren (“backing winners”), terwijl juist kleine, veelbelovende ondernemingen en nieuwe sectoren steun behoeven om succesvol te worden. het beleid faciliteert incrementele innovatie binnen een sector, terwijl de markt juist faalt bij radicale innovatieprocessen op het raakvlak van verschillende sectoren het beleid is gericht op industrie, terwijl de dienstensector de grootste sector is in de Nederlandse economie met de grootste uitdagingen om de arbeidsproductiviteit te verhogen. het beleid kent geen helder kader waarbinnen innovatie-afspraken tot stand moeten komen, hetgeen tot enorme transactie- en coördinatiekosten leidt. In haar analyse laat de WRR ook zien dat het innovatiebeleid in de landen om ons heen (Denemarken, Duitsland, België en het Verenigd Koninkrijk) heel andere foci en instrumenten hanteren, die ook tot betere resultaten leiden. Het meest in het oog springend in de vergelijking is het Nederlandse falen in de ontwikkeling en het gebruik van duurzame technologie in vergelijking met de buurlanden. WRR-aanbevelingen voor een nieuw economisch beleid Het rapport komt tot een groot aantal aanbevelingen, die in concreto neerkomen op drie grote kwesties: Maatschappelijke uitdagingen als uitgangspunt Innovatiebeleid dient niet te worden gedefinieerd aan de hand van sectoren, maar aan de hand van maatschappelijke uitdagingen. Hiermee wordt de lobby van gevestigde partijen tegengegaan en krijgt het innovatiebeleid een steviger politiek en maatschappelijk mandaat. Ook zal het uitgangspunt van maatschappelijke uitdagingen als van nature leiden tot kruisbestuivingen tussen sectoren waar radicale innovaties vaker ontstaan, en sluit de regering hiermee veel nauwer aan bij het Duitse en Europese wetenschaps- en technologiebeleid. De regio centraal in het innovatiebeleid Koen Frenken (1972) is hoogleraar Innovatie- wetenschappen aan de Universiteit Utrecht. Hij is laureaat van de Marie Curie beurs van de Europese Commissie en de VIDI beurs van NWO. In zijn onderzoek bestudeert hij kennisproductie en technologische ontwikkeling vanuit een evolutionair perspectief. Hij is auteur van het boek Innovation, Evolution and Complexity Theory (2006, Edward Elgar) en redacteur van het boek Applied Evolutionary Economics and Economic Geography (2007, Edward Elgar). Frenken is actief als commissielid in de programmacommissie Complexity van NWO. Innovatiebeleid dient gedecentraliseerd te worden naar regionale niveaus waar partijen elkaar gemakkelijker kunnen vinden en sneller kunnen inspelen op kansen en problemen. Brainport Eindhoven staat hierbij model, terwijl de regio Wageningen ook tot de verbeelding spreekt. En, aangezien de dienstensector doorgaans regionaal is georganiseerd, kan het innovatiebeleid logisch worden verbreed naar de dienstensector, en de relatie tussen industrie- en dienstensectoren. Investeer in kennis in plaats van in sectoren Zet niet zozeer in op specifieke technologie of sector, maar investeer in menselijk kapitaal dat werknemers en ondernemers in staat stelt op in te kunnen spelen op steeds veranderende economische en maatschappelijke ontwikkelingen. Hiervoor dient eindelijk werk gemaakt te worden van life-long learning als wellicht het meest centrale element in de verzorgingsstaat van de 21ste eeuw. WRR mist echter politieke analyse Zo gesteld zal het WRR-rapport veel economen als muziek in de oren klinken. Overigens had het Nederlandse economengilde zich al meermalen kritisch uitgelaten over het conservatieve topsectorenbeleid. In plaats van innovatie te bevorderen, zou het vooral bestaande belangen bedienen. Ook de WRR zelf, bij monde van Nooteboom en Stam (2008), repte in een eerdere studie al van het failliet van het defensieve uitgangspunt van “backing winners”. Echter, de gedegen economische onderbouwing van de WRR is tegelijkertijd ook de grote zwakte van de hele analyse. Het rapport vergeet hiermee de politieke hamvraag te stellen: waarom heeft Nederland nooit een kenniseconomie willen worden? Met andere woorden, de vraag is niet zozeer of economisch beleid conservatief zou moeten zijn – het antwoord is duidelijk nee – maar veeleer waarom het economische beleid conservatief is? Om een dergelijke vraag te beantwoorden dient met een historisch-institutionele analyse te maken van het politiek-economische bestel in Nederland. Dit ontbreekt helaas in het rapport. Institutionele analyse van Nederland Het begrip Varieties of Capitalism van Hall en Soskice (2001) biedt een goed handvat voor een eerste aanzet tot een institutionele analyse. Zij beschrijven de politiek-economische constellatie van een land als een samenstel van instituties die onderling complementair zijn. Zo kunnen landen als VS, VK en Australië met een Angelsaksisch bestel (lage belastingen, formele opleidingen, veel concurrentie, zwakke vakbonden, privaat onderwijs, hoge defensie-uitgaven) onderscheiden worden van landen met een Rijnlands model als Duitsland, Zweden, en Oostenrijk (hoge belastingen, veel samenwerking, sterke vakbonden, on-the-job training, publiek onderwijs, lage defensie-uitgaven). Beide systemen zijn coherent en werken over het algemeen goed, maar op verschillende wijzen. Het Angelsaksische model leidt tot meer radicale innovatie en concurrentiekracht in sectoren als ICT, de farmaceutische industrie en de dienstensector, terwijl het Rijnlandse model vooral tot incrementele innovatie leidt ten behoeve van een concurrerende maakindustrie. Institutioneel gezien kan Nederland beschreven worden als een Rijnlands model met enkele Angelsaksische trekken zoals lage winstbelastingen voor (buitenlandse) bedrijven en een nadruk op formele training (Touwen 2006). Dit hybride model gaat logisch samen met een sterke exportoriëntatie, de hub-functie voor Europese hoofdkantoren, het aloude mainportbeleid, en een trans-Atlantische politieke loyaliteiten (Hellema 2001). Hierbij is niet zozeer innovatie maar loonpolitiek het gedeelde uitgangspunt in het Polderoverleg, terwijl lonen juist een gevolg zouden moeten zijn van innovatie c.q. productiviteit. Daarnaast worden de aardgasbaten van oudsher gebruikt om tekorten om de rijksbegroting te dichten in plaats van kennisinvesteringen voor de lange termijn (Giebels 2014). Conservatieve structuur Het gevolg van deze ongelukkige combinatie van instituties is dat Nederland een weinig innovatieve economische structuur heeft, die gedomineerd wordt door (transport)diensten en enkele historisch gegroeide – en doorgaans weinig dynamische– bedrijfstakken (voedsel, chemie, energie). Het label 'topsector' dat aan deze sectoren gehangen wordt is geenszins logisch: recente cijfers die laten zien dat, per saldo, de topsectoren slechts een gemiddelde toegevoegde waarde per werknemer kennen (CBS 2013). De afgelopen 10 jaar heeft innovatiebeleid geen verandering kunnen aanbrengen in het innovatievermogen van Nederland. Integendeel, de private R&D uitgaven zijn de afgelopen tien jaar juist gedaald tot minder dan 1 procent van het BBP. Ook het totaal aan private en publieke R&D uitgaven beslaat nog steeds minder dan 2 procent van het BBP. De uitgaven zijn hiermee vergelijkbaar met het Verenigd Koninkrijk en China (!), en veel lager dan landen als België, Duitsland, Frankrijk, Denemarken, Zweden en Finland (HCSS/TNO 2012). Polder opnieuw uitvinden In dit licht is het topsectorenbeleid geen springplank naar een volwaardige kenniseconomie, maar een herhaling van zetten binnen de reeds bestaande instituties. Het richt zich op volwassen bedrijfstakken waarin enkele multinationals hun R&D uitgaven voor een steeds groter deel publiek gefinancierd krijgen. De dienstensector wordt gereduceerd tot logistiek als topsector, terwijl voor de creatieve industrie slechts een fooi beschikbaar is. Ook de late toevoeging van het “topteam hoofdkantoren” is exemplarisch voor de wijze waarop het adagium Nederland-Handelsland wordt uitgedragen. En, helaas, de aardgasbaten komen nog steeds niet ten goede aan de kennisinfrastructuur. Nederland dreigt zo de slag te missen in de sleutelgebieden van de toekomst, zoals de duurzame energie, nieuwe materialen, 3D-printing, en ICT. De aanbevelingen die de WRR doet zullen niet automatisch navolging vinden, juist omdat zij ingaan tegen de bestaande polderinstituties. Zo zullen bestaande bedrijfsbelangen niet gediend zijn met het voorop stellen van maatschappelijk uitdagingen, omdat deze uitdagingen transities uitlokken waarin huidige winnaars toekomstige verliezers kunnen zijn (“creatieve destructie”). En zo past het voorgestelde decentraliseren van beleid naar de regio’s wel in een dynamische kenniseconomie, maar niet in het bestaande handelsparadigma waarin een gemeenschappelijk buitenlands beleid en grootschalige transportinfrastructuren de nationale belangen het beste zouden dienen. Ondanks de platgetreden paden die het Polderlandschap doorkruisen, heeft ditzelfde Poldermodel eerder wel bewezen om strategische keuzen te kunnen maken (Van Bavel 2010; WRR 2013). De arbeidsmarkt en sociale zekerheid zijn de afgelopen dertig jaar grondig hervormd, en met succes. En hoewel de polderinstituties momenteel eerder problemen veroorzaken dan bijdragen aan oplossingen, is er geen reden om aan te nemen dat het Poldermodel zou verdwijnen (Touwen 2006). De vraag is veeleer hoe het Poldermodel zichzelf opnieuw kan uitvinden om daadwerkelijk de keuze te maken voor een breed gedragen kenniseconomie. Op nationaal niveau, bijvoorbeeld, zou de SER zou zich kunnen ontwikkelen tot hét platform voor kennis en duurzame ontwikkeling (Van Bavel 2010). En vakbonden zouden het voortouw moeten nemen in innovatie en scholing, waar deze agenda nu door het (groot)bedrijf wordt gedomineerd. Op lagere schaalniveaus is institutionele vernieuwing al wel zichtbaar (Lagendijk 2013; Uitermark 2014). Gemeenten, provincies, kennisinstellingen en lokale bedrijven trekken nadrukkelijk de innovatieagenda naar zich toe met een rijk palet aan overlegstructuren en financieringsprogramma’s. Daarnaast zijn er steeds meer burgerinitiatieven die maatschappelijke doelen koppelen aan innovatie en ondernemerschap. Deze bewegingen brengen de benodigde variëteit aan oplossingsrichtingen met zich mee, waarmee processen van radicale innovatie gediend zijn. Interessant is dat deze lokale innovatie-initiatieven steeds serieuze vormen aannemen ondanks – of wellicht dankzij – het ontbreken van een expliciet ruimtelijk economische rijksbeleid. WRR-advies kan niet zonder omwenteling De “lerende economie” die WRR voor ogen zal niet zonder horten of stoten kunnen ontstaan. Hiervoor zijn breed gedragen politieke en maatschappelijke omwentelingen nodig, en op meerdere terreinen tegelijk (onderzoek, onderwijs, milieu, gezondheidszorg, buitenlandse betrekkingen). De geschiedenis moge duidelijk maken dat de meer fundamentele institutionele verschuivingen niet door politici of rapporten in gang worden gezet. Het zullen decentrale initiatieven en nieuwe bewegingen zijn, die de Haagse politiek zullen dwingen ooit de bakens te verzetten. Referenties: zie hele artikel op website MeJudice Terug naar Inhoud   IG: Computerbeleggersgroep-ZH Sinds de oprichting in 2002 houden wij ons bezig met “Beleggen met behulp van de computer”. Het accent ligt daarbij op het vergroten van de kennis van het ontwikkelen en exploiteren van handelssystemen. Deze zijn vooral gebaseerd op methoden uit de kwantitatieve en statistische analyse. Uiteraard wordt daarbij ook aandacht besteed aan ondersteunende software. Regelmatig besteden we echter ook aandacht aan andere vormen van beleggen zoals Fundamentele analyse. Daarbij gaan we altijd uit van het beschrijven en bespreken van een gestructureerde aanpak die gebaseerd is op objectieve grondslagen.  Wij komen 9 keer per jaar bijeen. Afwisselend in Berkel & Rodenrijs en Delft. Klik hier voor meer info    Contactadres: jhbvdmeulen@kpnmail.nl Meedoen kan Bron: Redactie HCC Beleggen De HCC Beleggen organiseert een aantal activiteiten. De bekendste activiteiten die wij organiseren zijn de beleggersymposia die we tweemaal per jaar houden in De Bilt. Met name voor de organisatie van deze symposia zijn wij voortdurend op zoek naar mensen die een bijdrage willen leveren aan de totstandkoming van onze symposia. Het is niet alleen leuk om dergelijke evenementen te organiseren, maar het is ook een ideale gelegenheid om je netwerk uit te breiden met interessante contacten. Maar ook andere dingen doen zoals het geven van een aardige lezing, met anderen handelsstrategieën uitwerken, software onder de knie krijgen of gewoon een groep vormen waarmee je samen de markt analyseert/bespreekt, behoort tot de mogelijkheden. Ook deelname aan redactie van de website, de nieuwsbrieven, het beheren van het forum of website of delen daarvan behoort tot de mogelijkheden. Ook zonder deel uit te maken van de organisatie kunt u vanzelfsprekend ook meedoen aan een van de Regio- of Belangstellingsgroepen. Ben je enthousiast en denk je dat een vrijwilligersfunctie jou op het lijf geschreven is, neem dan contact op met Michel Hupkens Klik Hier  Terug naar Inhoud Agenda Bron: HCC Beleggen redactie De HCC Beleggen Kalender op onze website en  deze Agenda zijn inmiddels een begrip onder beleggers in Nederland en België geworden. Voor veel andere sites zijn wij de de facto bron van informatie. Toch zijn nog niet alle events in onze Agenda opgenomen. Daarom willen we ook aanbieders van seminars, cursussen en beleggersbijeenkomsten in de gelegenheid stellen, zelf hun events aan te kondigen, zowel op ons forum als in onze nieuwsbrieven. Plaatsing van (vrij toegangkelijke) educatieve bijeenkomsten zijn kostenloos. (Bijeenkomsten met een educatief karakter welke niet gratis toegankelijk zijn danwel bijeenkomsten met een niet uitsluitend educatief karakter kunnen onder voorwaarden ook in onze agenda opgenomen worden. Wilt u meer weten neemt u dan even contact  op met de redactie) Terug naar Inhoud | HCC beleggen Website | HCC beleggen Vacatures | Adverteren | Forum | Downloads  Disclaimer: Deze publicatie komt tot stand op de redactie van beleggersonline.nl de website van de HCC IG Beleggen. Noch de mate waarin de berichten, voorgestelde scenario’s, risico’s en voorspellingen de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De voorspellingen zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies. De schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur van de HCC IG Beleggen en/of de Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet aansprakelijk voor eventuele verliezen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren, behaalde resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de toekomst.

11 februari 2014

...

Nieuwsbrief20140101

  Januari 2014 Een nieuw jaar Leren van extreme verliezen op de beurs Binaire opties: wees gewaarschuwd In een hypotheek kun je niet wonen Online info over provisieverbod Achtergestelde schuld in trek bij banken Nederlandse economie groeit licht in het derde kwartaal Abenomics, instauratie, bibbergeld... Meedoen kan Agenda Een nieuw jaar. Bron: HCC Beleggen voorzitter Frans Schreiber Het nieuwe jaar is aangebroken en dat betekent én terugkijken én nieuwe kansen inschatten. Want zowel voor onze vereniging als voor onze gezamenlijke interesse “de beurs” is er heel wat gebeurd en staan er weer grote mogelijkheden te wachten. Onze vereniging Hcc-groep beleggen trekt nog altijd veel aandacht. De symposia worden druk bezocht en de bezoekers zijn in het algemeen enthousiast. Natuurlijk is de ene presentatie beter dan de andere, maar de gangbare mening is dat men overal wel wat opsteekt. En dat is de bedoeling! Daarom blijft het verwonderlijk, dat we weinig nieuwe aanwas van jongere mensen krijgen. Want juist zij moeten zich, met het oog op het gegeven dat de overheid de pensioenen steeds verder zal uithollen, toch op de hoogte stellen van het reilen en zeilen in de financiële wereld. Echter de jongeren pakken – wanneer ze informatie willen – het internet en hebben in enkel minuten de hele wereld te pakken. Niet alleen wij zijn daar het “slachtoffer” van. De winkelcentra en parkeergelegenheden in de steden voelen dezelfde trend. Albert Heijn, Zalando en vele anderen spelen hier op in. Gemak dient de mens en daar wil hij ook nog voor betalen. Onze vereniging zou zich op deze trend kunnen focussen, echter daar is een vereniging niet voor bedoeld (nog los gezien van de financiële slagkracht die we dan zouden moeten hebben). Onze troef is het menselijk contact op de dagen zelf. Onlangs is er initiatief genomen om interessegroepen binnen onze vereniging ruimte te geven om te vergaderen. Op deze manier ziet men elkaar lijfelijk en kan de “vergadering” worden gecombineerd met een bezoek aan presentaties en aan de standhouders. Een zeer goed initiatief ! Nog meer kansen liggen op de beurs. Na de meltdown van 2008 lijkt de AEX weer op te krabbelen. De horde van 400 punten is genomen en er ligt meer in het verschiet. De beurzen van de pigs schieten omhoog en dus lijkt het erop dat het ergste van de crisis over is. Daar kan ook de AEX van profiteren. Bovendien maken de beurzen in de USA de hoogste toppen in hun historie! Amerika loopt gemiddeld één jaar voorop ten opzichte van Europa, dus dat geeft nog meer steun aan de verwachting dat we ook dit jaar weer hoger kunnen. De reden waarom is voor een technisch analist niet belangrijk. Zolang alle belangrijke beurzen in de wereld (behalve dan Brazilië) de neus omhoog hebben, moeten we long op de beurs. De fundamentele beleggers onder ons kijken voorzichtig naar de koers/winst verhouding en zijn nog niet zo zeker. Echter zolang de centrale banken van Amerika, Japan en Europa geld bijdrukken (in de vorm van opkopen van obligaties) moet dat geld ergens heen. Een spaarrekening is in deze tijd van financiële repressie geen alternatief. Dus gaat het naar de beurs en straks ook weer naar de huizenmarkt. Dus 2014 belooft een goed jaar te worden, voor zowel voor onze vereniging als de beurs (zolang de inflatie maar niet de kop opsteekt). Een gezond en gelukkig nieuw jaar gewenst, Frans Schreiber, Voorzitter Hcc-groep beleggen. Terug naar Inhoud advertentie Terug naar Inhoud RG Flevoland-Overijssel RG Flevoland-Overijssel is een van de HCC Beleggen Regio Groepen. Dit zijn regio georienteerde groepen van beleggers die geregeld bijeenkomen om in ontspannen sfeer met elkaar ervaringen, kennis en beleggings ideeën te delen  Onderwerpen als ervaring met broker software, handelssystemen, indicatoren, werking van opties/turbo's enz. kunnen aan bod komen. Benieuwd geworden naar deze groep beleggers, meld je dan per email aan bestuur@beleggersonline.nl . Leren van extreme verliezen op de beurs Bron: DNB Koersbewegingen van aandelen tijdens slechte beursdagen hebben enige voorspellende waarde voor de potentiële verliezen die tijdens een beurskrach in het verschiet liggen. Bedrijfsomvang, handelsvolume en volatiliteit van het aandeel bieden een zekere indicatie. Gevoeligheid voor een beurskrach Dat blijkt uit recent DNB-onderzoek naar de ontwikkeling van aandelenkoersen tijdens een beurskrach. Welke aandelen in een dergelijke situatie het zwaarst worden getroffen, willen vermogensbeheerders natuurlijk graag weten. Zij proberen immers een zo hoog mogelijk rendement te realiseren tegen een zo laag mogelijk risico. Vraag is echter of het mogelijk is te voorspellen welke aandelen een relatief stabiele koers hebben tijdens een beurskrach. Om deze vraag te kunnen beantwoorden, hebben onderzoekers van DNB een maandelijkse score gegeven aan meer dan 2.000 aandelen met een beursnotering in de Verenigde Staten over een periode van 40 jaar. Dit op basis van de koersbewegingen tijdens dagen waarop aandelenmarkten hard onderuit gingen. Naarmate de koers beter op peil blijft, scoort het aandeel beter. Daarbij was de hypothese: hoe beter de score, des te kleiner het koersverlies van dat aandeel tijdens een beurskrach in de toekomst. Verliezen Nadere analyse toont aan dat de toegekende scores enige voorspellende waarde hebben. Uit het onderzoek blijkt dat de aandelen die de maand daarvoor de 20% slechtste scores kregen tijdens een beurskrach gemiddeld twee tot drie keer harder in waarde dalen dan de aandelen die de 20% beste scores ontvingen. Een voorbeeld hiervan zijn de koersverliezen in oktober 2008. Op dit toppunt van onrust op de financiële markten, vlak na het omvallen van de investeringsbank Lehman Brothers, verdampte bijna 20% van de beurswaarde in de Verenigde Staten. In die maand verloren de aandelen met de slechtste scores per ultimo september gemiddeld meer dan 30% van hun waarde, terwijl de aandelen die de beste scores kregen gemiddeld 10 à 15% van hun waarde moesten inleveren. Uit deze scores blijkt ook dat bedrijven waarvan de aandelen slechter presteren bij een beurskrach gemiddeld genomen een kleinere omvang hebben. Tegelijkertijd hebben aandelen met een slechtere score over het algemeen ook een hoger handelsvolume en een relatief volatiele beurskoers. Onderzoeksmethodiek Om de scores te berekenen werd een techniek ontwikkeld met behulp van extreme waarde theorie. Deze techniek is toegespitst op het meten in extreem ongunstige marktomstandigheden. Extreem ongunstig in de zin van dat er maar een kleine kans is dat zulke grote verliezen op aandelenmarkten daadwerkelijk plaatsvinden. De berekende score moet duidelijk maken welke aandelen het meest meebewegen met de algemene aandelenkoers ten tijde van een beurskrach. Geen garanties Uit het onderzoek blijkt dat de scores inderdaad een indicatie geven welke aandelen zwaarder worden getroffen door een toekomstige beurskrach. Maar de scores zijn ook niet meer dan een indicatie: een hoog rapportcijfer biedt geen garantie voor een veilige belegging. Zo verliezen ook aandelen met de beste scores aanzienlijk in waarde tijdens een beurskrach. Daarnaast is de waarde van aandelen vaak volatiel door andere oorzaken, zoals bedrijfsspecifieke informatie. Voeg daarbij dat extreme gebeurtenissen altijd verrassingen met zich mee brengen. Zo kunnen verbanden die altijd leken op te gaan voor de financiële markten, plotsklaps in rook opgaan tijdens een dag dat de beurzen diep in de min duiken. Dit alles doet geen afbreuk aan de conclusie van het onderzoek dat het voor het inschatten van financiële risico’s altijd nuttig kan zijn om grote schokken uit het verleden te analyseren. De resultaten daarvan kunnen vermogensbeheerders een extra kompas bieden om de te varen koers bij een volgende crisis uit te zetten. Lees verder: We test for the presence of a systematic tail risk premium in the cross-section of expected returns by applying a measure on the sensitivity of assets to extreme market downturns, the tail beta. Empirically, historical tail betas help to predict the future performance of stocks under extreme market downturns. During a market crash, stocks with historically high tail betas suffer losses that are approximately 2 to 3 times larger than their low tail beta counterparts. However, we find no evidence of a premium associated with tail betas. The theoretically additive and empirically persistent tail betas can help to assess portfolio tail risks. Keywords: Tail beta, systematic risk, asset pricing, Extreme Value Theory, risk management. JEL Classification Numbers: G11, G12. DNB Working Papers: Systematic tail risk (PDF: 904.2 Kb)  Publicatiedatum    7 november 2013 Terug naar Inhoud Doe het zelf beleggers in de regio Helmond Wij zijn een klein studie-beleggerclubje dat zich richt op het uitwisselen van kennis en ervaringen om zelf actief en succesvoller te kunnen beleggen. Wat we doen?: We bespreken elkaars aanpak en strategieën, wisselen criteria uit die iedereen maakt bij de keuzes van aandelen, opties en andere derivaten. Ook gaan we dieper in op specifieke (optie-) constructies die succesvol kunnen zijn. We nemen ook deel aan seminars of andere studiebijeenkomsten en wisselen alle relevante informatie over zelf beleggen uit. We komen elke 3e maandag van de maand bij elkaar en tussentijds wisselen we zaken uit via de mail. We zoeken uitbreiding van ons groepje met enkele actieve beleggers die kennis en ervaringen willen delen om beter voorbereid te kunnen beleggen. Neem bij interesse contact op via de mail met het bestuur van de HCC Beleggen. Vermeld in de mail dat het om de groep Helmond gaat. Terug naar Inhoud Binaire opties: wees gewaarschuwd Bron: AFM De reclames lokken je met het vooruitzicht dat je snel veel geld kunt verdienen met binaire opties. Maar binaire opties zijn zeer risicovolle producten waarbij je vooral snel en gemakkelijk je hele inleg kunt kwijtraken. Het is bijna onmogelijk om op lange termijn winst te maken met deze producten. Binaire opties betalen een vast bedrag uit als je een goede voorspelling doet over een onderliggende waarde. De onderliggende waarde is een index zoals de AEX, een aandeel of een wisselkoers. Als je voorspelling niet uitkomt, verlies je de hele inleg. Een voorspelling is bijvoorbeeld of de onderliggende waarde op een van tevoren afgesproken moment gestegen of gedaald is. Binaire opties worden aangeboden met verschillende looptijden. Je kunt bijvoorbeeld opties kopen voor een dag, een paar uur of zelfs maar een minuut. Bij hele korte looptijden helpt een visie op de markt niet bij het voorspellen van de onderliggende waarde. De koersbewegingen omhoog of omlaag zijn dan veelal willekeurig. Binaire opties hebben daarmee kenmerken van kansspelen. De Kansspelautoriteit (de toezichthouder op het gebied van kansspelen) heeft aandacht voor deze kenmerken van binaire opties. Voorbeeld Een voorbeeld van een binaire optie is een optie die gekoppeld is aan de AEX. Stel dat de stand van de AEX 395 is. Je denkt dat de AEX gaat stijgen en koopt een binaire optie. De optie kost €50 en belooft je inleg plus €40 winst uit te betalen als de AEX een uur later hoger staat dan 395. Er kunnen zich nu twee situaties voordoen. 1. De AEX staat een uur later hoger dan 395. De optie betaalt uit en je maakt €40 winst. 2. De AEX staat een uur later lager dan 395. De optie betaalt niet uit en je verliest je hele inleg van €50. Je verlies bij een dalende AEX is groter dan je winst bij een stijgende AEX. Als je even vaak goed als fout voorspelt is je eindresultaat dus negatief. Stel je koopt 100 keer de bovenstaande binaire optie van €50 en in de helft van de gevallen voorspel je de uitkomst goed, dan verlies je in totaal €500. Je moet dus (veel) vaker goed dan fout voorspellen om op lange termijn geld te verdienen. En dat is bijna onmogelijk. Reclame en experts Aanbieders van binaire opties proberen klanten te lokken met verhalen over hoge winsten in korte tijd. Maar de kans op deze winsten is zeer klein, en dat staat er niet bij vermeld. De opties worden omschreven als zeer eenvoudige producten. De risico’s worden niet tot nauwelijks beschreven, terwijl die er wel degelijk zijn. Ook zijn er websites van zogenaamde 'experts' die je hun eigen methode laten zien om winst te maken. Deze expert verdient geld als je vanaf zijn website doorklikt naar een aanbieder van binaire opties en daar gaat handelen. Hij is dus partijdig en wil dat je zo veel mogelijk binaire opties gaat kopen. Ook als je daar veel geld mee verliest. Vertrouw dit soort websites dus niet. Terug naar Inhoud In een hypotheek kun je niet wonen Bron: Pieter van Dalen, Hans Stegeman, Me Judice, 18 december 2013. Een verlaging van de loan-to-value (LTV) ratio heeft verregaande gevolgen voor de woningmarkt. Huishoudens en vooral starters zullen meer moeten sparen voordat ze een woning kunnen kopen. Hierdoor zullen zij later starten of vaker een huurwoning betrekken. Aldus de Rabo-economen Van Dalen en Stegeman. De rigide sociale huurwoningmarkt en de krappe particuliere huurmarkt zijn echter op korte termijn niet in staat een goed alternatief te bieden voor de huidige koopwoningmarkt. Gezien de aard van de woningmarkt zal deze omslag nog jaren vergen. De afbouw van de LTV is op termijn weliswaar wenselijk, maar een te snelle verlaging zonder flankerende maatregelen van de overheid betekent dat huishoudens in de knel komen. En dat is slecht nieuws voor de woningmarkt. Pieter van Dalen Rabobank, Utrecht Pieter van Dalen werkt sinds juli 2013 als woningmarkteconoom bij het Directoraat Kennis & Economisch Onderzoek (KEO) in het team Nationaal Onderzoek. Hij doet onderzoek naar verschillende vraagstukken met betrekking tot de woningmarkt. Pieter studeerde algemene economie aan de Utrecht School of Economics. Tijdens zijn stage bij KEO schreef hij zijn Master Thesis over de interactie van nieuwbouw op de bestaande koopwoningen in Nederland, voor en na 2008. Consensus over een lagere LTV, invulling onduidelijk De commissie Wijffels (2013) presenteerde in haar rapport "Naar een dienstbaar en stabiel bankwezen" een aantal aanbevelingen voor de financiële sector. Eén van die adviezen had direct betrekking op de woningmarkt en dat betrof de voorgestelde verlaging van de LTV naar 80%. Dit zou in de toekomst onder andere de schuldkwetsbaarheid van consumenten verminderen doordat de kans op een restschuld kleiner wordt. Daarnaast zal het depositofinancieringsgat verminderen doordat banken minder geld elders moeten aantrekken. Bovendien zou dit op termijn de financieringskosten van banken kunnen verlagen en daarmee uiteindelijk de hypotheekrente. Inmiddels heeft de regering in haar "kabinetsvisie Nederlandse bankensector" (2013) de aanbeveling van Wijffels onderschreven. Er is in het kabinetsbeleid al een afbouw vastgesteld van 105% in 2013 naar 100% in 2018 (Rijksoverheid, 2012). De formulering over het toekomstig verloop van de LTV is echter vaag: “Bij robuust herstel van de woningmarkt zullen nadere voorstellen worden gedaan over de uiteindelijke LTV-ratio en het verdere afbouwpad daartoe na 2018.” Oftewel, het is nog onbekend wat het besluit zal zijn na deze periode. Eerder stelden Piljic en Stegeman (2013) al in hun paper Anders Wonen dat het logisch is om de LTV op termijn te verlagen. Niet zozeer omwille van de financiële stabiliteit, maar meer met het oog op de woonvoorkeuren van consumenten. De veranderingen op de woningmarkt die dit jaar zijn ingezet, zullen uiteindelijk leiden tot een minder verstoorde afweging tussen de huur- en de koopmarkt en maken schuldfinanciering minder aantrekkelijk door een lagere hypotheekrenteaftrek. Dit zal op termijn automatisch leiden tot een verlaging van de LTV, zonder dat de overheid dit oplegt. Waar zit het risico? LTV of LTI In Nederland wordt een maximale hypotheek vastgesteld op basis van inkomen, hypotheekrente en leeftijd volgens de NIBUD-richtlijnen (NVB, 2013). Deze financieringsnormen met de nieuwe hypotheekeisen zijn in 2013 opnieuw naar beneden bijgesteld vanwege de dalende koopkracht (NVB, 2013). De financieringsnorm heet ook wel de zogenaamde woonquote. Dit geeft de verhouding weer tussen de uitgaven voor de woning ten opzichte van het beschikbare inkomen. In de Gedragscode Hypothecaire Financieringen is nadrukkelijk gesteld dat de woonquote in principe bindend is en hypotheekbanken op geen enkele wijze meer hun eigen woonquota mogen hanteren. Uit de woonquote vloeit de verhouding tussen de lening en het inkomen voort die internationaal bekend staat als loan-to-income (LTI) ratio. Deze manier van omgaan met hypotheekverstrekking verschilt met de gewoonte in veel andere landen. Daar wordt meestal gekeken naar de LTV en veel minder naar de LTI. Doordat hypotheeknormen zeker de laatste jaren strikt worden toegepast, vallen betalingsachterstanden in Nederland in vergelijking met veel andere landen mee, ondanks een hoge LTV. Figuur 1: LTV naar leeftijdsgroepen, 2008-2011 Dat wil niet zeggen dat aan een hoge LTV geen risico’s zijn verbonden. Een LTV hoger dan 100% betekent dat verkoop leidt tot een restschuld. Dit geldt vooral voor huishoudens die de afgelopen jaren een huis hebben gekocht, het merendeel jongeren (zie figuur 1; van Wijk, 2013). Zolang het huis niet verkocht hoeft te worden, is er echter nog geen probleem. Maar het vormt wel een belemmering voor doorstroming en een probleem voor huishoudens die hun huis gedwongen moeten verkopen, bijvoorbeeld als gevolg van een scheiding of werkloosheid. Een op termijn lagere LTV is dus van belang vanwege de financiële kwetsbaarheid van gezinnen, maar ook voor het functioneren van de woningmarkt. Internationale vergelijking: vertel het hele verhaal Vaak wordt in de Nederlandse discussie over een lagere LTV verwezen naar de praktijk in Duitsland of Denemarken. Een vergelijking van schuldfinanciering op de woningmarkt staat echter niet los van de institutionele context. Figuur 2 geeft de mobiliteit weer in de huur- en koopsector in een aantal Europese landen. Meteen valt op dat de mobiliteit in de huursector in alle landen groter is dan in de koopsector. Dit is logisch: bij de aanschaf van een woning zijn er hogere transactiekosten dan bij een huurwoning. Denk daarbij aan de kosten voor verwerving en financiering. Daarnaast valt op dat de mobiliteit op de Nederlandse huurmarkt aanzienlijk lager is dan in landen waar een lagere LTV wordt gehandhaafd zoals Duitsland, Denemarken of Engeland. Dit is onder andere te wijten aan de lange wachtlijsten in de Nederlandse sociale huursector (Beetsma, 2012) en de in internationaal opzicht zeer kleine particuliere huursector. Figuur 2: Mobiliteit in de koop- en huursector (a) De mate van mobiliteit is gebaseerd op een enquete van de ECHMP van 1990-2000. Een hoger mobiliteitspercentage duidt aan dat men sneller vanuit een huur- of koopwoning kan verhuizen naar een andere woning. Onderontwikkelde huursector Hans Stegeman Rabobank, Utrecht Hans Stegeman werkt sinds 2007 bij Economisch Onderzoek als econoom en sinds 2009 als hoofd van het team Nationaal Onderzoek. Daarbij is hij verantwoordelijk voor al het onderzoek van KEO naar de Nederlandse en regionale economie en huizenmarkt. Ook is hij een van de auteurs en projectleider van het onlangs verschenen boek "IN2030: Vier vergezichten". Hans studeerde Algemene Economie aan de Universiteit Maastricht en werkte hiervoor onder andere als onderzoeker bij het Centraal Planbureau. De particuliere huursector in Nederland is dus een onderontwikkeld alternatief. Dit komt doordat het voor zowel vragers als aanbieders niet aantrekkelijk was (en nog steeds is) om in dit segment actief te zijn. Voor vragers was ofwel de sociale huursector een goed alternatief (met lagere huur, goede kwaliteit van woningen, maar wel lange wachtlijsten), ofwel de koopsector (met door de hypotheekrenteaftrek vaak lagere maandlasten dan voor een private huurwoning). Voor aanbieders en investeerders was de private huursector vaak niet rendabel, omdat niet te concurreren viel met de sociale huursector en de koopwoningsector. In deze situatie komt nu langzaam verandering door het tegengaan van scheefwonen, hogere huurstijgingen in de sociale huursector en verminderde hypotheekrenteaftrek. De verhuurdersheffing daarentegen beperkt op dit moment echter wel een verdere uitbreiding van deze sector. Andere landen, andere keuzes Het woningaanbod is één onderdeel van de totale context. Ook de financieringskant speelt een belangrijke rol bij de hoogte van de LTV. In Nederland is consumptief lenen boven de maximale LTV voor de aankoop van een woning niet mogelijk. In de Gedragscode Hypothecair Financieren is namelijk nadrukkelijk gesteld dat bij de hoogte van de hypotheek rekening moet worden gehouden met consumptief krediet en andere lasten die horen bij de gezinssituatie. Nederland heeft met een maximale LTV van 105% bij aankoop op dit moment[1] dan ook relatief weinig betalingsproblemen. In andere landen zoals de VS (Dröes, 2011), Denemarken en Canada (SER, 2013) ligt de nadruk op een maximale LTV, waar in Nederland de woonquote de primaire norm is. Een maximale LTV van boven de 100% is in veel landen ondenkbaar (zie figuur 3). In de Verenigde Staten wordt een hypotheek met een LTV van boven de 80% gezien als buitengewoon risicovol (Dröes, 2011). Op die manier zou men kunnen stellen dat verschillende landen verschillende keuzes hebben gemaakt in een juiste verhouding tussen de woonquote en de LTV. Een te scherpe norm op beide ratio’s kan ervoor zorgen dat het kopen van een huis te moeilijk wordt. Tegelijkertijd kan een te lage norm te veel risico stimuleren en leiden tot meer betalingsachterstanden. Figuur 3: Gemiddelde LTV bij aankoop in internationaal perspectief Verwante beleidsdiscussie, invulling nog onduidelijk Naast de binnenlandse discussie over de verlaging van de maximale hypotheek is er ook een bredere discussie ontstaan met betrekking tot de maximale hoogte van de LTV en de woningmarkt. Onder Bazel III wordt mogelijk de regel ingevoerd dat gesecuritiseerde hypotheken een gemiddelde maximale LTV bij uitgave moeten hebben van 80% (BIS, 2013). Momenteel hebben de meeste Nederlandse hypotheekpakketten nog een hogere gemiddelde LTV dan 80%.[2] Verdere invulling is nog onduidelijk; het is onbekend of hypotheken met NHG (doorgaans met een hogere LTV) hiervan worden vrijgesteld. Voor gedekte obligaties geldt al wel een maximale LTV van 80% (EC, 2008). De binnenlandse discussie over de hoogte van de maximale LTV kan hierdoor dus in een ander daglicht komen te staan. Geleidelijke verlaging is de enige optie Een hoge LTV is dus enerzijds meer risicovol, maar anderzijds de uitkomst van de structuur van en instituties op de Nederlandse woningmarkt. Een verlaging van de LTV moet dan ook in samenhang met de rest van de woningmarkt worden bezien. Een lagere LTV voor nieuwe hypotheken zal ingrijpende gevolgen hebben voor de woningmarkt als deze snel wordt ingevoerd. Bij een LTV van 80% moet voor een gemiddelde woning (€ 214.778; CBS, 2013) plus kosten koper (gemiddeld 6%; Kosten Koper, 2013) ruim € 55.000 worden gespaard. Voor doorstromers met een restschuld is dit een forse aanslag op de verhuismobiliteit. Daarnaast moeten vooral starters extra sparen. Met een gemiddelde prijs voor een starterswoning van € 175.125[3] en de kosten koper vereist dit een vermogen van ruim € 45.000. Van de recent verhuisde starters had 78% echter geen vermogen in box 3 (figuur 4) en zal hiervoor dan ook jaren moeten sparen. Figuur 4: Te weinig vermogen bij recent verhuisde starters Deze starters zouden dus tussentijds moeten gaan huren om vermogen te sparen, of langer bij ouders of bijvoorbeeld in studentenhuizen moeten blijven wonen. Het alternatief van huren zou verreweg het beste zijn: in het begin van de carrière is zowel de werk- als de privésituatie immers nog aan grote veranderingen onderhevig. Het is dan voor velen efficiënter om flexibeler te wonen. Dit loopt echter vast op een belangrijk knelpunt van onze woningmarkt: een statische[4] sociale huurmarkt en een zeer krappe particuliere huurmarkt. Een lagere LTV komt er wel De prijsdalingen sinds 2008 hebben aangetoond dat ook de Nederlandse woningmarkt, en daarmee samenhangend het financieringsmodel, niet onfeilbaar is. Ondanks de lage betalingsachterstanden door de primaire focus op de woonquote heeft een hoge LTV geleid tot een restschuld en een lagere verhuismobiliteit. Het is verstandig hieruit lessen te trekken. Dit heeft het kabinet al gedaan door de LTV af te bouwen naar 100% in 2018. Tegelijkertijd moet een verdere afbouw van de LTV naar bijvoorbeeld 80% - zoals voorgesteld door de commissie Wijffels - niet overhaast worden doorgevoerd en zeker niet dwingend worden opgelegd. Dat gebeurt ook niet in andere landen. Banken verstrekken al een goedkopere hypotheek als er eigen spaargeld wordt meegenomen. Dit komt onder andere door toezichtskader Bazel III. De markt begint dus al te werken aan de financieringskant. Een te snelle verlaging van de LTV legt direct het andere structurele probleem bloot op de woningmarkt: de statische sociale huurmarkt en een krappe particuliere huurmarkt. Gezien het voorraadkarakter van de woningmarkt zal het jaren duren voordat dit alternatief goed is ontwikkeld. Daarnaast zal een snelle afbouw van de LTV starters dwingen om scheef te gaan wonen, bij hun ouders te blijven of consumptie uit te stellen. Bovendien zullen doorstromers gezien hun restschuld nóg meer vast komen te zitten. Tevens is het de vraag of huishoudens ook zelf geen lessen zullen trekken uit de economische crisis. In een hypotheek kun je namelijk niet wonen. Het gaat om een huis dat voldoet aan de woonwensen van huishoudens. In Nederland wil men graag alles reguleren, maar een financiële prikkel om te gaan sparen is waarschijnlijk meer dan genoeg om fouten uit het verleden op de woningmarkt te voorkomen. Voetnoten Voor 2012 was dit 104% plus 6% overdrachtsbelasting. Nu is deze belasting permanent verlaagd naar 2%. Daarnaast wordt deze 104% met een procentpunt per jaar verlaagd, waarvan er al één is gerealiseerd. Deze hypotheekpakketten kunnen worden gemengd met (bestaande) hypotheken met een lagere LTV dan 80%. Hierdoor kan de gemiddelde LTV van het hypotheekpakket naar beneden worden gebracht. Eigen berekening op basis van WoON2012. Lees voor een uitgebreide onderbouwing: Piljic en Stegeman (2013). Referenties zie onderaan bronartikel op Me Judice Terug naar Inhoud Online info over provisieverbod Bron: Redactie Het provisieverbod voor complexe en impactvolle financiële producten is een jaar oud. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) grijpt dit moment aan om antwoorden op veelgestelde vragen uit de markt te bundelen en te delen. Ook publiceert de AFM een aantal uitgangspunten die zij zelf gebruikt bij het beoordelen van nieuwe verdienmodellen of bedieningsconcepten. Geen verborgen kosten meer De beloning van adviseurs en van directe aanbieders mag door het provisieverbod niet meer in de prijs van het product zitten. Ook mogen adviseurs voor deze producten geen vergoeding (provisie) meer ontvangen van de aanbieder. Dit betekent dat de adviseur niet langer afhankelijk is van de productaanbieder voor zijn beloning. Hierdoor kunnen adviseurs en directe aanbieders het belang van de klant nog beter centraal stellen. Het is nog te vroeg om de balans op te maken, maar de AFM ziet dat het provisieverbod de gewenste cultuurverandering aanwakkert. Onafhankelijke adviseurs en directe aanbieders hebben een grote inspanning geleverd om veranderingen in de bedrijfsvoering door te voeren en om de veranderende relatie met de klant vorm te geven. De AFM vindt het bijvoorbeeld positief dat partijen nieuwe (online) bedieningsconcepten ontwikkelen, waaronder concepten waarbij de klant de keuze heeft een aantal zaken zelf te doen. Geen belemmering om klanten te helpen  Steeds meer mensen krijgen het financieel zwaarder door de huidige slechte economische omstandigheden. Dit kan leiden tot betalingsproblemen bij b.v. een hypotheek. Bij deze klanten is het belangrijk om rond de tafel te gaan zitten om meer inzicht te krijgen in hun financiële positie en te kijken of er mogelijkheden zijn om iets aan de hypotheek, de inkomens- of bestedingenkant te veranderen zodat er weer lucht ontstaat. Aanbieders of intermediairs kunnen hierover gewoon het gesprek aangaan met klanten zonder een rekening te sturen. Deze werkzaamheden vinden in beginsel plaats in het kader van beheer. In het algemeen geldt voor aanbieders dat werkzaamheden in het kader van beheer niet onder het provisieverbod vallen. Als het toch nodig is om een nieuwe overeenkomst te sluiten dan stelt de AFM zich op het standpunt dat de werkzaamheden die hiervoor nodig zijn ook niet in rekening hoeven te worden gebracht. Het is evident niet in het belang van de klant, en ook niet reëel om in dit soort probleemsituaties een rekening te sturen. Duidelijkheid De regelgeving over het provisieverbod bestaat deels uit open normen. Financiële dienstverleners vinden het soms lastig om invulling te geven aan open normen, omdat ze onzeker zijn over wat nu precies wel en niet kan. De AFM deelt daarom een aantal uitgangspunten die zij zelf gebruikt bij het beantwoorden van vragen over open normen: Adviseurs zijn vrij om zich volledig op het belang van de klant te richten. De klant betaalt rechtstreeks voor advies en het afsluiten van een financieel product. De klant kan een bewuste keuze maken voor een financiële dienstverlener. Er is een eerlijke overgang naar provisieloos werken. Het doel van deze uitgangspunten is het bijdragen aan een consistente invulling van het provisieverbod door alle marktpartijen. Q&A Ook heeft de AFM de belangrijkste vragen over belangrijke deelonderwerpen van het provisieverbod en de antwoorden daarop gebundeld. Informatie over het provisieverbod en beloning voor financiële dienstverlening Veelgestelde vragen over het provisieverbod Publicaties over het provisieverbod Terug naar Inhoud Achtergestelde schuld in trek bij Nederlandse grootbanken Bron: DNB Nederlandse grootbanken hebben sinds halverwege vorig jaar bijna € 13 miljard aan achtergestelde schuld geplaatst. Banken spelen hiermee in op verbeterde marktomstandigheden en veranderende Europese regels De afgelopen jaren nam de uitgifte van achtergestelde schuld door de Nederlandse grootbanken sterk toe (Grafiek 1). Vooral sinds medio 2012 is er veel achtergestelde schuld geplaatst. Rabobank haalde € 6,0 miljard op, ING € 4,1 miljard en ABN AMRO € 2,8 miljard. Met dergelijke uitgiftes kunnen de banken hun verliesabsorberend vermogen vergroten. Achtergestelde schuldhouders vangen bij faillissement namelijk verliezen op vóór reguliere schuldhouders, maar na aandeelhouders. Grafiek 1. Uitgifte achtergestelde schuld door Nederlandse grootbanken In miljoenen euro's. Betreft alleen publieke transacties.   Het grote volume aan uitgiftes valt samen met een periode van verbeterde marktomstandigheden voor Europese bankschuld. Sinds de introductie van onconventionele maatregelen van de ECB namen de risicopremies op Europese bankobligaties sterk af. Ook in Nederland daalden de risicopremies op achtergestelde obligaties (Grafiek 2). Grafiek 2. Risicopremies achtergestelde schuld Nederlandse grootbanken  Bloomberg I-spread, basispunten boven de renteswap. Europese bankregulering stimuleert uitgifte achtergestelde schuld De verbeterde marktomstandigheden komen goed uit met het oog op nieuwe Europese bankregels. Deze vergroten de behoefte aan achtergestelde schuld. Ten eerste doordat vanaf 2019 nieuwe kapitaalregels gelden die strengere eisen stellen aan de kwaliteit van achtergestelde schuld. Omdat de schuld die nu uitstaat vaak niet aan deze nieuwe eisen voldoet, moeten banken nieuwe instrumenten uitgeven of huidige instrumenten omzetten.   Ten tweede geeft ook de onlangs overeengekomen richtlijn herstel en afwikkeling van banken (BRRD) een prikkel om achtergestelde schuld uit te geven. Een belangrijk doel van de BRRD is om te voorkomen dat de overheid altijd garant moet staan voor systeembanken. Verliezen van banken die failliet gaan, komen in het vervolg eerst voor rekening van beleggers, mede door de introductie van het zogenaamde bail-in instrument in 2016. Via dit instrument betalen aandeelhouders en obligatiehouders mee bij faillissement. Hierdoor worden risico’s op voorhand beter geprijsd en de inzet van belastinggeld beperkt.   Bail-in kan de behoefte aan achtergestelde titels vergroten. Tot dusver bleven beleggers in reguliere bankobligaties buiten schot bij het falen van een bank, maar door de introductie van bail-in delen zij voortaan mee in de verliezen. Hierdoor stijgt de risicoperceptie onder dit type beleggers. Door meer achtergestelde schuld aan te houden, kunnen systeembanken de relatief grote groep reguliere schuldhouders, de zogenoemde senior ongedekte schuldhouders, beschermen. Meerdere Nederlandse grootbanken geven aan hiermee bezig te zijn. Meer verliesabsorberend vermogen, lagere risicopremie op senior ongedekte schuld Dat senior ongedekte schuldhouders belang hechten aan een dikke laag verliesabsorberend vermogen (inclusief aandelenkapitaal en achtergestelde schuld) blijkt ook uit de cijfers. Zij vragen namelijk een lagere risicopremie op obligaties van Europese banken met meer verliesabsorberend vermogen (Grafiek 3). Grafiek 3. Correlatie tussen verliesabsorberend vermogen en risicopremie op senior ongedekte schuld. Sample bestaat uit 49 grote Europese banken. NB: Dit verband blijft negatief en significant wanneer in een regressieanalyse wordt gecorrigeerd voor omvang en land van herkomst (significantieniveau van 99%, adjusted R2 van 0,56). Bron: Bloomberg, jaarverslagen banken Terug naar Inhoud Nederlandse economie groeit licht in het derde kwartaal Bron: CBS De Nederlandse economie is in het derde kwartaal van 2013 met 0,2 procent gegroeid ten opzichte van een kwartaal eerder. Bij de eerste raming, gepubliceerd op 14 november, kwam de groei uit op 0,1 procent. Bij de berekening van de kwartaal-op-kwartaalontwikkelingen is gecorrigeerd voor werkdag- en seizoeneffecten. Ten opzichte van een jaar eerder kromp de economie in het derde kwartaal met 0,4 procent. Volgens de eerste raming was dat 0,6 procent. De uitvoer van goederen en diensten en de consumptie door de overheid zijn opwaarts bijgesteld. De invoer van diensten, de consumptie door huishoudens en de investeringen zijn neerwaarts bijgesteld. Het derde kwartaal van dit jaar kende één werkdag meer dan het derde kwartaal van vorig jaar. In het derde kwartaal van 2013 waren er 160 duizend banen van werknemers minder dan in hetzelfde kwartaal van 2012. Dit is een daling van 2,0 procent. Bij de eerste raming was de krimp van het aantal banen eveneens 2,0 procent. Na correctie voor seizoeninvloeden is het aantal banen 47 duizend lager dan in het tweede kwartaal van 2013. Dit komt overeen met een daling van 0,6 procent. Bij de eerste raming was het banenverlies 46 duizend. In het derde kwartaal van 2013 waren de lonen per arbeidsjaar 1,9 procent hoger dan in hetzelfde kwartaal een jaar eerder. Bruto binnenlands product Uitvoer groeit licht Het bruto binnenlands product (bbp) is opgebouwd uit vier bestedingscategorieën: investeringen, handelssaldo, consumptie door huishoudens en consumptie door de overheid. In het derde kwartaal van 2013 daalde de consumptie door huishoudens met 2,7 procent en de daalden de investeringen met 3,7 procent ten opzichte van een jaar eerder. De consumptie door de overheid kromp met 0,9 procent. De uitvoer van goederen en diensten groeide met 2,3 procent en de invoer kromp met 0,2 procent. Bestedingen Het bbp kan ook worden bepaald vanuit de productie van goederen en diensten. Vooral de delfstoffenwinning en de niet-commerciële dienstverlening  droegen in het derde kwartaal positief bij aan de bbp-ontwikkeling. Bijdragen bedrijfstakken aan de bbp-ontwikkeling, 2013-III Terug naar Inhoud Abenomics, instauratie, balansburger, bibbergeld, Dijsselbloemdoctrine, sequester..... Bron: DBF Ook dit jaar heeft weer een aantal nieuwe begrippen rondom economie en financiële markten opgeleverd. We hebben er een aantal nieuwe begrippen die in het nieuws waren in 2013 voor u op een rijtje gezet. | aanrechtsubsidie | Abenomics | allnighter | balansburger | beursafgang | beursgangbonus | | bibbergeld | Bitcoinautomaat | Blauwe Vrijdag | Blok-hypotheek | bonusbonanza | | cash mob | consularis | crexit | |Dijsselbloemdoctrine | draaideurindex | Draghi put | | duohypotheek | econocide | Economic Semester Officer | EUSSR | flash dump | flexicurity | |Frankrupt | G-woord | getrouwheidsrekening | Great Rotation | instauratie | kraamkamergedachte | kroningseuro | kroningsmunt | kroningstientje | | kruimelcontracten | kuddebeleggen |  | kwartaalkapitalisme | Kwik, Kwek en Kwak | loonzeepbel | magic | roundabout | oceaaninkomen | | offshore leaks | omgekeerde bad bank | ondergedompelde economie | | pensioenkrater | pinroof | prosociale bonus | renterovers |  |rommelrally | sequester | spaarpot op zee | tapering | |The Great Homecoming | verdrukte midden | volkslening | wafelhuisindex | wantrapreneur | |weggeefbonus | zorgnomade De betekenis van bovenstaande woorden kunt u terug vinden in de meest uitgebreide en diepgravende financieel-economische lexicon in het Nederlandse taalgebied De Financiele begrippenlijst. zo staat er voor bibbergeld het volgende: bibbergeld Vlaams: gevarentoeslag, risicopremie. Voorbeeld ‘CME, de grootste Amerikaanse derivatenbeurs, verhoogt de buffer die beleggers moeten betalen om hun posities in Amerikaanse renteswaps af te wikkelen met 12 procent. CME zet zich als clearingpartij tussen koper en verkoper van renteswaps en garandeert beide partijen de stipte uitvoering. De cashdeposito’s - een fractie van de hoofdsom - die de beurs bij elke transactie eist, is een soort bibbergeld dat beleggers betalen als verzekering voor het geval dat de onderliggende schuldenaar van de contracten - in dit geval dus de Amerikaanse overheid - in gebreke blijft.’ Bron: Tijd.be - 16-10-2013.        Zie ook: risicopremie, buffer, onderpand, margin. en voor sequester: sequester Sequester betekent letterlijk onder meer: gerechtelijk beslag. Term die gebruikt wordt voor de automatische uitgavenstop en verplichte bezuinigingen op het federale overheidsbudget in de Verenigde Staten, mochten democraten en republikeinen niet tot overeenstemming komen over het overheidsbudget (begrotingscompromis). Voorbeeld 'Obama zal sequester-deadline missen - In Washington nadert de zoveelste politieke deadline. Als het congres en het Witte Huis voor vrijdag geen akkoord bereiken over een verlaging van de staatsschuld. Dan komen er drastische bezuinigingen aan, die alles en iedereen raken, dus ook de marine. Correspondent Wessel de Jong bekijkt er de mogelijke gevolgen van de sequester' Bron: NOS Nieuws - 27-02-2013.      Zie ook: debt ceiling, begrotingsravijn, fiscal cliff. Ook: sequesterbesparingen De Financiele begrippenlijst is een financieel woordenboek met meer dan 12.500 begrippen op het gebied van economie, geld, financiële markten, beurs en beleggen, onderling verbonden door meer dan 125.000 verwijzingen. De Financiële Begrippenlijst is geen ‘wiki’; een deskundige redactie houdt de inhoud voortdurend actueel, hierbij actief geholpen door de bezoekers van de website. Nieuwe lemma’s worden bijna dagelijks toegevoegd, aan de inhoud wordt voortdurend geschaafd. Onafhankelijk, niet geliëerd aan enige financiële instelling. Na registratie heeft u verder een kosteloze toegang. Terug naar Inhoud   IG: Computerbeleggersgroep-ZH Sinds de oprichting in 2002 houden wij ons bezig met “Beleggen met behulp van de computer”. Het accent ligt daarbij op het vergroten van de kennis van het ontwikkelen en exploiteren van handelssystemen. Deze zijn vooral gebaseerd op methoden uit de kwantitatieve en statistische analyse. Uiteraard wordt daarbij ook aandacht besteed aan ondersteunende software. Regelmatig besteden we echter ook aandacht aan andere vormen van beleggen zoals Fundamentele analyse. Daarbij gaan we altijd uit van het beschrijven en bespreken van een gestructureerde aanpak die gebaseerd is op objectieve grondslagen.  Wij komen 9 keer per jaar bijeen. Afwisselend in Berkel & Rodenrijs en Delft. Klik hier voor meer info    Contactadres: jhbvdmeulen@kpnmail.nl Meedoen kan Bron: Redactie HCC Beleggen De HCC Beleggen organiseert een aantal activiteiten. De bekendste activiteiten die wij organiseren zijn de beleggersymposia die we tweemaal per jaar houden in De Bilt. Met name voor de organisatie van deze symposia zijn wij voortdurend op zoek naar mensen die een bijdrage willen leveren aan de totstandkoming van onze symposia. Het is niet alleen leuk om dergelijke evenementen te organiseren, maar het is ook een ideale gelegenheid om je netwerk uit te breiden met interessante contacten. Maar ook andere dingen doen zoals het geven van een aardige lezing, met anderen handelsstrategieën uitwerken, software onder de knie krijgen of gewoon een groep vormen waarmee je samen de markt analyseert/bespreekt, behoort tot de mogelijkheden. Ook deelname aan redactie van de website, de nieuwsbrieven, het beheren van het forum of website of delen daarvan behoort tot de mogelijkheden. Ook zonder deel uit te maken van de organisatie kunt u vanzelfsprekend ook meedoen aan een van de Regio- of Belangstellingsgroepen. Ben je enthousiast en denk je dat een vrijwilligersfunctie jou op het lijf geschreven is, neem dan contact op met Michel Hupkens Klik Hier  Terug naar Inhoud Agenda Bron: HCC Beleggen redactie De HCC Beleggen Kalender op onze website en  deze Agenda zijn inmiddels een begrip onder beleggers in Nederland en België geworden. Voor veel andere sites zijn wij de de facto bron van informatie. Toch zijn nog niet alle events in onze Agenda opgenomen. Daarom willen we ook aanbieders van seminars, cursussen en beleggersbijeenkomsten in de gelegenheid stellen, zelf hun events aan te kondigen, zowel op ons forum als in onze nieuwsbrieven. Plaatsing van (vrij toegangkelijke) educatieve bijeenkomsten zijn kostenloos. (Bijeenkomsten met een educatief karakter welke niet gratis toegankelijk zijn danwel bijeenkomsten met een niet uitsluitend educatief karakter kunnen onder voorwaarden ook in onze agenda opgenomen worden. Wilt u meer weten neemt u dan even contact  op met de redactie) Terug naar Inhoud | HCC beleggen Website | HCC beleggen Vacatures | Adverteren | Forum | Downloads  Disclaimer: Deze publicatie komt tot stand op de redactie van beleggersonline.nl de website van de HCC IG Beleggen. Noch de mate waarin de berichten, voorgestelde scenario’s, risico’s en voorspellingen de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De voorspellingen zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies. De schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur van de HCC IG Beleggen en/of de Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet aansprakelijk voor eventuele verliezen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren, behaalde resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de toekomst.

5 januari 2014

Actueel

'Meld je aan voor de nieuwsbrief' van HCC!beleggen

'Abonneer je nu op de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze activiteiten!'

Aanmelden