64 ste HCC Beleggen Symposium
"Weg van de gebaande paden."
Waarom altijd alleen maar alleen beleggen in aandelen? Er is nog zoveel meer
mogelijk.
David Swensen - bekend van het Yale beleggingsfonds - die jaren gemiddeld
een rendement van ruim 10% per jaar maakte, heeft dit bijvoorbeeld laten zien.
In plaats van de traditionele 60-40 verdeling is hij in de 70-er jaren een weg
ingeslagen waarbij hij ook is gaan beleggen in allerlei andere zaken.
Naast aandelen en obligaties is hij gaan beleggen in o.a. private equity, hedge
funds, e.d. In 2008 werd duidelijk dat ook aan zo'n aanpak uiteraard de
nodige risico's kunnen zitten.
Tijdens dit 64-ste HCC beleggen Symposium zullen naast de traditionele
beleggingsmethode u een aantal alternatieve worden aangereikt . Zo zal
bijvoorbeeld crowdfunding en een hedge fund worden besproken.
Ook het handelen en het bouwen van een tradingsysteem zal aan de orde
komen. Kortom er staan weer een groot aantal interessante onderwerpen op
het programma.
Daarnaast zijn er ook weer een groot aantal leveranciers aanwezig die u graag
wegwijs maken in de door hun geboden diensten.
Indien u lid bent van onze vereniging HCC (HCC
Beleggen lid worden kan ter plaatse tegen een gereduceerd tarief ) is voor u de
toegang vanzelfsprekend ook gratis anders vragen wij van u een kleine bijdrage
in de kosten van €15,=
AFM: 'Aanbieders van Contracts for Difference stellen beleggers onnodig bloot
aan risico’s'. De
AFM (Autoriteit
Financiële Markten)
heeft vanaf het najaar 2013 gefaseerd onderzoek gedaan naar Contracts for
Difference (CfD’s).
Uit het onderzoek (1) blijkt dat aanbieders klanten te gemakkelijk
in de gelegenheid stellen om in deze zeer risicovolle producten te beleggen.
De marketing van aanbieders van CfD’s richt zich op een te brede groep
beleggers en de informatieverstrekking over de werking en risico’s van het
product is in vaak onvoldoende.
CfD's
Een CfD is een financieel instrument waarbij twee partijen met elkaar afspreken
om de waarde van een onderliggende belegging op twee verschillende momenten met
elkaar te verrekenen. Hierbij wordt ingespeeld op een koersverandering.
Die onderliggende belegging kan van alles zijn zoals een vreemde valuta,
beursindex of een aandeel.
Een beperkte koersschommeling kan door de hefboomwerking bij CfD’s leiden tot
grote verliezen.
In december 2011 heeft de AFM al een waarschuwing over de risico’s van CfD’s overgenomen van de
Europese toezichthouders European Banking Authority (EBA) en European
Securities and Markets Authority (ESMA). Naar aanleiding van aanhoudende
signalen over de risico’s van deze producten is de AFM in het najaar van 2013
een onderzoek gestart onder 20 aanbieders van CfD’s in Nederland.
De Franse toezichthouder, de Autorité des Marchés
Financiers (AMF) heeft recent nog gewaarschuwd (artikel
engelstalig) dat meer dan 89% van de beleggers in CfD’s aanzienlijke
geldbedragen verliest. Omdat de producten in Frankrijk niet verschillen van de
producten die in Nederland worden aangeboden, is er geen reden om aan te nemen
dat in Nederland de situatie anders is.
Acceptatieprocedure,
informatieverstrekking en marketing
Uit het onderzoek(1) van de
AFM blijkt dat aanbieders van CfD’s wel een acceptatieprocedure hebben.
Hierbij wordt geïnventariseerd welke kennis en ervaring klanten hebben en of ze
voldoen aan een minimale vermogenseis.
Aan deze inventarisatie worden door veel aanbieders vervolgens onvoldoende
consequenties verbonden. Klanten met weinig ervaring, risicobereidheid en
vermogen kunnen zo alsnog te gemakkelijk beleggen in CfD’s. Hoewel het
acceptatiebeleid in lijn is met de wettelijke vereisten, dringt de AFM er bij
aanbieders nadrukkelijk op aan dat zij meer doen om dit te voorkomen.
De informatieverstrekking over CfD’s door aanbieders vindt de AFM over het
algemeen onder de maat. In veel van de onderzochte gevallen is geconstateerd
dat er onvoldoende uitleg wordt gegeven over de werking en risico’s van CfD’s.
De AFM heeft haar bevindingen met de aanbieders gedeeld waarna deze hebben
aangegeven verbeteringen te zullen doorvoeren.
Veel van de aanbieders hebben dit inmiddels ook gedaan. De marketinguitingen
over CfD’s voldoen in de meeste gevallen aan de geldende wettelijk normen, maar
richten zich op een te brede groep van beleggers. Enkele aanbieders bieden
daarbij vergoedingen aan voor het aanbrengen van nieuwe klanten.
Deze vorm van werving bij CfD’s vindt de AFM niet acceptabel. De AFM heeft de
aanbieders hierop gewezen.
Aangezien de kans op verlies voor beleggers groot is, heeft de AFM er verder op
aangedrongen klanten meer mogelijkheden te geven om verliezen bij CfD’s te
beperken. Dit kan bijvoorbeeld doordat aanbieders bepaalde ordertypes, zoals
een gegarandeerde stop-loss order, aanbieden of contractueel een restschuld
uitsluiten.
Buitenlandse aanbieders
leven Europese regels onvoldoende na
Een aspect dat het toezicht op CfD’s door de AFM compliceert is dat veel
aanbieders niet onder toezicht staan van de AFM.
Deze aanbieders zijn vanuit Europa actief in Nederland op basis van een
Europees paspoort en vallen onder het toezicht van de Europese toezichthouder
die de vergunning heeft verstrekt.
De AFM constateert dat een aantal van deze aanbieders de geldende Europese
regels onvoldoende naleeft. De AFM vindt deze situatie zorgwekkend en is
voornemens dit in de daartoe bestemde (internationale) gremia te adresseren. (1) Download Rapport (pdf):Productonderzoek Contracs for Difference
Betere
bescherming voor belegger in beleggingsobligaties nodig
Bron: redactie, afm, wikipedia
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) pleit voor extra bescherming voor
beleggers in zogenoemde beleggingsobligaties. Uit eerder onderzoek blijkt
dat deze producten veel tekortkomingen kennen, erg risicovol zijn en de
opbrengst vaak tegen valt.
Nu heeft de AFM, naar eigen zeggen, te weinig grip op aanbieders van
beleggingsobligaties, omdat veel aanbieders gebruikmaken van vrijstellingen en
uitzonderingen op de prospectusplicht en niet onder doorlopend toezicht
staan.
Obligaties
Een obligatielening is een geldlening op lange termijn, afgesloten met een
meestal groot aantal vermogensverschaffers.
Deze krijgen, als bewijs voor de door hen verstrekte geldbedragen,
schuldbekentenissen (obligaties).
De geldnemer, een onderneming of andere instelling bijvoorbeeld de overheid, is
verplicht om een vaste interestbedrag (meestal jaarlijks) te betalen.
Beleggingsobligaties
Obligatielening waarvan de opbrengst wordt gebruikt om te beleggen in
bijvoorbeeld landbouwgrond, zonnepanelen, wijn of mkb-ondernemingen. Rente en
aflossing worden betaald uit de opbrengst van de beleggingen.
Een beleggingsobligatie is
een risicovolle investering.
Daarom pleit de AFM voor aanpassing van de wet om aanbieders van
beleggingsobligaties onder doorlopend toezicht te brengen.
Het ministerie van Financiën bereidt inmiddels een wijziging van de wet voor.
De AFM heeft in 2014 extra aandacht besteed aan vrijgestelde aanbieders van
beleggingsobligaties. Uit onderzoeken bij zeven partijen kwamen ernstige
tekortkomingen in de informatieverstrekking naar voren. Het merendeel van de
onderzochte partijen verstrekte niet alle essentiële informatie en in sommige
gevallen werd zelfs onjuiste informatie aan beleggers verstrekt. De AFM heeft
diverse handhavingsmaatregelen opgelegd. De AFM heeft zich in de zeven
onderzoeken uitsluitend kunnen richten op de informatieverstrekking aan
beleggers, omdat deze aanbieders niet onder haar doorlopend toezicht staan.
Extra bescherming van consumenten is nodig, onder meer op het gebied van de
informatieverstrekking.
Uit de Consumentenmonitor van de AFM van najaar 2014 blijkt dat beleggers de
hoogte van de rente de belangrijkste reden vinden om in een beleggingsobligatie
te investeren.
Ze kijken daarbij onvoldoende naar de risico’s van beleggingsobligaties, of
begrijpen deze risico’s verkeerd.
Veelbelovende advertenties spiegelen hoge rendementen voor zonder aandacht voor
alle risico’s.
Appelleren aan duurzaamheid en groene beleggingen verhoogt de kans dat
beleggers overwegen te investeren, zonder dat zij daar de risico’s volledig bij
in beeld hebben.
Risicoverhogende factoren, zoals het (ontbreken van) eigen vermogen van de
aanbieder van de obligatie of het feit de aanbieder de obligatiegelden
doorleent, zijn slechts voor een kleine meerderheid reden om terughoudender te
zijn met hun investering.
Hoe herken je een risicovolle belegging in
obligaties?
- Een complexe (juridische) structuur:
hierdoor is het voor beleggers vaak onduidelijk welke zekerheden en rechten zij
nu eigenlijk hebben.
- Hoge kosten en fees: Veel risicovolle
obligaties kenmerken zich door hoge initiële kosten die in veel gevallen ten
gunste van de initiatiefnemer komen. Daarnaast ontvangt de initiatiefnemer een
doorlopende vergoeding die veelal vast is en die niet in relatie staat tot de
beleggingsresultaten. In een aantal gevallen zijn deze doorlopende kosten
relatief hoog. Door de kosten op deze wijze te structureren is het risico van
de initiatiefnemer zelf beperkt.
- Risicoprofiel: uitgevende ondernemingen van
risicovolle obligaties hebben vaak weinig tot geen eigen vermogen. Dit verhoogt
de risico’s voor beleggers bij een faillissement.
- Schijnzekerheden: vaak bieden aanbieders van
obligaties hoge gegarandeerde rendementen. Het is echter onzeker of ze de
garanties die ze verstrekken ook kunnen blijven betalen. Ook wordt de
onderliggende waarde zoals vastgoed, het MKB of zonne-energie, vaak ten
onrechte gepresenteerd als zekerheid.
Uit een eerder een verkennend onderzoek gedaan, door de AFM, naar de veiligheid
van deze producten, de transparantie over risico’s en het gebruik van
uitzonderingen en vrijstellingen werd duidelijk dat het grootste deel van de
onderzochte beleggingsobligaties ‘onwenselijk’ is wegens het hoge risico en de
vaak tegenvallende opbrengst.
Uit het verkennend onderzoek
kwamen duidelijke tekortkomingen naar voren:
Een ondoorzichtige en ingewikkelde juridische en
economische structuur, met intransparante intragroepsrelaties en onduidelijke
zeggenschapsverhoudingen. Hierdoor is niet duidelijk welke zekerheden en
verhaalsmogelijkheden beleggers hebben.
Een ‘scheef’ risicoprofiel. Uitgevende ondernemingen
van beleggingsobligaties hebben vaak weinig tot geen eigen vermogen. Hierdoor
ondervindt de uitgevende instelling geen nadeel wanneer de belegging niet
slaagt. De risico’s van faillissement liggen volledig bij de belegger.
Schijnzekerheden. Vaak bieden aanbieders van
beleggingsobligaties hoge gegarandeerde rendementen, waarbij de onderliggende
waarde zoals vastgoed of zonne-energie onterecht wordt gepresenteerd als
zekerheid. In de praktijk blijken deze zekerheden in veel gevallen inhoudsloos
en zijn beleggingsobligaties achtergesteld aan andere schulden.
Een goedgekeurd prospectus
is geen keurmerk
Voor sommige van deze obligaties is een prospectus opgesteld dat is goedgekeurd
door de AFM.
Als je dit ziet staan in advertenties kan de indruk bestaan dat een goedgekeurd
prospectus volledige zekerheid biedt.
Een goedgekeurd prospectus zegt echter niets over de betrouwbaarheid van een
aanbieder.
Ook is het geen garantie dat de beloofde rendementen daadwerkelijk worden
behaald.
Ten slotte over een hoog
(gegarandeerd) rendement:
Een hoog rendement betekent over het algemeen ook een hoog risico. Zo kunnen
rentebetalingen stoppen als het slecht gaat met de onderneming die obligaties
uitgeeft. Ook kan de rente afhankelijk zijn van de opbrengst van de belegging.
Dit soort risico’s staan vaak alleen in de voorwaarden beschreven.
Lees de voorwaarden daarom altijd goed door is het
advies van de AFM.
Bron: Ad van de Gevel en Charles Noussair - Me
Judice, 24 februari 2015
De sterk toenemende kosten van
cybercriminaliteit vereisen een verschuiving van detectie naar preventie. Om de
gelegenheid te beperken is vooral risicovol gedrag van de eigen medewerkers van
groot belang.
Dit stellen Ad van de Gevel en Charles Noussair in een overzicht van de
verschijningsvormen en de kosten van cybercriminaliteit.
Groeiende industrie
Een brede definitie van internetcriminaliteit geeft vormen van criminaliteit
die betrekking hebben op, of gepleegd zijn met, computersystemen, inclusief
telecommunicatienetwerken. Internet criminaliteit omvat het stelen van
intellectuele eigendom, het online plunderen van bank rekeningen, het creëren
en verspreiden van virussen op andere computers, het plaatsen van
vertrouwelijke zakelijke informatie op het Internet en het verstoren van
kritieke nationale infrastructuur van een land. Zakelijke verstoringen en
verlies van informatie of diefstal ervan behoren tot de meest significante
consequenties van een cyber aanval. Cybercrime is een groeiende industrie en
criminele organisaties worden steeds professioneler, zij ontwikkelen hun eigen
technieken en hulpmiddelen of breiden die van anderen uit. Er bestaat een markt
voor criminele cyberdienstverlening met een ruime beschikbaarheid van kennis en
tools voor cybervandalen.
De fundamentele bouwstenen van het internet zijn protocollen die ruim 30 jaar
geleden zijn ontwikkeld, zonder enige notie van hoe groot het Internet in de
daaropvolgende decennia zou worden. Protocollen als het Border Gateway Protocol
(BGP), het Domain Name System (DNS) en het Simple Mail Transfer Protocol (SMTP)
gebruiken nauwelijks enige vorm van verificatie, authenticatie of encryptie en
werken op basis van vertrouwen in de integriteit van hun communicatiepartners.
Verouderde software bevat vaak al langer bekende kwetsbaarheden en daar die
niet meer worden opgelost, kunnen cybercriminelen deze blijvend misbruiken.
Hierdoor ontstaat een ICT-duurzaamheidsprobleem.
Kwaadwilligen proberen de gebreken in deze protocollen te misbruiken. DNS en
BGP, beide noodzakelijk voor het dirigeren van internetverkeer, zijn een gewild
doelwit om internetverkeer naar ongewenste bestemmingen om te leiden en zo
slachtoffers bijv. massaal met malware te besmetten of vervalste webpagina’s te
tonen waarmee wachtwoorden kunnen worden gestolen.
Criminelen nemen hun beslissingen op basis van een evaluatie van de waarde van
de gestelde doelen, het risico van ontdekking en het gemak van toegang om in te
breken in een netwerk.
Ad van de Gevel
universitair docent verbonden aan de Universiteit van Tilburg..
Recente
publicaties:
Gevel, A.J.W. van de, & Noussair, C.N. (2014). De biologie van financiele
markten. Het Beste Idee van 2014 (pp. 218-222).: Uitgeverij De Wereld.
Gevel, A.J.W. van de, & Noussair, C.N. (2013). The Nexus Between Artificial
Intellgence and Economics. Heidelberg Berlin: Springer Verlag. (SpringerBriefs
in Economics).
Gevel, A.J.W. van de, & Noussair, C.N. (2012). The Nexus between Artificial
Intelligence and Economics. (CentER Discussion Paper, 2012-087). Tilburg:
Economics.
De intentie van Internetberoepscriminelen is vaak het verdienen van geld, ofwel
door het zelf uitvoeren van aanvallen op informatie of op ICT netwerken of door
afpersing door te dreigen met cyberaanvallen, ofwel door het aanbieden van
diensten waarmee anderen aanvallen kunnen uitvoeren, ofwel door de handel in of
dienstverlening voor gestolen informatie. Cybervandalen (hacktivisten, hackers)
willen met hun aanvallen ook ideologische doelen realiseren of dichterbij
brengen. Terroristen hebben de intentie maatschappelijke veranderingen te
bewerkstelligen, de bevolking ernstige vrees aan te jagen of politieke
besluitvorming te beïnvloeden.
Cybercriminelen zijn zich in de afgelopen periode meer gaan richten op de
infrastructuur van het Internet in plaats van op individuele computers of
sites. De schaalvoordelen van het misbruiken van een dienstverlener zoals een
hostingpartij, een domeinnaamserver of een populaire website, bieden
bijvoorbeeld veel meer mogelijkheden dan het compromitteren van een individuele
website.
Verschijningsvormen
Cybercriminaliteit komt in veel vormen voor. Hieronder bespreken we de
belangrijkste.
Malware is een verzamelnaam voor vormen van software met kwaadaardige bedoeling
zoals phishing, computer virussen, wormen, Trojaanse paarden, spyware of
keyloggers. De eerste sporen van malware dateren al van 2003. Regin is
gekarakteriseerd als de meest geavanceerde malware waarvan het Belgische
telecom bedrijf Belgacom in 2013 het slachtoffer is geworden bij een
grootschalige aanval die waarschijnlijk is uitgevoerd door de Britse
inlichtingendienst Government Communications Head Quarters (GCHQ) en de
Amerikaanse inlichtingendienst National Security Agency (NSA). De hacking
operaties tegen Belgacom en ook tegen de Europese Unie zijn wereldkundig
gemaakt via de uitgelekte documenten over de spionageactiviteiten van de NSA
door de onthullingen van klokkenluider Edward Snowden in juni 2013 (voetnoot
1). Regin is vergeleken met Stuxnet dat werd ingezet om de
uraniumverrijkingscentrale in het Iraanse Natanz te saboteren. De worm die
ontwikkeld is door de Verenigde Staten en Israël legde een vijfde van de
Iraanse computers, die gebruikt worden voor het kernprogramma plat. Hierdoor
zou het Iraanse atoomprogramma voor meerdere jaren vertraagd zijn.
Phishing is een vorm van internetfraude, waarmee fraudeurs proberen om via
e-mail achter bankgegevens te komen. Potentiële slachtoffers worden naar een
valse (bank)website gelokt. Die is echter een kopie van de echte website van de
bank. Na verzochte invoering van inlognaam en wachtwoord krijgt de fraudeur de
beschikking over bankgegevens waarna plundering van de rekening volgt.
Symantec, een onderneming gespecialiseerd in computer beveiliging, schat dat
per dag wereldwijd 8 miljoen phishing pogingen worden ondernomen.
Met de term Trojaans paard wordt een kwaadaardig programma bedoeld dat
ongemerkt met een ander programma meekomt en die, van binnenuit, onopgemerkt op
een computer actief zijn en die een kwaadwillende ongemerkt toegang geeft of
(ongewenste) acties uitvoert. Een Trojaans paard kan worden gebruikt om
virussen en wormen te verspreiden. Het belangrijkste verschil is, dat virussen
en wormen zichzelf verspreiden naar slachtoffers (push) en Trojaanse paarden
meestal door het slachtoffer worden binnengehaald (pull). Een computerworm (of
kortweg worm) is een zichzelf vermenigvuldigend computerprogramma dat zichzelf
verspreidt over het Internet en dat via het netwerk kopieën van zichzelf
doorstuurt zonder tussenkomst van een tussengebruiker. Een worm is geen
computervirus want het heeft geen computerprogramma nodig om zich aan vast te
hechten. Een worm brengt schade toe aan een netwerk, en een virus doet een
gerichte aanval op een computer. Een computervirus heeft een gastheer nodig
zoals een bestand of e-mail.
Charles Noussair
Hoogleraar economie aan Tilburg University.
Hij
is sinds 2006 hoogleraar aan de universiteit van Tilburg. Daarvoor beklede hij
diverse functies w.o.:
Hoogleraar Economie, Emory University, Atlanta, GA, Verenigde Staten,
2004-2006, Associate Professor 2002-2004. Associate Professor of Economics,
Krannert School of Management, Purdue University, West Lafayette, IN, USA, 1998
- 2002, Universitair docent, 1994-1998.Universitair docent Wiskundige Economie,
Econometrisch Instituut, Erasmus Universiteit Rotterdam, Nederland, 1992-1994.
Zijn opleiding:Ph.D. Sociale wetenschappen,
California Institute of Technology, juni 1993.
MS Sociale Wetenschappen, California Institute of Technology, juni 1990.
BA Economie en Psychologie, Universiteit van Pennsylvania, mei 1987.
Veel Trojaanse malware paarden bevatten tegenwoordig een backdoor component,
die een kwaadwillende op een later tijdstip toegang kan verschaffen tot de
geïnfecteerde computer. Een rootkit is een stukje gereedschap dat een hacker
volledige controle geeft over een computer die de standaard Windows autorisatie
en authenticatie mechanismen omzeilt en daardoor praktisch onzichtbaar wordt.
Een keylogger is een specifiek soort software die maar één ding doet: het
vastleggen (loggen) van toetsaanslagen, muisklikken en wachtwoorden,. De
gelogde gegevens worden vaak automatisch verstuurd naar een derde partij. Een
keylogger kan op zichzelf staan maar komt ook voor als onderdeel van een
backdoor of een rootkit. Spyware is software die specifieke gegevens van een
computer verzamelt, zoals bijv. surfgedrag. Spyware wordt soms door de
softwarefabrikant en soms door anderen aan bestaande software toegevoegd.
Spyware ‘verstopt’ zich vaak niet echt en is redelijk gemakkelijk op te sporen.
Zakenlieden zijn in luxe Aziatische hotels al minsten vier jaar lang ongemerkt
doelwit van hackers. Het gaat hier om de zogenoemde Darkhotel spionage
campagnes waarbij hackers al eerder gegevens hebben buitgemaakt van
topbestuurders uit Azië en de Verenigde Staten. De hackers wachten tot de
slachtoffers verbinding maken met het draadloze WiFi-netwerk van het hotel en
krijgen dan inzage in het kamernummer en de achternaam van het slachtoffer. De
hotelgast wordt verleid tot het downloaden en installeren van een backdoor, die
oogt als legitieme software van Adobe of Google. Als het pakket is gedownload
hebben de hackers toegang tot de systeem van de hotelgast. Het overgrote deel
van de computer-vredebreuken vindt plaats in Japan, Taiwan, China en Rusland.
Ransomware, ‘gijzelingssoftware’, is een hardnekkige vorm van malware, die
toegang tot de computer blokkeert. Het slachtoffer is niet meer in staat om
gebruik te maken van het systeem: er is alleen maar een dreigende boodschap te
zien. Hierin wordt het slachtoffer aangezet om een betaling te doen. Vaak doen
de digitale afpersers zich voor als de politie, maar ook de namen van andere
autoriteiten worden misbruikt. Ransomware is een vorm van afpersing en is
strafbaar in Nederland.
De nieuwste en meest opvallende ontwikkeling in ransomware is de opkomst van
cryptoware dat sterk gericht is op bedrijven. Medio 2013 werd de eerste variant
gesignaleerd in Amerika, genaamd CryptoLocker. Eind 2013 werd cryptoware voor
het eerst in Nederland waargenomen. CryptoLocker werd onder andere verspreid
via de GameOver Zeus Trojan, dat in eerste instantie voor fraude met
internetbankieren werd gebruikt. In totaal zouden 545.000 computers met
GameOver Zeus ook met CryptoLocker besmet zijn geraakt. Dit was slechts een
klein deel van het GameOver Zeus trojaans paard, aangezien bankfraude het
hoofddoel was.
CryptoLocker is ransomware die bestanden op besmette computers versleutelt en
vervolgens een bedrag eist dat slachtoffers moeten betalen om weer toegang te
krijgen. De gebruikte encryptie is zo sterk dat het terugkrijgen van
versleutelde bestanden, tenzij er betaald werd of slachtoffers over een back-up
beschikten, zo goed als onmogelijk was. In het geval van CryptoLocker
vervijfvoudigde de vraagprijs na 72 uur. Betaling leidde echter niet zonder
meer tot het vrijgeven van de bestanden. Voor het versleutelen werd voor elke
besmette computer een aparte privésleutel gebruikt, die zich op de goed
verborgen servers van CryptoLocker bevond. Alleen met deze privésleutel konden
de bestanden worden ontsleuteld.
Onderzoekers van het Nederlandse beveiligingsbedrijf Fox-IT en het Amerikaanse
FireEye zijn erin geslaagd om de privésleutels van de CryptoLocker-ransomware
te achterhalen, waardoor alle slachtoffers van deze ransomware sinds augustus
2014 hun versleutelde bestanden kosteloos konden terugkrijgen. Op het moment
dat de FBI GameOver Zeus uit de lucht haalde waren nog steeds 155.000 computers
met CryptoLocker besmet. Geschat is dat CryptoLocker de criminelen zo'n 2,2
miljoen euro opleverde, wat veel minder is dan de 24 miljoen dollar die door de
FBI werden genoemd. Gebleken is dat uiteindelijk 1,3% van de besmette
internetgebruikers het gevraagde losgeld ook betaalde.
Een opvallende trend in 2014 is de voortdurende groei van ransomware vooral op
mobiele platvormen, zoals de Koler dreiging die sinds mei 2014 via
pornowebsites vaste voet tracht te krijgen op het Android besturingssysteem
voor mobiele telefoons. Het vertoont een vals bericht van lokale autoriteiten
voor wetshandhaving en beschuldigt de gebruikers van het kijken en opslaan van
pornografie met kinderen op straffe van het betalen van een boete via MoneyPak
vooruitbetaal kaarten. Hoewel geen bestanden worden versleuteld doet de Slocker
ransomware dat wel.
Een bot is een geïnfecteerde computer die op afstand met kwade bedoelingen
bestuurd kan worden. Een botnet is een verzameling van dergelijke geïnfecteerde
computers. Botnets of softwarerobots opereren automatisch en zelfstandig op
ongewenste wijze bij aan elkaar gekoppelde computers via een worm, Trojaans
paard of een achterdeur. Op de achtergrond staat altijd een beheerder (bot
herder) die op afstand bestuurt vaak met behulp van het open groepscommunicatie
(multicasting) Internet Relay Chat (IRC) protocol voor groepsgewijze Internet
communicatie dat zich toelegt op een soort kamers (channels of kanalen) voor
specifieke onderwerpen. Een botnet kan gebruikt worden voor het maken en sturen
van spam, waarbij een spammer toegang tot het botnet koopt van de beheerder.
(Distributed) Denial of service, (D)DoS, is de situatie waarin een
computersysteem niet in staat is te functioneren, waarbij bijv. een website
onbereikbaar wordt voor de gebruikelijke afnemers van de dienst door de website
te bestoken en te overbelasten met veel netwerkverkeer of te overspoelen met
netwerkaanvragen. Het verschil tussen een 'gewone' DoS-aanval en een DDoS
aanval is dat in het laatste geval meerdere computers tegelijk de aanval
uitvoeren. Deze situatie kan veroorzaakt worden door een computerkraker, maar
ook door een onbedoelde fout (bijv. een bug in een programma). Bij
DDoS-aanvallen maakt men vaak gebruik van botnetwerken die allemaal extern
aangestuurd kunnen worden. De externe bestuurder kan de computer van zijn
slachtoffer laten crashen door alle computers in zijn botnetwerk tegelijkertijd
bestanden te laten verzenden naar het slachtoffer. In april en mei 2013 lagen
zowel de grootste Nederlandse banken als de overheid langere tijd onder vuur
van deze aanvallen.
Volgens de Cyberedge Group behoren malware en phishing tot de belangrijkste
categoriën van cybercriminaliteit. Op een schaal van 1 tot 5 scoren beide 3.26.
Kwaadwillende insiders scoren 3.06. Minder verontrustend is (D)DoS met een
score van 2.91.
Opvallend is dat organisaties over het algemeen minder bezorgd zijn omtrent de
oorsprong van een dreiging dan omtrent het type dreiging dat teweeggebracht
wordt. Kwaadwillende insiders scoren hoog op een tabel van 1 tot 5 met 2.96 en
cybercriminelen hebben een score van 2.94. Hackers die politiek gemotiveerd
zijn scoren 2.75 en hackers die door een staat gesponsord zijn realiseren een
score van 2.74. Een en ander impliceert dat de bezorgdheid voor externe
bedreigingen groter is dan die van interne aard in een verhouding van 2.5 ten
opzichte van 1.
Kosten van cybercriminaliteit
De kosten van cybercriminaliteit worden in sterke mate bepaald door de wijze
waarop cybercriminaliteit wordt gedefinieerd. Een enge definitie laat
belangrijke niet-monetaire effecten op innovatie, nationale defensie en lange
termijn concurrentievermogen buiten beschouwing. Tot de kosten behoren ook de
kosten van het detecteren, herstellen, onderzoeken en beheren van de reacties
op de incidenten.
Cybercriminaliteit treft honderden miljoenen mensen wier persoonlijke
informatie is gestolen. In de VS gaat het om 40 miljoen mensen, in Turkije 54
miljoen, in Korea 20 miljoen, in Duitsland 16 miljoen en meer dan 20 miljoen in
China. Voor 2013 wordt het totaal aantal getroffenen geschat op 800 miljoen.
Er zijn duizenden rapporten van bedrijven die gehackt zijn. Bijv. in de VS
waren er in 2013 3.000 bedrijven die gehackt zijn. In India zijn tussen 2011 en
juni 2013 308.371 websites gekraakt. Twee banken in de Perzische Golf verloren
$45 miljoen in een paar uur. Een Britse onderneming rapporteerde een verlies
van $1,3 miljard in een enkele aanval. Braziliaanse banken zeggen dat hun
klanten jaarlijks miljoenen verliezen ten gevolge van cyber fraude. Een punt is
dat banken die zware verliezen lijden ten gevolge van cyberincidenten dit vaak
publiekelijk ontkennen. In Australië rapporteerden slechts 44% van de
slachtoffers de internet aanvallen.
Wanneer ondernemingen getroffen worden door cyberaanvallen ervaren zij vaak een
geringere waardering van hun aandelen tussen 1% en 5%, maar de daling is niet
permanent en de koersen herstellen zich gewoonlijk binnen een kwartaal of twee.
Er is een positieve correlatie tussen de omvang van de getroffen organisatie en
de kosten. Maar kleine organisaties ervaren hogere kosten per capita dan
grotere organisaties ($1.601 versus $437). Alle industrieën zijn slachtoffer
van cybercriminaliteit maar organisaties in sectoren zoals energie en
nutsbedrijven en financiële dienstverlening ervaren hogere kosten dan
organisaties in de media, wetenschappen en gezondheid.
De ondernemingen uit het 2014 onderzoek van het Ponemon Institute rapporteerden
429 succesrijke aanvallen per week in 257 organisaties en 1,7 succesrijke
aanvallen per onderneming per week. Dit is een toename van 25 procent ten
opzichte van 2013, toen dit voor 234 organisaties 1,4 aanvallen per week was en
in 2012 voor 199 organisaties 1,3 aanvallen per week.
De meest kostbare cybermisdaden worden bedreven door kwaadwillige insiders
(employees), bij weigering van dienstverlening en web-gebaseerde aanvallen. Dit
geldt voor 55 procent van alle cyber criminaliteitskosten. Voor aanvallen van
kwaadwillige insiders kost het de meeste tijd om deze te pareren, namelijk 58,5
dag, terwijl virussen slechts 2,6 dagen eisen. Verstoring van de
bedrijfsvoering bijv. in termen van productiviteitsdaling vormt de grootste
kostencomponent (38 procent) ten opzichte van verlies aan informatie (35
procent ) en schade aan machinerieën (4 procent). De gemiddelde duur van een
cyberaanval was in 2014 31 dagen, wat na weging met de gemiddeld kosten een
toename is van 23 procent ten opzichte van de 27 dagen in 2013.
Het belangrijkste verlies ten gevolge van cybercriminaliteit is diefstal van
intellectuele eigendom. Het Ministerie van Handel in de VS rapporteert dat
diefstal van intellectuele eigendom (niet alleen ten gevolge van
cybercriminaliteit) jaarlijks Amerikaanse ondernemingen $200 tot $250 miljard
kost.
Financiële misdaden, het stelen van financiële activa door het illegaal
binnendringen in computers, zijn de tweede grootste bron van directe verliezen
van cybercriminaliteit. Het zijn misdaden met een hoog publiciteitsprofiel. Als
van miljoenen mensen hun creditkaart wordt gestolen krijgt dat onmiddellijk de
aandacht. Deze aanvallen kosten de slachtoffer ondernemingen meer dan $100
miljoen voor herstel, hoewel de winst voor de krakers veel kleiner is. Door
online fraude verliezen bijv. Mexicaanse banken jaarlijks zo’n $93 miljoen.
Geschat wordt dat Japanse banken $110 miljoen en Amerikaanse banken $200
miljoen verliezen. Vooral het kleinbedrijf is een favoriet doelwit voor
cybercriminelen. Zo rapporteerde de kleinhandel in het Verenigd Koninkrijk een
verlies van meer dan $850 miljoen in 2013. De financiële dienstverlening in
Australië had per onderneming meer dan $100 miljoen verlies. De diefstal van
financiële activa is voor criminelen gemakkelijk te monetiseren als de fondsen
rechtstreeks getransfereerd worden naar een rekening die zij kunnen
controleren. In de voormalige Sovjet Unie zijn 20 tot 30
cyber-criminaliteitsgroepen actief en zij zijn in staat om bijna elke
defensieve cybermaatregel te ontwijken.
Het stelen van vertrouwelijke bedrijfsinformatie is de derde grootste
kostenbron van cybercriminaliteit, die door criminelen snel kan worden omgezet
in winst. Australische autoriteiten rapporteerden dat er meer dan 200 pogingen
zijn gedaan om binnen te dringen in het netwerk van mijnbouw ondernemingen.
Manipulatie van aandelenkoersen is ook een groeiende tak van
cybercriminaliteit. Door in te breken in het netwerk van een onderneming, van
accountants en advocaten kan inside informatie verkregen worden omtrent
aanstaande fusies en samenwerkingen waarmee de aandelenkoersen beïnvloed kunnen
worden. Door gebruik te maken van “chat rooms” en sociale media voor “pump and
dump” geven criminelen valse informatie omtrent de vooruitzichten van een
onderneming en laten hun kasregisters rinkelen als de markt reageert (voetnoot
2).
Het verstoren van de bedrijfsvoering omvatte 38 procent van de totale kosten,
gevolgd door verlies van informatie. Het opsporen van cyberaanvallen en het
herstel daarvan maken 53 procent van de totale interne kosten uit.
De gemiddelde kosten per jaar van cybermisdaden voor 257 organisaties uit zeven
landen (de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Australië,
Japan, Frankrijk en Rusland) bedragen in 2014 $7,6 miljoen, met een
aanzienlijke variatiebreedte van $ 0,5 miljoen tot $61 miljoen per onderneming
voor elk jaar. Ten opzichte van 2013 was er een kostenstijging van 10,4
procent. De gemiddelde kosten zijn het hoogste in de Verenigde Staten ($12.7
miljoen) en het laagste in Rusland ($3.3 miljoen). Met uitzondering van
Rusland, hebben alle zes landen een kostenstijging ervaren die varieerde van
2.7% voor Japan tot 22.7% voor het Verenigd Koninkrijk. Hoge inkomenslanden
verliezen meer als percentage van hun GDP (0,9%) dan ontwikkelingslanden (0,2%).
Voor ontwikkelde landen heeft cybercriminaliteit ernstige implicaties voor de
werkgelegenheid waarbij veelal die banen verdwijnen die de meeste waarde
creëren. In de VS kost cybercriminaliteit 200.000 banen, wat neerkomt op een
daling van de werkgelegenheid met ? procent. Voor de EU kan het
werkgelegenheidsverlies vanwege cybercriminaliteit oplopen tot 150.000 banen,
wat neerkomt op 0,6% van de totale werkloosheid. Het gaat hierbij niet altijd
om netto banenverlies want werklozen kunnen andere banen vinden of hoog
betaalde banen kunnen vervangen worden door lager betaalde banen.
Misgelopen inkomsten
('opportunity costs')
Er zijn drie soorten alternatieve kosten die de verliezen van internet
criminaliteit bepalen: verminderde investeringen in R&D, risico mijdend
gedrag door bedrijven en consumenten waardoor het internet gebruik beperkt
wordt en toenemende bestedingen aan netwerk beveiliging. Productiemiddelen
zouden hebben kunnen worden aangewend in deze mogelijkheden, maar kennelijk is
dat niet gedaan. Bij een economische beoordeling moet hiernaar echter wel
gekeken worden.
De alternatieve kosten van internet criminaliteit worden wel gezien als het
waarde aandeel daarvan in de Internet economie, die jaarlijks tussen $2 biljoen
(een miljoen maal een miljoen) en $3 biljoen genereert. Cybercriminaliteit
wordt geschat hieraan tussen 15% en 20% te onttrekken, wat een zware belasting
is op potentiële economische groei en banen creatie.
De International Data Corporation (IDC) schat dat de totale markt voor
beveiligingsproducten en diensten voor het Internet sinds 2011 is gestegen met
8,7% van $53 miljard naar $58 miljard in 2013. Dit is voornamelijk het
resultaat van het toegenomen bewustzijn voor cyberveiligheidsrisico’s bij
bedrijven.
Feit is dat de kosten van reparatie van cyberaanvallen, inclusief
reputatieschade voor de gekraakte ondernemingen vaak groter zijn dan die van de
misdaad zelf. Voor bijv. Italië waren de feitelijke verliezen slechts $857
miljoen, maar de kosten van herstel en de alternatieve kosten bedroegen $8,5
miljard.
Het beperken van cyberaanvallen eist de beschikking over geavanceerde
technologieën zoals Security Information & Event Management (SIEM),
systemen die aanvallen voorkomen, toepassing van digitale
veiligheidsoplossingen. Door gebruik te maken van beveiligingstechnieken worden
ondernemingen efficient in het opsporen van cyberaanvallen en dit levert
volgens het Ponemon Institute een gemiddelde kostenbesparing op van $2,6
miljoen ten opzichte van bedrijven die dat niet doen.
Conclusies en de toekomst
Gesteld kan worden dat cyberaanvallen als een normaal verschijnsel te
beschouwen zijn. Financiële criminaliteit vindt plaats op industriële schaal.
Malware en phishing bezorgen IT beveiligingsprofessionals het meeste hoofdpijn.
Zij zijn meer bezorgd omtrent kwaadwillende insiders dan cybercriminelen.
Volgens de Cyberedge Group zullen binnen twee jaar ongeveer 75 procent van de
ondernemingen "bring your own device" (BYOD) beleid geïnstalleerd hebben,
waarbij employees hun eigen apparaten naar hun werk meebrengen. Smartphones en
tablets worden dan ook gezien als de zwakste link voor IT beveiliging, gevolgd
door laptops en sociale media applicaties. Deze “brave new BYOD world” stelt
specifieke beveiligingsuitdagingen voor organisaties. In Europa is er sprake
van een minder agressieve installatie van BYOD beleid dan in de Verenigde
Staten: 21 procent van de ondernemingen versus 35 procent.
Net Access Control (NAC) en Next-Generation Firewall (NGFW) oplossingen worden
opgevat als het meest effectief ter bestrijding van cyberdreigingen. Een laag
beveiligingsbewustzijn bij employees is de grootste beperkende factor voor een
adequate verdediging tegen cyberaanvallen.
De huidige generatie van oplossingen voor geavanceerde cybercriminaliteit is
primair gericht op detectie terwijl preventie van voortdurende bedreigde
activiteiten wordt beschouwd als een secundaire zaak. Een dergelijke benadering
is echter onhoudbaar bij de toenemende frequentie van cyberaanvallen. Een
“closed-loop” defensie circuit is noodzakelijk waarbij er integratie tussen
detectie en preventie plaats vindt op basis van een automatische reactie op
uit-de-hand-gelopen detectie gebeurtenissen.
Een kwart van de reagerende en geïnterviewde organisaties voert dagelijks of
wekelijks kwetsbaarheidsscans uit op hun volledig netwerk. Slechts een op de
twee organisaties scannen hun netwerk per kwartaal of jaarlijks.
Het voorspellen van de toekomst komt neer op een vergelijking van
waarschijnlijkheden – de kans op verbeterde protectie en betere internationale
samenwerking versus de kans op toegenomen economische ontwikkeling in de
wereld. Zelfs als de verliezen van financiële misdaden constant blijven zal het
verlies van intellectuele eigendom alleen maar stijgen.
Twee mogelijkheden doen zich voor.
Voor de ontwikkelde landen zullen de kosten vlak
blijven als percentage van het GDP, maar de globale kosten nemen toe als nieuwe
toetreders en ontwikkelingslanden hun gebruik van het Internet accelereren.
De kosten voor ontwikkelde landen nemen toe als meer
activiteiten online worden afgewikkeld en krakers hun vermogen om te
monetiseren wat zij stelen kunnen verbeteren.
Een scenario waarin de cybercriminaliteitsverliezen afnemen is niet
geloofwaardig te achten. De toekomst voor de wereld ligt in toenemende
criminaliteitsverliezen en lagere groei.
In september 2014 heeft Vocking.nl de Algobands
indicator aan hun pakket toegevoegd.
De Algobands Indicator herkent het volume van de algoritmes van de
institutionele beleggers en verschijnt op het tijdstip en niveau waar deze in
de markt komen.
De roze verticale lijn geeft het tijdstip aan en de lichte blauwe band het
prijsniveau waarop dit plaats vindt. Deze unieke indicator stelt u in staat om
op dezelfde tijden en niveau's te handelen.
Bovengenoemde indicator werkt op iedere markt en is ook perfect te combineren
met onze bestaande indicatoren. Hieronder treft u een aantal trade set-ups met
behulp van de Algobands:
Algobands 1
Algobands 2
Kleur van de achtergrond:
Hiermee kunnen we heel snel herkennen of we long of short gericht zijn. Bij een
groene achtergrond doen we uitsluitend long posities en bij een roze
achtergrond doen we uitsluitend short posities. Kleur van de candles:
De candles kleuren blauw in een stijgende markt en rood in een dalende markt.
Indien de candles geel zijn beweegt de markt zich zijwaarts. Stop-dots:
Tijdens een longsignaal bevinden de blauwe stop-dots zich onder de koers en
tijdens een shortsignaal bevinden de rode stop-dots zich boven de koers. Zo
weet u direct waar u de stop moet plaatsen. Stealth:
Wanneer er een groene Stealth onder de koers verschijnt hebben we te maken met
een stijgende markt. Wanneer er een rode Stealth boven de koers verschijnt
hebben we te maken met een dalende markt.
Tradingroom:
Naast het gebruik van de speciale indicatoren bent u dagelijks welkom in de
tradingroom. Dat betekent dat u vanaf uw eigen werkplek inlogt in de
tradingroom om de trades van ervaren traders te kunnen volgen die met dezelfde
indicatoren werken. High Energy Times:
Deze service filtert financiële instrumenten waar een breakout of een
potentiële grote beweging wordt verwacht in de handelssessie door middel van
een zeer geavanceerde analyse. Het geeft aan wanneer de trader een hogere dan
normale beweging kan verwachten in een bepaalde index. Deze tijden worden door
middel van een smalle band weergegeven in uw grafiek, zodat u heel eenvoudig
kunt zien of de koers zich boven of onder de band bevindt en u op die manier
heel eenvoudig uw positie kunt bepalen. Training:
Vier keer per week worden er webinars gehouden om u de fijne kneepjes van het
traden te leren en hoe u op de juiste wijze de indicatoren tijdens het traden
kunt gebruiken. Alle webinars worden opgenomen, zodat u ze op ieder gewenst
moment nog eens terug kan kijken. Aanwezig op 64ste HCC
Beleggen Symposium 28 maart te De Bilt.
Indien u vragen heeft over onze trading systemen of als u geïnteresseerd bent
en hier dagelijks mee aan de slag wilt, bent u van harte welkom op onze stand.
Wij staan u graag te woord!
Het vertrek van ‘Mr 5 procent’ bij Delta Lloyd Asset
Management was groot nieuws in beleggingsfondsenland. Alex Otto, die deze
bijnaam had omdat een aandelenbelang van vijf procent de kern van zijn
beleggingsfilosofie vormde, maakte februari 2014 bekend dat hij zou vertrekken
bij de vermogensbeheerder. Hij combineerde op dat moment de functies van chief
executive officer (CEO) en chief investment officer (CIO).
De voordelen van deze strategie zijn evident. Het levert een vrijstelling van
vennootschapsbelasting op. En wellicht nog belangrijker: de beheerders van de
deelnemingenfondsen worden door de grote aandelenbelangen serieuze
gesprekspartners voor het management van de betreffende ondernemingen. Zo
zitten zij dicht bij het vuur en kunnen zij invloed uitoefenen op bijvoorbeeld
de strategie van het bedrijf.
Otto was jarenlang beheerder van het Delta Lloyd Deelnemingen Fonds. Zijn
kennis en netwerk in met name het Nederlandse bedrijfsleven behoorde tot de
meest uitgebreide in de sector. Het carrièrepad van Otto bracht hem van de rol
van beheerder naar de gecombineerde functie van CEO en CIO van Delta Lloyd AM.
Dat betekende een steeds grotere afstand tot het daadwerkelijke beleggen.
Desondanks bleef zijn rol naar de mening van de analisten van Morningstar zeer
belangrijk bij het beheer van de Deelnemingen-fondsen en met name bij het Delta
Lloyd Deelnemingen Fonds. De positieve mening van Morningstar was niet
volledig, maar toch zeker in belangrijke mate gestoeld op zijn aanwezigheid in
het team.
Toch bracht juist de afstand tot de portefeuilles van de fondsen en het beheer
daarvan Otto tot de beslissing om een andere weg in te slaan. Eentje die hem
weer meer de rol van belegger zou geven. Die vond hij bij HB Capital, de
investeringsmaatschappij van de familie Blokker.
Aderlating
Otto’s vertrek wordt door de analisten van Morningstar als een aderlating voor
de Deelnemingen-fondsen gezien. Ze werden in februari 2014 ‘Under Review’
geplaatst in afwachting van een opvolger. Die kwam er in de persoon van Jacco
Maters (foto). Per oktober 2014 staat hij als CEO en CIO aan het roer van Delta
Lloyd AM. Hoewel Morningstar in hem een prima vervanging ziet, vallen toch
vooral de verschillen met Otto op. Het belangrijkste verschil: Maters zal in
tegenstelling tot Otto geen zitting nemen in het Investment Committee, het
comité dat besluit over alle belangrijke wijzigingen in de fondsportefeuilles
zoals het aankopen van nieuwe of het volledig verkopen van bestaande posities.
Maters staat daardoor in nog belangrijker mate op afstand van het beheer van de
portefeuilles.
Wel gaf Maters aan, dat verbeteringen in de beheerprocessen mogelijk zijn. Zo
vertelde hij in een gesprek met Morningstar-analisten dat de concentratie in de
Deelnemingen-fondsen wellicht omlaag kan. Daarbij liet hij in het midden of dat
gebeurt door meer namen in de portefeuille op te nemen of de
portefeuillegewichten gelijkmatiger te verdelen over het bestaande aantal
posities. Daarnaast uitte hij het voornemen een ‘Liquidity Board’ in te willen
stellen, die zich zal richten op de beheersing van liquiditeitsrisico’s in de
portefeuilles.
Benedengemiddeld
De periode dat de Deelnemingen-fondsen ‘Under Review’ stonden gaf de analisten
van Morningstar ruimschoots de mogelijkheid om ze opnieuw te analyseren, onder
andere op basis van gesprekken met de leden van het beheer. Daarbij kwamen zij
tot de conclusie dat voor zowel het Delta Lloyd Deelnemingen Fonds als het
Delta Lloyd Europees Deelnemingen Fonds en het Delta Lloyd L European
Participation Fund de teams van benedengemiddelde kwaliteit zijn in
vergelijking met andere fondsen in de relevante Morningstar-categorieën.
Voor het Delta Lloyd Deelnemingen Fonds ligt het dagelijkse beheer in handen
van Geert-Jan Hoppers en Sandra van der Meer–de Brouwer. Delta Lloyd kondigde
echter begin februari van dit jaar het vertrek van Van der Meer-de Brouwer aan
per 1 april 2015. Zij zal worden vervangen door iemand met een vergelijkbaar
profiel. Hoppers heeft 13 jaar relevante ervaring, eerst als analist en sinds
2007 als beheerder. In 2009 maakte hij de overstap naar Delta Lloyd.
Ellen Eijking en Jeroen de Bruijn vormen het duo dat dagelijks het beheer voert
over het Delta Lloyd Europees Deelnemingen Fonds en het Delta Lloyd L European
Participation Fund. Eijking maakt sinds 2010 onderdeel uit van het team. Zij
werkt sinds 1997 in vermogensbeheer en heeft onder andere bij Fortis
Investments en VPV AM hoofdzakelijk Europese small-cap portefeuilles beheerd.
Zij wordt bijgestaan door De Bruijn die in 2014 bij het team kwam. Hij is zeer
junior aangezien zijn werkervaring slechts drie jaar op de mid office van Delta
Lloyd beslaat.
Als
Hoofd Asset Management was hij werkzaam bij Simon A Cohen totdat hij in 2007
overstapte naar Petercam waar hij als Senior Account Manager onder andere
verantwoordelijk was voor de ontwikkeling en uitvoering van het
beleggingsbeleid. Vanaf 2008 was Ronald als Senior Analist verantwoordelijk
voor alle activiteiten binnen de VEB mbt tot beleggingsfondsen. Sinds 2013 is
hij werkzaam bij Morningstar als Fondsanalist.
Morningstar vindt het dan ook jammer, dat Jack Jonk (Hoofd Aandelen bij Delta
Lloyd AM) en Agnus Steel (Hoofd Deelnemingen) op afstand staan van het
dagelijkse beheer van de portefeuilles. Beide zijn zeer ervaren beheerders.
Hoewel zij wel zitting hebben in het Investment Committee, zou een nauwere
betrokkenheid bij het dagelijkse beheer naar de mening van de
Morningstar-analisten een kwaliteitsimpuls betekenen voor het team.
In beginsel goed
Het beleggingsproces van de Deelnemingen-fondsen is in beginsel nog altijd
goed. Het leunt zwaar op diepgravend bottom-up aandelenonderzoek. Maar gegeven
het negatieve oordeel over het beheerteam zit er een zwakte in de uitvoering
van het beleggingsproces. Dat zorgt voor twijfel. Morningstars verlies van
vertrouwen in Delta Lloyd Deelnemingen Fonds is daarnaast mede ingegeven door
bijvoorbeeld het grote aantal flink tegenvallende aandelenkeuzes in de
afgelopen jaren. Zo namen de beheerders aanmerkelijke posities in Nederlandse
bouwers als BAM, Heijmans en Ballast Nedam. Deze lijken niet volledig te
voldoen aan de focus van het fonds op stabiele, financieel gezonde
ondernemingen met een lage waardering en goede producten en bedrijfsmodellen.
Daarnaast zal voor het Delta Lloyd Europees Deelnemingen Fonds en het Delta Lloyd L European Participation Fund het streven naar
belangen van vijf procent vrijwel altijd bij micro-caps eindigen, terwijl daar
niet noodzakelijkerwijs de beste investeringen te vinden zijn.
Niet in de laatste plaats is daarom het gebrek aan geformaliseerd beleid ten
aanzien van liquiditeitsrisico’s een zorgpunt. En dat geldt niet alleen voor de
Europese Deelnemingen-fondsen, maar evengoed voor het Delta Lloyd Deelnemingen
Fonds. Niet voor niets lijkt Maters juist daarom een Liquidity Board in te
willen stellen.
Populair beleggingsfonds
Het Delta Lloyd Deelnemingen Fonds behoorde jarenlang tot de populaire
beleggingsfondsen onder Nederlandse beleggers. Het was een vaste waarde in de top 15 van meest geraadpleegde beleggingsfondsen op
morningstar.nl maar is het laatste jaar gestaag uit dit lijstje gezakt. De
rendementen vallen dan ook tegen. In 2014 boekte het Deelnemingen Fonds een
fors verlies van 6,8 procent en bleef daarmee 12,4 procent en 16,5 procent
achter bij respectievelijk de categorie ‘Aandelen Nederland’ en de benchmark
Euronext AEX All Share Index. 2013 Was een relatief redelijk jaar (zie
rendementsgrafiek en -tabel). In 2012 en 2011 wist het Deelnemingen Fonds de
index en de categorie niet te verslaan.
De fondsen binnen de Deelnemingen-strategie stonden sinds de aankondiging van
het vertrek van Alex Otto 'Under Review'. Het Delta Lloyd Deelnemingen Fonds
had daarvoor een Morningstar Analyst Rating ‘Silver’, maar die is nu door
Morningstar verlaagd naar ‘Neutral’. Het Delta Lloyd Europees Deelnemingen
Fonds en het Delta Lloyd L European Participation Fund hadden beide een
waardering ‘Bronze’ en die is nu verlaagd naar eveneens ‘Neutral’. Het gebrek
aan vertrouwen in het beheerteam van de Deelnemingen-fondsen is de voornaamste
reden voor de afwaardering.
Sinds de oprichting in 2002 houden wij ons
bezig met “Beleggen met behulp van de computer”. Het accent ligt daarbij op het
vergroten van de kennis van het ontwikkelen en exploiteren van handelssystemen.
Deze zijn vooral gebaseerd op methoden uit de kwantitatieve en statistische
analyse. Uiteraard wordt daarbij ook aandacht besteed aan ondersteunende
software. Regelmatig besteden we echter ook aandacht aan andere vormen van
beleggen zoals Fundamentele analyse. Daarbij gaan we altijd uit van het
beschrijven en bespreken van een gestructureerde aanpak die gebaseerd is op
objectieve grondslagen.
Wij komen 9 keer per
jaar bijeen. Afwisselend in Berkel & Rodenrijs en Delft.
De HCC Beleggen organiseert een aantal activiteiten. De
bekendste activiteiten die wij organiseren zijn de beleggerssymposia die we
tweemaal per jaar houden in De Bilt en deze nieuwsbrief.
Voor de organisatie van onze symposia
zijn wij voortdurend op zoek naar mensen die een bijdrage willen leveren aan de
totstandkoming hiervan.
Het is niet alleen leuk om dergelijke evenementen te organiseren, maar het is
ook een ideale gelegenheid om je netwerk uit te breiden met interessante
contacten.
Ook voor deelname aan de
redactie van de nieuwsbrief en de website zijn wij dringend op zoek naar
mensen die mee willen doen.
Ook zonder deel uit te maken van de organisatie kunt u vanzelfsprekend ook meedoen aan één van de Regio-
of Belangstellingsgroepen.
Maar ook andere dingen doen zoals het geven van een aardige lezing, met anderen
handelsstrategieën uitwerken, software onder de knie krijgen of gewoon een
groep vormen waarmee je samen de markt analyseert/bespreekt, behoort tot de
mogelijkheden.
Ben je enthousiast en denk je dat een vrijwilligersfunctie jou op het lijf
geschreven is, neem dan contact op met het HCC Beleggen bestuurKlik Hier of met
de redactieKlik Hier
Aanmelden en routebeschrijving HCC Beleggen
Symposium op 28 maart 2015
Wat
64 ste HCC Beleggen Symposium
"Weg van de gebaande paden."
Waneer
28 maart 2015
aanvang 10.00 uur
Waar
Cultureel & Vergader Centrum H.F. Witte
Henri Dunantplein 4
3731 CL De Bilt
Aktiviteit
hele dag diverse lezingen in twee zalen door boeiende
sprekers,
kennismaken met en hernieuwen van kontakt met
medebeleggers,
kennismaken met regiogroepen,
nieuwe ontwikkelingen, boeken en programmatuur en
kennis maken met financiele diensten, producten en innovaties bij flink
een aantal leveranciers
Locatie-info:
Gezellig
lunch-restaurant aanwezig. Parkeren gratis. In midden van Nederland
met goede aansluiting op snelwegen. Goed bereikbaar per openbaar vervoer
Programma:
Programma
en andere informatie op de HCC Beleggen website: Klik Hier
Kosten:
Toegang
gratis voor HCC Beleggen Leden
Indien u lid bent van onze
vereniging HCC (HCC Beleggen
lid worden kan ter plaatse tegen een gereduceerd tarief ) is voor u de toegang
vanzelfsprekend ook gratis anders vragen wij van u een kleine bijdrage in de
kosten van €15,=
Een entreebewijs voor het 64-ste HCC
Beleggen Symposium kunt u bestellen door u aan te melden via onze website: Klik hier om u aan te melden
Disclaimer:Deze publicatie komt tot stand op de redactie van
beleggersonline.nl de website van de HCC IG Beleggen. Noch de mate waarin de
berichten, voorgestelde scenario’s, risico’s en voorspellingen de
marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit
zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De voorspellingen zijn
indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief.
Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies.De schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur
van de HCC IG Beleggen en/of de Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet
aansprakelijk voor eventuele verliezen. De waarde van uw beleggingen kan
fluctueren, behaalde resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de
toekomst.