HCC Beleggen
symposium a.s. zaterdag 5 april in De Bilt.
Bron: Redactie
Aanstaande zaterdag, op 5 april 2014, zullen
kundige Sprekers tijdens het 62ste HCC Beleggen symposium u laten zien
hoe ook u op een lucratieve manier kunt beleggen.
Uit
onderzoek is gebleken dat de samenstelling van uw
beleggingsportefeuille een zeer groot effect op het uiteindelijke
rendement en risico heeft. Als voorbeeld laat Mebane Faber
bijvoorbeeld in het boekje "The
Ivy portfolio"
zien hoe u op een relatief simpele manier, met een portefeuille met een
beperkt aantal ETFs, de beleggingsresultaten van professionele partijen
kunt benaderen.De
vraag hoe u uw portefeuille moet samen stellen is uiterst relevant.
Hierbij spelen vragen als: welke sectoren en fondsen,individuele
fondsen of beleggingsfondsen/ETFs, aandelen, obligaties of
anderszins, uitbesteden of zelfdoen, keuze op basis van fundamentele
analyse of technische analyse, hoe is het risicomanagement geregeld
etc. Kortom, er zijn vele keuzes te maken.
Het gebruikmaken van smallcaps, dividend, analyses en strategieen, maar
ook handelen op een professionele wijze, kan uw rendament in
belangrijke mate positief beinvloeden.
Elke spreker zal vanuit zijn eigen invalshoek en ervaring
een bijdrage aan dit boeiendeonderwerp,
"Overweeg uw portefeuille", leveren en vele vragen op het gebied van
portefeuillebeheer behandelen.
RG
Flevoland-Overijssel is een van de HCC Beleggen Regio Groepen. Dit zijn regio
georienteerde groepen van beleggers die geregeld bijeenkomen om in
ontspannen sfeer met elkaar ervaringen, kennis en beleggings ideeën te
delen
Onderwerpen als ervaring met broker software, handelssystemen,
indicatoren, werking van opties/turbo's enz. kunnen aan bod komen.
Europese
Commissie kijkt toe terwijl Europa uit balans blijft
Bron: Maartje Wijffelaars, Hans Stegeman,
Me
Judice 17 maart 2014
In
het kader van de Macroeconomic Imbalance Procedure
(MIP)van
de Europese Commissie kwamen onlangs landenevaluaties uit. Deze
procedure zou er voor moeten zorgen dat lidstaten hun beleid zo
inrichten dat ze de hierin door de Europese Commissie geconstateerde
onevenwichtigheden reduceren. In de huidige status wordt dit in de MIP
echter onvoldoende afgedwongen.
Volgens Rabo-economen Wijffelaars en Stegeman zou de sanctieprocedure
van de MIP meer in lijn moeten worden gebracht met die van het
Stabiliteits- en Groeipact, zodat Europa de macro-economische
onevenwichtigheden evenwichtiger aanpakt.
Derde maal op zoek
naar onevenwichtigheden
De procedure voor macro-economische onevenwichtigheden (Macroeconomic Imbalance Procedure, MIP)
van de Europese Commissie (EC)
is in december 2011 opgezet en in 2012 voor het eerst in werking
getreden. De procedure is gericht op het opsporen, voorkomen en
corrigeren van macro-economische onevenwichtigheden die het
functioneren van de Europese Unie in gevaar zouden kunnen brengen. Met
een aantal stappen signaleert de MIP trends die tot ' booms en busts'
zouden kunnen leiden. Vervolgens zou het moeten helpen de juiste
beleidsreacties vorm te geven om deze risico’s in te perken en te
beheersen.
De eerste stap is het schrijven van het Waarschuwingsmechanismeverslag (Alert Mechanism Report, AMR)
dat de Europese Commissie (EC)
ieder jaar in november publiceert.
[1]
Deze indicatoren zijn momenteel: de lopende rekening van de
betalingsbalans, de netto internationale investeringspositie, de reële
effectieve wisselkoers, het exportmarktaandeel, de nominale
arbeidskosten per eenheid product, de reële huizenprijzen, de
kredietstromen naar de private sector, de schuld van de private sector,
de overheidsschuld, het werkloosheidspercentage en de verplichtingen
van de financiële sector. Het scorebord kan met de tijd qua
samenstelling veranderen als dit nodig wordt geacht.
Aan de basis van dit rapport ligt een scorebord met 11 indicatoren [1] . Aan deze indicatoren is een
drempelwaarde voor het niveau of de groei gekoppeld die bij
overschrijding een (op komst zijnde) onevenwichtigheid signaleert. In
totaal rinkelden er in november 2013 voor het AMR 2014 (met cijfers over 2012) voor de
gehele Europese Unie maar liefst 99 van de 306 alarmbellen.
Dit betekent niet alleen dat er ten opzichte van een jaar eerder weinig
vooruitgang is geboekt met het terugdringen van macro-economische
onevenwichtigheden (voor het AMR 2013
gaf het scorebord twee waarschuwingen meer af, figuur 1), maar
ook dat nog altijd bijna 1/3 van het totaal aantal alarmbellen is
afgegaan. Daarbij geeft kijken naar meer of minder waarschuwingen op
basis van de drempelwaarden niet het volledige beeld over het af- of
toenemen van de omvang van de onevenwichtigheden.
Om dat laatste beter te kwantificeren, hebben we gekeken naar de
beweging die indicatoren tussen het AMR 2013 en AMR 2014 hebben gemaakt
ten opzichte van de drempelwaarden. Hieruit blijkt dat de situatie in
zijn totaliteit zelfs is verslechterd, en meer nog dan uit de
eerstgenoemde methode dat de aard van de onevenwichtigheden is
veranderd (figuur 1).
Indicatoren gerelateerd aan private schuldopbouw en nominale
arbeidskosten per eenheid product hebben zich in de juiste richting
bewogen ten opzichte van het AMR 2013. Tegelijkertijd zijn de
indicatoren gerelateerd aan concurrentiekracht, werkloosheid en
overheidsschuld verslechterd.
Figuur 1: De EU
blijft uit balans
Bron: Europese Commissie, Rabobank
Naast het scorebord zelf wordt ook de economische interpretatie ervan
en andere relevante informatie meegenomen in het
waarschuwingsmechanismeverslag, om een zo duidelijk mogelijk beeld te
krijgen van de staat van onevenwichtigheden in een economie. In het
rapport concludeert de Commissie tot slot of ze een grondige analyse
nodig acht om vast te stellen of de betreffende lidstaten maatregelen
moeten nemen. Op basis van het AMR
2014 is besloten dat voor zestien lidstaten
nader onderzoek moest worden gedaan, een zogenaamde in-depth review (zie ook Kamalodin, 2013).
Stabiele
onevenwichtigheden
[2]
De landen waarin de EC macro-economische onevenwichtigheden heeft
vastgesteld zijn: België, Bulgarije, Duitsland, Ierland, Spanje,
Frankrijk, Hongarije, Nederland, Finland, Zweden en het Verenigd
Koninkrijk.
De landen waarin de EC excessieve onevenwichtigheden heeft vastgesteld
zijn: Italië, Kroatië en Slovenië.
[3] Om die reden maken Griekenland, Cyprus, Portugal en Roemenië ook
dit jaar nog geen deel uit van de MIP. Zij worden al gemonitord in het
kader van de hervormingen en bezuinigingen die ze moeten doorvoeren in
ruil voor de financiële steun die ze ontvangen.
Het beeld dat opdoemt uit de diepgaande evaluaties die de EC begin maart van
dit jaar heeft gepubliceerd is hetzelfde als dat opdoemt uit het AMR.
Het lijstje van landen waarin de EC naar aanleiding van de diepgaande
evaluaties onevenwichtigheden heeft geconstateerd die moeten worden
gemonitord en aangepakt, is niet korter geworden maar wel veranderd.
Enerzijds zijn er in Malta en Denemarken in termen van de MIP geen
onevenwichtigheden meer en bestempelt de EC die van Spanje niet langer
als excessief. Anderzijds zijn Duitsland, Kroatië en Ierland aan het
rijtje van landen met onevenwichtigheden toegevoegd, en beschouwt de EC
de onevenwichtigheden in Italië en Kroatië nu, naast die van Slovenië,
als excessief [2]. Een
onevenwichtigheid wordt als excessief beschouwd als deze het
functioneren van de EMU in gevaar brengt of kan brengen. Let wel, de
verbeteringen in de eerstgenoemde landen betekenen volgens de EC niet
dat er geen risico’s meer zijn, alleen dat de risico’s iets minder
groot zijn. Tegelijkertijd moeten we in verband met de toevoeging van
Ierland en Kroatië opmerken dat beide landen voorheen geen deel
uitmaakten van de MIP, maar dat er zeker wel onevenwichtigheden waren.
Ierland werd vorig jaar nog beoordeeld in het licht van het steunpakket
dat het ontving van de Trojka [3]
en Kroatië behoort pas sinds juli 2013 tot de Europese Unie.
Een tandje erbij
voor Duitsland en Italië
Bij de evaluaties springen twee landen er uit, vooral omdat ze cruciaal
zijn voor het wel en wee van de eurozone de komende jaren, namelijk
Duitsland en Italië.
Figuur 2: Lopende
rekening van de betalingsbalans Duitsland blijft hoog
Bron: Eurostat
Duitsland, de grootste economie van de eurozone, is dus nieuw in de
lange lijst met Europese landen met onevenwichtigheden. De voornaamste
reden waarom de EC nu in het kader van de MIP onevenwichtigheden heeft
gesignaleerd is het aanhoudende overschot op de lopende rekening van de
betalingsbalans (figuur 2).
Naast een sterk concurrentievermogen van de Duitse economie impliceert
het ook een lage binnenlandse vraag en mogelijk dat het land de grote
hoeveelheid spaargeld niet optimaal benut doordat het te weinig
investeert in rendabele projecten binnen de grenzen. Daarbij remt de
lage investeringsgraad niet alleen de actuele maar ook de potentiële
groei van het Duitse BBP-volume.
Gezien de omvang van de Duitse economie kan de bovenstaande
onevenwichtigheid ook de groei van de economie van de eurozone remmen,
terwijl de lage binnenlandse vraag de herbalancering binnen de eurozone
bemoeilijkt. Immers, minder vraag uit Duitsland maakt het voor andere
Europese landen lastiger om zich uit de crisis te exporteren. Het is
goed dat de EC nu aandacht heeft voor dit soort onevenwichtigheden. Tot
voor kort werden lopende-rekeningoverschotten de facto namelijk niet of
nauwelijks gezien als een macro-economische onevenwichtigheid die
risico’s met zich meebrengt.
Figuur 3:
Overheidsschuld Italië meer dan twee keer de drempelwaarde
Bron: Eurostat
In Italië vragen vooral de enorme publieke schuldenlast (figuur 3) en het uiterst
zwakke concurrentievermogen om aandacht. Beide belemmeren niet alleen
het functioneren van de Italiaanse economie maar kunnen ook het
functioneren van de eurozone in gevaar brengen. Italië is de derde
economie van het eurogebied en is
Maartje Wijffelaars Rabobank Nederland
Maartje
Wijffelaars MSc. (1987) is sinds januari 2013 werkzaam bij het
Directoraat Kennis & Economisch Onderzoek van Rabobank Nederland,
in het team Internationaal Macro-economisch Onderzoek. Hiervoor heeft
ze gewerkt aan de Universiteit van Antwerpen. Daar heeft zij onderzoek
verricht naar de relatie tussen financiële instellingen en
overheidsschuld in het eurogebied ten tijde van de crisis. Ze heeft
International Economics and Finance gestudeerd aan Tilburg University.
daarmee van grote invloed op het groeipotentieel van de eurozone.
Daarnaast zouden betalingsproblemen gezien de hoogte van de
overheidsschuld de onrust op de markten in alle hevigheid doen
terugkeren, zeker omdat het onduidelijk is of Europa over voldoende
middelen bezit om Italië in een dergelijke situatie te redden. De
huidige lage inflatie en groei van het BBP-volume bemoeilijken het
afbouwen van de overheidsschuld. Het is voor de economie van Italië dan
ook cruciaal om de uiterst zwakke (of
zelfs negatieve) productiviteitsgroei en de lange lijst van
inefficiënties in de gehele economie en samenleving aan te pakken.
Gezien de zwakke instituties, deels ook de oorzaak van deze problemen,
is het maar de vraag of dit ook gaat lukken.
Verwacht niet te
veel van de MIP
Het idee achter de MIP is prima. De eenzijdige nadruk op
begrotingsdiscipline moest natuurlijk een tegenhanger krijgen in een
procedure waarin ook onevenwichtigheden in economisch beleid worden
aangepakt. Immers, een groot deel van die problemen op de
overheidsbegroting zijn rechtstreeks afkomstig uit die
macro-economische onevenwichtigheden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de
verslechtering van de overheidsfinanciën in Spanje en Ierland. In beide
landen heeft onder andere het uiteenspatten van een huizenmarktzeepbel
via een diepe recessie en benodigde herkapitalisatie van banken, geleid
tot enorme begrotingstekorten en een toename van de overheidsschuld.
Maar daar waar de sanctieprocedure bij een buitensporig tekort
overzichtelijk en grotendeels automatisch verloopt, is dit bij de in de
diepgaande evaluaties geconstateerde onevenwichtigheden niet het geval.
De gesignaleerde onevenwichtigheden kunnen dientengevolge lastig worden
aangepakt. Zo zijn de eerdergenoemde verbeteringen in Luxemburg, Malta
en Spanje ook niet toe te schrijven aan de MIP.
Nationaal beleid en veranderende economische omstandigheden zijn
daarbij de belangrijkste factoren. Dezelfde factoren dus die de
onevenwichtigheden hebben doen ontstaan. De MIP is (nog) geen procedure waarmee
lidstaten om de oren kunnen worden gemept.
[4]
Italië, Slovenië en Kroatië vallen vooralsnog ook enkel onder de
preventieve tak. Als ze uiteindelijk in een EIP terecht zouden komen,
vallen ze onder de corrigerende tak.
[5] De Europese Raad (de staatshoofden van de EU-lidstaten, de
voorzitter van de EC en de voorzitter van de Raad) moet de conclusie
van de Commissie te allen tijde ofwel accepteren ofwel afwijzen en
aanpassen.
[6] Het Europees Semester is een jaarlijkse cyclus waarin de EC
beoordeelt of de budgettaire en economische beleidsplannen van
lidstaten in lijn zijn met het Stabiliteits- en Groeipact en de
Macro-economische Onbalans Procedure, of dat de landen maatregelen
dienen te nemen. De EC doet op basis van de ingediende stabiliteits- en
convergentieprogramma’s en nationale hervormingsprogramma’s
aanbevelingen aan de landen.
Beleidsstappen door overheden zijn pas afdwingbaar als de procedure bij
buitensporige onevenwichtigheden(Excessive
Imbalances Procedure: EIP) van start gaat. Onder
de preventieve tak, waar de landen met vastgestelde (niet-excessieve)
onevenwichtigheden [4] nu
terecht komen, kan de Europese Commissie (EC)
wel beleidsaanbevelingen doen
om deze af te bouwen, maar niet - op straffe van een boete - afdwingen.
Tegelijkertijd heeft de EC aangegeven dat ze pas begin juni zal
besluiten of ze het nodig acht dat de Europese Raad [5] een EIP opent voor de landen
waar ze excessieve onevenwichtigheden heeft vastgesteld (Italië, Kroatië en Slovenië).
De Commissie wil namelijk eerst de stabiliteits- en
convergentieprogramma’s en nationale hervormingsprogramma’s beoordelen
die de landen eind april indienen. Deze programma’s moeten de lidstaten
in het kader van het Europees Semester [6]
ieder jaar rond eind april
aanleveren.
Als de Commissie de hierin voorgenomen maatregelen voldoende acht, zal
ze in juni naar verwachting de Europese Raad adviseren geen EIP te
openen. Op deze manier zijn in 2013 Spanje en Slovenië ontsnapt aan de
procedure. Dat is jammer, want hierdoor wordt de kans dat er ook
daadwerkelijk iets verbetert in de onevenwichtigheden verkleind.
Omdat de in de programma’s opgenomen hervormingen niet door een boete
afdwingbaar zijn, is er geen financiële prikkel om deze daadwerkelijk
door te voeren. Het moge duidelijk zijn dat de MIP in de huidige vorm
onvoldoende in staat is om excessieve onevenwichtigheden en de daarmee
samenhangende negatieve spillover-effecten te voorkomen of adequaat aan
te pakken, zoals dat bij de begrotingsafspraken wel het geval is.
Hans Stegeman
Rabobank,
Utrecht
Hans
Stegeman werkt sinds 2007 bij Economisch Onderzoek als econoom en sinds
2009 als hoofd van het team Nationaal Onderzoek. Daarbij is hij
verantwoordelijk voor al het onderzoek van KEO naar de Nederlandse en
regionale economie en huizenmarkt. Ook is hij een van de auteurs en
projectleider van het onlangs verschenen boek "IN2030: Vier
vergezichten". Hans studeerde Algemene Economie aan de Universiteit
Maastricht en werkte hiervoor onder andere als onderzoeker bij het
Centraal Planbureau.
Verbeter de
sanctieprocedure
Wil dit zeggen dat de MIP beter kan worden afgeschaft? Nee,
integendeel. Het feit dat onevenwichtigheden een crisis kunnen
veroorzaken en de stabiliteit van de eurozone in gevaar kunnen brengen
vraagt juist om een verbeterde en strengere procedure. Als we kijken
hoe we de MIP in de huidige situatie (met in elf landen
onevenwichtigheden en in drie landen excessieve onevenwichtigheden) van
meer materiaal zouden kunnen voorzien om mee te meppen, moeten we ons
richten op de strafmaat [7].
Voor wat betreft de landen die zich nu onder de preventieve tak
bevinden, zouden de aanbevelingen van de EC, evenals bij het
Stabiliteits- en Groeipact (SGP),
op straffe van bijvoorbeeld een rentedragend deposito moeten kunnen
worden afgedwongen.
Bij het SGP kan de EC een lidstaat een dergelijk deposito opleggen als
een land geen gehoor geeft aan een waarschuwing onder de preventieve
tak.
Daarnaast zou de EC altijd een EIP moeten starten zodra zij
onevenwichtigheden als excessief bestempelt, evenals dat zij altijd een
buitensporig tekortprocedure opent nadat zij een excessief tekort heeft
vastgesteld in het kader van het SGP.
Voor de EIP zouden de stabiliteits- en convergentieprogramma’s en
nationale hervormingsprogramma’s die landen ieder jaar moeten indienen
wel mogen fungeren als concept voor het plan met corrigerende
maatregelen (Corrective Action
Plan, CAP), maar een positieve beoordeling van deze programma’s
moet er niet toe leiden dat de EC geen procedure start.
Het CAP is een document waarin landen, die in een EIP terechtkomen, aan
moeten geven hoe ze de geconstateerde excessieve onevenwichtigheden
gaan terugdringen. De EC zal dan vervolgens beoordelen of zij de hierin
genoemde maatregelen voldoende acht, met als belangrijkste effect dat
de lidstaten een boete krijgen als ze (zonder
geaccepteerde reden) afwijken van het plan.
[7]
Voor de duidelijkheid, we kijken hier omwille van de eenvoud nu dus
niet naar de ogenschijnlijke willekeurigheid in het concluderen van het
bestaan van (excessieve) onevenwichtigheden, in welke mate
onevenwichtigheden via beleid kunnen worden aangepakt, en de invloed
van de politiek doordat het eindoordeel altijd bij de Europese Raad
ligt.
De door ons voorgestelde wijzigingen betekenen per saldo dat de
Europese Commissie meer mogelijkheden krijgt om macro-economische
onevenwichtigheden aan te laten pakken en minder mogelijkheden
overhoudt om landen aan een buitensporige onevenwichtighedenprocedure
te laten ontsnappen.
En dat is zeker nodig, omdat het Brussels beleidsinstrumentarium
onevenwichtig is, waardoor de focus te veel komt te liggen op
restrictief begrotingsbeleid.
En economisch beleid is meer dan dat.
Wij zijn een klein studie-beleggerclubje dat zich richt op het
uitwisselen van kennis en ervaringen om zelf actief en succesvoller te
kunnen beleggen.
Wat we doen?:
We bespreken elkaars aanpak en
strategieën, wisselen criteria uit die iedereen maakt bij de keuzes van
aandelen, opties en andere derivaten.
Ook gaan we dieper in op specifieke
(optie-) constructies die succesvol kunnen zijn.
We nemen ook deel aan seminars of andere
studiebijeenkomsten en wisselen alle relevante informatie over zelf
beleggen uit.
We komen elke 3e maandag van de maand bij
elkaar en tussentijds wisselen we zaken uit via de mail.
We zoeken uitbreiding van ons groepje met enkele actieve beleggers die
kennis en ervaringen willen delen om beter voorbereid te kunnen
beleggen.
Centrale
banken communiceren over toekomstige rente
Bronnen: DNB, Redactie
Steeds
vaker spreken centrale banken zich uit over de verwachte ontwikkeling
van de beleidsrente (Forward guidance). Ook de Europese Centrale Bank
doet dit. Onderzoek van DNB naar dit fenomeen in Zweden laat zien dat
forward guidance een effectieve manier kan zijn om de lange rente te
beïnvloeden zelfs als de beleidsrente (bijna) nul is.
Goudschaaltje
Wie belegt, investeert of handelt in financiële producten is enorm
gespitst op de rente.
Gaat de rente omhoog, daalt ze of blijft ze ongewijzigd?
Vooral de rente op lange termijn is economisch belangrijk, onder meer
omdat de lange rente een rol speelt bij grote bestedingen. De korte
rente heeft op haar beurt invloed op de lange rente. Iedere beweging
van een centrale bank wordt dan ook nauwlettend gevolgd.
Forward Guidance, wat is dat eigenlijk?
Forward
guidance is een "tool", gehanteerd door een centrale
bank waarbij deze kan uitspreken dat een bepaalde beleidslijn (met
name het handhaven van beleidsrentes op het huidge niveau) aangehouden
zal worden zolang aan bepaalde voorwaarden voldaan is.
Hiermee wordt beoogd dat financiële markten het vertrouwen hebben dat
de korte rente geruime tijd "vaststaat", hetgeen een drukkend effect
heeft op de rentestand over die totale periode. (De yieldcurve*
wordt als het ware "omlaag getrokken".) Het verhoopte effect is dat
banken die lagere rentes zullen "doorgeven" aan hun kredietnemers;
tevens heeft dit een verlagend effect op de rentelasten van overheden.
In de literatuur wordt een onderscheid gemaakt tussen Delphic forward
guidance, waarbij die beleidslijn wordt voortgezet totdat een bepaalde
situatie bereikt is (bijvoorbeeld een bepaald werkloosheidsniveau), en
Odyssean forward guidance, waarbij toegezegd wordt dat die beleidslijn
ook zal worden voortgezet nadat daartoe in feite geen directe noodzaak
meer bestaat. In de praktijk zullen uitlatingen van centrale banken
vaak zodanige nuances bevatten dat de vraag welk type forward guidance nu wordt gehanteerd niet
geheel eenduidig te beantwoorden is.
Een voorbeeld van forward guidance (uit de persconferentie van de ECB
van 6 maart 2014: "We firmly reiterate our forward guidance. We
continue to expect the key ECB interest rates to remain at present or
lower levels for an extended period of time. This expectation is based
on an overall subdued outlook for inflation extending into the medium
term, given the broad-based weakness of the economy, the high degree of
unutilised capacity and subdued money and credit creation."
* Een yieldcurve
is een grafiek die het verband weergeeft tussen het rendement op
overigens gelijke of vergelijkbare leningen met diverse looptijden
En bij de bekendmaking van de rentebesluiten worden de woorden van een
centralebank-president op een goudschaaltje gewogen. Ieder woord kan
immers een toespeling bevatten op de ontwikkeling van de rente. Daarmee
is het afgeven van signalen over de toekomstige rente bij uitstek een
instrument voor monetair beleid, juist nu verder verlagen van de
beleidsrente bijna niet meer mogelijk is.
Beleidsrente laag
Om de economische neergang als gevolg van de crisis tegen te gaan,
hebben centrale banken in onder meer het VK, de VS en het eurogebied de
beleidsrente verlaagd tot praktisch nul.
Maar dat betekent niet dat centrale banken geen speelruimte meer hebben
om via het monetaire beleid invloed uit te oefenen op de economie.
Naast de beleidsrente, kunnen centrale banken namelijk gebruikmaken van
verschillende onconventionele maatregelen zoals het opkopen van activa
of het verstrekken van extra leningen aan banken.
Maar er is nog een maatregel die de laatste jaren steeds meer aan
terrein wint: het afgeven van indicaties over de toekomstige
ontwikkeling van de beleidsrente, ook wel forward guidance
genoemd.
Onderzoek Forward
guidance
In haar communicatie over rentebeleid refereert de ECB sinds de
afgelopen zomer aan het lange-termijn perspectief.ECB President Draghi
verwoordde het als volgt: ‘The Governing Council expects the key ECB
interest rates to remain at present or lower levels for an extended
period of time.’ Dat was een nieuwe stap voor de ECB.
Doordat de stap van de ECB recent is, is het nog niet mogelijk om de
effecten van de ECB’s forward guidance vast te stellen. Sommige
centrale banken maakten al voor het uitbreken van de crisis gebruik van
forward guidance. Dat geldt ook voor de centrale bank van Zweden,
die naast steun aan banken ook het instrument van forward guidance
inzette.
Uit recent onderzoek van DNB blijkt dat de monetaire autoriteiten in
Zweden in staat zijn geweest de lange rente te beïnvloeden, zelfs toen
de beleidsrente in 2009 en 2010 was gedaald tot (bijna) nul. Onderzocht
is in hoeverre marktrentes met verschillende looptijden in Zweden al
dan niet reageerden op nieuwe informatie over economische
ontwikkelingen, zoals bbp-groei of inflatie. De Zweedse korte rente kon
in 2009 en 2010 niet of nauwelijks meer op nieuws reageren. Maar lange
rentes konden nog wel reageren, mits markten verwachtten dat op enig
moment in de komende jaren de centrale bank haar beleid zou aanpassen
op basis van de economische ontwikkelingen.
Het onderzoek laat zien hoe dit in de Zweedse casus het geval is
geweest. Korte rentes, met een looptijd tot twee jaar, reageerden
inderdaad veel minder op economisch nieuws toen de beleidsrente tot
nagenoeg nul was gedaald. Voor rentes met een langere looptijd was de
reactie op economisch nieuws echter even groot als in de jaren vóórdat
de beleidsrente vrijwel tot nul was gedaald. Markten verwachtten dus
dat op enig moment de beleidsrente wel degelijk weer zou gaan
bewegen.
Het onderzoek toont zo dat een centrale bank nog steeds succesvol de
huidige lange rente kan beïnvloeden door middel van forward guidance
over de toekomstige korte rente.
Stemmen
op afstand bij aandeelhoudersvergaderingen kent gebreken en is
voor verbetering vatbaar. Dat blijkt uit onderzoek van de AFM naar
transparantie en verifieerbaarheid van de stemketen.
De AFM komt tot deze conclusie onder meer op basis van gesprekken met
de belangrijkste Nederlandse marktpartijen, waaronder bewaarbedrijven (custodians), stemketen
dienstverleners, uitgevende instellingen en (vertegenwoordigers
van) beleggers.
Deze verkenning is maandag 24 maart gepubliceerd:
Eén van de rechten van aandeelhouders is het kunnen stemmen over
agendavoorstellen van de vennootschap. Lang niet alle aandeelhouders
van de (grote) beursondernemingen wonen de Algemene vergadering van
Aandeelhouders (AvA) fysiek
bij. Uit praktisch oogpunt kiezen zij er vaak voor te stemmen bij
volmacht en/of op afstand. Dit speelt vooral bij grensoverschrijdend
stemmen en bij institutionele beleggers met internationaal
gediversifieerde portefeuilles.
Betrouwbare stemketen
Echter, aandeelhouders én vennootschappen hebben geen of onvoldoende
zicht en garantie of de stemmen die zijn uitgebracht daadwerkelijk en
juist zijn doorgekomen in de stemketen. Door de toenemende aandacht
voor betrokken aandeelhouderschap willen niet alleen beleggers, maar
ook uitgevende ondernemingen meer inzicht in de wijze waarop beleggers
betrokken zijn en hebben gestemd. Een betrouwbare stemketen draagt
daaraan bij.
Het gebrek aan verifieerbaarheid en transparantie van de stemketen
heeft een aantal technische en juridische oorzaken. Het gaat hier om
een groot aantal partijen dat gebruik maakt van verschillende systemen
die niet op elkaar aangesloten zijn en het gebruik van verschillende
elektronische documenten.
Verschillen
De bestaande Europese richtlijn laat veel ruimte voor verschillende
implementatie in jurisdicties. Dit leidt onder meer tot verschillen in
record dates (de datum waarop
bepaald wordt of iemand stemgerechtigd is), maar ook tot
interpretatieverschillen over wie de stemgerechtigde is. Ook hebben
custodians, bewaarbedrijven die naast het bewaren van aandelen ook
diensten verlenen rond het stemrecht van deze stukken, de vrijheid zelf
te bepalen wat de sluitingsdatum is voor het uitbrengen van de stemmen,
de zogeheten cut-off date. Dit alles is verwarrend en vergt veel
maatwerk en kosten.
Daarnaast is sprake van uiteenlopende belangen van de betrokken
partijen waardoor, door belang bij behoud van de huidige situatie, of
door gebrek aan een gevoel van urgentie, oplossingen niet actief worden
nagestreefd. Dit leidt ertoe dat terugkoppeling van de uitgebrachte
stemmen moeizaam verloopt of geheel uitblijft.
Aanbevelingen en
reacties
In het rapport doet de AFM ook enkele aanbevelingen ter verbetering van
de stemketen. Enerzijds is aanpassing van internationale en Europese
regulering wenselijk, zoals harmonisatie van de termijnen van record
date en cut-off date en verplichte medewerking door custodians. Gezien
de internationale context en verwevenheid, biedt het enkel aanpassen
van de Nederlandse regelgeving geen soelaas.
Daarnaast ligt er een belangrijke rol voor marktpartijen in de
stemketen. Bijvoorbeeld door het gebruik van gestandaardiseerde
gegevensuitwisseling. Ook is er een rol voor de aandeelhouders zelf om
te verlangen dat zij een bevestiging krijgen dat hun stem
overeenkomstig de gegeven instructie is verwerkt en uitgebracht. De AFM
zal zich inzetten het onderwerp op de agenda te zetten in (internationale) fora, zoals ESMA
en bij de Nederlandse Monitoring Commissie Corporate Governance Code.
De AFM heeft daarom haar rapport aangeboden aan de voorzitter van de
Monitoring Commissie Corporate Governance Code, de heer prof. dr. Van
Manen. De Monitoring Commissie Corporate Governance Code zegt verheugd
te zijn met het onderzoek dat de AFM presenteert en zal de uitkomsten
meenemen in haar werk en onderzoek naar de rol van de aandeelhouder.
Reacties van Vereniging voor effectenbezitters (VEB) en Eumedion als
vertegenwoordigers van beleggers zijn opgenomen in eerder genoemd
rapport: "AFM onderzoek naar de stemketen"
Heb
je geen zin of tijd om je uitvoerig te verdiepen in financiële
producten? Deze checklists en stappenplannen bieden goede tips en
helpen je de juiste vragen te stellen en afwegingen te maken. Zo word
je, zonder al te veel inspanning, financieel wijzer.
Europa -
Europese Bankenunie, tweede pijler: het akkoord is rond.
Na meer dan 16 uur onderhandelen tussen de
Europese Commissie, de Raad en het Parlement werd een akkoord bereikt
over de tweede pijler van de bankenunie. Ook al zou dit akkoord
minimalistisch kunnen worden genoemd, toch legt het de basis voor de
systemen en Europese fondsen voor de redding van de Europese banken.
De Duitse ZEW-index is fors teruggevallen in
maart, nl. van 55,8 naar 46 punten, vooral als gevolg van de crisis in
de Krim.
Verenigde Staten
- Yellen en de Fed: aankopen teruggeschroefd.
Ook al staat het bezoek van president Obama aan
België en Europa deze week centraal, toch mogen we Janet Yellen, de
voorzitster van de Fed, en haar meest recente verklaringen niet
vergeten. Voor haar eerste bijeenkomst gaf het FOMC immers te kennen
dat het zijn maandelijkse aankopen vanaf volgende maand gaat
terugschroeven met 10 miljard USD. Het bevestigde eveneens dat dit
programma voor de opkoop van activa eind 2014 ten einde loopt. Janet
Yellen liet zelfs verstaan dat er 6 maanden later mogelijk een
renteverhoging op til is. Nog altijd in die context maakt Janet Yellen
bekend dat de Fed zich niet langer zou baseren op de werkloosheid van
6,5 %. Daarvoor zal hij veeleer kijken naar de indicatoren op de
arbeidsmarkt en naar de inflatie.
Fitch maakte bekend de rating van de Verenigde
Staten te handhaven op AAA met een stabiele in plaats van een negatieve
outlook. Oorzaken daarvan zijn het verdwijnen van de onzekerheid over
het optrekken van het schuldenplafond en de betere economische
vooruitzichten.
China
In Taiwan vonden er
anti-Chinese manifestaties plaats, onder meer voor het Taiwanese
parlement, als reactie op de handelsakkoorden tussen Taiwan en China.
De betogers vrezen voor een massale terugkeer van goedkopere Chinese
werkkrachten en voor investeringsfaciliteiten in de dienstensector.
Turkije
Terwijl Europa veel
energie stopt in een omvattende communicatie, neemt één van de landen
die kandidaat zijn om toe te treden tot de Unie, censuurmaatregelen. De
Turkse eerste minister Erdogan besloot het sociaal netwerk Twitter te
blokkeren in Turkije. Dat irriteert niet alleen de bevolking, maar ook
de Turkse president Gül, die zou willen dat die onderbreking van korte
duur is. Op het einde van de maand zijn er gemeenteraadsverkiezingen
gepland.
Macro-economie
België
De consumentenvertrouwensindex is in maart
tegen de verwachtingen in gedaald, nl. van -4 in februari 2014 tot -8,
vooral als gevolg van de sombere economische vooruitzichten en de
bedrijfsherstructureringen.
Het volume aan kredieten dat werd toegekend aan
de ondernemingen, is in 2013 toegenomen met 1,5 miljard euro. De
toename is vooral het gevolg van de verbetering van het economisch
klimaat dat werd waargenomen tijdens de tweede helft van 2013. Ook al
is het volume gestegen in het laatste kwartaal van 2013, toch is het
aantal toegekende kredieten op jaarbasis gedaald met 5 %.
De RVA liet verstaan dat zijn uitgaven in 2013
uitkwamen op 11,4 miljard euro, dat is 1 % meer dan in 2012. Het aantal
volledig uitkeringsgerechtigde werklozen is vorig jaar gestegen met
bijna 4 %.
Griekenland
De experts van de
ECB, de Europese Commissie en het IMF hebben een nieuwe hulpschijf
goedgekeurd voor Griekenland, dat het geld in april op zijn rekening
gestort krijgt. Het gaat om een bedrag van om en bij de 10 miljard
euro. Het land moet verder blijven hervormen. Het primair overschot
bedroeg 3 miljard euro in 2013.
Japan
De vastgoedprijzen
in de voornaamste grootsteden zijn na jaren van dalingen gestegen met
1,6 %. Nationaal gaat het om een daling met 2 %.
China
De Chinese PMI van
maart is gedaald van tot 48,1 tegen 48,5 in februari. Dat is minder
goed dan verwacht.
Rusland
Fitch maakte bekend
zijn vooruitzichten voor de rating van Rusland te herzien van "stabiel"
naar "negatief". De recente dreigingen met economische sancties zouden
kunnen wegen op de activiteit in het land
Sinds de oprichting in 2002 houden
wij ons bezig met “Beleggen met behulp van de computer”. Het accent
ligt daarbij op het vergroten van de kennis van het ontwikkelen en
exploiteren van handelssystemen. Deze zijn vooral gebaseerd op methoden
uit de kwantitatieve en statistische analyse. Uiteraard wordt daarbij
ook aandacht besteed aan ondersteunende software. Regelmatig besteden
we echter ook aandacht aan andere vormen van beleggen zoals
Fundamentele analyse. Daarbij gaan we altijd uit van het beschrijven en
bespreken van een gestructureerde aanpak die gebaseerd is op objectieve
grondslagen.
Wij komen 9 keer
per jaar bijeen. Afwisselend in Berkel & Rodenrijs en Delft.
De HCC Beleggen organiseert een aantal
activiteiten. De bekendste activiteiten die wij organiseren zijn de
beleggersymposia die we tweemaal per jaar houden in De Bilt.
Met name voor de organisatie van
deze symposia zijn wij voortdurend op zoek naar mensen die een bijdrage
willen leveren aan de totstandkoming van onze symposia. Het is niet
alleen leuk om dergelijke evenementen te organiseren, maar het is ook
een ideale gelegenheid om je netwerk uit te breiden met interessante
contacten.
Maar ook andere dingen doen zoals het geven van een aardige lezing, met
anderen handelsstrategieën uitwerken, software onder de knie krijgen of
gewoon een groep vormen waarmee je samen de markt analyseert/bespreekt,
behoort tot de mogelijkheden.
Ook deelname aan redactie van de website, de nieuwsbrieven, het beheren
van het forum of website of delen daarvan behoort tot de mogelijkheden.
Ook zonder deel uit te maken van de organisatie kunt u vanzelfsprekend
ook meedoen aan een van de Regio- of Belangstellingsgroepen.
Ben je enthousiast en denk je dat een vrijwilligersfunctie jou op het
lijf geschreven is, neem dan contact op met Michel Hupkens Klik Hier
Disclaimer:Deze publicatie komt tot stand op de
redactie van beleggersonline.nl de website van de HCC IG Beleggen. Noch
de mate waarin de berichten, voorgestelde scenario’s, risico’s en
voorspellingen de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin
zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd.
De voorspellingen zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn
algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als
beleggingsadvies.De
schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur van de HCC IG Beleggen
en/of de Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet aansprakelijk
voor eventuele verliezen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren,
behaalde resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de
toekomst.