|
|
Maart
2014
|
|
|
|
Inschrijving is geopend |
Wat |
62
ste HCC Beleggen Symposium
Uit onderzoek blijkt dat de samenstelling van uw
beleggingsportefeuille een zeer groot effect op het uiteindelijke
rendement en risico heeft.
Zo laat Mebane Faber bijvoorbeeld in het boekje "The Ivy portfolio" zien hoe je op een
relatief simpele manier, met een portefeuille met een beperkt aantal
ETFs, de beleggingsresultaten van professionele partijen kunt benaderen.
De vraag hoe u uw portefeuille moet samen stellen is uiterst relevant.
Hierbij spelen vragen als: welke sectoren en fondsen,individuele
fondsen of beleggingsfondsen/ETFs, aandelen, obligaties of anders
zins, uitbesteden of zelfdoen, keuze op basis van fundamentele analyse
of technische analyse, hoe is het risicomanagement geregeld, etc.
Kortom er zijn vele keuzes te maken.
Tijdens het 62ste symposium "overweeg uw portefeuille" zullen diverse
sprekers antwoord geven op deze en andere vragen op het gebied van
portefeuille beheer. Elke spreker zal vanuit zijn eigen
invalshoek en ervaring het onderwerp benaderen.
|
Waneer |
5 april 2014 |
aanvang 10.00 uur |
Waar |
Cultureel & Vergader Centrum H.F.
Witte |
|
|
Henri
Dunantplein 4 |
|
|
3731 CL De Bilt |
|
Aktiviteit |
- hele dag diverse lezingen in twee zalen door
boeiende sprekers,
- kennismaken met en hernieuwen van kontakt
met medebeleggers,
- kennismaken met regiogroepen,
- nieuwe ontwikkelingen, boeken en
programmatuur en kennis maken met financiele diensten, producten en
innovaties bij flink een aantal leveranciers
|
Locatie-info: |
Gezellig lunch-restaurant aanwezig.
Parkeren gratis. In midden van Nederland met goede aansluiting op
snelwegen. Goed bereikbaar per openbaar vervoer |
|
Terug naar Inhoud
|
|
|
Beheerd vermogen
neemt toe |
Bron: DNB |
Beheerd
vermogen van Nederlandse beleggingsfondsen op recordhoogte
Het aantal Nederlandse beleggingsfondsen is in het vierde kwartaal van
2013 met 37 toegenomen tot 1624 (een recordniveau). De beleggingen
(‘assets under management’) van de Nederlandse beleggingsinstellingen
stegen met 3,0% kwartaal-op-kwartaal (EUR 18,8 miljard) tot EUR 644,1
miljard in het vierde kwartaal van 2013.
Deze toename werd vooral veroorzaakt door inleg in nieuwe
beleggingsfondsen en koerswinsten op de aandelenbeleggingen. Het
beheerd vermogen bevindt zich ultimo 2013 op het hoogste niveau sinds
de start van de beleggingsinstellingenstatistiek in het vierde kwartaal
van 2008 (zie figuur 1).
Figuur 1:
Beleggingen van Nederlandse beleggingsfondsen
* = de overige
beleggingen betreffen onder andere vastgoed, leningen, deposito’s en
derivaten.
De netto-inleg in Nederlandse beleggingsfondsen bedroeg EUR 6,2 miljard
in het vierde kwartaal van 2013, waarvan EUR 6,8 miljard door inleg bij
nieuwe beleggingsfondsen. Obligatiefondsen waren het populairst onder
beleggers met een netto-inleg van EUR 4,2 miljard. Ook in de overige
fondsen (EUR 3,0 miljard), vastgoedfondsen (EUR 0,8 miljard), gemengde
fondsen (EUR 0,8 miljard) en hedgefondsen (EUR 0,3 miljard) werd geld
ingelegd. Aan de aandelenfondsen werd echter voor EUR 2,9 miljard
onttrokken door beleggers.
De beleggingsinstellingen behaalden een totaalrendement van 1,8% k-o-k
op hun beleggingen in het vierde kwartaal van 2013. Op beleggingen in
aandelen (EUR 252,3 miljard) werd een koerswinst (omgerekend in euro’s)
behaald van 3,1% k-o-k. De MSCI World Index gemeten in euro’s – een
veel gebruikte benchmark – steeg met 5,7%. De koersen van aandelen van
de opkomende markten (MSCI Emerging Markets Index gemeten in euro’s)
daalden echter in het laatste kwartaal van 2013 met 0,2% k-o-k. De
Nederlandse aandelenfondsen die in opkomende markten beleggen behaalden
daardoor een negatief totaalrendement (-0,2% k-o-k). Op de beleggingen
in obligaties (EUR 205,5 miljard) werd een koersverlies geleden van
0,3% k-o-k (omgerekend in euro’s). Dit werd veroorzaakt door een
koersverlies op staatsobligaties (-0,7% k-o-k), terwijl er op de
beleggingen in bedrijfsobligaties een koerswinst werd behaald van 0,3%
k-o-k.
Geringe stijging
beheerd vermogen Nederlandse geldmarktfondsen in 2013
Het beheerd vermogen van Nederlandse geldmarktfondsen is gestegen naar
EUR 2,1 miljard in 2013 van EUR 2,0 miljard in 2012 (zie figuur 2).
Deze geringe stijging werd volledig veroorzaakt doordat een
verzekeringsfonds is opengesteld voor externe beleggers.
Zonder deze openstelling zou het beheerd vermogen met EUR 0,2 miljard
zijn gedaald. De Nederlandse geldmarkfondsen hebben EUR 1,1 miljard in
het buitenland belegd. Het aantal Nederlandse geldmarktfondsen nam met
1 toe tot 17 in 2013 (noot 1).
Figuur 2:
Nederlandse geldmarktfondsen
* het balanstotaal
is exclusief feeder-fondsen (om dubbeltellingen te voorkomen)
Vergeleken met andere landen zijn de Nederlandse geldmarktfondsen
beperkt van omvang. Volgens statistieken van EFAMA – de Europese
belangenverenging van vermogensbeheerders en beleggingsinstellingen –
hebben geldmarktfondsen wereldwijd EUR 3475 miljard onder beheer in het
derde kwartaal van 2013. In de VS zijn de geldmarktfondsen het grootst
van omvang met een beheerd vermogen van EUR 1985 miljard, terwijl
Europese geldmarktfondsen EUR 935 miljard onder beheer hebben in het
derde kwartaal van 2013.
Noot 1: Het
betreft cijfers van in Nederland gevestigde geldmarktfondsen.
Buitenlandse geldmarktfondsen die in Nederland worden aangeboden zijn
niet opgenomen in deze cijfers. Nederlandse geldmarktfondsen hebben
vanwege hun beperkte omvang geen rapportageverplichting inzake de
monetaire en financiële statistiek aan DNB. De cijfers in dit
Statistisch Nieuwsbericht zijn verzameld door middel van een jaarlijkse
enquête onder beheerders van beleggingsinstellingen. |
|
|
|
advertentie
|
|
|
RG
Flevoland-Overijssel is een van de HCC Beleggen Regio Groepen. Dit zijn regio
georienteerde groepen van beleggers die geregeld bijeenkomen om in
ontspannen sfeer met elkaar ervaringen, kennis en beleggings ideeën te
delen |
Onderwerpen als ervaring met broker software, handelssystemen,
indicatoren, werking van opties/turbo's enz. kunnen aan bod komen.
Benieuwd geworden naar deze groep beleggers, meld je dan per email aan bestuur@beleggersonline.nl
.
|
|
|
|
Het sprookje
van de efficiënte markt hypothese en de zeven onregelmatigheden..
|
Bron: Dr. Ben J.L. van den Anker
|
|
Het idee dat alle informatie accuraat in de aandelenmarkt verwerkt is
wordt in de afgelopen decennia langzaam losgelaten.
Er zijn soms bijzondere omstandigheden , ook wel ‘anomalies’ of
onregelmatigheden genoemd, die aanjager voor het behalen van
additioneel rendement kunnen zijn.
Nadat bekend werd dat er abnormale rendementen behaald konden worden
speelden beleggers hierop overigens handig in.
Veel van deze ‘stock anomalies’ zijn dus, ofwel verdwenen na verloop
van tijd, of van mindere betekenis geworden. |
In deze inleiding bespreek ik beknopt een zevental onregelmatigheden
die redelijk persistent blijken te zijn en wellicht van waarde voor
beleggers kunnen zijn.
De bekendste voorbeelden van deze onregelmatigheden zijn gerelateerd
aan de kalender.
- Het januari effect toont bijvoorbeeld hogere
volumes en prijzen in de eerste maand van het jaar. De verklaring
hiervoor is dat in verband met belasting aangifte het in de U.S. kan
renderen om slecht renderende aandelen aan het einde van het jaar van
de hand te doen om in januari teruggekocht te worden. Na verloop
van tijd zijn de effecten ook hier minder waarneembaar.
- Het maandag effect laat lagere omzetten en
rendementen zien op de eerste dag van de week. In de periode
1928-1978 behaalde de maandag in bijvoorbeeld de Amerikaanse stock
market (op één uitzondering na) de slechtste rendementen van de week. 1
- De laatste dag (of dagen) van de maand en de
eerste paar dagen van de daaropvolgende maand hebben in het
verleden echter bovengemiddelde rendementen vertoond. Een wellicht
logische verklaring hiervoor is dat de salarisbetaling aan het einde
van de maand tot sterker koopgedrag en dus hogere volumes kan
leiden dan tijdens de periode midden in de maand.
-
Ben van den Anker (1976) is
schrijver / columnist en lid centrale
directie aan het Candea College |
Hij
heeft zijn PhD in Business & Management tijdens een negen jarig
verblijf in Zuidoost Azië aan de International Graduate School of
Business (University of South Australia) behaald. Hij is auteur van het
boek The perceived role of Host Country Nationals in Expatriate
Adjustment (2010, Ben van den Anker). Zijn onderzoek richt zich met
name op de rol van cross-culturele interactie in het functioneren van
expatriates. Daarnaast is hij voor de International Business Review
revisor voor wetenschappelijke artikelen op het snijvlak business en
management. |
Ook de dag voor een vakantie lijkt hogere rendementen op te kunnen
leveren, daar handelaren in een vakantie wellicht minder in de
gelegenheid zijn te handelen. Deze observatie van hogere
rendementen en volumes voor een vakantie blijkt wereldwijd relevant te
zijn.
- Een van de meest waardevolle observaties is dat
small cap bedrijven consistent beter presteren dan de large cap
bedrijven. Dit is eenvoudig te verklaren door het gegeven dat een
bedrijf als Microsoft bijvoorbeeld 7 miljard extra moet omzetten voor
een omzetstijging van 10% terwijl een small cap firma een 7 miljoen
behoeft voor dezelfde omzetstijging. De bedragen zijn willekeurig
gekozen, maar het principe moge duidelijk zijn.
- Dan zijn er nog aandelen die minder in de
belangstelling liggen. Deze aandelen krijgen niet de aandacht van
analisten die ze wellicht verdienen en pas op het moment als
rendementen opvallen, krijgt een breder publiek aandacht voor deze
aandelen. Aandacht voor de kleinere bedrijven kan dus wellicht lonen!
- Daarnaast heeft ook de AEX in januari reeds
laten zien dat de winnaars van het afgelopen jaar de verliezers van het
nieuwe jaar kunnen worden. Ik moet hierbij altijd denken aan het
gezegde ‘what goes up must come down!’.
Naast deze 7 onregelmatigheden zijn er in de
aandelenmarkt-literatuur nog vele voorbeelden te vinden van andere
onregelmatigheden. De opkomst van de gedragseconomie draagt bij
aan het veranderende perspectief van de rationele markt. Mensen zijn en
blijven wezens die zich soms door andere drijfveren laten leiden dan de
koele en zakelijke fundamentals die onder de waardering van aandelen
liggen. Prijzen en volatiliteit kunnen tot stand komen door andere
factoren dan die factoren, die traditioneel de waardering van aandelen
bepalen. Het ‘gedrag’ van aandelen blijkt dus ook in 2014 inconsistent
met de overbekende waarderingssystemen. Het loont dus om ook de
menselijke factor mee te nemen in handelsbeslissingen opdat de lezer
nog lang en gelukkig moge beleggen! |
Terug naar Inhoud
|
|
Doe
het zelf beleggers in de regio Helmond
Wij zijn een klein studie-beleggerclubje dat zich richt op het
uitwisselen van kennis en ervaringen om zelf actief en succesvoller te
kunnen beleggen.
Wat we doen?:
- We bespreken elkaars aanpak en
strategieën, wisselen criteria uit die iedereen maakt bij de keuzes van
aandelen, opties en andere derivaten.
- Ook gaan we dieper in op specifieke
(optie-) constructies die succesvol kunnen zijn.
- We nemen ook deel aan seminars of andere
studiebijeenkomsten en wisselen alle relevante informatie over zelf
beleggen uit.
- We komen elke 3e maandag van de maand bij
elkaar en tussentijds wisselen we zaken uit via de mail.
We zoeken uitbreiding van ons groepje met enkele actieve beleggers die
kennis en ervaringen willen delen om beter voorbereid te kunnen
beleggen.
Neem bij interesse contact op via de mail met het
bestuur van de HCC Beleggen. Vermeld in de mail dat het om de groep
Helmond gaat.
|
|
|
|
|
Kwaliteit
beleggingsondernemingen onvoldoende. |
Bron: AFM |
Uit onderzoek at de AFM in 2013 heeft uitgevoerd naar de kwaliteit van
beleggingsdienstverlening blijkt dat de kwaliteit van
beleggingsdienstverlening van slechts enkele banken en
beleggingsondernemingen voldoende tot goed is. Bij het merendeel van de
beleggingsondernemingen en banken dient de kwaliteit verbeterd te
worden. |
|
Het onderzoek richtte zich op banken en beleggingsondernemingen die
vermogensbeheer of beleggingsadvies aanbieden aan vermogende beleggers.
De AFM heeft van dertien ondernemingen in 142 dossiers de
cliëntinventarisatie, de passendheid van de beleggingsportefeuille en
het beleggingsbeleid beoordeeld.
Banken en beleggingsondernemingen hebben toegezegd dat zij de kwaliteit
van beleggingsdienstverlening zullen verbeteren. Een aantal partijen
heeft al verbetermaatregelen geïmplementeerd. De kwaliteit van de
beleggingsdienstverlening is vanaf dit jaar nog belangrijker geworden,
nu klanten rechtstreeks gaan betalen voor advies na invoering van het
provisieverbod voor beleggingsondernemingen.
Resultaten onderzoek
Uit het onderzoek blijkt dat de kwaliteit van de
beleggingsdienstverlening bij enkele ondernemingen voldoende tot goed
is. Tegelijkertijd blijkt dat het merendeel van de ondernemingen de
kwaliteit van de dienstverlening dient te verbeteren.
Beleggingskaders ontbreken in veel gevallen
Met een gedegen beleggingsbeleid kan worden voorkomen dat risicovoller
wordt belegd dan met de cliënt is afgesproken en het vergroot de
transparantie over verwachte risico’s en rendementen.
Een goed beleggingsbeleid stelt ondernemingen beter in staat om
passende instrumenten te selecteren en instrumenten met weinig of geen
toegevoegde waarde te vermijden. De meerderheid van de onderzochte
ondernemingen blijkt voor de selectie van financiële instrumenten geen
risico-, rendement en/of kostenparameters te hebben vastgelegd en/of
deze gegevens niet te meten.
Als de parameters bij de selectie van
financiële instrumenten niet worden gemeten, kan een onderneming geen
gestructureerde afweging maken. Daarnaast controleert het merendeel van
de ondernemingen beleggingsportefeuilles enkel op basis van rendement.
Dit kan er in resulteren dat een portefeuille niet past bij de cliënt.
Uit het onderzoek blijkt ook dat enkele ondernemingen wel voldoende
aandacht besteden aan parameters voor de selectie van financiële
instrumenten, en het controleren van de beleggingsportefeuille.
Cliëntinventarisatie
en -actualisatie verdienen meer aandacht
Bij de inventarisatie is van belang dat de onderneming inzicht heeft in
de actuele kenmerken en wensen van de cliënt. Alleen door voldoende
inzicht in deze cliëntgegevens, kan de onderneming ervoor zorgen dat
het beleggingsadvies of vermogensbeheer passend is. Uit het onderzoek
blijkt dat de financiële positie in circa de helft van de onderzochte
dossiers voldoende concreet en diepgaand is uitgevraagd. De
doelstelling, de risicobereidheid en de kennis en ervaring wordt in
minder dan de helft van de onderzochte dossiers voldoende concreet en
diepgaand uitgevraagd. In een aantal dossiers is de informatie niet
meer voldoende actueel. Daardoor is er een risico dat de onderneming
zich niet baseert op de juiste cliëntgegevens. Een paar partijen hebben
de inventarisatie wel voldoende concreet en diepgaand uitgevoerd. In
deze gevallen waren de cliëntgegevens ook actueel.
Passendheid
beter vaststellen en waarborgen
Kern van de beleggingsdienstverlening is het adviseren van de cliënt
over zijn beleggingsportefeuille of het beheren daarvan, gegeven de
kenmerken en wensen van die cliënt. Een aantal ondernemingen kan
verbeteringen doorvoeren door te controleren of de
beleggingsportefeuille past bij de cliënt. In circa één derde van de
onderzochte dossiers passen de cliëntgegevens en de
beleggingsportefeuille bij elkaar. Verder is in circa één derde van de
onderzochte dossiers niet duidelijk of er voldoende rekening wordt
gehouden met de kenmerken en wensen van de cliënt, omdat essentiële
informatie over de cliënt ontbreekt. Ten slotte blijkt dat in circa één
derde van de onderzochte dossiers sprake is van niet passend beheer of
advies. Daarmee zal het verwachte risico of rendement in de
portefeuille anders zijn dan wat met de cliënt is afgesproken.
Opzet
onderzoek
Het onderzoek richtte zich op banken en beleggingsondernemingen die
vermogensbeheer of beleggingsadvies aanbieden aan vermogende beleggers.
De AFM heeft de cliëntinventarisatie, de passendheid van de
beleggingsportefeuille en het beleggingsbeleid beoordeeld. Er zijn
onderzoeken gedaan bij dertien banken en beleggingsondernemingen. Deze
ondernemingen vertegenwoordigen naar schatting samen ruim de helft van
de markt voor vermogensbeheer en beleggingsadvies in Nederland,
uitgedrukt in vermogen onder beheer. Het onderzoek bestond uit
gesprekken met het senior management, het beoordelen van antwoorden van
ondernemingen op vragen inclusief onderbouwing met beleidsstukken en de
beoordeling van advies- en beheerdossiers van individuele cliënten. De
AFM heeft voor haar onderzoek 142 dossiers onderzocht.
Het onderzoek heeft zich gericht op de dienstverlening aan vermogende
cliënten. Vanzelfsprekend gelden voor de dienstverlening aan alle
cliënten dezelfde wettelijke eisen, maar niet altijd is volledig
maatwerk haalbaar. Om voor alle doelgroepen de kwaliteit van de
dienstverlening te verbeteren en waar nodig rekening te houden met een
kostenefficiënte dienstverlening heeft de AFM in 2013 het visiedocument
‘Dienstverlening op maat’ gepubliceerd. In dit
document is een aantal principes benoemd waarmee de dienstverlening
afgestemd kan worden op de behoefte, situatie en portemonnee van de
cliënt. Deze principes kunnen mogelijk ondersteunen bij het
optimaliseren van de dienstverlening aan niet vermogende cliënten.
Vergelijkende Kosten
Maatstaf
Vanaf 1 januari 2014 betalen beleggers rechtstreeks voor
beleggingsdienstverlening, waardoor de beleggingsdienstverlening
onafhankelijker en transparanter wordt.
De AFM maakt zich sterk voor een Vergelijkende Kosten Maatstaf
(voorheen TCO). Deze maatstaf zal de belegger naar verwachting een
beter inzicht in de totale kosten van de dienstverlening geven, zodat
hij de dienstverlening en de kosten daarvan vooraf beter kan
vergelijken. |
Terug naar Inhoud
|
|
|
|
|
Beleggen
anno 2014: neem jij zelf de touwtjes in handen? |
Bronnen: Redactie, AFM |
Op 1 januari 2014 is het provisieverbod voor beleggingsondernemingen
van kracht geworden.
Banken, beleggingsadviseurs en vermogensbeheerders brengen kosten voor
beleggingsadvies, vermogensbeheer of execution only voortaan direct in
rekening bij jou als belegger. |
|
Doordat de kosten op een rij staan, kun je
als belegger beter de verschillende dienstverleners beter met elkaar
vergelijken.
Ook kun je bewuster afwegen welke toegevoegde waarde je bank,
beleggingsadviseur of vermogensbeheerder levert voor de kosten die hij
in rekening brengt. De nieuwe wereld waarin provisies tot het verleden
behoren en direct betalen voor beleggen de norm is, vraagt ook een
kritische blik van de belegger zelf.
Alleen dan kun je daadwerkelijk profiteren van de kansen die het
beleggingslandschap anno 2014 je biedt.
Kies het soort beleggingsdienstverlening dat bij jou past
Beleggers die zelf beleggen via execution only zijn zonder provisies
goedkoper af.
Maar een keuze voor het type dienstverlening dat bij jou past, baseer
je niet alleen op de kosten.
Vraag
je ook af wat je over beleggen weet, hoeveel je uit handen wilt geven
en hoeveel tijd je aan het beleggen wilt c.q. kunt besteden.
De antwoorden hierop spelen een rol bij het bepalen van de keuze om
zelf te gaan beleggen via execution only, advies af te nemen of je
vermogen te laten beheren. Lees
de vier tips hieronder.
De markt voor beleggingsdienstverlening staat niet stil. De grens
tussen de verschillende typen dienstverlening vervaagt en
dienstverleners bieden steeds vaker op maat gesneden dienstverlening
aan.
Dit stelt je als belegger in staat om het beste van de wereld van zelf
beleggen, beleggingsadvies of vermogensbeheer te combineren. Zo draagt
het provisieverbod niet alleen bij aan het vergroten van de
kostentransparantie, maar stimuleert het ook innovatie in de sector.
Vier tips als je
gaat beleggen
Stel jezelf vooraf de vragen: Wat wil je behalen met je belegging? Wat
gaat het beleggen je kosten? En welke risico’s brengt het beleggen met
zich mee?
Tip
1: Bedenk met
welk doel je belegt
Sommige beleggers beleggen omdat ze het leuk vinden, met geld dat zij
niet direct nodig hebben. Maar ga je beleggen met een specifiek doel,
bedenk dan welk bedrag je wilt opbouwen voor dat doel. Voorbeelden van
een specifiek doel zijn het opbouwen van pensioen of een spaarpot voor
de studie van je kinderen. Hoe duidelijker je doel, hoe groter de kans
dat je je doel ook echt bereikt. Kom je er niet uit, neem dan een
adviseur in de arm en vraag of hij je helpt bij het scherpstellen van
je doel.
Tip
2: Stel vast
welke onzekerheden voor jou acceptabel zijn
Een vuistregel is dat meer rendement samen gaat met meer risico.
Stel dit voor jezelf vast aan de hand van je doel. Hoe erg is het als
het bedrag dat je opbouwt toch lager is dan vooraf de bedoeling was?
Hoeveel tijd heb je nog om bij een tegenvallend rendement op een andere
manier bij te sparen? Check de risico’s van een beleggingsproduct
in de EBi voor je je geld erin belegt. Lees meer over de EBi.
Tip
3: Let op
kosten. Ze verlagen je rendement bij beleggen
Beleggen kost ook geld, zoals de kosten voor bijvoorbeeld
beleggingsadvies of transactiekosten. Kosten kunnen je rendement
verlagen. Niet alle kosten van beleggen zijn direct zichtbaar voor jou.
Vraag daarom een totaaloverzicht aan je adviseur. Op zo’n overzicht
staat vaak het bruto rendement (hier zijn de kosten nog niet vanaf
gehaald). Vraag altijd na met welk soort rendement je te maken hebt.
Lees meer over het verschil tussen bruto en netto rendement.
Tip
4: Zorg dat je
snapt wat er met je geld gebeurt
Beleggingsproducten kunnen complex zijn. Zorg dat je begrijpt wat er
met je geld gebeurt en wat dat voor jou betekent. Is je inleg
gegarandeerd of kun je minder overhouden dan waar je mee begon? Kun je
altijd bij je geld of staat het voor een bepaalde periode vast?
|
Wat doet de AFM in
markt?
De AFM probeert ook de kwaliteit van traditionele vormen van beheer en
advies in de gaten te houden. Zo heeft de AFM in 2013 marktbreed
onderzoek gedaan naar deze vormen van dienstverlening. De resultaten
van dit onderzoek zijn opgenomen in een onlangs verschenen
rapport.
Slechts enkele
banken leveren voldoende kwaliteit
Uit het onderzoek blijkt dat de kwaliteit van beleggingsdienstverlening
van slechts enkele banken en beleggingsondernemingen voldoende tot goed
is.
Bij het merendeel van de beleggingsondernemingen en banken dient de
kwaliteit echter verbeterd te worden. Banken en beleggingsondernemingen
hebben toegezegd verbeteringen door te voeren.
Wat kun jij doen?
Om jou een passend advies te geven moet een beleggingsadviseur of
vermogensbeheerder zich een zo compleet mogelijk beeld vormen van onder
meer jouw financiële huishouding, beleggingsdoel, kennis en ervaring en
risicobereidheid.
Daar hebben beleggingsdienstverleners wel jouw hulp bij nodig. Door een
open gesprek te voeren met jouw beleggingsdienstverlener, hem concrete
informatie over jouw persoonlijke situatie te verstrekken, en vragen te
stellen als je iets niet duidelijk is, stel je hem in staat een passend
advies te geven.
De AFM heeft een checklist opgesteld waarmee je kunt controleren of
je beleggingsadviesgesprek goed is verlopen en of er wellicht nog zaken
zijn die je met je adviseur moet bespreken.
Ook kan de checklist je helpen bij de voorbereiding op een
(vervolg)adviesgesprek.
Stel voor jezelf vast welke behoeftes je hebt, kijk welk type
dienstverlening bij je past en ga in gesprek met je
beleggingsdienstverlener: zo creëer en benut je de kansen die beleggen
anno 2014 je biedt.
Bij vragen of klachten kun je contact opnemen met het Meldpunt
Financiële Markten van de AFM via het contactformulier
of tijdens kantooruren telefonisch met: 0800-5400-540.
Vanuit het buitenland is het teloonnummer: 0031-20-79- 3851. |
Terug naar Inhoud
|
|
|
|
|
Banken aan het stuur, politiek op de
achterbank |
Bron: Dik Degenkamp, Me Judice, 5
februari 2014 |
|
Politici doen alsof zij de banken in handen hebben, maar dat is niet
meer geloofwaardig.
In plaats van banken te dwingen zich op te splitsen in nutsbanken en
investeringsbanken, wordt het aan banken zelf overgelaten om de boel
niet uit de hand te laten lopen.
Steeds opnieuw blijkt dat politici na een hoop gepraat precies doen wat
de banken hen voorstellen, stelt Dik Degenkamp. |
Banken in de lift
Banken doen het goed de laatste tijd op de beurs. Dat is begrijpelijk,
want de gewone belastingbetalers hebben hen uit de modder getrokken en
ze kunnen nu zo goed als ongestoord op de oude weg voortgaan.
Structureel wordt de sector niet aangepakt en wat er aan maatregelen
wordt genomen is boterzacht en wordt pas over jaren ingevoerd of nu al
versoepeld.
Versoepeling
kapitaaleisen
Het Basel-comité heeft namelijk begin januari de kapitaaleisen voor de
banken versoepeld; de zoveelste overwinning voor de bijna
onoverwinnelijke bankensector. Economen hebben zelfs een mooie naam
voor dit verschijnsel: ‘capture’, de overheid als gevangene van
belangengroepen. Deze versoepeling zit onder andere in een andere
soepele definitie van de zogenaamde leverage ratio. Dat is de befaamde
hefboom.
Een korte uitleg voor niet-economen. Ik koop met eigen geld een boek
voor 10 Euro en verkoop dat voor 11 Euro, winst op eigen geld 10%. Nu
leen ik 90 Euro en met 10 eigen geld koop ik 10 boeken voor 100 en
verkoop ze voor 110. De winst is nu 10 in plaats van 1; op eigen geld
maak ik nu geen 10 maar (haast) 100%! Ik moet natuurlijk wel rente
betalen over het geleende geld, maar fiscaal wordt geleend geld (vreemd
vermogen) vaak veel vriendelijker behandeld dan eigen geld (eigen
vermogen); dus in plaats van 10% winst op het eigen geld kun je wel
rekenen op 70 á 80%. Zo werkt de hefboom omhoog, maar als het tegen zit
net zo hard omlaag. En hoe minder eigen geld in zaken wordt gestopt,
hoe groter de toppen en de dalen.
Zo werkt het ook bij banken en daar was de verhouding niet 1 op 9,
eigen geld op vreemd geld, maar 1 op 33 of nog meer. Dat is geen
leverage maar great leverage. En laat nu net voor de Bank for
International Settlements de Amerikaan Alan M. Taylor een uitermate
interessante studie onder deze titel te hebben gepubliceerd (Taylor
2012). Terecht schrijft Taylor dat deze tijd ‘different’is, maar in een
andere betekenis dan die welke Greenspan c.s. aan deze term gaven. De
zogenaamde ontwikkelde landen hebben in betrekkelijk korte tijd een
financieel waterhoofd ontwikkeld. Vanaf de jaren tachtig van de vorige
eeuw startte de deregulerings- en schuldenboom met – zoals wij nu weten
– desastreuze gevolgen.
Feitelijke gevolg van dit alles is dat na een krediet-uitbarsting in
zowel de publieke als de private sector, zowel de ‘normale’ als de
financiële recessie langer duren. In de praktijk was sprake van
teugelloos topbankieren. In Europa was geen sprake van bovennationaal
toezicht en in Nederland klungelde (DSB-bank) of sliep (SNS) de
Nederlandsche Bank, om in een te laat stadium wakker te schrikken. Van
het verleden is in Nederland niets geleerd; of moeten wij zeggen dat
iedereen dondersgoed wist wat gebeurde, maar dat de banken de macht in
handen hadden en nog steeds hebben? Al lang geleden heb ik gepleit
dubbelrollen in het economisch leven te elimineren; het levert
schizofrene situaties op.
Om drie uur op de
golfbaan
De vorige grote crisis van de jaren dertig ligt wat dieper in het
geheugen. Maar wie zich een beetje verdiept in de geschiedenis kan zien
dat in de Verenigde Staten toen de bankzaken structureel zijn
aangepakt. De Glass-Steagall Act haalde de zogenaamde commercial en de
investment banks echt uit elkaar. De commercial banks, in Nederlands
nutsbanken halen deposito’s op, kort en wat minder kort lopend geld en
zetten dit op langere termijn uit. Een betrekkelijk ‘saaie’ tak van
financiële ‘sport’; laag risico met bijbehorend ontbreken van
superrendementen, maar ook geen diepe dalen. Voor die banken gold de
3-6-3-regel, op spaargeld 3% rente geven, hypothecair uitlenen tegen 6%
en om 3 uur op de golfbaan.
Hoe anders bij de investment banks; hier het snelle grote geld,
financiële instrumenten, emissieovernames, financiering van gewone
overnames van ondernemingen et cetera. Volgens Glass-Steagall mochten
de twee soorten banken niet op elkaars terrein komen; zij mochten en
konden elkaar niet besmetten. Een uitstekende regeling, die ook goed
heeft gewerkt, maar onder invloed van de neoliberale
dereguleringshausse in 1999 ten onder is gegaan.
Dik Degenkamp
oud-hoogleraar rechtswetenschap Rijksuniversiteit Groningen |
De
heer Degenkamp heeft na zijn doctoraal economie zijn doctoraal rechten
behaald. Hij was parttime econoom bij de Raad van State en
wetenschappelijk medewerker Recht Universiteit van Amsterdam. Nadat hij
hoogleraar rechtswetenschap aan de Rijksuniversiteit Groningen was, was
hij de laatste vier jaar hoogleraar rechtswetenschap Nyenrode.
|
Volgens de Belgische econoom
De Grauwe is deze splitsings-aanpak, ook wel ‘narrow banking’
genoemd, de enige aanpak die zal kunnen werken. Het feit dat commercial
en investment banks zich op elkaars terrein konden begeven vormde in De
Grauwe’s woorden een "lethal combination" (De Grauwe 2010). Hij heeft
dan ook – en mijns inziens terecht – geen goed woord over voor de
aanpak in de Basel-akkoorden waarin uitsluitend minimale eigen
vermogenseisen worden vastgesteld, maar waarin van echte splitsing geen
sprake is. Die kapitaaleisen stellen verder bijzonder weinig voor. En,
zoals hiervoor reeds is vermeld zijn die minimale eisen ook nog eens
versoepeld. Die Basel-aanpak zal dus niet werken; er is sprake van
fantoom-bestrijding. De financiële sector moet structureel veranderen
dus geen verzekerbanken meer en verder een echte splitsing van nuts- en
zakenbanken. Maar gaan wij naar het iets nabijere verleden, dan zullen
wij zien dat hier niets van zal komen en dat het business as usual
wordt, tot voordeel van weinigen en tot voorspelbare grote schade voor
velen.
Hoe spelen de banken
het toch klaar?
De meest eenvoudige verklaring voor het winner takes all-spel van de
banken is de slogan ‘geld is macht’. Maar het proces kan wel een beetje
concreter worden beschreven. Op nationaal niveau hebben wij eerst de
parlementaire commissie De Wit gehad. Die adviseerde om de banken niet
echt te splitsen, maar om een hek te zetten om de risicovolle
activiteiten, het zogenaamde ringfencing. Op Europees niveau is vooral
van belang het zogenaamde Liikanen-rapport; ook die club pleitte niet
voor een volledige splitsing van nuts- en zakenbanken, voorgesteld werd
een juridische constructie waarin een topholding zowel nuts- als
zakenbanken onder zijn vleugels zou krijgen.
Hier komen wij voor de eerste keer de heer Wijffels tegen, een haast
alomtegenwoordige lobbyist voor het bankwezen. Met mooie praatjes over
maatschappelijk verantwoord ondernemen en ‘sustainable finance’ slaagt
hij erin wetgevingsonweer voor de banken te verijdelen. Niet dat er
niet een tsunami van geschreven recht op de banken is neergedaald, maar
het nuttig effect daarvan kan zeer worden betwijfeld als gevolg van het
ontbreken van echt structurele wijzigingen van de sector. Wijffels
komen wij ook weer tegen in de Commissie Structuur Nederlandse Banken.
Die commissie publiceerde in juni 2013 het rapport “Naar een dienstbaar
en stabiel bankwezen”, gefabriceerd onder voorzitterschap van dezelfde
Wijffels. Ook die commissie kiest voor zogenaamde universele banken,
dus geen bankensplitsing. Ter versterking van de kapitaalpositie van de
banken wordt in het voorbijgaan geadviseerd de bankenbelasting te
heroverwegen. Die maakt het volgens de commissie moeilijker het eigen
vermogen van de banken te versterken. Een slap rapport en een nog
slapper lid van die commissie die zich al snel gedeeltelijk van het
rapport distantieerde (Arnoud Boot).
Ook de Nederlandsche Bank is tegen splitsing. Gesteld wordt dat het een
“onmogelijk systeem” is en zakenbanken geen financiers zullen vinden,
een volstrekt onbewezen stelling. Ook een rare stelling, in aanmerking
genomen het feit dat juist de zogenaamde ‘funding gap’ (het tekort aan
deposito’s bij banken) door velen als een probleem wordt gezien. Het
spaargeld van de mensen zit namelijk voor een belangrijk deel bij de
pensioenfondsen en dat geld moet naar de veilige nutsbanken en niet
naar de zakenbanken worden gesluisd. Maar ook het kabinet voelt niets
voor splitsing; het streeft naar een “solide, transparante, integere en
concurrerende bankensector, die de klant centraal stelt en dienstbaar
is aan de reële economie”, maar men sluit zich aan bij Liikanen, dus
geen echte splitsing (Ministerie van Financiën 2013).
Zelfregulering is
vrijbrief
Eind januari is ook de Europese Commissie definitief door de knieën
gegaan.Voor banken gaat geen ‘te groot’gelden en nationale
toezichthouders mogen beslissen of interne ‘hekjes’ moeten worden
aangebracht. En zo modderen we voort, met zelfregulering in de vorm van
allerlei codes. ‘Zelfregulering’, terecht door Willem Buiter een
oxymoron genoemd. Die codes hanteren het zogenaamde comply or explain
principe. Dat principe houdt in dat als je je in strijd met de regels
gedraagt, je je volgens dat principe toch aan de regels houdt als je
maar uitlegt waarom je je niet aan de regels houdt. Een kwaadaardige
nieuwvorming in het recht, waar de direct belanghebbenden uiteraard
bijzonder enthousiast over zijn. Dit soort regels doet zeker geen pijn.
Dat geldt ook voor de nieuwe liturgie die is ingevoerd voor bankiers:
de bankierseed. Twee vingers in de lucht kost niet veel en doet zeker
ook niet veel. De enigen die profiteren van deze ontwikkelingen zijn
organisatoren van congressen, juridische specialisten, uitgevers en
uiteraard de banken. Politici doen alsof zij de zaak in de hand hebben;
steeds minder mensen geloven dat.
Ref:
Commissie Structuur Nederlandse Banken, Naar een dienstbaar en stabiel
bankwezen, juni 2013.
Grauwe, Paul de, The banking crisis: causes, consequences and remedies,
in 'De kredietcrisis', red. N.E.D. Faber e.a., Kluwer 2010.
Ministerie van Financiën, 2013, brief dd 23-8-2013 aan Tweede Kamer,
Den Haag.
Liikanen report , Banking structural reform (follow-up to the Liikanen report)
Taylor, Alan M., 2012, The great leveraging, BIS working paper 398, BIS,
Bazel. |
Terug naar Inhoud
|
|
|
|
|
Inflatie
slechts 0,7% in de EMU |
Bron: KBC bank |
In vergelijking met de Fed en de Bank of England
bevindt de Europese Centrale Bank zich nog in een vroeger stadium van
haar beleidscyclus. Ze bezint zich erover hoe ze met haar beleid de
Europese conjunctuur een extra duwtje in de rug kan geven.
EMU Inflatie
brokkelt verder af
Vooral het feit dat de inflatie in de EMU in januari slechts 0,7%
bedroeg, zit haar dwars. Haar inflatiedoelstelling voor de middellange
termijn bedraagt immers net geen 2%.
Alhoewel de ECB geen reden voor deflatievrees ziet, zal ze allicht wel
ingrijpen. Een laatste verlaging van haar beleidsrente tot bijvoorbeeld
10 basispunten is bijgevolg waarschijnlijk om een kruipende stijging
van de geldmarktrente te verhinderen.
ECB balans krimpt
In tegenstelling tot de andere grote centrale banken ziet de ECB ook
haar balans gestaag krimpen.
Dat is het gevolg van de terugbetaling door de banksector van de
grootschalige liquiditeitsverstrekking door de ECB. Het risico bestaat
dat in zo’n internationale constellatie de euro te sterk zou worden en
via dalende invoerprijzen de inflatie ongewenst verder zou doen dalen.
Dat is precies wat er in Japan gebeurde tijdens de Grote Recessie van
2009.
Twee Opties
Om een herhaling in de EMU te voorkomen, heeft de ECB twee opties.
Ten eerste kan ze stoppen met het geld te neutraliseren dat ze tijdens
vroegere obligatieaankopen creëerde (de zogenoemde sterilisatie). Dat
zou de geldhoeveelheid in de EMU eenmalig met zo’n 175 miljard EUR
kunnen verruimen. Om een sterker effect te bereiken, zou ze echter een
grootschalig aankoopprogramma moeten starten zoals de Fed. De enige
markten die daarvoor in de EMU over een voldoende liquiditeit
beschikken, zijn die van overheidsobligaties.
De aankoop van obligatiemandjes volgens de verdeelsleutel van het
kapitaal van de ECB lijkt dan ook een verdedigbare manier om de
geldgroei in de EMU op peil te houden. |
Terug naar Inhoud
|
|
|
|
|
Meedoen kan
|
Bron: Redactie HCC Beleggen
|
De HCC Beleggen organiseert een aantal
activiteiten. De bekendste activiteiten die wij organiseren zijn de
beleggersymposia die we tweemaal per jaar houden in De Bilt.
Met name voor de organisatie van
deze symposia zijn wij voortdurend op zoek naar mensen die een bijdrage
willen leveren aan de totstandkoming van onze symposia. Het is niet
alleen leuk om dergelijke evenementen te organiseren, maar het is ook
een ideale gelegenheid om je netwerk uit te breiden met interessante
contacten.
Maar ook andere dingen doen zoals het geven van een aardige lezing, met
anderen handelsstrategieën uitwerken, software onder de knie krijgen of
gewoon een groep vormen waarmee je samen de markt analyseert/bespreekt,
behoort tot de mogelijkheden.
Ook deelname aan redactie van de website, de nieuwsbrieven, het beheren
van het forum of website of delen daarvan behoort tot de mogelijkheden.
Ook zonder deel uit te maken van de organisatie kunt u vanzelfsprekend
ook meedoen aan een van de Regio- of Belangstellingsgroepen.
Ben je enthousiast en denk je dat een vrijwilligersfunctie jou op het
lijf geschreven is, neem dan contact op met Michel Hupkens Klik Hier
|
Terug naar Inhoud
|
|
|
Agenda |
Inschrijven: Klik Hier |
Bron: HCC Beleggen redactie
|
|
De HCC Beleggen Kalender op onze website
endeze Agenda zijn inmiddels een begrip onder beleggers in Nederland en
België geworden. Voor veel andere sites zijn wij de de facto bron van
informatie.
Toch zijn nog niet alle events in onze Agenda opgenomen. Daarom willen
we ook aanbieders van seminars, cursussen en beleggersbijeenkomsten in
de gelegenheid stellen, zelf hun events aan te kondigen, zowel op ons
forum als in onze nieuwsbrieven. Plaatsing van (vrij toegangkelijke)
educatieve bijeenkomsten zijn kostenloos.
(Bijeenkomsten met een educatief karakter
welke niet gratis toegankelijk zijn danwel bijeenkomsten met een niet uitsluitend educatief
karakter kunnen onder voorwaarden ook in onze agenda opgenomen worden.
Wilt u meer weten neemt u dan even contactop met de redactie)
|
Terug naar Inhoud
|
|
|
Disclaimer: Deze publicatie komt tot stand op de
redactie van beleggersonline.nl de website van de HCC IG Beleggen. Noch
de mate waarin de berichten, voorgestelde scenario’s, risico’s en
voorspellingen de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin
zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd.
De voorspellingen zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn
algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als
beleggingsadvies. De
schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur van de HCC IG Beleggen
en/of de Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet aansprakelijk
voor eventuele verliezen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren,
behaalde resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de
toekomst. |
|