Nieuwsbrief 20101201

Deel dit artikel

,

geen foto beschikbaar
HCC Beleggen Logo
inhoud:    HCC Beleggen Nieuwsbrief 20101201


AFM evalueert toepassing van high frequency trading (HFT) op Europese financiële markten
Bron: AFM
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) ziet geen reden om zogeheten ”high frequency trading” (HFT) aan banden te leggen.
De AFM beschouwt HFT niet als een zelfstandige strategie, maar als een techniek waarmee korte-termijn handelsstrategieën in de praktijk kunnen worden gebracht die al sinds jaar en dag bestaan.

Dit wordt anders als HFT wordt misbruikt voor het uitvoeren van een illegale handelsstrategie, maar ook daarin onderscheidt HFT zich niet van andere handelsstrategieën. Tot die conclusie komt de AFM in haar vandaag gepubliceerde onderzoek naar de rol van HFT op de Europese financiële markten.

De fragmentatie van de Europese effectenmarkten als gevolg van veranderingen in de marktstructuur heeft de groei van HFT in de hand gewerkt. Met behulp van HFT kunnen handelsstrategieën worden uitgevoerd die liquiditeit verschaffen op verschillende handelsplatformen en die bijdragen aan een efficiëntere prijsvorming van effecten.

De AFM meent dat geautomatiseerde handelsmethodes zoals HFT de afhankelijkheid van complexe technische systemen hebben vergroot. Daarom pleit zij voor het in Europees verband vaststellen van aanvullende eisen aan operationele en risico management-systemen van marktpartijen door de gehele handelsketen heen.

In het algemeen geldt dat internationalisering van de financiële markten heeft gezorgd voor meer complexiteit. De AFM pleit daarom voor intensievere informatie-uitwisseling tussen internationale toezichthouders en verdere harmonisering van het Europese toezicht.

Tevens nodigt zij de markt uit om te reageren op het rapport teneinde het inzicht in zowel de voordelen als de mogelijke risico’s van HFT te vergroten.”

HFTdoorIrene Aldrige.jpgHigh frequency trading is een techniek, geen strategie
Bij HFT wordt gebruik gemaakt van geavanceerde informatietechnologie die marktpartijen in staat stelt om te handelen met snelheden en volumes die nog maar kortgeleden voor onmogelijk werden gehouden. De AFM is van mening dat HFT niet verantwoordelijk kan worden gesteld voor het ontstaan of verergeren van recente financiële crises. Daaruit is echter wel gebleken dat complexe technologische innovaties in de financiële markten een zorgvuldige analyse vereisen van impact en (systeem)risico’s die zij met zich mee kunnen brengen. Dit was voor de AFM aanleiding om onderzoek te doen naar HFT.

High frequency trading is geen handelsstrategie op zichzelf, maar een middel om bepaalde korte-termijn handelsstrategieën met behulp van wiskundige algoritmes geautomatiseerd in de praktijk te brengen. Het gaat hierbij om market making en arbitrage. Het verdienmodel van high frequency traders bestaat uit het verrichten van transacties die ieder voor zich weliswaar zeer kleine winstmarges kennen, maar die in zeer grote volumes worden uitgevoerd. HFT wordt in veel gevallen toegepast door handelaren voor eigen rekening (proprietary traders). De AFM schat het marktaandeel van HFT op de Europese financiële markten op 30 à 40 procent.

Nieuwe marktstructuur heeft groei HFT bevorderd
Sinds de invoering van de Markets in Financial Instruments Directive (MiFID) in 2007 vindt de handel in effecten gelijktijdig plaats op meerdere handelsplatformen. Zo ontstonden nieuwe market making en arbitrage mogelijkheden voor HFT-partijen. De AFM verklaart de recente groei van HFT in Europa uit het feit dat high frequency traders de mogelijkheden hebben aangegrepen die de nieuwe marktstructuur hun bood. HFT-strategieën die liquiditeit toevoegen en het proces van prijsontdekking bevorderen, leveren een positieve bijdrage aan het verminderen van fragmentatie, en spelen zo naar de huidige inschatting van de AFM per saldo een gunstige rol in de markt.

HFT staat niet gelijk aan marktmisbruik
De strategieën die bij HFT worden ingezet zijn op zich niet nieuw. Zolang men legitieme strategieën inzet, ziet de AFM geen reden om high frequency traders anders te behandelen dan andere marktdeelnemers. Als de strategieën echter gericht zijn op marktmisbruik, dan zal de AFM daar tegen optreden. HFT op zichzelf kan echter niet gelijk worden gesteld aan marktmisbruik.

Om effectief te kunnen optreden tegen eventueel illegaal en/of onwenselijk gedrag van marktpartijen is het van groot belang dat toezichthouders verder investeren in technologische kennis, kunde en middelen. Met de huidige Europese informatiesystemen is het momenteel voor toezichthouders onvoldoende mogelijk om een coherent en volledig beeld te krijgen van het gedrag van individuele spelers op de Europese kapitaalmarkten. Naar mening van de AFM is daarom intensievere informatie-uitwisseling tussen internationale toezichthouders en verdere harmonisering van het Europese toezicht noodzakelijk.
Chart_dow_dip2_20100506.gif
Operationele en risicomanagement-systemen verder verbeteren
De AFM acht het niet wenselijk om voor te schrijven met welke tijdshorizon of technologie marktdeelnemers kunnen handelen.

Wel is zij van mening dat groei van geautomatiseerde handel de technologische afhankelijkheid van de financiële markten verder heeft vergroot zoals in de Verenigde Staten bleek bij de zogeheten “flash crash” van 6 mei 2010.

De systemen en processen van handelaren, brokers, handelsplatformen, en clearing & settlement partijen moeten de effecten van HFT en andere geautomatiseerde handel kunnen opvangen.
Problemen bij één marktdeelnemer mogen niet leiden tot  een crash van een geheel systeem.

Rapport
Met het 18 november 2010 gepubliceerde rapport   wil de AFM inzicht geven in het verschijnsel HFT en in de handelsstrategieën die daarbij gebruikt worden. Verder beoogt het rapport om de impact en risico’s van HFT in kaart te brengen. Ten slotte identificeert het rapport een aantal aandachtspunten, en doet het aanbevelingen aan toezichthouders en marktpartijen voor het verbeteren van de bestaande situatie.

Speech René Maatman over High Frequency Trading klik hier
Lees meer over High Frequency Trading op Wikipedia klik hier.

Wat schuilt er werkelijk achter? Onderzoek naar de Flash Crash
Bron:TRADERS´INSIGHTS 28 November 2010
Na de Flash Crash van 6 mei 2010 werd er erg veel gespeculeerd over wie of wat hiervoor verantwoordelijk was geweest en of het bij een gelijkaardige inzakking nog eens zou kunnen gebeuren.

flashcrash20100506.jpgTer herinnering: Op deze dag zakte de Dow Jones tussentijds, met ca. 1000 punten, in elkaar en sommige aandelen daalden naar een enkele cent.  De Amerikaanse toezichthoudende autoriteiten, de Commodity Futures Trading Commission (CFTC) en de Securities Exchange Commission (SEC) gingen de zaak na door middel van een onderzoek en hebben onlangs een definitief bericht gepubliceerd hieromtrent ("Findings Regarding the Market Events of May 6, 2010"). In dit artikel tonen we u de officiële versie, maar dit weerhoudt ons niet om deze kritisch te bevragen - in het niet-officiële gedeelte.
Van Marko Gränitz

De officiële variant   
In de officiële wereld hebben de autoriteiten het raadsel rond de Flash Crash opgelost.
Waddell_Reed_logo_123x60.gifEen enkele marktdeelnemer onder de naam Waddell & Reed Financial wordt als veroorzaker genoemd (in de publicatie wordt de onderneming niet rechtstreeks vernoemd, maar de naam blijkt wel uit de verslaggeving). Bij Waddell werden transacties tot dekking van het koersrisico in S&P E-Mini met een volume van 75 000 contracten afgesloten – dat verkoopsvolume bedroeg dus ongeveer 4,1 miljard dollar, een behoorlijke order.
Als gevolg van dat bericht werden de transacties omwille van de verscherping van de Europese schuldencrisis
omtrent Griekenland & Co. ingeleid. Pas als gevolg van deze grote order kwam het tot een omvattende vermindering aan liquiditeit als gevolg van de sterke onzekerheid op de markt. In het onderzoek gaat het concreet om het Futures-contract voor juni 2010. Op 6 mei werden in het totaal 5,7 miljoen contracten gehandeld, waarvan bijna een derde (1,6 miljoen) tussen 14.00 en 15.00 uur (USA-tijd), toen de crash gebeurde.
Waddell_Understanding_Market_Vola_153x44.gif
De handelaars bij Waddell & Reed gaven volgens het bericht maar weinig specificaties voor de te verkopen 75 000 contracten aan, in het bijzonder met betrekking op het volume.
Als resultaat werd de order praktisch onbegrensd op de markt geworpen (normaalgezien worden dergelijke grote orders over langere tijdsperiodes afgewerkt). Desalniettemin kwam het aantal contracten overeen met ca. 2,5 procent van het gemiddelde, dagelijkse handelsvolume.
Andere marktdeelnemers kregen dit in het oog en dreven van hun kant het volume naar boven. Waddell_Causes_277x21.gif
Daarbij werden door de toenemend sterke koersbeweging steeds meer stop-loss-orders uitgevoerd.
Alles samen leidde het ertoe dat de koperszijde met betrekking daarop, steeds dunner werd. De bodem werd pas bereikt toen het tot een handelsopschorting van een paar seconden kwam – op deze situatie gaan we nog dieper in op een andere plaats.
Voordien hadden vele waarnemers de oorzaak bij andere marktdeelnemers gezocht: de High Frequency Traders (HFT, handel met hoge frequentie). In het officiële rapport kan nochtans nauwelijks een verklaring voor deze verdenking worden gevonden.
Diepte_orderboek_E-Mini_20100506Met Waddell & Reed daarentegen staat een marktdeelnemer in het vizier, die alles behalve aan HFT doet en daarbij niet eens tot de grote spelers behoort – de onderneming is met haar beleggingspolitiek eerder op middel- tot lange termijn uitgericht en beheert minder als 100 miljard dollar.

De niet-officiële kant   
Uit de rapportering komt naar voor dat de 75 000 contracten na 20 minuten „afgewerkt“ waren en de order
daarmee dus afgewerkt. Omdat de eigenlijke Flash Crash pas op gang kwam toen de order van de handelaars al tien minuten in de markt was, bleef hier voldoende ruimte voor speculeringen over de rol van de HFT. Want als de 75 000 contracten daadwerkelijk de crash veroorzaakt zouden hebben, zou de markt veel sneller ingestort zijn.
Een aanwijzing dat HFT niet helemaal onschuldig was in de zaak, is dat de dagbodem precies met de automatische handelsopschorting samenviel. Waarom is dat verdacht? Omdat een handelsopschorting als buitengewone gebeurtenis de algoritmes in de war stuurt en ertoe kan leiden dat HFT tenminste kortstondig „off“ is. Nu wordt de samenhang duidelijk: Wanneer als gevolg van een handelsopschorting, zonder HFT-participatie, de koersen meteen weer stijgen, dan kunnen ze daarvoor net zo goed naar beneden gedrukt zijn door de HFT (afbeelding 1). In het officiële bericht is van een mogelijke (gedeeltelijke) schuld van de HFT geen sprake, maar de cijfers worden tenminste vernoemd: In de laatste 15 seconden voor de handelsopschorting maakte HFT ongeveer de helft van het handelsvolume uit.
De kritiek naar het HFT toe is op zich niets nieuws. In principe wordt er geargumenteerd dat de ene verkoopsopdracht de andere kan genereren en de situatie daardoor snel controle verliest.
Dat deze vrees niet volledig onrealistisch is, toont de opkomst van de orders aan de kant van de algoritmische trading – het aandeel in het handelsvolume in de USA bedraagt intussen ca. 70 procent. Het is echter interessant dat de invloed van HTF in het officiële bericht getrivialiseerd wordt. Een mogelijke verklaring hiervoor is de sterke lobby-activiteit van HTF-ondernemingen en market makers via persoonlijke en financiële verbindingen. Daarbij komt nog dat ook de beurzen profiteren van HTF omdat de High Frequency Traders meer en meer omzet genereren en daardoor belangrijk zijn voor de handel van de beurzen.


Quote Stuffing
Een interessante poging kwam van de gegevensaanbieder Nanex. Hier werd in de officiële verklaring echter maar weinig aandacht aan gegeven.  De Flash Crash kon dus niet door de order van een enkele marktdeelnemer veroorzaakt zijn geworden, zoals een gedetailleerd onderzoek van de onderneming aangetoond heeft.
Tijdstippen_dagbodem_20100506In de tijd kort voor de handelsopschorting werden opvallend veel schijnorders geplaatst.
Deze werkwijze is in HFT bijzonder populair.
Daarbij worden orders zonder echte intentie tot koop of verkoop voor fracties van seconden geplaatst en dan meteen weer verwijderd (Quote Stuffing).
De reden daarvoor moeten we zoeken in de tactiek van HFT-algoritmes die met schijnorders de microstructuur van de markt beïnvloedt om een informatievoordeel te verkrijgen - uiteindelijk weet enkel de Quote Stuffer, welk deel van het orderboek „echt“ is en welk niet. Dit is het idee wat erachter schuilt.  Met deze kennis kunnen gegevens sneller beoordeeld worden, wat een minimaal tijdsvoordeel met zich meebrengt – en precies deze milliseconden zijn beslissend in de HFT-handel.
Als er echter teveel marktdeelnemers aan Quote Stuffing doen, kan de massieve orderopkomst de verwerking van de beurzen schade toebrengen en komt het tot vertragingen.
Dat roept opnieuw HFTs op het voorplan om de arbitrage tussen de verschillende beurzen in werking stellen – wat er in het geval van optredende vertragingen toe leidt dat er een golf van uitverkoop door een arbitrage-illusie gevormd wordt. De reden daarvoor is dat de tijdstempel van een trade pas met diens uitvoering gezet wordt en de algoritmes de vertraging op die manier niet herkennen.
Zo zou bijvoorbeeld de biedkoers aan de NYSE vanwege de vertraging schijnbaar(!) boven de laagste laat van een platform liggen, wat tot verdere verkopen aan de NYSE leidt. Zo kan de koopzijde op korte tijd steeds verder uitdrogen (afbeelding 1).
In een extreem geval kan dit een crash veroorzaken en precies dat vermoedt Nanex voor de gebeurtenissen van 6 mei.
Nanex heeft ook een oplossingsvoorstel voor het probleem: Elke order moet voor een vast gedefinieerde minimumtijd actief blijven. Wordt de minimumtijd hoog genoeg geselecteerd (bijvoorbeeld 0,05 seconden), zouden de schijnorders snel afgehandeld kunnen worden. Want als HFTs een daadwerkelijke uitvoering van de order moeten vrezen, dan is de zaak de moeite niet meer waard.
Dit voorstel werd echter (nog) niet ernstig besproken.

Vooruitzicht
Omdat het tot hiertoe aan tegenmaatregelen inzake quote stuffing ontbreekt, is het gevaar voor plotse koersinzakkingen niet geweken.
Met andere woorden:
-De stops kunnen u als trader nog steeds om de oren vliegen, ook als ze ver verwijderd liggen. 
-Nog meer onrustgevend is het voor posities op lange termijn – hier kan men alternatief de stop meteen helemaal laten zitten.

Als resultaat kunnen we stellen dat de beurshandel in de USA niet optimaal georganiseerd is. Waddell_Lack_of_regulatory_Safeguards.gifEr zijn in het totaal meer dan 30 verschillende aangesloten platforms, diens onderlinge verbinding tot onvoorziene problemen kan leiden. Een eerste idee voor een oplossing werd met de zogenaamde „Circuit Breaker“ reeds geïnstalleerd – daarmee moeten in gevallen van extreme koersuitwijkingen automatisch handelsonderbrekingen plaatsvinden. Echter, zolang voorstellen zoals die van Nanex genegeerd worden, blijven de problemen maar tijdelijk opgelost.

Advertentie:
Samen meer rendement
Samen meer rendement

TradersClub Magazine
50 pagina’s vol technische en kwantitatieve analyse, redactie: Harry Geels

Workshops
o.a. met Aloys Mattijssen, Geert-Jan Nikken, Gokhan Erem, Michael Ahrens en Rombout Kerstens

Nieuwsbrieven
Need-to-know informatie voor actieve beleggers

Meld u gratis aan op de website en ontvang 1 magazine ter kennismaking:
www.tradersclub.nl

Handelen in Belgische optiesBEL 20
Bron: Euronext
NYSE Liffe heeft de Nederlandse en Belgische optiemarkt geharmoniseerd. Dat betekent dat u sinds september net zo gemakkelijk kunt handelen in Belgische opties als in Nederlandse. De enige belemmering kan zijn dat uw bank of broker deze nieuwe mogelijkheid nog niet faciliteert. Als dat zo is loont het de moeite te informeren wanneer men wel zo ver is.

Nauwere spreads
Het gelijktrekken van de Nederlandse en Belgische optiemarkt heeft grote voordelen. De liquiditeit in de markt is flink gestegen. Het aantal liquidity providers - dit zijn partijen op de beurs die prijzen afgeven voor de door hen onderhouden optieseries en die er zodoende voor zorgen dat voor elke optie een prijs op het scherm staat - steeg van drie naar zeven. Er zijn nu ook liquidity providers bij uit Frankrijk, Nederland en Ierland, wat duidelijk maakt dat de optiehandel steeds meer een internationale aangelegenheid wordt. De verhoging van de liquiditeit heeft voor optiebeleggers een groot voordeel en dat is dat de spreads - het verschil tussen bied- en laatprijzen - bij Belgische opties overwegend nauwer zijn geworden.

Nieuwe BEL 20-indexopties
Ook voor beleggers in indexopties is er belangrijk nieuws. Optiecontracten met deBEL 20 BEL 20 als onderliggende waarde worden aangepast en in lijn gebracht met de Franse CAC 40-opties.
Optiecontracten op de AEX-index hebben betrekking op 100 maal de onderliggende index, contracten op de CAC 40 hebben betrekking op 10 maal de onderliggende index. Bij de Bel 20 ging het om contracten die slechts tweemaal de waarde van de onderliggende index betroffen. Deze contracten met symbool BXO worden niet meer uitgebracht.

Hiervoor in de plaats komen per 8 december contracten met symbool BEL die betrekking hebben op tien maal de index, dus net als bij de CAC 40.
Het is logisch dat het bij AEX-contracten gaat om 100 maal de index en bij de CAC 40 en de BEL 20 om tien maal.
De AEX-index beweegt zich op het ogenblik rond de 340 punten, de CAC 40 bevindt zich nabij de 3800 punten en de BEL 20 rond de 2600 punten.

Belgische fondsen
Nederlandse optiebeleggers hebben nu flink wat extra beleggingsmogelijkheden. Hieronder een overzicht van Belgische opties, waarbij de fondsen zijn gerangschikt naar sector. 799px-Luc_Viatour_Bruxelles_bourse.JPG
Grondstoffen: Solvay, Umicore, Nyrstar
Dranken:   Inbev
Medisch:    Omega Pharma, UCB
Winkelbedrijf: Colruyt, Delhaize
Financieel: Dexia, KBC, Ageas
Telecom:    Belgacom, Telenet, Mobistar
Industrieel:  Agfa Gevaert, Barco

Fondsvermogen Nederlandse beleggingsfondsen gestegen
Bron: DNB
Het fondsvermogen van de Nederlandse beleggingsfondsen is in het derde kwartaal van 2010 met 2% gestegen ten opzichte van het tweede kwartaal van dit jaar, zo blijkt uit cijfers van de Nederlandsche Bank.

De stijging is vooral het gevolg van herwaarderingen op de beleggingsportefeuille, in het bijzonder op de beleggingen in aandelen. In het voorgaande kwartaal was het fondsvermogen nog met ruim 4% gedaald.

Aan het einde van het derde kwartaal bedroeg het fondsvermogen EUR 434 miljard.
Mutatie-fondsvermogen-nl_tcm46-242288.gif
Het positieve resultaat op de beleggingsportefeuille (EUR 8,5 miljard) werd voornamelijk veroorzaakt door een winst van 3,8% op de beleggingen in aandelen.
De aandelenkoersen herstelden zich in het derde kwartaal. Zo steeg de MSCI World Index met 8,8% in deze periode.

De depreciatie van de Amerikaanse dollar vis-à-vis de euro van 11% had echter een drukkend effect op het aandelenrendement van de fondsen.

Doordat sommige fondsen het valutarisico hadden afgedekt, boekten zij wel een winst op hun valutatermijncontracten. Op de beleggingen in obligaties werd een verlies geleden van 0,6%. Dit werd veroorzaakt door een koersverlies op bedrijfsobligaties van 2,3%.

Op staatspapier werd daarentegen nog een positief rendement behaald van circa 1,4%, mede als gevolg van de verder gedaalde rente op staatsobligaties.

Beleggers legden per saldo EUR 0,6 miljard in bij de beleggingsfondsen.
Zowel aandelenfondsen (EUR -0,6 miljard) als obligatiefondsen (EUR -0,4 miljard) registreerden een netto-uitstroom.
De categorie overige fondsen noteerde echter een netto-instroom van EUR 1,6 miljard.
Dit hing voor het merendeel samen met een herschikking van de beleggingsportefeuilles door institutionele beleggers.  Zij hebben net als in het eerste en tweede kwartaal van dit jaar naar verhouding meer in alternatieve fondsen (zoals grondstoffen en private equity) ingelegd.

Bedrijfswinsten (bijna) op recordhoogte
Bron: KBC Bank NV
De bedrijven hebben tijdens de voorbije recessie zwaar geherstructureerd en plukken daar nu de vruchten van. Ze zijn bewuster met risico’s (geld en dus kosten) gaan omspringen. Dat gaat niet alleen over eenmalige (en soms spectaculaire) herstructureringen, maar is in veel ondernemingen ingebed geraakt in de bedrijfscultuur.

•    Bedrijven zagen hun winst de voorbije kwartalen uitzonderlijk sterk toenemen. Met een winststijging van 38% overtroffen de bedrijfsresultaten de verwachtingen ook in het derde kwartaal.

•    Omzetstijging speelde weer een belangrijke rol. Amerikaanse bedrijven rapporteerden gemiddeld 9% hogere verkopen, voor Europese bedrijven ging het om 11%.

•    Een matig conjunctuurherstel in het westen staat een sterke omzetstijging duidelijk niet in de weg. Het belang van de verkopen in de opkomende (en snelgroeiende) markten voor de omzet van de westerse bedrijven neemt almaar toe. De verkoopsmarges liggen er ook hoger.

De verwachte winststijging voor het kalenderjaar 2011 (+14,5% voor de S&P 500, +18,5% voor de MSCI Europe) lijkt haalbaar.

•    Als de verwachtingen werkelijkheid worden en de winsten de oude records overtreffen, moeten de aandelenkoersen dat ook kunnen. De Amerikaanse S&P 500 noteert vandaag nog altijd 25% onder het record van 9 oktober 2007. Wie beweert dat aandelen geen potentieel hebben?

Nieuw blad voor technische en kwantitatieve analyse: TradersClub magazine
Bron:  Rombout Kerstens http://www.tradersclub.nl/
tradersClub_66.jpgHarry Geels de nieuwe hoofdredacteur van TradersClub magazine

Harry GeelsTradersClub Magazine wordt het nieuwe blad voor technische en kwantitatieve analyse. De uitgever denkt dat er een markt is voor een nieuwe frisse kwaliteitstitel voor actieve beleggers. Goed leesbaar, zonder de diepgang te schuwen.
 
TradersClub magazine zal 4 keer per jaar verschijnen in PDF formaat met 50 pagina’s boordevol informatie voor de actieve belegger.
Met artikelen over technische analyse, kwantitatieve analyse en verder alles wat een actieve belegger bezighoudt. Met een duidelijke focus op praktisch toepasbare informatie.

Het streven is een maal per jaar ook een uitgebreide print uitgave te verzorgen. Free members van de TradingClub ontvangen begin 2011 een gratis proefnummer.   Premium members ontvangen automatisch alle uitgaven van het TradersClub magazine.  

Grondstoffen: de prijzen houden geen stand op hun nieuwe toppen
Bron: Dexia Bank Research
De Saudische olieminister sprak begin november over een bandbreedte van 70 tot 90 dollar voor een vat ruwe olie (in plaats van de tot voor kort gebruikelijke marge van 70 tot 80 dollar). Samen met de kwantitatieve versoepeling van het monetaire beleid door de Federal Reserve en de verzwakking van de dollar, stuwde deze verklaring de prijzen van ruwe olie snel tot in de buurt van 90 dollar per vat.

757px-Songa_Mercur_3.jpgIn de Verenigde Staten zijn de voorraden van benzine, diesel en stookolie sinds eind september aan het slinken, wat de olieprijzen een bijkomende impuls gaf. Maar er is geen tekort aan ruwe olie. Want de Amerikaanse commerciële olievoorraden waren op 12 november nog steeds 6,2% groter dan een jaar geleden. De Amerikaanse strategische olievoorraden blijven dicht bij hun recordniveau.

Op korte termijn zal de olieprijs waarschijnlijk niet veel dalen. Nu de winter in het noordelijke halfrond voor de deur staat, zal de fysieke vraag naar aardolie immers toenemen. De OPEClanden zullen hun productiequota niet snel optrekken.

De globale olievoorraden zijn nog steeds omvangrijk, waardoor er niet nog meer olie opgepompt hoeft te worden. Bovendien moeten de hogere olieprijzen de verzwakking van de dollar compenseren om de inkomsten van de olieproducerende landen op peil te houden.

Vanaf de lente van volgend jaar kan de olieprijs terug tijdelijk lager noteren, omdat de vraag naar verwarmingsenergie dan zal afnemen.

De minder dynamische wereldeconomie zal in 2011 zorgen voor een tragere stijging van de vraag naar aardolie. Het Internationaal Energie Agentschap verwacht dat de groei van de vraag naar ruwe olie zal vertragen van +2,7% in 2010 tot +1,4% in 2011. De OPEC ziet de vraag evolueren van +1,6% in 2010 tot +1,4% in 2011.

We verwachten daarom dat de olieprijs in 2011 gemiddeld minder sterk zal stijgen dan dit jaar. Maar de koopwoede van de grondstoffenspeculanten, die vrezen dat het soepele monetaire beleid van de Amerikaanse centrale bank op termijn de inflatie zal doen ontsporen, kan dit scenario doorkruisen en de olieprijzen volgend jaar veel sterker doen stijgen dan we voorzien.

Verre Oosten: stijgende inflatie in China
Bron: Dexia Bank Research
De vrees voor een echte vertraging van de Chinese economie (ingegeven door de afkoeling van de Amerikaanse economie, de financiële perikelen van een aantal Bank_Of_China_Logo_2_200x68.pngEuropese landen en het gevaar voor een activiteitsdaling in de Chinese bouwsector) is ongegrond gebleken. De PMI, de index die de graadmeter is van de activiteit, is in oktober voor de derde maand op rij gestegen. De bouw zit nog altijd in de lift en de kleinhandelsverkopen zijn in oktober nog eens met 14,2% gestegen.

De inflatie is wel ontspoord in oktober (4,4 %). Daarom heeft de Chinese regering restrictieve maatregelen genomen om de prijsontwikkeling beter in de hand te houden. De overheid wil echter vermijden dat de economie bruusk vertraagt. We verwachten dan ook dat de bbpgroei licht zal vertragen van 10,1% in 2010 tot 9,1% in 2011.

DNB: Vooruitzichten voor de externe omgeving
Bron: ECB Maandbericht september 2010
grafiek5_20101201.jpgWat de toekomst betreft, wijzen de jongste indicatoren en op enquêtes gebaseerde gegevens op een aanhoudend herstel, hoewel het tempo van de mondiale groei zich ook in de tweede helft van het jaar enigszins zal matigen.
In juni gaf de samengestelde voorlopende indicator van de OESO-landen een lichte daling te zien, waaruit blijkt dat de economische groei in de meeste ontwikkelde economieën aan het vertragen is en dat het groeitempo in een aantal grote opkomende landen, zoals China en India, achterblijft bij de eerdere groeitrend (zie Grafiek 5).

Ook uit de Ifo World Economic Climate Indicator blijkt een mondiale groeivertraging in de tweede helft van het jaar.
In het derde kwartaal van dit jaar gaf deze indicator een lichte daling te zien, met name in Noord-Amerika en Azië.
Hoewel de huidige economische situatie gunstiger wordt beoordeeld dan in het vorige onderzoek, zijn de economische verwachtingen voor de komende zes maanden neerwaarts bijgesteld.

De meeste voorspellers in de particuliere sector en bij de overheid verwachten dat de wereldeconomie in 2011 op jaarbasis minder hard zal groeien dan in 2010, maar in de loop van het jaar wel weer iets zal aantrekken.


over:
DNB Statistisch Bulletin

Ieder kwartaal verschijnt het Statistisch Bulletin van de Nederlandsche Bank (DNB) met daarin de monetaire en financiële statistieken voor Nederland en artikelen op basis van deze statistieken. De publicatie is vooral bestemd voor mensen werkzaam in de financieel-economische sector, economen, journalisten en studenten.

Het Statistisch Bulletin is ook in het Engels beschikbaar.

Downloaden of bestellen
De edities van het DNB Statistisch Bulletin zijn beschikbaar als .pdf document. U kunt ze hier downloaden.


Actueel

'Meld je aan voor de nieuwsbrief' van HCC!beleggen

'Abonneer je nu op de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze activiteiten!'

Aanmelden