|
inhoud:
|
HCC
Beleggen Nieuwsbrief 20100901 |
|
Het
inflatiespook.
Inflatie of deflatie op komst?
Bron: http://www.thesilvermountain.nl/blog/1129/columns/het-inflatiespook-inflatie-of-deflatie-op-komst.html
|
Er bestaat veel verwarring rondom de begrippen inflatie en deflatie. De
meest gehoorde opvatting is dat inflatie te maken heeft met het
bijdrukken van geld en dat inflatie het duurder worden van artikelen
betekent.
Beide opvattingen zijn maar ten dele waar.
Inflatie en deflatie zijn elkaars tegengestelden en hebben beiden te
maken met zowel de geldhoeveelheid ( H) als de omloopsnelheid (O) van
geld.
Het product van beide is het bruto Nationaal Product. In een formule
uitgedrukt: H x O =BNP. Het BNP is op zijn beurt weer het product van
prijs en hoeveelheid goederen. Bij inflatie gaat de prijs van een
artikel omhoog, bij deflatie gaat de prijs naar beneden. Zowel het
duurder als het goedkoper worden is dus een gevolg van het samenspel
van de hoeveelheid geld en omloopsnelheid ( er van uit gaande dat de
hoeveelheid goederen gelijk blijft ).
Het bijdrukken van geld,
zoals nu wereldwijd gebeurt, wil niet zeggen dat er automatisch ook
inflatie op volgt. Als de geldhoeveelheid groeit, en de omloopsnelheid
daalt, gebeurt er uiteindelijk nog niets.
De omloopsnelheid is het getal dat aangeeft hoeveel keer een munt per
jaar van eigenaar wisselt.
De omloopsnelheid van geld wordt vooral bepaald door het vertrouwen wat
de eigenaar heeft in de munt en de economie. Heeft men weinig
vertrouwen in de economimen gaan sparen ( een appeltje voor de dorst),
waardoor de omloopsnelheid zal dalen.
Wanneer men echter het vertrouwen in de waarde van de munt ook gaat
verliezen, zal men proberen de munt zo snel mogelijk om te zetten in
tastbare goederen, waardoor de omloopsnelheid toeneemt.
Op dit moment lijkt Nederland, en Europa, zich vooral op het deflatoire
pad te bevinden. Ondanks het vele geld wat door de overheden in de
economie gepompt wordt. Dit valt te verklaren doordat het geld zijn weg
niet vindt in de economie, maar blijft steken in de kassen van de
banken die daarmee hun failliete handel nog even overeind kunnen
houden. Omdat de burger merkt dat er slecht economisch weer zit aan te
komen wordt er minder besteedt en gaat men meer sparen, waardoor de
omloopsnelheid eerder lager dan hoger wordt. Deflatie is dan ons deel.
Dat is bijvoorbeeld terug te zien in de waarde van huizen; deze worden
minder waard.
Anderzijds zijn er ook wel inflatoire tendensen aan te wijzen, met name
bij de grondstoffen en edelmetaalprijzen. Deze worden duurder.
Het is dus niet zo, dat deflatie altijd inflatie uitsluit. Ze kunnen
ook samen voorkomen, maar dan op verschillende terreinen.
De inflatie waar men bang voor is heet hyperinflatie, waarbij de
bevolking zo weinig vertrouwen meer heeft in de waarde van de munt, dat
de omloopsnelheid omhoog knalt en het brood wat gisteren 10 euro kostte
nu 20 euro kost. Dit betekent dat de opgespaarde gelden in de vorm van
spaarpotten, pensioenen en verzekeringen in rap tempo hun koopkracht
aan het verliezen zijn.
Of dit in Nederland ons voorland is valt te bezien. Niemand kan men
zekerheid voorspellen wat gaat gebeuren.
Wordt op redelijk korte termijn een Noord-Europese euro ingesteld met
een goudcomponent, zal dat het vertrouwen in de munt ondersteunen waardoor de omloopsnelheid
niet onnodig opgejaagd zal worden. Uw spaargeld zal dan deels zijn
koopkracht behouden.
Als maatregelen uitblijven en de bevolking het vertrouwen in de
overheid, banken en de economie steeds verder verliezen, zal de
omloopsnelheid toenemen.
Zoals u weet komt vertrouwen te voet, maar gaat hij te paard.
Er zijn dan ook in de recente geschiedenis voorbeelden te vinden dat in
1 jaar tijd een hele economie werd opgeblazen door hyperinflatie.
Mondiaal gezien lijkt een scenario met een korte periode van
(toren)hoge inflatie het meest voor de hand liggende, voorafgegaan door
een langere periode met enige deflatie. Dit lijkt ook de enige uitweg
voor de overheden: deflatie maakt de schuldendruk alleen maar groter,
terwijl bij inflatie de last van de schulden steeds kleiner wordt.
In beide gevallen is er maar één weg om uw welvaart en
onafhankelijkheid te waarborgen, door uw waardepapieren om te zetten in
tastbare goederen. En kunnen tastbare goederen bij het inzakken van de
wereldeconomie nog een deel van hun glans verliezen omdat er minder
vraag naar zal ontstaan, zijn er maar twee dingen echt bestand tegen
het inflatie- en deflatiespook: goud en zilver.
|
Hoera, een
daling...
Bron: Jan
Breestraat 24 augustus 2010 , www.tarbo.nl
|
In
een vorige column (oktober 2009) schreef ik de onderstaande
tekst: |
|
“Hoe
hoger de koersen stijgen hoe groter de kans dat de pensioenfondsen,
waarvan we bijna zeker weten dat ze hun manier van beleggen
na de crash van 2008 niet hebben gewijzigd, wederom een zeperd
gaan halen.
Nieuw
binnengekomen premies zullen ongetwijfeld wederom onafgeschermd worden
geïnvesteerd, waardoor heel gemakkelijk weer nieuwe verliezen
kunnen ontstaan.
Bij de
voorgaande crashes is dat ook gebeurd en er is geen enkele reden om aan
te nemen dat bij de volgende crash het kapitaal nu ineens wél
in stand zal blijven”. |
Het is nu
augustus 2010 en wat lezen we in de kranten? |
|
“Een
groot aantal pensioenfondsen zakken wederom onder de vereiste
dekkingsgraad en/of hebben geen kans gezien hun dekkingsgraad
op peil te brengen.
Enkele
pensioenfondsen halen nog geen 90% (!) en zullen binnenkort de
pensioenen moet verlagen en de premies moeten verhogen”
Een
nieuw begrip heeft zijn intrede gedaan: Pensioenen verlagen heet nu
doodleuk “Afstempelen”. |
De reden van de nieuwe verliezen staat er niet bij, maar uit eerdere
krantenberichten kon men opmaken dat er aandelen ver onder
de aankoopprijs werden verkocht en men grote bedragen had
belegd in Griekse en Spaanse staatsleningen . . . Ook hoor je
fluisteren over Amerikaanse “rommelhypotheken”.
Uiteraard spelen er ook factoren waar de fondsbeheerders niets aan
kunnen doen.
Denk daarbij aan de extreem lage rentevergoedingen op cash en het feit dat de gemiddelde leeftijd van de pensioengerechtigden gestaag stijgt,
waardoor er steeds langduriger uitbetaald moet worden.
Desalniettemin zullen pensioengerechtigen zich wederom afvragen of de
‘knappe koppen’ van de pensioenfondsen wel goed bezig zijn.
Heeft men geen kennis van de manieren waarmee je, op een simpele
manier, een aandelenbezit langdurig tegen daling kunt beschermen? Doet
men niet aan de “Value investing”, zoals die al sinds
mensenheugenis bekend is geworden door Benjamin Graham, Warren
Buffet en Martin Whitman en hun andere bekende
succesvolle geestverwanten? Een studie aan de Columbia Universiteit in
New York kunt u zich besparen.
De methodiek van deze grootheden is immers al sinds jaar en dag
wereldwijd bekend.
Het lijkt of de pensioenfondsen het verschil niet kennen tussen “prijs”
en “waarde”.
Kennelijk kijkt met hoofdzakelijk naar TA signalen en de K/W verhouding
en heeft geen oog voor de werkelijke intrinsieke waarde
van de stukken.
Beide meetpunten zijn totaal ongeschikt om lange termijnbeleggingen aan
te gaan. “Value investing” dat is waar het om draait.
Enorme verliezen kunnen o.a. ook worden voorkomen om bij bedrijven te
kijken naar het ROE (Rendement Op Eigen vermogen) Halszaak is dat dit
wel elk jaar gecheckt moet worden.
Werkt u met de OK score dan wordt er jaarlijks een röntgenfoto” van het
bedrijf gemaakt waarbij er tevens nog naar allerlei andere
afwijkingen t.o.v. van de voorgaande jaarstukken wordt
gekeken. Toename van risico, idiote overnames, creatief boekhouden
en/of fraude kunnen vrijwel onmogelijk aan de aandacht
ontsnappen. Kans op faillissement komt met dergelijke zware controles
gemiddeld 2 jaar van te voren al aan het licht.
Zoals reeds eerder gesteld, is het onbegrijpelijk dat kennelijk al
deze, voor iedereen bereikbare kennis, door de pensioenfondsen
wordt genegeerd. Je vraagt je toch af, wat kan er nu
eenvoudiger zijn dan de intrinsieke waarde van een bedrijf nauwkeurig
te berekenen en te wachten tot de onderwaardering (Security Analyses)
voldoende zekerheid biedt om verantwoord daar in te kunnen beleggen.
Ook adequaat afdekken zou een routinehandeling moeten zijn.
Het lijkt nu wel of dat men het omgekeerde doet. Met koopt als de
beurskoers ver boven de intrinsieke waarde uitsteekt en neemt afscheid
op het moment dat de aandelen koopwaardig beginnen te worden.
Van Warren Buffet en Martin Whitman is bekend dat die pas
kopen als de
waarde van een aandeel 50% onder de intrinsieke waarde
is gekomen.
Afscheid wordt pas genomen als het aandeel buitenproportioneel
overgewaardeerd is. Intussen vangt men jaar na jaar dividend.
Topbeleggers die zo werkten haalden op de lange c.q. zeer lange termijn
(dus precies wat de pensioenfondsen zouden moeten nastreven) de
nevenstaande rendementen:
|
Benjamin Graham |
17,00 % |
Warren Buffet |
20,30 % |
John Buckingham |
9,90 % |
Martin Whitman |
12,90 % |
Bill Nygren |
12,70 % |
Gemiddeld (over ca 30 jaar) |
14,56 % |
Bron: Bart de
Schutter (Smart
Capital) |
|
Vanwege de ‘Buy and hold’ methodiek, waarbij uitsluitend bij een sterke
onderwaardering wordt gekocht en pas bij een
buitenproportionele overwaardering afscheid wordt genomen,
zijn de transactiekosten bij dit type beleggers extreem laag.
Beheerskosten worden nuttig besteed door het uitpluizen van
jaarstukken.
Omdat uitsluitend met een discount van ca 50% wordt ingekocht is een
afscherming met derivaten eigenlijk niet eens nodig. Men belegt
in relatief weinig bedrijven en volgt die goed.
In de praktijk zal het best nogal eens voorkomen dat er geen koopjes
met een discount van 50 % te halen zijn. (Tenzij men naar de
smallcaps zou willen uitwijken c.q. aandelen die wat minder in
de belangstelling staan en soms aanzienlijk onder de werkelijke waarde
noteren)
Moet men grote hoeveelheden vers geld beleggen dan zijn er overigens
altijd wel aandelen voorhanden die door een zware controle
zijn gekomen. (bijv. de OK score van Willem Okkerse).
Wanneer men deze dan selecteert op het verkrijgbaar zijn van leaps
(zeer langlopende opties) dan kan men dus een afdekking
construeren waarbij het dalingsrisico is afgedekt waarbij toch
de winstkansen behouden blijven. Vooral bij de Amerikaanse aandelen is
er een enorme keuze in beschermingsopties. Er zijn
afdekkingsconstructies denkbaar waarbij de afdekking volledig van het
dividend kan worden betaald. De kans op koerswinst blijft
hierbij gewoon behouden.
Pensioeninstellingen die hun eigen zwakte onder ogen zien kunnen ook
simpelweg beleggen in het Sperwer Fonds. Dit fonds is samengesteld uit
een aantal topfondsen en is (hoewel het sowieso al weinig
correlatie heeft met de aandelenbeurzen) toch nog voorzien van
een beschermingsconstructie tegen extreme dalingen.
De rendementen van het
Sperwerfonds over de laatste 10 jaar waren: |
2001 |
2002 |
2003 |
2004 |
2005 |
2006 |
2007 |
2008 |
2009 |
2010 |
10,5 % |
12,8 % |
16,4 % |
7,2 % |
18,3 % |
9,1 % |
26,3 % |
2,4 % |
8,5 % |
2,4 % ? |
Verliezen en daardoor “afstempelen” komt dus hier in het woordenboek
niet voor!
Voor wat betreft de obligaties doet zich momenteel het merkwaardige
verschijnsel voor, dat met zorg geselecteerde bedrijfsobligaties
in sommige gevallen veiliger zijn dan diverse in de handel
zijnde staatsobligaties. Ook hier kan tegenwoordig de OK-score goede
diensten bewijzen.
Voor pensioenfondsen die zowel over mankracht als uitstekende software
kunnen beschikken en bovendien ook nog externe expertise
kunnen inhuren, moet het toch zonder meer mogelijk zijn om een
uiterst stabiele portefeuille samen te stellen waarbij de dekkingsgraad
geen enkel gevaar loopt. Een gemiddeld rendement van 14,56 %
zoals van de genoemde topbeleggers is misschien wat te hoog gegrepen,
maar gemiddeld 10% á 12% is toch niet teveel gevraagd, lijkt
me. Desnoods kijk je als pensioenfonds af bij het beleggingsvehikel van
Buffet (Berkshire Hathaway) en dek het dollarrisico voor de helft af.
Wat is nu eigenlijk het probleem ?
Voor particulieren ligt de beleggingsproblematiek wat anders aangezien
particulieren meestal geen “oneindige” beleggingshorizon hebben
of willen hebben.
(Warren Buffet kocht daarentegen, op jonge leeftijd, bewust aandelen
voor “eeuwig” en hield ze aan tot ze buitenproportioneel
overgewaardeerd werden. Dat is dan het voordeel van de jeugd).
De meeste particuliere beleggers zullen echter wat eerder hun rendement
willen incasseren.
Zo’n extreem lange beleggingshorizon spreekt mij ook niet zo aan.
Persoonlijk kies ik voor het omgekeerde en click liever elke maand de
winst (of verlies) vast, waarna desgewenst de gehele
investering weer vrijvalt. Ook ik roep “hoera” bij een daling. Niet om
goedkoop aandelen te kunnen bijkopen want aandelen heb ik
niet, maar simpelweg omdat mijn systeem permanent voorzien is van een
‘’valbreker’’ die bij grote dalingen, tot aan een bepaalde grens, een
extra winst oplevert.
Het rendement van deze zogenaamde TARBO-methode is over 8 jaar op
jaarbasis (incl. 2008) gemiddeld 24,3 /25,4 %, netto na aftrek
van kosten.
Maar . . . bij mij is er
juist sprake van veel handelen met de daaraan verbonden
transactiekosten.
Ik vind dat geen punt, omdat naar mijn mening uiteindelijk het bedrag
onder de streep telt.
Sommige beleggers hebben daar echter moeite mee en voor hen is
misschien “Value investing” zoals Warren Buffet dat doet, een
betere keuze.
Je moet je dan wel bedenken dat Buffet in sommige gevallen maar liefst
3 jaar heeft moeten wachten tot hij weer aandelen met een discount van
50% op de intrinsieke waarde kon kopen.
Een uitspraak van hem was: “Veel mensen worden angstig bij een daling
en hebberig bij een stijging, maar ik word angstig bij een stijging en
hebberig bij een daling”.
Persoonlijk zie ik niets in een beleggingshorizon van 30 jaar en wil
mijn rendement per maand (of zo mogelijk nog eerder) vastgeclickt
hebben.
Heb ik echter mijn Valbreker geïnstalleerd dan roep ik net als Buffet
ook “hoera”
bij een daling ...
|
Brussel:
Pensioenstelsel onhoudbaar.
Bron:
Telegraaf |
Meer over
Europa: http://www.europa-nu.nl/
|
|
De Europese
Commissie heeft woensdag een discussiestuk gepresenteerd
over de toekomst van de pensioenen in de EU.
De commissie wil de discussie aanwakkeren over een noodzakelijke
hervorming van de pensioenstelsels.
"Een van de keuzes waar we voor staan is de keuze tussen armere
gepensioneerden, hogere pensioenbijdragen of meer mensen die meer en
langer werken", aldus Europees Commissaris László Andor
(Werkgelegenheid) en Sociale Zaken.
De verwachting is dat het aantal gepensioneerden in Europa in
verhouding tot het aantal mensen dat die pensioenen moet opbrengen zal
verdubbelen tegen 2060.
Volgens Andor en de EU-commissarissen Olli Rehn (Monetair Beleid) en
Michel Barnier (Binnenlandse Zaken), die samen het initiatief namen
voor het discussiestuk namen, is die situatie "eenvoudig niet
houdbaar". |
De Hongaar László Andor (1966) is sinds februari 2010 lid van de
Europese Commissie, belast met werkgelegenheid, sociale zaken en
gelijke kansen. |
De Fin Olli Rehn (1962) is sinds juli 2004 lid van de Europese
Commissie. In de Commissie-Barroso II is hij belast met economische en
monetaire zaken. |
De Fransman Michel Barnier (1951) is sinds februari 2010 als lid van de
Commissie-Barroso II belast met interne markt en diensten. |
De economische en
financiële crisis heeft volgens de Europese Commissie
de druk op de bestaande pensioensystemen alleen nog maar vergroot.
Het vaststellen van de pensioenleeftijd valt onder de
verantwoordelijkheid van de lidstaten.
De commissie adviseert daarom slechts om na te denken over de juiste
balans tussen werk en pensionering.
Tot half november kan iedereen via een speciale website zijn eigen
mening over de toekomst van de pensioenen inbrengen. Daarna zal de
Europese Commissie een analyse maken van de suggesties en de beste
strategie voor een Europese aanpak bepalen. |
Gedwongen
ontslagen bij Robeco
Bron: http://fondsnieuws.nl
|
|
Bij Robeco
verdwijnen wereldwijd 180 arbeidsplaatsen, waarvan 100 in
Nederland. Er zullen 20 medewerkers gedwongen ontslagen worden.
Een woordvoerder
van Robeco heeft dat tegenover Het Financieele Dagblad bevestigd. In
2009 werden er bij de reorganisatie Top Shape al 80 werknemers
onvrijwillig ontslagen.
Dat bevestigt een woordvoerder van Robeco in reactie op een brief van
vakbonden De Unie, CNV en FNV aan werknemers van Robeco over deze zaak.
Bij de nieuwe banenreductie gaat het volgens Robeco om 10 procent van
het totale aantal arbeidsplaatsen van 1850.
Gesprekken met medewerkers hierover zullen in september plaatsvinden. |
De nieuwe topman Roderick Munstres heeft
een nieuwe reorganisatie
ingezet.
Hij wil dat Robeco vanaf 2014 jaarlijks 75 miljoen minder kosten maakt.
In 2009 leed Robeco een verlies van 13,3 miljoen euro, het
eerste verlies in haar bestaan.
Volgens de woordvoerder van Robeco behaalde het bedrijf in het eerste
halfjaar van 2010 een winst van 32 miljoen euro.
Munsters probeert de vaste kosten te verlagen. Hij wil vooral
bezuinigen op IT, backoffice en Robeco Direct, de verlieslijdende
internetbank die Robeco momenteel in de eigen organisatie integreert.
Robeco zegt dat de afdeling Beleggingen zo veel mogelijk wordt ontzien.
|
Oproep: |
|
Wat betekent de
commissie Frijns voor uw beleggingen?
Wat zijn de kansen en bedreigingen voor pensioenfondsen de komende
drie, vijf en tien jaar? Hoe wapent u zich tegen het inflatierisico?
Wat wordt van u als bestuurder in de toekomst verwacht?
Ik ben benieuwd naar uw antwoorden! |
|
De
vermogensbeheerder hoopt dat de negatieve effecten voor de
werknemers zo veel mogelijk beperkt blijven door het natuurlijk verloop
en het verkleinen van het aantal flexwerkers.
De 180 plekken verdwijnen binnen vier jaar. Toch kunnen gedwongen
ontslagen niet worden voorkomen.
Daarom heeft de vermogensbeheerder melding van voornemen van collectief
ontslag gemaakt bij uitkeringsinstantie UWV. Dat moet een bedrijf doen
wanneer het gaat om het ontslag van meer dan twintig man. Om hoeveel
ontslagen het precies gaat, kan de woordvoerder niet zeggen.
|
Record Winst
RABO,
maar hypotheenk Rente niet te Hoog (vlgs Rabo)
|
Bron: Het
Financieele Dagblad |
Rabobank heeft het afgelopen half jaar een
recordwinst geboekt.
De Nederlandse marktleider op het gebied van hypotheken ontkent dat
voor het behalen van dit resultaat de tarieven kunstmatig hoog gehouden
moesten worden.
Onlangs beklaagde onder meer de Vereniging Eigen Huis zich over de
gestegen rentemarges bij Nederlandse banken. Daarbij trokken de banken
zich niets aan van de rentedalingen op de kapitaalmarkt.
Toezichthouder NMa kondigde inmiddels een
onderzoek aan naar de gang van zaken.
De verbeterde rentemarge bleek hoe dan ook een gunstige invloed te
hebben op het winstherstel bij Rabobank. Het verschil tussen betaalde
en ontvangen rente steeg met 450 miljoen euro tot 4,3 miljard euro. Ook
bij SNS Reaal steeg het renteresultaat, maar deze bank kwam mede als
gevolg van tegenvallers in buitenlandse vastgoedinvesteringen wel op
een verlies uit.
Volgens financieel bestuurder Bert Bruggink van Rabobank is de
rentewinst niet echt hoog. `In de eerste helft van 2009 vielen de
spaarrentes in Nederland buiten elke marktlogica. Nu is er een
normalisering`, meent Bruggink. De huidige hypotheekmarges van 0,9
procentpunt ligt weliswaar slechts verwaarloosbaar hoger dan het
historisch gemiddelde, het is twee keer zo hoog als in de kwartalen
voorafgaand aan de kredietcrisis. |
AFM: klant moet
centraal bij zorgvuldig advies vermogensopbouw
Bron:
AFM |
|
|
Zorgvuldig adviseren bij
vermogensopbouw is van belang om consumenten
op een goede manier te ondersteunen bij het verzorgen van hun
financiële welzijn.
Financieel adviseurs, banken en
beleggingsondernemingen moeten daarom hun klant goed doorgronden, een
juiste inschatting maken van het risicoprofiel en de nazorg goed
regelen.
Dat stelt de AFM in haar leidraad zorgvuldig advies vermogensopbouw die
21 december is gepubliceerd.
Op basis van de bevindingen uit eerdere onderzoeken en het vergelijken
daarvan met de uitkomsten van gesprekken met marktpartijen die al
zorgvuldig adviseren, heeft de AFM een visie gevormd op zorgvuldig
adviseren over vermogensopbouw.
Deze visie is vastgelegd in twee rapporten: de leidraad zorgvuldig
adviseren over vermogensopbouw voor financieel dienstverleners en voor
beleggingsondernemingen.
Consumenten bouwen vermogen op voor onder andere het aflossen van hun
hypotheek, aanvullend (pensioen-) inkomen en toekomstige uitgaven, maar
ook vanwege de wens om bestaand vermogen te laten groeien. Eén van de
doelstellingen van de AFM is het bevorderen van zorgvuldige financiële
dienstverlening aan de consument.
De onderzoeken die de AFM de afgelopen jaren heeft uitgevoerd hebben de
AFM steeds meer inzicht gegeven in de uitgangspunten die belangrijk
zijn als het gaat om zorgvuldig adviseren bij financieel
dienstverleners, banken en beleggingsondernemingen.
Die uitgangspunten hebben te maken met:
1. |
Een juiste vertaling door de adviseur van het beeld van
de klant naar
een passende oplossing; |
2. |
Het vooraf bespreken van de dienstverlening die een
financiële
onderneming de consument kan bieden; |
3. |
Het adviseren van producten en diensten in het belang van
de consument. |
Om het eerste punt te bevorderen, heeft de AFM een standaardindeling
van risicoprofielen 1)
ontwikkeld, die op dit moment ter consultatie aan de markt is
aangeboden.
Het tweede punt sluit aan bij de verschillende uitingen die de AFM al
heeft gedaan over provisietransparantie.
Ten aanzien van het derde punt wil de AFM bereiken dat consumenten goed
inzicht krijgen in de keuze voor het type belegging, bijvoorbeeld
actief gemanagede fondsen versus indexfondsen.
Een adviseur, bank of beleggingsonderneming zal ook aandacht
moeten geven aan transparantie over zijn vergoedingen en de norm voor
passende provisie.
De AFM gaat op dat laatste punt controleren in 2010.
De visie van de AFM is bedoeld om richting te geven. De vertaling van
de voorbeelden uit de rapporten naar de dagelijkse praktijk moeten
financiële ondernemingen zelf maken. De AFM verwacht dus wel dat
marktpartijen waarvoor de visie van de AFM relevant is, de rapporten
zullen lezen en hun eigen advisering daaraan toetsen.
Mogelijk zal de AFM de komende jaren de twee rapporten, waar nodig, op
onderdelen verder uitwerken. Dit zal in ieder geval op korte termijn
plaatsvinden met betrekking tot de resultaten van de consultatie over
een standaardindeling van risicoprofielen.
1)
Financiële ondernemingen hanteren bij het aanbieden en beheren van
beleggingsproducten vaak verschillende risicoprofielen. Als zij wel
dezelfde risicoprofielen gebruiken, worden die vaak verschillend
ingevuld, waardoor het risico en rendement van die risicoprofielen
verschilt. zie ook: Consultatie voorstel voor standaard
risicoprofielen
http://www.afm.nl/nl/professionals/afm-actueel/nieuws/2009/dec/klant-centraal.aspx
|
55ste HCC
Beleggen
Symposium
|
HCC Beleggen Symposium no
55 6 november 2010.
Ook voor de organisatie van het 55ste Symposium zijn we op
zoek naar mensen die een bijdrage willen leveren aan deze activiteit
van onze vereniging. HCC Beleggen Symposia worden altijd door
en voor medebeleggers georganiseerd.
Met meer mensen kunnen we immers meer doen en dat maakt het bovendien
ook veel gezelliger. Enkele voorbeelden zijn: |
|
- HCC
Beleggen leden die
een lezing willen geven over hun manier van beleggen. Denk
hierbij aan: optiebeleggen, aandelenbeleggen,
beleggingsfondsen, onroerend goed, technische analyse, fundamentele
analyse, emotie en beleggen etc, etc.
- het coördineren en organiseren van onze
HCC Beleggen symposia;
- het verrichten van (deel)taken tijdens
beurzen;
- public relations;
- het behartigen van de commerciële zaken.
|
Uiteraard
mag u zich aanmelden in groepjes. Dus als u, eventueel samen met
medebeleggers, onze vereniging wilt helpen laat het ons dan weten.
Trefwoorden hierbij zijn: vele handen maken licht werk, het moet vooral
leuk blijven, zo doe je ook nog eens interessante contacten op. Denk
aan het geven van een aardige lezing, met anderen handelsstrategieën
uitwerken, software onder de knie krijgen of gewoon een groep vormen
waarmee je samen de markt analyseert/bespreekt. |
Lijkt
het u iets om actief te worden? Heeft u vragen over de functies of
heeft u goede ideeën voor onze vereniging? Meld u zich dan via de website ...
een
echte vereniging kan niet zonder u als actief lid. |
|