..
|
|
Februari
2017
|
|
|
..
|
|
Zet vast in uw agenda: 68ste HCC Beleggen Symposium, De Bilt, 25
maart
2017
|
|
|
Hoe
als belegger voorbereid zijn op de Neuro en Zeuro? |
25 maart as is het weer zo
ver. Dan organiseren
we voor de 68ste keer het hcc beleggerssymposium. Thema is dit keer:
Hoe als belegger voorbereid zijn op de
Neuro en Zeuro?
De Euro schudt op zijn grondvesten. De ECB haalt alles uit de kast om de Euro
te redden. Draghi heeft dit zelf gezegd en voegt de daad bij het woord: de
korte rente wordt gedrukt, obligaties van de overheden en bedrijven worden
massaal opgekocht.
Hoelang kan dit nog verder gaan?
Italië zit op een schuld van 130% van haar bruto nationaal product. Zodra
de rente stijgt, stijgt het begrotingstekort en moet de overheid nog meer
staatsobligaties uitgeven. Durft de ECB die dan ook op te gaan kopen of zegt de
harde kern in de ECB dan stop ?
Onvermijdelijk zal de Euro dan moeten splitsen, in elk geval in een Neuro en
Zeuro.
Kunnen wij als belegger daarop inspelen en wat dan te doen? Prangende en
belangrijke vragen voor elke investeerder.
Op het komende HCC Beleggen Symposium hebben we weer een keur aan sprekers die
strategieën geven waarmee u op deze en andere tijden kunt inspelen.
Daarnaast is er weer volop gelegenheid om met uw beleggersvrienden en bekenden
bij te praten.
Noteer 25
maart vast in uw agenda.
|
|
|
|
|
|
|
What
goes up….. |
Bron: Ben van den Anker |
Stock prices have reached what looks like a permanently high plateau...
I expect to see the stock market a good deal higher within a few months.
- Dr. Irving Fisher, a Yale Professor of Economics and a leading economist of
his day, speaking on October 17, 1929 -
Waarderingen van Amerikaanse aandelen zitten aan de bovenkant van gangbare
waarderingen; de Dow Industrial zit op een PE van bijna 22, terwijl dit een
jaar geleden nog 17 was. De Dow Utility zit met een PE van 28 bijna 10
‘punten’ hoger dan een jaar geleden1).
Interessant is dat het dividend
rendement met het stijgen van de Price Earnings ratio voor zowel de Dow
Industrial, Dow Transportation als de Dow Utility lager is dan een jaar geleden
(stand 23 december 2016). Kortom, een lager dividendrendement tegen een hogere
prijs. Dit brengt de vraag met zich mee of er zich geen top aan het vormen
is.
Nu beschik ik niet over een glazen bol, maar toch is er iets te zeggen over de
kenmerken van pieken en dalen.
Als de markt zich bij een piek bevindt, zal het goed gaan met de economie.
Economische data begint langzaam te verslechteren voordat de productie en
werkgelegenheid de nadelen hiervan beginnen te ondervinden.
Een van de tekenen dat de markt aan de bovenkant van het mogelijke begint te
geraken zijn de hoge waarderingen; dit vinkje kunnen we plaatsen voor zowel de
Price / Earnings als de Price / Sales ratio.
De volatiliteit is erg laag2);
historisch gezien kan de volatiliteit
nu eigenlijk maar één kant op….
De centrale banken beginnen hun beleid aan te passen om stimuleringsmaatregelen
terug te brengen; vinkje! Grote ‘share buy backs’ vinden plaats nu
schulden nog goedkoop zijn. Het volume van buy backs neemt overigens in de
laatste twee kwartalen af 3)
. De grootste ‘pieken’ in
buybacks zijn waarneembaar rond 2000 en 2008, waarna eveneens een daling
ingezet werd die zich kwartaal op kwartaal doorzette.
Ben van den Anker (1976) is schrijver / columnist en
lid centrale directie aan het Candea
College |
Hij heeft zijn PhD in Business &
Management tijdens een
negenjarig verblijf in Zuidoost Azië aan de International Graduate School
of Business (University of South Australia) behaald. Hij is auteur van het boek
The perceived role of Host Country Nationals in Expatriate Adjustment (2010,
Ben van den Anker). Zijn onderzoek richt zich met name op de rol van
cross-culturele interactie in het functioneren van expatriates. Daarnaast is
hij voor de International Business Review revisor voor wetenschappelijke
artikelen op het snijvlak business en management. |
|
Waaraan herkennen we dan de vorming van een dal in de markt? Dat het economisch
niet of minder voor de wind gaat herkennen we onder andere aan het schrappen of
verlagen van dividenduitkeringen; recentelijk hebben we dit in de energiesector
meegemaakt waar een aantal kleinere spelers het niet gered heeft.
Het eens zo machtige Vanguard Natural Resources is van een koers van boven de
$30 naar een koers van onder de $1 gezakt. Het beschikbaar stellen van krediet
wordt langzaam moeilijker; we zien weliswaar renteverhogingen in de U.S., maar
tarieven zijn nog steeds historisch laag.
De kentering naar meer normale omstandigheden is echter waarneembaar. Het
gegeven dat de markt al 20% of meer gedaald is, is ook indicatief voor een dal
(een bodem is weer een heel ander verhaal).
De toppen worden lager, net zoals de nieuw gevormde dalen. Het sentiment is
over het algemeen niet positief; negatieve berichten overheersen de
berichtgeving in de pers. De RSI (relative strength index) bevindt zich tegen
of onder de 30.
Dit houdt in, eenvoudig weergegeven, dat de prijs van het aandeel diep is
gevallen tot onder de intrinsieke waarde.
Dit wordt ook wel als een paniekreactie geïnterpreteerd. Natuurlijk werkt
dit ook de andere kant op; bij een RSI-waarde van rond de 70 is er sprake van
topvorming.
Je kunt hierbij ook met PE-waardes werken, relatief ten opzichte van een ander
aandeel uit dezelfde industrie.
De vraag is dan waar de over- of onderwaardering van dit aandeel op is
gebaseerd.
Het is belangrijk om te beseffen dat er altijd
een reden voor het gegeven is dat bepaalde
aandelen heel duur of heel erg goedkoop zijn.
Het zijn allemaal maar signalen en er zijn er tientallen meer; het is en blijft
geen exacte wetenschap.
We weten dat de markt in de US ‘duur’ is. De terugkeer naar
gemiddelde waarden zit er een keer aan te komen. Dat er dan wat gaat gebeuren
in zowel de U.S. als de EU in de komende jaren lijkt duidelijk. Bedrijven die
het vol houden met goedkoop krediet zullen op eigen kracht tegen ‘normale
kredietvoorwaarden’ weer rendement moeten gaan behalen op hun eigen
vermogen om door te kunnen draaien. Het aantal faillissementen zal hierdoor
mogelijk toenemen in de komende jaren. Beweging in de aandelenmarkten zal er
hoe dan ook zijn!
ref:
1) http://wsj.com/mdc/public/page/2_3021-peyield.html
2) http://www.marketwatch.com/investing/index/VIX/charts
3) http://insight.factset.com/hubfs/Buyback%20Quarterly/Buyback%20Quarterly%20Q3%202016_12.19.pdf |
|
|
|
|
|
|
Onderschatte
risico's van een beleggingsfonds |
Bron: Jeffrey Schumacher CFA,
Morningstar
|
Jeffrey Schumacher CFA,
Senior Fondsanalist
bij Morningstar Benelux |
na zijn opleiding aan de VU Amsterdam en
het behalen van het
certificaat Chartered Financial Analyst (CFA) aan het CFA Institute is hij
vanaf juni 2011 als Senior Fund Analyst werkzaam bij Morningstar. Daavoor
was hij van 2006 tot 2009 werkzaam bij Theodoor Gilissen Bankiers als
Equity/Commodity Analyst en aansluitend tot juni 2011 werkzaam als
Vermogensbeheerder Services / Fund Trading bij SNS
Securities. |
Om rendement te behalen, moet je risico nemen. Dat risico wordt vaak belicht
aan de hand van kwantitatieve risicomaatstaven.
Maar beleggers vergeten soms de kwalitatieve risico's die zich in een
beleggingsfonds kunnen manifesteren.
Die kunnen echter een grote invloed hebben.
Zelfs succes kan een risico vormen. Dat klinkt tegenstrijdig, maar in deze
column leest u hoe dat zit.
Risico's binnen beleggingsfondsen worden vaak weergegeven door middel van
kwantitatieve maatstaven.
Bijvoorbeeld via de standaarddeviatie van de rendementen van een fonds
(hogere standaarddeviaties impliceren een
hoger risico), de maximale daling die een fonds heeft gekend over een
specifieke periode (maximum drawdown)
of de hoogte van de beta van een portefeuille, wat aangeeft in welke mate het
fonds meebeweegt met de ontwikkeling van de markt (hogere beta is een hoger
risico).
Rendementsgeschiedenis
Hoewel deze maatstaven allemaal op hun eigen manier de risico's van een
beleggingsstrategie inzichtelijk maken, zijn ze allemaal afgeleid van de
rendementsgeschiedenis van beleggingsfondsen. Daar is op zich niets mis mee,
want het verschaft veel helderheid.
Er zijn echter ook kwalitatieve risicofactoren te benoemen die invloed kunnen
hebben op de resultaten van beleggingsfondsen en daarmee dus uiteindelijk op de
kwantitatieve risicomaatstaven. Het zijn zaken die een fondsbelegger in
ogenschouw moet nemen bij het analyseren van een beleggingsfonds. De omvang van
een beleggingsteam en de omvang van een fonds zijn voorbeelden van
potentiële risicofactoren waar beleggers misschien niet direct bij
stilstaan, maar die wel degelijk impact kunnen hebben op het succes van een
fonds.
Team in relatie tot universum
Een beleggingsfonds kan beheerd worden door een enkele beheerder of een team,
al dan niet ondersteund door analisten. De grootte van het team hoeft zeker
niet doorslaggevend te zijn, maar de omvang van het team moet wel in relatie
staan tot het te volgen universum.
Een fonds met twee beheerders kan prima zorg dragen voor een Nederlands
aandelenfonds, wat een beperkt universum kent. Een team van twee lijkt al
minder geloofwaardig wanneer het gaat om een wereldwijd mandaat, wat een
veelvoud aan beleggingskeuzes met zich mee brengt.
De inrichting van een beleggingsproces kan veel tijd besparen, net als een
sterke focus op een bepaald type aandelen. Dat neemt echter niet weg dat een
fondsbeheerder of analist een gelimiteerd aantal uren kan spenderen aan het
doen van beleggingsonderzoek.
Om tot voldoende diepgang te komen kan hij of zij daarom maar een beperkt
aantal namen volgen. Daar geldt geen gouden regel voor, maar iemand die meer
dan 50 bedrijven moet volgen staat voor een grote uitdaging. Dat vormt voor
beleggers ook een risico, wat zich minder makkelijk in cijfers laat vangen.
Het risico van succes
Een beleggingsfonds met indrukwekkende rendementen trekt beleggers aan.
Ongeremde groei van het fondsvermogen kan echter een gevaar vormen voor de
toekomstige prestaties van een beleggingsfonds. Het eens zo kleine en wendbare
fonds kan veranderen in een logge mammoettanker, wat het beheer kan
bemoeilijken of het fondsprofiel kan doen veranderen.
Zo kan het fonds door zijn groei een (te)
grote aandeelhouder worden in een bedrijf of
een te groot belang krijgen in een uitgifte van een obligatie. Deze dominantie
vormt een risico.
Hieraan verwant is het liquiditeitsrisico. Wanneer een fonds de
portefeuillewegingen voor kleinere aandelen of illiquide obligaties bij sterke
vermogensgroei wil handhaven, dan kan dit ten koste gaan van de flexibiliteit
van een fonds om in deze posities te handelen.
Een ander mogelijk gevolg van een sterke vermogensgroei is dat de beheerder
gedwongen wordt om meer posities - met mogelijk minder overtuiging - in de
portefeuille op te nemen. Vermogensgroei kan dus leiden tot verandering in
strategie en de constructie van de portefeuille van een beleggingsfonds.
Slachtoffer van eigen succes
Naast een stijgend aantal posities kan het ook zo zijn dat de fondsbeheerder
ervoor kiest om de marktkapitalisatie van de portefeuille te verhogen door in
plaats van small- of midcap-aandelen te kiezen voor de grotere, meer liquide
aandelen in het universum. Een andere mogelijkheid is het ruimer
definiëren van het beleggingsbeleid, waardoor het fonds buiten de
oorspronkelijke focusgebieden kan beleggen.
Deze stijlveranderingen leiden echter wel tot een ander karakter van het
beleggingsfonds. Hierdoor kan het mogelijk minder goed dan voorheen in de
portefeuille van de belegger passen. Daarnaast is het de vraag of het fonds
door de mutaties in het beleggingsbeleid nog in staat is om de strategie
waarmee het in het verleden zo succesvol was in de toekomst voort te
zetten.
De groei van fondsen en het effect daarvan op de strategie en de portefeuille
dient dan ook zorgvuldig door beleggers in de gaten te worden gehouden, voordat
het fonds slachtoffer wordt van zijn eigen succes.
|
|
|
|
|
|
|
Hcc Beleggen
interessegroep Computerbeleggersgroep-ZH |
Computerbeleggersgroep-ZH
|
Sinds de oprichting in 2002 houden wij ons
bezig met “Beleggen met behulp van de computer”. Het accent ligt
daarbij op het vergroten van de kennis van het ontwikkelen en exploiteren van
handelssystemen. Deze zijn vooral gebaseerd op methoden uit de kwantitatieve en
statistische analyse. Uiteraard wordt daarbij ook aandacht besteed aan
ondersteunende software. Regelmatig besteden we echter ook aandacht aan andere
vormen van beleggen zoals Fundamentele analyse. Daarbij gaan we altijd uit van
het beschrijven en bespreken van een gestructureerde aanpak die gebaseerd is op
objectieve grondslagen. |
Wij komen 9 keer per jaar
bijeen. Afwisselend
in Berkel & Rodenrijs en Delft. |
Klik hier voor meer info Contactadres:
janroozenburg@kpnplanet.nl |
|
|
|
|
|
|
Spaargeld
wederom gestegen, concentratie blijft afnemen |
Bron: DNB
|
Nederlandse huishoudens hebben momenteel ongeveer EUR 340 miljard aan spaargeld
uitstaan bij in Nederland gevestigde banken.
In 2016 is de stand van het spaargeld met EUR 5,3 miljard gestegen.
Huishoudens hebben het afgelopen jaar netto voor EUR 1,8 miljard gespaard.
Het restant van de stijging van het spaargeld werd veroorzaakt door de
bijgeschreven rente.
Het overgrote deel van deze spaarmiddelen is traditioneel verdeeld over een
relatief klein aantal banken. Maar de laatste jaren vinden in de concentratie
op de spaarmarkt enkele verschuivingen plaats (zie
grafiek).
De concentratie is in de grafiek weergegeven als een Herfindahl index en wordt
berekend door de gekwadrateerde marktaandelen te sommeren (en te
vermenigvuldigen met een factor 10.000). De waarde van de index kan fluctueren
tussen 0 en 10.000. Een hogere waarde van de index betekent een hogere mate van
concentratie.
Tijdens de jaren van onrust op de financiële markten heeft de concentratie
op de spaarmarkt een stijging vertoond na (a)
het faillissement van Icesave en de onrust
rondom ABN AMRO Bank en Fortis Bank (b)
het faillissement van DSB Bank (c) de
samenvoeging van Fortis Bank Nederland en
ABN Amro Bank en (d) de overname van
Friesland Bank door Rabobank.
Door de faillissementen en overnames verdwenen partijen van het toneel en werd
het spaargeld bij de resterende marktpartijen geplaatst. Ook hadden deze
ontwikkelingen invloed op het vertrouwen van de spaarders, waardoor huishoudens
hun spaargeld op een andere manier verdeelden.
Vervolgens is de concentratie weer afgenomen door bijvoorbeeld (e) de herstructurering van ING Bank (op last van Europese Commissie), waarbij
een deel
van het spaargeld naar Nationale Nederlanden Bank is verplaatst. Hierdoor
bevond de concentratie op de spaarmarkt zich begin 2014 weer op het niveau van
voor de start van de financiële crisis. In de jaren daarna is de
concentratie verder afgenomen.
Grafiek - Concentratie
Nederlandse bancaire
spaarmarkt voor huishoudens (Herfindahl Index)
Het overgrote deel (98% procent) van het geld van Nederlandse huishoudens dat
bij banken in Nederland wordt gespaard, is gestald bij van origine Nederlandse
banken. Buitenlandse banken (banken met een
buitenlandse moedermaatschappij) spelen dus een relatief kleine rol.
Kijkend naar de grootte van de banken (zie
tabel) zijn enkele in het oog springende ontwikkelingen zichtbaar. In
deze tabel wordt de bankensector verdeeld in vier groepen op basis van de
omvang van de balans. Voor iedere groep wordt het aandeel weergegeven in de
totale hoeveelheid spaargeld die huishoudens bij banken aanhouden; de
Herfindahl index binnen de groep en (voor de
twee grootste groepen) de rente op eenvoudig opneembaar spaargeld.
Tabel Spaargeld
In de groeiende spaarmarkt is het aandeel van de grootste banken van Nederland
(met een balanstotaal van meer dan EUR 50 miljard) de laatste jaren afgenomen.
Terwijl het aandeel van de kleinere banken (tussen
EUR 10 en 50 miljard balanstotaal) is
toegenomen, van 4 procent vóór de financiële crisis naar 11
procent op dit moment.
Daarnaast is de concentratie binnen deze laatste groep van banken sterk
afgenomen.
De kleinere banken hebben de laatste jaren dus relatief veel spaargeld
aangetrokken en bovendien is dat spaargeld gelijker verdeeld over de
marktpartijen.
Bij de grootste banken van Nederland is de concentratie binnen de groep over de
gehele periode nauwelijks veranderd, met uitzondering van een kortstondige
stijging in de hoogtijdagen van de crisis.
Er kunnen meerdere redenen zijn voor het toegenomen aandeel van de
kleinere banken. Allereerst kan het verschil in spaarrente een rol spelen.
De afgelopen jaren is een aantal kleinere banken zich actiever gaan bewegen op
de spaarmarkt en meer gaan concurreren, onder meer op spaartarieven. In de
tabel komt naar voren dat voor de financiële crisis nauwelijks verschil
bestond tussen de spaarrente van de grootste banken en die van de kleinere
banken. Gaandeweg is dat verschil opgelopen. De Nederlandse spaarrente staat
momenteel op een absoluut dieptepunt, maar kleinere banken bieden gemiddeld
genomen een aanzienlijk hogere rente dan de grotere banken (zie tabel).
Ook kunnen de grootste banken minder
behoefte aan het aantrekken van spaargeld gehad hebben, bijvoorbeeld door het
bestaan van alternatieve financieringsbronnen (die
voor kleinere banken minder toegankelijk
zijn).
Bovendien kunnen huishoudens door de gebeurtenissen tijdens de financiële
crisis hebben gekozen voor het meer spreiden van spaargeld over diverse
banken.
Hierdoor kan de concentratie op de bancaire spaarmarkt eveneens zijn
afgenomen.
|
|
|
|
|
|
|
Financieel-economische
begrippen, nieuw in 2016 |
Bron: Redactie
|
Trumpocalyps
Ironisch
begrip uit 2016 dat ook weer in 2017 opborrelt. Trumpocalyps is natuurlijk
samengesteld door de eigennaam Trump te combineren met het laatste deel van
apocalyps. Het woord apocalyps verwijst eigenlijk naar een profetie over het
einde der tijden. En hier naar het einde der tijden als gevolg van het beleid,
gedrag en handelen van de 45ste president van de Verenigde Staten, Donald J.
Trump.
Voorbeeld
'Gaan miljardairs de wereld van een Trumpocalyps redden? Als het aan William
Doll, een Amerikaanse activistische miljardair, ligt wel. Hij heeft een clubje
opgericht dat een soort VN van de rijken moet worden. Het doel: het politieke
en economische systeem redden.' Bron: FD Bites - 25-01-2017.
Dit en nog een reeks nieuwe (soms ook afgestofte) financieel-economische
begrippen als b.v.:
Baby Shell, belastingshoppen, Bremain, Breturn, Brexit-proof,
Brexitbreekclausule, Brexitstress, Brexodus, buffervrees, centennationalisme,
crepeerindex, chat bot, dash button, Dear Board-brief, pinvertraging,
plof-BV, princeling, Quitaly, Risicometer Beleggen, schermvennootschap, Scoxit,
selfiebetalen, slacktivisten, social payments, stallingsgeld, stottertaks,
systeemretailer , taksontwijkfusie, villataks, vingerratio, wankelbank,
wegsluisoma, zachte Brexit, zombie-economie.…..
die het jaar 2016 heeft opgeleverd zijn terug te vinden in De Financiële
Begrippenlijst. (www.dfbonline.nl)
De Financiële Begrippenlijst is een online financieel-economisch
woordenboek met inmiddels 17185 gepubliceerde termen op het gebied van
economie, geld, geldzaken, financiële markten, beurs en beleggen,
uitgelegd in begrijpelijke taal.
Actuele, online kennishulp - Laagdrempelige financieel-economische kennis,
samengesteld en voortdurend geactualiseerd door een volledig onafhankelijke
redactie (niet gelieerd aan enige financiële dienstverlener), gratis
toegang.
De DFB-redactie wordt gevormd door Herman Harbrink Numan en Eric Schreurs.
Zij hebben indertijd een belangrijke rol gespeeld bij de ontwikkeling van de Nederlandse
derivatenmarkten, waren medeoprichters van IFT (Institute for Financial Training) en
vormden de
hoofdredactie van ‘Opties & Futures’, een bijna 3.000
pagina’s tellend handboek voor professionele
effectenspecialisten.
|
|
|
|
|
|
|
Hcc Beleggen interessegroep
Noordbeleggen |
groep Noordbeleggen
is
gestart in maart 2006 rond het beleggingsprogramma Vestics.
Inmiddelszijn wij verder gegaan in de boeiende wereld van het beleggen.
Zo doen we onze beleggingen op individuele basis en komen zo'n vijf keer per
jaar bijeen. Het zijn 'interactieve' bijeenkomsten waarin nieuwtjes en
ervaringen onder het genot van een kopje koffie worden uitgewisseld.
Naast het bespreken van het vaste onderwerp: de 'echte' portefeuille, komen ook
onderwerpen als: ervaring met broker software, handelssystemen, indicatoren,
werking van opties/turbo's enz aan bod.
Met als rode draad:
- Selecteren van Aandelen.
-
Selecteren van Opties.
-
Werking en selectie van Turbo's - Selecteren van
Beleggingsfondsen
Benieuwd? Kom kom gerust een keer kijken of het iets voor je is. Mail voor meer
info naar Ben
Rietveld |
|
|
|
|
|
|
Koers/winst-verhouding
werkt nog steeds |
Bron: Ronald Kok, Analist.nl
|
Het kopen van aandelen met de lagere koers/winst-verhoudingen is al jaren een
verstandige keuze geweest voor beleggers.
Aandelen met hogere koers/winst-verhoudingen hebben juist lager gerendeerd.
Deze effecten zagen we bij ons onderzoek over de periode 2005 tot en met 2015
met bijna alle Europese en Amerikaanse aandelen.
Rendementen Amerikaanse en
Europese aandelen
koers/winst-verhoudingen 5 tot 10
|
Ronald Kok (RBA)
Financieel analist, entrepeneur en uitgever van o.a. Analist.nl |
Na zijn
economie opleiding aan de
Erasmus Universiteit Rotterdam, VBA aan de VU Universiteit van Amsterdam
bleef hij zich verder specialiseren w.o. EFFAS , en focust hij zich nu
vooral op financiële analyse en de praktische toepasbaarheid van
beleggingsstrategieën. Zijn aandachtsgebieden zijn vooral de Amerikaanse
en Europese aandelen. Daarnaast focust Ronald zich ook op
derivatenstrategieën, asset-allocatie en
risicomanagement. |
We zien verder dat het gemiddelde rendement van de aandelen met
koers/winst-verhoudingen tussen de 5 en de 10 jaarlijks bijna 16 procent aan
rendement opleverde.
Dit is natuurlijk een super rendement maar ging uiteraard wel gepaard met de
nodige dalingen zoals in 2008.
Hogere rendementen bij
kleinere
aandelen
We zien verder in de tabel hier onder dat naarmate de marktkapitalisaties van
de aandelen groter worden dat de rendementen juist dalen.
Dit wordt deels verklaard door het smallcap-effect; hetgeen inhoudt dat
kleinere aandelen een hoger rendement leveren omdat de risico’s ervan ook
hoger zijn.
Verder zitten er in het microcapsegment enorm veel extreme uitslagen:
rendementen kunnen vele malen boven de honderd procent per jaar zijn maar ze
kunnen nooit meer dan 100 procent dalen.
Podcast toelichting
onderzoek
Amerikaanse/Europese koers/winst-verhoudingen
Rendementen per
marktkapitalisatie
Verder moeten we opmerken dat we de eventuele dividenduitkeringen hier
achterwege hebben gelaten. Als we die zouden toevoegen zouden de verschillen
iets kleiner worden omdat het juist de grotere bedrijven zijn die dividenden
uitkeren en de kleinere bedrijven doen dat juist minder. De relatief lagere
winst van de megabedrijven wordt dan dus weer ietsje hoger.
Het mandje met microcapaandelen deed het dus volgens deze strategie het met een
gemiddeld rendement van bijna 22 procent per jaar dus met afstand het beste van
de 5 groepen met marktkapitalisaties.
Aandelen met hogere
koers/winst-verhoudingen
doen het slechter
Hoe zit het dan met de aandelen met de hogere koers/winst-verhoudingen?
We keken hiervoor naar de aandelen met koers/winst-verhoudingen tussen de 20 en
de 40.
We zien hier over dezelfde periode (dus 2005-2015) beduidend slechtere
resultaten. In veel jaren, vooral ook in 2008, zijn de rendementen ervan juist
heel negatief. In 2015 verloren alle aandelen in dit mandje, ongeacht hun
marktkapitalisatie.
Gemiddeld was het verlies 4 procent terwijl het aandelenmandje met de lagere
koers/winst-verhoudingen juist ruim 15 procent won.
|
|
|
|
|
|
|
Arm
en
rijk |
Bron: Jan Kolkman, Stockpicker-signaal, 27
jan
2017. |
Jan Kolkman,
oprichter van Stockpicker-signaal |
heeft tientallen jaren ervaring
opgedaan met de belegging in
aandelen bij een grote beleggingsmaatschappij en hij heeft zich daarna, via
cursussen, symposia en heel veel lezen, gespecialiseerd in technische analyse.
Hij hanteert diverse algemeen gebruikte indicatoren en daarnaast ook signalen
uit eigen koker.
Dit artikel is niet een signaal van Stockpicker-Signaal zoals ik die twee keer
per maand publiceer. Ik heb een
long positie in Galapagos, Genmab en Propanc. |
|
Stockpicker-signaal heeft al dikwijls geschreven over de biotech-sector. Deze
sector die de kennis heeft om medicijnen te ontwikkelen, maar niet het geld
heeft om die op de markt te brengen, doordat Fase 2 en vooral Fase 3 uiterst
kostbaar zijn, is daardoor veroordeeld samen te werken met partijen die die
middelen wel ter beschikking hebben.
En dat zijn de grote farmaceutische ondernemingen als Pfizer, Merck, Gilead,
Johnson & Johnson, Novartis en Roche.
Het grote gevaar voor die knappe, maar arme biotech is dan ook dat ze krap bij
kas komen te zitten en het lopende onderzoek niet meer kunnen bekostigen.
Wanneer zo’n bedrijf met een veelbelovend kandidaat-medicijn bezig is en
dat is in dat wereldje van medicijn-ontwikkelaars wel hier en daar bekend, dan
komt één of andere farma-reus wel aan de deur rammelen met een
grote geldzak en weinig inhoud om die arme biotech verder te helpen met zijn
onderzoek.
Maar ja, die rijke farmaceut ziet ook wel dat die biotech in feite met de rug
tegen de muur staat. En de farma-reus is ook geen filantropische instelling,
maar een onderneming die winst moet maken en het liefst wat meer dan in het
voorgaande jaar. Dus de farmaceut begint de besprekingen voor samenwerking in
de geest van: ik wil je wel helpen, maar we doen het wel op mijn manier.
|
31dec16 |
26jan17 |
% ± |
-1 JR |
% ± |
-2JR |
% ± |
-5 JR |
% ± |
-10JR |
% ± |
^NBI |
2772.73 |
2840.11 |
+2.4 |
2850.50 |
-0.4 |
3339.19 |
-14.9 |
1251.92 |
+126.8 |
790.47 |
+259.3 |
ABL |
10.81 |
11.84 |
+9.5 |
13.62 |
-13.1 |
10.45 |
+13.3 |
3.03 |
+290.8 |
7.00 |
+69.1 |
GAL |
60.94 |
62.20 |
+2.1 |
48.54 |
+28.1 |
17.50 |
+255.4 |
10.65 |
+484.0 |
-- |
-- |
GEN |
1173 |
1314 |
+12.0 |
841 |
+56.2 |
441.30 |
+197.8 |
42.98 |
+2957.2 |
334.00 |
+293.4 |
KIA |
8.45 |
8.48 |
+0.4 |
10.25 |
-17.3 |
12.40 |
-31.6 |
-- |
-- |
-- |
-- |
PRO |
0.0088 |
0.0121 |
+38.0 |
0.0190 |
-36.3 |
0.0121 |
+0.0 |
0.75 |
-98.4 |
-- |
-- |
THR |
2.53 |
3.16 |
+24.9 |
3.19 |
-0.9 |
7.00 |
-54.9 |
21.00 |
-85.0 |
3.16 |
+0.0 |
TIG |
0.71 |
0.73 |
+2.8 |
1.14 |
-36.0 |
0.71 |
+2.8 |
0.73 |
+0.0 |
6.51 |
-88.8 |
Toelichting:
^NBI |
=
Nasdaq
Biotchnology Index |
|
ABL |
= Ablynx |
ABLX.BR |
GAL |
= Galapagos |
GLPG.AS |
GEN |
= Genmab |
GEN.CO |
KIA |
= Kiadis |
KDS.AS |
PRO |
= Prpoanc |
PPHC |
THR |
= ThromboGenics |
THR.BR |
TIG |
= Tigenix |
TIG.BR |
Het is algemeen bekend dat de sector biotech één van de meest
volatiele sectoren van de beurs is, waardoor de timing van de aan- en verkopen
essentieel is. Ik ben nog steeds van mening dat zowel Genmab als Galapagos het
waard zijn om ze in je portefeuille te hebben. Als ik ze niet zou hebben, dan
zou ik ze nu wel willen kopen. Dit vanwege hun buitengewoon interessante
pijplijn, dat wil zeggen de medicijnen die zij nu in ontwikkeling hebben.
Verder heb ik een paar Nederlandse en Belgische biotechs in bovenstaand lijstje
opgenomen. En ook een heel speciale, dat het Australische bedrijfje Propanc
Health Group. Het is maar piepklein, het aantal full time medewerkers is
één. De beurskapitalisatie is slechts 10,15 miljoen dollar. De
koers is nu 1,21 dollarcent, dus voor 100 euro kun je bijna 9000 van die
aandeeltjes aanschaffen.
Bovendien zien de indicatoren er nogal goed uit, het is weliswaar nog geen
screaming buy, maar ik vind het wel de moeite waard ze in portefeuille te
houden. Bovendien een aandeel op zo’n lage koers kan makkelijker een
fantastische stijging laten zien dan een gigant als bij voorbeeld Royal Dutch
Shell !!
Verder kwam Propanc afgelopen dinsdag met een bericht (Googel op: Propanc provides progress update on
addiotinal patent applications),dat best eens een goede ontwikkeling zou
kunnen zijn.
Een ander punt dat de aandacht verdient is de kaspositie van amper 25 duizend
dollar per 30 september 2016. Ook interessant is het bericht van 17 januari
2017 van Robert Schuckink Kool, die van mening is dat de biotech sector gereed
is voor een nieuwe rally.
|
|
|
|
|
|
|
Gift
van een value-belegger |
Bron: Hendrik Oude Nijhuis
|
|
Hendrik Oude Nijhuis
Auteur, oud bestuurslid HCC Beleggen en BSC Duitenberger.
Oprichter Warrenbuffet.nl |
Hendrik Oude Nijhuis
heeft zich
jarenlang verdiept in
‘s werelds beste beleggers. Hij is medeoprichter van Beterinbeleggen.nl
en zijn
bestseller over Warren Buffett is via de website http://www.warrenbuffett.nl/
gratis beschikbaar. Deze column is niet bedoeld als individueel advies tot het
doen van beleggingen. |
Toen ik afgelopen jaar de aandeelhoudersvergadering van Warren Buffett bezocht
was ik de avond ervoor in het Hilton in Omaha te vinden.
Daar vond op dat moment het 'From Graham to Buffett and Beyond'-diner plaats
georganiseerd door Columbia Business School.
Een van de panelleden deze avond was Tom Russo, een succesvolle
value-belegger.
Al ruim een kwart eeuw verslaat Russo de aandelenmarkt door simpelweg te
beleggen in bedrijven die zowel de mogelijkheid hebben tot herinvesteren alsook
daartoe daadwerkelijk bereid zijn.
Bekijkt u dit video-interview [duur: circa 27 minuten] waarin Tom Russo zijn
relatief eenvoudige maar toch heel lucratieve beleggingsstrategie nader
toelicht.
Gift
Ruim twee jaar geleden doneerde Russo een bedrag van US $ 1,25 miljoen aan
Columbia Business School. Met dit geld is vervolgens een start gemaakt met het
5x5x5 Student Portfolio Fund. Studenten kunnen zich aan Columbia Business
School de theorie van het value beleggen eigen maken en door middel van dit
fonds hun opgedane kennis gelijk in praktijk brengen.
Ieder jaar worden voor het fonds vijf aandelen gekocht. Draagt een student een
aandeel voor het fonds voor dan moet hij of zij de motivatie hiervoor in vijf
(of minder) punten kenbaar maken. En eenmaal gekocht blijft een aandeel
vervolgens vijf jaar lang in portefeuille. Vandaar 5x5x5.
In ieder aandeel wordt US $ 50.000 geïnvesteerd. Uiteindelijk bestaat het
fonds daarmee uit 25 verschillende posities. Ideeën voor het fonds worden
aangereikt door studenten die het Value Investing Program aan Columbia Business
School volgen waar de bekende value-belegger Bruce Greenwald heel nauw bij
betrokken is.
Uitstekende start
Professor Greenwald, auteur van de klassieker 'Value Investing: From Graham to
Buffett and Beyond', selecteert voor het fonds ieder jaar 15 aandelen op basis
van de ideeën die door zijn studenten worden aangedragen. Uit deze
aandelen kiest de 'Investment Board' vervolgens de vijf aandelen die
daadwerkelijk worden gekocht.
De 'Investment Board' bestaat naast Greenwald zelf uit Tom Russo en de tien
studenten wiens voorgedragen aandelen in de voorgaande twee jaar daadwerkelijk
voor het fonds werden aangekocht. Leren staat centraal bij het fonds en
gestreefd wordt naar uitwisseling van kennis en ervaringen van verschillende
jaargangen studenten die bij de selecties voor het fonds betrokken zijn of zijn
geweest.
Posities worden na vijf jaar weer verkocht waarmee geld vrijkomt voor nieuwe
beleggingen. De eventuele winsten - de meeropbrengst boven inflatie - komt aan
een goed doel ten goede: studenten die graag het Value Investing Program willen
volgen maar dit niet zelf kunnen bekostigen.
Zowel voor beleggingsclubs als voor individuele beleggers is de opzet van het
5x5x5-fonds de moeite waard eens te overdenken. Dit vanwege de geconcentreerde
en systematisch opgebouwde portefeuille, het tot de kern reduceren van
aankoopoverwegingen en vanwege de focus op de lange termijn (aandelenkoersen
bewegen op korte termijn immers zo goed als willekeurig).
Overigens is er nog een reden om het 5x5x5-fonds te blijven volgen. Afgelopen
jaar presteerden de vijf aandelen die het voorgaande jaar geselecteerd werden
namelijk opmerkelijk goed:
- CDK Global (rendement afgelopen jaar: +35%)
- Cummins (+61%)
- John Deere (+43%)
- Qualcomm (+44%)
- The Weir Group (+130%)
Meer informatie over het 5x5x5-fonds inclusief de vijf geselecteerde aandelen
van afgelopen jaar is via deze
link beschikbaar.
|
|
|
|
|
|
|
Experts
zijn super somber |
Bron: Corné van Zeijl, Actiam
|
Vorige maand was het korte termijn optimisme weer ingezakt en het enthousiasme
op de beurs ook.
De AEX begon het jaar met een kleine min van 1,3%. Het track record van de
experts wordt steeds beter.
Vrijwel heel 2016 waren ze somber en net voor de december rally kwam het
optimisme bij de experts terug.
Met dit in het achterhoofd is het zorgwekkend dan de toekomst voor aandelen zo
somber inzien. Slechts 10% verwacht een stijging en maar liefst 53% gaat van
een daling uit. Deze mate van somberheid is heel extreem. Het is slechts
eenmaal eerder voorgekomen en dat was eind 1999. Toen waren waarderingen en de
angst voor de millennium bug een belangrijke factor. Opvallend is dat
Amerikaanse beleggingsadviseurs juist heel erg positief zijn. Maar de experts
uit de ACTIAM enquête zullen wel een stuk slimmer zijn. De reden
voor de somberheid liggen in verwachte renteverhogingen door centrale banken en
/ of minder QE, de Trump onzekerheid en veel verkiezingen.
Ook
voor
de langere termijn zien we een zelfde beeld.
Aandelenkeuzes zozo
De aandelenkeuze was niet zo briljant. Per saldo deden de floppers het net wat
beter dan de toppers en dat is niet de bedoeling. KPN en AEGON waren ij de
toppers vooral teleurstellend. Maar de stijging van flopper Altice was echt
fnuikend voor de performance. Een schrale troost is dat de IEX lezers het nog
slechter deden. Alle toppers daalden daar en bijna alle floppers stegen. Bij
hun stond er min van 4,8% bij het fictieve long/short fonds.
Ahold topper, Arcelor weer flopper
Voor de komende maand vindt men weer dat de stijging van Arcelor Mittal wel
genoeg is geweest. Een ook een Altice komt weer op de flopperslijst voor. Het
lijst wordt afgemaakt met SBM, Heineken en Unibail. Bij de toppers is het een
gemixt beeld. Ahold staat op nummer 1 en opnieuw volgen AEGON en KPN. Gemalto
is de nieuwkomer.
Deze maand deden er 70 expert aan de enquête mee,
waarvoor mijn
dank.
|
|
|
|
|
|
|
HCC!beleggen
zoekt actieve vrijwilligers |
Wat doe jij met je geld?
En met je vrije tijd?
HCC!beleggen is op zoek naar actieve vrijwilligers om bijvoorbeeld de redactie
over de nieuwsbrief te voeren, als webmaster te fungeren, te helpen bij het
organiseren van symposia en andere bijeenkomsten en meer. Ben jij een
enthousiaste belegger?
Meld je dan aan via het bestuur
of de redactie van HCC!beleggen.
Wie zoeken we?
Er is behoefte aan vrijwilligers die zich met verschillende zaken willen
bezighouden. Zo zoeken we verschillende redacteuren voor diverse werkzaamheden,
maar zijn we ook opzoek naar mensen die graag contacten onderhouden met
bijvoorbeeld sprekers voor onze symposia.
Redacteuren
We zoeken redacteuren die zo’n een á twee uur per week willen
besteden aan het aanleveren en op de website plaatsen van content. Het gaat dan om onder
meer artikelen over economische onderwerpen, specifieke beleggingsartikelen of
andere interessante financiële onderwerpen.
Ook zoeken we redacteuren die zo’n zes uur per maand kunnen besteden aan
het leveren en plaatsen van financieel -economische content voor de
maandelijkse nieuwsbrief.
Die nieuwsbrief moet natuurlijk ook in elkaar gezet worden. Ben je handig met
een computer en heb je ongeveer vier uur per maand tijd, dan kun je je hiervoor
aanmelden. Dit kan natuurlijk ook in combinatie met het leveren van de content
voor website en/of nieuwsbrief.
Contactpersonen
Heb je meer affiniteit met mensen dan met teksten? Wees welkom want we zijn ook
naarstig op zoek naar sociaal bedreven, communicatief vaardige mensen die
contacten met bijvoorbeeld sprekers voor symposia willen onderhouden. Dit zal
ongeveer twee uur van je tijd per maand kosten. Ook hiervoor wordt natuurlijk
wel interesse in beleggen verwacht.
Heb je zin en tijd ons te helpen, meld je dan aan via het het bestuur of de redactie van HCC!beleggen
|
|
|
|
|
|
|
|
Disclaimer: Deze
publicatie komt tot stand op de redactie van beleggersonline.nl de website van
de HCC IG Beleggen. Noch de mate waarin de berichten, voorgestelde
scenario’s, risico’s en voorspellingen de marktverwachtingen
weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen,
kunnen worden gewaarborgd. De voorspellingen zijn indicatief. De gegevens in
deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden
beschouwd als beleggingsadvies. De
schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur van de HCC IG Beleggen en/of de
Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet aansprakelijk voor eventuele
verliezen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren, behaalde resultaten uit
het verleden geven geen garantie voor de toekomst. |
|
|
|