..
|
|
Februari
2016
|
|
|
..
|
|
Hoe
te
beleggen in turbulente tijden? |
Dit
beleggingsjaar kenmerkt zich door een turbulente start.
Op
het
komende 66ste symposium zal deze turbulentie de rode draad zijn.
Wilt
u,
zoals een van de bekende beleggingsadviseurs recent aanbeval, alles in cash
stoppen of moet u juist vasthouden aan uw beleggingsplan?
Of
wilt u
iets geheel nieuws toevoegen aan u beleggingen zodat u een grotere
diversificatie krijgt?
Op deze en andere zaken zullen de sprekers, elk vanuit hun eigen invalshoek,
ingaan. Ze spreken over de markt turbulentie en op manieren hoe daar mee om te
gaan.
Door een diversiteit van sprekers zult u met een groot aantal, vaak van
elkaar verschillende, ideeën naar huis gaan. U kunt deze dan zelf direct,
afhankelijk van uw eigen situatie, inpassen en toepassen in uw beleggingen.
Ook zijn er zoals altijd weer een groot aantal leveranciers aanwezig die u
graag wegwijs maken in de door hun geboden diensten. Als altijd is het HCC
Beleggen symposium in De Bilt bij uitstek geschikt, mede door de locatie, om de
door u in de loop van de jaren opgedane contacten aan te halen en nieuwe
contacten te leggen.
|
Zet alvast in uw agenda:
|
2 april 2016 |
66 ste HCC Beleggensymposium |
|
|
|
|
|
|
|
Afzetprijzen
industrie lager maar producenten blijven positief |
Bron: CBS
|
De afzetprijzen van de Nederlandse industrie waren in december 5 procent lager
dan in december 2014. De prijsdaling van olie op jaarbasis was in
december wat kleiner dan in november.
Het vertrouwen van de industriële ondernemers is in januari licht
toegenomen. Sinds oktober 2014 hebben positief gestemde ondernemers de
overhand.
Afzetprijzen industrie lager
In
november
2015 waren de prijzen bijna 7 procent lager dan een jaar eerder. Opnieuw waren
vooral de olieprijs en de prijzen in de aardolie-industrie sterk gedaald, aldus
CBS.
Lagere olieprijzen, lagere
afzetprijzen
De olieprijs is sinds 2013 bijna onafgebroken lager dan een jaar eerder. In
december kostte North Sea Brent olie bijna 36 euro per vat. Dat is 30 procent
minder dan in december 2014. In november kostte een vat olie bijna 43 euro, 33
procent minder dan een jaar eerder.
Producten van de aardolie-industrie waren in december 24,4 procent goedkoper
dan in december 2014. Een maand eerder was de prijsdaling 28 procent. Het
prijsverloop in deze sector is sterk gecorreleerd aan de prijsontwikkeling van
ruwe aardolie. Exclusief de aardolie-industrie komt de prijsdaling in de
industrie uit op 2,4 procent.
De prijzen van de producten van de chemische industrie waren 9,4 procent lager
dan een jaar eerder. Producten van de voedingsmiddelenindustrie waren ruim 1
procent goedkoper dan een jaar eerder. Verder waren de prijzen van de producten
van de basismetaalindustrie bijna 5 procent lager. Ook metaalproducten waren in
december wat goedkoper dan een jaar eerder.
Daarentegen waren producten van de machine-, de auto- en de kunststof- en
rubberindustrie iets duurder dan een jaar eerder.
De acht genoemde
bedrijfsklassen in de
grafiek zijn samen goed voor 80 procent van de industrie.
Producten industrie in
december goedkoper dan
in november
Bezien van maand op maand daalden de afzetprijzen van de industrie. In december
waren producten van de industrie gemiddeld 2,2 procent goedkoper dan in
november. De prijzen op de buitenlandse markt daalden met 2,6 procent wat
sterker dan de prijzen op de binnenlandse markt (-1,9 procent). De olieprijzen
daalden in december aanzienlijk ten opzichte van november.
Producenten blijven
positief
Ze waren vooral positiever over de voorraden en de orderportefeuille. De
indicator van het producentenvertrouwen ging van 3,0 in december naar 3,2 in
januari. De producenten in de hout- en bouwmaterialenindustrie zijn het meest
positief.
Het vertrouwen van de industriële producenten ligt nog steeds ruim boven
het gemiddelde van de afgelopen twintig jaar (0,4). Het vertrouwen van de
ondernemers bereikte in januari 2008 de hoogste waarde (9,4) en ruim een jaar
later de laagste waarde (-23,5).
Industrie positiever over voorraden en orderportefeuille
Producenten in de industrie waren in januari positiever over hun voorraden
gereed product en de orderportefeuille. Daarentegen waren ze minder positief
over de productie in de komende drie maanden.
De drie deelindicatoren van het producentenvertrouwen blijven positief. Zo zijn
er meer ondernemers die verwachten dat hun productie de komende drie maanden
zal toenemen dan ondernemers die een afname van de productie voorzien. Het
aantal ondernemers dat de orderpositie groot vindt, heeft de overhand op het
aantal ondernemers dat de orderportefeuille klein acht, gelet op de tijd van
het jaar. Het aantal ondernemers dat hun voorraad eindproduct als te klein
beschouwt ten slotte is nog steeds groter dan het aantal dat de voorraden te
groot vindt.
Producenten hout- en
bouwmaterialenindustrie
meest positief
Producenten uit de hout- en bouwmaterialenindustrie zijn het meest positief,
gevolgd door de ondernemers in de papier- en grafische industrie. Ondernemers
in de hout- en bouwmaterialenbranche zijn vooral positief over de verwachte
productie. Daarentegen zijn ondernemers in de transportmiddelenindustrie
negatiever dan in december.
Industrie positiever over
voorraden en
orderportefeuille
Producenten in de industrie waren in januari positiever over hun voorraden
gereed product en de orderportefeuille. Daarentegen waren ze minder positief
over de productie in de komende drie maanden.
De drie deelindicatoren van het producentenvertrouwen blijven positief. Zo zijn
er meer ondernemers die verwachten dat hun productie de komende drie maanden
zal toenemen dan ondernemers die een afname van de productie voorzien. Het
aantal ondernemers dat de orderpositie groot vindt, heeft de overhand op het
aantal ondernemers dat de orderportefeuille klein acht, gelet op de tijd van
het jaar. Het aantal ondernemers dat hun voorraad eindproduct als te klein
beschouwt ten slotte is nog steeds groter dan het aantal dat de voorraden te
groot vindt.
Producenten hout- en
bouwmaterialenindustrie
meest positief
Producenten uit de hout- en bouwmaterialenindustrie zijn het meest positief,
gevolgd door de ondernemers in de papier- en grafische industrie. Ondernemers
in de hout- en bouwmaterialenbranche zijn vooral positief over de verwachte
productie. Daarentegen zijn ondernemers in de transportmiddelenindustrie
negatiever dan in december.
Industrie
produceerde in november meer dan jaar eerder
Een paar weken geleden meldde
CBS dat de
gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie in november 2,3 procent
hoger lag dan in november 2014. Vooral de aardolie-, chemische, rubber- en
kunststofindustrie produceerden aanzienlijk meer.
|
|
|
|
|
|
|
2016
wederom het jaar van de small- en midcaps? |
Bron: Gerard Jager
|
Het jaar 2015 is vrij teleurstellend verlopen voor beleggers die gekozen hebben
voor aandelenindex- trackers of een mandje hoofdfondsen. Met name degenen die
zijn blijven zitten in fondsen als Arcelor Mittal, Delta Lloyd, Shell, Fagron
en Altice.
Ik heb begin 2015 gekozen voor Nederlandse small- en midcaps. Waarom? Deze
plegen op langere termijn aanzienlijk beter te presteren dan de hoofdfondsen.
Met name Hoog Dividend aandelen in dat segment. Slechts in tijden van krachtig
beursherstel na een flinke beursdip plegen Fallen Angels onder de hoofdfondsen
meer dan gemiddeld te presteren. Tijdelijk dus.
Beleg in Small value
Kijk eens naar onderstaande grafiek. Uit een brokerrapport gehaald in 2013. De
grafiek zelf behelst de Londense beursindex over een periode van 50 jaar en
eindigend in 2001.
Wat zien wij hier precies?
De rode lijn in de Londense
hoofdindex. Start = 1. Stand na 50 jaar 444. “Best netjes” zult u
misschien zeggen.
De zwarte stippellijn daaronder
betreft de grotere “groei aandelen”. Dus zeg maar DSM, Heineken,
ASML, enz. Maar ook Imtech en Arcadis. Fondsen waar beleggers in de goede jaren
zelfs verliefd op konden worden.
Dus relatief dure aandelen
bij een laag
dividendrendement.
In de vijftiger jaren is naast Robeco, zusterfonds Rolinco opgericht met een
tweeledig doel; A: beleggen in groeifondsen en B: beter presteren dan Robeco.
Robeco was toen een Waardefonds.
In de jaren daarna bleek, dat Rolinco gemiddeld slechter presteerde dan Robeco.
Van Rolinco horen wij dan ook niets meer….
Waarom presteren Groei aandelen gemiddeld ondermaats? In goede jaren betalen
beleggers hiervoor een relatief hoge koers. Op zeker moment gaat er iets mis,
bijvoorbeeld bij Arcadis. Niets rampzaligs, maar de koers kan wel gevoelig
omlaag gaan.
Er is niets op tegen om in groeiaandelen te beleggen voor de kortere termijn.
Op langere termijn zal een mandje groeifondsen de index niet bijhouden is de
conclusie van bovengenoemde grafiek.
De blauwe lijn betreft de kleinere
groeifondsen. Die houden de index wel bij.
De groene lijn heeft betrekking op de
grote Hoog Dividend aandelen. In dit plaatje over 50 jaar scoren zij vijf maal
zo veel als de index.
Tenslotte de gele lijn. Dat zijn Hoog
Dividend aandelen in de sfeer van small- en midcaps. Stand na 50 jaar liefst
8000!
Bij dit soort getallen zou men niet meer tevreden moeten zijn met het mogelijk
te behalen rendement op aandelenindextrackers.
Behaalde resultaten in het verleden bieden natuurlijk geen garantie voor de
toekomst. Het enige wat ik met dit plaatje heb willen aantonen is dat u op
langere termijn het beste af bent met small- en midcaps.
Niet zo verwonderlijk. Immers kleine- tot middelgrote ondernemingen groeien op
langere termijn nu eenmaal sneller dan de meeste hoofdfondsen.
Hoe dit doel te bereiken?
A:
door zelf te
beleggen in small- en midcaps. Met name fondsen die veel dividend uitkeren
én bovendien dividendgroei laten zien. Enige namen: Beter Bed, Acomo,
KasBank en TKH Group. Wilt u meer weten, neem een gratis proefabonnement op de
nieuwsbrieven van AdvanceBeleggen.nl .
B:
via een
gespecialiseerd beleggingsfonds. Eén van de meest succesvolle in de afgelopen
vijf jaar was Standard Life European Smaller Companies Fund. Behaald rendement
over de laatste vijf jaar 96%.
Samensteller: Gerard
Jager. Zijn
achtergronden zijn vermogensbeheerder bij de ING, resp. Hoofd
Beleggingsvoorlichting van Fortis NL. In 2003 heeft hij AdvanceBeleggen.nl.
opgericht. Voorts is hij goeroe van De Telegraaf (www.dft.nl) en
vermogensbeheerder bij
Onafhankelijk Vermogensbeheer ’s-Gravenhage b.v. ( www.ovgbeheer.nl
).
Jager schrijft zijn columns
op persoonlijke
titel. Vermogensbeheerrelaties van Jager hebben in beginsel een longpositie in
beleggingen die hij aanbeveelt. De informatie in deze column is niet bedoeld
als persoonlijk beleggingsadvies of als aanbeveling aan de lezer tot het doen
van bepaalde beleggingen.
Uw reactie is welkom
op
jager@ovgbeheer.nl
|
|
|
|
|
|
|
Enkele
(altijd) actuele quotes van Warren Buffett |
Bron:
Hendrik Oude Nijhuis
|
Van
echte
paniek is misschien nog net geen sprake maar heel veel scheelt het onderhand
niet meer.
De AEX is meer dan 20% gedaald vergeleken met de piek van vorig jaar. Olie werd
in minder dan twee jaar ruim 70% goedkoper, de Chinese beurs keldert aldaar
verder en de Amerikaanse Dow Jones kreeg een recordslechte start van het jaar
te verduren.
Wanneer aandelenmarkten alsmaar dalen lijkt het op een gegeven moment
verstandig aandelen in de uitverkoop te doen en te wachten op betere
tijden.
Maar is dat eigenlijk wel zo verstandig?
Ik selecteerde een aantal aansprekende quotes van Warren Buffett die beleggers
beter ter harte nemen…
Focus altijd op de lange
termijn
"If you aren't willing to own a stock for ten
years, don't even think about owning it for ten minutes. Put together a
portfolio of companies whose aggregate earnings march upward over the years,
and so also will the portfolio's market value."
"Over the long term, the stock market news
will be good. In the 20th century, the United States endured two world wars and
other traumatic and expensive military conflicts; the Depression; a dozen or so
recessions and financial panics; oil shocks; a flu epidemic; and the
resignation of a disgraced president. Yet the Dow rose from 66 to
11,497."
Hendrik Oude Nijhuis
Auteur, oud bestuurslid HCC Beleggen en BSC Duitenberger.
Oprichter Warrenbuffet.nl |
Hendrik Oude Nijhuis heeft Management,
Economics & Law aan de Universiteit Twente gestudeerd en
heeft zich jarenlang verdiept in de
strategieën van ‘s werelds beste beleggers. Zijn bestseller over
Warren Buffett is via de website http://www.warrenbuffett.nl/ gratis beschikbaar. Deze
column is
niet bedoeld als individueel advies tot het doen van
beleggingen. |
Prijs is wat anders dan
waarde
"Long ago, Ben Graham taught me that 'Price
is what you pay; value is what you get.' Whether we are talking about socks or
stocks, I like buying quality merchandise when it is marked down."
- "For some reason,
people take their cues
from price action rather than from values. What doesn't work is when you start
doing things that you don't understand or because they worked last week for
somebody else. The dumbest reason in the world to buy a stock is because it's
going up."
Laat u niet meeslepen door
emoties
"Look at market fluctuations as your friend
rather than your enemy; profit from folly rather than participate in
it."
"The most important quality for an investor
is temperament, not intellect. You need a temperament that neither derives
great pleasure from being with the crowd or against the crowd."
"Unless you can watch your stock holding
decline by 50% without becoming panic-stricken, you should not be in the stock
market."
"We simply attempt to be fearful when others
are greedy and to be greedy only when others are fearful."
|
|
|
|
|
|
|
Groen
licht voor een sterker IMF |
Bron: DNB.nl 28 jan 2016
|
Het IMF staat aan de vooravond van een historische verdubbeling van zijn eigen
middelen tot meer dan EUR 600 miljard.
Ook krijgen opkomende landen meer invloed binnen het Fonds.
Tegelijkertijd worden de regels waaronder het IMF hulp mag bieden aan landen in
betalingsproblemen flexibeler en veiliger.
Dit totaalpakket, dat na de recente ratificatie door de VS definitief is, maakt
het IMF representatiever en effectiever.
Patstelling in de VS
doorbroken
De definitieve goedkeuring van de IMF-hervormingen heeft een aantal jaren op
zich laten wachten, omdat het Amerikaanse Congres er lange tijd niet over eens
kon worden. Het stemaandeel van de VS binnen het IMF geeft haar een veto bij
belangrijke beslissingen. Instemming door de VS is daarom een vereiste om de al
in 2010 overeengekomen hervormingen van het IMF ook daadwerkelijk door te
voeren. Hoewel de Amerikaanse regering het akkoord onophoudelijk heeft gesteund
was de complexe verhouding tussen Democraten en Republieken een obstakel. Het
Amerikaans Congres kon pas in december 2015 instemmen. Volgend op formele
ratificatie door de VS eind vorige week heeft het IMF op 26 januari vastgesteld
dat zijn grote moderniseringsslag in werking kan treden.
Slagkracht van het IMF
verdubbelt
Kern van de hervormingen is een verdubbeling van de eigen middelen van het IMF,
zogenoemde quota, die de leden gezamenlijk inbrengen. Figuur 1 laat zien dat de
eigen middelen als percentage van het mondiale BBP waren afgenomen van ongeveer
1% naar minder dan 0,5% in 2014. De quota-verdubbeling die nu in werking treedt
zorgt ervoor dat de eigen middelen weer op een niveau van 0,9% terechtkomen.
Dit is vergelijkbaar met de omvang na eerdere substantiële
quota-ophogingen in 1978, 1990 en 1999.
De quota-ophoging maakt het IMF minder afhankelijk van geleende middelen. Een
kleine groep van ongeveer 40 landen, waaronder Nederland, heeft in de nasleep
van de financiële crisis grote leningen verstrekt aan het IMF om de
geloofwaardigheid van het IMF als mondiaal vangnet te waarborgen. Deze leningen
zijn echter geen vanzelfsprekendheid en doen bovendien afbreuk aan het
quota-gebaseerde karakter van de besluitvorming en risicodeling binnen het IMF.
Als onderdeel van de hervormingen worden de geleende middelen daarom verminderd
met het bedrag waarmee de quota toenemen.
Grafiek 1: Omvang
Eigen middelen van
het IMF (1960 - heden) Als percentage van het mondiale BBP
Meer invloed voor opkomende
economieën
De quota-verdubbeling maakt ook een verschuiving in quota-aandelen richting
opkomende economieën mogelijk. Het quotum dat een land bij het IMF moet
inleggen bepaalt namelijk het stemgewicht. Opkomende economieën zijn in de
afgelopen decennia snel gegroeid en spelen een grotere rol in de
wereldeconomie. Dit kwam echter onvoldoende tot uiting in de verhoudingen
binnen het IMF, waar de VS en Europese landen dominant zijn. De hervormingen
brengen de stemverdeling beter in balans. China ziet bijvoorbeeld zijn
stemgewicht toenemen van 4 naar 6,4 procent en wordt daarmee het op
twee-na-grootste lid van het Fonds. Hoewel het Nederlandse stemgewicht iets
afneemt, behoort het nog altijd tot de invloedrijkste landen binnen het
IMF.
Flexibelere maar ook
veiligere
leenvoorwaarden
De VS heeft bereikt dat de hervormingen van het IMF gepaard gaan met een
wijziging van de regels waaronder wordt besloten over leningen aan landen in
financiële problemen. Nederland steunt deze aanpassingen.
Tijdens de crisis is gebleken dat niet altijd met grote zekerheid kan worden
vastgesteld of sprake is van houdbare overheidsfinanciën. Tot 2010 mocht
het IMF alleen omvangrijke leningen verstrekken aan landen waar met grote
zekerheid sprake was van schuldhoudbaarheid. Was dit niet het geval, dan moest
eerst de houdbaarheid volledig hersteld worden, bijvoorbeeld via een
schuldherstructering waarmee de hoofdsom of de rente op uitstaande schuld met
een bepaald percentage wordt verlaagd. In 2010 concludeerde het IMF dat dit
beleid te star was voor landen waar de schuldhoudbaarheid een twijfelpunt is.
Een herstructurering heeft namelijk grote consequenties en moet niet onnodig
toegepast worden. Er kwam daarom een uitzondering voor situaties waarbij een
herstructurering tot systeemrisico’s leidt. Dit nieuwe beleid had echter
als nadeel dat de uitzondering neerkwam op een voorkeursbehandeling van
landen van wie de staatsschuld zo groot is dat herstructurering tot
systeemrisico’s leidt. Daarnaast bevatte de uitzondering geen bijkomende
voorwaarden ter bescherming van het IMF en creëerde deze een
ontsnappingsroute voor private crediteuren.
De uitzonderingsregel is nu vervangen door een algemene mogelijkheid om
IMF-financiering te verstrekken in het geval een land zich in het grijze gebied
bevindt. Dit mag echter alleen gebeuren indien private crediteuren aan boord
blijven – bijvoorbeeld via looptijdverlenging van obligaties – of
andere officiële crediteuren steun bieden. De schuldhoudbaarheid kan
zodoende te allen tijde verbeterd worden. Het raamwerk is eerlijker omdat het
van toepassing is op alle landen en beleggers in overheidsschuld de dans niet
zomaar meer kunnen ontspringen. Voor het IMF zijn de leenvoorwaarden veiliger
omdat vooraf zeker wordt gesteld dat andere partijen financiering blijven
verstrekken en de risico’s kunnen opvangen.
Meer aanpassingen in het
vooruitzicht
De moderniseringsslag van het IMF is echter nog niet klaar. Zo heeft Europa
eerder toegezegd twee zetels in het IMF- bestuur in te leveren om plaats te
maken voor opkomende economieën. Nederland en België hebben in 2012
al een grote stap gezet door hun stoelen te laten fuseren. Ook de
Scandinavische landen en Zwitserland hebben binnen hun kiesgroepen een bijdrage
geleverd. Andere Europese landen moeten nu het resterende deel van de
stoelenreductie leveren. Verder gaat het IMF de komende tijd opnieuw beoordelen
of de fondsomvang en quota-verdeling toereikend is. Het IMF blijft zodoende
werken aan een toekomstbestendig vangnet dat een weerspiegeling vormt van
mondiale economische krachtsverhoudingen.
|
|
|
|
|
|
|
Schroders
ziet kansen na harde koersdalingen Azie |
Bron: Analist.nl
|
Behalve de volatiliteit op de markten is er niet veel veranderd in
China.
Maar
de
onrust schept wel kansen in deze regio, stelt Robin Parbrook, Hoofd Aandelen
Azië ex-Japan bij Schroders.
Het
groeiend aantal slechte leningen, ineenstortende aandelenmarkten in Azië
en onrust in China, bieden een koopkans nu eindelijk de economische cyclus in
beweging komt en ’creatieve vernieling’ optreedt.
De Chinese munt is verantwoordelijk voor de recente opleving van de
crisisstemming rond China. De vrees neemt toe dat de autoriteiten de controle
verliezen over de valutakoers en als gevolg daarvan de kapitaalvlucht
toeneemt.
Afgelopen december is 108 miljard US dollar weggevloeid. De Chinese vreemde
valutareserves nemen verder af en naderen nu de kritische grens van 3000
miljard US dollar.
Alle langetermijnbelggers weten dat het onmogelijk is om een onafhankelijk
monetair beleid te voeren én een gekoppelde wisselkoers tegelijk te
hebben. Uit angst voor kapitaalvlucht tracht de Chinese centrale bank de
renminbi stevig overeind te houden door volop te interveniëren: US dollars
worden verkocht en renminbi's aangekocht. Gevolg is een sterke daling van de
valutareserves.
Desondanks daalt de renminbi gestaag. Dat is niet bevorderlijk, zeker niet als
China zich probeert te ontworstelen aan een reusachtige kredietbubbel. Dat wekt
twijfel over het fragiele financiële systeem en leidt tot een forse
uitverkoop van risicovolle activa.
Wat nu?
Als de kapitaalvlucht aanhoudt, kunnen de gevolgen zeer ingrijpend zijn. Welke
opties hebben de autoriteiten nog tot hun beschikking? Een ding is zeker, de
dalende aandelenkoersen nemen de valse overtuiging weg, dat de beleidsmakers
alle problemen wel zullen oplossen.
Parbrook verwacht een verdere daling van de renminbi, slechte leningen komen
aan het licht en de nominale economische groei zakt onder de 5%. Verdere
dalingen op de aandelenmarkten en volatiliteit op de obligatiemarkt in China
valt te verwachten.
Nog altijd acht Parbrook een grote financiële crisis in China
onwaarschijnlijk, tenzij er grove beleidsfouten en er geen duidelijke keuzes
worden gemaakt.
Kansen gloren temidden van
de
paniek
Nu de markten de doemscenario’s voor China inprijzen en de paniek om zich
heen grijpt, is de tijd rijp om de blootsteling aan aandelen uit de regio in de
portfolio te verhogen, aldus Parbrook. De vooruitzichten voor de regio mogen er
dan wel slecht uitzien, maar een nieuwe financiële crisis verwacht hij
niet.
Uiteindelijk hebben de Aziatische economieën baat bij lagere prijzen voor
grondstoffen en zijn de Aziatische aandelenmarkten op het niveau van 2011
teruggekeerd.
Een verdere daling van de Aziatische aandelenmarkten wil Parbrook gebruiken om
te beleggen in kwalitatieve bedrijven. Blue chips in Taiwan en Hong Kong -
veelal in Azië genoteerde wereldwijd vooroplopende bedrijven op het gebied
van productie en technologie – zijn aantrekkelijk.
De situatie is niet rooskleurig en China is echt in een lastige positie, maar
de beleggers moeten zich realiseren dat er in Azië geen verband is tussen
de groei van het BBP en het aandelenrendement.
|
|
|
|
|
|
|
Te
weinig informatie over fondsbeheerders |
Bron:
Morningstar
|
De
stormachtige opkomst van ETF’s dwingt actief beheerde beleggingsfondsen
om hun meerwaarde duidelijker zichtbaar te maken aan beleggers. Uit onderzoek
van de VEB en Morningstar blijkt dat er op het gebied van informatie over
fondsmanagers nog een wereld te winnen valt.
Niels Faassen, Analist Beleggingsfondsen bij Morningstar |
Na
zijn studie Financial Economics aan de
Radboud universiteit
Nijmegen is hij inmiddels ruim negen jaar werkzaam in de
beleggingsindustrie onder andere voor SNS REAAL en ABN AMRO. Sinds 2012 werkt
Niels als fondsanalist bij Morningstar. Voor Morningstar beoordeelt hij
beleggingsfondsen op kwalitatieve criteria en voorziet ze van een Morningstar
Analyst Rating. |
Waarom zou je als belegger een actief beheerd beleggingsfonds verkiezen boven
een goedkoper indexvolgend fonds (ETF)? Het antwoord op die vraag is eenvoudig:
omdat je denkt dat een gerenommeerd team van beleggingsprofessionals in staat
is om succesvoller te beleggen dan de markt. Het rendement van een indextracker
is immers in theorie gelijk aan dat van een bepaalde markt (index) min de
kosten die in rekening worden gebracht. Logischerwijs weten lang niet alle
actieve beleggingsfondsen de markt te verslaan. Het is de uitdaging voor een
fondsmanager om beleggers ervan te overtuigen dat zijn kennis, kunde en
ervaring de kans op een bovengemiddeld rendement vergroot, waardoor het voor
diezelfde beleggers loont om hogere kosten te betalen.
Toevalstreffers
Inmiddels is de meeste beleggers wel duidelijk dat de in het verleden behaalde
rendementen maar een deel van het verhaal vertellen. Fondsaanbieders moeten
beleggers uitleggen waarom eerdere successen geen toevalstreffers waren of
benedengemiddelde prestaties juist wel. Uitgebreide en gemakkelijk vindbare
informatie over de fondsmanager zelf, zijn ervaring en betrokkenheid en de
manier waarop hij het hem toevertrouwde geld investeert, is wel het minste wat
beleggers mogen verwachten.
Beterschap?
Uit een onderzoek dat de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) in 2013 deed in
samenwerking met Morningstar, bleek dat de informatievoorziening over
beheerteams bij veel fondsaanbieders onvoldoende was. Een aantal fondshuizen
beloofden toen hun leven te beteren en transparanter te worden.
Om te zien of die woorden in daden zijn omgezet, heeft de VEB, in samenwerking
met Morningstar, tientallen websites, factsheets en jaarverslagen uitgeplozen,
op zoek naar informatie. Deze keer keken we naar de twintig meest relevante
fondshuizen in Nederland en onderzochten, indien mogelijk, minimaal twee
fondsen per aanbieder. Daarbij kwamen acht onderwerpen aan bod:
- De naam van de fondsmanager
- Ondersteuning door analisten
- De achtergrond van de fondsmanager
- Het moment van aantreden
- Andere taken binnen de organisatie
- Verantwoordelijkheden binnen het fonds
- Beslissingsstructuur binnen het fonds
- Beleggingen van fondsmanagers in het eigen fonds
De informatie werd gezocht op de website van de fondsaanbieder, de factsheet
(het maandelijkse rapportagebericht) en in het jaarverslag (over 2014).
Ondermaats
Ten opzichte van het vorige onderzoek heeft een aantal partijen serieus werk
gemaakt als het om transparantie ten aanzien van het beheerteam gaat. Vooral
bij Kempen is de informatievoorziening flink verbeterd. In het vorig onderzoek
bungelde het prestigieuze fondshuis behoorlijk onderaan, nu scoort het als
beste met een positieve score op zeven van de acht onderzochte onderwerpen. De
website van Kempen is flink verbeterd en geeft meer inzicht in de beheerders,
hun achtergrond en ervaring.
Ook bij Delta Lloyd is werk verzet de afgelopen jaren. De fondsaanbieder is nu
een stuk transparanter dan in 2013, toen op maar twee onderwerpen informatie
werd verschaft tegen vier nu. Daarbij dient te worden opgemerkt dat niet alle
informatie even accuraat is. Zo voert het Delta Lloyd Deelnemingen-fonds
beheerders op die niet direct betrokken zijn bij het fonds.
Robeco scoort eveneens hoog, vooral dankzij de tekst en uitleg die te vinden is
over het Robeco High Yield Bonds van fondsmanager Sander Bus. Opmerkelijk
genoeg is de informatie bij vlaggenschip-fonds Robeco N.V. een stuk beperkter.
Blijkbaar zijn er binnen het fondshuis geen generieke afspraken over de
informatie die aan beleggers wordt verstrekt.
Het Add Value Fund van Optimix blijft
solide
presteren op het gebied van transparantie. Het fondshuis is transparant op vijf
van de acht onderwerpen, evenveel als in het vorige onderzoek toen het
beleggingsfonds van Willem Burgers en Hilco Wiersma nog opereerde onder de vlag
van Keijser Capital. Tegenwoordig vormt het Add Value Fund onderdeel van
Optimix dat opvallend genoeg met haar fondsen aanmerkelijk minder goed
scoort.
Tot zover het goede nieuws, want fondsaanbieders die een dikke onvoldoende
scoren zijn ook ruimschoots aanwezig. Zo is bij Allianz alleen de naam van de
fondsbeheerder te achterhalen verdere informatie is niet beschikbaar. Aegon
neemt zelfs die moeite niet. De verzekeraar scoort negatief op alle onderdelen.
Eind vorig jaar werd de beursgenoteerde onderneming Aegon nog geroemd vanwege
haar transparante jaarverslag, maar aan het jaarverslag beleggingsfondsen en de
overige informatie op fondsengebied valt daar bijzonder weinig van te
merken.
Meer naam dan proces
Over de hele linie valt op hoe weinig aandacht wordt gegeven aan de manier
waarop de verantwoordelijkheden en de beslissingsstructuur binnen een
beheerteam zijn vormgegeven. Alleen Kempen en (deels) Robeco besteden aandacht
aan beide punten.
Bijna even slecht is het gesteld met gegevens of een fondsmanager al dan niet
in het eigen fonds belegt. Alleen Add Value, DoubleDividend en Juno geven
hierover informatie. En dat is jammer, want een fondsmanager die in het eigen
fonds belegt straalt vertrouwen uit en is bereid zijn belangen en die van zijn
beleggers openlijk gelijk te stellen. In de Verenigde Staten zijn fondshuizen
verplicht inzage te geven in hoeverre fondsbeheerders in het eigen fonds
beleggen. Er zijn diverse onderzoeken bekend waaruit blijkt dat er een positief
verband is tussen persoonlijk belegd zijn in het eigen fonds en het
fondsrendement.
Positief verband
Dat positieve verband is er ook als fondsmanagers langer een specifiek fonds
beheren. Onderzoek van Morningstar in de Verenigde Staten leert dat naarmate
een fondsbeheerder langer een fonds beheert, zijn kosten laag weet te houden en
ook nog eens substantieel in zijn eigen fonds belegt, de kans op een beter dan
gemiddeld rendement significant toeneemt. Dat maakt informatie over de
achtergronden van fondsbeheerders tot meer dan een vrijblijvende oefening. Voor
beleggers kan het een signaal zijn over de kansen die een fonds biedt op een
bovengemiddeld rendement. En juist dat zou de kracht moeten zijn van actief
beheerde beleggingsfondsen. Dat maakt het des te onbegrijpelijker dat veel
fondshuizen nalaten om beleggers gedegen informatie te verschaffen over de
mensen waar beleggers hun geld aan toevertrouwen.
|
|
|
|
|
|
|
Wat wilt u doen binnen onze vereniging? |
Bron: Redactie
HCC
Beleggen |
De HCC Beleggen
organiseert een aantal
activiteiten. De bekendste activiteiten die wij organiseren zijn de
beleggerssymposia, die we tweemaal per jaar houden in De Bilt, de regiogroepen
en deze nieuwsbrief. Een toenemend aantal mensen wil ook aktief meedoen.
Voor de organisatie van onze symposia
zijn wij voortdurend op zoek naar mensen die een bijdrage willen leveren aan de
totstandkoming hiervan.
Het is niet alleen leuk om dergelijke evenementen te organiseren, maar het is
ook een ideale gelegenheid om je netwerk uit te breiden met interessante
contacten.
Ook voor deelname aan de
redactie van de nieuwsbrief en de website zijn wij voortdurend op zoek
naar mensen die het aandurven een column, een artikel of een recensie te
schrijven.
Zonder deel uit te maken van de organisatie kunt u vanzelfsprekend ook meedoen
aan
één van de Regio- of Belangstellingsgroepen.
Maar ook andere dingen doen zoals het geven van een aardige lezing, met
anderen handelsstrategieën uitwerken, software onder de knie krijgen of
gewoon een groep vormen waarmee je samen de markt analyseert/bespreekt, behoort
tot de mogelijkheden.
Ben jij enthousiast en denk je dat een vrijwilligersfunctie jou op het lijf
geschreven is, neem dan per email contact op met het HCC Beleggen bestuur of met
de redactie
|
|
|
|
|
|
|
|
Disclaimer: Deze
publicatie komt tot stand op de redactie van beleggersonline.nl de website van
de HCC IG Beleggen. Noch de mate waarin de berichten, voorgestelde
scenario’s, risico’s en voorspellingen de marktverwachtingen
weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen,
kunnen worden gewaarborgd. De voorspellingen zijn indicatief. De gegevens in
deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden
beschouwd als beleggingsadvies. De
schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur van de HCC IG Beleggen en/of de
Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet aansprakelijk voor eventuele
verliezen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren, behaalde resultaten uit
het verleden geven geen garantie voor de toekomst. |
|
|
|
|
|
|