Hefboomproducten - deel2 Keuren, warrants en opties

Deel dit artikel

,

geen foto beschikbaar

Hefboomproducten  -  deel2    Keuren,  warrants  en opties
Bron:  Jan Kolkman
Hefboom-Samenwaage300x319.jpg


Een ieder weet dat je aandelen kunt kopen en verkopen, maar er zijn mensen die een grotere hoeveelheid willen aanschaffen dan hun financiële middelen toestaan. Je kunt stellen dan leen je toch gewoon een bedrag bij de bank of een rijke oom.
Maar een bank is een instelling die je alleen maar geld wil lenen als je kunt aantonen dat het niet nodig hebt. En niet iedereen heeft iemand met centen in de familie of kennissenkring. 
Je kan echter ook gebruik maken van hefboom-producten Jan Kolkman beschrijft in dit deel 2 de Keuren, warrants en opties.

Keuren
Naast de premie-affaires à la hausse, als je een stijgende koers verwacht, of à la baisse, wanneer je een daling verwacht, waren er tot in de jaren 70 ook nog keuren. Een koperskeur is in feite een combinatie van een contante aankoop en een hausse-premie.
Je kocht een aantal aandelen en sprak tegelijkertijd af dat je nog een willekeurig aantal, bij voorbeeld het drievoudige voor dezelfde prijs mocht bijkopen. In zo’n geval was de koers van de contante aankoop en de mogelijke aankoop op termijn wel wat hoger dan de marktprijs op dat moment.



Warrants
Eind jaren 70 en in de jaren 80 was er ook veel handel in warrants. Een warrant was in veel gevallen een deel van een converteerbare obligatielening. Bij zo’n warrantlening werd het deel waarmee je kon inschrijven op een aandeel los gekoppeld van het leningdeel en werden beide delen los van elkaar verhandeld. Warrants waren daarmee ook een typisch voorbeeld van een maatwerkproduct.
Interessante warrants waren destijds die van Nationale Nederlanden, de Westland-Utrecht Hypotheekbank, Randstad, Albert Heijn en Borsumij-Wehry. Over deze laatste heb ik al eens geschreven in het artikel over Galapagos van 3 april 2015. Maar in die jaren kwamen ook talloze Japanse concerns met warrants op de markt.
Toen de Japanse beurs eind december 1989 een all-time-high bereikte van 38.915 punten en daarna in een bearmarket terecht kwam, was de handel in warrants niet meer interessant en liepen heel veel warrants waardeloos af. We hebben toen aan een broker gevraagd een stapeltje waardeloze warrants uit te leveren, puur als curiositeit. Daar heb ik er nog wat van, dus wie er een paar zou willen hebben, moet me dat even laten weten.
Momenteel zie je nog wel eens berichten dat het aantal uitstaande aandelen van een bedrijf is toegenomen door de uitoefening van warrants. Dit zijn dan geen algemeen verhandelbare warrants, maar warrants die het bedrijf heeft verstrekt aan de directie en/of personeel.

Opties
In 1973 ging in Chicago de optiebeurs voor het eerst open. Zo werd de call optie de opvolger van de hausse-premie, terwijl de put optie in de plaats kwam van de baisse-premie.
Terwijl bij de premiën, keuren en warrants echt sprake was van maatwerk, werd bij opties alles gestandaardiseerd. Zo gaat de optiehandel altijd per 100 aandelen of een veelvoud daarvan. En de beroepshandel bepaalde op welke aandelen opties werden verhandeld. Dat waren, zoals begrijpelijk, de meest verhandelde aandelen.

Houd bij het kopen van een hefboomproduct als een call
steeds in gedachten, dat je overtuigd moet zijn
- zeker weten doe je ‘t nooit !! – dat de
koers makkelijk moet kunnen verdubbelen gedurende
de looptijd. Dus beslist niet denken: met een beetje
geluk zit ik zo op een verdrievoudiging van de koers.

Call optie
Als het goed is word je eerst enthousiast voor een aandeel en pas daarna ga je kijken of je misschien beter een call optie kunt kopen. Waar doe je goed aan om op te letten bij de beoordeling van de aantrekkelijkheid van een call optie.
Kies een looptijd – dat is de periode van nu tot aan de afloopdatum – van minstens een half jaar. De afloopdatum, ook wel expiratiedatum genoemd, is steeds de derde vrijdag van de maand.
Waarom is de looptijd belangrijk ?
Dat leg ik uit aan de hand van een paar praktijkvoorbeelden met koersen van maandag 4 april 2016. Ik geef daarbij de formule en de uitkomst.

stockpicker-signaal-250x41gr.gif

Jan Kolkman-wt120x160.gif

Jan Kolkman, 

oprichter van Stockpicker-signaal
heeft tientallen jaren ervaring opgedaan met de belegging in aandelen bij een grote beleggingsmaatschappij en hij heeft zich daarna, via cursussen, symposia en heel veel lezen, gespecialiseerd in technische analyse. Hij hanteert diverse algemeen gebruikte indicatoren en daarnaast ook signalen uit eigen koker.
Maar eerst nog even een paar begrippen uit de optiewereld.

De uitoefeningsprijzen – de exercise prices – van calls liggen rond de beurskoers van het aandeel.
Een call met een exercise price beneden de beurskoers is een in-the-money (ITM) call en een call met een exercise price boven de beurskoers is een out-of-the-money (OTM) call.
Is de uitoegeningsprijs ongeveer gelijk aan de beurskoers dan hebben te maken met een at-the-money (ATM) call.

Premie van een call
Het woord premie levert nogal eens verwarring op omdat belegger A er de koers van de call mee bedoelt, terwijl belegger B daarmee het percentage bedoelt dat het aandeel moet stijgen om de prijs van de call goed te maken, dus geen verlies te lijden met de call.
Daarom hanteer ik het woord premie niet als ik het over opties heb. De prijs van de call noem ik de CALL.
En het percentage dat een aandeel moet stijgen om met de call quitte te spelen noem ik AGIO.


KOERS AANDEEL PHILIPS =
24.28, alle koersen per 4 april
CALL MEI 2016 / 20 =
4.38 korte looptijd, lage exercise price
CALL MEI 2016 / 28 =
0.07 korte looptijd, hoge exercise price
CALL DECEMBER 2018 / 20 =
5.15 lange looptijd, lage exercise price
CALL DECEMBER 2018 / 28 =
1.71 lange looptijd, hoge exercise price
   
Berekening agio

AGIO korte looptijd, lage exercise price    =

{ ( EXERCISE PRICE + CALL)     / AANDEEL } * 100 – 100

{ ( 20     + 4.38 ) / 24.28 } *100-100

= 0.41 %
AGIO korte looptijd, hoge exercise price    = 


{ ( EXERCISE PRICE + CALL)     / AANDEEL } * 100 – 100

{ (  28 + 0.07 ) / 24.28   } * 100 –100

= 15.61 %
AGIO lange looptijd, lage exercise price    =

{ ( EXERCISE PRICE + CALL)     / AANDEEL } * 100 – 100

{ (  20 + 5.15 )  / 24.28 )   } * 100 –100

= 3.58 %
AGIO lange looptijd, hoge exercise price    =

{ ( EXERCISE PRICE + CALL)     / AANDEEL } * 100 – 100

{ (  28 + 1.71 )   / 24.28 )   } * 100 –100

= 22.36 %

Bij een oppervlakkige berekening zou je kiezen voor de call met de laagste agio,
maar wanneer we letten op de resterende looptijd, dan komen we anders uit :


TOTALE AGIO LOOPTID AGIO OP JAARBASIS
CALL MEI 2016 /20 0.41 % 0.126 JAAR 3.32 %
CALL DEC 15 / 27
15.61 % 0.126 JAAR 216.19 %
CALL DEC 18 / 20
3.58 %
2.701 JAAR 1.31 %
CALL DEC 18 / 28 22.36 % 2.701 JAAR 7.76 %
                           
Het is dus een goede zaak om bij opties te kiezen voor een lange looptijd en een lage exercise price en ga niet voor dat lekker lage prijsje van 7 cent.  Ook in dit geval is goedkoop duurkoop. Het is zelfs zo dat de hoogst geprijsde call het goedkoopste blijkt te zijn.

Een soortgelijke berekening is te maken voor de agio van een put optie.

AGIO =  { ( EXERCISE PRICE – PUT ) / AANDEEL } * 100 –100

Dus laat je niet verleiden door zo’n lekker laag prijsje. Bij het beoordelen van prijzen in het algemeen is het heel verleidelijk enthousiast te worden door het aantrekkelijk lage prijsje dat je soms ziet. Maar als je goed kijkt kom je er achter dat goedkoop vaak duurkoop is.

Het gaat er om wat je voor je geld krijgt. Als jij me zegt dat je net 40 euro iets hebt gekocht bij de HEMA, kan ik je niet vertellen of dat duur of goedkoop was. Als het een kinderfiets voor je kleinzoon was, dan is het goedkoop, maar kocht je een blocnote voor dat bedrag dan is het bijzonder duur.

Maar we willen niet alleen quitte spelen met die call, want dan hadden we net zo goed niet kunnen gaan beleggen. We willen winst maken en wel meer winst dan met de belegging in het aandeel.
De formule die we daarvoor hanteren is in 1970 ontwikkeld door Daniel Turov, blijkens een artikel in het Amerikaanse zakenweekblad BARRON’S en ik noem ‘m dan ook de TUROV en die luidt voor de call:


    TUROV = { exercise price / ( aandeel – call ) } * 100 –100
of uitgebreider:

    TUROV PER JAAR { exercise price / (aandeel – call) } ^ (1/ looptijd in jaren) * 100 –100.

Denk niet in de geest van: Als ik nou een beetje geluk heb en
het aandeel gaat stijgen, dan maak ik een leuke winst, maar …..
Koop pas een call als je er van overtuigd bent dat de call
kan verdubbelen binnen de looptijd van de call.
Dus geef het aandeel de tijd om zijn werk te doen.



Actueel

'Meld je aan voor de nieuwsbrief' van HCC!beleggen

'Abonneer je nu op de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze activiteiten!'

Aanmelden