..
|
|
December
2015
|
|
|
..
|
|
ABN AMRO: opvallend goedkoop terug op de
beurs |
Bron:
Hendrik Oude Nijhuis
|
|
Sinds
afgelopen maand staat ABN AMRO weer genoteerd aan de Amsterdamse beurs. Maar is
dit ABN AMRO nog wel vergelijkbaar met het bankbedrijf van voor de crisis?
Welke risico's zijn er?
En hoe zit het met de waardering?
|
Pluspunten
In het persbericht waarin onder meer op het prospectus (beschikbaar via abnamro.com/beursgang)
gewezen werd
stonden de nodige positieve zaken over ABN AMRO opgesomd. U treft ze hieronder
puntsgewijs aan:
- Leidende posities in Nederland op het gebied van
retail, private en
corporate banking.
- Gematigd risicoprofiel op basis van sterke
kapitalisatie en een schone
balans.
- Goed gepositioneerd ten opzichte van de Nederlandse
economie, die wordt
gekenmerkt door sterke fundamenten en een periode van cyclische groei.
- Internationale activiteiten op basis van bestaande
capaciteiten, die
geografische diversificatie en groeimogelijkheden bieden.
- Aantrekkelijk rendement voor aandeelhouders, met
duidelijk ruimte voor
verdere efficiëntieverbeteringen.
- Capaciteit om dividend uit te keren wordt ondersteund
door sterke groei van
het eigen vermogen en discipline.
- Ervaren managementteam met een bewezen staat van dienst.
Ook risico's
Het sinds kort weer beursgenoteerde ABN AMRO is totaal onvergelijkbaar met het
bedrijf dat in 2007 werd overgenomen en toen gelijk in drieën werd gehakt.
Voor de overname was ABN AMRO een internationale speler van formaat met meer
dan 100.000 medewerkers. Het ABN AMRO van nu is vooral nationaal gericht en
telt zo'n 22.000 medewerkers.
Hendrik Oude Nijhuis
Auteur, oud bestuurslid HCC Beleggen en BSC Duitenberger.
Oprichter Warrenbuffet.nl |
Hendrik Oude Nijhuis heeft Management,
Economics & Law aan de Universiteit Twente gestudeerd en
heeft zich jarenlang verdiept in de
strategieën van ‘s werelds beste beleggers. Zijn bestseller over
Warren Buffett is via de website http://www.warrenbuffett.nl/ gratis beschikbaar. Deze
column is
niet bedoeld als individueel advies tot het doen van
beleggingen. |
Nederland is goed voor iets meer dan 80% van de winst.
Gaat het kortom met Nederland goed dan profiteert ABN AMRO eveneens. Gaat het
met Nederland slecht - om wat voor reden dan ook - dan lijdt ABN AMRO daar
eveneens onder.
Opvallend is dat de helft van de klanten nooit een kantoor bezoekt. En de
andere helft gemiddeld slechts eens in de twee jaar.
Structureel lagere
winstgevendheid
Een risico voor ABN AMRO (en andere grootbanken) met tienduizenden medewerkers
en een groot en vooral duur kantorennetwerk is ingehaald te worden door de
technologie. Denk allereerst aan de vele, innovatieve fintech startups die zich
richten op het snijvlak van bankieren en technologie.
En ten tweede aan kapitaalkrachtige technologiebedrijven die zich steeds meer
op het terrein van banken beginnen te begeven.
Denk hierbij onder meer aan bedrijven als Google (Google Wallet en Android
Pay), Apple (Apple Pay), Samsung (Samsung Pay), Facebook en PayPal.
Verder is het uitlenen van geld eigenlijk meestal helemaal niet zo winstgevend.
Dat veel banken dat voor de kredietcrisis wel degelijk waren wordt verklaard
door leverage (lees: heel veel vreemd vermogen in verhouding tot het eigen
vermogen). Maar wat dat trucje betreft drukken toezichthouders tegenwoordig
aardig op de rem. De hoge winstgevendheid van banken ten tijde van voor de
crisis hoeft om die reden voorlopig niet meer terug te worden
verwacht.
Waardering
ABN AMRO is in 2008 genationaliseerd en de kosten daarvan bedroegen circa EUR
21,7 miljard. Uitgaande van de introductiekoers van EUR 17,75 valt het verlies
voor de belastingbetaler zo bezien te becijferen op EUR 5 miljard (uit de
introductiekoers volgt een bedrijfswaarde van ABN AMRO van EUR 16,7
miljard).
De hierboven genoemde bedrijfswaarde impliceert dat van een premie ten opzichte
van het eigen vermogen (boekwaarde) van ABN AMRO niet of nauwelijks sprake is.
Per 30 september 2015 bedraagt het eigen vermogen van ABN AMRO namelijk EUR
16,1 miljard (per aandeel is dat EUR 17,12).
Wij menen dat de strategische doelstelling van ABN AMRO om de komende jaren een
rendement op eigen vermogen te behalen van 10% tot 13% reëel is. Het
beoogde dividenduitkeringspercentage bedraagt 50% vanaf en over boekjaar 2017
(dit jaar is dat nog 40%).
Uitgaande van bovenstaande gegevens, eigen aannames en een discontovoet van 8%
menen wij dat een premie op het eigen vermogen van ongeveer 60% terecht zou
zijn. De geschatte beurswaarde van ABN AMRO bedraagt in dat geval EUR 26,7
miljard, de bijbehorende koers EUR 28,-.
Bij het waarderen van aandelen moet altijd een slag om de arm worden gehouden.
Maar in dit geval overheerst bij ons toch vooral de overtuiging dat ABN AMRO
eerder te goedkoop dan te duur naar de beurs is gegaan. Gelukkig voor iedere
Nederlander is zo bezien nog wel dat de Nederlandse overheid voorlopig eigenaar
blijft van ruim driekwart van alle aandelen van ABN AMRO.
|
|
|
|
|
|
|
Topprestaties onder de
alternatieve
beleggingen |
Advertentie: Alphafondsen.nl
|
|
|
|
|
|
|
|
Leentjebuur
en
leergeld…. |
Bron: Ben van den Anker |
|
Met
P2P-lending wordt verwezen naar het zonder tussenkomst van een traditionele
tussenschakel als bank uitlenen van geld aan individuen, die over het algemeen
niet tot de bekenden- of familiekring behoren.
De
transactie wordt online afgewikkeld. P2P-lending is in de US pas sinds 2006
ontwikkeld vanuit de start-up stad San Francisco.
|
De grootste problemen bij de start waren het wanbetalersrisico en het gebrek
aan liquiditeit. Een lening heeft een looptijd en gedurende de looptijd is de
lening niet liquide te maken. De SEC verplicht P2P-bedrijven hun aanbod
inmiddels als securities aan te bieden.
Het voordeel voor de lener bij het uitlenen van middelen van individu tot
individu is een beter (= lager) rentepercentage dan bij een persoonlijke lening
via de bank. De spaarder die een momenteel zeer laag rendement ontvangt op een
spaarrekening kan door in P2P-lending te participeren een hoger rendement
behalen.
Dit lijkt op een win – win relatie zou je zeggen.
Het
gebruik van technologie is in verhouding tot de reguliere banken een groot
kostenvoordeel voor de P2P bedrijven, dat ook aan de klanten doorgegeven wordt.
Sinds 2009 wordt het jaarlijkse rendement in de platforms Lending Club en
Prosper geschat tussen 5 – 9%, afhankelijk van de kredietwaardigheid van
de ontvanger van de lening1)
Ben van den Anker (1976) is schrijver / columnist en lid
centrale directie aan het Candea
College |
Hij
heeft zijn PhD in Business &
Management tijdens een
negenjarig verblijf in Zuidoost Azië aan de International Graduate School
of Business (University of South Australia) behaald. Hij is auteur van het boek
The perceived role of Host Country Nationals in Expatriate Adjustment (2010,
Ben van den Anker). Zijn onderzoek richt zich met name op de rol van
cross-culturele interactie in het functioneren van expatriates. Daarnaast is
hij voor de International Business Review revisor voor wetenschappelijke
artikelen op het snijvlak business en management. |
Zopa, de twee na grootste in de industrie, geeft eigenlijk in 2014 aan dat het
wanbetalersrisico beheersbaar is door een 0.5% default rate2)
te publiceren.
De
keuze van platform is echter belangrijk naast de mate van regulering die
hierbij een rol speelt.
Regulering zorgt er in bepaalde landen voor dat
informatie helder aangeboden moet worden en er een planning aanwezig moet zijn
voor het geval dat zaken niet zo lopen als verwacht.
Door het relatief jonge
bestaan van deze P2P platforms is regelgeving ook aan verandering onderhevig.
Kortom; harde garanties lijken er nog niet te zijn.
Ook zal helderheid over het risico geboden moeten worden. Terwijl uw geld wacht
om uitgeleend te worden ontvangt u hierop bij de meeste P2P platforms geen
rente.
Ook is uw geld niet veilig zoals een spaarrekening die gekoppeld is aan
het depositogarantiestelsel.
Indien het P2P-platform failliet gaat, is het maar
de vraag wie er voor zal zorgen dat u uw uitgeleende geld weer terug ontvangt.
Het P2P platform ontvangt in de regel een fee van 1% van de loonwaarde voor
geleverde diensten en een extra 0.25% als u de lening weer doorverkoopt.
Deze
1% wordt betaald als de uitgever geld retour ontvangt en bij het missen van een
betaling of wanbetaling vervalt deze fee (bij enkele grote spelers).
De meerwaarde van het P2P-concept zit wellicht niet in het gegeven dat
consumenten aan andere consumenten uit kunnen lenen, maar meer in de snelheid
van de transactie door slim gebruik van ICT waar banken in de verste verte niet
aan kunnen tippen. Het P2P-concept spreekt door zijn eenvoud aan en grote
spelers blijken P2P-lending nu ook te ontdekken.
Nederlandse bedrijven
gebruiken subtiele wijzigingen in de naamgeving als ‘crowdlending’
en beginnen het concept te omarmen. Er lijken inmiddels ook hybride producten
te ontstaan als mandjes met diverse leningen gekoppeld aan een risicocategorie.
Uit oogpunt van diversificatie is dit natuurlijk een slimme beweging.
De grotere spelers op de markt bieden tools aan om de kredietwaardigheid van
deelnemers objectiever te kunnen beoordelen. Het BKR pakt op de Nederlandse
markt hierin een rol. Het is waarschijnlijk dat toekomstige rentetarieven vaker
door de markt worden vastgesteld, dan door het leenplatform. De grote groei van
platforms zorgt voor concurrentie, waar de consument uiteindelijk de vruchten
van zal kunnen plukken. PWC voorspelt dat P2P-lending van een waarde van $5.5
miljard in 2014 zal groeien tot 150 miljard in 2025 3).
Kortom, voor de
speculatief ingestelde belegger die potentie aan een duidelijk risico durft te
koppelen biedt P2P zeker mogelijkheden om een hoger rendement te behalen.
1) http://www.cnbc.com/2015/08/28/more-investors-turn-to-p2p-lenders-for-high-yield.html
2) http://www.forbes.com/sites/groupthink/2014/10/14/the-disappearance-of-peer-to-peer-lending/
3) https://www.pwc.com/us/en/consumer-finance/publications/assets/peer-to-peer-lending.pdf |
|
|
|
|
|
|
Wat is een ETF? Een korte
inleiding op exchange traded
funds |
Bron: Morningstar Benelux 23 november
2015 |
|
Een exchange-traded
fund (afgekort ETF)
is een mandje beleggingen dat net als een aandeel wordt verhandeld aan de
beurs.
Een ETF wordt in het algemeen gebruikt om een specifieke marktindex te
volgen.
Vandaar dat ze ook wel indextrackers worden genoemd.
|
Er zijn ook traditionele beleggingsfondsen die zich op een bepaalde index
richten en deze proberen te verslaan. Het verschil met een ETF is, dat deze
fondsen actief worden beheerd met een manager aan het roer waar een ETF passief
beheerd wordt.
AEX-index
Wie bijvoorbeeld in de AEX-index wil beleggen kan een ETF kopen die de
Amsterdamse beursgraadmeter repliceert. Wanneer de AEX stijgt, neemt de ETF in
waarde toe en wanneer de AEX daalt daalt ook de waarde van de ETF. De belegger
heeft keus uit tal van indices zoals de S&P 500 Index, de MSCI World Index
en kleinere specifieke indices.
Grondstoffen en Valuta
Een ETF kan ook worden gebruikt om grondstoffen of andere activa zoals valuta
te tracken. Wie in goud wil beleggen maar niet fysiek een staaf goud wil
aanschaffen kan een ETF kopen die de goudkoers volgt (technisch gezien wordt
een grondstof ETF een exchange traded commodity (ETC) en een valuta-ETF een
exchange traded currency).
De eerste ETFs zagen het levenslicht in de Verenigde Staten in de jaren tachtig
en begin jaren negentig en hun populariteit in beleggingsland is sindsdien
geëxplodeerd. Institutionele en particuliere beleggers investeren
inmiddels miljarden euro’s in ETFs.
ETFS zijn hetzelfde als aandelen in die zin dat ze gemakkelijk ge- en verkocht
kunnen worden op de beurs en hun koers fluctueert gedurende de handelsdag.
Beleggers kunnen short gaan op ETFs, een stop-loss order gebruiken en ze
verkopen. In het kort geldt dat alles wat met aandelen kan ook met ETFs kan.
Net als bij aandelen betalen beleggers en commissie bij het kopen en verkopen
van ETFs.
Voor ETFs
Als het aankomt op vergoedingen/kosten zijn ETFs bekend om hun zeer lage
kosten. Zelfs lager dan traditionele fondsen. ETFs zijn in het algemeen
goedkoper omdat er geen fondsmanager actief bij betrokken is die ook betaald
moet worden.
ETFs bieden beleggers een ultiem diversificatiemiddel: je kunt direct beleggen
in een volledige markt in plaats van individuele aandelen te selecteren en
kopen.
ETFs bieden beleggers een ultiem specialisatiemiddel: je kunt direct beleggen
in de meest vreemde en wonderlijke sectoren zoals een ETF die een
smartphone-index volgt tot een ETF die een index van levend vee volgt.
Een belegger kan veel of weinig kopen: ETFs stellen geen eisen aan de inleg wat
betekent dat beleggers van een bepaald ETF één aandeel kunnen
kopen of heel veel.
ETFs bieden toegang tot een breed scala aan effecten inclusief obligaties,
buitenlandsmarktindices, grondstoffen en valuta.
ETFs worden verhandeld als aandelen: ze kunnen de hele handelsdag worden
gekocht en verkocht.
Tegen ETFs
In het algemeen kunnen ETFs geen hoger rendement halen dan de markt die ze
volgen. In tegenstelling tot actief beheerde indexbeleggingsfondsen waarbij de
beheerder de markt wil verslaan noteren ETFs het rendement van de markt (omdat
ze de marktindex exact repliceren).
Er zijn zeer veel verschillende ETFs en sommige zijn minder geschikt voor
particuliere beleggers. ETFs gebruiken verschillende manieren om de
gekozen index te repliceren en sommige methoden bieden juist extra risico voor
beleggers. Hou altijd in gedachten: beleg niet in wat je niet begrijpt.
Omdat ETFs dezelfde handelseigenschappen hebben als aandelen is het
verleidelijk om er frequent in te handelen, vooral als de markten volatiel
zijn. Maar beleggers kunnen aanzienlijke kosten genereren als ze vaak ETFs
kopen en verkopen. Deze kosten eten een aanzienlijk deel uit het rendement. Het
is dan ook belangrijk om een gedisciplineerde houdingen aan te nemen ten
opzichte van ETF-beleggingen.
Wat is het verschil tussen een ETP en een ETF?
Een artikel over ETFs, ETPs, ETNs, ETCs en andere exchange-traded products
waarvan de naam kan leiden tot exchange-traded verwarring
Zon- en schaduwkanten van ETF's
Steeds vaker worden in Europa actief beheerde aandelenfondsen afgestoten,
terwijl indexfondsen ook in dalende markten profiteren. ETF's zijn echter niet
altijd de beste keus voor de belegger. Wij bekijken de track-record van
indexfondsen in de grootste Europese aandelenfondscategorieën
Wereldwijd beleggen zonder risico in opkomende markten te
lopen
De wereldwijde groei en het monetaire beleid lopen flink uiteen. Vooral de
beurzen in opkomende landen ogen zeer nerveus. Beleggers die daar niet aan
blootgesteld willen worden, kunnen wellicht beter uitwijken naar
aandelenbeurzen van ontwikkelde economieën
Een afweging tussen diversificatie en kennis
En wanneer het de moeite loont om groot in te zetten
ETFs-Liquiditeit en transactiekosten van ETFs
Door de lage kostenratio's zijn ETFs duidelijk interessant voor een 'goedkope',
lange termijn kernportefeuille, maar hoe zit het met de transactiekosten?
Actief versus passief fondsbeheer: waarom niet een actieve
ETF
Actief beheerde ETFs lijken een fantastische oplossing voor beleggers. Het
beste van twee werelden. Maar waarom is hun marktaandeel dan nog zo klein?
Waarom
teleurstellingen waarschijnlijk zijn bij conventionele
grondstoffenindexen
Als we naar echte bepalende factoren voor het rendement op grondstoffenfutures
kijken, dan zien we dat populaire indexen zoals de GSCI tekortschieten
Morningstar ontwikkelt classificatiesysteem voor strategic
beta
ETFs
Een nieuw model om strategic beta – ook wel smart beta – ETFs te
categoriseren helpt beleggers om dit nieuw type beleggingsfondsen beter te
kunnen identificeren, vergelijken en analyseren
Waarom zijn er zo weinig strategic bèta ETF's voor
obligaties?
Waar het strategic bèta betreft, bieden aandelen meer voor de hand
liggende mogelijkheden dan vastrentende waarden. Maar ETF-aanbieders
ontwikkelen inmiddels ook 'smart bèta' obligatieproducten
Waarom worden 'low volatility' ETF's zo populair?
Zoals uit de marktontwikkelingen afgelopen zomer weer eens bleek, hoort
volatiliteit gewoon bij beleggingen
|
|
|
|
|
|
|
Voedingssector al jaren
lucratief, Unilever in top
20 |
Bron: Analist.be
|
|
Ronald Kok (RBA)
Financieel analist, entrepeneur en uitgever van o.a. Analist.nl en het
beleggingsblad:
Analist Journaal
|
Na zijn
economie opleiding aan de
Erasmus Universiteit Rotterdam, VBA aan de VU Universiteit van Amsterdam
bleef hij zich verder specialiseren w.o. EFFAS , en focust hij zich nu
vooral op financiële analyse en de praktische toepasbaarheid van
beleggingsstrategieën. Zijn aandachtsgebieden zijn vooral de Amerikaanse
en Europese aandelen. Daarnaast focust Ronald zich ook op
derivatenstrategieën, asset-allocatie en
risicomanagement.
|
Waar
veel
analisten en beleggers de voedingssector saai noemen zijn haar rendementen dit
echter niet.
De
voedingssector behoort de afgelopen 10 jaar steevast tot de beste sectoren en
had over meerdere periodes gemiddeld gesproken zelfs geen verliezen.
Het Belgische Lotus Bakeries is met enorme afstand het beste aandeel uit de
voedingssector.
Over de afgelopen 10 jaar won het aandeel een eclatante 1100 procent (exclusief
dividenden). Een dergelijke winst zien we eigenlijk alleen maar bij de
internetaandelen zoals Baidu en Netflix.
Nestlé en Unilever hand in
hand qua
rendement
Bij de andere 10-jaarswinnaars zien we een mix van mid- en largecaps.
De bekendste namen zijn uiteraard Unileveren Nestlé .
Beiden wonnen de nipt boven de 100 procent over de afgelopen 10 jaar.
Bij de verliezers zien we weliswaar een paar grote uitslagen zoals die van
Natra en Evolva maar het gros van de voedingsaandelen leverde de belegger toch
forse winsten op.
Over de afgelopen 10 jaar won het gemiddelde voedingsaandeel circa 81
procent.
Ook over de kortere perioden zien we behoorlijke winsten. In tegenstelling tot
de meeste andere sectoren zien we dat ook over de afgelopen 3 maanden ook deze
sector wederom in de plus noteren.
Historische rendementen
voedingssector |
|
|
|
|
|
|
CBS:
Nederlandse producent
positiever dan veel EU-collega’s |
Bron:
CBS
|
Nederlandse ondernemers in de industrie zijn positiever dan veel van hun
Europese collega’s. Dit meldt CBS op basis van statistieken van de
Europese Commissie. De Europese indicator van het producentenvertrouwen, die
iets afwijkt van de Nederlandse, stond in november voor Nederland op 2. Het
gemiddelde producentenvertrouwen in de Europese Unie (EU) was negatief (-3,5).
Ondernemers in Slovenië, Hongarije en Zweden waren het meest
optimistisch.
Griekse en Poolse
producenten het
negatiefst
Europese ondernemers in de industrie zijn gemiddeld negatief gestemd. Slechts
in een aantal landen, waaronder Nederland, hebben positief gestemde ondernemers
de overhand. Producenten in Griekenland en Polen waren in november 2015 het
negatiefst met scores van respectievelijk -16,6 en -11,5.
Nederlandse producent ook op
lange termijn
optimistischer dan EU-gemiddelde
Met 2 ligt het Nederlandse producentenvertrouwen ruim boven het tienjarig
gemiddelde. Het Nederlandse tienjarig gemiddelde is met -3,1 minder negatief
dan het Europees gemiddelde (-5,9). De enige landen met een positief saldo zijn
Tsjechië en Slowakije. Poolse en Griekse producenten zijn gemiddeld het
negatiefst gestemd met scores van respectievelijk -12,6 en -11,9.
Europees
producentenvertrouwen sinds oktober
2014 stabiel
In januari 2008 bereikte het producentenvertrouwen in Nederland het hoogste
punt in de afgelopen acht jaar (5,1). Het dieptepunt (-25,4) werd bereikt in
februari 2009. Vanaf maart 2013 is de trend stijgend. Het Europees gemiddelde
is daarentegen sinds oktober 2014 niet of nauwelijks veranderd. Sinds april
2015 hebben positief gestemde ondernemers in Nederland de overhand. Met een
waarde van 2 is het producentenvertrouwen echter nog een stuk verwijderd van
het niveau van voor de crisis.
Nederlandse producent
positiever over
verwachte bedrijvigheid
Het producentenvertrouwen is opgebouwd uit drie deelindicatoren. Deze
indicatoren zijn een weergave van de mening van de producent over de
orderportefeuille, de voorraad gereed product en de verwachte bedrijvigheid
voor de komende drie maanden. De Nederlandse producent was in november 2015
vooral positiever over de verwachte bedrijvigheid dan gemiddeld in Europa.
Daarnaast was de Nederlandse producent minder negatief over de orderpositie en
de voorraad gereed product.
|
|
|
|
|
|
|
De Big Reset |
Bron:
Willem Middelkoop
|
|
Veertig jaar nadat de
Verenigde Staten de
dollar loskoppelden van goud, moet de VS nog steeds vechten om de dollar als
wereldreservemunt in stand te houden. Aan de positie van de dollar
ontleent de VS voor een groot deel haar status als wereldwijde supermacht. Voor
de Eerste Wereldoorlog werden bijna alle grote valuta gedekt door goud. Dit was
het tijdperk van de goudstandaard.
|
De geldtoename werd beperkt tot de groei van de goudvoorraad. Toen veel
Europese landen geld moesten creëren om de oorlog te financieren, werden
ze ook gedwongen om de goudstandaard los te laten. De goudstandaard 1)
werd in de meeste landen
vervangen door een ongedekt (fiat) geldsysteem, hoewel zilveren munten tot in
de jaren tachtig nog in veel landen gebruikt werden. In tegenstelling tot
ongedekt geld heeft goud altijd zijn koopkracht behouden. Daarom wordt goud
telkens weer gebruikt wordt om ongedekte geldsystemen te stabiliseren.
Een stijgende goudprijs fungeert als een waarschuwing dat er iets aan de hand
is met de waardeontwikkeling van valuta. Vaak is het een teken dat bankiers te
veel geld creëren. Sinds de VS de dollar loskoppelde van de goudstandaard
in 1971 is goud de grootste financiële vijand van Wall Street en het Witte
Huis. Deze War on Gold vindt al plaats sinds de jaren zestig, toen het
dollarsysteem voor het eerst sinds zijn oprichting in 1944 onder druk kwam te
staan.
De geschiedenis toont vele honderden voorbeelden van mislukte en verdwenen
ongedekte geldsystemen. Soms met mogelijk zeer grote gevolgen. Na de devaluatie
van de Romeinse Denarius en de daarop volgende val van het Romeinse Rijk duurde
het ruim 500 jaar voor er weer een ontwikkelde samenleving ontstond in Europa.
In de jaren ’80 bleven de leiders van de Sovjet Unie tot het bittere eind
zwaaien vanaf hun balkon op het Rode Plein. Ze waren ervan overtuigd dat hun
communistische regime op basis van zelf gedrukte Roebels voor altijd stand
zou houden. Na de val van de Sovjet Unie bleven spaarders en
pensioengerechtigden achter in diepe armoede.
|
Willem Middelkoop
Willem Middelkoop is oud beurscommentator van RTLZ en oprichter van het
Commodity Discovery Fonds |
Willem,
geboren in Genève
in 1962, is een succesvol investeerder, ondernemer en publicist. In 2008
richtte Willem Middelkoop Amsterdamgold.com op voor mensen, die wilden beleggen
in fysiek goud. Toen het bedrijf drie jaar later werd verkocht, was de
jaaromzet tot boven 100 miljoen euro gestegen. In 2008 richtte hij ook het
Commodity Discovery Fund op. Dit fonds heeft een nadrukkelijke focus op nieuwe
grondstofontdekkingen en edelmetaal- beleggingen. Willem is auteur van diverse
boeken over de economie en de geschiedenis van de financiële markten.
Hij publiceerde oa: "De Big Reset", "Goud en het geheim van geld " en
"Als de dollar valt". website: willem-middelkoop.nl |
Wij Westerlingen concludeerden dat ons kapitalistische systeem, gebaseerd
op vrije markten, superieur was omdat de communistische landen zich
onmiddellijk tot het kapitalisme bekeerden. Maar eind 2008 crashte ons systeem.
Net als de communistische leiders toen pretenderen ook onze leiders dat alles
goed gaat komen. Ze gebruiken dezelfde methoden die we zo verachtten in het
communistische systeem. Economische cijfers worden steeds vaker gemanipuleerd
en ‘aangepast’ om zo een betere indruk te wekken. Goed nieuws is
vaak het werk van propaganda en het werk van spin-docters. De economie en haar
financiële markten worden steeds centraler bestuurd. Er zijn steeds minder
echte vrije markten te ontdekken. Rentes worden gemanipuleerd, goud
bestreden, het ‘plunge protection team’ koopt (bijna in het
openbaar) de Amerikaanse beurs omhoog en overal zien we de geldpersen ronken.
Welkom in het tijdperk van het Staatskapitalisme. China is een perfect
voorbeeld. Net als Rusland en de VS, de EU, de Arabische wereld, het VK en
Japan. De economieën van West en Oost zijn meer dan ooit met elkaar
vervlochten.
Sinds de val van Lehman Brothers 2)
proberen centrale bankiers en
overheden wanhopig het financiële systeem overeind te houden. Ze weten dat
het hele economische systeem in elkaar zal storten als de geldpers stokt. Dit
betekent dat het mondiale
QE-programma van steeds meer geld creëren door moet gaan. Hierdoor zal
steeds meer van het ‘slimme geld’ gaan vluchten naar wat niet
bijgeprint kan worden. Ja zelfs naar het virtuele goud, de bitcoin. Deze
virtuele munt maakt het namelijk mogelijk je vermogen locatie-onafhankelijk op
te slaan.
We moeten helaas concluderen dat we alleen maar tijd hebben gekocht in plaats
van te proberen met wezenlijke oplossingen voor de kredietcrisis te komen. Het
creëren van extra schulden is natuurlijk geen oplossing voor een
schuldencrisis. Als gevolg hiervan hebben we de totale schulden sinds de start
van de kredietcrisis met 50.000 miljard zien stijgen en zijn centrale
bankenbalansen wereldwijd met $10.000 miljard toegenomen. Met al dit nieuw
gecreëerde geld, hebben de centrale banken voornamelijk eigen
staatsobligaties opgekocht, waardoor de rente en obligatierendementen richting
nul zijn gedaald. Niet vreemd dus dat steeds meer spaarders zich gedwongen
voelen om hun heil te zoeken in vastgoed of op de beurs.
Omdat er geen grenzen aan de grootte van de centrale bankbalansen zijn,
kan er in theorie een eindeloze hoeveelheid geld worden gecreëerd en
kunnen centrale bankbalansen onbeperkt stijgen. Maar omdat te grote geldcreatie
onvermijdelijk zal leiden tot grote geldontwaarding, zullen te grote
(overheids)schulden moeten worden geherstructureerd voordat het grote publiek
het vertrouwen in de waarde van de munt begint te verliezen. Het
‘parkeren’ van staatsschulden op centrale bankbalansen is daarom
geen structurele oplossing. Het idee dat we de schuldenberg door
economische groei op tijd weg kunnen werken is naïef. De geschiedenis
leert ons dat dit alleen mogelijk is in een situatie van sterke en duurzame
economische groei.
In een recente studie van het IMF, met de titel ‘Financial and Sovereign Debt Crises: Some Lessons
Learned
and Those Forgotten’ 3),
wijzen de economen Reinhart en
Rogoff op het
huidige ‘ontkenningsprobleem’.
Volgens hen zal de toekomstige economische groei ‘niet voldoende zijn om
om te gaan met de enorme omvang van de publieke en private schulden. Vooral
door de sterk vergrijzende babyboomersgeneratie zullen hogere pensioenen en
medische kosten de totale schuldsituatie alleen maar verder verslechteren ten
opzichte van eerdere periodes met grote schulden.’
Ze concluderen dat door de enorme omvang van de schuldenberg een toekomstige
schuldsanering nodig zal zijn op een veel grootschaligere manier ‘dan wat
nu in het openbaar besproken wordt’. Volgens het rapport vereist
‘het eindspel van de globale financiële crisis’ een combinatie
van financiële repressie (bijvoorbeeld belasting op spaargeld),
herstructurering van schulden (onder meer door hogere inflatie), en
kapitaalrestricties.
Het gebrek aan economisch gezond verstand kan mede worden verklaard omdat
universiteiten wereldwijd nog steeds de ideeën van de Chicago School of
Economics promoten. Deze ideeën hebben de creatie van ongedekt geld door
centrale banken in samenwerking met particuliere banken als kerntheorie.
Studenten op universiteiten en hogescholen krijgen zelfs na de crisis nog
steeds les uit dezelfde economische boeken met verouderde modellen op basis van
de efficiënte markttheorie. Dat is de reden waarom een meerderheid van de
economen, journalisten en managers nog steeds de rol van geld in onze economie
niet goed begrijpt. Zelf heb ik geen economie gestudeerd en altijd vooral mijn
gezonde verstand gebruikt om de principes van markten en geld te begrijpen. Ik
heb al lang geleden geleerd dat het beter is om te vertrouwen op boeken over
geld en financiële crises geschreven door historici. Het ontstaan van de
huidige crisis, gesteund door ongeveer zesduizend jaar gedocumenteerde
geschiedenis van geld, weerspreekt de keynesiaanse doctrine van geld
creëren uit het niets. Ongedekte geldsystemen zijn ruim tweehonderd keer
getest, en uiteindelijk faalden ze allemaal. De kans op een instorting van een
ongedekt
geldsysteem zou moeten worden beschouwd als een statistische zekerheid in
plaats van een ‘theoretische onwaarschijnlijkheid’.
Op een gegeven moment zullen de politici begrijpen dat alleen een grote
systeemwijziging onze systemen kan resetten. Waarschijnlijk zal dit pas
gebeuren op het moment dat ze niet langer in staat zijn om hun staatsschulden
te herfinancieren. Tot dat moment lijkt elke prijs aanvaardbaar om het
bijkomende wegzakken in een diepe wereldwijde depressie te voorkomen
– zelfs met het risico op hyperinflatie. Het systeem wordt opgeblazen om
deflatie te voorkomen. We proberen een kredietcrisis op te lossen door meer
schulden te maken.
Maar beleidsmakers verkiezen een mogelijke economische dood in de toekomst
boven een vrijwel zekere economische dood nu. Het toont het onvermogen van ons
systeem, waarin de behandeling van de symptomen prioriteit heeft en zo lang
mogelijk wordt gewacht de werkelijke ziekte te bestrijden. Het systeem is als
een terminaal zieke patiënt die alleen maar kan hopen op een paar extra
jaar. Alleen door het toedienen van een mix van de sterkste medicijnen kan de
patiënt in leven blijven.
Centrale bankiers en politici hopen het eindspel van dit financiële
systeem zo lang mogelijk te verlengen. Maar in het diepste geheim is onder meer
het IMF al begonnen plannen uit te werken die nodig zijn om dit financiële
systeem naar een volgende fase te brengen. Net zoals dat gebeurde met de
loskoppeling van goud en de dollar door president Nixon in 1971, de start
van het dollarsysteem in 1944 of de ‘staatsgreep’ in 1913 door de
Wall Street bankiers waarmee de Fed werd opgericht. Het is mijn mening dat voor
2020 het wereldwijde financiële systeem opnieuw ‘herstart’ zal
moeten worden voor een nieuw paradigma, waarin goud een grotere rol zal spelen,
de dollar zijn status als enige reservevaluta zal verliezen en andere valuta
hun belang zullen zien toenemen.
Voor de eerste keer in de geschiedenis is er mondiale monetaire crisis ontstaan
die kan eindigen in een wereldwijd wantrouwen van alle ‘paper
assets’. Centrale bankiers zijn zich er zeer van bewust dat het
essentieel is om met een reset plan te komen voordat dit onheilsscenario
zich kan voltrekken. De autoriteiten zullen al het mogelijke doen om het
financiële systeem op tijd aan te passen om ervoor te zorgen dat een
werkelijke systeemcrash niet zal plaatsvinden. Ons financiële systeem kan
bijna in elke vorm veranderd worden zolang de grootste spelers in de
wereldmarkt daarmee akkoord gaan. In het verleden zijn we getuige geweest van
twee soorten herstarts. Sommige ver van tevoren gepland, zoals de grote
veranderingen in 1944, die van invloed waren op het hele mondiale
monetaire systeem en kleinere vaak nationale aanpassingen als gevolg van
plotselinge monetaire ontwikkelingen. Goede voorbeelden hiervan waren de
introductie van de door goud gedekte D-mark, na de hyperinflatie in de
Weimarrepubliek in 1923, of de diefstal van de spaartegoeden (bail-in) tijdens
de redding van het banksysteem in Cyprus in 2013.
Twee grote problemen binnen het huidige financiële systeem moeten op
relatief korte termijn worden aangepakt: de vervanging van de dollar als
wereldreservemunt en het ‘wegwerken’ van een deel van de enorme
schuldenberg, vooral die op de centrale bankbalansen. Tot dusver hebben de
centrale banken slechts tijd gekocht, hopend dat een plotselinge opleving van
de economie de problemen als sneeuw voor de zon zou laten verdwijnen. Maar we
hebben steeds minder monetaire speelruimte en binnen een paar jaar zullen we
hoogstwaarschijnlijk getuige zijn van veel meer onorthodoxe monetaire
acties.
Eind 2013 verkondigden de Chinezen dat de tijd was gekomen om de wereld te
‘de-Amerikaniseren’. Ze riepen zelfs op tot de introductie van een
nieuwe internationale reservemunt die gecreëerd zou moeten worden om de
dollar te vervangen. Verschillende onderzoeken tonen aan dat deze wijzigingen
al sinds het uitbreken van de crisis worden onderzocht.
Maar aangezien het uitlekken van dergelijke plannen extreem grote gevolgen
hebben kan voor financiële markten, kan hierover niets openbaar worden
gemaakt. Elk bericht over een ‘plan B’ zal leiden tot grote onrust
op financiële markten.
De planners van het nieuwe systeem weten dat een systeemwijziging volledig
in het geheim zal moeten worden voorbereid.
Toen ik tijdens een besloten diner in 2013 een IMF-topman vroeg of we niet over
moesten gaan tot een mondiale schuldsanering, meldde hij dat dit onderwerp zo
gevoelig lag dat hij daar echt niet op kon reageren.
Het
systeem van Bretton Woods was
een financieel-economisch akkoord dat in 1944 tussen 44 landen werd gesloten en
dat in Bretton Woods in het Amerikaanse New Hampshire getekend werd.
Het systeem van Bretton Woods voorzag in de invoering van een stelsel van vaste
wisselkoersen. Bijzonder was dat alleen de dollar tegen een vaste hoeveelheid
goud kon worden ingewisseld bij de Amerikaanse Centrale Bank. Voor alle andere
valuta werd wel een vaste wisselkoers met de dollar bepaald, maar zij waren
echter niet direct inwisselbaar tegen goud. Indirect betekende het systeem van
Bretton Woods de herinvoering van de goudstandaard.
Daarnaast voorzag het systeem in de oprichting van het IMF en de Wereldbank.
Bron: Wikipedia
|
Beleggers weten dat ze moeten kijken naar wat centrale bankiers doen, niet naar
wat ze zeggen. Vrijwel alle monetaire hervormingen worden tijdens een weekend
doorgevoerd als de financiële markten gesloten zijn. In veel gevallen
zijn er geen duidelijke waarschuwingssignalen. In bijna alle monetaire crises
en hervormingen bleken edelmetalen bescherming te bieden. Het feit dat China en
Rusland, kort na het uitbreken van de kredietcrisis, stopten met het opkopen
van Amerikaanse staatsobligaties en begonnen aan de opbouw van grote
goudvoorraden is wat dat betreft veelzeggend.
Sommige schulden zullen worden kwijtgescholden tijdens een monetaire herziening
en sommige delen van het financiële systeem zullen worden
genationaliseerd, zoals we feitelijk al hebben gezien bij banken en andere
financiële instellingen tijdens en na 2008. Maar een echt grote
herstart zou het wereldwijde financiële systeem naar een volgende fase
kunnen brengen. Alle betrokken partijen (VS, EU, BRICS-landen, Japan,
Midden-Oosten) hebben zoveel te verliezen als ze te lang wachten met het maken
van de juiste keuzes. De VS nog het meest. Ze begrijpen heel goed dat ze
opnieuw het initiatief zullen moeten nemen, net als in 1944 (Bretton
Woods).
Lees meer Red.:
1) De gouden
Standaard lees meer op Wikipedia
2)
Lehman
Brothers was tot aan zijn faillissement in september 2008 een Amerikaanse
financiële dienstverlener. Wikipedia
3)
"Financial and Sovereign Debt Crises: Some Lessons Learned and Those
Forgotten" (pdf
655kB Download)
|
|
|
|
|
|
|
Wat wilt u doen binnen onze vereniging? |
Bron: Redactie
HCC
Beleggen |
De HCC Beleggen
organiseert een aantal
activiteiten. De bekendste activiteiten die wij organiseren zijn de
beleggerssymposia, die we tweemaal per jaar houden in De Bilt, de regiogroepen
en deze nieuwsbrief. Een toenemend aantal mensen wil ook aktief meedoen.
Voor de organisatie van onze symposia
zijn wij voortdurend op zoek naar mensen die een bijdrage willen leveren aan de
totstandkoming hiervan.
Het is niet alleen leuk om dergelijke evenementen te organiseren, maar het is
ook een ideale gelegenheid om je netwerk uit te breiden met interessante
contacten.
Ook voor deelname aan de
redactie van de nieuwsbrief en de website zijn wij voortdurend op zoek
naar mensen die het aandurven een column, een artikel of een recensie te
schrijven.
Zonder deel uit te maken van de organisatie kunt u vanzelfsprekend ook meedoen
aan
één van de Regio- of Belangstellingsgroepen.
Maar ook andere dingen doen zoals het geven van een aardige lezing, met
anderen handelsstrategieën uitwerken, software onder de knie krijgen of
gewoon een groep vormen waarmee je samen de markt analyseert/bespreekt, behoort
tot de mogelijkheden.
Ben jij enthousiast en denk je dat een vrijwilligersfunctie jou op het lijf
geschreven is, neem dan per email contact op met het HCC Beleggen bestuur of met
de redactie
|
|
|
|
|
|
|
|
Disclaimer: Deze
publicatie komt tot stand op de redactie van beleggersonline.nl de website van
de HCC IG Beleggen. Noch de mate waarin de berichten, voorgestelde
scenario’s, risico’s en voorspellingen de marktverwachtingen
weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen,
kunnen worden gewaarborgd. De voorspellingen zijn indicatief. De gegevens in
deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden
beschouwd als beleggingsadvies. De
schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur van de HCC IG Beleggen en/of de
Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet aansprakelijk voor eventuele
verliezen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren, behaalde resultaten uit
het verleden geven geen garantie voor de toekomst. |
|
|
|
|
|
|