60ste HCC Beleggen
Symposium op 13 april 2013 te De Bilt
Bron: Redactie
Veel beleggers associëren de term
tradingsystemen met volledig geautomatiseerde handelssystemen, terwijl
de geautomatiseerde systemen slechts een deel van het spectrum
bestrijken.
Een tradingsysteem is een set voorwaarden die de belegger helpt om
succesvol te opereren in de financiële markten. 'Succesvol' betekent
dat het tradingsysteem de belegger in staat stelt zijn of haar
doelstellingen te behalen. Ofwel: een gedegen rendement behalen met uw
beleggingen.
Sommige beleggers vinden het prettig om de set regels te automatiseren,
anderen willen zelf feeling houden met hun handelsactiviteiten. Hoe je
de set regels in de praktijk brengt maakt niet uit maar hou je in ieder
geval strikt aan je regels.
Dat kan best lastig zijn, want wat heb je nodig voor het ontwikkelen
van een goed tradingsysteem?
Is het verstandig om geautomatiseerde tradingsystemen te volgen?
Moet je überhaupt jouw tradingsysteem automatiseren of kan je beter
feeling houden met de markt?
Tijdens het 60ste HCC Beleggen Symposium met de titel "Meer rendement
met tradingsystemen" zullen deskundige sprekers antwoorden geven op
deze en andere vragen op het gebied van tradingsystemen.
Unieke mogelijkheid,
kennismaken met de beleggingsgroepen!
Bron: Redactie
Beleggen kan een lucratieve en fascinerende
hobby zijn, maar er zijn ook risico's aan verbonden. Kennis en
vaardigheden zijn noodzakelijke voorwaarden voor duurzaam succes. Door
bijeen te komen kunnen beleggers van elkaar leren. Daarnaast is
bijeenkomen met gelijkgestemden een belangrijk ingrediënt voor
gezelligheid. Daarom worden er naast de beleggingssymposia ook
regionale bijeenkomsten gehouden.
Momenteel zijn de volgende Regiogroepen
actief binnen de HCC Beleggen:
Regiogroepen komen in de regel op doordeweekse
avonden bijeen en behandelen vrijwel alles op het gebied van beleggen.
Het deelnemen aan deze groepen is niet alleen leuk, maar ook bijzonder
leerzaam.
Naast bijeenkomsten van regiogroepen worden er
regelmatig op verschillende locaties in het land bijeenkomsten gehouden
van Belangstellingsgroepen. Leden kunnen zich bij dergelijke groepen
aansluiten om zo snel en effectief vaardigheden op de gewenste
terreinen te ontwikkelen.
Actieve Belangstellingsgroepen
binnen de HCC Beleggen zijn:
COSA
(belangstellingsgroep voor fundamentele analyse)
Van alle genoemde groepen zijn leden aanwezig op het HCC Beleggen
Symposium van 13 april 2013. Aan deze leden kunt u vragen stellen
over de activiteiten die zij ontplooien, informatie inwinnen en u
aanmelden voor deelname aan de groepen.
Bron: Kees Koedijk, Christian Staupe, Me Judice, 24 maart
2013
Recente berichtgeving over de situatie in Cyprus lijkt het recept te
zijn voor hernieuwd pessimisme in de markt en oplaaiende onzekerheid in
Europa. Ook
de onlangs
gepubliceerde Europese inkoopmanagersindex geeft een verontrustend
beeld,Toch hoeft volgens Kees Koedijk en Christian Staupe dit
pessimisme niet van lange duur te zijn. Tegenstrijdig?
Niet
echt. Het
optimisme is op
dit moment laag, ook onder financieel bestuurders in Europa.Maar wellicht
gedreven door het herstel in de VS en de krachtige economische
ontwikkelingen in Azië en Latijns Amerika, zien Europese CFOs de
toekomst echter ook met steeds meer vertrouwen tegemoet. Het diepste
punt van deze crisis lijkt dan ook echt achter ons te liggen.
Blik van
bestuurders: CFO Survey
Kees Koedijk
hoogleraar Financieel Management aan Tilburg University
Kees
Koedijk is o.a. hoogleraar Financieel Management aan Tilburg University
en mede-oprichter van Me Judice. Zijn onderzoek omvat
financiering en belegging waarbij het duurzaam en maatschappelijk
verantwoord beleggen de boventoon voert. Hij is ook een van de
initiatiefnemers van het wereldwijd uitgevoerde survey onder CFO’s van
grote ondernemingen.
Het optimisme over de economische vooruitzichten is op dit moment laag,
zo ook onder de financieel bestuurders van Europese bedrijven.
Als we echter een nadere blik werpen op enkele structurele grootheden,
dan zien we signalen die erop wijzen dat bedrijven wel degelijk
verbetering verwachten voor de komende twaalf maanden.
Groei is in dit geval dan ook het eerste waar men voorzichtig weer aan
durft te denken. De vraag blijft hoe deze groei onder de huidige
economische omstandigheden het beste is te realiseren.
Om meer inzicht te krijgen op deze vraag maken wij gebruik van de meest
recente enquête onder financiële topbestuurders in de wereld.
De uitkomsten geven inzicht in de stemming onder CFOs en zijn daarmee
een goede graadmeter voor de economie.
Een belangrijke maatstaf die hierbij wordt gehanteerd is de
“optimisme-index” die het optimisme dan wel pessimisme onder CFOs meet.
Figuur 1 laat zien dat het optimisme wereldwijd langzaam maar zeker
weer aantrekt. 30% van de Europese CFOs is optimistischer geworden over
de economische vooruitzichten van het eigen land voor de komende twaalf
maanden, tegenover ruim 20% vorig kwartaal. Het optimisme niveau is
daarmee ook licht gestegen en zet daarmee de verbetering door die in
het voorgaand kwartaal is ingezet.
Ondanks de macro-economische zorgen, verwachten Europese CFOs voor dit
jaar een gematigde reële economische groei van 0.4%. Mocht de VS echter
in een recessie terecht komen dan anticiperen zij juist op een krimp
van gemiddeld 1.3%. Vooralsnog zijn de financiële managers in de VS
optimistischer over de economische vooruitzichten; 31% van hen geeft
aan positiever te zijn over de vooruitzichten, tegenover 21% vorig
kwartaal.
Maar ook collega’s in de opkomende markten zijn optimistisch. Op het
Aziatische continent is bijna 40% van de financieel directeuren
positief gezind over de economische vooruitzichten van hun eigen land.
Van de Chinese CFOs zegt zelfs 50% de economische vooruitzichten voor
de komende twaalf maanden met vertrouwen tegemoet te zien. Sinds een
jaar meet CFO Survey ook het sentiment onder financieel directeuren in
Latijns Amerika. Zij zijn momenteel veruit het meest optimistisch over
de macro economische vooruitzichten van het eigen land. Bijna 53% geeft
aan optimistischer te zijn ten opzichte van het vorig kwartaal.
Bedrijfsindicatoren
positiever
Christian Staupe
werkt aan strategie en beleid binnen de dean’s office van de Faculteit
Economie en Bedrijfs wetenschap pen aan de Universiteit van Tilburg.
Hij coördineert CFO Survey Europe, de Europese branch van de wereldwijd
uitgevoerde survey onder CFO’s van grote ondernemingen. Hij heeft een
achtergrond in International Business en Corporate Finance, opgedaan
aan de universiteit van Tilburg en University of Idaho. Tussen 2003 –
2007 heeft hij zich beziggehouden met strategie ontwikkeling voor
bedrijven en ondernemers met een specifieke interesse voor China. Hij
was betrokken bij projecten in verschillende sectoren waaronder
technologie & media; commodities; oil & gas; en financials.
De economische malaise heeft sinds haar intrede in 2007 bedrijven ertoe
gedwongen om drastische maatregelen te nemen om zo te kunnen overleven
onder de geldende marktomstandigheden. Ook nu heeft dit nog steeds
negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid. Maar liefst 45% van de
Europese CFOs verwacht namelijk gedurende de komende twaalf maanden het
huidig aantal vaste werknemers te zullen reduceren met gemiddeld 3.7%.
Ruim een derde van de Europese bedrijven zal het aantal tijdelijke
werknemers zelfs met gemiddeld 7.4% verminderen.
Maar de lange duur van de crisis heeft er ook voor gezorgd dat men
langzamerhand gewend is geraakt aan de nieuwe status quo. Daar waar in
het begin van de malaise de meeste bedrijven vooral de tijd (en daarmee
de crisis) probeerden uit te zitten, durven zij nu weer vooruit te
kijken, en dan vooral naar groeimogelijkheden. En hoewel we nog niet
uit het dal geklommen zijn lijkt de geleidelijke toename in het
vertrouwen (in zowel de economie alsook het eigen bedrijf) erop te
duiden dat we het diepste punt van de crisis voorbij zijn. Een aantal
indicatoren geven voeding aan dit optimisme:
De bedrijfsuitgaven voor technologie en R&D worden in de komende
twaalf maanden naar verwachting flink uitgebreid (gemiddeld met
respectievelijk 4.2% en 2.7%) ten opzichte van voorgaande kwartalen.
De productiviteit wordt de komende twaalf maanden verhoogd. Bijna
driekwart van de bedrijven verwacht de productiviteit per uur te
verhogen.
De productie capaciteit wordt beter benut met een geplande
bezettingsgraad van 81% in de tweede helft van dit jaar. Hiervoor wordt
gemiddeld 62% van het totaal aan kapitaal investeringen toegewezen aan
vervangingsinvesteringen om zo de huidige productiecapaciteit op peil
te houden.
Bijna 60% van de Europese CFOs verwacht een groei in omzet, winst en
kasreserves voor de komende twaalf maanden.
Dit biedt nieuwe perspectieven om te investeren in groei. Maar de
huidige economische omstandigheden zijn voor veel bedrijven nog
onvoldoende geschikt om organische groei na te jagen. Het
consumentenvertrouwen dat nu nog als een rem op de economie werkt dient
daarvoor eerst verder te verbeteren (figuur 2).
Daarnaast is de snelheid waarmee de groei wordt gerealiseerd wellicht
ook een factor die bedrijven laten meewegen. Toegang tot nieuwe markten
of het zelf ontwikkelen van expertise en technologie kan lang duren via
een organische groei strategie en de investeringen die daarmee gemoeid
gaan zijn navenant. De optie die dan overblijft, is groei door middel
van fusies en overnames.
Klimaat voor fusies
en overnames is gunstig
Over de afgelopen drie jaar heeft bijna 40% van de Europese bedrijven
één of meerdere acquisities voltooid. Het ging hier veelal om
transacties tot en met 10 miljoen Euro. Bij ongeveer een derde betrof
het transacties boven 100 miljoen euro. Maar ook voor de toekomst zijn
er positieve geluiden op te tekenen. Alleen al voor 2013 verwacht 30%
van de Europese bedrijven een acquisitie te voltooien, waarvan de helft
het een internationale overname betreft. Veruit de meeste van deze
grensoverschrijdende acquisities zijn gericht op Europese activa en
gemotiveerd vanuit de behoefte om het marktaandeel te vergroten in de
markt(en) waar het bedrijf al actief is.
We constateren dat fusies en overnames de komende periode een grotere
rol gaan spelen in de groeistrategie van Europese CFOs. Daarnaast
blijkt dat de Europese markt nog volop mogelijkheden biedt, niet alleen
voor Europese bedrijven maar ook voor concurrenten uit de VS. Bijna 40%
van de Amerikaanse bedrijven zegt plannen te hebben voor acquisities in
de komende twaalf maanden. Ruim een vierde hiervan betreffen
transacties gericht op buitenlandse activa waarvan Europese het meest
populair zijn. Een combinatie van factoren kunnen deze aankomende golf
van acquisities in Europa verklaren.
Voldoende financieringsmogelijkheden
Europese en Amerikaanse bedrijven hebben de laatste jaren grote
kasreserves opgebouwd. Deze waren in eerste instantie bedoeld om de
economische crisis te kunnen doorstaan maar bieden nu een
aantrekkelijke bron van financiering voor acquisities. Vooral de
beursgenoteerde bedrijven lijken hiervoor zeer goed gepositioneerd.
Voor Europese ondernemingen wordt een winstgroei van ruim 7.5% verwacht
in de komende twaalf maanden. Als gevolg daarvan anticiperen de
Europese bestuurders een groei van 8% in kasreserves. Amerikaanse CFOs
van beursgenoteerde bedrijven verwachten zelfs een groei van bijna 10%
in winst en bijna 7% in kasreserves. Wellicht zullen aandeelhouders op
beide continenten verdere druk uitoefenen om deze bedrijfsmiddelen aan
te wenden voor groei.
Bijna 70% van de Europese financiële directeuren geeft aan dat het
bedrijf vrij gemakkelijk toegang heeft tot (externe) financiering voor
de groeistrategie. Daarbij geldt dat de historisch lage rentetarieven
een extra impuls kunnen bieden om overnames met externe fondsen te
financieren; de ECB herfinancieringsrente staat bijvoorbeeld al geruime
tijd op 0.75% terwijl de Amerikaanse FED rente al sinds eind 2008 op
0.25% staat.
Aantrekkend optimisme
Vanuit macro economisch oogpunt is er nog een lange weg te gaan voor
Europa. We zien echter dat de situatie in de markt (politiek en
economisch) langzaam maar zeker aan het stabiliseren is en dat er
daarmee wellicht ook een (nieuw) evenwicht ontstaat. Dit draagt bij aan
het vertrouwen in de markt..
De aandelenmarkten hebben flink geleden onder de effecten van de
crisis. We zien in figuur 3 dat sinds 2009 het herstel is ingezet maar
dat dit een erg lang proces blijkt. Echter, vanaf medio 2011 lijkt de
markt in de VS eindelijk weer structureel boven het peil van 2008 uit
te stijgen en daarmee richting het pre-crisis niveau te klimmen. En
hoewel de markt in Europa eigenlijk pas een jaar later (Q2 2012) volgt,
is ook deze inmiddels boven het peil van 2008 uitgestegen.
Stijgende aandelenmarkten komen over het algemeen ten goede aan fusie
en overname activiteiten. Overeenkomstig met wat de Europese CFOs ons
vertellen, anticiperen we dan ook een significante toename in het
aantal transacties, gedreven door zowel de vraag- alsook de aanbodzijde.
Juist omdat de markten eigenlijk nog maar aan het begin staan van het
grote herstel, is het voor bedrijven die daartoe in staat zijn extra
aantrekkelijk om nu naar geschikte overnamekandidaten te zoeken. Slecht
presterende ondernemingen zijn door de crisis veelal noodgedwongen het
doelwit geworden van bedrijven die wel in staat waren de crisis te
doorstaan. Door nu in actie te komen profiteert deze laatste groep van
realistische waarderingen en daarmee gunstige prijzen voor overname
doelwitten. Wacht men langer dan zullen bestuurders ook bereid moeten
zijn om meer geld neer te leggen. Beter presterende aandelenmarkten
stuwen nu eenmaal de gemiddelde waarde van individuele bedrijven
omhoog. Vanuit de aanbodzijde beredeneerd kunnen we om deze reden juist
ook een toename in transacties verwachten. Hogere waarderingen maken
het voor bedrijven en investeerders steeds aantrekkelijker om de
wellicht lang uitgestelde verkoop of exit-strategie eindelijk te
realiseren.
Conclusies
Ondanks dat het macro-economische sentiment onder de CFOs voor het
tweede achtereenvolgend kwartaal is toegenomen, blijft het optimisme
bescheiden. Toch zijn er positieve signalen die er mogelijk op wijzen
dat we de bodem van de crisis wellicht al achter ons hebben liggen.
Hiervoor moeten we niet op macro-economisch niveau kijken maar eerder
op bedrijfsniveau.
Omdat de macro-economische condities op dit moment nog niet optimaal
zijn door het gebrek aan voldoende consumentenvertrouwen is de groei
van het bedrijf nu nog vaak lastig te realiseren. Een groot deel van de
bedrijven is echter wel in de positie om te profiteren van het gunstige
klimaat voor fusies en overnames.
Tegen de achtergrond van (1) relatief goedkoop krediet door historisch
lage rentes; (2) de snel opkomende aandelenmarkten; (3) de nu nog
gunstige maar snel stijgende bedrijfswaarderingen; en (4) de toenemende
kasreserves van bedrijven, kunnen we een golf van fusies en overnames
verwachten in de nabije toekomst. Daarbij is Europese activa zeer in
trek bij zowel Europese alsook Amerikaanse bedrijven.
De NAIC-methode berekent van een beursgenoteerd
bedrijf de gemiddelde groeipercentages per jaar voor zowel de WpA
(winst per aandeel) als de omzet. Als men de historische waarden
van de WpA en de omzet logaritmisch uitzet tegen de jaren, zullen zij
min of meer op een rechte lijn komen te liggen.
De trendlijnen zijn gemiddelden die de beste aanpassing van rechte
lijnen langs of door de punten geven. Deze lijnen worden vervolgens
gebruikt voor de prognose van de WpA en de omzet. De NAIC-methode neemt
(onder voorwaarden) aan, dat zowel de hoogste als de laagste koersen
even hard zullen groeien als de WpA, wat een constante
koers/winst-verhouding in de prognoseperiode impliceert. We zien dat
weergegeven als een oplopend koerskanaal in de jaren 2013 t/m
20017.
De NAIC-methode gaat m.b.v. de tot nu toe verkregen resultaten nog een
stap verder om tot een koop-, houden- of verkoopadvies te komen.
Daartoe wordt de laagst voorgekomen koers in de laatste vijf
historische boekjaren afgetrokken van de geprognosticeerde hoogste
koers in het vijfde jaar erna, dus 2017. Van het verschil neemt NAIC
globaal het middelste derde deel als de breedte van wat we de NAIC-zone
noemen. De onder- en de bovengrens ervan zijn in de grafiek met
horizontaal lopende streepjeslijnen aangegeven.
Tot slot wordt in de grafiek nog de koers op het moment van de te nemen
beslissing afgebeeld, hier door middel van een dikke ronde blauwe stip
in mrt. 2013. Het NAIC-advies is “kopen“ als die stip onder de
ondergrens van de NAIC-zone ligt, “verkopen“ als de stip boven de
bovengrens van de zone ligt en “houden“ als de stip tussen de
zone-grenzen ligt.
Computerprogramma’s nemen het handmatig rekenwerk over en geven
consistent en snel de in dit voorbeeld globaal aangegeven waarden plus
afgeleide uitkomsten weer. Zo worden ook prognoses berekend voor te
verwachten hoogste en laagste jaaropbrengsten, o.a. rekening houdend
met dividenden.
De CoSA-werkgroep stelt zich tot taak om fundamenteel beleggen o.b.v.
de NAIC-methode en m.b.v. de daarbij behorende bestanden en programma’s
beschikbaar te stellen en houden voor geïnteresseerden.
Op dit moment zijn dit leden van VEB/NCVB, HCC en i.h.b. HCC-Beleggen
die aangegeven hebben onze informatie te willen ontvangen.
Indien u meer weten over de NAIC methode en over CoSA, kunt u contact
opnemen met de voorzitter:
Jan van der Meulen per Email klik hier
U kunt zich bij hem ook aanmelden voor het ontvangen van informatie,
zoals de doorgaans wekelijks verschijnende CoSA-mail en voor het
verkrijgen van toegang tot de openbaar beschikbare CoSA/SSG-verzameling.
_____
*) NAIC : National Association of Investors Corporation, de
Amerikaanse zustervereniging van de NCVB.
CoSA: Computerondersteunde Selectie van Aandelen.
Gouden bergen
bestaan niet. 5 waarschuwingen voor beleggers
Bron: AFM
AFM-vergunning
of goedgekeurd prospectus is geen keurmerk
Sommige
beleggers gaan er vanuit dat een vergunning van de AFM of een door de
AFM goedgekeurd prospectus een kwaliteitsstempel is en dat de belegging
dus veilig is. Dat is onterecht. De AFM mag het prospectus alleen
controleren op volledigheid, begrijpelijkheid en consistentie.
De AFM kan geen oordeel geven over de aanbieding zelf en controleert
dus niet of de beloofde rendementen juist zijn en of de belegging
veilig is.
Een AFM-vergunning betekent dat een aanbieder aan bepaalde eisen
voldoet en de integriteit van bestuurders is getoetst.
Het zegt niets over de kwaliteit van het beleggingsproduct zelf.
Meer informatie bezoek de website van de Autoriteit Financiële Markten (http://www.afm.nl)
En belegging
boven de 100.000 euro? :
Geen toezicht AFM
De grens die
bepaalt of aanbieders wel of geen vergunning van de AFM moeten hebben
om actief te mogen zijn, is in 2012 verhoogd van 50.000 euro naar
100.000 euro per beleggingsproduct. Aanbieders hoeven boven dat bedrag
geen vergunning te hebben en geen goedgekeurd prospectus te publiceren.
Zij zijn wel verplicht om beleggers te waarschuwen in reclame-uitingen
en op hun website dat zij niet onder toezicht staan.
Let op kosten beleggingsfondsen
Beleggen in beleggingsfondsen is niet gratis. De kosten van
beleggingsfondsen worden uit het fondsvermogen betaald en hebben dus
direct invloed op het rendement. De kosten staan vermeld in de
essentiële beleggersinformatie (EBI). Transactiekosten in fondsen
worden niet in de EBI genoemd.
Maar deze kunnen wel substantieel zijn. Transactiekosten in het fonds
zijn de kosten van uitgevoerde transacties door de fondsmanager. Vraag
de aanbieder, uw adviseur of vermogensbeheerder naar de
transactiekosten in fondsen om hiervan een beter beeld te krijgen.
Boilerrooms
zijn frauduleuze organisaties, die met behulp van gehaaide verkopers
bellen naar potentiële beleggers om nepaandelen te verkopen, waarmee je
grote winsten zou behalen. Ze zeggen dat je meteen moet beslissen, want
anders zijn de aandelen al verkocht.
Ga er nooit op in. Check altijd op de AFM website of een aanbieder een
vergunning heeft of op de waarschuwingslijst staat.
Turbo’s,
speeders of sprinters? Er valt ook veel geld te verliezen
Turbo’s, speeders en sprinters zijn hefboomproducten, net als
bijvoorbeeld contracts for difference (cfd’s). Met een hefboomproduct
kun je met weinig geld inspelen op een koersbeweging. U investeert een
klein deel en leent de rest van de bank. Hoe hoger de hefboom, hoe meer
geld u kunt verdienen. Maar ook hoe groter de verliezen kunnen zijn.
Bij cfd’s kunt u soms zelfs meer verliezen dan de investering en met
een schuld achterblijven.
De crisis op Cyprus heeft de bijzondere fiscale status van het eiland
aan het licht gebracht. Echter, de situatie in andere Europese landen
als Luxemburg en de Britse Kanaaleilanden is niet veel anders. Het is
tijd dat er een einde wordt gemaakt aan deze ontoelaatbare situatie.
Waarom zouden we Cyprus laten vallen terwijl andere belastingparadijzen
– Luxemburg en de kleine Britse eilanden als Man en Guernesey – uit de
wind worden gehouden? De slachtofferrol die Cyprus heeft aangenomen, is
tamelijk onnozel. De reden dat bijna niemand deze gebieden aan een
onderzoek onderwerpt, is omdat deze landen niet aan de Europese
partners hebben gevraagd om van een faillissement te worden gered.
Gestolen geld uit
Joegoslavische staatskas
En dat is niet alles. Want de Cypriotische zaak is hoe dan ook
verbijsterend. Tot 2007 werd er nauwelijks belasting geïnd op het
eiland. In de jaren negentig kwam Slobodan Milosevic naar Cyprus om er
800 miljoen dollar die hij uit de Joegoslavische staatskas had
geplunderd, te stallen. Het zijn de Cypriotische banken die het
Russische zwarte geld, voornamelijk verdiend met oliespeculatie, hebben
aangenomen, witgewassen en geherinvesteerd. Volgens de CIA zou het
eiland ook meewerken aan de handel in Filipijnse en Dominicaanse
vrouwen voor de seksindustrie. De grote haven van Limassol is de
belangrijkste stad voor schepen die zich niet aan de regels houden en
waarvan de activiteiten schimmig en onverantwoordelijk zijn omdat zij
de Cypriotische vlag – bijna een soort piratenvlag – voeren.
De site van El País is de op één na grootste nieuwssite in Spanje, na
het dagblad El Mundo. De site is rijk aan informatie en biedt onder
andere de rubriek “Yo Periodista” ("Ik ben journalist”), een
interactief forum waar de lezers hun eigen column kunnen schrijven.
Bovendien heeft de financiële elite, net zoals in Ierland, een
ongezonde relatie met rechtse politici: neem de minister van Financiën,
Michalis Sarris, die vriendjes wilde worden met Moskou om de pijn van
de banken te verlichten. Deze zelfde Sarris was in 2012 nog voorzitter
van de Raad van Bestuur van een financiële instelling die er nu het
meest beroerd voorstaat: de Laika Groep.
Strikt genomen is
Cyprus geen belastingparadijs
Als we naar de vage definitie kijken van de OESO, is Cyprus in
werkelijkheid geen belastingparadijs. Het is waar dat de belastingen er
extreem laag zijn en conditio sine qua non is het op de zwarte lijst
terechtgekomen. Toch voldoet het eiland niet aan twee andere
noodzakelijke criteria: het systeem van het eiland is namelijk niet
totaal gesloten en er bestaat een mogelijkheid voor andere landen om er
belastinginlichtingen te verkrijgen.
Het zijn andere kleine details die het eiland ontsieren en verzwakken.
De financiële sector is buitenproportioneel groot (net zoals in Ierland
destijds): de bezittingen van de banken bedragen 7,1 keer het bbp. Dat
is twee keer zoveel als het Europese gemiddelde (3,5 keer) en dat van
Spanje (3,1 keer), maar slechts een derde van het Luxemburgse cijfer
(de activa bedragen daar 21,7 keer het bbp).
Cyprus staat niet meer op de grijze lijst van de OESO en het mag dan in
strikt juridische zin geen belastingparadijs zijn, het scheelt niet
veel. En dat geldt ook voor Luxemburg.
Ook Luxemburg kan
ziekte van Cyprus oplopen
Luxemburg? Ja, laten we het eens over Luxemburg hebben. Het
Groothertogdom is het rijkste land ter wereld dankzij de tweehonderd
buitenlandse banken en meer dan 3.000 miljard euro aan financieel
buitenlands vermogen (van de 20.000 miljard euro totaal in de wereld)
dat onder een extreem gunstig fiscaal systeem valt. Het moet gezegd
worden dat het huidige systeem niet meer zo genereus is als voorheen.
Toen hoefden “Holding 1929”-bedrijven helemaal geen belasting te
betalen. Desalniettemin hebben bepaalde vermogensbeheerders – die al
geen lasten hoeven af te dragen over de rente, het vermogen en ook geen
btw betalen – nog aftrekposten tot hun beschikking en betalen ze
slechts 0,25 procent belasting. Dat is wat wij een belastingtruc zouden
kunnen noemen.
Mogelijk komt er een dag dat Luxemburg, Zwitserland en de
‘eiland-riolen’ van Londen (en van Singapore) de ziekte van Cyprus
oplopen. Deze ziekte sluimert in zekere zin al in deze gebieden. Om te
voorkomen dat zij een beroep moeten doen op de Duitse of Spaanse
belastingbetaler om ze te redden en dat de houders van
niet-gegarandeerde spaartegoeden voor alles moeten opdraaien, moet er
een bom onder de belastingparadijzen worden gelegd.
Ontneem de
profiteurs hun vetorecht
Hoe? De belastingregels moeten geharmoniseerd worden en een aanvulling
worden op het gedeelte dat is gewijd aan inkomsten in het
begrotingspact, waarvan het doel is de uitgaven in toom te houden.
De strategie bestaat uit het harmoniseren van de verschillende soorten
belastingen en de belastingdruk op het vermogen. Ook moeten er kleinere
schijven voor de inkomstenbelasting komen, een einde worden gemaakt aan
btw-uitzonderingen, de verhoging van de ondernemersbelasting op elkaar
worden afgestemd, moeten winsten die behaald zijn in
belastingparadijzen door buitenlandse tussenhandelaren worden belast en
moet er een progressieve belasting komen voor financiële transacties.
Zulke hervormingen zijn niet eenvoudig uit te voeren. Voor fiscale
overeenkomsten in de EU is unanimiteit nodig. Zij die profiteren van de
belastingtrucs en hun vrienden hebben een vetorecht. En dat zullen ze
gebruiken. Laten we dat veto ook opblazen. Zeg het voort.
Gemiddelde
dekkingsgraad pensioenfondsen gestegen naar 104%
Bron: DNB
De gemiddelde dekkingsgraad van de Nederlandse
pensioenfondsen is in februari gestegen naar 104%. Eind december 2012
bedroeg de gemiddelde dekkingsgraad nog 102%. De dekkingsgraad - de
verhouding tussen de beschikbare middelen en de verplichtingen – is
vooral toegenomen door de verwerking van de kortingen die de
pensioenfondsen in februari hebben aangekondigd. Daarnaast is de
rentetermijnstructuur sinds december 2012 gestegen en namen de
(buitenlandse) aandelenkoersen toe.
In februari hebben 68 van de 415 pensioenfondsen een korting per april
2013 aangekondigd. Een besluit tot korten wordt na besluitvorming, in
dit geval dus in februari, verwerkt in de verplichtingen van de
pensioenfondsen. Hierdoor zijn de verplichtingen, ook wel technische
voorzieningen genoemd, in deze periode afgenomen. De lichte stijging
van de rentetermijnstructuur droeg ook bij aan de daling van de waarde
van de technische voorzieningen. Een hogere rente zorgt er voor dat
fondsen minder geld moeten reserveren voor toekomstige uitkeringen.
De buitenlandse aandelenkoersen stegen tussen december en februari. Zo
nam de MSCI-World Index met 6,6% toe. De AEX daalde met 0,6%, maar
omdat pensioenfondsen veel in buitenlandse aandelen beleggen, nam de
waarde van de aandelenportefeuille toe. Dit had een positief effect op
de beschikbare middelen.
145 pensioenfondsen hadden eind februari 2013 een dekkingsgraad van
minder dan 105%. Deze fondsen verkeren in een dekkingstekort. Dit zijn
er 13 minder dan eind december 2012. Per ultimo februari waren 3,9
miljoen actieve deelnemers en 1,9 miljoen pensioengerechtigden
aangesloten bij een pensioenfonds met een dekkingstekort.
RG
Flevoland-Overijssel is een van de HCC Beleggen Regio Groepen. Dit zijn regio
georienteerde groepen van beleggers die geregeld bijeenkomen om in
ontspannen sfeer met elkaar ervaringen, kennis en beleggings ideeën te
delen
Onderwerpen als ervaring met broker software, handelssystemen,
indicatoren, werking van opties/turbo's enz. kunnen aan bod komen.
'De
oprichting van
een Europese toezichthouder kan met recht een mijlpaal worden genoemd.
Tegelijk is het slechts een eerste stap op weg naar duurzame financiële
stabiliteit in Europa. Voor een goed werkende bankenunie zijn minstens
drie belangrijke stappen nodig'.
Dit schrijft president Klaas Knot in een
artikel dat is gepubliceerd in de Duitse Börzen-Zeitung.
'De eerste stap, een Europese toezichthouder, is een logische reactie
op het grensoverschrijdende karakter van de financiële sector en de
onderlinge verwevenheid van banken. Als gevolg van de interne
markt en het wegvallen van wisselkoersrisico is die verwevenheid vooral
sterk in de eurozone. Hoewel financiële integratie belangrijke
voordelen heeft, hebben we in de recente financiële crisis ook de
schaduwzijde van deze ontwikkeling gezien. Problemen konden zich door
de sterke verwevenheid van de financiële sector razendsnel verspreiden
en vermenigvuldigen over instellingen, sectoren en landen. Bij een
financiële sector die zich weinig van landsgrenzen aantrekt, hoort een
Europese toezichthouder die zich net zo gemakkelijk over landsgrenzen
heen kan bewegen en in elk land dezelfde regels hanteert.
De tweede stap op weg naar een volwaardige bankenunie sluit aan bij een
ander belangrijk kenmerk van Europese banken. Ondanks hun
grensoverschrijdende karakter vallen ze bij een crisis nog steeds terug
op de nationale overheid. Recent hebben we gezien waar dit toe kan
leiden: problemen in de bankensector tastten de kredietwaardigheid van
nationale overheden aan. Omgekeerd brachten twijfels over de
schuldhoudbaarheid van de overheid nationale banken in de
problemen. Het gevolg was een lotsverbondenheid tussen kwetsbare
nationale overheden en zwakke banken, die leidde tot kapitaalvlucht en
zelfs tot twijfels over het voortbestaan van de euro. Door behalve het
toezicht ook de resolutie van banken en de financiering daarvan op
Europees niveau te regelen, kan de innige omhelzing tussen banken en
nationale overheden worden doorbroken.
Deze stap moet snel gezet worden. Zolang de resolutie van banken nog
een nationale aangelegenheid blijft, kan Europees toezicht niet goed
werken, en dreigt een valse start voor de bankenunie. Er is immers een
spanningsveld tussen een Europese toezichthouder, die beslist over het
voortbestaan van een bank, en een nationale resolutieautoriteit, die de
gevolgen daarvan voor zijn rekening neemt. Daarbij kan een Europese
resolutieautoriteit met een compleet arsenaal aan
interventie-instrumenten zorgen voor een tijdige aanpak van problemen.
Hiermee wordt voorkomen dat niet-levensvatbare banken overeind worden
gehouden. Een Europees resolutiemechanisme biedt ook een duidelijk en
geharmoniseerd raamwerk voor de verdeling van verliezen bij resolutie.
Het leidende principe daarbij moet zijn: van bail-out naar bail-in.
Verliezen moeten uiteindelijk vooral worden gedragen door de
aandeelhouders en de crediteuren. Een dikke laag achtergestelde
obligaties, zoals voorgesteld door Liikanen, maakt bail-in
geloofwaardig en beschermt depositohouders en het
depositogarantiestelsel. Pas in laatste instantie kan een beroep worden
gedaan op Europese private en publieke vangnetten.
Maar voor een toekomstbestendige bankenunie is ook een derde stap
nodig. Juist vanwege de verwevenheid tussen financiële instellingen,
financiële markten en de reële economie is het niet voldoende om
toezicht te houden op de verschillende onderdelen van het financiële
systeem. Een van de belangrijkste lessen van de crisis is dat
financiële stabiliteit vraagt om beleid dat zich richt op het
financiële systeem als geheel.
Voor Europa is deze les bij uitstek van belang. De huidige problemen
bij Europese banken en overheden maken duidelijk dat toezichthouders en
centrale banken onvoldoende in staat waren de opbouw van
onevenwichtigheden tegen te gaan. En dat geldt niet alleen voor landen
als Ierland, Spanje en Cyprus. Ook in Nederland zijn kwetsbaarheden
ontstaan doordat de spiraal van sterk groeiende kredietverlening en
stijgende vastgoedprijzen vanaf eind jaren ’90 onvoldoende werd
afgeremd. Deze voorbeelden onderstrepen het belang van macroprudentieel
beleid, dat zich expliciet richt op de aanpak van systeemrisico’s. Dit
geldt des te meer binnen de eurozone, waar de wisselkoers en de rente
als aanpassingsinstrumenten op lokaal niveau ontbreken.
Veel lidstaten hebben dit ter harte genomen. In diverse landen worden
macroprudentiële autoriteiten opgericht, die tot taak hebben de
financiële stabiliteit te bevorderen en de opbouw van financiële
onevenwichtigheden tegen te gaan. Op Europees niveau ontbreekt
vooralsnog een duidelijk stabiliteitsmandaat. Dit hiaat moet worden
gevuld. We moeten vermijden dat we straks in Europa het monetair beleid
en het toezicht op banken tot in de puntjes geregeld hebben, om er
achter komen dat we het beleid gericht op financiële stabiliteit zijn
vergeten.
De oprichting van een Europese toezichthouder is een belangrijke eerste
stap op weg naar een Europese bankenunie. Pas als we ook de resolutie
van banken en het macroprudentiële beleid goed hebben geregeld, kan de
bankenunie daadwerkelijk een bijdrage leveren aan duurzame financiële
stabiliteit in Europa'.
Wij zijn een klein studie-beleggerclubje dat zich richt op het
uitwisselen van kennis en ervaringen om zelf actief en succesvoller te
kunnen beleggen.
Wat we doen?:
We bespreken elkaars aanpak en
strategieën, wisselen criteria uit die iedereen maakt bij de keuzes van
aandelen, opties en andere derivaten.
Ook gaan we dieper in op specifieke
(optie-) constructies die succesvol kunnen zijn.
We nemen ook deel aan seminars of andere
studiebijeenkomsten en wisselen alle relevante informatie over zelf
beleggen uit.
We komen elke 3e maandag van de maand bij
elkaar en tussentijds wisselen we zaken uit via de mail.
We zoeken uitbreiding van ons groepje met enkele actieve beleggers die
kennis en ervaringen willen delen om beter voorbereid te kunnen
beleggen.
Om onze doelstellingen in 2013 /
2014 mogelijk te maken zijn we nu dringend op zoek naar leden
die een bijdrage willen leveren aan de activiteiten van onze vereniging.
Dat hoeft niet meteen een grote klus te zijn, maar leden die een
deeltaak willen verrichten -die relatief weinig tijd kost- zijn
zeer welkom. Met meer mensen kunnen we immers meer doen en dat maakt
het bovendien ook veel gezelliger. Enkele voorbeelden van deeltaken
waarvoor wij mensen zoeken zijn:
het op ad-hoc basis een artikel schrijven voor
onze website of een cursus willen geven over alle vormen van beleggen,
de analysemethodieken, emotie en beleggen etc.
beleggingssoftware beoordelen
redactie leden voor website en nieuwsbrieven
het actueel houden van (een deel van) onze
website/ons forum
webmaster voor en meewerken aan de nieuwe
inrichting van onze website
het coördineren en organiseren van onze HCC
Beleggen symposia
het verrichten van (deel)taken tijdens onze HCC
Beleggen symposia en/of beurzen
een bestuursfunctie.
Uiteraard mag u zich aanmelden in groepjes. Dus als u, eventueel samen
met medebeleggers, onze vereniging wilt helpen laat het ons dan weten.
Trefwoorden hierbij zijn: vele handen maken licht werk, het moet vooral
leuk blijven, zo doe je ook nog eens interessante contacten op.
Denk ook eens aan het geven van een aardige lezing, met anderen
handelsstrategieën uitwerken, software onder de knie krijgen of gewoon
een groep vormen waarmee je samen de markt analyseert/bespreekt.
Lijkt het u iets om actief te worden? Heeft u vragen over de functies
of heeft u goede ideeën voor onze vereniging? Klik Hier
of meld u zich dan via de website om eens een belafspraak te maken...
een echte vereniging kan niet zonder u als actief lid.
Disclaimer:Deze publicatie komt tot stand op de
redactie van beleggersonline.nl de website van de HCC IG Beleggen. Noch
de mate waarin de berichten, voorgestelde scenario’s, risico’s en
voorspellingen de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin
zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd.
De voorspellingen zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn
algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als
beleggingsadvies.De
schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur van de HCC IG Beleggen
en/of de Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet aansprakelijk
voor eventuele verliezen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren,
behaalde resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de
toekomst.