|
inhoud:
|
HCC
Beleggen Nieuwsbrief 20100801 |
|
Herstel in Europa
zet zich door, zij het moeizaam.
Bron: KBC |
|
Al in het
najaar van 2009 werd het duidelijk dat de Griekse
begrotingssituatie slechter was dan de officiële statistieken hadden
doen voorkomen. Dat leidde tot een vertrouwensbreuk met de
geldschieters en het land stevende af op een bankroet.
Na veel gehakketak kwam Europa, in samenwerking met het IMF
(Internationaal Monetair Fonds), over de brug met een reddingsplan van
110 miljard euro, dat de financiering van de Griekse overheidsschuld
voor de periode tot 2012 moest veilig stellen. |
|
|
|
OM TE ONTHOUDEN:
-
Tot een uiteenspatten van de EMU zal het niet
komen
-
De ECB zal de beleidsrente tot diep in 2011
onveranderd houden
-
Markante verschillen in groei tussen de landen
onderling |
|
|
Euro
op de proef gesteld
Wat begonnen was als een geïsoleerd probleem in de periferie van de
eurozone groeide uit tot een geloofwaardigheidsprobleem van de muntunie
en zijn instellingen. Daarom ontvouwde Europa een aanvullend globaal
plan van 750 miljard euro als vangnet voor schuldfinanciering van
andere EMU-lidstaten (Europese Monetaire Unie) in de volgende drie
jaren.
Boven op dat gigantische
hulppakket, besliste de ECB ook tussen te komen op de obligatiemarkt.
Al die pakketten konden de markten evenwel niet echt overtuigen.
Maar tot een uiteenspatten van de EMU zal het niet komen. Want dit zou
een dure, moeilijke en tijd- rovende operatie zijn. Er zit dus niets
anders op dan een langdurige saneringsoperatie. Alle lidstaten van de
muntunie werken plannen uit om hun begrotingstekorten in te perken en
zo het vertrouwen te herstellen.
De
Europese groeicijfers vertonen een gemengd beeld
Het bbp (bruto binnenlands product) van de EMU als geheel groeide in
het eerste kwartaal van 2010 met 0,8% op jaarbasis. Een matig cijfer.
Daarom ook zal de ECB de beleidsrente tot diep in 2011 onveranderd
houden.
Uit de conjunctuur kan de ECB (Europese Centrale Bank)
namelijk geen argumenten putten om haar beleidsrente op korte termijn
op te trekken. Europa zal, mede door de saneringsinspanningen, een
traag groeiende regio blijven. De verzwakking van de euro in de
voorbije maanden is wel positief nieuws voor de exportgerichte landen
en ondersteunt de economische groei.
Het groeicijfer van de eurozone vertoont enkele markante verschillen
tussen de landen onderling. Positieve uitschieters waren Italië (+2,1%)
en Portugal (+4%). Aan het andere einde van het spectrum situeerde zich
Griekenland (-3,2%).
Ook in Centraal-Europa blijven de data gemengd. Hongarije kwam
recentelijk negatief in beeld na enkele ongelukkige uitspraken van een
Hongaarse woordvoerder, die de toestand van de Hongaarse publieke
financiën vergeleek met de Griekse. Ondanks het feit dat het land ver
verwijderd is van een Grieks scenario, veroorzaakten deze uitspraken
een verkoopgolf van Hongaars papier. Polen en Tsjechië daarentegen zijn
twee fundamenteel gezonde landen. Tsjechië profiteert fors van het
herstel in Duitsland. Polen is het enige Europese land dat niet in
recessie ging. Dat is nog niet weerspiegeld in de koers van zijn munt.
De Poolse zloty is de meest ondergewaardeerde munt van de regio. |
Wie aan groei
denkt, denkt aan Azië.
Bron: KBC |
|
Terwijl er
in de westerse landen nog lang geen sprake is van een
duurzame groei, laten de Aziatische markten mooie groeicijfers
optekenen. In bepaalde Aziatische landen moet de overheid zelfs
ingrijpen om een oververhitting van de economie tegen te gaan. De
maatregelen die genomen zijn, lijken alvast adequaat. En mocht het
internationaal economisch klimaat wat verslechteren, dan nog beschikt
deze regio over voldoende middelen om de groei te ondersteunen.
Problemen met overheidsfinanciën en/of buitenlandse schulden, zoals die
zich in Europa voordoen, zijn er zo goed als niet. Azië zal
ongetwijfeld sterk blijven groeien en daar zijn er verschillende
verklaringen voor. |
|
|
OM TE ONTHOUDEN:
-
Azië zal sterker blijven groeien dan de klassieke
geïndustrialiseerde economieën.
-
De Aziatische beursen zijn aantrekkelijk
gewaardeerd. |
De Zuidoost-Aziatische regio kan bogen op goede macro-economische
fundamenten en biedt dus op langere termijn heel wat potentieel.
Terwijl er in Europa en de VS de komende jaren maatregelen zullen nodig
zijn om de overheidsfinanciën opnieuw in evenwicht te brengen en om
reserves aan te leggen om de vergrijzing van de bevolking te
financieren, is er de afgelopen jaren in de Aziatische regio een
interne economische dynamiek op gang gekomen. Niet alleen de uitvoer
zit in de lift, (de handel binnen de regio is heel levendig) ook de
binnenlandse vraag (met name de consumptie) groeit sterk. De
demografische ontwikkelingen zijn gunstig. De bevolking is jong en een
ontluikende middenklasse zal in de komende jaren voor een gezonde groei
van de binnenlandse vraag blijven zorgen. Het
groeiverschil tussen de opkomende markten en de VS en Europa zal verder
oplopen. In tegenstelling tot de klassieke economieën beschikt de
Aziatische regio over grote spaaroverschotten. Ter vergelijking: In
Europa bedraagt de spaarquote 12 à 14%, in China 30%.
China
en de rest van de wereld
De Chinese economie kwam relatief ongeschonden uit de voorbije
wereldwijde recessie en keerde het voorbije jaar snel terug op het
groeipad van vóór de crisis. Het gigantische stimulusprogramma van de
Chinese overheid lag aan de basis van de hoge groeicijfers. In het
eerste kwartaal groeide de Chinese economie met ongeveer 12% op
jaarbasis. Deze groei was het gevolg van een stevige binnenlandse vraag
en een aantrekkende uitvoersector. De expansie van de industriële
activiteiten ging onverstoord verder, onder meer door een sterke groei
van de bouwactiviteiten in zowel infrastructuur als vastgoed. De
uitvoer profiteerde dan weer van de voortdurende groei in de rest van
Azië en het voorzichtige herstel in Europa en vooral de VS.
Aziatische
beurzen aantrekkelijke gewaardeerd
De Aziatische beurzen presteerden het afgelopen jaar al heel sterk.
Daardoor is de beurswaardering opgelopen, maar toch zijn de beurzen nog
altijd aantrekkelijk gewaardeerd. De MSCI Emerging Asia beursindex
noteert momenteel aan een koers-winstverhouding van 11,1. Dat is nog
altijd een korting van ongeveer 11% tegenover de wereldindex. Die
korting was vroeger misschien wel groter, maar toen waren de risico’s
in de regio ook groter. Gezien de hierboven aangehaalde betere
economische fundamenten van Azië in vergelijking met het Westen zou er
voor Azië zelfs een hogere waardering dan elders te verantwoorden zijn.
Azië zal dus ongetwijfeld sterker blijven groeien dan de klassieke
geïndustrialiseerde economieën. Dankzij de sterke groei in de opkomende
markten is er ook op wereldvlak een meer dan behoorlijk groeicijfer
mogelijk. Voor 2010 en 2011 schatten we de groei van de wereldeconomie
op 4,5 tot 5%. Dat is niet alleen behoorlijk, maar ook hoger dan het
gemiddelde van de voorbije 40 jaar. |
Hypotheekkennis
gering.
Bron: AFM |
Vindbaarheid
en begrijpelijkheid hypotheekinformatie moet beter.
|
30-03-2010
Banken en verzekeraars moeten hun schriftelijke informatie over
hypotheken
verbeteren. De informatie in brochures, offertes en voorwaarden is voor
de
gemiddelde consument matig te begrijpen en het is lastig om de juiste
informatie te vinden. Dit blijkt uit onderzoek van de Universiteit
Utrecht (UU)
in opdracht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). ABN AMRO, ING en
WestlandUtrecht gebruiken de verkregen inzichten uit het onderzoek voor
het
verbeteren van hun schriftelijke hypotheekinformatie. |
De leerstoelgroep Taalbeheersing en Communicatie van de Universiteit
Utrecht heeft in samenwerking met ABN AMRO, ING en WestlandUtrecht de
schriftelijke hypotheekinformatie van deze aanbieders onder 60
proefpersonen getest op vindbaarheid en begrijpelijkheid. De
hypotheekkennis van de proefpersonen was gering. Net als in de praktijk
bij consumenten bleken de proefpersonen meestal weinig ervaring met
hypotheken te hebben. Schriftelijk voorlichten over hypotheken is niet
eenvoudig, de materie is complex en de gemiddelde consument heeft
weinig kennis van de materie vooraf. Consumenten worden bij het
afsluiten van hun hypotheek, anders dan in dit onderzoek, vaak
bijgestaan door een adviseur. Hypotheekinformatie moet echter ook
zonder de hulp van een adviseur te vinden en begrijpelijk zijn.
De informatie is vooral matig
te vinden en te begrijpen doordat deze onvoldoende is afgestemd op de
hypotheekkennis en het taalgebruik van consumenten. De opbouw van
informatiedocumenten sluit onvoldoende aan bij de belangrijkste vragen
die consumenten hebben over hun hypotheeksituatie. Informatie ‘staat
wel ergens’, maar is niet goed te vinden omdat deze niet gegroepeerd is
naar de vragen die bij consumenten leven. Ook sluiten de kopjes die
boven de informatie staan onvoldoende aan bij de vragen. De formulering
van de tekst zelf is vaak juridisch en niet expliciet, waardoor de
informatie voor de consument moeilijk te begrijpen is.
Voor het onderzoek zijn ook de informatiepakketten van twaalf banken en
verzekeraars die een representatieve afspiegeling van de markt zijn
geanalyseerd. Deze analyse geeft geen enkele reden om aan te nemen dat
de andere informatiepakketten beter presteren dan de drie pakketten uit
het uitgebreidere UU onderzoek. De AFM benadrukt dan ook dat voor de
hypotheekbranche als geheel geldt dat dergelijke informatie lastig te
vinden en niet makkelijk te begrijpen is.
ABN AMRO, ING en WestlandUtrecht werken proactief aan beter vindbare en
begrijpelijke hypotheekinformatie. Ook de UU denkt na over oplossingen,
zoals het ontwerpen van een leeswijzer bij hypotheekinformatie. De
leeswijzer behandelt de belangrijkste vragen over de hypotheek. Die
gaan bijvoorbeeld over belangrijke momenten waarop de hypotheek wordt
heroverwogen, zoals het aflopen van een rentevaste periode of een
verhuizing.
De AFM verwacht dat alle hypotheekaanbieders hun hypotheekinformatie
zullen verbeteren. De AFM stelt via haar website een document voor
banken en verzekeraars beschikbaar waarin staat wat de toezichthouder
in de toekomst verwacht van hypotheekinformatie.
Schriftelijke hypotheekinformatie: Wat verwacht de AFM?
De gebruiksvriendelijkheid |
De
AFM is als overheidsorganisatie de onafhankelijke
gedragstoezichthouder op de markten van sparen, lenen, beleggen en
verzekeren.
|
Meer transparantie
bij variabele rente.
Bron: AFM |
|
07-07-2010
Het ministerie van Financiën komt met nadere regels om transparantie van
variabele rente te bevorderen. Uit onderzoek van de Autoriteit
Financiële
Markten (AFM) blijkt dat de consument onvoldoende informatie krijgt
over de
opbouw van variabele hypotheekrente. Het ministerie en de toezichthouder
willen de consument beter inzicht geven bij het afsluiten van een
hypotheek |
Het onderzoek naar de informatieverstrekking bij variabele rente werd
door de AFM gestart naar aanleiding van verschillende klachten van
consumenten. In totaal zijn elf hypotheekproducten met variabele rente
van acht aanbieders (banken en verzekeraars) onderzocht.
De Wet op het financieel toezicht (Wft) schrijft voor dat
consumenten voor het afsluiten van een kredietovereenkomst alle
relevante informatie krijgen die nodig is om een adequate beoordeling
en afweging te maken.
Uit het onderzoek van de AFM blijkt dat de informatieverstrekking bij
aanbieders onvoldoende is omdat er geen informatie wordt gegeven over
de opbouw en werking van het rentepercentage en de risico's die daaraan
verbonden zijn voor de consument.
De AFM adviseert consumenten naar deze informatie te vragen als deze
niet beschikbaar is, en er goed naar te kijken.
Het ministerie streeft ernaar om voor het einde van de zomer over te
gaan tot de consultatie van een algemene maatregel van bestuur. Dit om
er voor te zorgen dat alle hypotheekverschaffers op dezelfde wijze
invulling geven aan de eisen van de Wft en om de consument meer
duidelijkheid te geven over de opbouw en risico's van variabele rente.
|
De
AFM is als overheidsorganisatie de onafhankelijke
gedragstoezichthouder op de markten van sparen, lenen, beleggen en
verzekeren. |
'Naked short
sellers' zijn niet bron van instabiliteit, lakse overheden wel.
Door: Eelke
de Jong, “'Naked short sellers' zijn niet bron van instabiliteit, lakse
overheden wel”, Me Judice,,
jaargang 3, 21 juli
2010. |
Naar aanleiding van de crisis
rond de financiering van de Griekse overheidsschuld, zijn er stemmen op
gegaan om het naked short selling te verbieden. Dit zijn verkopen op
termijn van effecten die de verkoper nu nog niet bezit. Het doel van de
verkoper is extra winst te maken doordat hij hoopt tegen de tijd dat
hij de effecten moet leveren deze goedkoper dan nu te kunnen kopen.
Eelke de Jong beweert dat deze speculanten niet de bron van het kwaad
zijn. Het zijn juist regeringen die door hun lakse begrotingsbeleid
voer voor speculanten zijn.
Verbieden
of niet?
De praktijk van naked short selling werd door het Nederlandse parlement
als ontoelaatbaar neergezet. De motie Roemer (SP)/Hamer (PvdA) pleit er
voor deze praktijk te verbieden. Duitsland heeft dat voor een aantal
effecten ook gedaan. Met weinig succes overigens want de
handel verplaatst zich dan naar buitenlandse vestigingen van Duitse
banken. Inmiddels heeft Minister De Jager in een brief aan de Kamer
meegedeeld voorlopig van het invoeren van de gevraagde beperkingen af
te zien. Maar is er niet iets voor te zeggen? Zijn dit niet
speculatieve aanvallen waarbij rijke particulieren ten koste van de
gemeenschap winst maken? Had ons parlement niet gelijk toen ze ervoor
pleitte in navolging van de Duitsers deze verkopen te verbieden.?
Speculatie
roepen regeringen over zich af.
Allereerst is het goed dat we ons realiseren dat deze speculatieve
aanvallen in lijn zijn met wat de Nederlandse en Duitse autoriteiten
hebben gewild. Daar staat U van te kijken. Dus laten we even terug gaan
in de geschiedenis, en wel naar het jaar 1979. Toen werd het Europees
Monetair Stelsel (EMS) opgericht. Het EMS bood de Fransen de
mogelijkheid om zonder politiek gezichtsverlies weer de Franse franc
aan de Duitse mark te koppelen. Bovendien werd een mechanisme
afgesproken waarbij in principe de interventies in de valutamarkt
werden verdeeld tussen de sterke en zwakke landen. Voor die tijd
moesten vooral de zwakke landen (Frankrijk) deze interventies
uitvoeren. Al snel kwam het systeem onder druk te staan omdat de Franse
regering van Mitterand de uitgaven opschroefde. Het vertrouwen in de
franc daalde. De Franse centrale bank moest de franc steunen en vaak
moest de vastgestelde spilkoers aangepast worden. Telkens belandden de
sterke landen, Duitsland en Nederland, in de beklaagdenbank. Ze zouden
niet solidair zijn en de tekortlanden te veel voor de lasten op laten
draaien.
Duitsland en Nederland waren die voortdurende beschuldigingen op een
gegeven moment beu. Ze hebben toen een externe macht, namelijk de
financiële markten, te hulp geroepen. In 1960 was al afgesproken dat
het kapitaalverkeer geliberaliseerd zou worden. Daar was weinig van
terecht gekomen. Volgens het proefschrift van Age Bakker heeft
Nederland in 1982 voorgesteld weer werk te gaan maken van het
liberaliseren van het kapitaalverkeer (zie Bakker 1994, 195-201). Dit
voorstel viel ook mooi samen met ontwikkelingen naar vrijer financieel
verkeer in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Men hoopte
dat de financiële markten de overheden met begrotingstekorten tot
aanpassing zouden dwingen.
Euroboosheid
De eerste maanden van dit jaar stonden weer de sterkere landen in de
beklaagdenbank. Weer zouden ze niet solidair zijn met hun zwakkere
Zuidelijke broeders en zusters. Uiteindelijk heeft de truc van het
laten vertellen van de slechte boodschap door de financiële markten
gewerkt. Je zou verwachten dat de Nederlandse en Duitse regeringen en
parlementen blij zouden zijn. Niet dus.
Komt die boosheid voort uit het feit dat de kosten voor de gemeenschap
nogal hoog zijn? In ieder geval op de korte termijn valt dat wel mee.
Ze zijn bijvoorbeeld veel lager dan in het geval een vaste wisselkoers
wordt aangevallen. In het geval van een vaste wisselkoers is de
overheid (via de centrale bank) direct een partij. De centrale bank
koopt de eigen munt op en verkoopt de buitenlandse munt. Omdat ze
zonder noemenswaardige kosten de eigen munt kan maken, verliest ze op
deze manier monetaire reserves; vreemde valuta. Dat is een directe
kostenpost. Helpt het sterke land door de aankoop van de zwakke munt en
moet de laatste alsnog devalueren dan vermindert daarmee de waarde van
vreemde valuta in het bezit van deze bank. Een goed voorbeeld hiervan
is het verlies van 10,4 miljard euro dat de Zwitserse centrale bank
over het eerste halfjaar van 2010 heeft geleden. Dit verlies wordt
veroorzaakt door interventies op de valutamarkt gericht op het
tevergeefs voorkomen van een opwaardering van de Zwitserse franc. In
1992 was het Soros die veel geld kon verdienen ten koste van
de centrale banken, met name ten koste van de Bank of England.
Bij het verkopen van staatsobligaties ligt dit fundamenteel anders.
Hier is de overheid namelijk niet direct koper of verkoper. Stel het
vertrouwen in een overheid daalt en beleggers schatten de kans op
terugbetaling lager in en verkopen hun bezittingen aan
staatsobligaties. De kopers zijn andere beleggers die denken dat
doordat de prijs van de obligatie ondertussen is gedaald, het daardoor
ontstane hogere rendement het risico wel zal compenseren. Deze kopers
nemen daarmee een risico. Met andere woorden, ook nu worden er
verliezen geleden maar deze verliezen worden gedragen door particuliere
partijen. Hetzelfde geldt voor de winsten. In de krant staat dan wel
dat de rente op Griekse staatsleningen sterk is gestegen maar dat
betekent dat het rendement op deze leningen is gestegen doordat de
prijs van de uitstaande leningen is gedaald. De Griekse overheid hoeft
geen cent meer te betalen over de uitstaande schulden. Anders wordt het
met nieuw uit te geven staatsobligaties. Daarop zal ze een hogere rente
moeten vergoeden, wil ze voldoende beleggers aantrekken.
Speculanten
zijn noodzakelijk.
Het is voorstelbaar dat alle marktpartijen geen vertrouwen meer in de
overheid hebben, zodat nagenoeg niemand de staatsobligaties wil kopen.
Dan valt de markt in deze staatsobligaties stil. Om deze weer op gang
te krijgen of te houden, is het noodzakelijk dat er marktpartijen zijn
die risico’s durven te nemen. Speculanten als Naked short sellers zijn
daar voorbeelden van. Ze zijn dus één van de partijen die nodig zijn om
de handel gaande te houden.
Ben ik nu een warm voorstander van dergelijke spelers en correctie door
de markt? Dat zult U me niet snel en niet in alle gevallen zien
schrijven. Door de anonimiteit van de partijen kan een markt soms
gemakkelijker corrigeren dan bevriende partijen. Een nadeel van
correctie door de markten is echter dat marktpartijen altijd
te laat reageren en dan de neiging hebben om te overdrijven in hun
(straf)maatregelen. Ook dat hebben we nu weer gezien. Jarenlang heeft
men verhoudingsgewijs lage rendementen op de Griekse obligaties
geaccepteerd. Pas sinds de kredietcrisis realiseert men zich dat het
risico van wanbetaling op een Griekse staatslening groter is dan op een
Duitse staatslening. Sindsdien zijn de gevraagde rentes op Griekse
leningen sterk gestegen.
Consistent
beleid noodzakelijk.
Feitelijk hebben Nederland en Duitsland in de jaren tachtig van de
vorige eeuw de markt gepropageerd als een scheidsrechter voor
het corrigeren van te buitensporig overheidsbeleid. Doordat
een deel van de markt voor obligaties laks en inconsistent is, gedraagt
de markt zich als een scheidsrechter die tot diep in de
tweede helft de kaarten op zak houdt ook al tonen de televisiebeelden
dat er grove overtredingen gemaakt worden. En dan plotseling begint hij
tegen het einde te wapperen met gele en rode kaarten. Ik heb liever een
scheidsrechter die vanaf de aftrap consistent fluit. Omdat , in ieder
geval voorlopig, we het met deze scheidsrechter moeten doen, zullen de
spelers (de overheden) zich moeten beperken. Pas dan kan er stabiliteit
ontstaan. In Europa zal die stabiliserende rol moeten worden ingevuld
door de regeringen en parlementen die elkaar eerder corrigeren en de
Europese Commissie toestaan gele – want rode heeft ze niet - kaarten
uit te delen die wat voorstellen.
Referentie
Baker, A.F.P., 1994, The liberalization of capital movements in Europe,
proefschrift Universiteit van Amsterdam.
|
Eelke de Jong is sinds
augustus 1994 hoogleraar Internationale Economie aan de Radboud
Universiteit Nijmegen (tot september 2005 de Katholieke Universiteit
Nijmegen). Daarvoor werkte hij aan de Rijksuniversiteit Groningen en
aan de Universiteit van Amsterdam. In het voorjaar van 1994 was hij als
gastdocent verbonden aan het Centre for Economic Research and Graduate
Education van de Karelsuniversiteit te Praag. Zijn onderzoek beweegt
zich vooral op het terrein van de internationale monetaire en
financiële economie, waar hij onderzoek heeft gedaan naar mandvaluta,
wisselkoersen en de positie van ontwikkelingslanden. Hierover heeft hij
in verschillende internationale tijdschriften gepubliceerd. De
laatste tien jaar houdt hij zich ook bezig met de rol van waarden en
normen (cultuur) op economische instituties en economische prestaties.
Eind april 2009 verschijnt van hem het boek Culture and Economics: On
values, economics and international business bij Routledge in Londen.
Dit boek beoogt een overzicht van het veld te geven en is mede door
steun van NWO tot stand gekomen. Hij
is lid van de
wetenschappelijke raad van het Thijmgenootschap, dat publicaties
uitgeeft en symposia organiseert over verschillende wetenschappelijke
onderwerpen. Waar mogelijk wordt hierin een verband gelegd tussen
levensbeschouwing en wetenschap. Eelke de Jong treedt regelmatig op in
de media. Hij schrijft maandelijks een opiniërend artikel voor het
Friesch Dagblad / Het Goede Leven en sinds maart 2009 beantwoordt hij
in De Gelderlander wekelijks vragen van lezers over de kredietcrisis.
|
Gratis HCC!net
e-mailadres met spamfilter en virusscanner.
|
Als lid van HCC
krijg je een HCC!net email adres – eigen-naam@hccnet.nl
– dit adres kun je zelf aanmaken met de naam die je zelf kiest (tenzij
deze naam al in gebruik is).
Bij het e-mail account hoort een mailbox van 15 MB waar je nog 5
mail-aliassen aan kunt koppelen.
HCC!net mail wordt automatisch op SPAM, phishing en virussen
gecontroleerd, waardoor je zorgeloos mail kunt ontvangen.
Heb je nog geen HCC!net adres, maak dat dan aan door de Profiel Wizard
op hcc.nl te doorlopen, klik
hier voor instructies.
Veel
gestelde vragen over HCC!net webmail
N.B.
Deze dienst is beschikbaar voor alle HCC-leden.
|
Software Freedom
Day 2010.
|
Op 18 september 2010 wordt in de Koninklijke Bibliotheek (Den
Haag)
stilgestaan bij de internationale Software Freedom Day 2010. Meerdere
organisaties hebben de handen ineengeslagen om op deze dag aandacht te
vragen voor het belang van vrij en open source software.
Software Freedom
Day wordt sinds 2005 wereldwijd gevierd en staat in het teken van vrije
en open source software. De deelnemende organisaties willen laten zien
wat met vrije en open source software mogelijk is en hoeveel plezier
ontwikkelaars en gebruikers halen uit het werken met deze software. Dit
jaar hebben de NLLGG, HCC, NLUUG, Ubuntu-NL en ClubNix de handen
ineengeslagen om een stevig evenement in Nederland neer te zetten. Op
het programma staan verschillende lezingen en workshops die gericht
zijn op 'gewone' gebruikers, met onderwerpen als multimedia, gaming,
software voor dagelijks gebruik en het gebruik van vrije software en
open content bij de overheid.
Via diverse stands krijgen bezoekers informatie en demonstraties over
het gebruik van vrije en open source software, en kan kennis worden
gemaakt met de verschillende gemeenschappen. Software Freedom Day is
bedoeld voor iedereen die bewust bezig is met computers en software, of
wie dat wil zijn: jong, oud, geeks, nerds, gamers, enthousiastelingen,
nieuwsgierigen en nieuwkomer.
Het programma begint om 10.30 uur, en de toegang is gratis. Op de
website www.sfd2010.nl
kunt u meer informatie vinden.
NB: Wij van beleggersonline.nl gebruiken vrijwel uitsluitend free- en
open source software voor de redactie en website :
Linux, Apache webserver, Joomla, Kompozer, FireFox,
Filezilla, Gimp, OpenOffice, Notepad++ etc.
|
Brain-teaser:
Waar zetten wij als belegger ons geld op in?
Google is voor het derde jaar op rij het sterkste merk van Nederland
volgens de BrandAsset Valuator (Overzicht sterkste merken van Nederland).
Dit komt mede doordat Google zich telkens opnieuw uitvindt met diensten
als Google Chrome, Google Android en de Nexus One. Google doet dit door
een open bedrijfsfilosofie te volgen,
voortdurend de lat hoger te leggen en naar zijn klanten te luisteren.
En dat is nieuw.
Je zou een indeling kunnen maken van bedrijven wier bussines
model voornamelijk is gebaseerd op: |
|
|
|
-
regio
(je koopt tenslotte bij eigen... dus melken maar. Ging goed en gaat soms nog goed..)
vb: Crysler US, Verolme, PTT, Efteling
Door toegenomen transport- en communicatiemogelijkheden neemt
competitie op basis van prijs, kwaliteit en levertijd toe.
Klanten laten zich niet meer zo snel afschrikken door fysieke
afstand. |
|
|
|
-
merk
/ patenten (eenmaal goed presteren altijd op rozen zitten
en... melken maar. Gaat prima maar het wordt al
moeilijker, je moet je intellectuele eigendom en
sterke merk met hand en tand verdedigen...) Coca-cola,
Microsoft.
Klanten en nu ook overheden,
waaronder ook de Nederlandse, verplichten steeds vaker het
gebruik van open standaards. Dit was op zich niets nieuws,
een moertje uit Duitsland past op een schroefje uit Frankrijk. Nu zet
zich dat ook door in de de 'nieuwe producten'; denk hierbij aan open
bestandsformaten als *.odt i.p.v *.doc (Microsoft)
Denk verder aan, wat door sommige een achterhoede gevecht
wordt genoemd, stichtingen als Buma en
Brein (het belangrijkste doel hiervan lijkt niet
zozeer het beschermen van rechten maar veelmeer het beschermen van een
bussines-model door het uitschakelen van marktwerking). |
|
|
|
-
bedrijfsfilosofie
(altijd de beste/openste en/of de nieuwste blijven door naar je klanten
te luisteren... ) Google, Toyota. |
Waar
zetten
wij als belegger ons geld op in?
reacties naar redactie@beleggersonline.nl
|
55ste HCC Beleggen
Symposium
|
HCC Beleggen Symposium no
55 6 november 2010.
Ook voor de organisatie van het 55ste Symposium zijn we op
zoek naar mensen die een bijdrage willen leveren aan deze activiteit
van onze vereniging. HCC Beleggen Symposia worden altijd door
en voor medebeleggers georganiseerd.
Met meer mensen kunnen we immers meer doen en dat maakt het bovendien
ook veel gezelliger. Enkele voorbeelden zijn: |
|
- HCC
Beleggen leden die
een lezing willen geven over hun manier van beleggen. Denk
hierbij aan: optiebeleggen, aandelenbeleggen,
beleggingsfondsen, onroerend goed, technische analyse, fundamentele
analyse, emotie en beleggen etc, etc.
- het coördineren en organiseren van onze
HCC Beleggen symposia;
- het verrichten van (deel)taken tijdens
beurzen;
- public relations;
- het behartigen van de commerciële zaken.
|
Uiteraard
mag u zich aanmelden in groepjes. Dus als u, eventueel samen met
medebeleggers, onze vereniging wilt helpen laat het ons dan weten.
Trefwoorden hierbij zijn: vele handen maken licht werk, het moet vooral
leuk blijven, zo doe je ook nog eens interessante contacten op. Denk
aan het geven van een aardige lezing, met anderen handelsstrategieën
uitwerken, software onder de knie krijgen of gewoon een groep vormen
waarmee je samen de markt analyseert/bespreekt. |
Lijkt
het u iets om actief te worden? Heeft u vragen over de functies of
heeft u goede ideeën voor onze vereniging? Meld u zich dan via de website ...
een
echte vereniging kan niet zonder u als actief lid. |
|