..
|
|
Augustus
2016
|
|
|
..
|
|
CoSA
en Beleggingsdoelen |
Bron:
HCC Beleggen CoSA-werkgroep
|
In eerdere artikelen hebben we gememoreerd dat wij diverse methoden hebben
ontwikkeld die beleggers helpen om aandelen te selecteren afhankelijk van het
beleggingsdoel dat zij voor ogen hebben. Sinds kort hebben we daaraan een
nieuwe methode toegevoegd: Dividend Herbeleggen. Elk van deze drie methoden is
gebaseerd op Fundamentele Analyse van aandelen. In dit artikel beschrijven we
deze methoden op hoofdlijnen met de beleggingsdoelen waarvoor ze met name
geschikt zijn. In volgende artikelen zullen we dieper op elk van de methoden in
gaan.
Koersgroei beleggen
Deze methode selecteert aandelen waarvan verwacht kan worden dat hun koers na
een periode van circa vijf jaar verdubbeld zal zijn. In het algemeen kopen we
deze aandelen voor kapitaalsvorming over een periode van drie tot tien jaren,
bijvoorbeeld voor de aanschaf van een huishoudelijk apparaat, het vervangen van
een auto door een nieuwer exemplaar of voor studiekosten van een lid van de
familie. Omdat dit een betrekkelijk korte periode is, hebben we voorkeur voor
aandelen waarvan de koersen sneller groeien, hetgeen veelal aandelen van zich
nog ontwikkelende en uitbreidende bedrijven zullen zijn.
Dividend Herbeleggen
Dividend Herbeleggen gaat er van uit dat uitgekeerd dividend wordt gebruikt
voor de aankoop van meer aandelen in het bedrijf. Deze methode is geschikt voor
vermogensvorming op de zeer lange termijn van minstens tien jaren, bijvoorbeeld
ten behoeve van een aanvullend pensioen. CoSA zoekt naar bedrijven die liefst
tien of meer jaren hebben bestaan en beursgenoteerd waren en zijn. CoSA stelt
minder hoge eisen aan de koersgroeisnelheid, omdat het om lange termijnen met
laag risico, stabiele groei en dividenden gaat. Het zijn aandelen van volwassen
bedrijven, die gedurende vele jaren tot heden hebben bewezen stabiele groei te
kunnen realiseren, ook al is het geringe groei, en langzaam groeiend
dividenduitkeringen hebben verwezenlijkt met ten opzichte van elkaar hoge
waarden van de zgn. correlatiecoëfficiënt, een maat voor de
stabiliteit van de groei. CoSA baseert de beoordelingen op zoveel mogelijke
beschikbare tot maximaal tien historische boekjaren. Het is een belangrijke
voorwaarde.
Dividendgroeibeleggen
Dividendgroeibeleggen wordt gebruikt om een beschikbaar vermogen om te zetten
in aandelen die voor de lange termijn geschikt zijn voor het genereren van
extra inkomsten door dividenduitkeringen. Het is een uitermate geschikte vorm
van beleggen om na pensionering het tevoren opgebouwde vermogen te benutten
voor aanvulling op AOW en bedrijfspensioenen.
Deze aandelen hebben een andere karakteristiek dan beide hiervoor genoemde
wijzen van beleggen. Zij zijn minder gevoelig voor koersfluctuaties en indirect
risicomijdend daar de uitkerende bedrijven door hun dividendbeleid de
aandeelhouders beter en langer aan zich binden. Bovendien is het uitkeren van
periodieke dividenden voor aandeelhouders het meest betrouwbare signaal over
het welzijn van een bedrijf en het gevoerde beleid. Het rendement van deze
aandelen wordt bepaald door de netto dividendopbrengsten daar deze uitsluitend
worden gerelateerd aan de aankoopkoers en derhalve niet afhankelijk zijn van
later negatief of positief koersverloop. De aandelen zijn vooral geschikt om
regelmatig extra inkomsten te ontvangen door de dividenden die veelal per
kwartaal worden uitgekeerd.
Samenhang methoden
Veel beleggers combineren deze methoden. Zij bouwen eerst gedurende lange of
middellange tijd door Dividend-Herbeleggen en Koersgroei-beleggen kapitaal op
en gaan daarna over op Dividend-aandelen om uit het verworven vermogen
regelmatige extra inkomsten te genereren. Veel Amerikanen zorgen op deze wijze
voor hun eigen (aanvullend) pensioen.
In volgende artikelen zullen we nader ingaan op de drie genoemde methoden.
Daarbij komen aan de orde
- op basis van welke kengetallen we aandelen beoordelen,
- welke eisen we aan deze kengetallen stellen
en
- hoe de selectie van aandelen met behulp van de
Rangtabel kan worden
uitgevoerd.
Werkgroep CoSA
Indien u meer wilt weten over de activiteiten van CoSA, kunt u de voorlopige
CoSA-webpagina (klik hier), raadplegen of contact opnemen met de
voorzitter:Jan
van der Meulen via CoSA-L@beleggersonline.nl
U kunt zich met hetzelfde mailadres aanmelden voor het ontvangen van
informatie, zoals de wekelijks verschijnende CoSA-nieuwsbrief en voor het
verkrijgen van toegang tot de voor CoSA-leden beschikbare Europese
CoSA/SSG-verzameling
|
|
|
|
|
|
|
Hcc
Beleggen
interessegroep Computerbeleggersgroep-ZH
|
Computerbeleggersgroep-ZH
|
Sinds de oprichting in 2002 houden wij ons
bezig met “Beleggen met behulp van de computer”. Het accent ligt
daarbij op het vergroten van de kennis van het ontwikkelen en exploiteren van
handelssystemen. Deze zijn vooral gebaseerd op methoden uit de kwantitatieve en
statistische analyse. Uiteraard wordt daarbij ook aandacht besteed aan
ondersteunende software. Regelmatig besteden we echter ook aandacht aan andere
vormen van beleggen zoals Fundamentele analyse. Daarbij gaan we altijd uit van
het beschrijven en bespreken van een gestructureerde aanpak die gebaseerd is op
objectieve grondslagen.
|
Wij komen 9 keer per jaar
bijeen. Afwisselend
in Berkel & Rodenrijs en Delft. |
Klik hier voor meer info Contactadres: janroozenburg@kpnplanet.nl |
|
|
|
|
|
|
Somberheid
blijft volgens beursenquete Van Zeijl |
Bron: Corné van Zeijl
|
De experts waren voor juli nog steeds somber en toch werd het een mooie maand.
Een plus van 4.4% maar liefst. Ondanks deze stijging blijven de experts hun
pessimistische bril ophouden. Dat is natuurlijk wel consequent gedrag. Als de
koersen stijgen en de omstandigheden niet, is er des te meer reden om somber te
blijven. Voor de komende maand komt het cijfer uit op -23% uit. Bij 0% zijn er
evenveel experts positief als negatief. De optimisten, hoe bescheiden ook in
aantal, denken dat het beleid van centrale banken nog verder zal worden
aangezet.
En natuurlijk blijft het TINA argument van kracht. Maar de experts die weinig
van de beurs verwachten zien hun menig ondersteund omdat de sociale en
economische onrust alleen maar toeneemt terwijl de koersen stijgen. Oftewel
steeds meer problemen, maar niemand lijkt zich er wat van aan te trekken.
- optimistisch 27%
- neutraal 23%
- pessimistisch 50% -23%
Voor de lange termijn is het beeld ook niet erg optimistisch. Zoals u in de
grafiek ziet gebeurt dat niet zo vaak. Er worden hier dezelfde argumenten
aangedragen.
- optimistisch 29%
- neutraal 27%
- pessimistisch 44% -15%
Ik heb deze maand ook maar eens de 1-jaars gemiddelden er bij gehaald. De
donkerblauwe lijn is het gemiddelde voor de lange termijn antwoorden. Dat is
nog nooit zo negatief geweest. Eerdere diepte punten waren eind 1999, begin
2008, zomer 2010 en najaar 2012. De licht groene lijn is het 1 jaars gemiddelde
van de korte termijn antwoorden. Het is duidelijk te zien, dat de experts op
lange termijn altijd optimistischer zijn dan op de korte termijn. Alleen nu dus
niet.
Toppers floppers
De keuzes waren deze maand prima. De top aandelen deden het beter dan de index,
terwijl de floppers juist wat achter bleven. Precies zoals het moet. Per saldo
een plus van 2,2%. Prima. Toch is er ook wel wat op aan te merken. De
particuliere beleggers volgens de IEX enquête hadden Arcelor Mittal bij
de toppers gezet. Dat aandeel steeg afgelopen maand met 40,5%. Wow. Ze hadden
overigens ook nog SBM Offshore Het een-na-beste aandeel in de AEX ) bij de
floppers gezet.
Maar met knallers als Arcelor mocht dat de pret niet drukken. Het fictieve
hedge fonds van de IEX lezers heeft een plus van 10,5% laten zien. Daar kan de
professionele hedge fonds wereld alleen maar jaloers naar kijken, want die
laten al jaren een dramatisch resultaat zien.
|
|
HEINEKEN
|
4
|
2,0%
|
ING
|
4
|
8,9%
|
RANDSTAD
|
3
|
6,4%
|
AHOLD
|
3
|
7,2%
|
---------
|
gemiddeld
|
|
6,1%
|
|
ALTICE
|
-5
|
-1,5%
|
AEGON
|
-4
|
3,3%
|
BOSKALIS
|
-3
|
6,4%
|
GEMALTO
|
-3
|
7,6%
|
--------
|
|
|
3,9%
|
|
|
|
Ahold en SBMO topper voor de maand juli, Royal Dutch Shell flopper
Voor de komende maand waren er veel verschillende antwoorden. Ieder aandeel is
wel genoemd, wat niet vaak voor komt. Bij de toppers kwam Ahold en SBMO naar
boven drijven. Gevolgd door ABNAMRO, AEGON en Randstad . Bij de floppers kam
Royal Dutch Shell duidelijk naar voren. De genoemde argumenten waren daar de
slechte cijfers, de twijfel aan het dividend en de dalende trend in de
olieprijs. Verder werd de lijst gecompleteerd door Arcelor, Altice en Unibail
Rodamco.
|
|
AHOLD
|
3
|
SEMO
|
3
|
ABNAMRO
|
2
|
AEGON
|
2
|
RANDSTAD
|
2
|
|
ROYAL
DUTCH SHELL
|
-5
|
ACELORMITTAL
|
-3
|
ALTICE
|
-2
|
UNIBAIL-RODAMCO
|
-2
|
|
Ondanks de vakantie deden er deze maand 48 experts aan de enquête
mee.
Dit artikel is ook eerder
verschenen op Analist.nl
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Markowitz-chimpansees,
Beursgorilla’s en beleggingszoogdieren |
Bron:
Willem D. Okkerse
|
Nu de OK-Score AEX portfolio formeel is opgeheven, kunnen wij, zonder verdere
commerciële uitgangspunten, op ons gemak de resultaten van de
afgelopen jaren eens nader beschouwen. Wij doen dit aan de hand van Markowitz,
alsmede de openbare uitkomsten zoals die zijn terug te vinden bij het
Effectenhuis Commissionairs door toetsing aan de Moderne Portefeuille
Theorie.
Moderne Portefeuille
Theorie
De moderne portefeuilletheorie (MPT) is een benadering van beleggen die ervan
uitgaat dat beleggers hun beschikbare vermogen investeren in een verhouding die
gebaseerd is op hóe de verwachte rendementen van de effecten met elkaar
samenhangen. Voorstanders van de MPT beweren, dat indien de analyse goed wordt
uitgevoerd, dit tot een optimale beleggingsportefeuilles leidt. Anderen zweren
in het kader van spreiden-is-risico-mijden bij Markowitz en volgen slaafs de
AEX.
Ze vergeten echter dat Markowitz geen wet is maar een theorema. Markowitz geldt
onder de cruciale veronderstelling van het aselect verwijderen van 1 fonds uit
een portefeuille. Dat verhoogt het risicoprofiel en verlaagt dus het rendement.
Inmiddels is door ondergetekende alsmede door Dr. Walkshäusl van de
Universiteit van Regensburg ook wetenschappelijk aangetoond dat selectief
verwijderen van slechte ondernemingen leidt tot een aanzienlijk HOGER rendement
tegen een LAGER risico.
De optimale
portefeuille
Een portefeuille is optimaal als er bij het gegeven risiconiveau geen hoger
rendement verkregen kan worden. Dit risico niveau wordt aangeduid met de
Standaard Deviatie (S.D.) van de (maandelijkse of jaarlijkse afwijkingen)
van de portefeuille in relatie tot zijn benchmark (normaliter de totale
verzameling van alle aandelen) waaruit wordt gekozen. De evaluatie van
portefeuillebeslissingen wordt gedaan door bij de afweging van het risico
versus rendement, gebruik te maken van de grootheden Alfa, Bèta en het
R-kwadraat.
Willem D. Okkerse
(1946)
is CEO van het OK-Score Institute in Rotterdam
en Brussel. |
Hij
begon in 1995 na in 1989 cum
laude zijn MBA te hebben behaald
aan een PhD onderzoek dat in 2000 de OK-Score ® opleverde. Voordien was hij
voorzittend partner van een adviesgroep gespecialiseerd in strategie en
corporate finance en bekleedde gedurende 1995-2000 o.a. de functie van CFO van
de milieu organisatie Green Cross van Mikhail Gorbachov. Tevens was hij
gastdocent aan de Universiteiten van Delft en Leuven alsmede de Hogeschool van
Arnhem en lid van de Raad van Advies van de Hogeschool van
Amsterdam |
Alfa
Alfa is de out-performance, die een portefeuille/beleggingsfonds heeft behaald
bovenop van wat verwacht zou mógen worden volgens een bepaald
beleggingsmodel. Een positieve Alfa geeft aan dat een fonds het beter heeft
gedaan dan op basis van de gegeven Bèta verwacht mocht worden. Evenzo
geeft een negatieve Alfa aan dat het fonds een under performance heeft, gegeven
de verwachtingen die behoren bij de Bèta van het fonds.
De Alfa wordt berekend door zowel van de index als van het betreffende fonds de
risicovrije rente (zeg 2%), af te trekken en dan het resultaat van de index te
vermenigvuldigen met de Bèta van het fonds.
Die uitkomst is de zogenaamde “expected return”, ofwel de uitkomst,
die het fonds - gegeven zijn risico - in vergelijking met de index tenminste
zou moeten halen. Het verschil tussen die uitkomst en zijn échte
uitkomst (op annual return = rente op rente basis) is de Alfa. Het geeft met
name de kwaliteit aan van de gemaakte keuzes van de beheerder boven de
invloeden van de index zelf. Hoe hoger de Alfa, hoe beter de kwaliteit van de
beheerderskeuze.
Bèta
De Bèta is een maatstaf voor de gevoeligheid van een fonds voor
bewegingen van de markt en is een tevens risicomaatstaf. De Bèta van de
markt (index) is per definitie 1.00. Een Bèta van 1.10 betekent dat een
fonds het gemiddeld 10% beter doet dan de markt als de markt opwaarts beweegt,
en gemiddeld 10% slechter als de markt daalt. Als de Bèta van een fonds
0.80 is, betekent dit dat een fonds tijdens een marktstijging het gemiddeld 20%
minder goed doet dan het marktgemiddelde, en gemiddeld 20% beter scoort dan het
marktgemiddelde bij een koersdaling. De Bèta wordt berekend door deling
van de variantie van de resultatenreeks van de betreffende index door de
covariantie van de resultatenreeks van de fondsenreeks met de indexreeks.
R-kwadraat
De R-kwadraat is dat gedeelte in het rendement van een fonds dat verklaard kan
worden door bewegingen in zijn benchmark index. Een R-kwadraat van 100
indiceert dat alle bewegingen in de index volledig gevolgd worden door
bewegingen in het rendement van het fonds. Als een fonds alleen in
indexaandelen belegt, zal het meestal een R-kwadraat dicht bij 100 laten zien.
Als omgekeerd een R-kwadraat laag is, betekent dit dat slechts een klein
gedeelte van het rendement van een fonds wordt verklaard door de index zelf.
Zij wordt berekend door de correlatie tussen fonds en index te kwadrateren.
De S.D.
De S.D. van de AEX - en in dit geval de AEX Total Return (dus inclusief
dividend) - in de periode 2003-2013 bedroeg op grond van de navolgende
uitkomsten 22,4%. Dit betekent dat een belegger gemiddeld (95% van de gevallen)
rekening moest houden met een uitslag naar boven en naar beneden van 2x22,4% op
het gemiddelde resultaat van 8,1% ofwel van plus 53% tot min 36,7%. In 2008
bleek deze inschatting door de min 52% zelfs ruim onvoldoende. De black swan
was born.
|
AEX
Gross Return |
OK-Score
AEX portefeuille |
2003 |
8,44 |
30,71 |
2004 |
6,76 |
3,51 |
2005 |
30,56 |
28,96 |
2006 |
17,19 |
14,77 |
2007 |
7,51 |
13,19 |
2008 |
-50,26 |
-21,30 |
2009 |
42,15 |
29,50 |
2010 |
9,24 |
6,91 |
2011 |
-8,80 |
3,08 |
2012 |
14,05 |
14,47 |
2013
(30.9.2013) |
12,28 |
18,39 |
Interessant daarbij is dan natuurlijk allereerst om vast te stellen welk totaal
rendement deze reeksen opleveren. Dit is voor de AEX Gross Return het
welgetelde percentage van 71,8%, totaal hetgeen de annual return (een rente op
rente) van 5,2% per jaar oplevert en voor de OK-Score portefeuille 245% met een
a
Harry M.
Markowitz
(1927)
|
Affiliation
at the time of the award: City University of New York. he
constructed a micro theory of
portfolio management for individual wealth holders.
Rewarded with
a "Nobel" prize for "their
pioneering work in the theory of financial economics" together with Merton
Miller and William Sharpe
Lees
meer
|
nnual return van 12,3%
Risico
Volgens Markowitz zou een spreiding over 25 aandelen van de AEX minder risico
(lees S.D.) moeten opleveren dan een spreiding over het door de OK-Score
geselecteerde aantal van min. 8 en max. 20 aandelen uit die AEX. Bij het AEX-OK
Fonds werden de fondsen niet aselect maar uitsluitend met behulp van het
OK-Score Model geselecteerd. M.a.w. de “slechte” ondernemingen
werden verwijderd uit de index.
Aangezien de S.D. van de OK-Score portefeuille volgens bovenstaande uitkomsten
met 15,1% duidelijk LAGER was dan de S.D. 23,4% van de AEX Gross Return,
betekent dit dat het risico van beleggen met de OK-Score theorie dus sowieso al
veel LAGER was dan het beleggen in de AEX index.
Alleen daaruit moge duidelijk zijn dat de OK-Score beter moet werken dan het
opgooien van een muntstuk ad 50/50 of het gooien van een pijltje op een
dartboard zoals bij de zoogdieren het geval was.
Vergelijkend
warenonderzoek
Dit brengt ons op de volgende te vergelijken uitkomsten : Annual return
OK-Score : 12,3% terwijl de Bèta van de OK-Score met de AEX 0,81 is. Om
nu de Alfa te berekenen wordt de hiervoor omschreven formule gehanteerd.
De OK-Score is een classificatie van de
financiële gezondheid en levensvatbaarheid van een bedrijf op basis van
een beoordeling van de gegevens van ten minste vijf opeenvolgende jaarverslagen
in hun onderlinge samenhang en ontwikkeling.
De aan de OK-Score ten grondslag liggende methode is ontwikkeld door Willem
Okkerse en is gebaseerd op de verzamelingenleer. Het totaal van die
classificaties wordt een credit score of credit rating genoemd.
Bron: Wikipedia
[red] |
OK-Score AEX |
: 12,3%
rendement minus 2% risico
vrijbeleggen |
= 10,3% |
AEX |
: 05,2%
rendement minus 2% risico
vrijbeleggen |
= 03,2% |
Verwacht rendement van de OK-Score op grond van de lagere Bèta is 0,81 x
3,2% =2,6%
Alfa is dus het bereikte risicolose resultaat van 10,3% minus het te verwachten
risicolose rendement van 2,6% = 7,7%
Het R2 is 79,25 m.a.w. er wordt door de beheerder een duidelijk afwijking
gemaakt van de index
De bereikte Alfa = 7,7%
Voor het eerst in de geschiedenis is het mogelijk gebleken om met een
aanzienlijk lager risico dan de index en met minder spreiding toch een
aanzienlijk hoger risicovrij rendement te scoren.
Een Alfa van 7,7%, hetgeen ruim bemeten boven alle beleggersorganisaties in
Europa uitkomt geeft met name de kwaliteit aan van de keuzes die met de
OK-Score uit de index gemaakt kunnen worden.
De wetenschappelijke quintessence daarbij is, dat de tot nog toe gangbare
theorie, dat een hoger rendement alleen met méér risico gepaard
gaat, hiermee volledig ontkracht wordt.
Dit lijkt mij een doorbraak te zijn van de Markowitz gedachten en een
fundamentele aanpassingsmogelijkheid te bieden voor het ALM (Asset &
Liability Management) proces.
Wij hebben er daarbij maar vanaf gezien om naast de Alfa van de OK-Score, de
resultaten van andere fondsbeheerders te plaatsen; zij zijn daartoe m.i. zelf
uitermate goed toe in staat.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Hcc Beleggen interessegroep CoSA
|
|
CoSA, Computerondersteunde Selectie van Aandelen,
gebaseerd op fundamentele analyse van bedrijven. Er wordt primair gekeken naar
omzet, nettowinst, eigen vermogen, dividenden en winst per aandeel om de
kwaliteit van een bedrijf te bepalen. Pas als het bedrijf kwalitatief aan
minimum eisen voldoet wordt er naar de koersen gekeken. |
Indien u
meer wilt
weten over de activiteiten van CoSA, kunt u de voorlopige CoSA-webpagina
(klik hier), raadplegen of contact opnemen met de
voorzitter: Jan van der Meulen via CoSA-L@beleggersonline.nl
U kunt zich met hetzelfde mailadres aanmelden voor het ontvangen van
informatie, zoals de wekelijks verschijnende CoSA-nieuwsbrief en voor het
verkrijgen van toegang tot de voor CoSA-leden beschikbare Europese
CoSA/SSG-verzameling. |
|
|
|
|
|
|
Nieuwe
records. En nu? |
Bron:
Hendrik Oude Nijhuis
|
's Werelds belangrijkste beursindex, de Amerikaanse S&P 500, bereikte
onlangs een record. Nooit eerder stond deze index hoger. Voor de Dow Jones
geldt precies hetzelfde.
Tegenwind gaat liggen
De records zijn opvallend te noemen wanneer u weet dat de totale winst van de
bedrijven in de S&P 500 al vier kwartalen op rij daalt. En voor dit
kwartaal wordt opnieuw een winstdaling voorzien.
Vanwege de in waarde gestegen dollar is de winst die Amerikaanse bedrijven
buiten de Verenigde Staten behalen in dollars gerekend minder waard geworden.
En vanwege de fors gedaalde olieprijs zagen energiebedrijven de winst flink
dalen en moest bovendien stevig worden afgeboekt.
De tegenwind die samenhangt met beide effecten zal echter op vrij korte termijn
gaan liggen. Het afgelopen jaar is de dollar niet meer zoveel sterker geworden
en bovendien is de olieprijs al zo'n 70% gestegen vergeleken met de laagste
niveaus van begin dit jaar.
Hendrik Oude Nijhuis
Auteur, oud bestuurslid HCC Beleggen en BSC Duitenberger.
Oprichter Warrenbuffet.nl |
Hendrik Oude Nijhuis heeft Management,
Economics & Law aan de Universiteit Twente gestudeerd en
heeft zich jarenlang verdiept in de
strategieën van ‘s werelds beste beleggers. Zijn bestseller over
Warren Buffett is via de website http://www.warrenbuffett.nl/ gratis beschikbaar. Deze
column is
niet bedoeld als individueel advies tot het doen van
beleggingen. |
Redelijke waarderingen
Waarschijnlijk dat de winst van de bedrijven in de S&P 500 binnen enkele
kwartalen weer opwaarts zal tenderen. Dit vanwege de gestage groei van de
Amerikaanse economie en vermindering van de genoemde negatieve effecten.
Uitgaande van de verwachte winst voor de komende vier kwartalen komt de
koers/winst-verhouding voor de S&P 500 nu uit op 16,5.
Een waardering van 16,5 keer de winst is iets lager dan het langjarig
gemiddelde van 16,7 keer de winst. Hierbij merken we nog op dat de extreem lage
renteniveaus eigenlijk juist een wat hoger dan gemiddelde waardering zouden
rechtvaardigen.
Perspectief
Begin dit jaar was sprake van paniek op de aandelenmarkten en niet eerder
begonnen aandelen het jaar zo slecht als dit jaar. En meer recent was sprake
van enige paniek vanwege de sterke koersdalingen die volgden op het nieuws dat
de Britten voor een vertrek uit de Europese Unie hadden gestemd. Het schetsen
van enig perspectief lijkt zo bezien geen slecht idee.
Tussen het jaar 1900 en 2000 steeg de Dow Jones van 66 punten tot 11.497
punten. Dat is een gemiddelde stijging van 5,3% per jaar. Veronderstel ik
eenzelfde rendement voor de toekomst - onredelijk lijkt mij dit niet - dan
impliceert dit een stand van ongeveer 30.000 punten omstreeks het jaar 2025. Om
rond 2050 voor het eerst boven de 100.000 punten uit te komen.
Waar menig belegger de schrik van de dalingen van eerder dit jaar nog amper te
boven is en sommige beurzen op een recordstand staan geef ik beleggers de raad
niet zozeer te focussen op de korte termijn. Momenteel lijken aandelenmarkten
nog geenszins overgewaardeerd en goed bezien zijn nog veel hogere niveaus
uiteindelijk gewoon een kwestie van tijd...
|
|
|
|
|
|
|
Seizoenspatronen |
Bron: Jan Kolkman
|
Jan Kolkman,
oprichter van Stockpicker-signaal |
heeft
tientallen jaren ervaring opgedaan
met de belegging in
aandelen bij een grote beleggingsmaatschappij en hij heeft zich daarna, via
cursussen, symposia en heel veel lezen, gespecialiseerd in technische analyse.
Hij hanteert diverse algemeen gebruikte indicatoren en daarnaast ook signalen
uit eigen koker. |
In het dagelijks leven hebben we op vele terreinen te maken met
seizoenspatronen. Zo kwam ik begin jaren 90 op het idee of er bij aandelen ook
sprake was van een seizoenspatroon. Daarbij dacht ik in eerste instantie aan
het aandeel Heineken.
Ervan uitgaande dat er in de zomer meer bier wordt gedronken dan in de
winterperiode ging ik aan de slag met maandelijkse koersen in de periode 1973
– 1992. En dat deed ik niet alleen voor Heineken, maar voor nog
zo’n 700 andere aandelen wereldwijd.
Ik ging er daarbij van uit in welke zesmaands periode er de meeste winst te
behalen zou zijn in elk van die aandelen.
Uit dat onderzoek bleek dat de zesmaands periode van eind oktober tot eind
april het meest lucratief was.
Dat gold ook voor Heineken, dus juist niet de zomerperiode !!
Sell in May and go away, |
but come back in
September. |
Deze uitspraak was dus nog steeds geldig. En elk jaar denk ik er weer aan. Zo
in de geest van: Het is nu eind april, dus moet ik niet uit de markt
stappen?
Wanneer ik op zo’n moment de situatie bekijk zie ik daarvoor geen
aanleiding, maar achteraf blijkt het toch dat het niet zo gek was geweest
afscheid te nemen van bepaalde aandelen.
Zo
stond eind april
2016: |
|
|
|
de AEX op 440 |
en nu, |
426 na een low van 409, |
|
de DAX toen 10039 |
en nu, |
9597 na een low van
9214, |
|
de Dow toen 17774 |
en nu, |
17410 na een low van
17063, |
|
de S&P 500 toen
2065 |
en nu, |
2036 na een low van
1992, |
|
de Nasdaq toen 4775 |
en nu, |
4692 na een low van
4574. |
Wat is de oorsprong van dat
fenomeen Sell in
May?
Een veel gehoorde mening is dat de beurshandelaren in New York eind april hun
biezen pakten en de warme stinkende stad verlieten om de zomer in hun zomerhuis
aan de heerlijk koele kust te gaan vieren. In die tijd waren die locaties
natuurlijk nog verstoken van communicatiemogelijkheden zoals we die nu
kennen.
Daarom bouwden die beurshandelaren hun posities af om ze na de zomer, in
september, weer op te bouwen.
In het boek Technical Analysis Explained van Martin J. Pring schrijft hij op
pagina 262 over de aparte seizoenmatigheid – als goede beursstemming
– op de dag voor een feestdag zoals in 2016:
|
New Year |
- 1 januari |
|
President’s Day |
- 15 februari |
|
Memorial Day |
- 30 mei |
|
Independance Day |
- 4 juli |
|
Labor Day |
- 5 september |
|
Thanksgiving Day |
- 24 november |
in vergelijking met een gemiddelde beursdag, geen feestdag zijnde.
Er is nog een ander seizoenspatroon te ontdekken, namelijk het weekpatroon.
Maandag blijkt steeds weer gemiddeld de slechtste dag van de week te zijn en
vrijdag de beste. We doen er dus goed aan onze aankopen bij voorkeur op maandag
te plannen en onze verkopen op vrijdag. Ik zie in dit patroon de overweging van
de particuliere belegger, maar ook van de professional – want ook hij is
maar een mens met emoties ! – die in het weekend de situatie, vooral na
een minder goed week, nog eens heeft overdacht en besluit toch maar te
verkopen. Aan de andere kant op vrijdag, en dan speciaal na een goed verlopen
week, nog wat aandelen bij te kopen in de verwachting dat ze de volgende week
duurder zullen zijn.
Tot slot de seasonality gedurende de dag.
Over het algemeen zie je in het eerste half uur van een beursdag dat de koersen
stijgen, dan urenlang ongeveer gelijk blijven om in het laatste halfuur nog
even een spurt in te zetten.
Daarom zeg ik:
Houd rekening met deze seizoenspatronen en werk altijd met limieten en geef
nooit een bestens order op. Dan kan er zo maar iemand zijn, speciaal in een
dunne markt, die een belachelijk bod neerzet en jouw aandelen koopt voor een
prijs die voor jou om te huilen is.
|
|
|
|
|
|
|
Hcc Beleggen interessegroep
Noordbeleggen
|
groep Noordbeleggen
is
gestart in maart 2006 rond het beleggingsprogramma Vestics.
Inmiddelszijn wij verder gegaan in de boeiende wereld van het beleggen.
Zo doen we onze beleggingen op individuele basis en komen zo'n vijf keer per
jaar bijeen. Het zijn 'interactieve' bijeenkomsten waarin nieuwtjes en
ervaringen onder het genot van een kopje koffie worden uitgewisseld.
Naast het bespreken van het vaste onderwerp: de 'echte' portefeuille, komen ook
onderwerpen als: ervaring met broker software, handelssystemen, indicatoren,
werking van opties/turbo's enz aan bod.
Met als rode
draad:
|
- Selecteren van Aandelen.
- Selecteren van Opties.
|
- Werking en selectie van Turbo's
- Selecteren van Beleggingsfondsen
|
Benieuwd? Kom kom gerust een keer kijken of het iets voor je is. Mail voor meer
info naar Ben
Rietveld
|
|
|
|
|
|
|
Hoog
dividend: te mooi om waar te zijn |
Bron:
Jeffrey Schumacher, Morningstar.
|
Jeffrey Schumacher CFA, Senior Fondsanalist
bij Morningstar Benelux |
na
zijn opleiding aan de VU Amsterdam en
het behalen van het
certificaat Chartered Financial Analyst (CFA) aan het CFA Institute is hij
vanaf juni 2011 als Senior Fund Analyst werkzaam bij Morningstar. Daavoor
was hij van 2006 tot 2009 werkzaam bij Theodoor Gilissen Bankiers als
Equity/Commodity Analyst en aansluitend tot juni 2011 werkzaam als
Vermogensbeheerder Services / Fund Trading bij SNS
Securities. |
In
vergelijking met de almaar dalende rente op obligaties en de zuinige
rentevergoeding op een spaarrekening, wordt het dividendrendement van aandelen
steeds aantrekkelijker. Dividendbeleggers moeten echter waakzaam blijven en een
hoog dividendrendement eerder met een kritische blik benaderen dan met gejuich
ontvangen.
Negatieve rente op obligaties. Iets wat lang niet voor mogelijk werd gehouden,
is vandaag de dag de realiteit voor obligatiebeleggers.
Bij een negatieve rente wordt een crediteur feitelijk betaald om geld te lenen,
met andere woorden, de uitlener (obligatiehouder) accepteert een lagere totale
opbrengst in de toekomst dan het bedrag dat hij nu uitleent. De omgekeerde
wereld dus.
Waar deze unieke situatie zich eerst voordeed bij zeer kortlopende
staatsobligaties van de traditionele veilige havens zoals Duitsland, is er
volgens Fitch inmiddels een zee van 11,7 biljoen euro aan obligaties waar
beleggers per saldo vrijwillig geld op inleveren.
Voor bedrijfsobligaties ontvangen beleggers doorgaans nog wel een positieve
vergoeding, maar ook hier staat er druk op de opbrengsten.
Exceptionele omstandigheden
Tegen de achtergrond van dalende obligatierentes is het dividendrendement van
aandelen erg aantrekkelijk geworden.
De onderstaande grafiek toont aan dat het dividendrendement van bijna 70% van
de Europese bedrijven hoger is dan het effectief rendement van de iBoxx EUR/GBP
Corporate Bond Index. Gemiddeld ligt dit percentage op 20%.
Dit illustreert de exceptionele marktomstandigheden waar beleggers vandaag de
dag mee te maken hebben.
Hoewel het hoge dividend als een magneet werkt op beleggers die op zoek zijn
naar rendement, dienen zij zich er wel van bewust te zijn dat een
dividenduitkering geen zekerheid is.
Een bedrijf bepaalt zelf of er dividend wordt uitgekeerd aan
aandeelhouders.
In moeilijke marktomstandigheden waar de winst en kasstroom van bedrijven onder
druk staan, kan het management van een onderneming besluiten om het dividend te
verlagen of helemaal te schrappen.
Het hoge dividendrendement lijkt dan in eerste instantie een mooie belofte,
maar beleggers lopen het risico om met lege handen te komen te staan, als de
resultaten van het betreffende bedrijf te wensen overlaten.
Waarschuwingssignaal
Het dividendrendement bestaat uit de variabelen dividend en de
aandelenkoers.
Een hoog dividendrendement komt voort uit ofwel een hoog dividend ofwel een
lage koers. Dat eerste is positief, maar dat laatste niet. Als om die reden het
dividendrendement hoog is, dan is dat eerder een waarschuwingssignaal van de
markt dat een handhaving van het dividend onrealistisch is. Want een lage koers
weerspiegelt een gebrek aan vertrouwen bij beleggers over de toekomstige
verdienkracht van het bedrijf.
De onderstaande grafiek laat zien dat gemeten sinds 1995, dividenden doorgaans
vrij betrouwbaar zijn wanneer het dividendrendement lager is dan 6%.
Hier ligt het gerealiseerde dividendrendement vlak bij het voorspelde
dividendrendement.
Voor aandelen die een hoger dividendrendement bieden, draait het in veel
gevallen op een teleurstelling uit. Het hoge dividend wordt niet of slechts
gedeeltelijk uitbetaald.
Voorbeelden zijn er legio: bankaandelen gedurende de financiële crisis,
telecomaandelen in 2012 en mijnbouwers en oliebedrijven vandaag de dag. Een
hoog dividend kan dus weleens minder duurzaam zijn dan gedacht en is dus niet
altijd een beter dividend.
Lees meer over
dividendbeleggen:
-Hier kraakt het dividend. (Jeffrey Schumacher over de
risico's van een hoog dividend)
-Tien niet te missen weetjes over
dividendbeleggen
-Dividendfondsen bekeken door vier lenzen |
|
|
|
|
|
|
- Redactieleden gezocht -
|
Bron: Redactie
HCC
Beleggen |
De HCC Beleggen
organiseert een aantal
activiteiten. De bekendste activiteiten die wij organiseren zijn de
beleggerssymposia, die we tweemaal per jaar houden in De Bilt, de regiogroepen
en deze nieuwsbrief. Een toenemend aantal mensen wil ook aktief meedoen. En dat
Kan.
Voor de organisatie van onze symposia
zijn wij voortdurend op zoek naar mensen die een bijdrage willen leveren aan de
totstandkoming hiervan.
Het is niet alleen leuk om dergelijke evenementen te organiseren, maar het is
ook een ideale gelegenheid om je netwerk uit te breiden met interessante
contacten.
--
Redactieleden gezocht --
Voor de nieuwsbrief en de website zijn wij dringend op zoek naar mensen die de nieuwsbrief en/of
website redactioneel willen beheren en/of het aandurven een column,
een artikel of recensie te schrijven.
--
Webmaster gezocht
--
Voor de website zijn wij dringend op zoek naar een of meerdere die de website
willen
beheren .
Zonder deel uit te maken van de organisatie kunt u vanzelfsprekend ook meedoen
aan
één van de Regio- of Belangstellingsgroepen.
Maar ook andere dingen doen zoals het geven van een aardige lezing, met
anderen handelsstrategieën uitwerken, software onder de knie krijgen of
gewoon een groep vormen waarmee je samen de markt analyseert/bespreekt, behoort
tot de mogelijkheden.
Bestuursleden worden
telkens voor een
vaste periode benoemd met een maximum van 2 periodes en om die reden zijn wij
altijd op zoek naar mensen die bereid zijn de kar te trekken.
Ben jij enthousiast en denk je dat een vrijwilligersfunctie jou op het lijf
geschreven is, neem dan per email contact op met het HCC Beleggen bestuur of met
de redactie
|
|
|
|
|
|
|
|
Disclaimer: Deze
publicatie komt tot stand op de redactie van beleggersonline.nl de website van
de HCC IG Beleggen. Noch de mate waarin de berichten, voorgestelde
scenario’s, risico’s en voorspellingen de marktverwachtingen
weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen,
kunnen worden gewaarborgd. De voorspellingen zijn indicatief. De gegevens in
deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden
beschouwd als beleggingsadvies. De
schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur van de HCC IG Beleggen en/of de
Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet aansprakelijk voor eventuele
verliezen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren, behaalde resultaten uit
het verleden geven geen garantie voor de toekomst. |
|
|
|