Nieuwsbrief20150901

Deel dit artikel

,

geen foto beschikbaar
..
HCC-Beleggen-Nieuwsbrief-logo.gif
september 2015
..

65stebeleggerssymposium750x166.png

Voor de 65e keer wordt er een symposium georganiseerd. Ikzelf kan me de eerste keer niet herinneren maar in de loop van de jaren heb ik heel wat inspiratie opgedaan op het symposium.
Dit komt door de grote diversiteit aan sprekers en uiteraard door goede presentaties (misschien is er trouwens iemand die er de eerste keer wel bij was en daar een klein stukje over zou willen schrijven?).
Om die reden hebben we er dit keer voor gekozen om een aantal oude bekenden terug te vragen. Daarnaast zijn er ook weer een nieuwe sprekers die elk vanuit een verschillende invalshoek met het beleggen bezig zijn.

Een paar van de oude bekenden zijn Royce Tostrams (Tostrams) en Willem Middelkoop (Commodity Discovery Fund). Zoals altijd zullen ze heldere uitspraken, over hoe zij de toekomst zien, doen. Mooi om hun uitspraken te vergelijken en als elementen voor je eigen beleggingsplan te gebruiken.

Daarnaast zijn er ook nieuwe sprekers zoals Arthur Hopstaken (HJCO) over de mogelijkheden van alternatieve beleggingen, Barbara Kos (Pictet) over thematisch beleggen en Selwyn Duijvestijn (marktgevoel.nl) over contrair beleggen.
65ste HCC Beleggen symposium


Je bent nooit te oud om te leren

Keynote-sprekers:
 

Willem Middelkoop

Nederlands publicist, fotograaf, ondernemer en voormalig beurscommentator op RTL Z.  Auteur van diverse spraakmakende boeken w.o. "Als de dollar valt", "Overleef de kredietcrisis" en "The big Reset". In 2008 richtte hij het Commodity discovery Fonds op en starte hij de webshop Amsterdamgold.com welke hij later verkocht aan Value8.


Royce Tostrams

Sinds zijn afstuderen in 1976 in Amsterdam houdt Tostrams zich als technisch analist bezig met het beoordelen van beurskoersen aan de hand van de grafieken. Hij werkte onder meer voor Robeco, IRIS en de ING Bank. In 1999 richtte hij zijn eigen bedrijf op, de Tostrams Groep, om beleggingsadviezen uit te brengen.

Kortom, zorg dat je er op 10 oktober bij bent het belooft een leuke dag te worden!

Op  beleggerssymposium.nl worden in de komende tijd alle details over dit symposium gepubliceerd.



^  Inhoud


Margin of safety naar Pat Dorsey.  
Bron:  Ben van den Anker
Pat-Dorsey138x354.gif
5r_views-by-pat-dorsey253x354SH.gif

In deze column licht ik de benadering van voormalig directeur van Morningstar Pat Dorsey (tijdens de jaren 1989 – 2011) met betrekking tot het waarderen van aandelen toe.


Pat Dorsey beschrijft dit uitvoerig in zijn boek ‘The five rules for succesfull stock investing 1). ’ Alhoewel ik hier niet op deze vijf regels inga is dit boek een absolute aanrader.
Op zeer veel plaatsen zijn er op het internet gegevens over de waardering van aandelen te vinden.

Een nadeel van de tegenwoordig veel gebruikte ratio’s is echter dat weliswaar aandelen met elkaar vergeleken kunnen worden op prijs, maar de waarde van het aandeel veelal buiten beschouwing gelaten wordt. Zonder de waarde te kennen is het moeilijk een prijs te bepalen voor het aandeel.


De benadering van Morningstar gaat net zoals bij Warren Buffet uit van een ‘margin of safety’, aandelen worden dus enkel tegen een prijs lager dan de intrinsieke waarde aangeschaft. De intrinsieke waarde is hierbij niet zo gemakkelijk te relateren aan de veel gebruikte prijs boekwaarde, maar richt zich meer op de cash flow en groei waarden die het bedrijf nu en in de toekomst kan genereren.
Met kennis over de intrinsieke waarde kan ook bijvoorbeeld een P/E-ratio in een ander licht gezien worden.

De vrije cashflow is belangrijk, omdat dit uit het bedrijf genomen kan worden zonder het bedrijf operationeel te schaden. Bedrijven keren dit uit als dividend, kopen aandelen in waardoor het percentage eigenaarschap van aandeelhouders toeneemt of het bedrijf kan het herinvesteren in het bedrijf.
Een present value berekening past de toekomstige cashflow aan het gegeven aan dat deze toekomstige cash flow vandaag minder waard is.Geld dat we vandaag ontvangen kunnen wij investeren tegen een bepaalde opbrengst.
Een toekomstige cashflow kunnen we pas investeren als we het ontvangen. Daarbij speelt geldontwaarding tevens een rol. Er is dus sprake van een discount rate bij het afwaarderen van een toekomstige cash flow en het is dan logisch dat aandelen met een relatief stabiele voorspelbare cashflow relatief een lagere discount rate hebben dan aandelen met een minder voorspelbare cashflow.
ben-van-den-anker 2011-120x160.gif

Ben van den Anker (1976) is schrijver / columnist en
lid centrale directie aan het Candea College
Hij heeft zijn PhD in Business & Management tijdens een negenjarig verblijf in Zuidoost Azië aan de International Graduate School of Business (University of South Australia) behaald. Hij is auteur van het boek The perceived role of Host Country Nationals in Expatriate Adjustment (2010, Ben van den Anker). Zijn onderzoek richt zich met name op de rol van cross-culturele interactie in het functioneren van expatriates. Daarnaast is hij voor de International Business Review revisor voor wetenschappelijke artikelen op het snijvlak business en management.

De discount rate is afhankelijk van de grootte van het bedrag, timing en het risico verbonden aan de toekomstige cash flow.

Om de huidige waarde te bepalen kun je de cashflow delen door 1.0 plus de discount rate.
Een cashflow van 100 € met een 10 procent discount rate voor de periode van één jaar is dan 100/1.1 ofwel 90.91 € waard. Anders gezegd, 90.91 € tegen 10% rendement is over een jaar 100 € waard.
Hoe bepalen we dan de discount rate? De twee factoren time value en risico spelen hier een groet rol.
Gaan rente tarieven omhoog, dan gaat ook de discount rate omhoog.
Dit geldt ook voor het risico van het bedrijf. Kleinere bedrijven lopen meer risico dan grotere.
Bedrijven met hogere schulden nemen eveneens meer risico. Cyclische bedrijven vinden het vaak problematischer cashflow correct in te schatten, dus ook hierbij zal de discount rate hoger zijn.
De beroemde ‘economic moat’ oftewel competitief voordeel van het bedrijf is van belang, net zoals de complexiteit van het zaken doen.
Kortom, een eenduidig antwoord op de vaststelling van de discountrate is niet te geven. Morningstar houdt een discountrate van 10.5% aan voor het gemiddelde bedrijf. Stabiele bedrijven als Johnson & Johnson en Colgate worden met 9% discountrate bediend en innovatieve bedrijven als Micron Technology en E*Trade zitten met hun discount rate tussen de 13 en 15%.

Als volgende stap wordt de perpetuity value berekend. Hiervoor wordt de meest recente cashflow genomen, opgehoogd met de waarde waarmee je voorspelt dat de cashflow zal groeien over een periode van bijv. 10 jaar. De uitkomst wordt dan gedeeld door de discountrate minus de verwachte groei rate.
Het volgende model geeft de gehele procedure aan.

Simpel 10-jaar waarderingsmodel

Stap 1: voorspel de vrije kasstroom (FCF) voor de volgende 10 jaar

Stap 2: Discount deze FCF om de present value te benaderen.
  • Discounted FCF = FCF / (1 + R)n
R is hierbij de discount rate en N het aantal jaren dat wordt gebruikt.

Stap 3: Bereken de perpetuity waarde en discount dit naar het heden.
  • Perpetuity value = FCF10 x (1 + g) / (R-g)
  • Discounted Perpetuity Value = perpetuity Value / (1 = R)10
Stap 4: bereken de totale equity waarde door de discounted perpetuity waarde en de 10 discounted cahsflows (in stap 2 berekend) toe te voegen.

Stap 5:  Bereken per aandeel waarde door de totale equity te delen door het aantal uitstaande aandelen.
  • Waarde per aandeel = totale equity / uitstaande aandelen
Om het allemaal wat inzichtelijker te maken is onderstaand een voorbeeld van de berekening uit het boek toegevoegd 2).

Het belangrijkste bij deze oefening is dat we onszelf dwingen anders te kijken naar de waardering van bedrijven. Een P/E ratio van 16 keer de earnings als redelijk te beschouwen krijgt meer ‘body’ door de toekomstige en huidige waarde te bepalen. Hiermee wordt het ook mogelijk een margin of safefy te ontdekken.
Dat het in de praktijk niet allemaal zo voorspoedig verloopt blijkt wel uit de aankoop van Nokia door Microsoft en de aankoop van Gen Re door Berskshire Hathaway.
Warren Buffet zei na deze problematische aankoop “Gen re’s culture and practises had substantially changed and unbeknownst to management – and to me- the company was grossly mispricing its current business’ 3). Iedere benadering voor het investeren in equity heeft zijn eigen merites, maar het werken aan de ontwikkeling van intrinsieke waarde houdt de belegger gefocust op de waarde van het bedrijf in plaats van de prijs van het aandeel.
Het is hierbij zaak verder te kijken dan de ratio’s die op het verleden gebaseerd zijn. Het aandeel is de huidige waarde van de toekomstige cashflow waard en die waarde wordt bepaald door de grootte van de cash flows, timing en het risico verbonden aan de cash flow.
Pat Dorsey is in januari 2014 overigens gestart met Dorsey Asset Management, waar hij een zeer beperkt aantal aandelen in portefeuille houdt.

1)Pat Dorsey, The five rules for succesfull stock investing; Morningstar’s guide to building wealth and winning in the market, 2004.
tabel-behorend-bij-column-Ben-van-den-Anker20150901.jpg
2)Afbeelding: Berekening uit boek van Pat Dorsey, 'The five rules for succesfull stock investing'; Morningstar’s guide to building wealth and winning in the market, 2004, p. 150.
3)
http://www.berkshirehathaway.com/2002ar/2002ar.pdf



^  Inhoud


Rangtabel in wekelijkse CoSA-Nieuwsbrief 
Bron:  HCC Beleggen CoSA-werkgroep
In dit artikel bespreken we de Rangtabel die wekelijks met onze Nieuwsbrief wordt verzonden. Deze tabel geeft een overzicht van alle aandelen die we volgen.

Op dit moment zijn dat 366 aandelen verdeeld over diverse beurzen: 38 Amsterdam, 16 Brussel, 26 XETRA, 8 Parijs en 278 New York. We streven naar een verdere uitbreiding van deze verzameling, waarbij we vooral meer EU-aandelen hopen toe te voegen.

Sinds kort volgen we niet alleen Koersgroeiaandelen, maar ook voegen we aandelen toe die interessant zijn voor een Dividend(groei)belegger.

Dat we op dit moment in meerderheid US-aandelen in ons bestand hebben komt enerzijds door het grote aantal aandelen dat in de US een beursnotering heeft en anderzijds doordat voor de US-markten eenvoudig selecties gemaakt kunnen worden met behulp van zeer betaalbare software. Voor de EU-aandelen bestaat dergelijke software niet voor zover wij weten.
Voor de EU-aandelen moeten we de ssg’s handmatig aanmaken en aanpassen na het verschijnen van een nieuw jaarverslag. Daarbij worden ook data van Morningstar gebruikt. Hieronder ziet u een deel van een recente Rangtabel.

Klik hier om zelf de hele Tabel te downloaden.
cosa20150826-Nieuwstabel-1_3.gif
fig 1: Kolom A-M CoSA Rangtabel
cosa20150826-Nieuwstabel-2_3.gif
De tabel geeft een overzicht van alle aandelen in ons bestand. Voor elk aandeel wordt de actuele waarde getoond van de verschillende kengetallen die we gebruiken.
Uitleg bij de verschillende afkortingen die in de kolomkoppen worden gebruikt, vindt u in de gele kolommen AA t/m AG.
Bovenaan ziet u vier knoppen waarmee u de sortering kunt wijzigen door op een knop te klikken. Sorteringen zijn mogelijk op Ticker, Bedrijfsnaam, Beurs en NAIC met filters.
fig 2: Kolom N-Y CoSA Rangtabel
Deze laatste sortering zorgt ervoor dat de aandelen die volgens onze criteria het meest aantrekkelijk zijn bovenaan komen te staan. Bovenaan staan dan de aandelen met een Koop-oordeel zowel op grond van de NAIC-criteria als de extra filters die wij hebben ontwikkeld. Binnen deze groep worden deze aandelen van hoog naar laag gerangschikt op basis van de berekende TRg-waarde. TRg = groei van het totaalrendement (Total Return), omgerekend naar het jaarlijkse groeipercentage
In kolom AD (Extra Filters) ziet u grenswaarden die onze voorkeur hebben en die gebruikt worden bij de beoordeling of een aandeel aan Koop-, Houden- of Verkoop-voorwaarden voldoet.

U kunt deze grenswaarden echter wijzigen en daarna de rangorde opnieuw laten bepalen.

Zo kunt u een selectie maken gebaseerd op uw eigen voorkeuren.

Indien u meer wilt weten over de NAIC methode en over CoSA, kunt u de voorlopige CoSA-webpagina (Klik hier), raadplegen.
cosa20150826-Nieuwstabel-3_3.gif
fig 3: Kolom Y-AG CoSA Rangtabel
Ook kunt u contact opnemen met de voorzitter: Jan van der Meulen via CoSA-L@beleggersonline.nl   U kunt zich op hetzelfde mailadres aanmelden voor zowel het ontvangen van informatie,  de wekelijks verschijnende CoSA-nieuwsbrief en voor het verkrijgen van toegang tot de voor CoSA-leden beschikbare Europese CoSA/SSG-verzameling.



^  Inhoud


Centrale bank houdt vinger aan de pols bij geldschepping 
Bron:  DNB.nl
Inspecting-Euro_banknotes-SH340x219.gif
 
Weinig mensen zullen bij het afrekenen van de dagelijkse boodschappen stilstaan bij de vraag wat de definitie is van geld en hoe geld ontstaat.
Toch gaat het hier om een economisch verschijnsel dat van grote invloed is op het functioneren van de economie en onze samenleving.
Dat is ook de reden waarom de hoeveelheid geld in het economisch systeem scherp in de gaten wordt gehouden door centrale banken.
Wat is geld?
Geld is het medium dat in een economie als betaalmiddel algemeen geaccepteerd wordt, en gebruikt wordt als rekeneenheid en oppotmiddel.
Geldschepping-dnb-youtube-SH250x166.gif



Klik op link om videopresentatie
 "Geldschepping"
in uw browser af te spelen
https://youtu.be/h1aY0fCSb00
Centrale banken hanteren een heel concrete definitie om de geldhoeveelheid in een economie te meten. Daarbij gaat het om financiële activa in handen van huishoudens en bedrijven die gemakkelijk als betaalmiddel ingezet kunnen worden.
Uit  Figuur 1 blijkt dat volgens deze definitie de geldhoeveelheid slechts voor een klein deel bestaat uit munten en bankbiljetten. Voor het overgrote deel bestaat de geldhoeveelheid uit banktegoeden, vooral betaal- en spaarrekeningen.
De hoeveelheid geld in het economisch systeem verandert continu. Het toenemen van de geldhoeveelheid heet geldschepping. Banken spelen een centrale rol bij het ontstaan van geld. Daarom worden banken ook wel geldscheppende instellingen genoemd.
Figuur-Samenstelling-van-de-geldhoeveelheid_tcm46-325252-SH400x234.PNG


Figuur 1 (Samenstelling van de geldhoeveelheid)


Geldschepping door wederzijdse schuldaanvaarding tussen bank en klant
Geldschepping is een gevolg van het aangaan van een lening bij een bank.
Wanneer een bank en een klant een kredietovereenkomst afsluiten, gebeuren tegelijkertijd twee dingen op de balans van de betreffende bank.
Aan de bezittingenkant schrijft de bank bij dat een vordering op de klant is ontstaan, bijvoorbeeld een hypotheek of een bedrijfslening. Aan de verplichtingenkant schrijft de bank bij dat de betreffende klant de beschikking heeft over een tegoed ter grootte van de lening.
Dit nieuwe tegoed valt onder de definitie van de geldhoeveelheid, en dus is nieuw geld gecreëerd.

Tabellen 1 en 2 laten aan de hand van een versimpelde bankbalans zien hoe dat werkt. De voorbeeldbank heeft in de uitgangssituatie EUR 500 miljoen aan leningen aan huishoudens en bedrijven uitstaan. Daar tegenover staat EUR 500 miljoen aan deposito’s van huishoudens en bedrijven.
Tabel 2 maakt inzichtelijk dat ten gevolge van een kredietovereenkomst ter grootte van EUR 10 miljoen zowel aan de bezittingen- als aan de verplichtingenkant van de bankbalans veranderingen optreden.
Er ontstaan derhalve boekhoudkundig wederzijds verplichtingen tussen bank en klant.
  Enerzijds  krijgt de klant een schuldverplichting aan de bank.
  Anderzijds heeft de bank een schuldverplichting aan de klant in de vorm van een tegoed.
Economen noemen dit dan ook geldschepping door wederzijdse schuldaanvaarding.
Op het moment dat het krediet wordt afgelost, vindt een omgekeerde mutatie plaats op de bankbalans en wordt gesproken over geldvernietiging.
Bankbalans-voor-kredietovereenkomst-SH550x250.gif
Bankbalans-na-kredietovereenkomst-SH610x300.gif
Geldschepping vindt niet ongebreideld plaats
Uit het bovenstaande zou kunnen worden afgeleid dat de hoeveelheid geld in de economie vrijelijk door banken kan worden bepaald. Dat is niet het geval en zou bovendien onwenselijk zijn. Ongebreidelde geldschepping kan bijvoorbeeld leiden tot hoge inflatie, dat wil zeggen een sterke toename van het algemene prijspeil.
De centrale bank heeft het mandaat om te zorgen voor prijsstabiliteit. Daartoe voert zij monetair beleid, waarmee het geldscheppend vermogen van banken wordt beheerst. Dit gebeurt door het sturen van de prijs van geld en krediet: de rente.
Wanneer de prijsstabiliteit in het geding dreigt te komen zal de centrale bank de rente aanpassen, wat vervolgens de vraag naar geld en krediet zal stimuleren of juist afremmen. Als de rente hoog is, zullen immers minder mensen willen lenen. Bij een lage rente neemt de vraag naar leningen juist toe.
Het huidige aankoopprogramma voor staatsobligaties, ook wel aangeduid als kwantitatieve verruiming, is een alternatieve manier om de geld- en kredietgroei te stimuleren.
Het Eurosysteem injecteert hierbij geld direct in de economie door de staatsobligaties aan te kopen met nieuw gecreëerd elektronisch geld.

Tegelijkertijd wordt ook het toezicht instrumentarium ingezet om te bevorderen dat banken voldoende solide zijn om hun belangrijke functie op een goede wijze te kunnen vervullen. Sinds de crisis zijn veel toezichteisen aangescherpt om de stabiliteit van het bankwezen te waarborgen en te verstevigen.
Tenslotte hebben banken ook een eigen belang om de geld- en kredietgroei te beheersen. Een bank zal immers uitsluitend willen overgaan tot wederzijdse schuldaanvaarding met een klant die voldoende kredietwaardig is.



^  Inhoud


Beheerd vermogen van beleggingsinstellingen daalt na twee jaar groei 
Bron:  DNB.nl, 17 augustus 2015
DNB-Eurosysteem-logo-300x125.png
Het totale vermogen van de Nederlandse beleggingsfondsen is in het tweede kwartaal van 2015 voor het eerst in twee jaar gedaald, met 4,5% (EUR 36,4 miljard). Dit kwam voornamelijk doordat de beleggingen van de fondsen in waarde daalden (-3,6% rendement). Daarnaast werd er voor EUR 7,0 miljard aan inlegde gelden aan de beleggingsinstellingen onttrokken.

Het totale vermogen van Nederlandse beleggingsfondsen daalde in het tweede kwartaal van 2015 met EUR 36,4 miljard (-4,5% kwartaal-op-kwartaal), van EUR 808 miljard naar EUR 772 miljard (zie figuur 1).
De grootste daling was bij de aandelen- en de obligatiefondsen te zien, met EUR 22,1 miljard (- 7,4% kwartaal-op-kwartaal) en 13,5 miljard (-4,8% kwartaal-op-kwartaal) respectievelijk.
Deze ontwikkeling is tegengesteld aan die van het vorige kwartaal, toen het vermogen van aandelen- en obligatiefondsen toenam met EUR 24,7 en EUR 20,8 miljard.
Figuur-1-Beleggingen-van-Nederlandse-beleggingsfondsen_tcm46-325164-SH530x340.PNG
Figuur 1 - Beleggingen van Nederlandse beleggingsfondsen

De daling van het belegde vermogen werd voornamelijk veroorzaakt door een waardedaling van de beleggingen ter grootte van EUR 24,4 miljard (-3,1% van het vermogen). Deze daling werd veroorzaakt door een combinatie van prijs- en wisselkoerseffecten, en was het sterkst bij obligatiefondsen (EUR 12,9 miljard, -4,8%) en aandelenfondsen (EUR 11,7 miljard -4,2%) (zie figuur 2).
Dit is in lijn met de algemene ontwikkeling op de financiële markten. Alleen de fondsencategorie overige fondsen behaalde een beleggingswinst van in totaal EUR 5,7 miljard (+ 6,5%), vooral door een waardestijging van grondstoffen.

De waardedaling van de beleggingen werd deels gecompenseerd door een positieve opbrengst ten waarde van EUR 5,5 miljard uit rente en dividenden. De grootte van deze opbrengsten is vooral veroorzaakt door dividend, dat vaak in het tweede kwartaal van het jaar wordt uitbetaald.
Het totale rendement van de sector (waardeverandering plus rente en dividenden) bedroeg in het tweede kwartaal van 2015 -3,6%, tegenover +10,1% in het vorige kwartaal.
Figuur-2-Rendement-Nederlandse-beleggingsfondsen_tcm46-325165-SH620x375.PNG
Figuur 2 - Rendement Nederlandse beleggingsfondsen

De groei van de beleggingsfondsen werd ook beperkt door een totale netto-onttrekkingen aan de uitgegeven participaties ten hoogte van EUR 7,0 miljard (zie figuur 3).
Vooral institutionele beleggers hebben geld aan de fondsen onttrokken. Pensioenfondsen trokken per saldo EUR 4,7 miljard terug en verzekeraars EUR 1,5 miljard.
Bij de verschillende beleggingscategorieën was sprake van een gemengd beeld.
Hoewel de onttrekkingen aan aandelenfondsen EUR 14,0 miljard (-5,1%) bedroegen, stroomde er per saldo geld naar de obligatiefondsen (EUR 2,8 miljard, +1,0%) en overige fondsen (EUR 4,9 miljard, +5,6%).
Figuur-3-Netto-inleg-naar-beleggingscategorie_tcm46-325166-SH575x365.PNG
Figuur 3 - Netto-inleg naar beleggingscategorie

Statistics: Beleggingsinstellingen



^  Inhoud


3 Randvoorwaarden voor een goed beleggingsfonds 
Bron:  Jeffrey Schumacher, Morningstar
123-stappenSH300x221.gif



In Europa zijn er meer dan 30.000 beleggingsfondsen te koop. Het merendeel van dit gigantische fondsaanbod heeft echter geen bestaansrecht. Veel fondsen presteren namelijk minder goed dan een passief alternatief in de vorm van een ETF of indexfonds. Het is voor beleggers dan ook zaak om het kaf van het koren te scheiden. Dit zijn drie kenmerken van fondsen die het volgens Morningstar in zich hebben om zich positief te onderscheiden.


1.    Lage kosten
Het kostenniveau van een beleggingsfonds is van doorslaggevend belang voor het behalen van een goed rendement. De kosten van een fonds gaan immers direct ten laste van het rendement en vormen daarmee een horde voor een fondsbeheerder. Het spreekt voor zich dat lage kosten het gemakkelijker maken om die horde te nemen dan wanneer het fonds tot de duurdere opties behoort.

De kosten die ten laste gaan van het rendement bestaan voor een belangrijk gedeelte uit de beheervergoeding. De hoogte van deze vergoeding kan binnen dezelfde type fondsen flink verschillen. Zo bedraagt de beheervergoeding van het wereldwijde aandelenfonds Aberdeen Global World Equity 1,00 procent, terwijl Robeco N.V. de helft hiervan rekent. Die 0,5 procent per jaar lijkt verwaarloosbaar, maar het rente-op-rente effect zorgt ervoor dat dit verschil aanzienlijk wordt op de langere termijn. Andere kosten die ten laste gaan van het fondsvermogen zijn bijvoorbeeld accountantskosten en marketingkosten.

MorningstarLogo-Header.gif

Jeffrey-Schumacher120x160.jpg

Jeffrey Schumacher
CFA, Senior Fondsanalist bij Morningstar Benelux
na zijn opleiding aan de VU Amsterdam en het behalen van het certificaat Chartered Financial Analyst (CFA) aan het CFA Institute is hij vanaf juni 2011 als Senior Fund Analyst werkzaam bij Morningstar. Daavoor  was hij van 2006 tot 2009 werkzaam bij Theodoor Gilissen Bankiers als Equity/Commodity Analyst en aansluitend tot juni 2011 werkzaam als Vermogensbeheerder Services / Fund Trading bij SNS Securities.
Gezamenlijk vormen deze kosten de ‘lopende kosten’, het prijskaartje van een beleggingsfonds. Dit is een percentage kosten dat vermeld staat in een document genaamd ‘Essentiële Beleggersinformatie’, dat op de website van fondsaanbieders terug te vinden is. Hoewel het percentage lopende kosten opgebouwd is uit veel kostencomponenten, zijn er ook kosten die hier niet onder vallen.

Een mogelijke additionele kostenfactor ontstaat wanneer het fonds ervoor kiest om een prestatievergoeding te hanteren. De structuren van deze vergoeding kunnen sterk uiteenlopen. Wanneer fondsen een prestatievergoeding hanteren, heeft Morningstar een voorkeur voor een kostenstructuur waarbij er sprake is van een lage beheervergoeding, een acceptabel (10-15%) percentage prestatievergoeding, een prestatiemeting ten opzichte van een relevante benchmark en er moet sprake zijn van een high watermark.

Een laatste kostenpost die niet onderschat mag worden, maar geen onderdeel vormt van de lopende kosten, zijn de transactiekosten die een fonds maakt als gevolg van het aan- en verkopen van posities in het fonds. Des te hoger de omloopsnelheid in een portefeuille, des te hoger de transactiekosten die ten laste gaan van het fondsresultaat. Het is maar de vraag of dat vele handelen per saldo wat oplevert. Wat je zeker weet is dat de broker die de orders uitvoert er goed aan zal verdienen. Een hoge omloopsnelheid kan daarom het potentieel van een fonds beperken.

2.    Actief beheer
Om de benchmark te verslaan moet een beleggingsfonds afwijken van de benchmark. Dit wordt actief beheer genoemd. Een beheerder kan een fonds op verschillende manieren actief beheren. Hij kan effecten buiten de benchmark selecteren, maar ook posities in de benchmark een ander gewicht geven dan deze in de benchmark hebben. Daarnaast kan een fonds afwijken op bijvoorbeeld regio-, sector-, valuta-, beleggingsstijl- en marktkapitalisatie-allocatie. Het zijn allemaal verschillende dimensies van actief beheer. De mate van afwijking is belangrijk. Wanneer een fonds te dicht bij de benchmark blijft, dan zijn er minder mogelijkheden om deze te verslaan. Een fonds dat de kosten van een actief beheerd fonds rekent maar feitelijk dicht bij de benchmark blijft, zal op langere termijn veel moeite hebben om toegevoegde waarde te realiseren.

3.    Solide beheerder
Uiteindelijk is het de beheerder die bepaalt hoe de portefeuille wordt ingericht. Deze beheerder (of het beheerteam) speelt dan ook een sleutelrol in het uiteindelijke succes van een fonds. Niet alleen de omvang van een team in relatie tot het belegbare universum en de kwaliteit van de ondersteuning spelen hier een rol, maar ook de ervaring van een beheerder en de relevantie van die ervaring zijn belangrijke elementen. Morningstar heeft een voorkeur voor beheerders die een lange staat van dienst op een strategie hebben. Beleggers die zich hebben bewezen in verschillende marktcycli. Stabiliteit in het beheerteam en de ondersteuning is eveneens een cruciale factor.

Als laatste factor is het belangrijk dat een beheerder ook doet waarvoor hij is aangesteld, namelijk het zo goed mogelijk beleggen van het vermogen van de aandeelhouders in het fonds. Een beheerder moet zich dan ook kunnen concentreren op het onderzoeken en selecteren van effecten in zijn portefeuille en zijn tijd spenderen aan het construeren van een solide portefeuille. Randzaken als marketingpraatjes en het verschijnen op events moeten tot een minimum worden beperkt. Wanneer de beheerder van uw fonds zich continu in de spotlights manoeuvreert, dan moet u zich afvragen hoeveel tijd hij zich nu daadwerkelijk met het beheer van het fonds bezighoudt. Een goed fonds met een sterk track record verkoopt zichzelf wel, daar is geen marketing voor nodig en zeker niet van degene die al zijn tijd en energie zou moeten steken in het beheren van die portefeuille.



^  Inhoud


Waarom de historische waardering van mediabedrijven totaal irrelevant is
Bron:  23 aug 2015, Ronald Kok, analist.nl
Walt_Disney_Animation_Studios_logo-SH300x226.gif

Amerikaanse mediabedrijven hebben onlangs rake klappen van analisten gekregen. Zo daalde de koersen van Walt Disney en Time Warner beide met 4%, nadat Bernstein Research de volgende was die zijn taxaties voor beide aandelen verlaagde. Maar ook andere mediabedrijven moesten bloeden op de beurs.

Volgens Bernstein Research moeten beleggers de mediasector totaal anders gaan waarderen. De twee belangrijkste inkomstenbronnen, betaalabonnementen en adverteerders, zijn namelijk in gevaar.
Bernstein Research stelt dat het niveau waar de mediaaandelen in het verleden op verhandeld werden totaal irrelevant is. De wereld is daarvoor teveel veranderd. Of de daling van het aantal betaalde tvabonnementen gaat versnellen staat buiten kijf, de enige vraag is in welk tijdsbestek.

analist.nl200x42.gif
Ronald-Kok-Analist-nl120x160.gif


Ronald Kok (RBA) 

Financieel analist, entrepeneur en uitgever van o.a. Analist.nl
Na zijn economie opleiding aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, VBA aan de VU  Universiteit van Amsterdam bleef hij zich verder specialiseren w.o. EFFAS , en  focust hij zich nu vooral op financiële analyse en de praktische toepasbaarheid van beleggingsstrategieën. Zijn aandachtsgebieden zijn vooral de Amerikaanse en Europese aandelen. Daarnaast focust Ronald zich ook op derivatenstrategieën, asset-allocatie en risicomanagement.
Migratie van kijkers
De analisten vervolgen hun tirade door te stellen dat de Amerikaanse televisieindustrie een periode van structurele daling in gaat, wat veroorzaakt wordt door een migratie van kijkers van advertentie gesponsorde platformen naar platformen waar geen advertenties worden getoond.

Bernstein Research geeft de voorkeur aan mediabedrijven die zo min mogelijk worden blootgesteld aan de Amerikaanse advertentieindustrie, maar juist een sterke positie in sport content hebben en internationaal georiënteerd zijn.

Disney en Time Warner naar ‘houden’
In deze nieuwe waardering van Bernstein Research zijn Walt Disney en Time Warner de grootste verliezers.

Walt Disney  was lange tijd juist een van de best presterende bedrijven binnen de Dow Jones Inudstrial Average. Bernstein Research stelt dat het bedrijf ondanks positieve projecten in de pijplijn, zoals het college football championship en de uitbreiding van de Star Wars franchise, teveel risico’s herbergt.

Voor Time Warner  spande het erom of het advies zou worden verlaagd, maar Bernstein Research stelt dat de verwachtingen van het bedrijf voor 2018 onder druk staan.

Tot slot wijst Bernstein Research op Viacom, dat volgens de analisten een ‘clear structural short’ is. Zij verlaagden al eerder hun taxaties voor het aandeel.
Fox is een van de weinige bedrijven die volgens Bernstein Research nog potentieel biedt. De analisten twijfelen of het aandeel de prestaties van de afgelopen periode in de komende kwartalen kan doorzetten, maar zien geen redenen om hun waarderingen voor het bedrijf bij te stellen



^  Inhoud


Aktief zijn binnen onze vereniging!
Bron: Redactie HCC Beleggen
De HCC Beleggen organiseert een aantal activiteiten. De bekendste activiteiten die wij organiseren zijn de beleggerssymposia, die we tweemaal per jaar houden in De Bilt, de regiogroepen en deze nieuwsbrief. Een toenemend aantal mensen wil ook aktief meedoen.

actieveleden_gezocht_sh400x236.gifVoor de organisatie van onze symposia zijn wij voortdurend op zoek naar mensen die een bijdrage willen leveren aan de totstandkoming hiervan.
Het is niet alleen leuk om dergelijke evenementen te organiseren, maar het is ook een ideale gelegenheid om je netwerk uit te breiden met interessante contacten.

Ook voor deelname aan de redactie van de nieuwsbrief en de website zijn wij voortdurend op zoek naar mensen die mee willen doen.

Ook zonder deel uit te maken van de organisatie kunt u vanzelfsprekend ook meedoen aan één van de Regio- of Belangstellingsgroepen.

Maar ook andere dingen doen zoals het geven van een aardige lezing, het schrijven van een column of artikel,  met anderen handelsstrategieën uitwerken, software onder de knie krijgen of gewoon een groep vormen waarmee je samen de markt analyseert/bespreekt, behoort tot de mogelijkheden.

Ben jij enthousiast en denk je dat een vrijwilligersfunctie jou op het lijf geschreven is, neem dan per email contact op met het HCC Beleggen bestuur  of met de redactie 



^  Inhoud


Disclaimer: Deze publicatie komt tot stand op de redactie van beleggersonline.nl de website van de HCC IG Beleggen. Noch de mate waarin de berichten, voorgestelde scenario’s, risico’s en voorspellingen de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De voorspellingen zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies. De schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur van de HCC IG Beleggen en/of de Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet aansprakelijk voor eventuele verliezen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren, behaalde resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de toekomst.



^  Inhoud



Actueel

'Meld je aan voor de nieuwsbrief' van HCC!beleggen

'Abonneer je nu op de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze activiteiten!'

Aanmelden