Nieuwsbrief20140501

Deel dit artikel

,

geen foto beschikbaar
HCC-Beleggen-Nieuwsbrief-logo.gif
Mei 2014


Beleggingsmix en rente-afdekking bepalend voor herstel pensioenfondsen
Bron: DNB
HerstelplannenIMG_1106-520x230sh.jpg






De gemiddelde dekkingsgraad van pensioenfondsen is per saldo met 15% gestegen vanaf het begin van de periode van herstelplannen in 2009.


Daardoor is een kwart van de daling van de dekkingsgraad ten tijde van de kredietcrisis inmiddels goedgemaakt. Fondsen die veel belegden in aandelen en zich indekten tegen het risico van rentedaling zagen de grootste stijging.

Herstelplannen pensioenfondsen
Na het uitbreken van de financiële crisis moesten veel pensioenfondsen (circa 75% van de pensioensector) begin 2009 een herstelplan opstellen om hun dekkingsgraad binnen vijf jaar weer op peil te krijgen. Eind  2013 liepen deze herstelplannen af en was het tijd de balans op te maken.

Het herstel van de dekkingsgraad is vooral toe te schrijven aan de stijgende koersen van zakelijke waarden (aandelen). Maar omdat de rente verder daalde en de levensverwachting opliep bleef het herstel relatief beperkt. Al met al is circa een kwart van de oorspronkelijke daling van de dekkingsgraad sinds de kredietcrisis (2e helft 2007-eind 2008) weer goedgemaakt.  

Ontwikkeling dekkingsgraad
De ontwikkelingen sinds de beginperiode van de kredietcrisis (2e helft 2007-eind 2008), dus in de vijfjaars herstelperiode van 2009 tot en met 2013, geven een illustratie van de belangrijkste determinanten van de dekkingsgraad: de rente en de aandelenkoersen. In hun beleggingsgedrag spelen de fondsen hier op in. Een derde determinant, de stijging van de levensverwachting, kunnen de fondsen vrijwel niet beheersen.

In figuur 1 is te zien is dat de aandelenkoersen in juni 2007 (begin van de grafiek) 80% hoger lagen dan eind 2008 en dat de rente ruim 20% hoger lag. De dekkingsgraadindex ligt hier tussenin, ruim 60% hoger dan de dekkingsgraad ultimo 2008. In de 5-jaarsperiode vanaf het moment van de herstelplannen is de aandelenindex weer teruggekeerd naar het niveau van voor de kredietcrisis, terwijl de rente nog verder is gedaald. De dekkingsgraadindex ligt hier weer tussenin.
Grafiek-1_tcm46-307058520x273.gif
Figuur 1: Verandering dekkingsgraad juni 2007 - december 2013

Verandering dekkingsgraad jun2007-dec2013
Deze figuur toont de relatie tussen de gemiddelde dekkingsgraad van de fondsen in herstel en de rente- en aandelenindex. De aandelenindex is gebaseerd op MSCI (wereldwijde aandelen). De rente-index geeft de invloed van de rente op de waarde van de verplichtingen weer.Vertrekpunt is de uitgangspositie ten tijde van het opstellen van  de herstelpannen (ultimo 2008): alle indexcijfers zijn daar op 100% gezet.

Uit de grafiek valt op te maken dat de aandelenkoersen en de rentestand belangrijke 'drivers' zijn van de dekkingsgraad. Verandering van aandelenkoersen werken gemiddeld voor 40% door in de dekkingsgraad omdat ongeveer 40% in aandelen wordt belegd.
De verandering van de rente werkt globaal voor 50% door in de dekkingsgraad omdat fondsen gemiddeld de helft van het renterisico afdekken. Overigens zijn dit niet alle factoren die de dekkingsgraad bepalen. Zo speelt ook het rendement op andere beleggingen, zoals vastgoed en credits, een rol.    

Verschillen in herstel van pensioenfondsen

De getoonde ontwikkeling van de dekkingsgraad in figuur 1 is het gemiddelde van 150 fondsen. Tussen de fondsen bestaan echter grote verschillen (zie figuur 2).
Grafiek-2_tcm46-307059520x263.gif
Figuur 2: Stijging dekkingsgraad tijdens herstelplan (2009-2013)

Stijging dekkingsgraad tijdens herstelplan (2009-2013)
De belangrijkste verklaringen voor de onderlinge verschillen in dekkingsgraadontwikkeling zijn:
  • Het gekozen rente-afdekkingsbeleid: het renterisico afdekken was gunstig in de onderzochte periode omdat de rente is gedaald.
  • De verdeling van de beleggingsportefeuille: een hoog percentage belegd in aandelen was gunstig in de onderzochte periode.
  • Bijdragen aan het fonds: Premiebetalingen en bijstortingen van de sponsor kunnen bijdragen aan het herstel.
  • Gevoeligheid voor de gestegen levensverwachting (groter voor fondsen met relatief veel jongere deelnemers).
De combinatie van al deze factoren bepaalt uiteindelijk de ontwikkeling van de dekkingsgraad en daarbij mede of het fonds noodmaatregelen (korten van rechten) heeft moeten toepassen. Een tegenvallende dekkingsgraadontwikkeling hoeft overigens niet te betekenen dat sprake is van slecht beleid. Door het nemen van risico’s kunnen op langere termijn hogere verwachte rendementen worden behaald die bijvoorbeeld kunnen worden aangewend voor indexatie. De keerzijde dat genomen risico’s achteraf slecht kunnen uitpakken, is daaraan echter inherent. De Nederlandsche Bank ziet erop toe dat de risico’s door de fondsen voldoende beheerst worden en dat de risico’s worden genomen in het belang van de deelnemers c.q. met wat met de deelnemers is afgesproken.


advertentie
Banner_WH_HCC_SocialShopping_760-140px.jpg


Flevoland-Overijsel200x152.png
RG Flevoland-Overijssel

RG Flevoland-Overijssel is een van de HCC Beleggen Regio Groepen. Dit zijn regio georienteerde groepen van beleggers die geregeld bijeenkomen om in ontspannen sfeer met elkaar ervaringen, kennis en beleggings ideeën te delen 

Onderwerpen als ervaring met broker software, handelssystemen, indicatoren, werking van opties/turbo's enz. kunnen aan bod komen.

Benieuwd geworden naar deze groep beleggers, meld je dan per email aan bestuur@beleggersonline.nl .



Beleggen volgens de 4W Methode
Bron: Hans Bannink 
fibonacci181x160.gif

Al 20 jaar beleg ik op de beurs. In het begin had ik wel eens winst wat mij aanspoorde om verder te gaan beleggen met….. u raad het al: VERLIES.


Ik volgde de beurs volgens het kuddegedrag model. Ik liep mee met de tendens die de markt had. Ik had geen enkele notie van weerstandsniveaus, stop loss momenten.
Bollinger214x129.gifSterker nog technische- en fundamentele analyse was mij ook volkomen vreemd.
Ook had ik geen kennis van cycles en wist ook niets van een bollinger bands, fibonacci, en moving average, keltner channels, hurst cycles, kop-schouderpatronen, rsi, stijgende en dalende trend.
En zo kan ik nog wel even doorgaan.
In het land van beleggen barst het van toetsingscriteria die een indicatie zijn voor hoe in de markt te bewegen.
In de loop der jaren werd ik door verschillende mensen geattendeerd op al deze instrumenten. Het hielp mij echter niet om echt winst te maken, laat staan gestructureerd winst te maken.

Uiteindelijk ben ik zelf gaan kijken wat voor mij belangrijk is bij beleggen.
Uitgangspunt is de beurswijsheid: laat je winst oplopen en beperk je verlies.
Maar hoe doe je dat dan vroeg ik mij af. Ik kan wel gaan beleggen met allerlei instrumenten zoals ik hierboven beschreef, echter ik haal er niet de winst uit die ik wil.

Weet Waneer Wat Welk
Hans-Bannink2013-09-01-120x160.jpg


Hans Bannink
logo-deOptiestrateeg.png Een initiatief van Hans en Erik Bannink, die als particuliere beleggers meer dan 15 jaar actief beleggen op de beurs.
Dat proces heeft uiteindelijk geleid tot de ontwikkeling van mijn eigen filosofie:
Weet Wanneer je Wat op Welk moment moet doen bij stijgende, gelijkblijvende en dalende koersen en houd je er ook aan.

Deze criteria geconcretiseerd krijgen was een zeer lastig proces.
Waar het om gaat is dat ik van te voren precies weet wanneer ik moet gaan ingrijpen en zelfs ook al weet wat ik na dit ingrijpen vervolgens weer moet doen.
Stukken verkopen om verlies te beperken of winst binnen te halen is stap 1. Daarna moet ik ook weten wat ik dan weer moet doen.
Middels het werken met de iron condor op de AEX weet ik nu precies wanneer ik moet ingrijpen in mijn posities en weet ik tevens ook welke posities ik daarna moet innemen. Concreet houd dit het volgende in:
Wanneer op bijvoorbeeld een ironcondor de put positie op verlies staat dan moet ik altijd in staat zijn om terug te rollen zonder verlies (of tegen een vooraf bepaald minimum verlies).
Wat ik dan vervolgens doe is de putspread naar een andere positie terugrollen.
Welk moment bepaal ik aan de hand van een door mijzelf bepaald stoploss  die voldoet aan meerdere criteria. Kortom ik Weet dus van tevoren wanneer ik moet ingrijpen.

Daarnaast geldt de 4 W methode ook voor wat te doen bij oplopende winst en bij zijwaarts bewegende koersen. Belangrijk uitgangspunt in het werken volgens de 4 W methode is dat ik rust in mijn portefeuille heb. Ik hoef niet meer steeds te wikken en te wegen of ik moet ingrijpen. Ook hoef ik niet meer lang na te denken wat ik moet doen als ik heb ingegrepen, dat staat namelijk ook al vast.

Bijkomend voordeel is dat ik niet meer allerlei onderzoeken hoef te doen op mogelijke marktontwikkelingen en analyses hoef te volgen van allerlei beurskenners. Ze kunnen hun waarde hebben, maar ik hoef mij er niet meer door te laten bepalen. Het enige wat voor mij telt is: als de beurs een bepaalde beweging maakt (omhoog, gelijk of omlaag) dan weet ik van te voren al wat ik moet doen. Voor mijn nachtrust is dat bijzonder prettig.
En bovenal, daar gaat het uiteindelijk om, elk jaar kan ik een mooie winst van gemiddeld meer dan 20% bijschrijven op mijn rekening.
Het werken volgens de 4W methode zou voor iedere belegger een goed hulpmiddel zijn. Er is veel meer rust in de portefeuille en je komt niet meer zo snel voor verrassingen te staan. Bovendien zie je aankomen of je moet ingrijpen of niet. Waar het om gaat is dat je als belegger van te voren moet Weten Wanneer je Wat op Welk moment moet doen.

Het maakt niet uit hoe je belegt. Als je volgens de 4 W methode toetst, heb je meer grip op je belegging!
Terug naar Inhoud


Helmond_wapen202x300.jpgDoe het zelf beleggers in de regio Helmond

Wij zijn een klein studie-beleggerclubje dat zich richt op het uitwisselen van kennis en ervaringen om zelf actief en succesvoller te kunnen beleggen.
Wat we doen?:
  • We bespreken elkaars aanpak en strategieën, wisselen criteria uit die iedereen maakt bij de keuzes van aandelen, opties en andere derivaten.
  • Ook gaan we dieper in op specifieke (optie-) constructies die succesvol kunnen zijn.
  • We nemen ook deel aan seminars of andere studiebijeenkomsten en wisselen alle relevante informatie over zelf beleggen uit.
  • We komen elke 3e maandag van de maand bij elkaar en tussentijds wisselen we zaken uit via de mail.
We zoeken uitbreiding van ons groepje met enkele actieve beleggers die kennis en ervaringen willen delen om beter voorbereid te kunnen beleggen.

Neem bij interesse contact op via de mail met het bestuur van de HCC Beleggen. Vermeld in de mail dat het om de groep Helmond gaat.


Scoor financieel adviseurs op onafhankelijkheid
Bron: Fred de Jong, Me Judicexyz
bew flickr.com/photos/davedugdale/5099605109/
De consument is gebaat bij het publiceren van een score die de mate van onafhankelijkheid van financieel adviseurs weergeeft. Dit komt de kwaliteit van het advies ten goede.
Daarnaast kunnen consumenten zo makkelijker onafhankelijke adviseurs herkennen. Een maatstaf voor onafhankelijkheid is eenvoudig te maken, stelt Fred de Jong.
Provisieverbod niet afdoende
De mate van onafhankelijkheid van een financieel adviseur hangt sterk af van het verdienmodel en zeggenschapsverbanden. Van oudsher werden tussenpersonen (onafhankelijke financieel adviseurs) via provisie betaald door de aanbieders van financiële producten, de banken en verzekeraars. Deze prikkel heeft er mede toe geleid dat financieel advies tot een productgedreven markt is verworden in plaats van adviesgerelateerd. Er moest een product worden geadviseerd om inkomsten te verdienen.

Met de invoering van een provisieverbod per 2013 tracht de overheid de financiële banden tussen banken en verzekeraars enerzijds en tussenpersonen anderzijds door te knippen. Om daarmee ook de onafhankelijkheid van het advies door tussenpersonen beter te waarborgen. De overheid heeft er echter voor gekozen om provisie alleen te verbieden voor de advisering in complexe en impactvolle financiële producten. Onafhankelijke financieel adviseurs kunnen dus nog steeds provisie ontvangen voor hun bemiddeling in schadeverzekeringen en consumptief krediet.

MeJudice_new_logo220x55.png

Fred de Jong -120x160.jpg

Fred de Jong (1971)


Zelfstandig onderzoeker/adviseur op het gebied van financiële markten
De specialiteit van Fred de Jong is de intermediaire bedrijfstak (markt voor tussenpersonen en financieel adviseurs). Over die markt heeft hij een economisch proefschrift geschreven waarop hij in 2010 is gepromoveerd bij de Universiteit van Amsterdam. Fred de Jong is ruim 12 jaar werkzaam in de markt voor financiële dienstverlening. Eerst als hoofd onderzoek bij Bureau D & O, later als beleidscoordinator en bestuurssecretaris van de intermediaire brancheorganisaties NVA, Federatie FIDIN en VvHN. Verder is hij als docent en onderzoeker verbonden aan het Amsterdam Centre for Insurance Studies van de Universiteit van Amsterdam.
Maar ook zonder de aanwezigheid van een provisieprikkel bestaan er nog andere vormen van financiële banden tussen aanbieders en adviseurs. Bijvoorbeeld financieringen van de portefeuille of het bezit van aandelen.

Het is dan ook de vraag in hoeverre tussenpersonen na invoering van het provisieverbod daadwerkelijk onafhankelijk zijn. Veel tussenpersonen zijn beperkt in het aantal aanbieders waarmee men kan samenwerken. Banken en verzekeraars willen niet met elke adviseur zaken doen en tussenpersonen maken soms gebruik van preferred suppliers. De echt onafhankelijke tussenpersonen hebben verder moeite om hun onderscheidende waarde ten opzichte van verkoopadviseurs bij banken en verzekeraars duidelijk te maken.

Scoren op onafhankelijkheid
Gezien de verschillende definities van de term onafhankelijkheid, is het verstandig om deze term niet willekeurig te gebruiken. Beter is het om een oplopende schaal van onafhankelijkheid te gebruiken. Bijvoorbeeld van nul (totaal afhankelijk) naar tien (totaal onafhankelijk). Daartoe zou een onafhankelijkheidslabel moeten worden ingesteld. Het aanbrengen van labels helpt consumenten beter geïnformeerde beslissingen te nemen. Zoals dat nu bijvoorbeeld ook gebeurt op het gebied van milieu en energie (auto’s, woningen, wasmachines etc.).

De toezichthouder zou kunnen toezien op het juiste gebruik van de onafhankelijkheidsscore richting de consument in reclames, dienstenwijzers, website, en adviesgesprekken. Een model dat hiervoor kan worden gebruikt, is als volgt: voor elke vorm van onafhankelijkheid ontvangt een financieel adviseur een punt. Naarmate er meer punten worden gescoord, is de onafhankelijkheid groter, met een maximum van tien punten bij een kantoor dat als 100 procent onafhankelijk kwalificeert.

Scoretabel voor bepalen onafhankelijkheid tussenpersoon (10 punten = maximaal onafhankelijk)
  1. Beloning geheel op basis van provisie cliënt (ook schadeverzekeringen)
  2. Eigen AFM-vergunning bemiddelen of adviseren
  3. Geen volledig eigendom van een bank of een verzekeraar
  4. Geen contractuele productieverplichting
  5. Geen hypotheek op kantoorpand door aanbieder waarmee een samenwerkingsovereenkomst is gesloten
  6. Geen lening bij aanbieder waarmee samenwerkingsovereenkomst is gesloten
  7. Geen voordelige financiering van de portefeuille
  8. Geen voorkeursmaatschappijen (evenredige spreiding van productie). Bij elk advies wordt een zo groot mogelijk aantal producten en aanbieders betrokken in de analyse.
  9. Niet meer dan 10 procent aandelenbezit door een aanbieder
  10. Niet meer dan 50 procent aandelenbezit door een aanbieder
Overigens zegt deze scoretabel nog niet alles over de kwaliteit van een intermediair. Ook een kantoor dat op basis van deze objectieve criteria 100 procent onafhankelijk is, kan in haar gedragingen verkeerde adviezen geven of met een zeer beperkt aantal aanbieders samenwerken. Het model kan wel helpen om de consument de mate van onafhankelijkheid van een intermediair, voorafgaand aan het advies vast te laten stellen. Omdat de kans op een goed advies groter wordt naarmate de onafhankelijkheid toeneemt. En daarmee wordt in ieder geval een deel van de informatiekloof gedicht.

In het beschreven model onafhankelijkheidslabel is de manier van beloning van de intermediair niet belangrijker dan de andere aspecten van onafhankelijkheid, omdat daarover voor de consument geen onduidelijkheid bestaat. Door de invoering van het provisieverbod, bij complexe en impactvolle producten, en de toegenomen (weliswaar passieve) transparantie bij schadeverzekeringen, is het voor de consument helder of een intermediair door de aanbieder wordt betaald of dat de klant zelf direct aan het intermediair de beloning betaalt via een vergoeding (urendeclaratie, abonnement of vast tarief).

Het volledige artikel is hier te raadplegen.
Terug naar Inhoud


daytradingad_753x240.jpg

Risico beleggingsfondsen te laag voorgespiegeld
Bron: AFM
Falende_risicoscore4250x278.gifVolgens de AFM is de risicometer voor beleggingsfondsen die beleggen in illiquide activa minder geschikt om beleggers inzicht te geven in de risico’s die ze lopen.
In de regel wordt het risico te laag voorgespiegeld.

Om welke fondsen gaat het?
De beleggingsinstellingen waarvoor de risicometer minder geschikt is, hebben gemeenschappelijk dat ze (indirect) investeren in beleggingen waarin niet of weinig wordt gehandeld. Deze beperkte of ontbrekende handel maakt dat de schommeling van het historisch rendement (ofwel volatiliteit) van de belegging laag is. De volatiliteit bepaalt juist de stand van de risicometer. Hoe lager de volatiliteit, hoe lager de stand van de risicometer. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld fondsen die beleggen in beursgenoteerde effecten.

Een lage score op de risicometer - die geheel volgens de regels is berekend - geeft in een dergelijk geval slechts een beperkt beeld van de belangrijkste risico’s. Juist bij dit type fondsen is het dan ook belangrijk dat beleggers informatie als het prospectus en de Essentiële Beleggersinformatie raadplegen. Daarin staan de belangrijkste risico’s vermeld.

Oproep
Omdat het gebruik van de risicometer in deze specifieke gevallen beleggers een te beperkt beeld van de belangrijkste risico’s kan geven, verzoekt de AFM beheerders van beleggingsinstellingen die beleggen in illiquide activa, de risicometer niet langer op te nemen in reclame-uitingen. De AFM vraagt om de mededeling ‘loop geen onnodig risico, lees de Essentiële Belegginsinformatie’ wel op te nemen.
AFMlet-op-sh450x200.gif Als partijen twijfelen of dit verzoek van toepassing is op de belegginginstellingen waarvoor zij reclame maken, kunnen zij contact opnemen met de AFM via vragen.informatieverstrekking@afm.nl. Raadpleeg ook onze Q&A. De toezichthouder zal ook zelf partijen benaderen voor wie de risicometer minder geschikt is met het verzoek deze niet langer in reclame-uitingen te gebruiken.
Regelgeving aanpassen
De AFM overlegt met het ministerie van Financiën over mogelijke aanpassingen van de regelgeving, met betrekking tot de weergave van beleggingsrisico’s. Ze zal, waar nodig, de markt daarover raadplegen.
Terug naar Inhoud


Noordbeleggen753x244.jpg

Doe het zelf Due Diligence 
Bron: Esgher van Oosterbosch, De Veste
Om in Nederland een beleggingsfonds aan te mogen bieden is een vergunning vereist.
DeVesteimage001.pngEen dergelijke vergunning wordt verleend door de Minister van Financiën. Belast met het toezicht op vergunninghoudende instanties zijn de Autoriteit Financiële Markten en De Nederlandsche Bank. De focus bij het verstrekken van een vergunning is vooral gericht op operationele risico’s binnen een onderneming en op de deskundigheid en betrouwbaarheid van het management.
Toezichthouders zijn er expliciet niet om beleggers te beschermen tegen beleggingsrisico’s.
Dergelijke risico’s vormen immers de bron van het uiteindelijk te behalen rendement.

Sinds enkele jaren is het echter mogelijk om een fonds aan te bieden zonder dat hiervoor een vergunning is vereist. Er is in dit geval sprake van ‘vrijstelling van vergunningplicht'.
Een dergelijke vrijstelling wordt verleend indien ".. aangeboden beleggingsobjecten slechts kunnen worden verworven tegen een economische tegenwaarde van ten minste € 100.000 "  (bron: www.rijksoverheid.nl).
     Ofwel, vrij vertaald : de minimum investering in een fonds moet € 100.000 bedragen.
De achterliggende gedachte bij deze vrijstelling is dat dergelijke bedragen over het algemeen zullen worden geïnvesteerd door participanten waarvan mag worden verondersteld dat zij voldoende deskundig en professioneel zijn om het kaf van het koren te scheiden.

Burj_Dubai_Under_Construction_on_13_November_2007-152x700.jpgOver de vraag of een dergelijk criterium afdoende is om professinele van niet professionele beleggers te scheiden kan uiteraard worden gediscussieerd. Feit is dat het aantal fondsen dat gebruik maakt van deze vrijstelling de afgelopen jaren is gegroeid.
En zoals onlangs is gebleken heeft een aantal van deze 'beheerders' het niet al te best voor met haar investeerders getuige de vermeende wanpraktijken bij Golden Sun en Royal Dubai (waarmee mogelijk reeds een antwoord is gegeven op de hierbovengestelde vraag). Niet onder toezicht staande fondsen met een investeringsdrempel van € 100.000 komen hierdoor in een kwaad daglicht te staan en het vertrouwen van (potentiële) investeerders in deze fondsen neemt zienderogen af. Investeren in fondsen zonder vergunning is echter niet per definitie af te raden, er kunnen ook goede redenen zijn om geen vergunning aan te vragen. Wel is het raadzaam om vooraf eigen onderzoek te doen.

1. Onafhankelijke bewaarder
Beschikt het fonds over een onafhankelijke bewaarder? De bewaarder houdt het geld onder zich, de fondsmanager kan hier niet rechtstreeks over beschikken. Zonder tussenkomst van de bewaarder gebeurt er niets, met de noorderzon vertrekken wordt dus een stuk lastiger. Let wel goed op dat de bewaarder en beheerder ook echt onafhankelijk zijn!

2. Vraag een prospectus aan

Vraag altijd een prospectus aan! Een fonds dat is vrijgesteld van vergunningplicht hoeft geen prospectus op te stellen, maar investeren zonder prospectus is absoluut af te raden. Lees het prospectus en controleer op de aanwezigheid van namen van betrokken partijen. En controleer vervolgens of deze partijen bestaan en daadwerkelijk betrokken zijn bij de organisatie. Vermijd fondsen met een vaag en slordig prospectus.

3. Accountant en jaarrekening

Indien een fonds al wat langer bestaat zal ongetwijfeld een jaarrekening beschikbaar zijn. Altijd opvragen en doornemen! Misschien nog wel belangrijker: neem contact op met de accountant die de jaarrekening heeft goedgekeurd om te controleren of deze inderdaad bekend is met de organisatie.

4. Check het handelsregister van de KvK

In het handelsregister van de Kamer van Koophandel is interessante informatie te vinden over de beheerder van een fonds. Denk hierbij aan datum van oprichting, eigendomsverhoudingen en samenstelling directie. Ook kan informatie worden opgevraagd over het eigen vermogen en de resultaten over voorgaande jaren. Mogelijk moet voor deze en andere informatie een beperkte vergoeding worden betaald, maar deze ‘investering’ staat in schril contrast tot de € 100.000 waarvoor u mogelijk gaat deelnemen!

5. Breng een bezoek aan de manager

Het lijkt een overbodige tip, maar in de praktijk blijkt dat slechts weinig investeerders de moeite nemen om een bezoek te brengen aan het kantoor van een fondsmanager. Het kost misschien een paar uur, maar het is altijd prettig om te weten aan wie u uw geld gaat toevertrouwen. 
Terug naar Inhoud


RG_NH_ad_201109_753x202.jpg

Info over publicaties van de ECB
Bron: Redactie
ecb_logo_EN343x160.gif

De ECB (Europese Centrale Bank) geeft diverse publicaties uit die informatie bevatten over haar kernactiviteiten: monetair beleid, statistiek, betalings- en effectenverkeer, financiële stabiliteit en toezicht, internationale en Europese samenwerking en juridische zaken.

Hiertoe behoren ondermeer:
Officiële publicaties
  • Jaarverslag
  • Convergentieverslag
  • Maandbericht
WetenschappelijKe publicaties
  • Legal Working Papers
  • Occasional Papers
  • Research Bulletin
  • Working Papers
Overige / taaKgebonden publicaties
  • Enhancing monetary analysis
  • Financial integration in Europe
  • Financial Stability Review
  • Statistics Pocket Book (pdf: april 2014)
  • The European Central Bank: geschiedenis, rol en functies
  • The international role of the euro
  • De uitvoering van het monetaire beleid in het eurogebied (‘Algemene Documentatie’)
  • Het monetaire beleid van de ECB
  • The payment system
Hiernaast publiceert de ECB brochures en informatiematieraal over een breed scala van
onderwerpen, waaronder de eurobankbiljetten en -munten, en verslagen van seminars en
conferenties.
Een compleet overzicht van documenten (in pdf-vorm) gepubliceerd door de ECB en het Europees Monetair Instituut, de voorganger van de ECB van 1994 tot 1998, is te vinden op de website van de ECB, www.ecb.europa.eu/pub/.
Met taalcodes is aangegeven in welke talen elk van de publicaties beschikbaar is.
Tenzij anders vermeld, zijn overdrukken gratis te verkrijgen, los dan wel per abonnement, en zolang de voorraad strekt, via e-mail aan info@ecb.europa.eu.
Terug naar Inhoud


Meedoen kan
Bron: Redactie HCC Beleggen
De HCC Beleggen organiseert een aantal activiteiten. De bekendste activiteiten die wij organiseren zijn de beleggersymposia die we tweemaal per jaar houden in De Bilt.

actieveleden_gezocht_sh400x236.gifMet name voor de organisatie van deze symposia zijn wij voortdurend op zoek naar mensen die een bijdrage willen leveren aan de totstandkoming van onze symposia. Het is niet alleen leuk om dergelijke evenementen te organiseren, maar het is ook een ideale gelegenheid om je netwerk uit te breiden met interessante contacten.

Maar ook andere dingen doen zoals het geven van een aardige lezing, met anderen handelsstrategieën uitwerken, software onder de knie krijgen of gewoon een groep vormen waarmee je samen de markt analyseert/bespreekt, behoort tot de mogelijkheden.
Ook deelname aan redactie van de website, de nieuwsbrieven, het beheren van het forum of website of delen daarvan behoort tot de mogelijkheden.

Ook zonder deel uit te maken van de organisatie kunt u vanzelfsprekend ook meedoen aan een van de Regio- of Belangstellingsgroepen.

Ben je enthousiast en denk je dat een vrijwilligersfunctie jou op het lijf geschreven is, neem dan contact op met het bestuur Klik Hier 
Terug naar Inhoud

Disclaimer: Deze publicatie komt tot stand op de redactie van beleggersonline.nl de website van de HCC IG Beleggen. Noch de mate waarin de berichten, voorgestelde scenario’s, risico’s en voorspellingen de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De voorspellingen zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies. De schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur van de HCC IG Beleggen en/of de Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet aansprakelijk voor eventuele verliezen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren, behaalde resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de toekomst.

Actueel

'Meld je aan voor de nieuwsbrief' van HCC!beleggen

'Abonneer je nu op de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze activiteiten!'

Aanmelden