Elk mens is verschillend en elk mens neemt ook
op verschillende manieren beslissingen. De één doet dat op basis van
feiten en de ander juist weer op basis van emotie. Het feit dat niemand
gelijk is, zorgt ervoor dat er op de beurs vraag en aanbod is. Het
zorgt er echter ook voor dat bepaalde mensen veel winst hebben en
anderen veel verlies.
Om dat laatste te voorkomen, is het goed om te beseffen welke type
trader jij bent. Er zijn 4 verschillende categorieën waar je onder zou
kunnen vallen.
De Snelle
De snelle trader heeft voldoende aan een minimale set aan informatie om
zelfstandig zijn beslissing te kunnen nemen. Hij focust zich slechts op
een beperkt aantal (fundamentele en/of technische) indicatoren en
bepaalt dan wat hij gaat doen. Hij is vaak ook een van de aanwakkeraars
van een trend. En omdat hij daarbij in de voorhoede loopt, kunnen zijn
winsten ook fors zijn. Het valt echter ook wel eens (flink) tegen.
De Fundamentalist
De fundamentele trader wil een weloverwogen keuze maken alvorens hij
een trade opzet. Hij gaat dan ook op zoek naar alle achtergronden van
de bedrijven waar hij zijn geld op zet. Hierbij kijkt hij onder andere
naar de omzetontwikkelingen, winstverwachtingen, kosten, marges,
kapitaalkrachtigheid, marktontwikkelingen en noem maar op. Wat relatief
onbekend is, is dat naast de hoeveelheid aan informatie dit type trader
over een flinke dosis emotie beschikt. Als alle seinen op groen staan,
dan kan de Fundamentalist overgoten worden met trots voor ‘zijn’
bedrijf. Als er eenmaal negativiteit rondom een aandeel, tracker of
index hangt, zal hij echter ook niet snel van gedachten veranderd
kunnen worden.
De Techneut
In tegenstelling tot de Fundamentalist kijkt de technische trader zo
goed als niet naar alle achterliggende informatie. De Techneut kijkt
alleen naar grafieken om een keuze te maken. Patronen in de grafieken,
aangevuld met bijbehorende indicatoren, zijn zijn werkgebied. Hij maakt gebruik van de
voorspelbaarheid van het handelen van anderen, zoals hij dat uit de
grafieken kan aflezen. Hij is er immers van overtuigd dat het gedrag
van beleggers in de toekomst niet anders zal zijn.
De Hulpbehoevende
Dit type trader is de gevaarlijkste. Waar de eerste 3 types over het
algemeen weten wat ze doen en methodes hebben, doet de Hulpbehoevende
maar wat. Hij hoort hier eens wat, doet daar eens wat en laat zich
veelal leiden door anderen. Zo’n 90% van deze traders stopt binnen 3
jaar met beleggen, omdat ze dan al hun inleg verspeeld hebben. Deze
groep heeft geen methode om te checken of wat er allemaal geroepen is
waar kan zijn. Alle trades zijn daarbij ‘op hoop van zegen’. Waar de
Hulpbehoevende écht baat bij heeft, is een buddy - en dan bij voorkeur
een Fundamentalist of een Techneut - die hem aan de hand meeneemt om te
zorgen dat hij bij de 10% overlevenden gaat horen.
Is het je al duidelijk wat voor trader jij bent? Het is belangrijk om
te weten op basis waarvan jij je beleggingsbeslissingen maakt. Als je
dit eenmaal weet, dan kan je ook veel beter de kansen en valkuilen
onderkennen. En dit - dat zal je niet verbazen – leidt ongetwijfeld tot
betere rendementen.
Stijgende inflatie is geen denkbeeldig
gevaar maar een feit
Bron: Sylvester Eijffinger en Edin
Mujagic in MeJudice 19 okt 2012
Een stijgende inflatie is geen denkbeeldig
gevaar maar een feit, iets waar Sylvester Eijffinger en Edin Mujagic al
tijden voor gewaarschuwd hebben. Daarmee logenstraffen zij de
beweringen van deflatieprofeten die op basis van wankele argumenten de
wereld angst aanjagen dat stagnatie en deflatie samengaan. Economische
voorspellingen moeten dergelijke profeten maar overlaten aan de
macro-economen. Laten zij eerst aantonen waar de deflatie is.
Deflatie of inflatie?
Volgens Eurostat, het Europese bureau voor de statistiek, bedroeg de
inflatie in de eurozone in september dit jaar 2,7 procent. De
koopkracht van de Europeanen neemt maand in maand uit sneller af.
Volgens vele journalisten en anderen, vaak niet (afgestudeerde)
macro-economen, had de koopkracht echter juist moeten toenemen. In 2010
vond er een hevige meningenstrijd in Nederland. Enerzijds waren er
monetair-economen die stijgende inflatie voorspelden voor de komende
jaren. Lijnrecht tegenover hen stonden de deflatieprofeten die juist
een deflatiegolf het Westen zagen overspoelen. Hét argument van de
laatste groep kwam een uit de Keynesiaanse gereedschapskist: gebrek aan
economische groei. Als de economie niet of nauwelijks groeit, laat
staan krimpt, betekent dat dat de vraag daalt. En bij dalende vraag
verlagen de winkeliers hun prijzen om nog enige omzet te draaien. Wat
dat betreft is er sprake geweest van een perfecte omgeving voor een
deflatiegolf. Immers, de economie van de eurozone groeide nauwelijks
tot aan de herfst 2011 en sinds het vierde kwartaal van dat jaar krimpt
de economie.
Inflatie is dominant
Sylvester
Eijffinger
Universiteit van Tilburg en CEPR
Prof.
Dr. Sylvester C.W. Eijffinger is Hoogleraar Financiële Economie en Jean
Monnet Hoogleraar Europese Financiële en Monetaire Integratie, CentER
for Economic Research en Departement Economie, Universiteit van Tilburg
en Research Fellow, Centre for Economic Policy Research, Londen, VK en
CESifo Research Network, München, Duitsland. Weblog Sylvester Eijffinger
Nu er ruim twee jaren verstreken zijn sinds dat verhitte
inflatie/deflatie debat, is er voldoende materiaal om onomstotelijk
vast te stellen dat de deflatieprofeten er faliekant naast hebben
gezeten. En het is niet alleen de inflatie in de afgelopen maanden of
zelfs in de eurozone alleen, die daar sluitend bewijs voor leveren.
In de zomer en het najaar van 2009 had de eurozone te maken met
deflatie tot wel 0,8 procent. Ook in de Verenigde Staten en
Groot-Brittannië daalden de prijzen gedurende een paar maanden. Sinds
maart 2010 stijgen de prijzen echter behoorlijk. In de eurozone klommen
de prijzen met 1,5 procent wat sindsdien versneld is tot 3 procent eind
vorig jaar. In de Verenigde Staten bedraagt geldontwaarding ook
ongeveer 3 procent en in Groot-Brittannië bedroeg die zelfs al die tijd
tussen ruim 3 en meer dan 5 procent. De inflatie in de eurozone en de
Verenigde Staten oogt misschien niet enorm, maar is dat wel omdat de
prijzen gestegen zijn in jaren waarin de economische groei heel laag
was.
Misrekening
deflatieprofeten
Er zijn meerdere redenen waarom deflatieprofeten er behoorlijk naast
zitten. In de eerste plaats omdat de argumentatie stoelde op de,
geschiedkundig en economisch verkeerde, veronderstelling dat lage
economische groei en zelfs krimp, automatisch tot dalende prijzen
leidt. De geschiedenis is bezaaid met voorbeelden waarin lage groei en
stijgende inflatie juist hand in hand gaan, zoals de jaren zeventig. In
de tweede plaats is er een haast fundamentalistische afkeer van het
eeuwenoude feit dat te veel geld in omloop de prijzen onder opwaartse
druk zet. Er is een reden waarom de enige langdurende inflatiegolf in
Europa plaats vond tussen ongeveer 1450 en 1600. Dankzij nieuwe
ontdekkingen explodeerde namelijk de zilverproductie in Europa terwijl
tegelijkertijd schepen vol met geroofd goud en zilver uit de net
ontdekte Midden- en Zuid-Amerika, aanmeerden in de Spaanse havens. Dat
was het toenmalige equivalent van de geldpers die 24 uur per dag draait
omdat goud en zilver in die tijd geld waren.
Edin
Mujagic
Universiteit van Tilburg en OranjeLelie Consultancybureau
Monetair
econoom verbonden aan de Universiteit van Tilburg en OranjeLelie
Consultancybureau. Auteur van het boek ‘Tien jaar euro: biografie van
een jonge wereldmunt’. In mei dit jaar verschijnt zijn tweede boek,
'Torenhoge inflatie komt eraan: hoe die te verslaan'. Tussen 2004 en
2010 was Mujagic redacteur macro-economie van het zakenweekblad FEM
Business & Finance.
Deflatieprofeten kiezen er echter voor om economische en historische
feiten te negeren en hebben het oude advies, dat aanval de beste
verdediging is, omarmd. Op verschillende internetfora en zenders waar
de deflatieprofeten mensen bang maken voor deflatie, roepen ze telkens
weer de inflationistas hen te vertellen waar de door hen voorspelde
inflatie is. Daarbij schuwen ze het niet om een loopje te nemen met de
waarheid. Zij wijzen erop dat er geen hyperinflatie is. Daarmee gaan ze
voorbij aan het feit dat niemand twee jaar geleden hyperinflatie heeft
voorspeld. Wel stijgende inflatie, wat iets heel anders is. Het is
niets meer dan een lachwekkende poging de aandacht af te leiden van
harde feiten. Het is namelijk een zeer vreemd verzoek aan het adres van
de inflatieprofeten om te vragen waar de inflatie is: inflatie is
overal om ons heen, zoals de harde cijfers, uit Europa én de Verenigde
Staten, duidelijk uitwijzen.
De verzoeken van de deflatieprofeten zijn echter wel begrijpelijk: het
doet pijn te erkennen ergens faliekant naast te hebben gezeten. Dat
iemands voorspellingen niet uitkomen omdat er onverwachte zaken
gebeuren, dat is vreemd noch een schande. Als iemand die deflatie
voorspelde omdat de economie niet of nauwelijks zal groeien, ernaast
zit omdat de economische groei onverwacht juist hoog werd, is niets
anders dan logisch. Des te pijnlijker is echter falen als aan alle van
tevoren gestelde voorwaarden is voldaan, wat van toepassing is op
deflatieprofeten uit 2010.
Amateuristische
economie
Aan economische voorspellingen kan en mag iedereen zich wagen,
net zoals iedereen, voetballer of niet, een voorspelling kan en mag
doen voor de uitslag van een willekeurige wedstrijd uit de eredivisie.
Het is echter een goede zaak de macro-economische analyse over te laten
aan macro-economen. Omdat de deflatieprofeten ondanks de werkelijke
stand van zaken gewoon doorgaan met, behalve vraag opwerpen waar de
inflatie is, de vraag die met dit artikel beantwoord is, mensen bang
maken voor het denkbeeldige deflatiegevaar, moeten zij verantwoording
afleggen. Zij moeten de vraag beantwoorden waarmee veel mensen die
onnodig bang zijn gemaakt zitten: waar is de deflatie? Op die vraag is
maar één antwoord mogelijk: die is er niet. De Britse econoom John
Maynard Keynes zei ooit: ‘als de feiten veranderen, verander ik van
mening. En wat doet u meneer?’ De vraag is: wat doen de
deflatieprofeten?
Hoe houdt de AFM toezicht op hoge snelheidshandel? Zij doet dit op
verschillende manieren. De AFM beschouwt hogesnelheidshandel niet als
een zelfstandige strategie, maar als een techniek waarmee kortetermijn
handelsstrategieen in de praktijk kunnen worden gebracht. Zij kan real
time ingrijpen in de handel, zij neemt regelmatig contact op met
partijen bij opvallende ontwikkelingen. Daarnaast kan de AFM de handel
laten stilleggen.
De AFM heeft toegang tot data van de Nederlandse handelsplatformen en
kan zien welke beleggingsonderneming handelt - namens wie zij dat doet
kan de toezichthouder opvragen. Het geautomatiseerde detectie en
analysesysteem filtert bovendien opvallende orders en koersbewegingen
uit de data. Eenvoudige handelspatronen (algoritmes) kunnen we op die
manier opsporen. Complexere algoritmes zijn voor ons niet real-time
zichtbaar, wel later. Deze complexe algoritmes zijn moeilijk te
ontrafelen. Om de markt bij te benen, blijft de AFM daarom investeren
om haar IT-systemen up to date te houden, waardoor ook de nieuwste
algoritmes kunnen worden opgespoord.
Overigens ligt er een
belangrijke verantwoordelijkheid bij de ondernemingen en platformen
zelf (vastgelegd in richtsnoeren van ESMA): zij moeten er bijvoorbeeld
voor zorgen dat hun eigen systemen goed op orde zijn en risico's voor
de handel op tijd opsporen en oplossen.
ref: ESMA richtsnoeren Rapport: Toepassing HFT op Europese markten
Dringend advies aan consumenten met een
beleggingsverzekering
Bron: AFM
De
AFM raadt consumenten dringend aan om actie te ondernemen en advies te
zoeken over hun financiële situatie.Vooral
consumenten met een beleggingsverzekering kunnen het beste op de korte
termijn actie ondernemen, omdat deze niet altijd oplevert wat in het
verleden is voorgespiegeld. Hoe eerder iemand actie onderneemt, hoe
langer er de tijd is om extra vermogen op te bouwen.
Verzekeraars hebben dit jaar een groot deel van hun klanten per brief
geïnformeerd over de compensatie van te hoge kosten. Opvallend genoeg
lijken veel klanten het daarbij te laten, terwijl er mogelijk meer
nodig is om bijvoorbeeld alsnog het vermogen op te bouwen dat nodig is
voor pensioen of hypotheek.
Financieel adviseurs kunnen helpen om inzichtelijk te maken wat de
beleggingsverzekering voor iemands persoonlijke situatie betekent.
Klanten zouden terug moeten gaan naar hun adviseur die hen destijds de
beleggingsverzekering heeft geadviseerd om kosteloos hersteladvies te
krijgen. Via provisies is, of wordt, de adviseur betaald voor deze
dienst. Klanten die geen zaken meer willen of kunnen doen met hun
oorspronkelijke adviseur, kunnen ook bij een andere adviseur terecht
voor advies over hun beleggingsverzekering.
De AFM heeft een aantal klachten van consumenten in onderzoek waarbij
consumenten met een beleggingsverzekering zijn benaderd door partijen
die hulp zeggen te bieden bij een beleggingsverzekering. Het gaat dan
veelal om onbekende partijen die de consument in eerste instantie
telefonisch benaderen. Hierbij lijkt het advies om over te sluiten naar
een ander product de boventoon te voeren, en rekenen deze partijen hier
onredelijk hoge kosten voor. Bovendien worden die kosten betaald uit de
opgebouwde tegoeden die worden overgesloten naar andere producten.
De AFM raadt consumenten aan niet in zee te gaan met een adviseur
voordat precies duidelijk is wat de kosten zijn van een advies en welke
dienst hij hier voor levert.
De Consumentenbond heeft hier naar aanleiding van klachten van leden
ook al voor gewaarschuwd.
Nieuw financieringsmodel voor het
depositogarantiestelsel
Bron: DNB 18 oktober 2012
Het Ministerie van Financiën en DNB
werken aan de oprichting van een fonds voor de ex ante financiering van
het deposito-garantiestelsel.Aanleiding
zijn de ervaringen van de
kredietcrisis en aankomende Europese regelgeving.
Banken gaan straks een risicogewogen bijdrage aan het fonds betalen.Het
nieuwe beleid treedt 1 juli 2013 in werking.
Het depositogarantiestelsel draagt bij aan financiële stabiliteit door
tegoeden van rekeninghouders tot 100.000 euro te beschermen wanneer een
bank niet meer aan haar verplichtingen kan voldoen. De zekerheid dat
een banktegoed is gegarandeerd, helpt een bankrun te voorkomen. Dat is
belangrijk, omdat een bankrun kan uitdraaien op grootschalige paniek
onder spaarders en daarmee een brede besmetting van de bankensector,
ook als twijfels over de soliditeit van andere banken ongefundeerd zijn.
Alle banken met een Nederlandse bankvergunning nemen verplicht deel aan
het depositogarantiestelsel dat wordt uitgevoerd door DNB. In het
huidige systeem keert DNB een vergoeding uit aan de depositohouders,
waarna de kosten achteraf worden omgeslagen over de deelnemende banken.
De uitkeringen die onder het depositogarantiestelsel zijn gedaan bij de
faillissementen van Icesave (2008) en DSB Bank (2009) zijn op deze
wijze gefinancierd.
Versterking en
harmonisatie van depositogarantiestelsels
Vertrouwen van spaarders in het stelsel is essentieel voor de
effectiviteit van het depositogarantiestelsel. Dit blijkt uit de
ervaring tijdens de kredietcrisis. In september 2008, vlak na het
faillissement van Lehman Brothers, besloot de Ierse regering
ongelimiteerde dekking te bieden aan depositohouders bij haar banken.
Dit vergrootte de onrust in de Europese bankensector omdat het
spaarders een prikkel gaf om geld te verplaatsen naar banken met hogere
dekking binnen de Europese Unie (EU). Enkele weken later verklaarden de
Europese ministers van Financiën daarom gezamenlijk dat in elk land de
depositogarantie verhoogd zou worden tot minimaal 50.000 euro. In
Nederland werd de maximale vergoeding vastgesteld op 100.000 euro. Dit
droeg bij aan het terugkeren van rust in de Nederlandse spaarmarkt.
In de daaropvolgende periode zijn nationale depositogarantiestelsels
binnen Europa verder geharmoniseerd. Sinds eind 2010 is het
dekkingsniveau voor de gehele EU vastgesteld op 100.000 euro. Daarnaast
is de uitbetalingstermijn aan depositohouders verkort van drie maanden
tot maximaal 20 werkdagen. Dit biedt spaarders de zekerheid dat ze snel
weer over hun geld beschikken wanneer een bank failleert. Ruimere
dekking en een kortere uitkeringstermijn dragen bij aan het vertrouwen
in het stelsel en daarmee het voorkomen van een bankrun.
Beide aanpassingen hebben echter als nadeel dat depositohouders minder
worden geprikkeld om, voor zover mogelijk, kritisch naar de soliditeit
van een bank te kijken. Menig depositohouder laat zich voornamelijk
leiden door het rentetarief dat een bank vergoedt; denk aan de snelle
groei van Icesave in 2008. Door de aanwezigheid van dit ‘moreel risico’
neemt de marktdiscipline voor banken af, omdat zij op dit punt niet of
nauwelijks gemonitord worden door spaarders.
De voordelen van een
vooraf gefinancierd depositogarantiestelsel
Per 1 juli 2013 treedt de "Algemene Maatregel van Bestuur ex ante
financiering depositogarantiestelsel" in werking waarmee fondsvorming
op basis van risicogewogen premies mogelijk wordt gemaakt. Het fonds
krijgt een doelomvang van 1 procent van onder het stelsel gegarandeerde
deposito’s, vooralsnog ongeveer 4 miljard euro, op te bouwen in 15
jaar. Nederland loopt hiermee vooruit op het voorstel van de Europese
Commissie om dergelijke fondsvorming in de gehele EU verplicht te
stellen. Overigens is dit in vele Europese landen al staande praktijk.
Fondsvorming op basis van risicogewogen premies heeft een aantal
belangrijke voordelen boven het huidige model van financiering
achteraf. Allereerst maakt risicoweging het mogelijk de bijdrage van
een bank aan het stelsel te relateren aan haar risicoprofiel. Dit
ondervangt (ten dele) het moreel risico. Risicogewogen premies geven
banken immers een prikkel om minder risico aan te gaan. In het nieuwe
stelsel is de premiebijdrage voor risicovolle banken tot twee keer zo
hoog als voor conservatieve banken. Daarnaast maakt fondsvorming het
mogelijk dat een bank meebetaalt aan de uitkeringen die onder het
stelsel worden gedaan als gevolg van haar faillissement. Dit is in
overeenstemming met het principe ‘de vervuiler betaalt’.
Fondsvorming helpt daarbij in het spreiden van de kosten van het
depositogarantiestelsel over de tijd. Hierdoor hoeft de sector niet in
een keer een groot bedrag vrij te maken wanneer het
depositogarantiestelsel de kosten voor een failliete bank omslaat. Het
stelsel wordt hiermee minder procyclisch.
Naar een Europees
depositogarantiestelsel
In Europa worden belangrijke stappen gezet om de crisis te bestrijden
en de Economische en Monetaire Unie te versterken. Zo hebben de
Europese regeringsleiders eind juni 2012 de historische
stap gezet richting een Bankenunie. Dit betekent dat er effectief
toezicht op Europees niveau moet komen, in samenhang met een Europees
resolutiemechanisme dat het mogelijk maakt probleembanken op uniforme
wijze af te wikkelen. Een Europees depositogarantiestelsel zal
uiteindelijk ook onderdeel van deze bankenunie moeten uitmaken.
Emissies langlopende bedrijfsobligaties
weer boven 10 miljard
Bron: DNB 22 oktober 2012
In 2012 zijn de uitgiften van langlopende
obligaties door Nederlandse niet-financiële vennootschappen sterk
toegenomen. In de eerste drie kwartalen van 2012 gaven bedrijven voor
respectievelijk EUR 4,0 miljard, EUR 1,3 miljard en EUR 5,6 miljard uit
(totaal EUR 10,9 miljard), tegenover EUR 6,3 miljard over heel 2011.
Vooral in maart en augustus van dit jaar plaatsten veel grote
ondernemingen nieuwe leningen op de kapitaalmarkt.
Met uitzondering van de periode 2008K4-2009K3 waarin per kwartaal
gemiddeld EUR 8,6 miljard werd uitgegeven, waren de bruto-emissies op
kwartaalbasis het afgelopen decennium nooit zo hoog als in het derde
kwartaal van 2012. In oktober is reeds voor EUR 2,5 miljard aan
langlopende bedrijfsobligaties geplaatst.
De uitgiften van langlopende obligaties van niet-financiële
vennootschappen komen in het lopende jaar ook hoger uit dan in 2010
toen de sector voor EUR 13,1 miljard emitteerde.
Wereldwijd zit de
kapitaalmarkt voor bedrijfsobligaties van grote ondernemingen ook al
maanden in de lift (zie Grafiek 1).
In het eurogebied stijgt de omvang van de emissies. In de eerste acht
maanden van dit jaar komen de bruto-emissies uit op EUR 103,9 miljard
en benaderen daarmee de totale uitgiften over heel 2011 (EUR 107,1
miljard), mede doordat ook Zuid-Europese ondernemingen meer obligaties
uitgeven. In de VS komen de investeringen in langlopende
bedrijfsobligaties over de eerste drie kwartalen van 2012 uit op USD
984,4 miljard tegenover USD 1012,1 over heel 2011.
Hiermee komt dit jaar de omvang van de nieuwe emissies in de buurt van
het voorgaande record uit 2007 van USD 1127,5 miljard. Ook Nederlandse
bedrijven kiezen vaker voor dollar-leningen, de zogenaamde Yankee bonds.
Tussen 2000 en 2011 is gemiddeld 34,0% van de door Nederlandse
niet-financiële vennootschappen geëmitteerde langlopende obligaties
genoteerd in een vreemde valuta waarvan 73,2% in dollars.
In 2012 is tot nu toe 41,6% van de langlopende bedrijfsobligaties
uitgegeven in vreemde valuta, waarvan 82,5% in dollars.
Met andere woorden, waar eerst gemiddeld 24,8% van de
langlopende bedrijfsobligaties in dollars waren genoteerd ligt dat
momenteel op 34,2%.
De drukte op de markt heeft diverse redenen. Bedrijven kiezen vaker
voor de kapitaalmarkt ter financiering van hun activiteiten, in plaats
van financiering middels een banklening.
Ook zijn de rentetarieven op bijvoorbeeld Nederlands en Amerikaans
overheidspapier historisch laag, in sommige gevallen zelfs negatief.
Hierdoor kunnen beleggers mogelijk een hoger verwacht rendement behalen
door te investeren in langlopende bedrijfsobligaties.
De meeste emissies zijn dan ook vele malen overschreven, ondanks dat de
spread tussen bedrijfsobligaties en staatsobligaties de afgelopen jaren
onder de 2,0% ligt (zie Grafiek 2). Niet-financiële vennootschappen
kiezen mede door de lage rentetarieven ervoor om zich nu te
herfinancieren tegen betere tarieven.
Tegenover de stroom aan nieuwe emissies staan dan ook veel aflossingen.
Doorgaans vinden de meeste aflossingen in het eerste kwartaal plaats
waardoor er mogelijk reeds een goed beeld van de netto-emissies voor
2012 is.
De netto-emissies in 2012 liggen momenteel boven één miljard, in 2010
en 2011 was dit respectievelijk EUR 200 miljoen en EUR 500 miljoen.
Bron: The Irish Times,
euobserver.com in Presseurop 23 oktober 2012
Het Hof van Justitie van de Europese Unie zal
vandaag beginnen met het aanhoren van de argumenten waarmee
Dublin Taal : Engels Oplage : 119 000
The Irish Times
De prijzen die de journalisten van The Irish Times winnen,
bevestigen regelmatig zijn status van toonaangevend dagblad.
De krant is opgericht in 1859 door protestanten, maar staat vandaag
onder directie van een groep ‘trustees’, die erop toezien dat de
politieke en religieuze onafhankelijkheid gewaarborgd blijft. The Irish
Times kan rekenen op een belangrijk netwerk van
buitenlandcorrespondenten, waaronder de journalist Fintan O’Toole. De
site is in 1994 opgezet en in juni 2008 vernieuwd
het Ierse parlementslid Thomas Pringle bezwaar maakt tegen de
ratificatie van het permanente Europese noodfonds (ESM), meldt The Irish Times.
In dit fonds, dat op 8 oktober in werking is gesteld, zit 500 miljard
euro dat bedoeld is om noodlijdende landen en banken uit de eurozone
uit de brand te helpen.
Pringle stelde in juni in de Ierse rechtbank dat het ESM zowel in
strijd is met de Ierse grondwet als met EU-wetgeving.
Hoewel de Ierse Hoge Raad weigerde een gerechtelijk bevel te
verstrekken, waardoor ratificatie onmogelijk zou worden, diende de Raad
wel een hele reeks vragen in bij het Hof in Luxemburg.
Euobserver merkt op dat de uitspraak van het Hof
van directe consequentie kan zijn voor het noodlijdende Ierland dat
binnenkort een eerste bedrag van 500 miljoen euro aan het fonds moet
betalen.
Brussel Taal : Engels Oplage : 60,000
EUobserver
is opgericht in 2000 als een onafhankelijke nieuwsbron voor Europese
aangelegenheden. De berichtgeving legt duidelijk de nadruk op
mensenrechten, transparantie, de strijd tegen corruptie,
milieubescherming en het democratiseringsproces van de Europese Unie.
EUobserver is een Belgische non-profitorganisatie die inkomsten heeft
uit commerciële activiteiten dankzij onder andere reclame en
boekenverkoop.
Als de EU-rechters een negatief advies afgeven, zullen het ESM, de
ratificering en de betalingen aan Luxemburg [waar het ESM is gevestigd,
red.] als onrechtmatig worden beschouwd.
Het Europese Hof heeft spoed achter de procedure gezet om ‘onzekerheid
over de financiële stabiliteit van de eurozone te voorkomen’.
En experts denken dat Pringle nul op het rekest krijgt.
Het ESM is “moordend” voor de publieke opinie in Ierland, schrijft de
nieuwssite uit Brussel. De Ierse regering heeft lang campagne gevoerd
om zijn ontvangen noodhulp van 64 miljoen euro deels te laten dragen
door het Europese fonds. Maar dit was zonder resultaat.
Haviken uit de eurozone, zoals Duitsland en Finland, zeiden dat ze niet
konden helpen met de oude schulden van de ‘bad banks’, het grootste
probleem van het Ierse ministerie van Financiën.
Om onze doelstellingen zo goed mogelijk vorm
geven zijn we op zoek naar leden die een bijdrage willen leveren aan de
activiteiten van onze vereniging.
Dat hoeft niet meteen een grote klus te zijn, maar leden die een
deeltaak willen verrichten -die relatief weinig tijd kost- zijn
zeer welkom. Met meer mensen kunnen we immers meer doen en dat maakt
het bovendien ook veel gezelliger. Enkele voorbeelden van deeltaken
waarvoor wij mensen zoeken zijn:
het op ad-hoc basis een artikel schrijven voor
onze website of een cursus willen geven over alle vormen van beleggen,
de analysemethodieken, emotie en beleggen etc.
beleggingssoftware beoordelen
CD samenstellen met software, koersen, links
etc.
het actueel houden van (een deel van) onze
website/ons forum
webmaster voor en meewerken aan de nieuwe
inrichting van onze website
het coördineren en organiseren van onze HCC
Beleggen symposia
het verrichten van (deel)taken tijdens onze HCC
Beleggen symposia en/of beurzen
een bestuursfunctie.
Uiteraard mag u zich aanmelden in groepjes. Dus als u, eventueel samen
met medebeleggers, onze vereniging wilt helpen laat het ons dan weten.
Trefwoorden hierbij zijn: vele handen maken licht werk, het moet vooral
leuk blijven, zo doe je ook nog eens interessante contacten op.
Denk ook eens aan het geven van een aardige lezing, met anderen
handelsstrategieën uitwerken, software onder de knie krijgen of gewoon
een groep vormen waarmee je samen de markt analyseert/bespreekt.
Lijkt het u iets om actief te worden? Heeft u vragen over de functies
of heeft u goede ideeën voor onze vereniging? Klik Hier
of meld u zich dan via de website ... een echte vereniging kan niet zonder u
als actief lid.
De HCC Beleggen Kalender op onze website
en deze Agenda zijn inmiddels een begrip onder beleggers in
Nederland en België geworden. Voor veel andere sites zijn wij de de
facto bron van informatie.
Toch zijn nog niet alle events in onze Agenda opgenomen. Daarom willen
we ook aanbieders van seminars, cursussen en beleggersbijeenkomsten in
de gelegenheid stellen, zelf hun events aan te kondigen, zowel op ons
forum als in onze nieuwsbrieven. Plaatsing van (vrij toegangkelijke)
educatieve bijeenkomsten zijn kostenloos.
(Bijeenkomsten met een educatief karakter
welke niet gratis toegankelijk zijn danwelbijeenkomstenmet een niet uitsluitend educatief
karakter kunnen onder voorwaarden ook in onze agenda opgenomen worden.
Wilt u meer weten neemt u dan even contact op met de redactie)
Disclaimer:Deze publicatie komt tot stand op de
redactie van beleggersonline.nl de website van de HCC IG Beleggen. Noch
de mate waarin de berichten, voorgestelde scenario’s, risico’s en
voorspellingen de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin
zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd.
De voorspellingen zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn
algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als
beleggingsadvies.De
schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur van de HCC IG Beleggen
en/of de Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet aansprakelijk
voor eventuele verliezen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren,
behaalde resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de
toekomst.