De grondstoffenprijzen blijven hun opmars
voortzetten. Vooral de non-ferrometalen
werden de voorbije maand fors duurder.
Tabel: evolutie van de grondstoffenprijzen (CRB-indexen, op 22 februari)
De prijzen van koper, tin en katoen klommen tot nieuwe recordhoogten.
Naar
verwachting zal de productie van koper dit en volgend jaar de stijgende
vraag ernaar niet kunnen volgen, waardoor de nu al lage voorraden nog
verder zullen slinken.
De bloeiende conjunctuur in China (dat 40% van de wereldvraag naar
koper voor zijn rekening neemt en in januari 25% meer koper
importeerde dan een jaar geleden) en het groeiende optimisme over de
Amerikaanse economie, zullen niet alleen de fysieke vraag
naar industriële metalen aanwakkeren, maar ze trekken ook
speculanten aan, die de prijzen nog meer opdrijven.
De wereldwijde voedselprijzen stegen volgens de Wereld Voedsel- en
Landbouworganisatie (FAO) in januari met 3,4% tegenover december en ze
bereikten daardoor het hoogste peil sinds de FAO de voedselprijzen in
1990 begon op te volgen. Deze evolutie wordt ook bevestigd door de
CRB-voedselprijsindex, die de voorbije weken klom tot een recordhoogte.
De FAO-voedselprijsindex is samengesteld uit de volgende categorieën:
graan, oliën en vetten, zuivelproducten, suiker en vlees.
In januari steeg de zuivelcomponent het sterkst op maandbasis (+6,2%),
gevolgd door oliën en vetten (+5,6%), suiker (+5,4%) en granen (+3,0%).
De vleesprijzen bleven stabiel. Begin februari bereikte de suikerprijs
zelfs het hoogste peil in 30 jaar.
Ongunstige weersomstandigheden, zoals de overstromingen in Australië,
de droogte in Argentinië en China en de voorbije koudegolf in
de
Verenigde Staten, dreigen de komende graanoogsten parten te
spelen.
Daarbij komt nog dat de Noord-Afrikaanse landen en de landen uit het
Midden-Oosten massaal tarwe invoeren en hamsteren, om sociale onrust te
voorkomen.
Dit slechte nieuws valt samen met het vooruitzicht op een aanzienlijke
vermindering van de graanvoorraden in de Verenigde Staten,
die de
graanschuur van de wereld zijn.
Volgens het Amerikaanse Ministerie van Landbouw zullen de totale
Amerikaanse graanvoorraden in het seizoen 2010/2011 41,1% kleiner zijn
dan in het seizoen 2009/2010.
De Amerikaanse tarwevoorraden zullen in het seizoen 2010/2011
met
16,2% dalen (maar nog altijd groter zijn dan in 2008/2009) en die van
de andere graangewassen (waarvan maïs de belangrijkste is) zullen met
56,9% verminderen.
De Amerikaanse maïsvoorraden zullen terugvallen tot het laagste peil
sinds 1995/1996, wat ook een gevolg is van de alsmaar stijgende
productie van de brandstof ethanol.
De wereldwijde graanvoorraden zullen in het lopende seizoen 12,7%
kleiner zijn dan in 2009/2010.
Het einde van de stijging van de graanprijzen is dus nog niet in zicht.
Door de lagere rijstopbrengsten als gevolg van de overvloedige
regenval, zal Indonesië, een van de belangrijkste rijstimporteurs ter
wereld, meer van het graangewas moeten invoeren. Hierdoor is
de
prijs van rijst onlangs, in navolging van die van tarwe en maïs, naar
omhoog gegaan.
TradersClub Magazine
nu ieder kwartaal in full color print!
TradersClub Magazine is het nieuwe blad voor technische en
kwantitatieve analyse. Een nieuwe frisse kwaliteitstitel voor actieve
beleggers.
Goed leesbaar, zonder de diepgang te schuwen, onder redactie van Harry
Geels.
TradersClub magazine verschijnt 4 keer per jaar met 52 pagina’s
boordevol informatie voor de actieve belegger.
Met artikelen over technische analyse, kwantitatieve analyse,
handelssystemen en verder alles wat een actieve belegger bezighoudt.
Met een duidelijke focus op praktisch toepasbare informatie.
Voor 79 euro per jaar krijgt u ieder kwartaal een nieuw magazine in uw
brievenbus.
Bovendien kunt u naar een gratis workshop naar keuze en profiteert u
van alle voordelen van de TradersClub website.
Word nog vandaag lid, want:
Jan de Koning:
"Succesvol beleggen in grondstoffen"
Bron: Jan dre Koning
Jan de Koning is analist en fondsbeheerder
bij Somerset Capital
Partners Management B.V. geeft de presentatie "Succesvol beleggen in
grondstoffen"
Tijdens
deze presentatie komen de volgende onderwerpen aan de orde:
-
-
-
-
-
-
-
Waarom grondstoffen?
Hoe beleggen in grondstoffen? Direct of indirect?
Hoe beleggen in grondstoffen? Actief of passief?
Actief beleggen in de praktijk:
1) Stappenplan voor de actieve belegger
2) Voorbeeldcases
3) Live case
Danone vreest
dure grondstoffen niet, Unilever denkt daar iets anders over:
Bron: Redactie
Danone
Grondstoffen worden duurder, maar dat hoeft de marges van Danone niet
aan te tasten, klonk het vorige week bij de Franse voedingsreus, naar
aanleiding van de presentatie van beter dan verwachte jaarcijfers.
Danone verwacht dat grondstoffen en verpakkingen dit jaar 6 à 9 procent
in prijs zullen stijgen. De groep begint de extra kosten stilaan door
te rekenen. Ze schat dat de operationele marge, die in 2010 eindigde op
15,16 procent, in het eerste halfjaar lichtjes onder druk zal komen,
maar dat dit zich in het tweede halfjaar vlot zal corrigeren en dat de
marge over heel 2011 0,2 procentpunt hoger zal uitkomen.
De omzet zal naar verwachting in 2011 6 à 8 procent stijgen op
vergelijkbare basis. De langetermijndoelstelling van de groep is 6
procent.
De vooruitzichten konden de beleggers bekoren.
Dat de overname van het Russische zuivelbedrijf Unimilk vorig jaar,
ertoe leidt dat Danone nu ongeveer de helft van zijn omzet
haalt
uit groeimarkten, plaatst de groep in een betere positie dan directe
concurrenten als Unilever en Nestlé. In 2000 haalde Danone nog 70
procent van zijn omzet uit West-Europa en Noord-Amerika.
Babyvoeding
De betere spreiding maakt dat Danone een beduidend hogere groei kan
halen. Markten als China, Mexico en Brazilië zijn de landen
waar
nog heel wat potentieel zit. In 2010 haalde China trouwens voor het
eerst Frankrijk in als belangrijkste markt voor Danones babyvoeding.
Heel Azië tekent al voor 1 miljard euro omzet in die divisie.
De waterafdeling boekte het voorbije jaar een dubbelcijferige groei in
de opkomende markten, terwijl de medische voeding behalve in Frankrijk
en het VK het vooral goed deed in China, Brazilië en Turkije.
De zuiveldivisie, waar Unimilk in 2011 volledig in
geïntegreerd zal worden, scoorde vooral in de BRIC-landen.
Activia blijft in die divisie, nog steeds de grootste van de groep, de
belangrijkste groeipool.
Unilever
Door
toenemende concurrentie is Unilever daarentegen minder goed in staat om
de stijging van de grondstofprijzen op te vangen met prijsverhogingen
voor consumenten.
Het doorberekenen van de prijzen naar de klanten is dan ook een
belangrijk thema voor 2011. Unilever verwacht dat ook dit jaar de
grondstofprijzen sterk zullen stijgen, evenals de voedselprijzen.
Daarnaast merkte het concern op dat, door inflatie, de druk op de
consumentenbestedingen verder zal toenemen.
Robustere
wereldeconomie
,,Uitdagende zaken'', zo omschreef topman Paul Polman de onderwerpen.
Toch zag zijn rechterhand, financieel bestuurder Jean-Marc Huët ook
lichtpuntjes. ,,Het is niet zo heftig als in 2008. De staat van de
wereldeconomie is nu robuuster'', zo gaf hij aan.
Het bedrijf zelf vindt steun in de prestaties van de opkomende markten,
die worden gezien als de groeimotor. Ook de verzadigde markten, zoals
West-Europa en de Verenigde Staten, presteerden volgens kenners
redelijk in de afgelopen periode. Bestuurder Huët sprak echter zelf van
een ,,trage groei'' in deze gebieden. Hij verwacht geen snel verder
herstel.
Conclusie
Beide concerns zijn er van overtuigd dat de prijzen voor grondstoffen
in 2011 blijven stijgen. Dannone verwacht de stijgende kosten te kunnen
doorberekenen aan de klanten, Unilever is daar minder zeker van.
Foxware
Beleggingssoftware is gespecialiseerd in de ontwikkeling van
geavanceerde software voor beleggers die handelen in opties en futures.
Wij demonstreren
ons optieanalyse-programma OPTIEMAAT.
Dit ondersteunt al meer dan 20 jaar vele (optie)beleggers bij het
onderbouwen van hun beleggingsbeslissingen.
Het programma beschikt over een uitgebreide functionaliteit en u kunt
elke positie, bestaande uit opties en/of futures en/of onderliggende
waarden, moeiteloos opbouwen en beoordelen op rendement, risico en
gevoeligheid voor alle (optie)prijsbepalende factoren.
De module “Adviezen” stelt u in staat om, gebaseerd op uw visie op
toekomstige onderliggende koersontwikkelingen, de meest winstgevende
optiestrategieën te genereren.
De module “BackTrack(e-o-d)” beschikt over een database met ruim 8 jaar
end-of-day optiehistorie van alle Euronext optiefondsen. Op basis
hiervan kunt u “terug in de tijd” en uw posities uit het verleden
naspelen en/of overdoen, maar ook “nieuwe” posities opzetten en de
resultaatontwikkeling hiervan door de tijd heen volgen (backtest).
Hiermee kunt u lering trekken uit het handelen op basis van “echte”
beursgegevens zonder dat daarbij ook “echt” geld op het spel staat.
De module “BackTrack(intra-day)” gaat nog een stap verder. Deze biedt u
de unieke mogelijkheid de historische optiedatabase uit te breiden met
intra-day optienoteringen met een instelbaar interval van (minimaal) 15
minuten! Ook de noteringen op uw handelsmomenten worden hierin
vastgelegd.
Het pakket werkt met realtime beurskoersen, maar kan desgewenst ook
functioneren met end-of-day noteringen.
In elk beursklimaat, óók in het huidige, bieden opties uitstekende
mogelijkheden voor het behalen van een positief beleggingsresultaat.
OPTIEMAAT, als betrouwbaar en geavanceerd “gereedschap”, vormt hiervoor
de basis.
Anekdotische bewijzen dat het nemen van
risico’s kan leiden tot
winst zijn alom bekend. Iedereen kent wel (inmiddels) succesvolle
ondernemers die ooit begonnen zijn met een door weinigen gedeelde
visie. Verhalen met slechte afloop zijn echter eveneens
bekend.
Er is veel statistisch onderzoek gedaan naar de relatie tussen risico
en rendement. Bekend is dat tussen verschillende soorten activa
(staatsobligaties, bedrijfsobligaties, achtergestelde leningen, en
aandelenkapitaal) het risicoprofiel en de historische rendementen sterk
gecorreleerd zijn.
Tussen bedrijfssectoren onderling gerankt in volgorde van
risicoprofiel, is een duidelijke correlatie met rendementen uit het
verleden te vinden. Ook binnen eenzelfde bedrijfssector zijn er studies
die een verband aanduiden tussen risico en rendement. Zo toont een
onderzoek onder 50 Amerikaanse olieproducenten dat de bedrijven die in
exploratie en ontwikkeling van nieuwe olie- en gasvelden de meeste
risico’s nemen beter renderen dan de branchegenoten die voorzichtiger
opereren.
Andere onderzoeken tonen echter aan dat het nemen van risico eerder tot
negatieve rendementen leidt dan tot hogere. Bekend in dit verband is
het werk van Bowman uit de 80-er jaren. Hij stelde in de meeste
bedrijfssectoren een negatieve correlatie vast tussen risico en
rendement. Deze conclusie lijkt in tegenspraak met de algemene regel
dat je voor risico ook meer rendement mag verwachten, en is verder
geanalyseerd als de ‘Bowman paradox’. Nader onderzoek bracht aan het
licht dat bovengemiddeld presterende bedrijven wél de verwachtte
wetmatigheid volgden, maar dat juist de ondermaats presterende
bedrijven die risico’s nemen er geen betere resultaten mee boeken.
Dit leidt tot de geruststellende conclusie dat waardecreatie
uiteindelijk om de kwaliteit van de onderneming of ondernemer gaat. Het
gaat erom hoe die de risico’s selecteert en exploiteert, en er bestaat
geen ‘wetmatige’ compensatie voor onbezonnen gedrag.
Bedrijfsspecifieke
risicopremies
Hierna worden verschillende risicofactoren benoemd die tot een
verhoging (premie) van de rendementseis voor een onderneming kunnen
leiden.
illiquiditeitspremie
De illiquiditeitspremie heeft niet zozeer met de ondernemingsrisico’s
te maken, als wel met de risico’s die de investeerder loopt doordat
zijn bezit niet zo liquide is als in de eerder genoemde ‘perfecte
markt’ wordt verondersteld. Het vergt tijd een tegenpartij te vinden,
en prijsvorming is meer van situationele factoren afhankelijk.
Bovendien zijn de transactiekosten doorgaans significant hoger dan bij
een beursgenoteerd fonds. Deze factoren vertalen zich in een hoger
vereist rendement voor een illiquide vermogenstitel als een middelgrote
of kleine onderneming.
Afhankelijkheid
van het management
Bij kleinere bedrijven is de continuïteit en kwaliteit van de
bedrijfsvoering vaak afhankelijk van één of enkele personen. Hun
relaties, ervaring, inzet en kennis zijn bepalend voor het succes van
de onderneming. Opvolging en back-up van sleutelposities is een
probleem, en als het niet goed geregeld is dan dient een aandeelhouder
beloond te worden voor het accepteren van dit additionele risico.
Afhankelijkheid
afnemers en/of leveranciers
Middelgrote of kleinere bedrijven kunnen in een bijzondere
afhankelijkheidsrelatie staan tot hun klanten of leveranciers.
Bijvoorbeeld een onderneming die de helft van zijn omzet levert aan één
klant, of die vanwege een bijzonder lange krediettermijn niet meer
onafhankelijk is van zijn hoofdleverancier. Dit risicoprofiel heeft
mede invloed op de rendementseis.
Reputatie
en track-record.
De juiste antecedenten en een gunstig trackrecord leiden tot een
risicoprofiel dat vergelijkbaar is met de grotere professionele
bedrijven. Gebroken beloften of ongefundeerde ambitie, daarentegen,
zullen leiden tot scepsis en hogere kosten in het aantrekken van
vermogen.
Spreiding
van activiteiten
Vaak zal een middelgrote of kleinere onderneming zich concentreren op
een beperkt aantal producten en/of markten. Dit leidt tot specifieke
risico’s die niet binnen de onderneming gediversifieerd zijn. Naarmate
deze risico’s continuïteitsbedreigend zijn, zullen deze een opwaarde
invloed hebben op de kosten van vermogen.
Toetredingsbarrières
voor concurrenten
Een lage toetredingsdrempel voor nieuwe partijen in een markt,
impliceert een hoger risico voor de bestaande bedrijven. Bijvoorbeeld
kleinere call centres hebben met dit risico te maken.
Voor beursgenoteerde bedrijven zouden de hierboven genoemde risico’s
grotendeels getypeerd worden als bedrijfsspecifieke en
niet-systematische risico’s. Dergelijke risico’s zijn goed te
elimineren door diversificatie van een portefeuille. Aangezien het
bezit van middelgrote bedrijven voor de meeste partijen niet in een
perfect gediversifieerde portefeuille is opgenomen, blijkt dat middels
specifieke risicopremies door deze bedrijven een hoger rendement
gerealiseerd moet worden om vermogen aan te kunnen trekken.
De traditionele gedachtegang in beleggingsland
is dat is rendement en risico hand in hand gaan.
Meer risico zou daarom meer rendement op moeten leveren.
Deze vuistregel is echter niet meer van toepassing want het blijkt dat
veel aandelen met een lager risico niet inleveren op hun rendement en
vaak nog een hoger rendement behalen dan risicovollere aandelen.
Hoe hier van te profiteren?
Bron: Een deel van de rede
uitgesproken door Arie Buijs ter aanvaarding van het ambt van
bijzonder hoogleraar (Universiteit Utrecht)
In 1952 is door Harry
Markowitz een begin gemaakt
met ontwikkeling van de Portefeuilletheorie.
Uitgangspunt is dat rationele beleggers op basis van hun nutsfunctie
een afweging maken op basis van twee grootheden, namelijk risico en rendement.
Daarbij geldt dat men bij gelijk risico gaat kiezen voor de belegging
met het hoogste verwachte rendement, en bij twee beleggingen met gelijk
rendement kiest men voor het laagste risico.
Met andere woorden: risico is niet erg, mits daarvoor een vergoeding
wordt gegeven in de vorm van een hoger verwacht rendement.
De belangrijkste bevinding van Markowitz is dat men bij het
samenstellen van een beleggingsportefeuille niet te veel aandacht moet
geven aan de afzonderlijke keuzes die men kan maken, maar dat men moet
kijken naar het geheel.
Het gaat dan om het risico van de totale portefeuille.
We moeten dan ook letten op de onderlinge afhankelijkheid van de
beleggingsmogelijkheden.
Dit vereist de beschikbaarheid van een schier eindeloze lijst van
covarianties. Beleggen zou op deze manier eigenlijk onder het vakgebied
kansrekening en statistiek moeten vallen.
Prof.
Dr. A. Buijs
Bijzonder hoogleraar en leerstoelhouder UCEME
Lid van het Tjalling C. Koopmans Onderzoeksinstituut
Professor Extraordinary and chairholder of UCEME Member Tjalling C.
Koopmans Research Institute
Vermeldenswaard is dat de ideeën van Markowitz ook van toepassing zijn
op reële investeringen van een onderneming.
Bij het beoordelen van investeringsprojecten gaat het niet om risico en
rendement van ieder project afzonderlijk, maar om de samenhang binnen
het totale pakket plannen.
Eigenlijk is het allemaal eenvoudig: de modellen van Markowitz en wat
er verder op volgt kunnen worden toegepast zodra we maar in staat aan
te geven welke getalwaarden we moeten invullen.
De individuele investeerder zal daar echter heel wat moeite mee hebben.
Het gaat namelijk niet om een berekening op basis van gegevens uit het
verleden, maar om het formuleren van een taxatie van denkbare
rendementen in de toekomst.
Daar komt dan nog bij dat de individuele belegger met zijn of haar
persoonlijke nutsfunctie moet gaan bepalen aan welke combinatie van
rendement en risico uiteindelijk de voorkeur moet worden gegeven. En
wie kent er nou zijn eigen nutsfunctie?
Troost is wel dat men in de context van de Markowitz aanpak kan
beredeneren dat men zich eigenlijk niet moet richten op de individuele
beleggingen, maar op een breed gespreide marktportefeuille.
Dus afzonderlijke fondsen hoeven we dan niet te analyseren. Afhankelijk
van de persoonlijke voorkeuren moet men zijn vermogen verdelen over
risicovrije en risicovolle beleggingen.
Maar goed, laten we ons concentreren op het toekomstige rendement en
risico van een investering. Kunnen we dat eigenlijk wel beoordelen?
Nou, in ieder geval kunnen we het niet allemaal!
Dat blijkt bijvoorbeeld uit de prognoses die zogenaamde deskundigen
kort na Nieuwjaar op de televisie geven. Zij geven aan welke aandelen
de winnaars van het komende jaar zullen zijn.
En kijk nu eens een jaar later. Regelmatig is gebleken dat hun
favoriete aandelen gemiddeld zelfs slechter presteerden dan de
beursindex!
En dan hebben we het hier in feite alleen nog maar over het voorspellen
van een rendement en niet eens over de
graad van risico.
De broker voor actieve beleggers. WH
Selfinvest is bekend om zijn snelle trading software en
uitstekende helpdesk in het Nederlands.
Populaire produkten zijn Futures en CFD´s. Via het geavanceerde
FutureStation en Prostation kunnen vele typen orders worden ingevoerd.
Nieuw is de NanoTrader waarop zowel Futures als CFD´s kunnen worden
verhandeld. WHS biedt zijn klanten kant en klare stralingsstrategieën
waarvan er inmiddels 20 binnen de platformen kunnen worden geactiveerd.
Wereldwijd handelen op aandelen, grondstoffen, valuta, indices tegen
zeer scherpe tarieven met realtime koersent ligt allemaal binnen de
mogelijkheden van de actieve belegger.
WH Selfinvest
besteedt veel aandacht aan opleiding en training tot professioneel
trader door middel van seminars en webinars.
Klanten zijn altijd welkom op een van de kantoren in Amsterdam, Gent of
Luxemburg voor een persoonlijke afspraak.
WH Selfinvest geniet als Europese broker de bescherming van de Europese
wetgever, die de klant de maximale zekerheid geeft van een
veilige rekening.
Meer weten? Bel: 020-6823593 (algemene informatie)
of mail info@whselfinvest.com