|
|
inhoud: |
HCC Beleggen Nieuwsbrief 20130101 |
|
|
|
Woord van de voorzitter |
Bron: Redactie |
Namens het bestuur en de
vrijwilligers van de HCC Beleggen wens ik u een gezond en hoogrenderend
2013 toe!
Hoewel de
voortekenen voor een hoog rendement in 2012 niet goed waren is het
gerealiseerde rendement alleszins redelijk te noemen.
Dat lijkt opmerkelijk want er waren (en zijn nog steeds) talloze
bedreigingen voor een groeiende economie: de Euro, de hoge schulden, de
hoge werkeloosheid. Maar echt bijzonder is het niet.
Dit is de omgekeerde situatie van begin 2011, toen iedereen onverdeeld
positief was. Als iedereen erg positief is dan is elke investeerder
volledig belegd, en zodra het gaat tegenvallen, moet iedereen ook weer
tegelijkertijd de poort uit. Dat gebeurde ook in 2011 en in 2012 is het
omgekeerde scenario uitgekomen.
Als iedereen negatief is zijn de negatieve scenario’s al snel minder
erg dan vooraf werd verondersteld waardoor 2012 voor aandelen een goed
jaar is worden.
Of deze trend, een slecht jaar dat wordt gevolgd door een goed jaar,
zich voortzet is niet waarschijnlijk. Dat neemt niet weg dat een minder
jaar niet is uit te sluiten.
Een andere
punt dat nog steeds aandacht verdient is het teruglopende ledental van
de HCC. Dit heeft
natuurlijk ook invloed op onze interessegroep. Wat bij onze
interessegroep in het bijzonder speelt is dat ons ledenbestand
veroudert omdat de aanwas van jongeren achterblijft. Hoewel we een paar
initiatieven hebben ondernomen om nieuwe – jongere - leden te
winnen zijn we daar nog niet in geslaagd.
Wat steeds beter vorm begint te krijgen is het opzetten van regio- en
belangstellingsgroepen. De
Computergroep Zuid Holland, de Regiogroep Noord-beleggen en de CoSa
werkgroep (fundamentele analyse) zijn al geruime tijd actief. Daarnaast is de Belangstellingsgroep
Daytraden al een tijdje actief en starten we deze maand met de
Regiogroep Overijssel / Flevoland. We zijn nog aan het werven voor de
Regiogroep Noord-Holland.
We zullen alle initiatieven om dergelijke activiteiten op te starten
blijven ondersteunen. We moeten immers een aantrekkelijke vereniging
blijven. Om alle
activiteiten in goede banen te leiden kunnen we hulp gebruiken. Kijk
even op deze pagina of u iets voor onze vereniging kunt
betekenen.
Namens het bestuur van de HCC Beleggen,
Frans Schreiber |
Terug naar Inhoud
|
|
|
Waarvoor wordt AFM verantwoordelijk bij
toezicht op derivaten? |
Bron: AFM |
Binnenkort treedt de nieuwe regelgeving voor
derivaten, de European Market Infrastructure Regulation (EMIR), in
werking. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) en de Nederlandsche
Bank houden gezamenlijk toezicht op de naleving van de regels.
Het toezicht op de naleving door banken ligt bij DNB, de AFM is de
bevoegde toezichthouder voor de overige partijen (zoals partijen die
een vergunning hebben van de AFM en niet-financiële partijen).
Drempelwaarden
Niet-financiële partijen worden ook geraakt door EMIR met enkele
verplichtingen. Zij hoeven echter alleen aan zwaardere vereisten van
EMIR te voldoen als zij bepaalde drempelwaarden overschrijden.
Deze drempelwaarden gelden voor alle derivatencontracten die buiten de
beurs om zijn verhandeld en die niet zijn afgesloten om risico’s die
uit de normale bedrijfsvoering voortvloeien af te dekken.
Er gelden verschillende drempelwaarden voor verschillende klassen
derivaten. De Europese toezichthouder ESMA heeft de volgende (nog niet
definitieve) drempelwaarden voorgesteld:
Kredietderivaten |
€ 1
miljard nominale waarde |
Equityderivaten |
€ 1
miljard nominale waarde |
Rentederivaten |
€ 3
miljard nominale waarde |
Valutaderivaten |
€ 3
miljard nominale waarde |
Grondstofderivaten |
€ 3
miljard nominale waarde |
|
Of u boven een van deze drempelwaarden uitkomt kunt u gemakkelijk
berekenen met de volgende formule:
Nominale waarde van de uitstaande derivatenportefeuille (per klasse
derivaat) -/- nominale waarde van de derivatencontracten gebruikt voor
hedging (in dezelfde klasse).
Aanvang
verplichtingen
EMIR is sinds 16 augustus 2012 officieel van kracht.
ESMA heeft veel van de regels nadere ingevuld.
De voorstellen van ESMA moeten nog wel door de Europese Commissie en
Europees Parlement bekrachtigd worden. Hierdoor zijn nog niet alle data
definitief.
Op de EMIR pagina van de ESMA vindt u een
overzicht met mogelijke scenario’s met betrekking tot de start van
bepaalde verplichtingen.
De AFM zal samen met DNB toezicht gaan houden op de regels uit EMIR.
Welke toezichthouder wanneer de bevoegde toezichthouder is kunt u
vinden in artikel 2h van het Besluit
uitvoering EU-verordeningen financiële markten.
DNB is de bevoegde toezichthouder voor banken, (her)verzekeraars en
pensioenfondsen.
AFM is de bevoegde toezichthouder voor overige partijen.
|
Terug naar Inhoud
|
|
|
|
Amarantis, Vestia, de banken: waar is de
accountant? |
Bron: Me Judice, 21 december 2012 |
|
In de Amarantis casus wordt door de
onderzoeks -commissie van het ministerie gefoeterd op de accountant die
niet kritisch genoeg was. Onlangs verscheen van de hand van de AFM een
kritische beschouwing rondom het werk van de accountant.
Volgens hoogleraar Bouwens is die kritiek niet terecht. Op dit moment
mag de accountant over het gecontroleerde bedrijf niets naar buiten
brengen. Een wetswijziging zou de accountant enorm helpen. |
Amarantis
Het pas verschenen rapport over de bestuursproblemen van de
scholengroep Amarantis laat opvallende verschillen zien tussen wat de
huisaccountant Deloitte aanmerkt als winst, reserves en eigen vermogen
en wat Ernst & Young tijdens de uitvoering van een speciale
opdracht aanmerkte als winst, reserves en eigen vermogen.
De verschillen liepen in de miljoenen. De bespreking van de rol van de
accountant in NRC Handelsblad op 4 december jl, laat weinig ruimte voor
twijfel: “De
affaire toont hoeveel ruimte de regels laten voor slappe controles. Uit
angst de klant te verliezen zijn accountants ook te weinig kritisch.”
Op 14 December jl. concludeerde dezelfde krant in zijn commentaar: “De
samenleving rekent op een straffe controleur en waar nodig een
luidruchtige klokkenluider.” |
Gebonden handen
accountant
Het is de vraag of de accountant wel de klok kan luiden. Dit zijn de
spelregels.
De wetgever geeft de accountant de opdracht om te controleren of de
jaarrekening in overeenstemming is met de regels.
Het management van de gecontroleerde instantie stelt toepassing van een
stelsel van waardering voor. Het is aan de accountant om vast te
stellen of het voorgestelde waarderingsstelsel overeenstemt met de
desbetreffende wet- en regelgeving.
Jan Bouwens
Tilburg University |
Jan
Bouwens is hoogleraar Accounting aan de Universiteit van Tilburg. Ook
is hij als research fellow verbonden aan Melbourne University in
Australië. Zijn onderzoek richt zich op de werking van prestatiemeting
en prestatiemanagement binnen organisaties. Hij is geïnteresseerd in de
manier waarop organisaties hun medewerkers ertoe bewegen om waarde voor
het bedrijf te creëren. Momenteel werkt hij aan een project dat bekijkt
hoe de carrières van managers zich verhouden tot de
beloningscontracten. In een grote dwarsdoorsnede van Nederlandse
ondernemingen bekijken Bouwens en zijn collega’s Prof. Abernethy en
Prof. Van Lent welk effect prestatiemaatstaven hebben op de
tijdshorizon van managers.
Website |
Tevens maakt de accountant het management erop attent welke
informatiewaarde het gekozen waarderingsstelsel oplevert voor de
gebruiker van de informatie.
Het management mag dit advies negeren. Vervolgens controleert de
accountant of de jaarrekening conform het afgesproken stelsel werd
opgesteld.
Voor zover dan de regels zijn overschreden, dient aanpassing door te
worden gevoerd. Voor zover alsnog blijkt dat de gebruiker mogelijk op
het verkeerde been wordt gezet door de verstrekte informatie, moet de
accountant deze vaststelling in een ‘management letter’ samen met
andere opmerkingen aanhangig maken bij het bestuur en de Raad van
Toezicht.
De accountant kan hiermee niet naar buiten gaan, ook niet als het
bestuur of de raad van toezicht de inhoud van de brief negeert.
Uit het rapport van Ernst & Young blijkt dat Deloitte over de
onderzochte jaren steeds stevige opmerkingen heeft gemaakt in zijn
management letters.
Deze opmerkingen werden echter in de wind geslagen. We weten niet hoe
de discussie zich verder heeft afgespeeld. Tot we hier meer inzicht in
hebben moeten we de kritiek op de accountant luwen.
Dat neemt niet weg dat de accountant wellicht steviger in de richting
van het bestuur had mogen optreden.
We weten niet of en in hoeverre dit is gebeurd.
Andere spelregels?
Indien we het er Nederland hartgrondig mee oneens zijn dat het
bestuur/raad van toezicht het waarderingsstelsel kiest en de accountant
alleen maar controleert en aan bestuur en Raad van Toezicht
rapporteert, dan moeten we het anders regelen.
De accountant zou dan nadrukkelijk de opdracht moeten krijgen naar
buiten te gaan met kritiek die hij eventueel heeft op de keuzes die het
door hem gecontroleerde bedrijf maakt.
Dat wil zeggen, als de inhoud van een management letter wordt
genegeerd, zou de accountant hiermee naar buiten moeten treden.
Met de beschuldigende vinger naar de accountant wijzen is weinig
productief als hij niet in de openbaarheid mag treden. Anders gesteld,
zolang we zijn handen binden moeten we kritisch kijken naar de maker
van regels en niet de uitvoerder van regels. |
Terug naar Inhoud
|
|
|
|
|
Open Source (en gratis) beurssoftware
JStock |
Bron: Redactie LR |
Als fervent gebruiker van open source software
ben ik geabonneerd op de nieuwsbrief van sourceforge.net en werd
onlangs aangenaam verrast met de aankondiging van, nu eens
beurssoftware, JStock als project van de maand december 2012.
JStock
is gratis beurs software en is gemaakt met als doelstelling om u op een
plezierige wijze te helpen intelligent te investeren. JStock is volgens
Yan Chen Cheok, de in Maleisië wonende hoofdontwikkelaar van JStock,
ontstaan uit een mislukt software contract voor educatieve
beleggingssoftware.
De code van JStock is vervolgens in 2007 ondergebracht bij
sourceforge.net als open source software en sinds die tijd verder
ontwikkeld en inmiddels ook al in diverse talen vertaald w.o. Duits,
Engels en Italiaans.
Jstock is geschreven in Java en dat betekent dat het op alle
besturingssystemen kan draaien die Java-ondersteuning hebben.
Installatie
De laatste versie van JStock (windows installer is de versie met
-setup.exe) is hier te downloaden.
Wat direct opvalt is dat installeren eenvoudig en probleemloos
verloopt. Eerst word de "GNU GENERAL PUBLIC LICENSE" agreement
getoond. Klik op "I
Agree" om door te gaan. Vervolgens word er een default folder
ter
installatie voorgesteld, ( u mag natuurlijk ook een andere folder
kiezen ) en u kan de installatie starten door op de Install-knop
te klikken. De installatie verloopt verder supersnel en Jstock vind u
vervolgens in jouw programmalijst terug.
Start JStock en u krijgt een leeg scherm, kies een land onder Country en via Edit - Add Stocks..
kies het gewenste type stocks. U krijgt nu direkt een hele lijst met
aandelen van de gewenste beurs.
Grafieken
Door een aandeel te selecteren kan je vervolgens direkt de grafiek
opvragen.
Jstock maakt gebruik van de Yahoo koersen database en is dus in staat
om alle aandelenkoersen van de belangrijkste markten weer te geven en
te gebruiken.
U kan ook uw eigen watchlijsten aanmaken en opslaan ook in de cloud
zodat u vanaf elke computer bij uw eigen instellingen kunt.
Het programma heeft een portfolio management module die contant geld en
dividend management, gedetailleerde transactiegegevens en opties om
meerdere portefeuilles te creëren omvat.
Indicatoren
Indicatoren kunnen worden ontworpen, geïnstalleerd en aangepast om u te
helpen middels de ingebouwde scanner bij het kopen en verkopen van aandelen op
het juiste moment.
Standaard zijn bijvoorbeeld SMA, EMA, RSI, MFI en CCI, evenals een
lijn- en candelstick weergave van koersen.
Waarschuwingen kunnen worden
geconfigureerd voor het verzenden van meldingen over specifieke
gebeurtenissen, bijvoorbeeld wanneer een aandeel een kritiek koop- of
verkoop waarde bereikt.
Meldingen kunnen worden gecombineerd met aangepaste
indicatoren voor maximale flexibiliteit. Het programma ondersteunt SMS,
E-mail, systeemvak of Sound waarschuwingen.
De online Help-file en versie-informatie is vanuit het programma aan te
roepen.
Conclusie:
Met JStock is het erg makkelijk om vlug even een grafiekje te
voorschijn te toveren. Bekendheid met Yahoo
finance is een pré bij het samenstellen van
eigen watchlijsten.
JStock is een eenvoudig programma wat al veel kan en waar een
beginnend belegger veel aan zal hebben en waar ook nog veel aan moet
gebeuren en nog veel te wensen overblijft. Daarbij komt dat het
Opensource software is waar u zelf aan kan sleutelen of
meehelpen het verder te ontwikkelen. |
Terug naar Inhoud
|
|
|
|
|
Betalen voor financieel advies;
informatie over nieuwe regels rond provisieverbod |
Bron: AFM |
Vanaf 1 januari 2013 gaan consumenten bij
sommige financiële producten rechtstreeks betalen voor financieel
advies dat zij vragen en de bemiddeling die zij krijgen voor deze
producten.
De kosten voor advies en bemiddeling moeten apart van de prijs van het
producten rechtstreeks in rekening worden gebracht bij consumenten.
De reden hiervoor is dat financieel advies en bemiddeling diensten zijn
die los staan van het financiële product dat eventueel wordt afgesloten.
De nieuwe regelgeving rond het provisieverbod moet er voor zorgen dat
financieel adviseurs en bemiddelaars meer naast de klant komen te staan.
Het
provisie verbod geld voor:
- Bankspaarproducten
- Betalingsbeschermers
- Deelnemingen
in een beleggingsfonds
- Hypotheken
- Individuele
arbeidsongeschiktheid verzekeringen
- Levensverzekeringen
- Overlijdensrisicoverzekeringen
- Uitvaartverzekeringen
zie ook de brochure: Veranderingen in Betaling voor Financiëel Advies
|
Besluit (BGfo)
Hoewel de strekking van dit provisieverbod al enige tijd bekend was,
zijn vandaag de definitieve teksten van het Besluit Gedragstoezicht
financiële ondernemingen Wft (BGfo)
gepubliceerd in het staatsblad. In deze
regelgeving is onder andere het provisieverbod verder uitgewerkt.
Ook zijn er andere wijzigingen doorgevoerd in dit besluit.
Extra informatie
Voor consumenten met vragen over het provisieverbod en de veranderingen
die dit met zich meebrengt, heeft de AFM extra informatie beschikbaar
gemaakt op een speciale pagina op haar website met informatie over deze veranderingen en veelgestelde
vragen over dit onderwerp. Ook heeft de AFM een digitale folder gemaakt
waarin de belangrijkste veranderingen voor de consument kort en bondig
op een rijtje zijn gezet.
Heb je een klacht over je adviseur of zijn vergoeding? Laat het
weten via het Meldpunt Financiële Markten
Tel: 0900- 5400 540 (5 cent
per minuut) Website: www.afm.nl/meldpunt.
Voor de klachtenprocedure zie: www.afm.nl//klacht
|
Terug naar Inhoud
|
|
|
Een bankenunie op Duitse leest geschoeid
|
Bron: presseurop.eu |
Nu de euforie over de bankenunie waarover de lidstaten eindelijk hebben
gesloten inmiddels bedaard is, lijkt de Europese pers minder
enthousiast nu de kleine lettertjes van dit Brusselse accoord zijn
gelezen.
Vooral het gevoel dat er werd toegegeven aan het “dictaat” van
Duitsland, dat heeft afgedwongen dat de Europese toezichthouder zich
niet op lokale banken mag richten, leidt tot veel kritiek. |
“Alles
bij elkaar lijkt de overeenkomst heel wat, maar schiet zij in wezen
tekort”, schrijft NRC
Handelsblad. “
Dat is, ruim vier jaar na het begin van de kredietcrisis,
teleurstellend.”. Het Nederlandse dagblad betreurt vooral dat |
|
"
|
het overgrote deel van de 6.000 banken het
domein blijven van de nationale toezichthouder, en dus onderhavig aan
het vertrouwen tussen centrale bankiers onderling, dat in het verleden
wankeler bleek dan gedacht [...] Wat de kredietcrisis nu juist boven
tafel bracht, is dat het banksysteem onderling vergaand verbonden is.
Dit blijkt pas als het fout gaat [...] Zie de zaak IJsland, en vooral
de zaak-Fortis waarin nationale belangen voor de gemeenschappelijke
gingen. Alleen een werkelijk gecentraliseerd toezicht voor alle banken
kan dit tegengaan. Bovendien zijn er nog geen besluiten over twee
cruciale vervolgstappen: het sluiten van falende banken en de
afwikkeling daarvan, en een gemeenschappelijk financieel vangnet dat
het lot van overheden en banken uiteindelijk zou scheiden. |
"
|
Van Duitse zijde schiet de Frankfurter Allgemeine Zeitung een heel salvo aan
argumenten af over waarom het nieuwe bankentoezicht geen goed nieuws
is, precies op het moment waarop de banken in de eurozone drie keer zo
veel schulden hebben als de lidstaten. Het probleem ligt voor de “FAZ”
bij de almacht van de Europese Centrale Bank (ECB), een niet-gekozen
instituut, laat de krant nog maar eens weten. Met zijn dubbele pet van
centrale bank en toezichthouder, zal de ECB niet langer in staat zijn
de prijsstabiliteit te garanderen. |
|
"
|
Zo zinvol als
het gemeenschappelijk toezicht op de Europese banken is, zo slecht is
dat toezicht onder het dak van de ECB gesitueerd. Tot nu toe moest de
ECB alleen zorgen voor prijsstabiliteit. Maar vanaf nu heeft de Bank
door het toezicht te maken met een belangenconflict. Hoe kan de Bank nu
besluiten of de inflatie een renteverhoging nodig heeft, als die
verhoging het einde van banken kan betekenen? Bovendien zal de ECB de
financiële instellingen, die de Bank al jarenlang met steeds nieuwe
financiële injecties als zombiebanken in leven houdt, strenger
behandelen. |
"
|
Er is een “verkeerd model” gekozen voor
de bankenunie, schrijft El País. Een door Duitsland “opgelegd” besluit,
“breekt” dat de Europese financiële markt in twee grote stukken: de
grote banken, onder toezicht van de ECB, en de banken met een
balanstotaal van minder dan 30 miljard euro, onder supervisie van de
nationale overheden. De krant uit Madrid hekelt het feit dat |
|
"
|
het akkoord
punt voor punt tegemoetkomt aan de Duitse eisen. Angela Merkel heeft in
de Duitse Bondsdag al uitgelegd dat het akkoord een Duitse overwinning
is. Nu is het moment gekozen om uit te leggen waarom een Duitse triomf
een financiële vergissing voor Europa kan blijken. Het doel van het
winnende voorstel [van de Duitse minister van Financiën Wolfgang]
Schäuble is de weinig bemoedigende situatie van de Duitse spaarbanken
en Landesbanken te verbergen. Het voorstel waarachter dit doel verstopt
zit, is het plan om het hele Europese systeemrisico onder toezicht van
de ECB te brengen. Maar in werkelijkheid, en dit is in Spanje reeds
aangetoond, kunnen ook kleine banken een nationaal bankstelsel te
vergiftigen. En daarmee wordt het Duitse argument dat toezicht op hun
regionale banken niet van belang is, tenietgedaan, want Duitsland zou
een eventuele sanering van zijn banken zelf betalen. Het risico gaat
niet om faillissementen, maar om besmetting van activa. |
"
|
Een mening die ABC deelt : “wat Duitsland verbergt”, schrijft de
krant, is de slechte positie van de regionale banken. Dat |
|
"
|
verklaart een groot deel van de politieke motieven van Angela Merkel,
die beter in staat is gebleken haar financiële stelsel te verdedigen en
de slechte punten ervan te verbergen, dan welke andere Europese leider
dan ook. Brussel heeft nooit van spaarbanken gehouden, maar de nieuwe
ijzeren dame is er in geslaagd van Duitsland hun laatste bastion te
maken, ondanks hun aandeel in de [financiële] problemen. De
*Landesbanken* waren betrokken bij zeer risicovolle internationale
operaties, waarvoor ze een fikse rekening gepresenteerd kregen. [Maar]
de problemen van Duitsland zullen in Duitsland blijven, [het land]
heeft duidelijk laten weten dat het er niet van houdt dat anderen zijn
financiële zaken doorsnuffelen. Ondanks de bankenunie, mag alleen de
Bundesbank dat. |
"
|
|
Terug naar Inhoud
|
|
|
|
|
Hogere kapitaalbuffers voor
systeembanken moet topprioriteit krijgen |
Bron: Harald Benink, Francis Weyzig, Me
Judice, 31 december 2012 |
Net
als andere landen wil de Nederlandse regering hogere kapitaalbuffers
vereisen van banken die belangrijk zijn voor het financiële stelsel
(“systeemrelevante banken”). Volgens
de financieel economen Benink en Weyzig, die namens een groot aantal
leden van het Sustainable Finance Lab reageren, gaat de voorzet van het
ministerie niet ver genoeg. Tenminste
10 procent van het voor risico ongewogen eigen vermogen van een
systeembank moet worden aangehouden als buffer. De verhoging van deze eis moet geleidelijk
worden ingevoerd en grote banken moeten verliesabsorberende obligaties
een grotere rol laten spelen in de opbouw van de buffer. Pas dan kunnen grote banken ook weer een
stabiele factor in de Nederlandse economie vormen. |
Consultatie
ministerie
Afgelopen najaar opende het Ministerie van Financiën een consultatie met experts over voorgestelde extra
kapitaaleisen voor grote banken omdat deze banken relevant zijn
voor het gehele systeem, de zogenaamde systeemrelevantiebuffer. Met een
groep van in totaal 13 wetenschappers, allen lid van het Sustainable
Finance Lab, is een reactie naar het ministerie gestuurd, waarvan
ondergetekenden deel uitmaakten.
De hoofdboodschap van deze reactie is dat voor alle systeemrelevante
banken een substantieel hogere, voor risico ongewogen kapitaalratio (de
zogeheten “leverage ratio”) moet worden toegepast dan tot op heden het
geval is. We denken hierbij aan een percentage van tenminste 10%.
Internationaal wordt over deze kwestie volop gediscussieerd. The
Economist (10 november 2012) vestigt de aandacht op de historisch
gezien zeer lage niveaus van eigen vermogen bij banken, zelfs na de
geplande implementatie van het Basel III raamwerk. In een recent
hoofdartikel (29 oktober 2012) stelt de Financial Times: “regulators
are too reliant on risk-weighted capital ratios” en “for leverage, even
a 4-7 percent ratio may not be enough”.
Dit is een ondersteuning voor onze visie en, mogelijkerwijs, een
nuttige inspiratie voor de ECB wanneer het in de loop van 2014 de rol
van toezichthouder voor de grotere banken in de eurozone gaat vervullen.
Hoe zat het ook
alweer?
De financiële crisis heeft ernstige tekortkomingen in de regulering van
de financiële sector aan het licht gebracht. Het centrale probleem is
dat banken zijn gefinancierd met te weinig eigen vermogen
(aandelenkapitaal) en te veel schulden.
Banken hadden en hebben daardoor te weinig kapitaalbuffers om grote
verliezen te kunnen opvangen. Dit is een belangrijke reden waarom
overheden tijdens de crisis grote steunprogramma’s moesten optuigen.
Door ingrijpen van de overheid is ternauwernood voorkomen dat
huishoudens en bedrijven niet meer bij hun geld konden en geen
betalingen meer konden doen, wat een economische ramp zou hebben
betekend.
Harald Benink
Tilburg University |
Harald
Benink is hoogleraar Banking and Finance verbonden aan Tilburg
University. Hij is ook als senior research associate verbonden aan de
Financial Markets Group van de London School of Economics en lid van
het Sustainable Finance Lab. Tevens is hij voorzitter van het European
Shadow Financial Regulatory Committee. |
Maar wat is de werkelijke reden waarom banken zulke lage buffers
aanlegden? Daarvoor moeten we dieper graven. Een reden betreft de
verstorende werking van overheidsgaranties.
Beleggers en kredietbeoordelaars houden rekening met de impliciete
garantie op overheidssteun en daardoor kunnen grote banken goedkoper
lenen (Schich & Lindh 2012). Daarnaast kunnen te hoog oplopende
schuldratio’s de economische cyclus laten ontsporen (Minsky 1977).
Als banken voor een groter deel met eigen vermogen waren gefinancierd,
was de opbouw van schulden binnen het financiële systeem niet zo uit de
hand gelopen. Bovendien hadden banken de kredietverlening na het
losbarsten van de crisis dan makkelijker op peil kunnen houden.
Met andere woorden, hogere kapitaalbuffers ten opzichte van de totale
activa beperken de procyclische invloed van de financiële sector op de
economie.
De hierboven beschreven problemen worden met veel verschillende
maatregelen aangepakt. Hogere kapitaalbuffers blijven ook in het licht
van andere maatregelen noodzakelijk.
Meer eigen vermogen vergroot de capaciteit van een bank om verliezen op
te vangen en verkleint daarmee de mogelijkheid om grote verliezen af te
wentelen op de overheid.
Kapitaalbuffers vormen een eenvoudige en maatschappelijk gezien
kosteneffectieve beschermingsmaatregel. Verschillende studies laten
zien dat de invloed op leentarieven en economische groei beperkt is
(Oliveira Santos & Elliot 2012, Bijlsma & Zwart 2010, Berben et
al. 2010).
Om een focus op de lange termijn en activiteiten met maatschappelijke
meerwaarde te bevorderen, moet er uiteraard nog meer veranderen.
Bovendien is een balans nodig tussen voldoende eigen vermogen, een
gezond bedrijfsmodel, en voldoende liquiditeit. Tot zover weinig nieuws.
Het belang van een
ongewogen kapitaalratio
Het Ministerie van Financiën stelt een systeemrelevantiebuffer voor van
1 tot3 procent. Dit brengt de totale kapitaaleis voor grote Nederlandse
banken op termijn op maximaal 10% van de risicogewogen activa (4,5%
Basel III minimum + 2,5% conservatiebuffer + 3%
systeemrelevantiebuffer; in normale tijden is de anticyclische buffer
0%).
Verschillende studies laten zien dat dit vanuit maatschappelijk oogpunt
nog aan de lage kant is (Admati et al. 2011, Miles et al. 2011,
Sveriges Riksbank 2011).
Zweden en Zwitserland, twee andere landen met een relatief grote en
geconcentreerde bankensector, gaan een stuk verder. Zweden voert voor
de grootste vier banken een systeemrelevantiebuffer van 5% in.
Zwitserland introduceerde in 2011 al een kapitaaleis van 10% voor de
grootste twee banken, plus een aanvullende buffereis van maximaal 9% in
de vorm van contingent capital instrumenten, zijnde door banken
uitgegeven obligaties waarvan de houders bij financiële tegenvallers
met verliezen kunnen worden geconfronteerd.
Met een hogere risicogewogen buffer zijn we er echter nog niet, want de
gebruikte risicowegingen kunnen de werkelijke risico’s onderschatten
(Benink en Benston 2005).
Dexia en UBS moesten worden gered omdat zij grote verliezen leden op
activa met een nulweging (Admati & Hellwig 2011).
In de jaren voor de crisis toen banken steeds meer vrijheid kregen om
zelf de risico’s te wegen namen de risicowegingen sterk af, van
gemiddeld 0,66 begin jaren negentig tot 0,33 in 2008 (Slovik 2012).
Dit kwam mede door het gebruik van interne risicomodellen die werden
gemanipuleerd. In de VS, Japan en Korea, waar kapitaalratio’s op basis
van interne modellen pas na 2008 werden toegestaan, namen de
risicowegingen van banken niet af (Mariathasan & Merrouche 2012).
Bovendien werken interne modellen procyclisch; nadat in 2008 grote
verliezen waren opgetreden, namen de risicowegingen van Europese banken
weer toe (Slovik 2012).
Om toekomstige uitholling van de kapitaalbuffer te voorkomen, is het
cruciaal om ook een hogere ongewogen kapitaaleis (leverage ratio) toe
te passen. Een substantieel hogere leverage ratio voor systeemrelevante
banken ligt dan ook in de rede.
Francis Weyzig
Utrecht University |
Francis
Weyzig houdt zich als postdoc aan de Universiteit Untrecht bezig met
inhoudelijke ondersteuning en onderzoek voor het Sustainable Finance
Lab. Daarnaast doet hij onderzoek over belastingontwijking door
multinationals. Eerder werkte hij als beleidsmedewerker financiële
stabiliteit bij De Nederlandsche Bank en als onderzoeker voor SOMO
(Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen). |
Tegensputterende
bankiers
Veel bankiers en consultants brengen hier tegen in dat de
kredietrisicomodellen van banken allerlei checks en balances zitten en
dat de toezichthouder die modellen moet goedkeuren. Een verhoging van
de kapitaaleis is in hun ogen overbodig. Verder zijn verschillende
risicowegingen aangepast in het nieuwe Bazel III-raamwerk.
Het is echter een illusie te denken dat de minimale kapitaaleisen
nauwkeurig bepaald kunnen worden op basis van geavanceerde
risicowegingen of interne modellen (Hoenig 2012, Hellwig 2010,
Blundell-Wignall & Atkinson 2010).
Ook de toezichthouder heeft geen glazen bol. Bovendien stimuleren deze
modellen de ontwikkeling van complexe financiële producten om
kapitaaleisen te ontwijken. Het IMF waarschuwde bijvoorbeeld
recentelijk voor nieuwe securitisaties van tegenpartijrisico op
derivatenposities (IMF 2012). Zo blijft de regulering van banken achter
de feiten aan lopen.
Verschillende studies laten zien dat ongewogen kapitaalratio’s daarom
betrouwbaarder zijn als indicator van de stabiliteit van bank (Hoenig
2012, Mariathasan & Merrouche 2012, Haldane 2012). Deze studies
gaan vooral over de crisis.
En dat is ook precies waar het om draait: je hebt niets aan modellen
die meestal prima lijken te werken, maar de mogelijke verliezen tijdens
een financiële crisis ernstig onderschatten.
Het is prima dat grote banken interne modellen gebruiken om hun
risico’s beter te beheersen, maar niet dat deze modellen de enige basis
vormen voor kapitaaleisen.
Dreigt
kredietrantsoenering?
Bankiers en consultants verwachten dat banken hun balans drastisch
moeten verkorten om een leverage ratio van bijvoorbeeld 10% te halen,
met hogere rentes en kredietrantsoenering als gevolg. Er worden hierbij
echter twee cruciale onderdelen van ons voorstel over het hoofd gezien.
Ten eerste moet de hogere leverage ratio geleidelijk worden ingevoerd,
met een voldoende lange overgangsperiode, bijvoorbeeld tot 2019 zoals
Financiën ook voorstelt voor de systeembuffer. Hogere kapitaalbuffers
kunnen dan deels worden opgebouwd door tijdelijk een zo groot mogelijk
deel van de winst te herinvesteren.
Ten tweede stellen wij voor dat de hogere leverage ratio voor een
belangrijk deel kan worden ingevuld door middel van verliesabsorberende
obligaties (contingent capital). Dit sluit aan bij recente voorstellen
van de Europese Commissie en maakt het mogelijk om geleidelijk toe te
werken naar een leverage ratio van tenminste 10%. Contingent capital
heeft een bijkomend voordeel. Houders van gewone obligaties lopen nu
nauwelijks nog risico als banken expliciet worden aangemerkt als
systeemrelevant. Verliesabsorberende obligaties zorgen er voor dat
schuldfinanciering weer een disciplinerende werking krijgt.
Wim Boonstra en Nicole Smolders (2011) wezen er vorig jaar in Me
Judice op dat het venijn in de overgangsfase zit en dat marktpartijen
van grote banken verwachten dat zij veel eerder dan 2019 aan alle eisen
voldoen.
De Net Stable Funding Ratio (NSFR), die een betere balans vereist
tussen langlopende uitzettingen zoals hypotheken en stabiele lange
termijn financiering, vormt daarbij het grootste knelpunt. Een recent
adviesrapport van KPMG bevestigt dit. Bovendien hebben banken tijdens
de overgangsfase te maken met hogere financieringskosten, omdat de
rente die banken betalen zich geleidelijk aanpast aan het nieuwe
risicoprofiel. Moeten banken tijdens de overgangsfase dan toch de
kredietverlening beperken en de rente verhogen?
Bij een geleidelijke verhoging van de leverage ratio en gebruik van
contingent capital instrumenten zullen de negatieve gevolgen voor de
reële economie ook tijdens de overgangsperiode beperkt zijn.
Het is wenselijk dat de Minister van Financiën op korte termijn met
beleid komt voor contingent capital eisen voor systeemrelevante banken.
Dat schept duidelijkheid voor banken en obligatiehouders en zorgt dat
de markt voor contingent capital zich kan ontwikkelen.
De voorgestelde leverage ratio gaat verder dan de plannen die er nu
liggen, dus hiervoor zullen banken wel de volledige overgangsperiode
kunnen benutten. Om de NSFR minder knellend te maken, is belangrijk dat
banken het vertrouwen van beleggers zien te vergroten zodat zij beter
toegang krijgen tot langlopende marktfinanciering. Dat kan onder meer
door verhoging van het eigen vermogen en van de leverage ratio (DNB
2012).
Kortom, voor Nederlandse banken helpen hogere kapitaalbuffers juist om
de gevolgen van andere nieuwe regelgeving zoals de NFSR te verlichten.
Referenties
zie
oorspronkelijk artikel in: Me Judice |
Terug naar Inhoud
|
|
|
|
|
Agenda |
Bron: HCC Beleggen redactie
|
De HCC Beleggen Kalender op onze website
en deze Agenda zijn inmiddels een begrip onder beleggers in
Nederland en België geworden. Voor veel andere sites zijn wij de de
facto bron van informatie.
Toch zijn nog niet alle events in onze Agenda opgenomen. Daarom willen
we ook aanbieders van seminars, cursussen en beleggersbijeenkomsten in
de gelegenheid stellen, zelf hun events aan te kondigen, zowel op ons
forum als in onze nieuwsbrieven. Plaatsing van (vrij toegangkelijke)
educatieve bijeenkomsten zijn kostenloos.
(Bijeenkomsten met een educatief karakter
welke niet gratis toegankelijk zijn danwel bijeenkomsten met een niet uitsluitend educatief
karakter kunnen onder voorwaarden ook in onze agenda opgenomen worden.
Wilt u meer weten neemt u dan even contact op met de redactie)
|
Terug naar Inhoud
|
|
|
|