|
|
inhoud:
|
HCC
Beleggen Nieuwsbrief 20110601 |
|
|
|
Correctie
grondstoffenprijzen: |
Bron: KBC Bank |
De voorbije maand ondergingen de
grondstoffenprijzen, en de olieprijs in het bijzonder, een uitgesproken
neerwaartse correctie.
Nadat de prijs per vat Brentolie eind april nog een nieuw
hoogtepunt van 126 USD per vat had bereikt, daalde hij de daarop
volgende dagen fors en fluctueert hij nu rond 112 USD per vat.
Deze daling is vooral het gevolg van het wegvallen van een deel van de
geopolitieke risicopremie die sinds begin van dit jaar in de olieprijs
was geslopen door de onrust in Noord-Afrika en Arabië.
We gaan er al geruime tijd van uit dat een olieprijs tussen 100 en 110
USD per vat fundamenteel overeenstemt met de kracht van de
wereldconjunctuur en dat een eventuele risicopremie boven dat peil
tijdelijk zou zijn en geleidelijk weer zou afnemen.
De correctie van de olieprijs begin mei bevestigt dit scenario.
|
Terug naar
Inhoud
|
|
|
Belangstellingsgroep(BG)
Daytraders: |
Bron: Redactie |
Traders 'lijden' meestal een eenzaam
bestaan. Interactie met andere
traders doorbreekt die eenzaamheid en kan een verrijking zijn voor
alles dat met traden te maken heeft. Wij zijn dan ook op zoek naar
traders die af en toe samen willen komen om van elkaars ervaringen wijs
te worden in een informele setting.
Op dergelijke bijeenkomsten kan een trader zijn/haar werkwijze
toelichten en is er ruimte voor inhoudelijke discussie waar alle
deelnemers aan mee kunnen doen. Als blijkt dat diverse leden van de
groep meer willen weten over een bepaald onderwerp dan kan men als
groep ook een externe spreker uitnodigen die zaken specifieker kan
toelichten.
Het
lijkt ons erg leerzaam om een bepaald onderwerp dieper te kunnen
doorgronden; in ieder geval voorbij het niveau van een
introductie
praatje. Ook onderwerpen zoals:
•
Money-management, traders-psychologie,
• het maken van
een trade-plan
wat moet daar eigenlijk allemaal in staan?,
• hoe kan ik
afspraken met mij zelf maken tijdens het traden?,
• waarom zou ik
mijn trade-resultaten moeten bijhouden en wat kan ik daarvan leren?
Allemaal zaken die bepalend zijn voor het succes van een
trader en
die zich prima lenen om sprekers uit te nodigen. Sterker nog: deze
laatste zaken bepalen wellicht meer het succes van een trader dan een
zogenaamde “super” entry middels een “systeem”.
Kortom: er zijn veel interessante onderwerpen die traders heel goed
kunnen helpen om succesvol te zijn/worden en te blijven, want wat is
mooier dan (deels?)onafhankelijk te kunnen zijn met behulp van traden.
Heeft u interesse om deel te nemen aan de BG Daytraders laat het ons
dan via de mail
weten. |
Terug naar
Inhoud
|
|
|
Invloed onrust
Midden-Oosten op NL-handel gering: |
Bron: DNB |
De onrust in het Midden-Oosten en Noord-Afrika brengt de toevoer van
olie naar Nederland niet in gevaar.
Nederland heeft vooral sterke handelsrelaties met politiek stabiele
landen in deze regio.
Daarom wordt de Nederlandse betalingsbalans nauwelijks beïnvloed door
de politieke onrust.
Olie-import
Onze
olie-import komt niet in gevaar door de politieke onrust in het
Midden-Oosten en Noord-Afrika. Dat is een geheel andere situatie dan
die van begin jaren zeventig, toen Nederland bijna volledig afhankelijk
was van de Arabische olie. Vandaag de dag komt onze olie uit een breed
scala landen: van Noorwegen tot Iran, van Rusland tot Nigeria (zie
grafiek 1). Die geografische spreiding van olieleveranciers maakt
Nederland minder kwetsbaar voor incidentele haperingen in de
olietoevoer van een bepaald land. De toevoer van olie uit het
Midden-Oosten en Noord-Afrika komt overigens vooral uit landen waar
momenteel geen politieke onrust heerst.
Olieprijs
De stijging van de olieprijs raakt de Nederlandse economie wel. Sinds
midden 2010 jaar is de olieprijs in euro's met 40% gestegen; in dollars
is de stijging nog veel groter (70%) vanwege de waardedaling van de
Amerikaanse munt. De stijging begon medio vorig jaar vanwege de
verbeterde vooruitzichten op economisch herstel, en de daardoor
verwachte toenemende vraag naar olie. Daarbij
kwam vanaf januari dit jaar de politieke onrust in meerdere landen van
het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Dat stuwde de prijs verder omhoog.
De aardbeving van Japan, dat meer olie moet importeren vanwege de
problemen met de kerncentrales, deed er nog een schepje bovenop. De
afgelopen dagen daalde de olieprijs echter scherp.
Een stijgende olieprijs is om twee redenen geen goed nieuws. Ten eerste
wakkert het de inflatie aan. Producenten krijgen te kampen met hogere
productiekosten en zullen proberen om deze door te berekenen in hun
prijzen. Het gevaar bestaat dat vervolgens 'tweederonde-effecten'
optreden, omdat hogere prijzen kunnen leiden tot hogere looneisen. Ten
tweede komt een hogere olieprijs de economische groei in landen die
afhankelijk zijn van olie-importen niet ten goede. Aangezien ons land
zeer sterk afhankelijk is van de wereldhandel – die nauw samenhangt met
de groei van de wereldeconomie – kan de hogere olieprijs ook de
economische groei van Nederland schaden.
Export
Onze handel loopt geen zware deuk op door de onrust in het
Midden-Oosten en Noord-Afrika.
De export naar Noord-Afrika en het Midden-Oosten vormt 3% van de
Nederlandse export.
Het levert jaarlijks 12 miljard euro op: 9,5 miljard wordt verdiend aan
de export van goederen als machines, chemische producten en
voedingsproducten.
Vooral de politiek onrustige landen hebben slechts een beperkte
betekenis voor onze export (zie grafiek 2). Zo exporteert Nederland
voor slechts 0,3 miljard euro naar Libië en voor een zelfde bedrag naar
Tunesië. Alleen Egypte is een wat grotere afzetmarkt: aan dat land
verkopen Nederlandse bedrijven voor 1,3 miljard euro aan goederen en
diensten.
De belangrijkste afnemers van Nederlandse waar in deze contreien zijn
de meer stabiele landen, zoals de VAE, Saoedi-Arabië en Israël.
Belangrijke importlanden voor Nederlandse bedrijven zijn vooral de
olie-exporterende landen. Zo is de import uit Saoedi-Arabië 3 miljard
euro waard. Voor Nederland is Libië met ruim 0,5 miljard euro het
achtste importland in deze regio.
Import
De Nederlandse invoer van goederen en diensten uit het Midden-Oosten en
Noord-Afrika bedraagt 14 miljard euro. Ruwe olie is het belangrijkste
importproduct: Nederland haalt voor zo’n 8 miljard euro aan olie uit
deze contreien. Verder voeren we onder andere chemische producten en
landbouwproducten in. Ook hier geldt dat de import uit politiek
onrustige landen in deze regio beperkt is.
|
Terug naar
Inhoud
|
|
|
|
AFM wil dalende
trend meldingen van marktmisbruik keren: |
Bron: xyz |
Het
aantal meldingen van een redelijk vermoeden van marktmisbruik is sinds
2007 gedaald. Dat
blijkt uit gegevens van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Om deze
trend tegen te gaan heeft zij een enquête verstuurd naar een selectie
van beleggingsondernemingen om meer inzicht te krijgen in de manier
waarop deze beleggingsondernemingen met de meldingsplicht omgaan.
Daarnaast heeft de AFM de European Securities and Markets Authority
(ESMA) toezichthouders geraadpleegd om te kijken of er door
collega-toezichthouders een vergelijkbare trend geconstateerd is.
Uit het onderzoek van de AFM blijkt dat de AFM in
vergelijking
met andere Europese toezichthouders relatief weinig meldingen van een
vermoeden van handel met voorwetenschap of mogelijke marktmanipulatie
ontvangt. Ook blijkt dat een beperkt aantal van de
beleggingsondernemingen mogelijke misstanden meldt en 80 procent van
deze meldingen van de grotere beleggingsondernemingen afkomstig zijn.
Tot nu toe heeft de AFM (nog) geen meldingen van ondernemingen met
minder dan 25 medewerkers ontvangen. Andere Europese toezichthouders
blijken in vergelijking tot de AFM meldingen van een relatief groter
aantal ondernemingen te ontvangen. De ontvangen meldingen zijn bij hen
ook meer verspreid over ondernemingen van verschillende omvang.
Hoewel het aantal meldingen in de afgelopen drie jaar vooral door
kleinere ondernemingen minder is dan de AFM had verwacht, is de
kwaliteit van de ontvangen meldingen van een dusdanig hoog niveau dat
deze zeer nuttig zijn voor het toezicht op marktmisbruik. Bovendien
ervaart de AFM de medewerking van de meldende ondernemingen na het doen
van een melding als zeer constructief.
De hoge kwaliteit van de meldingen zou te maken kunnen hebben met het
feit dat een ruime meerderheid van de respondenten op de enquête van de
AFM de meldingsplicht structureel onder de aandacht van haar
medewerkers brengt. 34 van de 79 deelnemers aan de enquête gaven aan de
meldingsplicht specifiek onder de aandacht van hun medewerkers via
trainingen of opleidingen te brengen. In deze groep die vooral uit
middelgrote en grote instellingen bestaat, is vaker een actieve houding
ten opzichte van de meldingsplicht te zien, die zich uit bijvoorbeeld
in het periodiek trainen van de eigen medewerkers.
Uit de enquête blijkt tevens dat deze ondernemingen vaker worden
ondersteund door een aparte compliance afdeling die zorgt voor het
naleven van onder meer de Wet op het financieel toezicht, waaronder de
meldingsplicht valt. Bij kleinere instellingen wordt de meldingsplicht
vaker passief onder de aandacht gebracht door bijvoorbeeld het opnemen
in interne beleids- of complianceregels.
Uit het onderzoek van de AFM blijkt vooral dat kennis en ervaring van
de eigen medewerkers bepalend zijn voor het constateren van een
redelijk vermoeden van marktmisbruik. Op basis van de resultaten uit de
enquête heeft de AFM geconstateerd dat de combinatie van kennis over
het beleggingsgedrag van de cliënt en kennis met betrekking tot de
relevante wetgeving, leidt tot meer en kwalitatief betere meldingen van
onregelmatigheden. Om mogelijke gevallen van marktmisbruik te kunnen
herkennen, raadt de AFM ondernemingen aan de kennis van de eigen
medewerkers op het gebied van marktmisbruik op peil te houden door
bijvoorbeeld het geven van trainingen en/of het beschikbaar stellen van
materiaal van de website van de AFM of ESMA (zie Regels over marktmisbruik).
De meldingsplicht is van groot belang voor de eerlijkheid van de
financiële markten. In bijna de helft van de onderzoeken van de AFM die
in de periode tussen oktober 2005 en eind 2010 tot het doen van een
aangifte wegens een overtreding van de marktmisbruik bepaling heeft
geleid, lagen een of meer meldingen aan de AFM ten grondslag.
Om eventuele handhaving wegens het niet melden van een redelijk
vermoeden van marktmisbruik te voorkomen, raadt de AFM
beleggingsondernemingen aan om bij twijfel het zekere voor het onzekere
te nemen en te melden, dan wel contact op te nemen met de AFM.
U kunt een uitgebreide samenvatting van het AFM onderzoek plus een
aantal veel gestelde vragen hier downloaden.
|
Terug naar
Inhoud
|
|
|
Wereldconjunctuur
bevestigt expansie: |
Bron: KBC Bank |
De sterke groeicijfers van het eerste
kwartaal in alle belangrijke
economische regio’s bevestigen de kracht van de huidige expansiefase.
De geannualiseerde kwartaalgroei in de VS (1,8%), die op het eerste
zicht wat tegenviel, werd neerwaarts vertekend door de tijdelijke
daling van vooral de militaire overheidsuitgaven.
Ook de kwartaalgroei van het bbp in de EMU in het eerste kwartaal was
met 3,2% op jaarbasis stevig. Hierachter ging echter een groeiende
divergentie tussen de kernlanden en de perifere economieën schuil. De
groei in Duitsland, Frankrijk en België (respectievelijk 6,1%, 4,1% en
4,1% op jaarbasis) contrasteert schril met bijvoorbeeld de groei in
Italië (0,4%) en de daling van de economische activiteit in Portugal
met 2,8% op jaarbasis.
De Griekse economie verraste dan weer positief met een kwartaalgroei
van 3,2% op jaarbasis. Dit was echter in belangrijke mate een reactie
op de zware negatieve groei in het vierde kwartaal van 2010 (-5,5% op
jaarbasis).
Ook in de opkomende economieën was er in het eerste kwartaal van een
afkoeling van de groeidynamiek geen sprake. Zo kende de Chinese
economie een kwartaalgroei van 10,4% op jaarbasis.
Ondanks de herhaalde verhogingen door de centrale bank van de
beleidsrente en de reservevereisten voor banken is nog van een zachte
landing nog altijd geen sprake. Zolang de Chinese economie via de band
van de Renminbi met de USD het extreem soepel Amerikaans monetair
beleid importeert, is een noemenswaardige afname van de Chinese
economische groei erg onwaarschijnlijk.
Groei definitief zelfvoedend
Intussen verdwijnen de laatste twijfels over het zelfvoedende karakter
van de groeidynamiek. Vooral het feit dat de Amerikaanse arbeidsmarkt
voor de derde maand op rij meer dan 200 000 banen in de private sector
creëerde (268 000 banen in april), zal ertoe leiden dat de
werkloosheidsgraad (op dit moment 9% van de beroepsbevolking) langzaam
maar zeker zal dalen en zo de groei van de lonen en de particuliere
consumptie ondersteunt.
Het meer zelfvoedend karakter van de groei in de VS, maar ook in de EMU
en zeker in de opkomende markten betekent dat hij minder kwetsbaar is
voor de aankomende budgettaire saneringen in de ontwikkelde economieën
en de verwachte verdere monetaire verkrappingen. Deze zullen allicht
ten laatste begin 2012 ook in de VS beginnen. Het risicoscenario van
een nieuwe recessie door het wegvallen van de beleidsstimuli kunnen we
bijgevolg vrijwel zeker opbergen.
Maar allicht minder sterk de komende kwartalen
De ontwikkeling van de vertrouwensindicatoren wijst echter wereldwijd
op een groeimatiging in de komende kwartalen, die consistent is met de
meer mature fase van de conjunctuurcyclus. Indicatoren van het
producentenvertrouwen zoals de ISM-index van de verwerkende nijverheid
in de VS en de Duitse Ifo-indicator bevinden zich weliswaar nog altijd
boven hun langetermijngemiddelde, maar zijn over hun hoogtepunt heen.
De verwachte groeimatiging komt nog duidelijker tot uiting in de daling
van de ISM-index van de dienstensector in de VS, de voorlopende
component van de Duitse Ifo-indicator en het Chinese
producentenvertrouwen. |
Terug naar
Inhoud
|
|
|
ECB-beleid te
soepel: |
Bron: KBC Bank |
Ondanks het feit dat de lagere olieprijs
zal zorgen voor minder
inflatiegevaar via hogere energiekosten, zal de inflatie in de EMU de
komende maanden verder oplopen tot boven 3% als gevolg van statistische
basiseffecten. In april bedroeg de jaarstijging van de
consumptieprijzen nog 2,8%. Om
te vermijden dat de hogere inflatie zich vertaalt in hogere
inflatieverwachtingen en looneisen zal de ECB de komende maanden haar
normalisatiebeleid voortzetten. Over een horizon van twaalf maanden
verwachten we dat de beleidsrente 2% zal bedragen.
De verwachte verdere verkrappingscyclus is gerechtvaardigd vermits het
peil van de beleidsrente (1,25%) niet meer in lijn ligt met de huidige
fase van de conjunctuur in de EMU. Volgens de zogenoemde Taylorregel,
die rekening houdt met het huidige peil van de inflatie en de grootte
van onbenutte economische capaciteit, zou het monetaire beleid in de
EMU heel wat krapper moeten zijn en de beleidsrente zich nu in de buurt
van 3% moeten bevinden. |
Terug naar
Inhoud
|
|
|
Mongolië: het
Saoedi-Arabië van Azië?: |
Bron: redactie |
Met de opkomst van talrijke economieën van opkomende markten wordt door
beleggers steeds gezocht naar nieuwe sterren aan het firmament.
Na de BRIC landen en verschillende ‘Frontier Markets’ (kleinere
economieën bijvoorbeeld Vietnam, Argentinië, Kenia), wordt Mongolië
steeds vaker genoemd. Belangrijkste redenen zijn de rijkdom aan
grondstoffen en de gunstige ligging. Beleggingsguru Marc Faber noemt
Mongolië zelfs het mogelijke Saoedi-Arabië van Azië.
Wat maakt Mongolië interessant voor beleggers?
De groei die in ontwikkelde markten, waar China het bekendste voorbeeld
van is, wordt gerealiseerd is onder andere afhankelijk van de mate
waarin deze landen in hun grondstoffenbehoefte kunnen voorzien.
China is al langere tijd bezig op mondiaal niveau haar
grondstoffenbelangen veilig te stellen door het opkopen van mijnen en
grond in bijvoorbeeld Afrika maar ook door het beperken van de export
van de lokaal gewonnen zeldzame aardmetalen.
Mongolië, buurland van China, kan in de toekomst op het vlak van
grondstoffen een heel belangrijke rol gaan spelen. Gedurende de
afgelopen jaren zijn er grote depots met grondstoffen als goud, koper,
kolen en uranium gevonden in Mongolië.
De exacte omvang van deze voorraden laat zich moeilijk schatten omdat
slechts een deel van dit enorme land is verkend. Mongolië blijkt één
van de rijkste landen te zijn waar het gaat om grondstoffendepots.
Ter illustratie: na Chili met 160 miljoen ton, heeft Mongolië als
nummer twee met 36 miljoen ton de grootste koperreserves ter wereld.
Voor uranium geldt hetzelfde: na Australië met 1,24 miljoen ton ’s
werelds grootste, bekleedt Mongolië de tweede positie met een reserve
van 1 miljoen ton. Ook de kolendepots zijn met ruim 162 miljard ton
groot in omvang’. Lees meer op beleggersonline.nl
|
Terug naar
Inhoud
|
|
|
Regiogroep(RG)
Noord Holland: |
Bron: Redactie |
Beleggen kan een lucratieve en fascinerende hobby
zijn. Maar er zijn
ook risico's aan verbonden. Kennis en vaardigheid zijn noodzakelijke
voorwaarden voor duurzaam succes.
Door bijeen te komen kunnen beleggers van elkaar leren. Daarnaast is
bijeenkomen met gelijkgestemden een belangrijk ingrediënt voor
gezelligheid.
Wij zijn dan ook op zoek naar (beginnende) beleggers die deel willen
nemen aan regionale bijeenkomsten in de provincie Noord Holland.
Tijdens deze bijeenkomsten komen zowel algemenere thema’s (bijv.
beleggingsmethodieken) alsook specifiek productgebruik (bijvoorbeeld
beleggingspakketten) aan de orde.
Heeft u interesse om deel te nemen aan de RG Noord-Holland laat het ons
dan via de mail
weten. |
Terug naar
Inhoud
|
|
|
Zet
alvast in uw
agenda:
5 november 2011
57 ste HCC Beleggen Symposium
Agenda |
Bron: HCC Beleggen redactie |
Terug naar
Inhoud
|
|
|
Disclaimer: Deze
publicatie komt tot stand op de redactie van beleggersonline.nl de
website van de HCC IG Beleggen. Noch de mate waarin de berichten,
voorgestelde scenario’s, risico’s en voorspellingen de
marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de
realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De
voorspellingen zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn
algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als
beleggingsadvies. De
schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur van de HCC IG Beleggen
en/of de Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet aansprakelijk
voor eventuele verliezen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren,
behaalde resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de
toekomst. |
|