Nieuwsbrief20141206

Deel dit artikel

,

geen foto beschikbaar
HCC-Beleggen-Nieuwsbrief-logo.gif
december 2014



Oproep:
Van: Redactie
In verband met privé-omstandigheden zijn wij dringend op zoek naar versterking van de redactie.
Onze voorkeur gaat uit naar mensen die zelfstandig artikelen zoeken en/of kunnen schrijven; ook mensen die op ad-hoc basis artikelen aanleveren of over hun eigen methode van beleggen willen vertellen zijn meer dan welkom. Wilt u meehelpen, (éénmalig) een artikel aanleveren, of op andere wijze de redactie ondersteunen,  stuur dan een mailtje aan de redactie of naar het bestuur van HCC Beleggen. Hier kunt u ook terecht voor het geval u vragen hebt.
Terug naar Inhoud


Sukkellijst
Bron: AFM
AFM-Info-sh225x100.gif
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft bijna zevenhonderd Nederlanders gewaarschuwd dat zij op een bellijst staan van oplichters. Deze personen lopen het risico dat zij worden benaderd door gehaaide verkopers van waardeloze of nepaandelen.
Als zij ingaan op het aanbod, raken zij hoogst waarschijnlijk hun geld kwijt. Deze oplichters staan ook bekend onder de naam boiler rooms.

sukkellijst-SH330x350.gif
De oplichters noemen een dergelijke bellijst ook wel een sukkellijst of ‘sucker list’ (mensen die gemakkelijk te beduvelen zijn). In totaal zijn er 750 namen naar voren gekomen in een justitieel onderzoek naar een boiler room.

De AFM heeft het adres van 680 mensen weten te achterhalen. Zij ontvangen een waarschuwingsbrief, zo maakte hoofd Markintegriteit en Handhaving Marcus Wagemakers dinsdag 18 november in het televisieprogramma Tros Oplicht bekend.

Boiler rooms werken meestal met bellijsten, waar personen opstaan die interesse hebben voor beleggen of die al eerder zijn opgelicht door dergelijke fraudeurs.
Een bellijst kan door verschillende boiler rooms maar ook door  malafide 'vermogens beheerders' worden gebruikt, omdat deze te koop zijn.
De AFM vermoedt dat er verschillende lijsten circuleren. Het is voor het eerst dat de AFM een bellijst van deze omvang heeft ontvangen.

Hoe gaan boilerrooms te werk?
De oplichter belt zijn slachtoffer met overtuigende verkooppraatjes, dat er grote winsten te behalen zijn. Door vaak te bellen bouwt de oplichter een relatie op met de gedupeerden.

In het begin tonen de oplichters goede resultaten (op papier), die in realiteit niet worden gehaald. Nadat het slachtoffer geld heeft overgemaakt is de organisatie opeens niet meer bereikbaar. Zo blijft de belegger zitten met aandelen die niet meer te verkopen zijn. Wat moet u doen als u wordt gebeld door een boiler room?

Wat is een Boilerroom
Een boiler room-organisatie is een verzamelnaam voor frauduleuze personen en organisaties, die met behulp van gehaaide verkopers bellen naar potentiële beleggers om ze te interesseren te investeren in waardeloze en/of nepaandelen of producten op de termijnmarkten.
Boiler rooms zijn een hardnekkig probleem. In 2014 zijn tot nu toe ruim vijftig meldingen van consumenten binnengekomen over deze oplichtingspraktijk. De AFM heeft 21 keer gewaarschuwd voor boiler rooms. Dit is ongeveer gelijk aan de jaren daarvoor. In de praktijk blijken boiler rooms echter bijzonder lastig aan te pakken. De oplichters werken vaak vanuit het buitenland en verdwijnen snel weer van de radar.

De AFM krijgt ook signalen dat ze aandelen aanbieden van een ‘beursgenoteerd bedrijf’. Ga er niet op in! Ook komt het voor dat een boiler room zich voor doet als een financiële onderneming met een vergunning van de AFM of een buitenlandse toezichthouder. Je kunt dit zelf controleren door de registers van de AFM of de waarschuwingslijsten te raadplegen.
Terug naar Inhoud


Dividend Aristocrats voor een onbegrensde dividendhistorie
Bron: Jeffrey Schumacher, CFA, Morningstar
Er zijn een aantal Europese ondernemingen die een lange staat van dienst hebben als het gaat om het betalen van dividend. Maar wie wil beleggen in bedrijven die al decennia lang hun dividend laten groeien moet toch echt in Amerika zijn. Het land van de onbegrensde mogelijkheden en dus ook van de onbegrensde dividend track records.

MorningstarLogo-Header.gif
Jeffrey_Schumacher_1-120x160.jpg


Jeffrey Schumacher


Fondsanalist bij Morningstar Benelux
In Europa is Nestlé een dividendparel. De Zwitserse voedingsmiddelenfabrikant betaalt al sinds 1959 onafgebroken dividend, waarbij het in de meeste jaren het dividend ook liet groeien. In 1959 kregen beleggers nog CHF 0,023 per aandeel, 54 jaar later werd CHF 2,15 per aandeel overgemaakt aan aandeelhouders: 92 keer meer! Dit vertaalt zich in een gemiddelde jaarlijkse dividendgroei van 8,8 procent. Toch is dit slechts één van de weinige Europese beursfondsen met zo’n rijke dividendhistorie.
In Amerika daarentegen zijn er veel meer bedrijven te vinden die er een behoorlijke dividendtraditie op na houden. Met een dividend track record dat teruggaat tot 1877 is Stanley Black & Decker een echte dividenddinosaurus. Maar ook ExxonMobil (1882), Consolidated Edison (1885), Procter & Gamble (1891), Coca-Cola (1893), Colgate-Palmolive (1895) en PPG Industries (1899) kunnen bogen op een dividendgeschiedenis die meer dan 100 jaar bestrijkt.
Hoewel een langjarig dividend track record iets zegt over de kwaliteit en de financiële soliditeit van de onderneming, betekent het niet dat het dividend nooit is verlaagd. Pfizer, General Electric en Anheuser-Busch konden om verschillende redenen het dividend niet alle jaren achtereen laten groeien. Zo was Pfizer in 2009 genoodzaakt om zijn dividend halveren om zo voldoende liquide middelen vrij te spelen voor de financiering van de overname van Wyatt.

Dividend Aristocrats

jef_div_3_1-SH390x215.gif

Een periode van tenminste 25 jaar met een onafgebroken verhoging van het dividend maakt de Dividend Aristocrats dan ook uniek.
Het is een zeldzame groep van 54 bedrijven in de S&P 500 Index die jaar op jaar hun dividend weten te verhogen ongeacht de stand van de economie en het sentiment op de financiële markten.
Nevenstaande figuur geeft de indrukwekkende track records van deze 54 dividendmachines weer. Recessie of crisis, het management liet het dividend ieder jaar een beetje groeien.
jef_div_3_2-SH300x225.gif

Wanneer het universum breder wordt getrokken dan de S&P 500, dan zijn er 107 Amerikaanse aandelen die aan deze eis voldoen. Het zijn bedrijven met een rijke historie. De gemeenschappelijke deler is, dat ze vrijwel allemaal een sleutelpositie hebben in hun markt, uitblinken of dominant zijn. Ondernemingen als Coca Cola (52 jaar onafgebroken dividendverhogingen), Colgate Palmolive (51), Johnson & Johnson (52) en McDonalds (44) zijn onderdeel van onze levensstijl geworden. Het zijn onmiskenbaar kwaliteitsbedrijven die beschikken over duurzame concurrentievoordelen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat veel Dividend Aristocrats volgens de aandelenanalisten van Morningstar een ‘wide’ of ‘narrow economic moat’ (groot of klein concurrentievoordeel) hebben, zoals het bovenstaande diagram laat zien.

jef_div_3_3-SH440x280.gif

Wanneer wordt gekeken naar het dividendrendement, dan bieden de Aristocrats gemiddeld 2,35 procent dividendrendement. Dat is hoger dan de S&P 500, waar het dividendrendement op 1,99 prcoent ligt. Desondanks zijn er maar drie bedrijven - AT&T, HCP en Consolidated Edison - die een dividendrendement hebben boven de grens van 4 procent. De grafiek hiernaast laat de verdeling zien naar dividendrendement van de Dividend Aristocrats.
De gemiddelde dividendgroei over de afgelopen 5 jaar bedraagt 8,8 procent voor deze 54 dividendaandelen, maar er zijn er een paar die er echt bovenuit springen. Walgreen voert de lijst aan met een dividendgroei van ruim 23 procent gemiddeld per jaar over de afgelopen 5 jaar, terwijl het sinds de eerste dividendbetaling in 1972 een gemiddelde jaarlijkse groei realiseerde van 13 procent. De onderstaande grafieken tonen de aandelen met de grootste dividendgroei over 5 jaar en de dividendhistorie van Walgreen.
jef_div_3_4-SH670x270.gif
Ondanks dat veel Aristocrats kunnen bogen op een lang dividend track record waarbij het dividend jaar in jaar uit verhoogd is, lijkt er nog voldoende ruimte om het dividend verder te laten groeien in de komende jaren. De gemiddelde pay-out ratio – het deel van de winst dat als dividend wordt uitgekeerd - is 48 procent en er zijn slechts 4 bedrijven waarbij de pay-out ratio hoger is dan 75 procent.

Amerikaanse en Europese dividendaandelen
Ofschoon de Dividend Aristocrats een indrukwekkend track record hebben, betekent dit nog niet dat hun dividendbeleid het eeuwige leven heeft. Een dividendhistorie van 100 jaar geeft vertrouwen, maar het is geen garantie voor nog eens 100 jaar aan dividend(groei). Zo kostte de bankencrisis gerenommeerde banken zoals Bank of America hun dividend track record.
Beleggers die in de Dividend Aristocrats willen investeren kunnen dit eenvoudig doen door een indextracker aan te schaffen, bijvoorbeeld ProShares S&P 500 Dividend Aristocrats of de iets breder samengestelde SPDR S&P US Dividend Aristocrats. Liever Europese dividendaandelen? Dat kan ook via de Europese variant met minimaal 10 jaar dividendverhoging als criterium: SPDR S&P Euro Dividend Aristocrats. Voor beleggers die een wereldwijde portefeuille willen is de SPDR S&P Global Dividend Aristocrats een optie.

Wie niet in een tracker wil beleggen en meer geïnteresseerd is in afzonderlijke aandelen kan in onderstaande tabellen de waardering van Morningstar's aandelenanalisten van de Amerikaanse en Europese Dividend Aristocrats zien. Wat opvalt is dat de meeste van deze dividendaandelen momenteel redelijk of overgewaardeerd zijn. Ze hebben een Morningstar Rating van 1, 2 of 3 sterren. Op een schaal van 1 tot en met 5 staat 1 ster voor maximaal overgewaardeerd en 5 sterren betekent maximaal ondergewaardeerd.

Amerikaanse Dividend Aristocrats
US Dividend Aristocrats_table.gif
Lees ook aandelenrapporten van 3M, Anheuser-Busch, Coca-Cola, ExxonMobil, General Electric, Johnson & Johnson, McDonalds, Nestlé, Pfizer en Procter & Gamble.Europese Dividend Aristocrats
Dividend Aristocrats_EU_table-750x838.gif
Lees ook de aandelerapporten van DSM, GBL, Philips, Sanofi, UCB en Wolters Kluwer.

NB:
Denkt u alles te weten over beleggen? Klik hier om dat te bewijzen met de Morningstar Investing Mastermind Quiz.
Dit artikel en verwante artikelen zijn ook na te lezen op de website van Morningstar. Klik hier
Terug naar Inhoud


Verlaging LTV-limiet hypotheken na 2018?
Bron: Financieel Stabiliteitscomité
Financieel Stabiliteitscomite-visual-nl-CC90-120x368.png
Het Financieel Stabiliteitscomité heeft tot taak risico’s voor de financiële stabiliteit in Nederland te signaleren en daarover aanbevelingen te doen. Het comité is in november 2012 opgericht als uitvloeisel van de aanbevelingen van de Parlementaire Enquêtecommissie Financieel Stelsel (commissie De Wit). Het comité bestaat uit vertegenwoordigers van DNB, AFM en het ministerie van Financiën onder voorzitterschap van de president van DNB.
Activiteiten: De uitwisseling van informatie en analyses met betrekking tot de stabiliteit van het financiële stelsel, om zo mogelijke risico’s voor de stabiliteit van het financiële stelsel te signaleren. Het bespreken van mogelijke handelswijzen voor het terugdringen van deze risico’s, inclusief de mogelijkheden om het wettelijke instrumentarium te versterken dat DNB, de AFM en de Minister hiertoe ter beschikking hebben. Het uitbrengen van waarschuwingen en aanbevelingen aangaande de gesignaleerde risico’s. Deze zijn openbaar, tenzij openbaarmaking achterwege dient te blijven vanwege mogelijke risico’s voor de financiële stabiliteit. Afstemming over de wijze waarop in Nederland opvolging wordt gegeven aan waarschuwingen en aanbevelingen van de European Systemic Risk Board. De samenstelling van het comité is als volgt: Klaas Knot – voorzitter (president DNB) Reinier Pollmann (hoofd Strategie, beleid en internationale zaken, AFM) Gita Salden (directeur Financiële Markten, Ministerie van Financiën) Jan Sijbrand (Directeur Toezicht, DNB) Job Swank (directielid Monetaire zaken en financiële stabiliteit, DNB) Hans Vijlbrief (Thesaurier-generaal, Ministerie van Financiën) Merel van Vroonhoven (Voorzitter AFM) Secretaris: Aerdt Houben (divisiedirecteur Financiële Stabiliteit, DNB)
Het Financieel Stabiliteitscomité heeft in zijn vergadering van 4 november gesproken over de belangrijkste actuele risico’s voor de financiële stabiliteit. Ook heeft het comité gesproken over de voor- en nadelen van een verlaging van de Loan-to-Value (LTV)-limiet voor hypotheken.

Actuele risico’s
Het comité heeft van gedachten gewisseld over actuele risico’s voor de financiële stabiliteit in Nederland. De binnenlandse risico’s zijn afgenomen: de huizenmarkt laat een voorzichtig herstel zien en de positie van banken is verder versterkt. Dit laatste blijkt ook uit de resultaten van de Comprehensive Assessment, het grootschalige onderzoek van de ECB onder 130 systeembanken in het eurogebied. Tegelijkertijd ligt er een risico in het trage economische herstel en de lage inflatie in Europa.

LTV-limiet voor hypotheken
Ontwikkelingen op de Nederlandse woning- en hypotheekmarkt zijn van grote invloed op de financiële stabiliteit. Het comité heeft gesproken over de voor- en nadelen van een verdere verlaging van de LTV-limiet na 2018. De LTV-limiet is de maximaal toegestane verhouding tussen het hypotheekbedrag en de waarde van de woning. De limiet is nu 104% en deze wordt jaarlijks met één procentpunt verlaagd tot 100% in 2018. Recent adviseerden onder andere het IMF en de Commissie Wijffels de LTV-limiet na 2018 verder af te bouwen. Het FSC onderkent dat er voordelen verbonden zijn aan een lagere LTV-limiet. Deze gaat gepaard met minder sterke schommelingen op de huizenmarkt en maakt dat huishoudens minder snel onder water komen te staan, waardoor zij moeilijk kunnen verhuizen of met grote financiële problemen worden geconfronteerd bij werkloosheid of echtscheiding. Een lagere LTV-limiet kan de stabiliteit van de financiële sector en de economie daarom versterken. Hierbij dient echter ook rekening te worden gehouden met de effecten van recente hervormingen als de afbouw van de hypotheekrenteaftrek en de met de hypotheekrenteaftrek samenhangende eis om de hypotheek in de looptijd volledig en tenminste annuïtair af te lossen. Deze maatregelen stimuleren aflossing en mitigeren daarmee de risico’s voor huishoudens. Tevens is de wettelijk bepaalde maximale leencapaciteit in verhouding tot het inkomen (de loan-to-income norm, LTI-norm) van belang.

Een verlaging van de LTV-limiet brengt ook kosten met zich mee. Het beperkt voor een deel van de starters de toegang tot een koopwoning, omdat zij over meer eigen vermogen moeten beschikken. Dit leidt met name in de transitiefase tot minder verkooptransacties, een grotere vraag naar huurwoningen en hogere huren, wat een negatief effect heeft op het spaarvermogen van potentiële starters. Een verlaging van de LTV-limiet zou daarom bij voorkeur geleidelijk moeten plaatsvinden.

De omvang van deze effecten is met onzekerheid omgeven. Om tot een onderbouwd advies over het gewenste LTV-beleid na 2018 te komen is nader onderzoek nodig naar de spaarmogelijkheden van jonge huishoudens en de mogelijkheden om het middensegment op de huurmarkt verder te ontwikkelen. Het comité zal hierover verder spreken op de vergadering van mei 2015.

Overige thema’s
Daarnaast heeft het comité gesproken over de aanbevelingen van de Financial Stability Board met betrekking tot de positie en bevoegdheden van het FSC. Ook heeft het comité de onderwerpen geselecteerd voor de volgende vergadering van februari 2015. Dat zijn cyberdreigingen, de hervormingen van de OTC-derivatenmarkten en de relatie tussen fiscaliteit en financiële stabiliteit.

Het Financieel Stabiliteitscomité
De vergadering van het Financieel Stabiliteitscomité vond plaats op dinsdag 4 november. In dit comité spreken vertegenwoordigers van DNB, de AFM en het ministerie van Financiën ten minste twee keer per jaar onder leiding van de president van DNB over ontwikkelingen op het gebied van de stabiliteit van het Nederlandse financiële stelsel. Het CPB neemt als externe deskundige deel aan de vergaderingen.

Lees hier het volledige verslag van de vergadering van 4 november.
Voor vragen kunt u contact opnemen met woordvoerder Ben Feiertag 06 524 96 142  of Martijn Pols 06 524 96 432
Terug naar Inhoud


Lage rente geen reden voor laten oplopen overheidsschuld
Bron: MeJudice 27 nov 2014 | Ed Westerhout
Fernando Revilla: https://www.flickr.com/photos/revilla/515323987/in/photostream/

De extreem lage rente vormt geen reden de overheidsschuld te verhogen en zo beleggers een alternatief te bieden.
Ed Westerhout gaat in op de achtergrond van deze nu regelmatig te horen redeneertrant.
Hij stelt dat de rente op overheidsschuld niet verward mag worden met het rendement op de kapitaalmarkt.
Historisch gezien is het een rariteit dat het kapitaalmarktrendement lager ligt dan het tempo van economische groei. Ook bij de huidige lage rente is het dus niet zo de economie ook later baat heeft bij het nu verhogen van de overheidsschuld.


Stagnatie
De wereld wordt overspoeld met besparingen en de rente is al jaren extreem laag. Desondanks komt economische groei maar moeizaam van de grond. Lawrence Summers houdt inmiddels rekening met langdurige stagnatie van de wereldeconomie (Summers 2014). Tegelijkertijd houden instituten als DNB en BIS er serieus rekening mee dat zich op financiële markten nieuwe zeepbellen aan het ontwikkelen zijn. Lage rente en zeepbellen leveren samen een duidelijke aanwijzing dat de economie van vandaag de dag kampt met een ultra laag kapitaalmarktrendement of, zoals het officieel heet, dynamische inefficiëntie.

Zeepbellen
Het verband tussen zeepbellen en een lage rente werd in 1985 uit de doeken gedaan door Nobelprijswinnaar Jean Tirole. Hij definieerde zeepbellen als activa met weinig tot geen intrinsieke waarde waarin vooral of uitsluitend wordt belegd op grond van de verwachte waardestijging. Tirole liet zien dat onder normale omstandigheden dergelijke zeepbellen niet goed kunnen worden verklaard. Ze groeien dusdanig hard dat ze ooit groter zullen worden dan de economie waarvan ze deel uitmaken. Aangezien dat niet mogelijk is, weet elke belegger vooraf dat de zeepbellen ooit uit elkaar zullen spatten, hij of zij verlies zal moeten nemen op de investering en het dus niet verstandig überhaupt in zeepbellen te investeren. Maar het geval van een ultra laag kapitaalmarktrendement is anders. In een dergelijke situatie is de rente dusdanig laag dat de zeepbellen minder hard groeien dan de economie en kunnen ze dus blijven bestaan. Het bestaan van zeepbellen is zo geredeneerd een indicatie voor een ultra laag kapitaalmarktrendement.

Ultra laag kapitaalmarktrendement
MeJudice_new_logo220x55.png

Ed-Westerhout120x160.jpgEd Westerhout





Universiteit van Amsterdam en Centraal Planbureau
Ed Westerhout is econoom, gespecialiseerd in de economie van vergrijzing. Zijn blogs zijn te vinden op http://edwesterhout.nl. Hij is verbonden aan de Universiteit van Amsterdam, afdeling Algemene Economie, als onderzoeker op het terrein van pensioenen en macro-economie en als docent van de cursussen Macroeconomics en Public Finance and Fiscal Policy. Hij is ook verbonden aan het Centraal Planbureau als onderzoeker op het terrein van pensioenen en macro-economie. Verder is hij verbonden aan Netspar als fellow. Aandachtsgebieden: Vergrijzing, Pensioenen, Gezondheidszorg, Overheidsfinanciën, Macro-economie.
Wat betekent een ultra laag kapitaalmarktrendement? Niets minder dan dat de wereld op zijn kop wordt gezet. In geval van een ultra laag kapitaalmarktrendement is het mogelijk vandaag meer te gaan consumeren zonder de consumptie van morgen en overmorgen te hoeven beperken. In geval van een ultra laag kapitaalmarktrendement is niet langer sprake van een afruil, die toch zo kenmerkend is voor de economische wetenschap. Waarom? Omdat een ultra laag kapitaalmarktrendement veronderstelt dat de rente zo laag is dat het fysieke kapitaal in de economie onvoldoende productief is. Verhoging van consumptie maakt het mogelijk dit kapitaal uit de economie te laten verdwijnen en zo de consumptiemogelijkheden in de toekomst te vergroten. En hoe moet dit worden bereikt? Nobelprijswinnaar Peter Diamond zei het al in 1965: met overheidsschuld. In geval van een ultra laag kapitaalmarktrendement is het welvaartsverhogend nu de belastingen iets te verlagen en later te verhogen ofwel extra overheidsschuld aan te gaan.

Overheidsschuld
Dat brengt ons bij Paul Krugman en Coen Teulings. Beide wijzen op het gunstige effect van meer overheidsschuld. Overheidsschuld, zo stelt Krugman, maakt het mogelijk via vergroting van de effectieve vraag de economie uit het dal te trekken. Overheidsschuld, zo stelt Teulings, verschaft beleggers een serieus beleggingsalternatief. Overheidsschuld voorkomt dat bellegers hun geld in nutteloze zaken steken als leegstaande appartementen in China (zeepbellen).

Welke rente?
Maar is wel sprake van een ultra laag kapitaalmarktrendement? Misschien niet. Laten we de situatie van een ultra laag kapitaalmarktrendement preciezer formuleren. Het komt neer op r
r>g  (Abel, Mankiw, Summers en Zeckhauser en Geerolf)
Andrew Abel, Gregory Mankiw, Lawrence Summers (ja, dezelfde) en Richard Zeckhauser hebben in 1982 afgeleid wat de meest wenselijke invulling van r zou moeten zijn. Hun conclusie: het gaat om de marginale productiviteit van kapitaal. Ze pasten hun ontdekking toe op cijfers van enkele grote geïndustrialiseerde economieën. Ze concludeerden dat voor geen van de jaren in het tijdvak 1929-1985 in de VS sprake was van een ultra laag kapitaalmarktrendement. Voor Engeland, Frankrijk, Duitsland, Italië, Canada en Japan golden soortgelijke bevindingen. Recentelijk heeft François Geerolf het onderwerp bekeken voor een grote groep landen met betere data. Hij is genuanceerder maar concludeert dat de meeste landen in een beperkt aantal jaren een ultra laag kapitaalmarktrendement laten zien.

r>g  (Piketty)
In Thomas Piketty’s bestseller ‘Capital in the Twenty-First Century’ komt r>g uitgebreid aan de orde. Piketty poneert dat het kapitaalrendement hoger is dan het tempo van economische groei, niet vaak, maar altijd. Volgens Piketty is r>g de fundamentele ongelijkheid in de economie. Fundamenteel, want het is deze ongelijkheid die maakt dat inkomens en vermogens voortdurend denivelleren, tenzij daar actief overheidsbeleid tegenover wordt gezet. Piketty voert twee soorten data aan om r>g te onderbouwen. Gegevens over kapitaalrendement en economische groei voor Frankrijk in de periode 1820-1913 en schattingen van rendement en groei vanaf het jaar 0 tot 2100. In beide gevallen concludeert hij dat r>g opgeld deed voor de gehele analyseperiode.

Tot slot:  r
Drie sterk verschillende empirische onderzoeken wijzen alle in dezelfde richting: een ultra laag kapitaalmarktrendement is een curiosum met weinig praktische relevantie. We kunnen dit gegeven natuurlijk terzijde schuiven door te stellen dat de economie structureel is veranderd en de regelmatigheden van vroeger tegenwoordig niet meer opgaan. Maar misschien hebben juist de empiristen gelijk, is het huidige kapitaalmarktrendement helemaal niet abnormaal en wordt met een verhoging van overheidsschuld de consumptie in de toekomst wel degelijk beperkt. Dat is nog geen argument tegen verhoging van overheidsschuld. Het is wel een argument om het curiosum van een ultra laag kapitaalmarktrendement op te bergen waar curiosa thuishoren: in het rariteitenkabinet.

Referenties: zie artikel op MeJudice
Terug naar Inhoud


Word aktief binnen onze vereniging!
Bron: Redactie HCC Beleggen
De HCC Beleggen organiseert een aantal activiteiten. De bekendste activiteiten die wij organiseren zijn de beleggerssymposia, die we tweemaal per jaar houden in De Bilt, de regiogroepen en deze nieuwsbrief.

actieveleden_gezocht_sh400x236.gifVoor de organisatie van onze symposia zijn wij voortdurend op zoek naar mensen die een bijdrage willen leveren aan de totstandkoming hiervan.
Het is niet alleen leuk om dergelijke evenementen te organiseren, maar het is ook een ideale gelegenheid om je netwerk uit te breiden met interessante contacten.

Ook voor deelname aan de redactie van de nieuwsbrief en de website zijn wij dringend op zoek naar mensen die mee willen doen.

Ook zonder deel uit te maken van de organisatie kunt u vanzelfsprekend ook meedoen aan één van de Regio- of Belangstellingsgroepen.

Maar ook andere dingen doen zoals het geven van een aardige lezing, met anderen handelsstrategieën uitwerken, software onder de knie krijgen of gewoon een groep vormen waarmee je samen de markt analyseert/bespreekt, behoort tot de mogelijkheden.

Ben je enthousiast en denk je dat een vrijwilligersfunctie jou op het lijf geschreven is, neem dan contact op met het HCC Beleggen bestuur Klik Hier of met de redactie  Klik Hier
Terug naar Inhoud

Disclaimer: Deze publicatie komt tot stand op de redactie van beleggersonline.nl de website van de HCC IG Beleggen. Noch de mate waarin de berichten, voorgestelde scenario’s, risico’s en voorspellingen de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De voorspellingen zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies. De schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur van de HCC IG Beleggen en/of de Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet aansprakelijk voor eventuele verliezen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren, behaalde resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de toekomst.

Actueel

'Meld je aan voor de nieuwsbrief' van HCC!beleggen

'Abonneer je nu op de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze activiteiten!'

Aanmelden