|
|
inhoud: |
HCC Beleggen Nieuwsbrief 20120601 |
|
|
|
Kan Spanje op eigen kracht overeind
komen? |
Bron: presseurop.eu vertaling van artikel
uit uitgave van 29 Mei 2012 EL PAÍS MADRID door Claudi Pérez | Luis
Doncel |
Ondanks de geruststellende woorden van
de Spaanse premier is er geen ontkomen aan: |
|
binnenkort
zal Madrid, dat slachtoffer is van een ernstige bankencrisis, de EU om
steun moeten vragen. En dan is de kans groot dat het, net als Ierland
indertijd, aan een infuus wordt gelegd en onder curatele wordt
geplaatst. |
De onheilsprofeten wrijven zich alvast in de handen, overtuigd dat zij
gelijk zullen krijgen. Het wordt met de dag waarschijnlijker dat zich
een scenario zal voltrekken dat zowel de straten van Madrid als de
kantoren in Berlijn angst inboezemt, namelijk dat een groot EU-land
steun uit het Europese noodfonds vraagt.
De leider van de Spaanse
regering, Mariano Rajoy, heeft afgelopen maandag voor de zoveelste keer
ontkend dat de Spaanse banken met hulp van buitenaf moeten worden
gered. Niettemin wordt het land door de immense verliezen van Bankia
weer iets dichter naar de afgrond geduwd.
"Beter laat dan nooit"
Voordat we vernamen dat de staat nog eens 19 miljard euro extra in
Bankia gaat stoppen, hadden diverse deskundigen er al op gewezen dat de
Spaanse regering, hoe pijnlijk ook, financiële hulp van buitenaf zou
moeten vragen om haar financiële instellingen te herkapitaliseren. "Dat
had ze al veel eerder moeten doen, maar beter laat dan nooit", zegt
Daniel Gros, onderzoeker bij het Centre for European Policy Studies (CEPS).
"Waarschijnlijk zal Spanje dit jaar, onder toezicht van een trojka, aan
een of ander programma gaan deelnemen, wat een voorwaarde zal zijn om
nog meer steun van de Europese Centrale Bank te ontvangen om zo haar
soevereine schuld of haar banken te saneren", verklaarde William
Buiter, hoofdeconoom bij de Citigroup,
enkele maanden geleden al.
De vergelijking telt nog steeds veel onbekenden. We vragen ons vooral
af of Spanje uiteindelijk de sprong zal wagen. Maar ook welk systeem
zal worden gekozen, of de spaarders in paniek zullen raken of dat een
besmetting kan worden vermeden die eerst Italië en vervolgens Frankrijk
en België zou kunnen treffen.
Vorig jaar zomer hebben de leiders van de EU twee besluiten genomen
waardoor het eenvoudiger wordt een beroep te doen op het tijdelijke
noodfonds (EFSF).
Dankzij deze maatregelen kan worden
voorkomen dat een groot deel van de Spaanse bankensector omvalt. Eerst
werd de omvang van het fonds vergroot, van 440 tot 780 miljard euro, al
kan er in de praktijk nog steeds maximaal 440 miljard euro worden
geleend. Een maand later werd de toepassing van het fonds verbreed: het
steunmechanisme kon voortaan ook worden gebruikt om financiële
instellingen te herkapitaliseren, en wel via leningen aan de staten.
Het problematische hieraan is dat de geldstroom eerst naar de staat
gaat, die daarmee nieuwe schulden maakt en vervolgens het bedrag aan de
banken geeft. En dit systeem is aan voorwaarden gebonden: het is een
steunmaatregel, met alles erop en eraan, waarbij een tegenprestatie
wordt verlangd, net als in het geval van Griekenland, Ierland of
Portugal.
Het maakt dus weinig uit dat het een ‘beperkte’ reddingsoperatie
betreft (om de banken, niet de staat te redden), aangezien Europa eisen
kan stellen op het gebied van fiscaal beleid, openbare diensten,
privatisering of het beheer van bedrijven die steun ontvangen, en
strenge herstructureringsplannen kan opleggen.
Verontrustender is echter ongetwijfeld het risico dat Spanje gedurende
onbepaalde tijd geen financiële middelen op de markten kan verkrijgen.
"Je kunt allerlei synoniemen bedenken maar het is formeel gezien een
steunmaatregel", zo vat een hooggeplaatste bron binnen de Europese
instellingen het samen.
Eerst moet het ESM
operationeel zijn
SCHULDENCRISIS ‘Rajoy-effect’
stelt markten niet gerust |
"Het
Rajoy-effect komt te laat en kan het leegbloeden van de markten niet
stelpen". Dit meldt El Mundo daags na de persconferentie van Rajoy die
hij hield om de gemoederen omtrent Bankia te kalmeren. De krant uit
Madrid laat zich kritisch uit over de ingreep van Rajoy, die volgens
het dagblad niet concreet genoeg is:
Het zou van de zotte zijn te proberen de aandacht van onze
financieringsproblemen af te wenden door ons te richten op de algemene
Europese context. De markten hebben het op ons voorzien vanwege de
toestand met Bankia en de onzekerheid die de Spaanse financiële sector
in zijn greep houdt. Maar ook vanwege de snelle financiële hulp die
Catalonië nodig heeft en de uitbreiding van dat probleem naar de andere
regio's.
El Mundo voegt eraan toe dat de regering komende vrijdag de aanmaak van
‘hispabonos’ zal aankondigen. Dat zijn staatsobligaties waarmee de
regio's die het diepst in de schulden zitten, zoals Catalonië,
Andalusië, Valencia, Murcia, de Balearen en Castilië-La Mancha geholpen
moeten worden. De financieringsbehoefte wordt voor de periode tot eind
2012 geschat op 17 miljard euro. Volgens de krant heeft het
kabinet-Rajoy al een plan in de aanmaak voor de regio’s die er het
ergst aan toe zijn:
De regering wil vanaf juni een groot reddingsplan voor een aantal
regio's financieren die op het punt van faillissement staan en die geen
andere keus meer hebben nu de markten geen brood meer zien in hun
obligaties. |
We stevenen af op een scenario dat doet denken aan de ervaringen van
Ierland: als goede huisvader probeert de staat zijn banken te steunen,
maar het te dichten gat is zo groot dat het land geen andere uitweg
ziet dan een beroep te doen op externe hulp. "Als het geld rechtstreeks
naar de banken zou gaan [een optie waartegen Duitsland zich verzet,
red.], zouden zij het ook zelf moeten terugbetalen", legt econoom Santiago Carbó
uit.
"Europa moet toezicht houden op de instellingen die steun ontvangen, en
regels voor die instellingen formuleren. Dat kan bijvoorbeeld via een
bankunie", voegt Guntram Wolff van de Belgische denktank Bruegel
daaraan toe. "Maar laten we onszelf niet voor de gek houden; dat
gebeurt niet zolang het ESM niet operationeel is."
Het ESM waarover Guntram Wolff spreekt, is het Europees
stabiliteitsmechanisme, dat op 1 juli het EFSF als permanent noodfonds
vervangt. Dit nieuwe systeem heeft niet alleen een groter bereik, met
500 miljard euro nieuw geld, maar is ook flexibeler. Om in werking te
treden, moet het echter nog wel door een flink deel van de lidstaten
worden geratificeerd. Uitstel van de invoering ervan kon wel eens
rampzalig uitpakken, nu Spanje in brand staat.
Wat zal er gebeuren als de Spaanse regering zich uiteindelijk gedwongen
ziet een beroep te doen op het noodfonds? Kenneth
Rogoff, hoogleraar aan Harvard, geeft het antwoord:
"Als de eurozone en de ECB niet snel duidelijke stappen voorwaarts
zetten, zal er in alle perifere landen een run op de banken ontstaan
met als gevolg een gigantische kapitaalvlucht. Om dat te voorkomen,
moeten er liquide middelen in de banksector worden gepompt. De eurozone
moet zich ontwikkeling in de richting van een fiscale unie, met
euro-obligaties. We zullen opnieuw getuige zijn van buitengewone
maatregelen, die tot voor kort ondenkbaar leken, zoals altijd het geval
is wanneer Europa op instorten staat." |
Terug naar Inhoud
|
|
|
|
|
|
Aandelen: nog altijd de beste belegging
voor de oude dag |
Bron: www.mejudice.nl, 16 mei 2012.
|
|
Alleen door
in aandelen te beleggen hebben we straks genoeg geld voor het pensioen,
betoogde Larry Fink, oprichter en eigenaar van vermogensbeheerder
Blackrock, laatst in NRC Handelsblad.
Helemaal waar,
stelt Ewoud Jansen op basis van een analyse van het rendement op
aandelen voor een alledaagse belegger. |
Lange adem
Beleggen in aandelen is voor sommigen een dubieuze activiteit. Nu het
al jaren kwakkelen is op de beurzen lijkt het ook nog slecht te zijn
voor onze pensioenen. “Pensioenen verdampen op de beurs” hoor je. Er
wordt gesteld dat beleggen in aandelen helemaal niet zo rendabel is als
‘marktgelovigen’ beweren. Er zouden vraagtekens te plaatsen zijn bij de
vermeende superioriteit van aandelen als belegging. Zelfs een gewone
spaarrekening zou misschien wel beter zijn. Natuurlijk, het afgelopen
decennium was er weinig reden tot vreugde op veel beurzen maar beleggen
is een kwestie van lange adem, zeker bij een doel als pensioenopbouw.
Laten we daarom eens kijken hoe goed of slecht het is gegaan sinds
1983, toen de AEX index als graadmeter van de Amsterdamse beurs werd
geïntroduceerd.
Ewoud
Jansen
Fontys Hogeschool |
Ewoud
Jansen is docent Finance & Accounting aan de Fontys Hogeschool,
International Business and Management Studies. Hij heeft zijn doctoraal
Bedrijfseconomie behaald aan de Universiteit van Tilburg. Hij is de
auteur van twee Engelstalige studieboeken op het gebied van Finance
& Accounting en publiceerde ook op het gebied van corporate
governance en schrijft met enige regelmaat opiniestukken. Daarnaast is
hij trainer en consultant in internationale samenwerkingsprojecten.
|
In 1983 opende de AEX voor de eerste keer op 45,38 punten en sloot eind
2011 op 312,47 punten (noot 1).
Een eenmalige inleg in januari 1983 van €1.000 zou eind 2011 €6.886
waard zijn (€1.000 * 312,47/45,38).
Die groei betekent een jaarlijks koersrendement van 6,9%
(29v(6.886/1.000) – 1 = 0,069).
De AEX is echter alleen gebaseerd op de koersontwikkeling van de
onderliggende aandelen en uitgekeerde dividenden worden er niet in
meegenomen.
Het jaarlijkse dividendrendement stel ik hier op 2% per jaar.
Verder neem ik aan dat het dividend op de eerste handelsdag van het
nieuwe jaar in aandelen wordt herbelegd.
Inclusief herbelegde dividenden zou de eenmalige inleg van €1.000 zijn
gegroeid tot €12.228. Dit is een jaarlijks totaal rendement van 9,0%
(29v(12.228/1.000) – 1 = 0,090).
Helemaal niet zo slecht. Iemand die in 1983 instapte in een mandje AEX
aandelen en er sindsdien niet meer naar heeft omgekeken kan tevreden
zijn.
Natuurlijk gaan we die persoon niet vertellen dat als hij in 2000 was
uitgestapt hij tot dan toe een jaarlijks koersrendement van 17% had
gemaakt.
De beurs stond toen irreëel hoog en sindsdien zijn de koersen weer naar
meer normale niveaus gedaald.
Doorsnee belegger
Een doorsnee belegger heeft echter niet veel aan een rendement
gebaseerd op een begin – en slotstand. Er zijn niet zo veel beleggers
die eenmalig een bedrag in aandelen steken en er 29 jaar niet naar
omkijken. Beleggers die een vermogen willen opbouwen, (bijvoorbeeld
voor een pensioen) zullen in de regel met enige regelmaat een bedrag
inleggen dat ze kunnen missen. Wat voor rendement haalt zo iemand? Dat
hangt natuurlijk sterk af van wanneer precies de afzonderlijke bedragen
worden ingelegd en hoe groot die bedragen zijn. Ontelbare combinaties
zijn hier mogelijk. Om dat probleem te omzeilen gaan we ‘middelen’. Dat
betekent het met vaste tussenpozen inleggen van een vast bedrag. We
gaan uit van een belegger die elk jaar op de eerste beursdag in januari
€1.000 inlegt en een pakketje AEX aandelen koopt voor dat bedrag. Is de
koers laag, dan koopt hij dus relatief veel aandelen en is de koers
hoog dan koopt hij minder aandelen voor de €1.000. De eerste inleg is
januari 1983, de laatste januari 2011. Met deze strategie zou de
belegger die in 1983 begon, eind 2011 een vermogen hebben van €53.486
(dividend niet meegerekend).
Met 29 jaarlijkse stortingen van €1.000 een jaar na de laatste storting
uitkomen op €53.486 betekent een jaarlijks koersrendement van 3,8%
(noot 2). Een stuk lager dan de 6,9% die de eenmalige instapper op
basis van koerswinsten verdiende. De sterke koersdalingen sinds 2000
treffen de middelaar maar niet de eenmalige inlegger. Voor zijn
koersrendement tellen alleen begin en eindstand, niet wat er
tussentijds gebeurd is. Uiteraard is een eenmalige inlegger die
instapte in 2000, toen de AEX een voorlopig all time high bereikte,
weer veel slechter af.
Het beeld voor de middelaar wordt gunstiger als we het jaarlijkse
dividend van 2% meenemen en aannemen dat het wordt herbelegd in
aandelen tegen de openingskoers van het nieuwe jaar. Op deze manier
heeft de middelaar na 29 jaar een pot opgebouwd van €81.007. Zo’n
eindbedrag bereiken na 29 keer €1.000 inleggen komt ongeveer overeen
met een jaarrendement van 6,2%. Dat is voor aandelen niet spectaculair
maar wel veel beter dan een spaarrekening.
AEX vs. Dow Jones
De AEX heeft het echter vooral sinds 2000 veel slechter gedaan dan
andere indices als bijvoorbeeld de Dow Jones. Als we bovenstaande
analyse loslaten op deze index dan is het beeld veel gunstiger. Op 1
januari 1983 opende de Dow op 1.046 punten om eind 2011 te sluiten op
een stand van 12.218. Dat is een koersrendement van 8,8%
(29v(12.218/1.046) – 1 = 0,088). Als we ook hier uitgaan van een
jaarlijks dividendrendement van 2% dan is een eenmalige inleg in 1983
van $1.000 gegroeid tot $22.059 eind 2011. Dat is een jaarlijks
rendement van 11.3% (29v(22.059/1.000) – 1 = 0,113).
Die 11,3% wederom alleen relevant bij een eenmalige inleg. Gaan we weer
middelen (maar nu in dollars) zoals eerder beschreven dan heeft de
belegger, alleen op basis van de koerstijgingen ultimo 2011 een
vermogen van $108.228 opgebouwd. Dat is een jaarlijks rendement van
7,8%. Ook hier doet de middelaar het slechter dan de eenmalige
instapper met zijn 8,8%. Het verschil is echter veel kleiner dan bij de
AEX en het resultaat is ook veel beter dan de AEX. Nemen we ook het
herbeleggen van dividenden mee (wederom 2% per jaar) dan is het
vermogen opgelopen tot $167.088. Dat eindbedrag impliceert een
jaarrendement van ongeveer 10,1%.
Voor de AEX zijn de gevonden resultaten als volgt samen te vatten:
Tabel 1. Jaarlijks
Rendement AEX, 1983 – 2011
AEX,
1983 – 2011 |
Eenmalige
inleg |
Middelen |
Koersrendement |
6,9% |
3,8% |
Totaal
rendement |
9,0% |
6,2% |
De resultaten voor de Dow Jones vertonen het volgende beeld:
Tabel 2. Jaarlijks
rendement Dow Jones, 1983 – 2011
Dow Jones, 1983 – 2011
|
Eenmalige
inleg |
Middelen |
Koersrendement |
8,8% |
7,8% |
Totaal
rendement |
11,3% |
10,1% |
Hoog rendement
Het beeld dat beleggen in aandelen onze pensioenen schaadt is onzin. De
gemiddelde rendementen zijn, ook met alle ellende van de laatste jaren,
hoger dan andere gangbare beleggingen. Het hier berekende jaarlijkse
totaal rendement is gebaseerd op een gemiddeld dividendrendement van
2%. Voor een nauwkeuriger beeld zouden de precieze jaarlijkse
dividendrendementen moeten worden gebruikt. De 2% is echter een
conservatieve aanname. Shoven en Sialm (2000) constateren bijvoorbeeld
dat in de periode van 1928 tot en met 1998, de fondsen in de Dow Jones
een jaarlijks gemiddeld dividendrendement kenden van 4,87%. Met een
dergelijk dividendrendement zou de middelaar in de Dow Jones een
eindwaarde bereikt hebben van $316.003 hebben, een jaarlijks rendement
van 13,4%.
De AEX doet het in vergelijking met andere indices slechter hetgeen het
belang van spreiding andermaal aantoont. Verder is het duidelijk dat
het rekenen met de huidige (extreem lage) rente om de contante waarde
van pensioenverplichtingen te berekenen onzinnig is. Een veel betere
maatstaf is het lange termijn gemiddelde rendement op de beleggingen
van pensioenfondsen. Indien aandelen een belangrijk deel van de
beleggingsportefeuille uitmaken zal dat gemiddelde rendement veel hoger
zijn dan de huidige, lage rente. De dekkingsgraden van de
pensioenfondsen zullen dan veel positiever blijken dan nu het geval is.
Noten:
1. De beginstand was eigenlijk 100 maar
door de invoering van de Euro moeten alle standen van voor 1999 gedeeld
worden door de Euro / Gulden verhouding van 2.20371 om een
vergelijking mogelijk te maken.
2. De eindwaarde (een jaar na de laatste
storting) van een reeks stortingen S is gelijk aan S * ((1+r)n+1 –
(1+r))/r, waarbij r het jaarlijkse rendement is en n het aantal
stortingen.
Referenties:
Shoven J. & C. Sialm, 2000, The Dow Jones Industrial Average, the
Impact of Fixing its Flaws, Journal of Wealth Management, 3 (3), 2000,
9-18. |
Terug naar Inhoud
|
|
|
|
|
Webinars: een interactieve optiecursus
via uw eigen computer |
Bron: Nyse Euronext |
De derde vrijdag van de maand is
traditioneel expiratiedag, de dag waarop optieseries met een
contracttermijn van minimaal een maand aflopen.
Als het aan de afdeling Retail Relations van NYSE Liffe in Amsterdam
ligt, krijgt de dag vóór deze expiratiedag óók een speciale betekenis.
Dat is dus de derde donderdag van de maand. Die dag moet de dag van het
webinar worden.
Tijdswaarde
Tot nu toe zijn er webinars geweest in februari, maart en april. Zoals
de naam doet vermoeden gaat het bij een webinar om een seminar via het
world wide web, ofwel internet. Het meest recente webinar op 19 april
ging over effectief anticiperen met opties op marktbewegingen. Tevens
kwam daarbij aan de orde hoe je maximaal kunt profiteren van de
tijdswaarde in een optiecontract. Webinars hebben niet alleen een zeer
educatief karakter, ze zijn ook interactief. Deelnemers worden tijdens
het programma uitgenodigd vragen te beantwoorden en ze hebben de
mogelijkheid zelf vragen te stellen. Wie na het volgen van een webinar
het gevoel heeft dat hij ergens iets heeft gemist, hoeft niet te
wanhopen. Via YouTube kunnen webinars worden bekeken die al
plaatsvonden.
Duopresentatie
Bij het volgen van een webinar gebeuren op het scherm voortdurend drie
dingen.
Er is een live stream met een duopresentatie waarin een medewerker van
Euronext Liffe Retail Relations en André Brouwers, partner bij het
Beleggings Instituut, figureren.
De presentatie krijgt ondersteuning met samenvattingen en grafieken.
En ook komen meerkeuzevragen op het scherm waarop deelnemers
kunnen antwoorden via een systeem van aanklikken en verzenden.
Het juiste antwoord met uitleg komt meteen nadat de meeste deelnemers
op een vraag hebben gereageerd.
Naast een basisuitleg over opties komen tijdens de webinars ook meer
complexe zaken aan de orde, zoals meervoudige optiestrategieën. De
moeilijkheidsgraad van de webinars wordt per sessie opgebouwd, zodat u
deze serie kunt beschouwen als een doorlopende cursus waarbij het
niveau steeds hoger wordt.
Permanente educatie
Met het webinar laat NYSE Liffe zien dat de derivatenbeurs voortdurend
op zoek is naar nieuwe mogelijkheden om beleggers van nuttige
informatie te voorzien. Naast de vier op elkaar aansluitende
optiecursussen die de beurs verzorgt en die het hele jaar door op
verschillende locaties in het land worden gehouden, is er ook de
website aex.nl waarop u onder meer een kennistest, een begrippenlijst
en e-learningmodules vindt. U kunt u met deze modules in korte tijd
laten bijpraten over onderwerpen waar u meer vanaf wilt weten. Op
aex.nl staan ook de sheets die werden gebruikt ter ondersteuning van de
webinarsessies. Daarnaast kunt u op de hoogte blijven van het meest
recente nieuws via het Twitter-account van NYSE Liffe (aexnl) en heeft
de derivatenbeurs een eigen plek op Facebook (aex.nl). Via al deze
media komt het ideaal van permanente educatie op beleggingsgebied
binnen handbereik van elke belegger.
Opgeven voor een
webinar
Wie op de derde donderdag van de maand actief wil deelnemen aan een
webinar, dient over een inlogcode te beschikken. Deze kunt u aanvragen
via de website aex.nl. Klik hier om naar de aanmeldpagina te gaan |
Terug naar Inhoud
|
|
|
|
|
Discovery investing |
Bron: beleggersonline.nl door J.J. Westenbrink (mei 2012)
|
Discovery investing is het investeren in firma's
welke actief zijn op een gebied waar belangrijke ontdekkingen kunnen
worden gedaan zoals op het gebied van boren naar olie, gas en
steenkool, op het gebied van het vinden van goud, zilver en andere
belangrijke materialen, op het gebied van ontwikkeling van nieuwe
geneesmiddelen etc.
Er zijn diverse materialen
waarvan verwachtte schaarste zal optreden en ook materialen welke in de
westerse wereld niet voorhanden zijn en essentieel zijn voor de
energievoorziening en fabricage van hoogwaardige producten. In het
westen is men ook afhankelijk van China en andere landen voor deze
kritische materialen zoals mangaan, vanadium, grafiet, beryllium,
kobalt, gallium, germanium, wolfraam, de platinagroep, REE, indium e.a.
Investeren in firma's actief in discovery investing vereist de nodige
research om die firma's te vinden met de grootste kans op succes op
waarde stijging en om de neerwaartse risico's te vermijden. In geval
van een belangrijke ontdekking zal dit tot grote winst -en ook
koerswinst leiden.
Een tot de verbeelding sprekend voorbeeld is bv. Western Silver Corp.,
een firma met exploitatie activiteiten in Mexico. Van dit aandeel steeg
de koers van 0.5 C$ in 2002 tot 24.8 C$ in 2006 toen het voor 1.2
miljard C$ werd overgenomen door GlamisGold.
Over discovery investing is bijzonder veel informatie beschikbaar.
Op de website van HCC Beleggen: beleggersonline.nl staat de rest
van deze introductie samen een paar voorbeelden.
Het betreft hier echter geen investeringsaanbevelingen. |
Terug naar Inhoud
|
|
|
DNB-conjunctuurindicator |
Bron: DNB |
De DNB-conjunctuurindicator
blikt momenteel vooruit tot en met oktober 2012 en voorziet in deze
periode een afkoeling van de Nederlandse conjunctuur.
De DNB-conjunctuurindicator geeft inzicht in de conjuncturele
vooruitzichten op de korte termijn. Anders dan de DELFI-ramingen, die de economische ontwikkelingen
op de middellange termijn (2 tot 3 jaar vooruit) voorspelt, heeft de
DNB-conjunctuurindicator tot doel omslagen in de Nederlandse
conjunctuur te signaleren. Daarbij kan maximaal zeven maanden vooruit
worden gekeken.
Realisatie en
voorspelling
De DNB-conjunctuurindicator bestaat uit twee reeksen: de realisatie van
de conjunctuur en de verwachte ontwikkeling daarvan in de nabije
toekomst. De realisatie van de conjunctuur is gebaseerd op de
maandelijkse cijfers van de industriële productie. Door zijn
internationale oriëntatie is de industrie een belangrijke graadmeter
voor de Nederlandse conjunctuur, die in grote mate wordt beïnvloed door
de internationale omgeving. De indicator van de toekomstige conjunctuur
is samengesteld op basis van consumenten- en producentenenquêtes,
financiële indicatoren en indicatoren voor de uitvoer (voor een
technische beschrijving van de laatste herziening van de
DNB-conjunctuurindicator, klik hier voor ESB-site).
Conjunctuurfases
De DNB-conjunctuurindicator onderscheidt vier conjunctuurfases. Na een
conjuncturele piek volgt een fase van afkoeling. In deze fase is de
economische groei lager dan het potentiële groeitempo (de groei die de
economie over een lange termijn gemiddeld kan volhouden), maar ligt de
economische activiteit nog wel boven zijn trendmatige niveau.
Zodra de indicator onder dit trendmatige niveau komt, begint de fase
van laagconjunctuur. Deze fase eindigt in een conjunctureel dal waarna
de economie in de herstelfase komt. Tijdens de herstelfase is de
economische groei hoger dan het potentiële groeitempo, maar ligt de
economische activiteit nog onder zijn trendmatige niveau. Zodra de
economie hier weer boven komt, begint de fase van hoogconjunctuur. Deze
fase eindigt in een conjuncturele piek, waarna de cyclus weer van voren
af aan begint.
Downloads :
Conjunctuurindicator (XLS: 109.5 Kb)
|
Terug naar Inhoud
|
|
|
|
|
AFM vraagt banken terughoudend te zijn
met verhogen renteopslag |
Bron: AFM |
Een aantal banken heeft onlangs
de renteopslag verhoogd, die ze hypotheekbezitters in rekening brengen
bij hypotheken met een variabele rente.
Door deze hogere opslag van de variabele rente gaan de maandlasten van
consumenten omhoog.
Bij het Meldpunt Financiële Markten van de AFM zijn enkele tientallen
meldingen, klachten en vragen van consumenten over dit onderwerp
binnengekomen.
De AFM heeft die gedeeld met de betrokken banken en hen gevraagd om aan
te geven hoe ze in dit geval met de belangen van hun klanten zijn
omgegaan.
renteopslag:
- Percentage dat banken bovenop de
basisrente in rekening brengen bij kredietverlening. Ook: rentetoeslag.
- Verhoging van de afgesproken
rente door een bank omdat die zelf ook wordt geconfronteerd met een
hogere 'inkoop'-rente.
- Verhoging van de door een bank
gehanteerde hypotheekrentetarieven voor gevallen waarin er geen
Nationale Hypotheekgarantie (www.nhg.nl) geldt of wanneer er meer wordt
geleend dan bijvoorbeeld 75% van de executiewaarde.
|
De Financiële Begrippenlijst,
www.dfbonline.nl is het meest uitgebreide,
Nederlandstalige financieel-economische lexicon. Een online financieel
woordenboek met 11018 begrippen op het gebied van economie, geld,
financiële markten, beurs en beleggen. Na registratie heeft u gratis
toegang tot alle begrippen met uitleg. |
Bij een variabele rente is de rente die consumenten voor de hypotheek
betalen, gekoppeld aan een mandje van verschillende rentes in de markt.
Hierdoor lopen zij meer risico, omdat hun maandlasten kunnen stijgen
als de rente in de markt stijgt.
In veel gevallen bestaat de variabele hypotheekrente uit twee
elementen: het basistarief en een opslag op dat basistarief.
Het basistarief wijzigt meestal als de rente ‘in de markt’ wijzigt,
maar daarnaast hebben banken vaak ook de mogelijkheid om de opslag op
dit basistarief naar eigen inzicht te wijzigen.
Banken zouden zeer terughoudend moeten zijn met het aanpassen van de
opslag. Hoewel banken inmiddels duidelijker communiceren over het
bestaan van de opslag, kunnen consumenten onvoldoende inschatten binnen
welke bandbreedte deze opslag kan bewegen op het moment dat ze een
hypotheek met een variabele rente afsluiten.
De renterisico’s zijn vooraf onvoldoende helder.
Consumenten gaan er over het algemeen vanuit dat de variabele rente
alleen meebeweegt met het mandje van marktrentes.
Het is voor consumenten in principe niet inzichtelijk hoe de opslag tot
stand komt.
Er zijn namelijk geen wettelijke verplichtingen die de hoogte van de
opslag reguleren of voorschrijven hoe deze moet zijn opgebouwd.
Wel behoren financiële instellingen hun klanten volgens de wet
duidelijke informatie te geven over hun financiële producten en
diensten, zeker als het gaat om maatregelen die de maandlasten sterk
beïnvloeden.
Overigens komt er per 1 januari 2013 door nieuwe wettelijke regels meer
transparantie over de rentes. Deze zijn vastgelegd in het
wijzigingsbesluit voor 2013 van de minister van Financiën.
Hierin staat onder meer dat banken en hypotheekverstrekkers hun klanten
duidelijk moeten maken hoe de opslag is opgebouwd.
Deze duidelijkheid moet zowel gegeven worden voorafgaand aan het
aangaan van een hypotheek als wanneer de rente wordt gewijzigd.
Aanbieders moeten daarbij aangeven welke elementen van de variabele
hypotheekrente variabel zijn en ze mogen daarbij niet alleen volstaan
met zeer algemene termen. Zij moeten zeer specifiek aangeven uit welke
componenten de opslag bestaat en in hoeverre deze kunnen wijzigen.
Als u een klacht wilt indienen, dan leest u meer over de procedure via
de volgende link, www.afm.nl/klacht. |
Terug naar Inhoud
|
|
|
Risicometer bij de Essentiële
Beleggersinformatie |
Bron: AFM |
Vanaf
1 juli 2012 moeten alle beleggingsinstellingen de Essentiële
Beleggersinformatie beschikbaar hebben, het mag vanaf 1 juli 2011. Voor
beleggingsinstellingen is de Essentiële Beleggersinformatie de opvolger
van de Financiële Bijsluiter (Vereenvoudigd Prospectus).
De Financiële Bijsluiter van beleggingsinstellingen ziet er anders uit
dan die van andere complexe producten. Dit komt doordat deze is
gebaseerd op Europese regelgeving. De Essentiële Beleggersinformatie
zorgt ervoor dat consumenten deze informatie binnen Europa onderling
eenvoudiger kunnen vergelijken. Deze verandering geldt alleen voor dit
type Financiële Bijsluiter.
In reclame-uitingen voor beleggingsinstellingen die de Essentiële
Beleggersinformatie voeren (ongeacht of zij dit al voor 1 juli 2012
doen), moet een nieuwe risico-indicator met verplichte waarschuwingszin
staan. De waarschuwingszin luidt: ‘Loop geen onnodig risico. Lees de
Essentiële Beleggersinformatie.’ Deze zin moet samen met de risicometer
van het product worden opgenomen in de reclame.
Nieuwe waarschuwingsteksten Klik hier
NB In reclames van beleggingsinstellingen die ervoor kiezen voorlopig
nog de oude Financiële Bijsluiter te blijven gebruiken worden ook de
oude waarschuwingsteksten nog gebruikt. Klik hier |
Terug naar Inhoud
|
|
|
Impressie 58-ste HCC Beleggen Symposium.
|
Bron: J.A. ten Wolde |
Tijdens het, inmiddels alweer voor de laatste
keer in Culemborg, gehouden 58e HCC Beleggen Symposium bestond het
programma uit 8 lezingen. Daarnaast was er tijd ingeruimd voor de ALV.
De lezingen waren zeer divers. Zo gaf Marten de Vries van Analist.nl
een over beleggingspsychologie. Marten liet zien dat beleggen voor
velen een spel is en waarom de kleine belegger (over het algemeen) het
spel niet lijkt te winnen.
De bezoekers verlieten de presentatie met een aantal op
marktpsychologie gebaseerde tips waardoor zij zich beter kunnen
voorbereiden op het beleggingsspel. De goed gevulde zaal genoot
zichtbaar van deze zeer geanimeerde lezing
Tycho Schaaf van Lynx hield een presentatie over systeemtraden. De
systemen geven handelssignalen af op basis van technische analyse.
Systeemtraden kan een uitkomst bieden voor beleggers die het overzicht
kwijtraken door een overvloed aan informatie.
Maar ook andere motieven kunnen ten grondslag liggen aan het
overstappen op systeemtraden. De lezing van Tycho werd ook erg goed
bezocht, dus kunnen we stellen dat de belangstelling groot is voor deze
vorm van beleggen.
François Franken gaf de bezoekers een beeld bij rendabele
optiestrategieën. Hij liet de bezoekers kennismaken met het meer
richten op het schrijven van opties.
Van belang is uiteraard om gedisciplineerd met deze vorm van beleggen
om te gaan zodat de beleggingsresultaten positief zijn en blijven.
François bracht de theorie met humor waardoor de presentatie leuk en
leerzaam was.
Naast de genoemde professionals hebben Edward Loef, Willem Okkerse,
Karel Mercx, Tjakko Wielinga en Wilfried Steentjes presentaties gegeven.
Ook over deze presentaties waren de bezoekers zeer te spreken.
Wij danken alle sprekers voor hun bijdragen aan deze geslaagde dag die
meer bezoekers trok dan de vorige keer.
Ons volgende symposium houden wij op 10 november 2012 in de Bilt, bij Cultureel &
Vergader Centrum H.F. Witte
Noteer deze datum alvast in uw agenda en let op dat wij in november
gaan verhuizen |
Terug naar Inhoud
|
|
|
Agenda |
Bron: HCC Beleggen redactie
|
De HCC Beleggen Kalender op onze website
en deze Agenda zijn inmiddels een begrip onder beleggers in
Nederland en België geworden. Voor veel andere sites zijn wij de de
facto bron van informatie.
Toch zijn nog niet alle events in onze Agenda opgenomen. Daarom willen
we ook aanbieders van seminars, cursussen en beleggersbijeenkomsten in
de gelegenheid stellen, zelf hun events aan te kondigen, zowel op ons
forum als in onze nieuwsbrieven. Plaatsing van (vrij toegangkelijke)
educatieve bijeenkomsten zijn kostenloos.
(Bijeenkomsten met een educatief karakter
welke niet gratis toegankelijk zijn danwel bijeenkomsten met een niet uitsluitend educatief
karakter kunnen onder voorwaarden ook in onze agenda opgenomen worden.
Wilt u meer weten neemt u dan even contact op met de redactie)
|
Terug naar Inhoud
|
|
|
Disclaimer: Deze publicatie komt tot stand op de
redactie van beleggersonline.nl de website van de HCC IG Beleggen. Noch
de mate waarin de berichten, voorgestelde scenario’s, risico’s en
voorspellingen de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin
zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd.
De voorspellingen zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn
algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als
beleggingsadvies. De
schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur van de HCC IG Beleggen
en/of de Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet aansprakelijk
voor eventuele verliezen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren,
behaalde resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de
toekomst. |
|