|
|
inhoud:
|
HCC
Beleggen Nieuwsbrief 20130501 |
|
|
|
Groter renteverschil
leidt niet tot toename vast spaargeld |
Bron: DNB 26 april 2013
|
Nederlandse huishoudens hebben in maart,
vergeleken met dezelfde periode vorig jaar, EUR 7 miljard minder
spaargeld uitstaan op deposito’s met een vaste looptijd. In dezelfde
periode is het gemiddelde rentevoordeel op een spaarrekening met een
vaste looptijd ten opzichte van vrij opneembare spaargelden met 0,5
procentpunt gestegen. Dit renteverschil heeft huishoudens niet kunnen
verleiden meer spaargeld vast te zetten.
Eind maart 2013 hebben Nederlandse huishoudens ongeveer EUR 328 miljard
aan spaargeld op deposito staan bij Nederlandse banken. Dit was
ongeveer 4,2% meer dan dezelfde periode een jaar daarvoor. Het grootste
deel (EUR 281 miljard) van dit spaargeld is vrij opneembaar, zoals
spaarrekeningen die zijn gekoppeld aan een betaalrekening,
terwijl zo’n EUR 47 miljard een vaste looptijd heeft. Hierbij
wordt spaargeld voor een bepaalde periode vastgezet tegen een rente die
doorgaans iets hoger is dan wanneer het vrij opneembaar is. Het
spaargeld dat Nederlandse huishoudens op een deposito met een vaste
looptijd zetten, wordt doorgaans voor meerdere jaren vastgezet; per
maart 2013 staat hiervan bijna 80% voor meer dan twee jaar vast.
Het deel van het spaargeld van Nederlandse huishoudens dat op
deposito’s met een vaste looptijd staat is de afgelopen maanden
teruggelopen van 17,5% in september 2012 naar 14,4% in maart 2013.
Nederlandse huishoudens hebben in maart 2013 bijna EUR 7 miljard minder
spaargeld op deposito’s met een vaste looptijd staan dan in dezelfde
periode van het jaar ervoor.
Eén van de factoren die de verhouding tussen spaargeld op vaste
deposito’s en vrij opneembare deposito’s kan beïnvloeden is het
verschil in de rente die op beide soorten deposito wordt vergoed. Sinds
medio 2012 neemt het verschil tussen de rente op vaste deposito’s en
vrij opneembare deposito’s gestaag toe. Eind februari is de
rentevergoeding op deposito’s met vaste looptijd gemiddeld ongeveer 1,7
procentpunt hoger, het grootste verschil in meer dan drie jaar tijd.
Dit groeiende verschil komt niet tot uiting in de hoeveelheid spaargeld
die Nederlandse huishoudens vastzetten.
|
Terug naar Inhoud
|
|
|
RG
Flevoland-Overijssel is een van de HCC Beleggen Regio Groepen. Dit zijn regio
georienteerde groepen van beleggers die geregeld bijeenkomen om in
ontspannen sfeer met elkaar ervaringen, kennis en beleggings ideeën te
delen |
Onderwerpen als ervaring met broker software, handelssystemen,
indicatoren, werking van opties/turbo's enz. kunnen aan bod komen.
Benieuwd geworden naar deze groep beleggers, meld je dan per email aan bestuur@beleggersonline.nl
.
|
|
|
|
Beleggingen in grond
niet zonder risico's |
Bron: AFM |
De
Autoriteit Financiële Markten (AFM) ziet nog altijd veel
aanbiedingen om te beleggen in grond. Er worden vooral landbouwkavels
in Nederland en in Oost-Europa aangeboden, onder meer via wervende
advertenties in landelijke dagbladen en op internet. Aan deze
beleggingen kleven beduidend grotere risico’s dan aan bijvoorbeeld
spaarproducten. De AFM roept consumenten daarom op om goed onderzoek te
doen als ze overwegen te beleggen in grond.
Consumenten krijgen bij een aanbod van een belegging in grond vaak een
rooskleurig beeld voorgespiegeld. Door schaarste, tijdsverloop en/of
speculatie met een wijziging van het bestemmingsplan zouden hoge
rendementen kunnen worden gehaald. Daarbij bieden sommige partijen
grondbeleggingen aan als alternatief voor een spaarrekening. De AFM
wijst erop dat grondbeleggingen aanzienlijk hogere risico’s kennen dan
spaarrekeningen en in haar ogen daarom geen geschikt alternatief zijn.
De gepresenteerde waardeontwikkeling van landbouwgrond door wijzigingen
van bestemmingsplannen is vooralsnog niet waar gemaakt. Zeker nu de
grondprijzen onder druk staan, is het de vraag of de voorgespiegelde
rendementen realistisch zijn. Daarbij komt dat consumenten ook een
(veel) hogere prijs betalen dan de verkoper heeft betaald wat het
voorgespiegelde rendement onzekerder maakt. Als de grond of de
aanbieder zich in het buitenland bevindt, ontstaat er extra risico voor
consumenten. Dat maakt het namelijk lastiger om te controleren wat er
met hun ingelegde geld gebeurt en om de aanbieder aansprakelijk te
stellen wanneer iets niet in orde is.
De AFM houdt sinds 2008 verscherpt toezicht op aanbieders van
grondbeleggingen. Er is sindsdien onderzoek verricht naar zesendertig
mogelijk illegale aanbieders van en twaalf mogelijk illegale
bemiddelaars in beleggingsobjecten. Dat heeft geresulteerd in meerdere
handhavingmaatregelen.
Ook heeft de AFM notarissen gewezen op de mogelijke vergunningplicht
voor aanbiedingen van grond als beleggingsobject. Uit onderzoeken van
de AFM is namelijk naar voren gekomen dat er notarissen zijn die
meewerken aan de overdracht van kavels grond, ook al hebben de
aanbieders daarvoor niet de verplichte vergunning. Dergelijk handelen
van de notaris zal in de regel in strijd zijn met de zorgplicht van de
notaris.
Advies aan consumenten
Op de website van de AFM kunnen consumenten meer informatie vinden over
beleggen in grond. Ook kunnen ze daar de brochure Verstandig beleggen
vinden. Consumenten kunnen bij het Meldpunt Financiële Markten van de
AFM terecht met vragen over de vergunningplicht. Dit is te bereiken op
0900- 5400 540 (5 cent per minuut) op werkdagen tussen 09.00 uur en
17.00 uur.
Beleggen in grond als beleggingsobject kent daarnaast een aantal
specifieke aandachtspunten:
Ongeacht of een aanbieder wel of geen vergunning heeft, kleven er
risico’s aan dit type beleggingen.
De prijs die de consument betaalt voor de grond is vaak een stuk hoger
dan de prijs die de verkoper heeft betaald. Die betaalt vaak de veel
lagere, huidige marktwaarde van de grond. Het is daarom belangrijk dat
consumenten zelf goed onderzoeken of de gevraagde prijs marktconform
is. Bij het Kadaster kan men gegevens opvragen, zoals recente
verkoopprijzen van de grond die wordt gekocht.
De voorgespiegelde hoge winst is vaak gebaseerd op een mogelijke
bestemmingsplanwijziging. De kans dat dit gebeurt, is ongewis, zeker nu
de grondprijzen onder druk staan door de economische neergang.
Consumenten kunnen bij de gemeente navraag doen naar het
bestemmingsplan.
Aanbieders van beleggingen in grond als beleggingsobjecten kunnen
vrijgesteld zijn van de vergunningplicht, bijvoorbeeld door het
aanbieden van investeringen van ten minste 100.000 euro. Als een
aanbieder geen vergunning nodig heeft, moet hij wel in alle
reclame-uitingen en documenten vermelden dat hij niet onder toezicht
staat van de AFM.
In het vooruitzicht gestelde rendementen bieden geen garantie voor
toekomstige opbrengsten. Kijk daarom goed waarop de prognoses zijn
gebaseerd, vraag ook naar negatieve scenario’s en risico’s als deze
niet in de brochures of op de website staan en bedenk dat in het
algemeen geldt dat een hoger rendement een hoger risico met zich
meebrengt. Vraag ook naar de mogelijke kosten die met de inleg worden
betaald.
Beleggingsobjecten
Deze investeringen in landbouw-, bos- of bouwgrond kunnen zogenoemde
beleggingsobjecten zijn, als beleggers een rendement in het
vooruitzicht wordt gesteld en aangeboden wordt dat de grond wordt
beheerd door een ander dan de belegger zelf. Beleggingsobjecten mogen
aan beleggers worden aangeboden als de AFM een vergunning heeft
verleend aan de aanbieder van deze beleggingen of indien er een
vrijstelling van toepassing is. |
Terug naar Inhoud
|
|
Doe
het zelf beleggers in de regio Helmond
Wij zijn een klein studie-beleggersclubje dat zich richt op het
uitwisselen van kennis en ervaringen om zelf actief en succesvoller te
kunnen beleggen.
Wat we doen?:
- We bespreken elkaars aanpak en
strategieën, wisselen criteria uit die iedereen maakt bij de keuzes van
aandelen, opties en andere derivaten.
- Ook gaan we dieper in op specifieke
(optie-) constructies die succesvol kunnen zijn.
- We nemen ook deel aan seminars of andere
studiebijeenkomsten en wisselen alle relevante informatie over zelf
beleggen uit.
- We komen elke 3e maandag van de maand bij
elkaar en tussentijds wisselen we zaken uit via de mail.
We zoeken uitbreiding van ons groepje met enkele actieve beleggers die
kennis en ervaringen willen delen om beter voorbereid te kunnen
beleggen.
Neem bij interesse contact op via de mail met het
bestuur van de HCC Beleggen. Vermeld in de mail dat het om de groep
Helmond gaat.
|
|
|
|
|
Hoe een sterke
economie zwak kan zijn |
Bron: Arnoud Boot, Me Judice |
|
Nederland heeft als kleine, open economie de invloed van de woelige
baren van de wereldeconomie opgestuwd.
Opgeblazen banken, een opgeblazen huizenmarkt en opgeblazen
pensioenfondsen hebben de economie extra kwetsbaar gemaakt. |
Nu
is het tijd voor structureel herstel, vindt de Amsterdamse econoom
Arnoud Boot.
Dat kan door meer eigen vermogen in banken, geen blind vertrouwen in
grote pensioenpotten en lagere hypotheken. |
Verkeerde inrichting
Eindelijk ligt er dan een macro-economische analyse van de Nederlandse
economie waar de beleidsmakers iets mee moeten kunnen. Het SER-rapport
“de Nederlandse economie in stabieler vaarwater” heeft een vriendelijk
titel maar is een verklaring van urgentie die er niet om liegt.
Nederland is een ijzersterk land maar we doen een aantal dingen
helemaal verkeerd. En dan hebben we het over de negatieve wisselwerking
tussen woningmarkt, bankensector en pensioensector. Op deze drie
dossiers hebben we het land verkeerd ingericht, en de consequentie is
dat we qua economische groei aan de verkeerde kant zitten van de
Eurozone.
Arnoud Boot
Hoogleraar Corporate Finance en Financiële Markten en co-director van
het Amsterdam Center for Law & Economics aan de Universiteit van
Amsterdam |
Arnoud
Boot is tevens voorzitter van de Bankraad (DNB); lid van de
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) en Kroonlid van
de Sociaal Economische Raad (SER). Voorheen was hij verbonden aan de
J.L. Kellogg Graduate School of Management van Northwestern University
in Chicago. Arnoud Boot is lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie
voor Wetenschappen (KNAW).
Naast zijn wetenschappelijk werk is professor Boot actief als spreker,
adviseur en veelvuldig actief in het publieke debat.
Professor Boot is voorzitter van de Koninklijke Vereniging voor de
Staathuishoudkunde |
Dit roept drie vragen op: wat is er precies mis? Waarom zijn we (toch)
sterk? En wat doen we er aan? De SER geeft een duidelijk antwoord op de
eerste vraag. We zijn een veel te springerige economie – te volatiel.
In goede tijden hard omhoog, in slechte tijden hard omlaag. En nu
zitten we in een dip. In het kort: veel te hoge hypotheken hebben de
woningmarkt opgeblazen. Dit ondermijnt het consumentenvertrouwen. De
banken hebben last van de hypotheekberg, en hebben relatief weinig
spaarmiddelen – die zitten bij pensioenfondsen – en te weinig eigen
vermogen waardoor ze niet meer goed kunnen functioneren. En dit
ondermijnt de woningmarkt en economie verder. En van het enorme
pensioenvermogen worden we ook maar onzeker – schommelingen daarin
ondermijnen het consumenten vertrouwen nog eens extra.
Hoge pieken, diepe
dalen
Onze afhankelijkheid van de wereldeconomie maakt ons hoe dan ook
gevoelig voor schokken van buiten. We kunnen ons niet terugtrekken
achter onze dijken – wij hebben te maken met de volatiliteit om ons
heen. Wat er echter is gebeurd de afgelopen 20 jaar is dat we een eigen
gekweekte volatiliteit hier bovenop hebben gelegd. Opgeblazen banken,
opgeblazen huizenmarkt en opgeblazen pensioenfondsen hebben Nederland
kwetsbaar gemaakt. De private huizenmarkt valt meest in het oog.
Iedereen voelde zich rijk in goede tijden – ja, zolang de huizenprijzen
omhoog gingen. Mede door de hypotheekrente aftrek was je een dief van
je eigen portemonnee als je ook geen hoge hypotheek nam, liefst nog een
hypotheek zonder af te hoeven lossen. Nu in de dip voelt het als loden
last voor gezinnen en banken.
En zo kan een rijk land zich arm voelen. We dreigen ons de put in te
praten. Vandaar de vraag, waarom zijn we (toch) sterk? Nederland is een
heel geloofwaardig en sterk land. We zijn een van de grootste
internationale investeerders in de wereld, we exporteren als geen
ander, en op de wereld concurrentieranglijst staan we ergens rond
plaats vijf. De sterkte van Nederland heeft te maken met
opleidingsnivo‘s, arbeidsproductiviteit, maar ook flexibiliteit en
geloofwaardigheid. Als je in het buitenland vraagt naar de
betrouwbaarheid van ons land, dan staan we ook daar aan de top. We
hebben – wat economen noemen – geloofwaardige instituties. Het recept
is dan ook duidelijk – een geloofwaardig land past geen paniek, hoeft
niet te sturen op dagkoersen maar heeft de ruimte te werken aan
structureel herstel.
Kansen in handel
Nederland is een handelsland dat moet profiteren van economische
activiteit waar ook in de wereld. En dit is een periode van grote
verschuivingen in de wereldeconomie. De opkomst van China, andere
emerging landen zoals Brazilie, en mogelijk zelfs Afrika. Hoezeer dit
bedreigend mag lijken, voor een flexibel en optimaal gepositioneerd
land biedt dit juist kansen. In essentie is het kerninzicht van de
macro-economie dat de wereld geen zero-sum-game is – iedereen kan
winnen als andere landen zich ontwikkelen. Het zijn nieuwe afzetmarkten
en dat biedt kansen.
De afhankelijkheid voor de wereldeconomie zorgt op zich zelf voor
volatiliteit. Hier bovenop moeten we niet nog eens een extra
volatiliteit leggen. Het gekke is dat we zelfs instituties hadden die
in principe voor minder volatiliteit hadden kunnen zorgen, maar juist
het tegenovergestelde hebben gedaan. De woningcorporaties bijvoorbeeld
hadden een dempende werking kunnen hebben, maar wat hebben ze gedaan?
Misschien nog erger dan de private bouwsector hebben ze juist in goede
tijden zich over de kop geinvesteerd.
Oplossingen
Nu dus naar oplossingen toewerken. De SER tracht manieren te vinden om
de bestaande hypotheekberg buiten de banken om gefinancierd te krijgen.
Hypotheken overnemen – of gedeeltelijk laten financieren door
pensioenfondsen – helpt banken wel iets, maar hoe zorg je dat banken
ook meer eigen vermogen krijgen? Het MKB heeft ook financiering nodig,
dus moet je als overheid nog ruimere garanties geven? Ik denk dat er
geen alternatief is.
Ook hier past een rol voor pensioenfondsen. De fondsen zullen terecht
zeggen dat ze niet gedwongen kunnen worden om anders (lees: meer in
Nederland) te beleggen. Maar dat is iets te kort door de bocht.
Ongeveer 300 miljard van het pensioenvermogen is uitgestelde
belastingheffing. De overheid is zo vriendelijk geweest ons niet te
belasten op ingelegde pensioenpremies maar dit pas te doen als er wordt
uitgekeerd. Je kunt dus zeggen dat pensioenfondsen overheidsgeld aan
het beleggen zijn. Wie van Mars naar Nederland kijkt moet het
bevreemden dat de Nederlandse overheid een staatschuld heeft van 450
miljard, en tegelijkertijd 300 miljard belegd. Een grotere rol voor
pensioenfondsen als alternatieve financieringsbron voor de BV Nederland
lijkt hoe dan ook onontkoombaar.
Belangrijk voor de lange termijn is dat we woningmarkt, bankwezen en
pensioensector beter in de hand houden en geen eigen gekweekte
volatiliteit laten ontstaan. Dus lagere hypotheken, meer eigen vermogen
in banken en geen blind vertrouwen in grote pensioenpotten.
Dit artikel
is tevens verschenen in NRC Handelsblad van 10 april j.l.
|
Terug naar Inhoud
|
|
|
|
|
Europese droom heeft
geen bestaansrecht meer? |
Bron: Presseurop: Ivan Krastev in KULTURA
SOFIA 25 april 2013 |
|
Het vrije en
solidaire Europa waar onderdrukte volkeren van droomden, is niet meer.
Mensen lijden
wellicht aan geheugenverlies, maar ook de recessie, het faillissement
van de elite en onderlinge verdeeldheid zijn hier debet aan. En de politiek leiders durven dat niet toe
te geven, constateert de Bulgaarse politicoloog Ivan Krastev. |
De Europese Unie (EU) bestaat niet meer, in ieder geval niet zoals wij
haar kenden. En de vraag die nu moet worden gesteld is niet wat ervan
de nieuwe EU zal worden, maar waarom dit Europa waar wij van hebben
gedroomd, niet meer bestaat. Het antwoord is eenvoudig: de pijlers die
zijn gebruikt voor de opbouw en die het bestaan van de Europese Unie
rechtvaardigden, zijn ingestort.
Ten eerste, de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog. Een jaar geleden
werden de conclusies van een onderzoek onder Duitse middelbare
scholieren in de leeftijdscategorie van 14-16 jaar bekend gemaakt.
Daaruit bleek dat een derde van deze jongeren niet wist wie Hitler was
en veertig procent van hen was ervan overtuigd dat de mensenrechten
door alle Duitse regeringen vanaf 1933 in dezelfde mate waren
gerespecteerd.
Geloof in betere
toekomst is verdwenen
Dat wil absoluut niet zeggen dat er nostalgie bestaat naar het fascisme
in Duitsland. Nee, het wil alleen zeggen dat wij te maken hebben met
een generatie die geen idee heeft van dit verleden. Het is een illusie
om heden ten dage te blijven denken dat de oorlog nog steeds de basis
vormt voor de legitimiteit van de EU.
Het tweede element dat de geopolitieke vorming van de EU heeft mogelijk
gemaakt, is de Koude Oorlog. Maar die is voorbij. Tegenwoordig heeft de
EU geen dergelijke vijand meer als de Sovjet-Unie (het zou ook niet
meer kunnen) die haar bestaan zou kunnen rechtvaardigen. Kortom, het in
herinnering roepen van de Koude Oorlog kan op geen enkele manier de
legitimiteitsproblemen van de EU oplossen.
De derde pijler is de welvaart. De EU blijft een rijk gebied, een heel
rijk gebied – zelfs als dat voor landen als Bulgarije niet geldt.
Daarentegen denkt zestig procent van de Europeanen dat hun kinderen het
minder goed zullen hebben dan zijzelf. Vanuit dit standpunt gezien is
het probleem niet hoe wij nu leven, maar wat voor leven we in de
toekomst zullen hebben. Het positieve vooruitzicht, het geloof in een
betere toekomst als krachtige legitimiteitsbron is dus volkomen
verdwenen.
|
City:
Taal:
Oplage:
website: |
Sofia
Bulgaars7.500 kultura |
Kultura
is de opvolger van Narodna Kultura (“volkscultuur”), een blad dat ten
tijde van de communistische censuur erin slaagde tussen de regels door
enigszins kritiek uit te oefenen. Kultura bestaat sinds 1990 en
publiceert vaak diepgaande opinie-artikelen van de intelligentsia van
Sofia. |
EU is een elitaire
project
Een andere pijler voor legitimiteit was de convergentie: het proces
waardoor arme landen die zich bij de EU aansluiten de zekerheid hebben
dat ze geleidelijk aan zich bij de club van de rijke landen kunnen
aansluiten. Enkele jaren geleden kon dat nog met cijfers worden
onderbouwd. Maar als we de economische prognoses voor de komende tien
jaar mogen geloven, dan zal een land als Griekenland in vergelijking
met Duitsland nog altijd even arm zijn als op de dag dat het zich bij
de EU aansloot.
Iedereen zegt dat het probleem van de EU is dat het een elitair project
is. Dat is waar. Het probleem is niet dat deze elites anti-Europees
zijn geworden, maar dat zij in landelijk gevoerde discussies geen enkel
gewicht meer in de schaal leggen. En dat deze elites diep van binnen
allemaal voor een verenigd Europa zijn, heeft geen enkele betekenis.
Want niemand luistert naar ze, ze staan te ver van de mensen af.
EU-politici kunnen
niet nog erger zijn
Als we de sociologische onderzoeken onder de loep nemen, kunnen we
constateren dat de legitimiteit van de EU in het Zuiden en het Noorden
van het continent op geheel andere gronden is gestoeld. In landen als
Duitsland en Zweden hebben de mensen vertrouwen in de EU omdat ze ook
geloven in de oprechtheid van hun eigen regeringen.
In Italië, Bulgarije en Griekenland hebben de mensen geen vertrouwen in
hun politici en dat is de reden waarom ze wel in de EU geloven. Hun
logica? Zelfs als we ze niet kennen, kunnen de politici in Brussel niet
nóg erger zijn dan die van ons. En het lijkt mij dat zelfs dit gevoel
nu aan het verdwijnen is: de laatste crisis is het bewijs dat ook dit
vertrouwen is aangetast.
En om te besluiten, de laatste pijler: de verzorgingsstaat. Zonder
twijfel vormt het bestaan van een sterke sociale staat onderdeel van de
identiteit van de EU. De vraag of zo’n staat een goede of slechte zaak
is, hoeft niet te worden gesteld. Wel of het nog haalbaar is in een
tijd van globalisering en grote demografische veranderingen in Europa.
Europeanen verdwijnen
Het probleem is dat wij, de Europeanen, als sneeuw voor de zon
verdwijnen. In 2060 zal 12 procent van de Europese bevolking ouder dan
tachtig jaar zijn. Europa vergrijst. En het is geen toeval dat op het
internationale strijdtoneel de EU zich vaak als een seniele
gepensioneerde gedraagt. Van wie moeten we geld lenen om deze voor
senioren onmisbare welvaartsstaat op peil te houden? Van de toekomstige
generaties? Maar dat is reeds gebeurd met de vorming van de enorme
staatsschuld.
Een ander gevolg van de crisis is de nieuwe verdeeldheid op het
continent. In de EU is er geen scheiding meer tussen West en Oost. Er
zijn nieuwe, grotere kloven voor teruggekomen. De eerste is die tussen
de landen in de eurozone en de andere EU-landen. Vaak als er gesproken
wordt over de EU, hebben de Fransen, Duitsers en Spanjaarden het in
werkelijkheid over de eurozone. Dit onderscheid lijkt misschien niet
belangrijk, maar strategisch belangrijke landen als Zweden, Polen en
het Verenigd Koninkrijk behoren niet tot de zone.
Gijzelaar van de
eurozone
Een andere belangrijke kloof bestaat er tussen de landen die geld
uitlenen en landen die geld ontvangen. Toen Griekenland een referendum
over de redding van het land wilde organiseren, kwam Berlijn met de
volgende afwijzing: “Dus eigenlijk willen jullie een referendum over
ons geld organiseren!” Deze opmerking was niet helemaal
ongerechtvaardigd. Geen enkel land zou gijzelaar van de eurozone moeten
zijn. Maar dat krijg je nu als je wél een gezamenlijke munt hebt, maar
geen gezamenlijk beleid.
Hoe uit de crisis te komen? Als we de EU van dichtbij bekijken, zien we
dat sommige landen zich in een crisis bevinden en andere niet (of er in
ieder geval minder last van hebben). Bovendien heeft de crisis in een
aantal gevallen ook positieve effecten op bepaalde praktijken gehad.
Winnaars en
verliezers
Vanuit dit oogpunt is het belangrijkste probleem van alle politiek dat
het winnaars en verliezers creëert, maar dat hebben de heren politici
goed voor zich weten te houden. Terwijl het probleem helemaal niet is
dat er winnaars en verliezers zijn, die zijn er altijd. De vraag is hoe
je de één kan compenseren en aan de andere kan uitleggen dat het voor
hun eigen belang is om een bepaald beleid te voeren.
En wij, wij blijven maar denken dat er een beleid bestaat dat alleen
maar winnaars oplevert. In de huidige staat van de EU is dat een vrome
wens want het natuurlijke schema van solidariteit dat op nationale
schaal bestaat, is er nog niet op Europese schaal. Bovendien hebben de
EU-landen niet allemaal dezelfde geschiedenis of taal. Als we het over
“ons” hebben in Europees verband, over wie hebben we het dan? Wil de EU
goed gaan functioneren, dan is het absoluut noodzakelijk dat er
allereerst een definitie komt van het Europese “wij”.
|
Terug naar Inhoud
|
|
|
|
|
Koninklijke
ondernemingen zijn outperformers |
Bron: Redactie |
In aanloop
naar de inhuldiging van de nieuwe koning heeft de Amsterdamse beurs van
Nyse Euronext op 24 april 2013 2de ‘AEX® Konings Index’ geintroduceerd.
|
|
Symbol |
Naam |
ISIN |
Exchange
|
Market |
Type |
AEXK
|
AEX Konings index |
NL0010389326 |
NYSE Euronext Amsterdam
|
XAMS |
Index |
|
De speciale index is samengesteld uit Nederlandse ondernemingen,
genoteerd aan de Amsterdamse beurs, die het predicaat ‘Koninklijk’
mogen voeren en geeft de performance weer van dergelijke ondernemingen
sinds de inhuldiging van Hare Majesteit Koningin Beatrix.
Ondernemingen, verenigingen of instellingen die het predicaat
"Koninklijke" of "Royal" mogen voeren nemen een zeer belangrijke
plaats in binnen een vakgebied, zijn van landelijke betekenis
en bestaan (in principe) ten minste honderd jaar. De koning is
gerechtigd het recht op het voeren van deze titel te verlenen.
De Konings Index bestaat momenteel uit de volgende 17
ondernemingen met hun weging.
Samenstelling
AEX® Konings Index |
Component
|
ISIN
|
Trading
Location |
%
|
AHOLD
KON |
NL0006033250
|
NYSE
Euronext Amsterdam |
13,43
|
AIR
FRANCE -KLM |
FR0000031122
|
NYSE
Euronext Paris, Amsterdam |
2,40
|
BAM
GROEP KON |
NL0000337319
|
NYSE
Euronext Amsterdam |
0,86
|
BOSKALIS
WESTMIN |
NL0000852580
|
NYSE
Euronext Amsterdam |
3,87
|
BRILL
KON |
NL0000442523
|
NYSE
Euronext Amsterdam |
0,04
|
DE
MASTER BLENDERS |
NL0010157558
|
NYSE
Euronext Amsterdam |
7,52
|
DSM
KON |
NL0000009827
|
NYSE
Euronext Amsterdam |
9,32
|
KPN
KON |
NL0000009082
|
NYSE
Euronext Amsterdam |
2,28
|
PHILIPS
KON |
NL0000009538
|
NYSE
Euronext Amsterdam |
21,36
|
PORCELEYNE
FLES |
NL0000378669
|
NYSE
Euronext Amsterdam |
0,01
|
POSTNL
|
NL0009739416
|
NYSE
Euronext Amsterdam |
0,80
|
ROYAL
DUTCH SHELLA |
GB00B03MLX29
|
NYSE
Euronext Amsterdam |
30,83
|
ROYAL
IMTECH |
NL0006055329
|
NYSE
Euronext Amsterdam |
0,84
|
ROYALREESINK
|
NL0000379303
|
NYSE
Alternext Amsterdam |
0,06
|
TEN
CATE |
NL0000375749
|
NYSE
Euronext Amsterdam |
0,51
|
VOPAK
|
NL0009432491
|
NYSE
Euronext Amsterdam |
5,67
|
WESSANEN
KON |
NL0000395317
|
NYSE
Euronext Amsterdam |
0,21
|
|
AEX® Konings Index versus AEX
Uit het verloop van de index blijkt
dat de "Koninklijke" ondernemingen bovengemiddeld stabiel zijn en
goed hebben gepresteerd.
Vooral gedurende de laatste vijf jaar is er sprake van outperformance.
Het jaarlijkse rendement van de AEX Konings Index tijdens de
regeerperiode van Koningin Beatrix is 6,3% (excl. dividenden).
Eerder genoteerde "Koninklijke" ondernemingen zijn ook in de
berekening meegenomen.
Uit de weging blijkt dat Ahold, Air France-KLM, DSM, KPN, Philips en
Shell in hoge mate bepalend zijn voor de "AEX® Konings Index" en de
performance van deze fondsen zullen dan ook doorslaggevend zijn.
Er valt wel meer op de "Konings Index" af te dingen want KPN behandelt
zijn aandeelhouders niet bepaald koninklijk door met een claimemissie
te komen. Hoe het met de andere koninklijke aandelen gaat kunt u
ondermeer lezen in een artikel van Morningstar klik Hier
De actuele grafiek van de AEX Konings Index kunt u Hier vinden |
Terug naar Inhoud
|
|
|
|
|
Drie jaar fouten en
verkeerde diagnoses |
Bron: Presseurop: Nick Malkoutzis in I
Kathimerini 24 april 2013 |
Op
23 april 2010 vroeg de toenmalige premier, Georgios Papandreou, om
een reddingsplan om te voorkomen dat zijn land zou instorten. Uit
verschillende onderzoeken blijkt nu dat er in de drie jaar die daarop
volgden, een hele reeks fouten zijn gemaakt van zowel de trojka als de
Griekse staat. |
Drie jaar geleden stond toenmalig premier Georgios Papandreou in de
haven van Kastelorizo, met de Egeïsche zee op de achtergrond en omringd
door juichende kinderen. De daarop volgende periode bleek allerminst
zonovergoten kinderspel voor Griekenland te zijn. De oproep die
Papandreou die dag deed aan de eurozone en het Internationaal Monetair
Fonds, zette de toon voor alles wat er sindsdien in Griekenland
gebeurde. En wat de uitkomst ooit zal zijn, is nog verre van duidelijk.
Giorgos Papandreou jr.
Van 6 oktober 2009 tot en met 11 november 2011 was hij de premier van
Griekenland |
Geboren
|
16
juni 1952
Saint Paul,
Verenigde Staten |
Politieke
partij |
PASOK
|
Premier van Griekenland |
Aangetreden
|
6
oktober 2009 |
Einde
termijn |
11
november 2011 |
President
|
Karolos
Papoulias |
Voorganger
|
Kostas
Karamanlis |
Opvolger
|
Loukas
Papadimos |
|
Hoewel de Europese Commissie, de Europese Centrale Bank en het IMF alle
drie deel uitmaken van de trojka van crediteuren die Griekenland in de
afgelopen 36 maanden van een reddingsfonds van ongeveer 200 miljard
euro voorzagen, lijkt de rol van de organisatie uit Washington de
meeste aandacht van de Grieken te krijgen.
Zelfs nu wordt 23 april 2010 nog door velen de dag genoemd waarop
Papandreou “Griekenland naar het IMF stuurde”.
De acties van het Fonds, dat slechts een fractie van de tot dusverre
uitbetaalde leningen verstrekte, worden dan ook nog steeds nauwlettend
in de gaten gehouden.
Ook nu het steeds duidelijker wordt dat het in feite een aantal
partnerlanden in de eurozone en de ECB waren die achter sommige van de
zwaarste eisen van de trojka zaten, blijft het IMF een regelmatig
terugkerend onderwerp van kritiek.
IMF is gevoelig voor
politieke manipulatie
Het probleem is dat het IMF vaak in het wilde weg wordt aangevallen, en
daarbij wordt neergezet als het Trojaanse paard van het neoliberalisme,
waarbij een juiste analyse van de drie onderdelen van de trojka aan de
kant wordt geschoven.
Door deze onduidelijkheid is het moeilijk uit te zoeken of de kritiek
op het IMF werkelijk gegrond is. In dit opzicht komt het opiniestuk van
Mohamed El-Erian, CEO van investeringsmaatschappij PIMCO, over de
tekortkomingen van het Fonds precies op tijd om de vinger op de zere
plek te leggen.
El-Erian benadrukt dat het grootste zwakke punt van het IMF zijn
gevoeligheid voor politieke manipulatie is. De baas van PIMCO is ook
kritisch over de rol van het Fonds bij de redding van Cyprus.
El-Erian’s bedrijf was verantwoordelijk voor de controle op de
Cypriotische banken voordat Nicosia en de trojka het leningenpakket
overeenkwamen. Hij vertelt dat er in de aanvankelijke eerste oplossing
en het herziene plan “onvoldoende begrip was voor de complexiteit van
de problemen in het land, die onvoldoende geanalyseerd werden.”
“In beide gevallen, en in andere vergelijkbare omstandigheden elders in
Europa (inclusief Griekenland), vermoed ik dat het IMF dacht geen
andere keuze te hebben dan toe te geven aan de druk van Europese
politici”, voegt El-Erian daaraan toe. “Maar door dat te doen,
riskeerde het meer dan zijn geloofwaardigheid en status alleen.”
Al deze zaken – vooral de kwestie over geloofwaardigheid – werden
opgepikt door Gabriel Sterne, hoofdeconoom bij Exotix. Sterne, een
voormalig IMF-medewerker, publiceerde vorige week wat waarschijnlijk de
meest uitgebreide beoordeling is van waar het Fonds het in de afgelopen
drie jaar mis had. Zijn beleidsanalyse bevat een aantal zeer saillante
details voor Griekenland.
Analyse Griekenland
schoot doel voorbij
Sterne begint ermee erop te wijzen dat de analyse door het IMF die door
El-Erian terecht werd geprezen, in het geval van Griekenland zijn doel
wat voorbijschoot.
“Griekenland heeft te lijden gehad onder de grootste, maar zeker niet
de enige, voorspellingsfout, die verklaard kan worden aan hand van de
onvakkundige rekensom kredietcrisis + bezuinigingen = instortende
economie”, schrijft Sterne. Die fout ligt ten grondslag aan het feit
dat het Griekse programma niet alleen mislukte vanwege wat er in de
afgelopen drie jaar al dan niet gebeurde in Athene.
|
City:
Taal:
Oplage:
website: |
Athene
Grieks 26.246 I
Kathimerini |
Deze
centrumrechtse krant ('Het Dagblad’) is opgericht in 1919 en wordt
beschouwd als één van de meest serieuze kranten in Griekenland.
Grootste pluspunt : de krant staat open voor de Europese buurlanden,
waarmee meer afstand wordt genomen ten opzichte van de maatschappij. De
huidige eigenaren, de gebroeders Giannis en Aristide Alafouzos, hebben
gezorgd voor internationaal aanzien door een Engelstalige editie van de
krant als bijlage bij de International Herald Tribune te verspreiden
|
De trojka blijft volhouden dat de langzame voortgang van de
hervormingen heeft bijgedragen aan de dieper dan verwachte recessie,
terwijl ze voortdurend de vraag ontweken of de snelle bezuinigingen de
basis onder de Griekse economie hadden weggetrokken.
Sterne beweert dat er vanaf het begin af aan onvoldoende werd gedaan om
de torenhoge Griekse staatsschuld aan te pakken en dat dit een
schadelijke misrekening bleek die bovendien niet in lijn lag met het
credo van het IMF. Al snel na Papandreou’s toespraak in Kastelorizo,
voorspelde het IMF dat de Griekse staatsschuld aan het eind van 2011 de
139 procent zou bereiken, maar bij de vijfde kwartaalcontrole door de
trojka bleek die schuld al 160 procent van het bbp te bedragen, ondanks
het feit dat er meer dan 100 miljard euro aan leningen was verstrekt.
Reddingsplan deed
meer kwaad dan goed
“Er zijn sterke aanwijzingen dat het reddingsplan meer kwaad dan goed
heeft gedaan doordat het de crisis versterkte, terwijl stevige actie
uitbleef. En er zijn ook sterke aanwijzingen dat dit te verwachten
viel,” schrijft Sterne, die daaraan toevoegt dat het Fonds “een van
zijn meest essentiële regels schond door in mei 2010 een programma in
Griekenland te steunen terwijl dat land niet in staat bleek een
duurzaam beleid te garanderen.”
Griekenland en de trojka zouden heel wat beter af zijn geweest wanneer
zij hun tanden al vanaf het begin in de schuldsanering zouden hebben
gezet, in plaats daar pas in 2012 aan te beginnen, stelt de analist.
Sterne wijst er heel terecht op dat sommigen hebben geprofiteerd van
het besluit de Griekse staatsschuld niet van het begin af aan aan te
pakken. Die staatsschuld was immers grotendeels in handen van Europese
banken.
IMF stelde reeks
verkeerde diagnoses
Ter afsluiting oordeelt de econoom dat de strategie van pappen en
nathouden die op Papandreou’s toespraak volgde, funest was.
“Uiteindelijk bleek de Griekse aarzeling vruchteloos. Private
geldschieters werd het vel over de oren gehaald, in het land is geen
bank te vinden die sinds midden 2011 nog een lening heeft verstrekt, de
jeugdwerkloosheid bedraagt er 60 procent en de ECB moest massaal
ingrijpen om de restanten van het Europese bankensysteem het hoofd
boven water te laten houden.”
Net als El-Erian schrijft Sterne dat het IMF wankelde onder de
politieke druk van de landen uit de eurozone, en een reeks verkeerde
diagnoses stelde.
Drie jaar na Kastelorizo heeft Griekenland nog steeds een lange weg te
gaan. De meest dramatische bezuinigingen uit de geschiedenis van de
OESO werden uitgevoerd, maar een aantal andere broodnodige hervormingen
staan nog steeds in de steigers. Dat doet echter niets af aan het feit
dat het Griekse programma van alle kanten slecht ontworpen en
uitgevoerd werd. In dit opzicht is het van vitaal belang de rollen te
begrijpen die ieder van de drie onderdelen van de trojka speelden, en
waarin hun zwakheden en eigenzinnigheid liggen. Willekeurige aanvallen
uitvoeren op het IMF of de anderen laat de trojka zich eenvoudigweg
verschuilen achter de algemeen aanvaarde wijsheid dat de tekortkomingen
uit het programma alleen te wijten zijn aan de trage implementatie
ervan door Griekenland. Als we het eens willen worden over de
nalatenschap van de toespraak in Kastelorizo, zullen we de zaken echter
wat genuanceerder moeten bekijken. |
Terug naar Inhoud
|
|
|
|
|
HCC Beleggen zoekt
organisatorische talenten |
Bron: Redactie HCC Beleggen
|
De HCC Beleggen organiseert een aantal
activiteiten. De bekendste activiteiten die wij organiseren zijn de
beleggersymposia die we tweemaal per jaar houden in De Bilt.
Met name voor de organisatie van
deze symposia zijn wij op zoek naar mensen die een bijdrage willen
leveren aan de totstandkoming van onze symposia. Het is niet alleen
leuk om dergelijke evenementen te organiseren, maar het is ook een
ideale gelegenheid om je netwerk uit te breiden met interessante
contacten.
Maar ook andere dingen doen zoals het geven van een aardige lezing, met
anderen handelsstrategieën uitwerken, software onder de knie krijgen of
gewoon een groep vormen waarmee je samen de markt analyseert/bespreekt,
behoort tot de mogelijkheden.
Ben je enthousiast en denk je dat een vrijwilligersfunctie jou op het
lijf geschreven is, neem dan contact op met Michel Hupkens Klik Hier
|
Terug naar Inhoud
|
|
|
Disclaimer: Deze publicatie komt tot stand op de
redactie van beleggersonline.nl de website van de HCC IG Beleggen. Noch
de mate waarin de berichten, voorgestelde scenario’s, risico’s en
voorspellingen de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin
zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd.
De voorspellingen zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn
algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als
beleggingsadvies. De
schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur van de HCC IG Beleggen
en/of de Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet aansprakelijk
voor eventuele verliezen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren,
behaalde resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de
toekomst. |
|