61ste HCC Beleggen
Symposium op 5 oktober 2013: "Het beste van de beurs"
Bron: Redactie
Nederlandse beleggers stappen bij voorkeur in
bedrijven van eigen bodem. Begrijpelijk, want als belegger wil je grip
hebben op investeringen. Die grip heb je door te beleggen in bedrijven
die je kent. Het is dan ook geen wonder dat beleggende landgenoten een
voorkeur hebben voor Nederlandse beursfondsen. Beleggers voelen de
binding met deze bedrijven.
Het veelgehoorde bezwaar dat de Nederlandse beurs te beperkt is, is een
oneigenlijk argument. Onze multinationals hebben immers wereldwijde
posities. Daarmee heeft de belegger genoeg exposure naar de hele
wereld. Voorbeelden zijn Unilever, Shell en Philips. Zij behalen maar
een klein deel van hun omzet op hun thuismarkt; het leeuwendeel van hun
inkomsten komt momenteel uit de groeimarkt Azië.
Ander voordeel van Nederlandse bedrijven is dat zij toegankelijker zijn
dan hun buitenlandse concurrenten. Informatie is gemakkelijker te
verkrijgen, het is eenvoudig om aandeelhoudervergaderingen te bezoeken,
dat ten goede komt aan het inzicht in een bedrijf.
Tijdens het 61ste HCC Beleggen Symposium met de titel "Het beste van de
beurs" zullen deskundige sprekers ons bijpraten over de kansen die zich
voordoen op de Nederlandse beurs. Klik hier om u in te schrijven voor dit gratis
symposium.
RG
Flevoland-Overijssel is een van de HCC Beleggen Regio Groepen. Dit zijn regio
georienteerde groepen van beleggers die geregeld bijeenkomen om in
ontspannen sfeer met elkaar ervaringen, kennis en beleggings ideeën te
delen
Onderwerpen als ervaring met broker software, handelssystemen,
indicatoren, werking van opties/turbo's enz. kunnen aan bod komen.
Versterking
bankbalans voorwaarde voor economisch herstel
Bron: DNB
Recessies die het
gevolg zijn van een financiële crisis zijn doorgaans diep en
hardnekkig. Dat geldt ook voor de huidige recessie. Om uit de recessie
te raken is herstel van de financiële sector cruciaal. Overheden dienen
zich daarom te richten op versterking van de balansen van de banken,
waardoor de bankensector in staat wordt gesteld om bij te dragen aan
een conjunctuurherstel door middel van een verantwoorde groei van de
kredietverlening.
De huidige recessie is uitzonderlijk omdat deze in diverse landen
samenvalt met een kredietcrisis en een scherpe daling van de
huizenprijzen. Omdat deze recessie volgde op een financiële hausse
tegen de achtergrond van een lage en stabiele inflatie, zijn de
schuldenlast en negatieve vermogensvorming van bedrijven en huishoudens
erg groot en is bovendien de financiële sector zwaar beschadigd. Dit
wordt ook wel een “balansrecessie” genoemd, verwijzend naar de
ongunstige verhouding tussen bezittingen en verplichtingen op balansen.
Uit onderzoek blijkt dat recessies die samenvallen met een ernstige
financiële crisis veel langer duren, gepaard gaan met een veel sterkere
productieafname, en leiden tot een veel groter cumulatief
inkomensverlies dan ‘normale’ recessies en recessies die samenvallen
met een minder ernstige financiële crisis (zie figuur1).
figuur1:Recessies
Bron: Claessens en Kose (2013)
De duur van de recessie is het aantal kwartalen tussen het hoogste
inkomensniveau voor de recessie en het laagste inkomensniveau tijdens
de recessie. De outputdaling is de afname in output tussen het hoogste
inkomensniveau voor de recessie en het laagste inkomensniveau tijdens
de recessie. Het cumulatieve inkomensverlies combineert informatie over
de duur en amplitude van de recessie en is een maatstaf voor de totale
kosten van de recessie (percentage). Voor "Duur van recessie" is het
gemiddelde weergegeven, voor "Amplitude" en "Cumulatief
inkomensverlies" de mediaan. Een recessie valt samen met een
financiële crisis als de financiële crisis op het zelfde moment begint
als de recessie of 1 jaar voor of 2 jaar na de top van de recessie. De
ernstige financiële crises zijn de zwaarste 50% van alle financiële
crises gemeten aan de hand van de afname in output gedurende de
recessie. De dataset bestaat uit data van 23 ontwikkelde landen voor de
periode 1960-2011.
Herstel uit een recessie zonder dat banken veel krediet verlenen komt
voor, maar verloopt over het algemeen traag en is niet erg krachtig.
Een kredietloos herstel is in de huidige situatie onwaarschijnlijk. Ten
eerste zijn huishoudens bezig met schuldafbouw, waardoor ze hun
consumptieve bestedingen, ook bij een belastingverlaging, nauwelijks
opvoeren. En zonder deze motor is een kredietloos herstel veel
problematischer, zo niet onmogelijk.
Ten tweede kunnen veel bedrijven in het MKB een afname van de bancaire
kredietgroei niet opvangen door op een andere manier te lenen. Dit
impliceert dat vooral het MKB wordt getroffen wanneer een herstel van
de financiële sector te langzaam verloopt. Ook in ons land is het MKB
in belangrijke mate afhankelijk van kredietverlening door banken.
Een herstel zonder krediet lijkt in de huidige situatie dus lastig. Dit
werpt de vraag op wat beleidsmakers kunnen doen om het proces van
balansherstel bij banken te versnellen.
Groeien na een
balansrecessie
De ervaringen van de Scandinavische landen tijdens de bankencrisis in
de jaren negentig kunnen nuttige aanwijzingen geven. In reactie op de
crisis gaven de Scandinavische overheden aan balansherstel de hoogste
prioriteit. De balansen van de banken werden gerepareerd door verliezen
te nemen en door verkoop van activa, herkapitalisatie onder strenge
voorwaarden en vermindering van overtollige operationele
capaciteit. Wat volgde was een relatief snel en zichzelf in stand
houdend conjunctuurherstel.
Door de balansen van de banken te helpen versterken, stelt de overheid
de bankensector in staat om bij te dragen aan een conjunctuurherstel
met krediet. Dit kan de huishoudens die geen hoge schuldenlast hebben
(starters op de huizenmarkt bijvoorbeeld), helpen om hun uitgaven weer
te verhogen. Kleine en middelgrote bedrijven die nu moeilijk aan
financiering kunnen komen, kunnen hiervan profiteren, wat een
noodzakelijke impuls aan de reële economie geeft. Cruciaal is hierbij
dat verliezen worden genomen, omdat anders twijfel blijft bestaan over
de kwaliteit van de balans van banken waardoor de kosten van eigen
vermogen en financiering niet zullen dalen.
Als banken over weinig kapitaal beschikken, kan een relatief beperkte
herkapitalisatie van banken een potentieel sterke stijging van de
kredietverlening tot gevolg hebben. Hoewel het misschien niet mee zal
vallen om het publiek ervan te overtuigen dat “meer geld voor de
banken” in hun eigen belang is, zijn er zeker goede economische redenen
om deze aanpak toe te passen.
Wij zijn een klein studie-beleggerclubje dat zich richt op het
uitwisselen van kennis en ervaringen om zelf actief en succesvoller te
kunnen beleggen.
Wat we doen?:
We bespreken elkaars aanpak en
strategieën, wisselen criteria uit die iedereen maakt bij de keuzes van
aandelen, opties en andere derivaten.
Ook gaan we dieper in op specifieke
(optie-) constructies die succesvol kunnen zijn.
We nemen ook deel aan seminars of andere
studiebijeenkomsten en wisselen alle relevante informatie over zelf
beleggen uit.
We komen elke 3e maandag van de maand bij
elkaar en tussentijds wisselen we zaken uit via de mail.
We zoeken uitbreiding van ons groepje met enkele actieve beleggers die
kennis en ervaringen willen delen om beter voorbereid te kunnen
beleggen.
De commissie Wijffels gaat de
Nederlandse banken niet ‘dienstbaar’ maken, zoals de titel van het
eindrapport van de commissie suggereert, stelt Dik Degenkamp. Reden is
dat de onderliggende structuur van de bankensector niet wordt
aangepakt. Er wordt te zwaar geleund op het ‘comply or explain’ van
zelfregulering. Volgens dat principe houdt een bank zich aan de regels
als de bank zich er niet aan houdt en uitlegt waarom dat het geval is.
Fluwelen handschoenen
De Commissie Structuur Nederlandse Banken (CSNB) heeft een rapport uitgebracht waar de bankenlobby blij mee
zal zijn. Een bedrijfstak die á raison van 100 miljard Euro door de
Nederlandse overheid – lees: de Nederlandse belastingbetaler – is
gered, wordt met fluwelen handschoenen aangepakt. Dat is opmerkelijk
gezien de enorme economische en sociale ellende die voor een belangrijk
deel door deze sector is veroorzaakt. Het belangrijkste nieuws in de
media was dat toekomstige huizenbezitters zelf met 20% spaargeld aan
moeten komen zetten, willen zij een hypothecaire lening kunnen krijgen.
Voordat het rapport van deze commissie verscheen, was de Nederlandse Vereniging van
Banken (NVB) ook al in actie gekomen. Deze club gaat zich bezinnen
op een vernieuwing van de Code Banken en daarin zullen worden opgenomen
“gemeenschappelijke waarden”, gedragsregels en tuchtrecht.
Als klap op de vuurpijl wordt voorgesteld dat alle medewerkers een eed
of belofte moeten afleggen. Dat worden dan massale Moonkerk-achtige
meetings. Maar feitelijk is dit natuurlijk allemaal flauwekul. Wie
suggereert dat een eedaflegging het gedrag van bankiers significant zal
beïnvloeden is of een naïeve idealist of een zeer slim cynicus. Ik
vermoed dat het laatste hier het geval is en dat de NVB dacht hiermee
een eerste slag in de publieke opinie te winnen.
De
heer Degenkamp heeft na zijn doctoraal economie zijn doctoraal rechten
behaald. Hij was parttime econoom bij de Raad van State en
wetenschappelijk medewerker Recht Universiteit van Amsterdam. Nadat hij
hoogleraar rechtswetenschap aan de Rijksuniversiteit Groningen was, was
hij de laatste vier jaar hoogleraar rechtswetenschap Nyenrode.
Structuur niet
aangepakt
Wie echter wil dat het gedrag van mensen in de bankwereld ingrijpend
verandert, zal de structuur van het bankwezen moeten aanpakken en dat
gebeurt niet door de NVB en ook niet door de CSNB. De zelfregulering,
de codes, regels gemaakt door maar een deel van de belanghebbenden,
zijn in de praktijk vaak een wassen neus. Daarin wordt op grote schaal
gebruik gemaakt van het zogenaamde ‘comply or explain’-principe;
volgens dat principe hou je je aan de regels als je je er niet aan
houdt, maar uitlegt waarom je je er niet aan houdt. Een mallotige
manier van regelgeven, waar “de keizer heeft geen kleren aan” op past.
Mensen spelen maatschappelijke rollen en hoe zij die rol spelen wordt
voor een belangrijk deel bepaald door de structuur waarbinnen zij
opereren; in dat opzicht is het structure-conduct-performance model
niet zo’n gek denkraam. Wil je dat alle mensen niet harder rijden dan
100 km/uur, dan moet je dat technisch onmogelijk maken, een verbod is
daarvoor onvoldoende.
Daarom moet ook het bankwezen structureel worden hervormd, maatregelen
als ringfencing, verhoging van kapitaalbuffers e.d. zijn volstrekt
inadequaat. Ook in de CSNB heeft de bankenlobby aardig geboerd. Van een
echte scheiding van nuts- en zakenbanken wil de commissie niets weten.
Aangesloten wordt bij de commissie Liikanen van de Europese Unie die ook al
koos voor een zogenaamde universele bank met interne schuttingen.
Schuttingen zijn om er overheen te klimmen en bankiers die gewend zijn
aan ‘gaming with the rules’ zullen dat zeker doen. Dus dat hebben onze
grootbanken denkelijk al binnengehaald, tot schade van de toekomstige
belastingbetalers.
Banken te groot
Maar, de koek is nog niet op, ook de opgelegde bankenbelasting kan niet
de goedkeuring van voorzitter Wijffels wegdragen. Extra belasting
betekent minder winst, dus minder mogelijkheid – aldus onze voorzitter
- om reserves aan te leggen en het eigen vermogen op te bouwen.
Wijffels vermeldde niet dat minder winst ook minder dividend voor
aandeelhouders betekent, kennelijk een te teer onderwerp om te
vermelden. Want die aandeelhouders hebben – naast grijpgrage
bestuurders en suffende toezichthouders - een belangrijke rol gespeeld
bij de groei van het Nederlandse financiële waterhoofd. De balansomvang
van de Nederlandse banken is in de jaren negentig geëxplodeerd, zie de
in mei gepubliceerde risicorapportage financiële markten van het
Centraal Planbureau. De hele financiële sector is te groot en de (maar
zeer weinige) grote banken zijn ook veel te groot. Daarbij komt nog dat
onder de bezielende leiding van sociaal-democraat Kok in het verre
verleden, in strijd met de toen geldende wet, de bankverzekeraars zijn
ontstaan. De zogenaamde synergie tussen banken en verzekeraars heeft
zich nooit geopenbaard, sterker nog, bij voorbeeld SNS hangt nog een
super-verzekeringsclaim boven het hoofd wegens de onderlinge
verwevenheid van bank en verzekeraar.
De Amerikanen hebben de zaken na de grote bankclash veel doortastender
aangepakt. In het verre verleden door de Glass-Steagall
Act en recentelijk door de invoering van de Volcker
rule, die laatste echter voorziet echter ook niet een in totale
splitsing van nuts- en zakenbanken. In een half mei door de Europese
Commissie rondgestuurd Consultation paper worden de alternatieven nog
eens op een rijtje gezet: van functionele scheiding binnen een concern
tot echte splitsing. De uitkomst van al dit gedoe valt te voorspellen:
de financiële maffia in maatpak gaat winnen, structureel verandert er
niets fundamenteels binnen de Europese en de Nederlandse bankensector.
De vraag rijst: wie regeert ons eigenlijk en, wordt het misschien tijd
voor een democratische revolutie?
Uitleg
provisieverbod helpt u bij keuze financiële producten aan de hand van
stellingen
Bron: AFM
Consumenten betalen tegenwoordig direct voor advies over complexe
financiële producten, zoals hypotheken, uitvaartverzekeringen of
bankspaarproducten.
Ze krijgen daardoor te maken met belangrijke vragen als: Heb ik advies
nodig en wat kost dat mij, moet ik een serviceabonnement nemen en is
het verstandig om zelfstandig een product af te sluiten. De Autoriteit
Financiële Markten (AFM) heeft een aantal stellingen geformuleerd met
handige tips. Deze zijn bedoeld om consumenten te helpen bij de
beantwoording van deze vragen en het maken van de juiste afwegingen.
Deze stellingen zijn gebaseerd op dilemma’s, waarvoor consumenten
kunnen komen te staan als zij op zoek gaan naar een financieel product
en/ of financieel advies.
Waarom is het
provisieverbod ingevoerd?
Sinds 1 januari van dit jaar is het provisieverbod van kracht.
Consumenten betalen hun adviseur nu direct voor advies over complexe
financiële producten. In het verleden betaalden ze daar indirect voor:
de advieskosten waren verwerkt in de productprijs.
Een adviseur of bemiddelaar ontving toen provisie als hij een
ingewikkeld financieel product afsloot. Deze beloning ontving hij van
de bank of verzekeraar. Daardoor was zijn advies mogelijk niet altijd
in het belang van de klant omdat hij bijvoorbeeld koos voor
een product dat hem een hoge provisie opleverde. Het provisieverbod
heeft als doel daar een einde aan te maken.
Omdat consumenten nu direct betalen voor advies, is het belangrijk dat
ze zich goed oriënteren op verschillende adviseurs voordat ze een keuze
maken. Daar kunnen de stellingen bij helpen. Ook het
dienstverleningsdocument is een nuttig hulpmiddel, want dat stelt
consumenten in staat om adviseurs goed met elkaar te vergelijken.
Bron: 25 Juli 2013 Presseurop Berliner
Zeitung, Financial Times, Les Echos
Voor
Berliner Zeitung is het “einde van de recessie in
Europa” in zicht.
De Berliner Zeitung is in 1945 opgericht
in Oost-Berlijn en werd ten tijde van de DDR beheerd door het
staatsmonopolie op de pers. Sinds de Val van de Muur is de krant
centrumlinks georiënteerd; vandaag de dag is het het meest gelezen
dagblad van Berlijn. Op de website staan artikelen uit de papieren
krant en een zeer uitgebreide culturele agenda van Berlijn met
recensies over tentoonstellingen, concerten, lezingen en films. De
krant is in 2011, na jaren van financiële moeilijkheden, gefuseerd met
de Frankfurter Rundschau en is nu onderdeel van de
uitgeversgroep DuMont.
Berliner
Zeitung, Berlijn, Duitsland, Taal : Duits Oplage : 145.000 website:
Berliner
Zeitung
De krant baseert zich op de laatste inkoopmanagersindex (PMI), waarvoor
ongeveer drieduizend bedrijven in Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje,
Oostenrijk, Ierland, Griekenland en Nederland zijn onderzocht. De index
vormt een van de meest betrouwbare indicatoren van toekomstige
economische groei.
Voor het vaststellen van de index is vooral gekeken naar de productie
en geregistreerde orders.
In juni stond de PMI op 50,4 punten voor de eurozone. In 2012 was dat
voor dezelfde maand 45,1 punten.
Het is “een verrassing”, schrijft Berliner Zeitung. Volgens de Duitse
krant “wijzen meerdere factoren erop dat het beter gaat met de economie
van de landen in Zuid-Europa en dat de kloof in Europa tussen het
relatief stabiele noorden en het zwakke zuiden kleiner wordt.”
De Financial Times is het toonaangevende zakendagblad
van de ‘City’ en de rest van de wereld. Hij biedt een zeer uitgebreide
berichtgeving over internationale politiek, business en financiën.
De Financial Times is opgericht in 1888 en is een van de weinige
kranten die meer aandacht besteden aan buitenlands- dan aan binnenlands
nieuws. De krant heeft Europese, Aziatische, Amerikaanse en, sinds
april 2008, een Midden-Oosteneditie.
Sinds 2006 werkt de redactie voor zowel de papieren- als de
Internetversie.
Financial
Times, Londen, Engeland, Taal : Engels Oplage : 448.000 website:
Financial Times , gratis (beperkt)
account mogelijk
Ook the Financial Times schrijft dat de opleving
“onverwacht” is, helemaal omdat de economie van China – een belangrijke
afzetmarkt voor Duitsland – minder snel groeit dan voorheen. De krant
schrijft:
Deze gegevens maken het aannemelijk dat de Europese Centrale Bank (ECB)
zal vasthouden aan zijn huidige beleid. Deze maand nam de ECB zijn
eerste ‘voorwaartse leidraad’ aan, een belofte dat voor een
aanzienlijke tijd de rentes laag zullen blijven. Verder gaf de Bank aan
bereid te zijn de rentes nog verder te verlagen als de economische
cijfers verslechteren.
Parijs - Taal : Frans - Oplage : 132 000
Les Echos is opgericht in 1908 en is hét
financieel-economisch dagblad van Frankrijk. Het is in handen van de
groep LVMH (Louis Vuitton Moët Hennessy) en is liberaal georiënteerd.
In de kolommen van de rubriek Idées et Débats staan analyses van
gerenommeerde economen zoals Joseph Stiglitz en Kenneth Rogoff.
De website bestaat sinds 1996 en biedt artikelen uit de papieren versie
alsmede journalistenblogs.
Les Echos waarschuwt echter dat de
“kredietbeoordelaars nog niet klaar zijn met het straffen van de
eurolanden”. Het Franse financieel-economische dagblad benadrukt:
De vooruitzichten van veertien van de zeventien eurolanden staan bij
ten minste één kredietbeoordelaar op ‘negatief’.
België, Italië en Spanje zijn de meest waarschijnlijke kandidaten voor
een verlaging van de kredietwaardigheid. […]
Van de een op de andere dag kunnen Moody’s
en S&P de Spaanse staatschuld in het rijtje van
landen met een junkstatus zetten waardoor investeerders zich zullen
terugtrekken.
Bron: presseurop Martin Tlapa 30 Juli 2013 ekonom Praag
De
trans-Atlantische vrijhandelszone waarover de EU en de VS
onderhandelen, zal zowel Europa als de Verenigde Staten voordeel
opleveren. Maar het wordt echter wel een forse uitdaging voor de
Europese interne markt en zal ook zwaar drukken op de economieën van
opkomende landen.
Martin Tlapa
Tsjechische econoom en specialist op het gebied van het handelsbeleid
van de EU. Hij heeft een lange carière als diplomaat achter de rug en
was in het verleden een hooggeplaatst medewerker van het ministerie van
Industrie en Handel.
Hij doceert aan de Hoge
School voor Economie in Praag.
Met bijna de helft van het internationale bruto binnenlands product
(BBP) en bijna een derde van het totale handelsvolume wereldwijd zijn
de Europese Unie en de Verenigde Staten al de grootste handels- en
investeringspartners ter wereld. Mochten ze erin slagen om tot
overeenstemming te komen over hun ambitieuze vrijhandelsakkoord, dan zullen de
economische activiteiten van alle EU-lidstaten en de Verenigde Staten
samen een zeer sterke groei vertonen.
Naar alle waarschijnlijkheid zullen de traditionele intracommunautaire
handelsrelaties hierdoor echter minder sterk worden.
Een ander gevolg is dat bepaalde lidstaten minder afhankelijk worden
van de Europese interne markt, die toch een van de voornaamste
successen en voordelen van de Europese integratie mag worden genoemd.
ekonom is opgericht in 1991 en is het grootste economische
en politieke weekblad van Tsjechië.
Het blad is onderdeel van de Economiagroep die tevens eigenaar is van
het weekblad Respekt en het financiële dagblad Hospodárské noviny.
Praag
- Taal Tsjechisch - oplage: 93.000
Verdubbeling handel tussen Duitsland en VS
De interne markt wordt gevormd door vier pijlers, te weten vrij verkeer
van personen, goederen, diensten en kapitaal, en is de grootste
economische ruimte ter wereld.
Dankzij deze markt konden de vele administratieve en technische
barrières tussen de binnenlandse markten van de lidstaten onderling
opgeheven.
Het uit de weg ruimen van de belemmeringen op het gebied van
regelgeving in het handelsverkeer met de Verenigde Staten en het
verlies van de huidige voordelen die [de EU-lidstaten] het recht geven
op een voorkeursbehandeling op de Europese interne markt, zullen
vrijwel zeker leiden tot verschillen in handelsbetrekkingen.
“
De
voordelen van de Europese interne markt zijn vaak het denkbeeldige
cement dat de Europese Unie bijeenhoudt.
”
Mogelijk komt er een praktische verdubbeling van het handelsverkeer
tussen Duitsland en de Verenigde Staten. Datzelfde zou kunnen gelden
voor de totale omzet in het handelsverkeer tussen de Verenigde Staten
en Italië, Griekenland en Portugal.
Naar verwachting zou het handelsverkeer tussen Duitsland en Frankrijk
daarentegen met 23 procent kunnen dalen en tussen Duitsland en het
Verenigd Koninkrijk zelfs met 40 procent.De voordelen van de Europese
interne markt zijn vaak het denkbeeldige cement dat de Europese Unie
bijeenhoudt.
De vraag is dus of een verzwakking van het economische partnerschap
geen direct effect op de Europese “eenheid” in haar geheel zal hebben.
Verschil Noord- en
Zuid-Europa wordt niet groter
In deze context moeten we beslist voor ogen houden dat dit
vrijhandelsakkoord tussen de EU en de Verenigde Staten, hoe ambitieus
het ook is, waarschijnlijk niet zal leiden tot een vergelijkbare
harmonisatie als de bestaande harmonisatie tussen de EU-lidstaten
onderling [en dat die daarmee zou kunnen concurreren].
Er kan dus geen sprake zijn van een eventuele Euro-Amerikaanse Unie en
evenmin van de Verenigde Staten van Euro-Amerika. Bovendien kan
het instellen van een trans-Atlantische vrijhandelszone zelfs helpen om
voortgang te boeken bij het proces ter voltooiing van de interne markt
en bij het vrijgeven van terreinen waar nog sprake is van excessieve
regelgeving en gedeeltelijke barrières in het handelsverkeer.
“
Toch
zullen ook de economieën van Spanje en Italië een sterke stijging van
de groei laten zien, omdat hun dure import producten uit EU-lidstaten
deels vervangen zullen worden door goedkopere producten uit de VS.
”
Het faciliteren van handelsverkeer tussen de Verenigde Staten en de EU
leidt tot een verhoging van de economische activiteiten en tot een
verlaging van de productiekosten en inkoopprijzen.
Dit vertaalt zich in een toename van de economische groei.
De landen die het meest profijt hebben van het akkoord zijn de
lidstaten die van oudsher al goede handelsbetrekkingen hebben met de
Verenigde Staten, zoals het Verenigd Koninkrijk en Ierland.
Toch zullen ook de economieën van Spanje en Italië een sterke stijging
van de groei laten zien, omdat hun dure importproducten uit
EU-lidstaten deels vervangen zullen worden door goedkopere producten
uit de VS. Een van de conclusies uit een rapport van de Duitse denktank Bertelsmann-Stiftung
over de onderhandelingen tussen de EU en de VS luidt overigens dat het
trans-Atlantisch vrijhandelsakkoord de verschillen tussen de
noordelijke EU-landen met hun traditioneel sterke economieën en de door
de crisis zo zwaar getroffen zuidelijke EU-landen niet groter zal
maken. Het tegendeel lijkt eerder het geval.
De grote verliezers:
de BRIC-landen
De vrijhandelszone tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten is
het voornaamste bilaterale handelsakkoord in de
geschiedenis, niet alleen qua volume in handelsverkeer, maar vooral
vanwege de invloed op de internationale handel in zijn geheel.
Het akkoord tussen de twee belangrijkste aanjagers van de
wereldeconomie is een duidelijk signaal, afgegeven door twee partners
die krachtig genoeg zijn om nieuwe regels voor de wereldwijde
economische markten in de 21e eeuw te bedenken en om die markten te
beïnvloeden.
De opstellers van het rapport beweren dat de mogelijke voordelen voor
de ondertekenaars van het akkoord door verliezen in andere landen zullen worden
gecompenseerd. Naar alle waarschijnlijkheid zullen de BRIC-landen
(Brazilië, Rusland, India en China), wier export naar de Europese Unie
en de Verenigde Staten met 10 procent respectievelijk 30 procent zou
kunnen dalen, er het meeste onder te lijden hebben.
Verkiezingen win je
niet met vrijgeven handel
Tot slot [zo signaleert het rapport], moeten we realistisch blijven wat
het tijdsschema betreft. Het ambitieuze doel was om het
trans-Atlantisch handelsakkoord binnen twee jaar te sluiten, maar dat
strookt waarschijnlijk niet met de complexiteit van het akkoord.
Binnenkort weten we welke kant de onderhandelingen opgaan en welke
dynamiek er heerst. De Verenigde Staten zetten in op de behoefte van
Brussel om een sterke impuls te geven aan een zwakke Europese economie.
De onderhandelaars moeten echter beseffen dat zodra de huidige
Amerikaanse president aftreedt, er ook een einde komt aan deze
“gunstige gelegenheid” om over een akkoord te onderhandelen.
Tegelijkertijd geldt aan weerszijden van de Atlantische Oceaan dat je
de verkiezingen niet wint met het vrijgeven van de internationale
handel.
Sinds de oprichting in 2002 houden
wij ons bezig met “Beleggen met behulp van de computer”. Het accent
ligt daarbij op het vergroten van de kennis van het ontwikkelen en
exploiteren van handelssystemen. Deze zijn vooral gebaseerd op methoden
uit de kwantitatieve en statistische analyse. Uiteraard wordt daarbij
ook aandacht besteed aan ondersteunende software. Regelmatig besteden
we echter ook aandacht aan andere vormen van beleggen zoals
Fundamentele analyse. Daarbij gaan we altijd uit van het beschrijven en
bespreken van een gestructureerde aanpak die gebaseerd is op objectieve
grondslagen.
Wij komen 9
keer per jaar bijeen. Afwisselend in Berkel & Rodenrijs en Delft.
De HCC Beleggen organiseert een aantal
activiteiten. De bekendste activiteiten die wij organiseren zijn de
beleggersymposia die we tweemaal per jaar houden in De Bilt.
Met name voor de organisatie van
deze symposia zijn wij op zoek naar mensen die een bijdrage willen
leveren aan de totstandkoming van onze symposia. Het is niet alleen
leuk om dergelijke evenementen te organiseren, maar het is ook een
ideale gelegenheid om je netwerk uit te breiden met interessante
contacten.
Maar ook andere dingen doen zoals het geven van een aardige lezing, met
anderen handelsstrategieën uitwerken, software onder de knie krijgen of
gewoon een groep vormen waarmee je samen de markt analyseert/bespreekt,
behoort tot de mogelijkheden.
Ben je enthousiast en denk je dat een vrijwilligersfunctie jou op het
lijf geschreven is, neem dan contact op met Michel Hupkens Klik Hier
Disclaimer:Deze publicatie komt tot stand op de
redactie van beleggersonline.nl de website van de HCC IG Beleggen. Noch
de mate waarin de berichten, voorgestelde scenario’s, risico’s en
voorspellingen de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin
zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd.
De voorspellingen zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn
algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als
beleggingsadvies.De
schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur van de HCC IG Beleggen
en/of de Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet aansprakelijk
voor eventuele verliezen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren,
behaalde resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de
toekomst.