|
|
November
2013
|
|
|
|
Europese
beurzen: the place to be - Strategie- |
Bron: Belfius |
Tijdens de eerste 6 maanden van dit jaar kochten
Amerikaanse beleggers voor 65 miljard dollar aan Europese aandelen.
Een blijk van vertrouwen in het herstelpotentieel van de Europese
economie.
De economische
indicatoren zijn dan ook aan de beterende hand. De Europese beurzen
noteren weliswaar 11 % hoger, maar de Amerikaanse beurs steeg met bijna
20 %. Toch behouden we het geloof in het herstelpotentieel van de
Europese economie en haar bedrijven.
Voorkeur
Europese beurzen: waarom?
Europese
aandelen zijn nog steeds goedkoop in vergelijking met Amerikaanse. Eind
2011 noteerden de Amerikaanse bedrijfswinsten al
hoger dan de piek van 2007. De eurocrisis woog dan ook meer op de
winstgevendheid van de Europese bedrijven. Zo liggen hun winsten
slechts 5 % hoger dan het gemiddelde van de afgelopen 10 jaar, terwijl
ze in de VS al 40 % hoger liggen. Bovendien wijzen de laatste
indicatoren die het vertrouwen bij de aankoopdirecteuren meten (PMI),
in de richting van mogelijke Europese winstherzieningen.
Economie aan de
beterende hand
Voor het eerst in anderhalf jaar knoopt de eurozone weer aan met groei.
Vooral Duitsland en Frankrijk nemen de unie mee op sleeptouw. Maar ook
de zuiderse landen klimmen uit het dal. Door de verbeterde
competitiviteit neemt de export in Spanje en Portugal fors toe.
Misschien zal Spanje de recessie in het 3 e kwartaal zelfs achter
zich kunnen laten.
Een aantrekkende wereldeconomie is cruciaal voor de export, de
groeimotor van de eurozone. Eén derde van onze uitvoer gaat richting
groeilanden, waar de economie na de onverwachte vertraging begin
dit jaar aan de beterende hand lijkt. ook in de VS klaart de hemel meer
en
meer op.
Ook al blijft de historisch hoge werkloosheid de achillespees van de
eurozone, toch lijken de kleinhandelsverkopen zich te stabiliseren —
zij het op een laag niveau. Positief is ook dat het consumenten- en
ondernemersvertrouwen terug wat toeneemt. De
vrees voor het uiteenvallen van de eurozone is dan
ook verdwenen en de Europese commissie stelt zich iets soepeler op met
betrekking tot de budgettaire tekorten.
Geen Japanse
toestanden
Pessimisten kunnen de vergelijking met Japan maken. Die economie kwam
na het uiteenspatten van de huizenzeepbel begin jaren 90 immers in een
neerwaartse spiraal terecht, waar ze nu nog altijd de gevolgen van
ondervindt. Uit een studie van Belfius Research blijkt echter dat er
toch wel wat verschillen zijn tussen het Japan van toen en het Europa
van vandaag.
- De forse stijging van de huizenprijzen
bleef in Europa beperkt tot een aantal landen (bv. Spanje), wat niet
vergelijkbaar is met de Japanse situatie.
- Japan kampte jaren met deflatie of een
prijsdaling, waardoor de Japanners grote aankopen uitstelden en de
economische neergang nog verergerde. Voor de eurozone verwacht Belfius
Research echter een inflatie van 1,6 % in 2013 en 1,5 % in 2014.
- De bedrijven zijn
financieel gezonder. Zo bedraagt de schuldenlast van de Europese
bedrijven slechts 40 % van de eigen middelen tegenover 123 % voor de
Japanse bedrijven eind jaren 80. Bovendien hadden de Europese bedrijven
voor de crisis niet overdreven veel geïnvesteerd, waardoor we nu dus
ook niet met overcapaciteit kampen. Wat wel weer het geval was in
Japan.
|
Obligatiekoersen dalen - Waar komt
het geld vandaan dat de beleggers in Europese aandelen pompen?
Van obligaties naar aandelen
Sinds midden mei, toen de Amerikaanse centrale Bank (fed) aangaf dat ze
haar maandelijks aankoopprogramma aan obligaties ging afbouwen, is er
een beweging van obligaties naar aandelen aan de gang. Hierdoor steeg
de 10-jaars-rente — begin september zelfs even tot 3 %. Een
gevolg was dat de obligatiekoers van 10-jarig papier fors daalde.De
beurzen reageerden dan ook enthousiast toen de fed op 18 september
onverwacht besliste het aankoopprogramma van obligaties te behouden. Zo
wordt een te snelle stijging van de langetermijnrente vermeden om het
ontkiemend herstel niet te fnuiken.
ook in de eurozone bleef de stijging van de langetermijnrente al bij al
beperkt. De Duitse rente steeg tot 2 %. |
Terug naar Inhoud
|
|
advertentie
|
|
|
RG
Flevoland-Overijssel is een van de HCC Beleggen Regio Groepen. Dit zijn regio
georienteerde groepen van beleggers die geregeld bijeenkomen om in
ontspannen sfeer met elkaar ervaringen, kennis en beleggings ideeën te
delen |
Onderwerpen als ervaring met broker software, handelssystemen,
indicatoren, werking van opties/turbo's enz. kunnen aan bod komen.
Benieuwd geworden naar deze groep beleggers, meld je dan per email aan bestuur@beleggersonline.nl
.
|
|
|
|
Economische vooruitzichten
November 2013 |
Bron: KBC Bank |
De wereldconjunctuur zette
de voorbije maand haar herstel voort.
Vertrouwensindicatoren zoals de Amerikaanse ISM voor de
verwerkende nijverheid, de Duitse Ifo-indicator
en de Japanse Tankan-index illustreerden dat.
Langzaam maar zeker lijkt ook de conjunctuur van de EMU als geheel uit
het dal te kruipen. Het
producentenvertrouwen in de verwerkende
nijverheid stabiliseerde op een peil dat wijst op groei,
terwijl het vertrouwen in de dienstensector
zelfs fors opsprong. Ook op de Europese
arbeidsmarkt is het tij stilaan aan
het keren. De werkloosheidsgraad in de EMU bedraagt
op dit ogenblik 12,0% en lijkt over
zijn piek heen. Vermits de
arbeidsmarktindicatoren traditioneel met enige vertraging op
de economische groei reageren, bevestigt
dit dat de Europese recessie inderdaad
in het tweede kwartaal van 2013 eindigde.
Ook de conjunctuurrisico’s zijn afgenomen. In de EMU lijkt er na het
politieke einde van Silvio Berlusconi een
voorlopig einde gekomen aan de periodiek
opflakkerende politieke instabiliteit en
onzekerheid omtrent de budgettaire koers.
In de VS zet de vastgoedmarkt, die
aan de basis lag van de Grote
Recessie, zijn herstel voort. De
bouwinvesteringen dragen in toenemende mate bij tot
de economische groei. De naweeën van het uiteenspatten van de
vastgoedzeepbel waren een belangrijke oorzaak van het
matige hersteltempo na de recessie. Aan de aanbodzijde van
de wereldeconomie ten slotte ebde de
voorbije weken de vrees voor een
negatieve olieprijsschok weg, nadat een internationale militaire
interventie in het Syrië-conflict op korte termijn niet meer aan de
orde was. De trend van stabiele tot licht dalende energieprijzen werd
dus hervat en zette de inflatie verder onder neerwaartse
druk (tot respectievelijk 1,5% en 1,1%
in de VS en de EMU). Dat geeft de
betrokken centrale banken alvast de ruimte om hun extreem soepel
monetair beleid voort te
zetten.
Obstructie
Tegen die gunstige conjuncturele
achtergrond was het dan ook een
beetje ironisch dat de grootste bron van onzekerheid de
Amerikaanse overheid zelf was. Sinds de
start van het nieuwe begrotingsjaar 2014 op 1 oktober
hadden de VS geen federale begroting, tot het parlement uiteindelijk op
17 oktober instemde met ‘voorlopige twaalfden’ tot 15 januari 2014. Op
zich is het gebrek aan een echte begroting
niet zo erg, want dat was ook
in het hele begrotingsjaar 2013 het geval. Het
opmerkelijke in de voorbije weken was de weigering van het Amerikaanse
parlement om via het systeem van
‘voorlopige twaalfden’ de continuïteit van de federale overheid veilig
te stellen. Alsof dat nog niet voldoende was, weigerde het Huis
van Afgevaardigden het wettelijk schuldenplafond te
verhogen, waardoor de Amerikaanse schatkist naar schatting tegen
het einde van oktober in
liquiditeitsproblemen kon komen om haar
bestaande verplichtingen te voldoen.
Het akkoord van 17 oktober omvat
naast de ‘voorlopige twaalfden’ tot 15
januari ook een schorsing van de
wettelijke schuldenlimiet tot 7 februari 2014.
Het is echter belangrijk om in het achterhoofd te
houden dat de hele begrotings- en
schuldendiscussie in de VS niet ging over een gebrek aan
financiële middelen, zoals dat bijvoorbeeld bij de Griekse
default van 2012 het geval was, maar om een
zuiver politieke weigering van delen van
de Republikeinse partij (de zogenoemde
Tea Party) om die middelen ter beschikking te stellen.
De onderliggende motivatie voor die obstructie
had zelfs niets met de begroting als dusdanig
te maken, maar was een ultieme
poging om de ingevoerde algemene
ziekteverzekering (‘Obama-care’) minstens
gedeeltelijk ongedaan te maken.
Storm
in glas water?
De economische kosten van het
politieke conflict zullen allicht in
omvang beperkt zijn en zich ook
beperken tot de VS-economie. De
ambtenaren die nu gedwongen tijdelijk werkloos waren, zullen hun
achterstallige loon ontvangen nu de impasse is
opgelost. Eventueel uitgestelde consumptie zal dus ten dele
worden ingehaald. Of en hoe sterk het economisch sentiment
door de discussies negatief werd
beïnvloed, zal nog moeten blijken uit de
vertrouwensindicatoren die de komende dagen en weken worden
gepubliceerd.
Schadelijk voor het vertrouwen was allicht ook
de onzekerheid die was ontstaan over hoelang de
Amerikaanse overheid haar bestaande
verplichtingen nog kan voldoen. Enerzijds
gaat het over binnenlandse verplichtingen, zoals
pensioenen en andere uitkeringen. Potentieel gevaarlijker
voor de wereldeconomie was echter
de onzekerheid of de Amerikaanse overheid
voor de eerste keer in haar
geschiedenis een van haar obligaties niet
zou terugbetalen. Zelfs zonder de
besliste schorsing van de schuldenlimiet
zou die soep niet zo heet zijn
gegeten als ze werd opgediend. Ten eerste bleef de
federale overheid haar federale belastingen innen ten belope van circa
200 miljard USD per maand. Dat relativeert de betekenis van de
‘deadline’ van 17 oktober. Daarnaast heeft elke
Amerikaanse regering zelfs zonder een verhoging van de
schuldenlimiet door het parlement nog een aantal creatieve
noodoplossingen om wanbetaling te voorkomen. Daartoe behoren het slaan
van een munt van 1000 miljard USD door de
minister van financiën en de
grondwettelijke bepaling dat wettelijk aangegane
schulden moeten worden terugbetaald. Uiteindelijk behoorde ook het
opkopen door de Fed van aflopende overheidsobligaties, in
het kader van haar monetair
aankoopprogramma, tot de principiële mogelijkheden.
Het akkoord
van 17 oktober was altijd het meest
waarschijnlijke scenario. Het was voorspelbaar
dat de gematigde Republikeinen zich in
extremis zouden losmaken van hun radicale
partijgenoten van de Tea
Party. Ook de financiele markten bleven
er gerust in. Terwijl de aandelenmarkten
uitgaan van een verder economisch
herstel, vertoonde ook de rente op
Amerikaanse overheidsobligaties en
schatkistcertificaten slechts een beperkt
oplopende premie, die vooral veroorzaakt
was door de operationele en technische onzekerheid omtrent
aflopende effecten.
Fed onder druk
Ook na het politiek akkoord zal
deze jongste begrotingscrisis economische gevolgen hebben.
Op korte termijn is de kans groot dat het monetaire beleid van de
Fed daardoor wordt beïnvloed. Uit het verslag
van haar beleidsvergadering van 17 en 18
september blijkt dat de Fed de
actuele begrotingsdiscussie zag aankomen en onder meer
daarom voorlopig afzag van een afbouw
van haar monetair aankoopprogramma. Indien de Fed de indruk heeft
dat het de plicht is van het monetair beleid
om een dysfunctioneel restrictief
budgettair beleid te compenseren, neemt de kans toe de Fed
langer dan verwacht zal doorgaan met
haar maandelijkse liquiditeitsinjecties en
de onvermijdelijke exit-strategie
nog delicater wordt. Dat betekent dat
de taak om de VS-conjunctuur te
ondersteunen nog eenzijdiger op de schouders
van de centrale bank terecht komt. De voordracht
van Janet Yellen, een van de
belangrijkste architecten van het huidige
Fed-beleid, als nieuwe Fed-voorzitter vanaf
januari 2014, past in dat kader. |
Terug naar Inhoud
|
|
Doe
het zelf beleggers in de regio Helmond
Wij zijn een klein studie-beleggerclubje dat zich richt op het
uitwisselen van kennis en ervaringen om zelf actief en succesvoller te
kunnen beleggen.
Wat we doen?:
- We bespreken elkaars aanpak en
strategieën, wisselen criteria uit die iedereen maakt bij de keuzes van
aandelen, opties en andere derivaten.
- Ook gaan we dieper in op specifieke
(optie-) constructies die succesvol kunnen zijn.
- We nemen ook deel aan seminars of andere
studiebijeenkomsten en wisselen alle relevante informatie over zelf
beleggen uit.
- We komen elke 3e maandag van de maand bij
elkaar en tussentijds wisselen we zaken uit via de mail.
We zoeken uitbreiding van ons groepje met enkele actieve beleggers die
kennis en ervaringen willen delen om beter voorbereid te kunnen
beleggen.
Neem bij interesse contact op via de mail met het
bestuur van de HCC Beleggen. Vermeld in de mail dat het om de groep
Helmond gaat.
|
|
|
|
Crisis
zolang huishoudboekjes niet op orde zijn |
Bron: Dirk
van der Werf, “Crisis zolang huishoudboekjes niet op orde zijn”, Me Judice, 22
oktober 2013. |
De
huidige crisis is er een van overinvestering en onderbesparing, zo zou
de 'crisiseconoom' Friedrich Hayek (1899) het gezien hebben, stelt Dirk
van der Werf sr.
De economie herstelt zich pas weer als de huishoudboekjes weer op orde
zijn.
Dat kan op drie manieren.
De voor het publiek meest pijnlijke, maar politiek makkelijkste manier
om uit de crisis te komen is inflatie.
Een tweede manier is faillissement van banken, maar dat stuit op grote
belangen.
De derde weg is ontbinding van de euro, zodat de huidige
macro-economische onevenwichtigheden kunnen verdwijnen. IJsland laat
zien hoe goed dit werkt. |
Bankencrisis
De regeringen in de verschillende Europese lidstaten hebben grote
begrotingstekorten en weten niet hoe in deze situatie te handelen. De
banken kunnen het niet aan en vragen om ondersteuning omdat de reserves
zijn uitgeput. De voorbeelden uit de traditionele literatuur inzake
bankpolitiek gaan uit van minstens 8% eigen geld voor Commercial Banks,
handelsbanken. Door teveel krediet uit te geven zat een aantal grote
banken met ongeveer 3% al jaren onder deze norm. Daarmee hebben ze het
niet gered.
Kijk van Hayek
Hayek zou gezegd hebben dat de westelijke wereld zich bevindt in een
situatie van overinvestering en onderbesparing. Bij de overheid, bij
bedrijven en particuliere beleggers in woningen en effecten. De banken
hebben niet alleen spaargelden doorgegeven voor de financiering van
investeringen, wat hun normale functie is, ze hebben daarnaast ook
nieuw geld gecreëerd. Daarmee gaan de banken hun werkgebied niet te
buiten, mits ze de dekking in de gaten houden. In de top van de hausse
is het echter verleidelijk meer geld uit te lenen, dan de besparingen
toelaten. Dan kan je er gif op innemen dat de teveel uitgegeven
financiering niet terugkomt.
Dirk van der Werf
Zelfstandig econoom |
Dirk
van der Werf (1932) is econoom en econometrist, gepromoveerd aan de
Universiteit van Amsterdam. Hij was werkzaam bij het Centraal
Planbureau, de ministeries van Economische Zaken en Sociale Zaken, het
Openbaar Lichaam Rijnmond, de Europese Commissie en de OESO. Hij heeft
verschillende boeken geschreven, meest recentelijk '100 jaar Avondland'.
|
In ons land, alsook in de gehele westerse wereld is het werkgebied van
de in origine handelsbanken uitgebreid met allerlei andere
activiteiten, zoals het uitgeven van hypotheken voor woningen, het
spelen voor effectenmakelaar, het financieren van consumentenkrediet,
het afdekken van overheidstekorten. Tenslotte zijn veel en grote banken
recent de weg opgegaan van ,,speculative trading”, wat ze beter hadden
kunnen overlaten aan hedge funds en dergelijke. Aan al deze
uitbreidingen zijn risico’s verbonden die moeilijk in de hand te houden
zijn. In de huidige crisissituatie komen zulke risico’s te voorschijn
als verliezen, die de reserves aantasten, bij de banken eufemistisch
bekend als ,,stroppen”.
Tijd voor
Keynesiaans stimuleringsbeleid?
De regeringen in de westelijke wereld zijn zelf de grootste
ontspaarders. De ,,bezuinigingen” – zo die er überhaupt zijn – nemen
dit feit niet weg, integendeel, zij doen een aanslag op het inkomen –
en dus van de besparingen – van gezinnen en bedrijven. Door het
uitlokken van meer bestedingen van de particuliere sector wordt het
probleem niet opgelost, maar alleen verschoven.
Een beleid van meer bestedingen van de openbare sector zou in die visie
helpen de conjunctuur weer op gang te brengen.
Tegen zo’n beleid van ,,priming the pump” via meer overheidsuitgaven,
zoals in het verleden aanbevolen door Keynes en waar veel economen nog
achterstaan (waaronder de Amerikaan Paul Krugman), bestaat echter een
aantal bedenkingen. Ten eerste mag men zich afvragen hoe deze meerdere
uitgaven worden gefinancierd. Het besparingentekort van de overheid
wordt er alleen maar groter door. Voorts is de keynesiaanse theorie
gegrond op de gedachte dat gezinnen een vast percentage van hun inkomen
besparen. Dat percentage staat in crisissituaties als deze niet meer
vast – als het ooit heeft vastgestaan. Gezinnen die het zich kunnen
veroorloven besparen meer dan normaal, uit angst voor de mogelijkheid
straks in de problemen te komen. Gezinnen die het zich niet kunnen
veroorloven besparen helemaal niets, of raken zelfs in de schuld.
Huishoudboekjes
weer op orde
Dat geldt voor gezinnen, banken, bedrijven en last but not least de
overheden. Het betekent tegelijk het aanvaarden en afboeken van de
opgetreden verliezen. Vanzelfsprekend staat niemand voorop om deze
verliezen te dragen. Daardoor loopt alles vast. Met pappen en
nathouden, het redden van banken, het schonen of subsidiëren van
zwaarwegende belangen schiet het niet op en wordt de depressie alleen
maar verlengd. Aldus Hayek.
De eerste
uitweg: inflatie
Bij inflatie gaan namelijk alle prijzen omhoog en worden alle
vorderingen en schulden minder waard. Maar ook de inkomens. Dan komen
de huishoudboekjes op den duur wel op orde, maar langs een zeer
pijnlijke weg. De ellende wordt namelijk op de burger afgewenteld. Het
is de weg van de minste weerstand, anoniem en oneerlijk, maar rigoureus
en het onvermijdelijk gevolg van een algemeen verzet tegen
bezuinigingen en belastingverhogingen. De overheidstekorten nemen toe
en kunnen alleen worden gefinancierd met een beroep op de
,,bankbiljettenpers”.
Deconfitures
Tot nog toe durft men kennelijk banken en andere financiële of
gesubsidieerde instellingen of zelfs landen niet failliet te laten
gaan. Vooral niet als gewichtige belangen in het geding zijn. Maar daar
kan verandering in komen. Bij de weg der deconfitures worden de
verliezen niet opgevangen door de staat, de Europese Centrale Bank
wordt in dit scenario niet gevraagd om de drukpers te hulp te roepen.
In dit scenario komt het teveel uitgeleende geld niet of niet volledig
terug bij de uitleners: banken, levensverzekeraars, pensioenfondsen,
enz., en via deze weg ook direct of indirect bij het publiek.
Deze tweede weg is voor Europa de weg van de meeste weerstand omdat het
hoofd geboden wordt aan om hulp roepende belangen.
Ontbinding Euro
Een derde weg is ontbinding van de Euro, herstel van de nationale
valuta en het bieden van de mogelijkheid van devaluatie aan die
lidstaten die een fundamenteel tekort op hun betalingsbalans hebben.
Dit betekent tevens dat de vorderingen van de overschotlanden op de
tekortlanden voor een groot deel worden afgeboekt. Het betreft hier
veel leverancierskrediet en andere vorderingen op bedrijven, maar ook
hoog rentedragend overheidspapier. Anders gezegd, de verliezen die zijn
ontstaan mogen gedragen worden door de overschotlanden. Want het
devaluerende land is in feite bankroet.
Het voordeel van deze derde weg is dat de concurrentieverhoudingen
tussen de lidstaten worden hersteld. Het is de weg die IJsland heeft
gevolgd. Daar is de economie weer op gang gekomen. Het is uithuilen en
opnieuw beginnen. Europa is er alleen maar bij gebaat.
De kredietverleners in de overschotlanden hebben overigens tot nog toe
weinig animo vertoond om deze weg begaanbaar te maken. Tenzij de
vorderingen in volwaardige Euro’s zouden blijven staan. Maar dan helpt
het niet. Zonder pijn zal het niet gaan. |
|
Terug naar Inhoud
|
|
|
|
|
Oproep mbt
risicovolle obligaties |
Bron: AFM |
Beleggers worden steeds vaker benaderd om te investeringen in
obligaties met hoge risico’s.
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) wil graag meer inzicht krijgen
in dit soort producten.
Het gaat hierbij bijvoorbeeld om obligaties waarmee wordt belegd in
zonnepanelen, landbouwgrond, vastgoed, wijn, boeken, hypotheken,
aandelen of in MKB.
Anders dan bij traditionele obligaties zijn de opbrengsten van deze
risicovolle beleggingen essentieel om de obligaties af te lossen. Zie
de checklist Beleggen in obligaties voor deze en andere kenmerken van
deze risicovolle obligaties.
Deel jouw ervaringen
met de AFM
De AFM roept ook graag jouw hulp in om meer te weten te komen over dit
soort producten. Beleg je in dergelijke obligaties of ben je recent
benaderd om hierin te investeren? Dan horen wij dat graag. Je kunt de
AFM een e-mail sturen en jouw ervaring delen via onderzoeknaarobligaties@afm.nl.
Checklist
beleggen in obligaties
Gebruik deze
checklist om na te gaan of een belegging in een obligatie risicovoller
is dan je misschien op het eerste gezicht denkt.
Kijk vervolgens of deze belegging past binnen je
beleggingsdoelstellingen. Kom je er zelf niet uit? Overweeg dan deskundig advies in te winnen. Onderstaande vragen
en antwoorden helpen je om de risico’s beter in te schatten.
Wordt het geld dat
je uitleent aan een bedrijf belegd in een andere onderneming?
Bij sommige obligaties gebruikt men het opgehaalde geld om daarmee in
andere ondernemingen te beleggen. De opbrengsten van deze beleggingen
worden onder andere gebruikt om de obligaties af te lossen. Als
belegger ben je afhankelijk van de onderliggende beleggingen en draag
je dus het volledige beleggingsrisico terwijl je waarschijnlijk denkt
dat je in relatief veilige obligaties investeert.
Aan wie leen je het
geld uit? En kan de aanbieder het wel terugbetalen?
Doe goed onderzoek naar de onderneming aan wie je het
geld uitleent. Worden er zekerheden geboden? Wat is daarvan de waarde
en wanneer worden deze ingeroepen? Ga ook na wie garanties en
zekerheden verstrekt. Bestaat de onderneming nog maar kort? Is dit hun
eerste obligatie uitgifte?!
Heeft de uitgevende
instelling weinig eigen vermogen?
Bij een extreme verhouding van vreemd vermogen ten opzichte van het
totaal vermogen loop je als obligatiebelegger een verhoogd risico bij
een faillissement van de uitgevende onderneming. Bijvoorbeeld bij meer
dan 95% vreemd vermogen ten opzichte van 5% eigen vermogen. Beleggers
in obligaties staan namelijk bijna achteraan in de rij van schuldeisers
en zijn vaak hun geld kwijt bij een faillissement.
Een obligatie valt bedrijfseconomisch onder vreemd vermogen, terwijl
een aandeel onder eigen vermogen valt. Bij een faillissement heeft
eigen vermogen een achtergestelde positie ten opzichte van vreemd
vermogen. Maar als het eigen vermogen bijna nihil is loopt een
obligatiehouder in veel gevallen een gelijk risico met de
aandeelhouder. Een aandeelhouder krijgt echter een hogere vergoeding
voor zijn risico bij een eventuele winst. Een obligatiehouder krijgt
nooit meer dan de vooraf vastgestelde rente.
Is de
bedrijfsstructuur ondoorzichtig?
Risicovolle aanbiedingen van obligaties kenmerken zich vaak door een
complexe (juridische) structuur. Hierbij is het meestal ondoorzichtig
welke zekerheden obligatiehouders hebben. Een gelaagde groepsstructuur
is hier een voorbeeld van. Een gelaagde groepsstructuur kenmerkt zich
door een keten van diverse ondernemingen die elk eigendom zijn van de
juridisch bovenliggende maatschappij (de moedermaatschappij). De
bestuurders van de diverse individuele ondernemingen zijn dan ook vaak
dezelfde personen. Deze gelaagde groepsstructuur wordt vaak onduidelijk
en onvolledig weergegeven in de documentatie die hoort bij de obligatie
uitgifte. Daarnaast wordt ook vaak een aparte onderneming opgericht,
specifiek voor het uitgeven van de obligatie; een Special Purpose
Vehicle (SPV).
Een complexe bedrijfsstructuur wordt ook vaak gebruikt om te verhullen
welke kosten de initiatiefnemer aan de groep in rekening brengt. Deze
kosten worden in veel gevallen gefinancierd uit de opbrengst van de
obligatie. Voordat er dan rente en aflossing op de obligatie kan worden
betaald, moeten eerst deze kosten door de opbrengsten van de
beleggingen worden goedgemaakt.
Zijn er
schijnzekerheden? Zijn hypotheken bijvoorbeeld echt gevestigd, of zijn
er partijen die als eerste aanspraak hebben op de zekerheden?
Een ander kenmerk van een risicovolle obligatie is de afwezigheid van
zekerheden. Een risicovolle obligatie wordt vaak (onder andere)
gekenmerkt door een achtergestelde positie ten opzichte van andere
schuldeisers. Dit betekent dat het minder zeker is dat je jouw geld
terugkrijgt bij een faillissement. Als obligatiebeleggers een tweede
hypotheekrecht ontvangen van een onbekende grootte, geeft dit ook een
schijnzekerheid. Meestal heeft een bank het eerste hypotheekrecht en
bij een faillissement blijft er mogelijk niets over voor de belegger.
Bij onwenselijke beleggingen worden deze garanties vaak aangevuld met
andere zekerheden die niets voorstellen.
Ook worden beleggingen die met de obligaties zijn gefinancierd, vaak
als zekerheid geboden. Dit is een schijnzekerheid. Immers als de
belegging goed verloopt en het onderpand dus ook iets waard is, zal er
over het algemeen geen sprake zijn van een wanbetaling van rente en
aflossing op de obligaties. Als deze beleggingen niet goed
verlopen loop je de kans dat er onvoldoende middelen zijn om de rente
en aflossing op de obligaties te voldoen. In zo’n geval zal ook de
waarde van de beleggingen, en dus het onderpand, onvoldoende zijn.
Zijn de kosten die
voor rekening van de belegger komen erg hoog?
Veel aanbiedingen van risicovolle obligaties kenmerken zich door hoge
initiële(eerste) kosten die in veel gevallen ten gunste van de
initiatiefnemer komen. Dit betekent dat net na de uitgifte al veel
(hoge) kosten worden betaald uit de inleg van de obligatiebeleggers.
Deze kosten moeten eerst door de initiatiefnemer worden goedgemaakt uit
de beleggingen, voordat er rente en aflossing op de obligatie kan
betaald worden. Ga dus goed na of de belegging voldoende rendement
oplevert. Ook kunnen er bij obligatie beleggingen hoge doorlopende
kosten zijn.
Hebben de obligaties
een hoog (gegarandeerd) rendement?
Een hoog rendement betekent over het algemeen ook een hoog risico. Het
is moeilijk om een rendement te garanderen als de inleg moet komen uit
beleggingen. Er kunnen zich veel ontwikkelingen voordoen die invloed
hebben op het rendement. Als een aanbieder een rendementsgarantie
verstrekt, moet hij dat ook kunnen betalen. Dit geldt ook voor
garanties voor terugbetaling van de inleg.
Meer informatie?
Je kunt meer informatie terugvinden in een goedgekeurd prospectus of in
een informatiememorandum. Dit informatiememorandum verstrekt de
uitgevende instellingen die gebruik maken van een vrijstelling. Vraag
ernaar als je deze niet ontvangt.
Lees de informatie goed door en maak gebruik van onze checklist. Heb je
twijfels, is de informatie onduidelijk of lijkt de informatie
onvolledig? Stap dan niet in. Of vraag een deskundige en betrouwbare
adviseur om je verder te helpen. |
Terug naar Inhoud
|
|
|
|
|
Conjunctuurbeeld
verbetert |
Bron: CBS |
Van 15 zorgvuldig geselecteerde indicatoren wordt elke maand in één
plaatje en in onderlinge samenhang getoond of het “goed”of “slecht”gaat
(onder of boven de trendmatige ontwikkeling over een lange periode) en
of het “beter”of “slechter”gaat (stijging of daling ten opzichte van de
voorgaande periode). Door de foto’s van alle maanden achter elkaar te
laten zien wordt een film getoond van het verloop van de conjunctuur.
Analyse oktober:
Het conjunctuurbeeld is eind oktober iets beter dan eind september. Er
waren meer verbeteringen dan verslechteringen in de conjunctuurklok.
Het zwaartepunt van de indicatoren in de Conjunctuurklok ligt minder
diep in de fase van laagconjunctuur en gaat richting herstel. Op twee
na presteren alle indicatoren in de Conjunctuurklok echter nog onder
hun langjarig gemiddelde.
In de loop van oktober is van alle maandindicatoren in de klok nieuwe
informatie beschikbaar gekomen. Hierdoor is de verdeling van de
indicatoren over en in de kwadranten veranderd. Het oordeel over de
ontvangen orders schuift van het gele naar het groene kwadrant. Deze
indicator houdt zijn opgaande fase vast, maar presteert nu ook boven
zijn langjarig gemiddelde.
Het zwaartepunt van de puntenwolk in de Conjunctuurklok ligt eind
oktober minder diep in de fase van laagconjunctuur. Van de vijftien
indicatoren staan er zeven in het rode, zes in het gele en twee in het
groene kwadrant. Indicatoren in het rode kwadrant hebben een groei
onder hun langjarig gemiddelde en de groei neemt af. Ook bij
indicatoren in het gele kwadrant ligt de groei onder hun langjarig
gemiddelde, maar daar neemt de groei toe. Van de indicatoren in het
groene kwadrant ligt de groei boven hun langjarig gemiddelde en neemt
de groei toe. Ook van indicatoren in het oranje kwadrant ligt de groei
boven hun langjarig gemiddelde, daar neemt de groei echter af.
Het Conjunctuurdashboard laat de cyclus van de
afzonderlijke indicatoren zien.
De Conjunctuurklokindicator laat de cyclus van het
zwaartepunt van de puntenwolk zien.
Weten hoe de Conjunctuurklok werkt? Bekijk het CBS-filmpje ‘Hoe
werkt de Conjunctuurklok?’ op YouTube.
Zien hoe de economische crisis verliep? Bekijk het CBS-filmpje ‘De
economische crisis in beeld’ op YouTube.
Conjunctuurklok in nieuw jasje
Beknopte toelichting conjunctuurklok
De Conjunctuurklok kunt u zelf bedienen op de CBS - site Klik Hier |
Terug naar Inhoud
|
|
|
|
|
Vanaf
2014 betaal je rechtstreeks voor
beleggen |
Bron: AFM |
Per 1 januari 2014 veranderen de regels rondom de
betaling voor beleggen. Hierdoor ga je direct betalen voor de
dienstverlening.
Wat betekent dit
voor jou?
Dat betekent dat banken, beleggingsadviseurs en vermogensbeheerders
kosten direct in rekening brengen bij jou als belegger voor
beleggingsadvies, vermogensbeheer of execution only.
Vroeger betaalde je hen ook al voor hun diensten. Dit bedrag was toen
verwerkt in de prijs van het beleggingsproduct. Deze onzichtbare
beloning wordt ook wel provisie genoemd. Per 1 januari 2014 mag dit
niet meer. Dit wordt het provisieverbod genoemd.
Doordat alle kosten overzichtelijk op een rij staan, kan je als
belegger beter verschillende dienstverleners vergelijken. Ook kan je
bewuster afwegen welke toegevoegde waarde je bank, beleggingsadviseur
of vermogensbeheerder levert voor de kosten die hij in rekening brengt.
Door de nieuwe regels kan de hoogte van de tarieven die je betaalt
veranderen. Ook de manier waarop tarieven worden berekend kan
veranderen. Banken, adviseurs en vermogensbeheerders informeren je
hierover via hun website, een brief of persoonlijk gesprek.
|
Wat verandert er precies per 1 januari 2014?
Na 1 januari is het voor banken, beleggingsadviseurs en
vermogensbeheerders verboden om vergoedingen te ontvangen van
beleggingsfondsen. Ook moeten de kosten voor de dienstverlening
inzichtelijk zijn.
- Je beleggingsdienstverlener beheert je
vermogen, geeft beleggingsadvies of stelt je in staat zelf te beleggen.
- Je betaalt hiervoor een vergoeding aan je
beleggingsdienstverlener.
- Ook betaal je een vergoeding aan de
aanbieders van beleggingsfondsen of de uitvoerders van transacties voor
je beleggingen.
- Vanaf 1 januari mag die vergoeding niet
meer gedeeltelijk worden doorbetaald aan je beleggingsdienstverlener.
Dit doorbetalen heet provisie. Per 1 januari 2014 zijn provisies
verboden voor beleggingsondernemingen.
|
Lees meer
Veel voorkomende vormen van provisie bij beleggingsdienstverlening zijn
retourprovisies, distributievergoedingen en aanbrengvergoedingen. Lees
meer over:
Wie betaalt voor mijn vergelijking op een vergelijkingswebsite?
In sommige gevallen zal de website een vergoeding aan je vragen en
betaal je zelf (mee) voor de vergelijking. Vergelijkingswebsites kunnen
ook op andere manieren geld verdienen, bijvoorbeeld door reclame op de
website. Dit kan ook reclame zijn van beleggingsdienstverleners. Het is
dan mogelijk dat je minder betaalt voor de vergelijking of dat je zelfs
niks betaalt. Om te weten welke waarde je kunt hechten aan de
uitkomsten van de vergelijking moet je meer weten over de
vergelijkingssite zelf.
Een tussenpersoon gaat met mij mee op gesprek bij mijn
beleggingsdienstverlener. Wie betaalt de tussenpersoon?
Jij betaalt de tussenpersoon omdat hij je begeleidt bij je bezoek bij
de beleggingsdienstverlener. De beleggingsdienstverlener mag de
tussenpersoon niet betalen. Doordat alleen jij de tussenpersoon direct
betaalt, is er geen sturing vanuit de beleggingsdienstverlener. Dit
draagt bij aan de onafhankelijkheid van de begeleiding van de
tussenpersoon. |
Terug naar Inhoud
|
|
|
|
|
Effectenportefeuille uit,
beleggingsfondsen in |
Bron: DNB |
Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af en kiezen meer voor
beleggingsfondsen
Nederlandse huishoudens hebben de waarde van hun
effectenportefeuille de afgelopen drie jaar met EUR 7 miljard
zien afnemen. De samenstelling van de portefeuille is tevens gewijzigd.
Obligaties zijn uit de gratie geraakt, terwijl beleggingsfondsen juist
een hoge vlucht hebben genomen.
Dit blijkt uit een DNB-onderzoek naar de beleggingen van
Nederlandse huishoudens vanaf januari 2010, enkele maanden voor
het uitbreken van de schuldencrisis.
Bedroeg de waarde van de effectenportefeuille (beleggingsfondsen,
aandelen en schuldpapier) in januari 2010 EUR 95 miljard, in juni van
dit jaar is dat gedaald tot EUR 88 miljard. Deze afname van EUR 7
miljard is de resultante van twee tegengestelde ontwikkelingen. De
verkoop van effecten heeft per saldo tot een waardedaling van EUR 14
miljard geleid, terwijl koersstijgingen over dezelfde periode juist
voor een vermogensaanwas van EUR 7 miljard zorgden.
Huishoudens verkochten in de periode januari 2010 tot en met juni 2013
per saldo schuldpapier en aandelen, terwijl beleggingsfondsen juist
werden aangeschaft. Vooral schuldpapier uitgegeven door financiële
ondernemingen en overheden zijn van de hand gedaan. Tussen medio 2011
en medio 2012 was een lichte versnelling zichtbaar in de netto verkoop
van effecten door huishoudens. Vanaf de tweede helft van 2012
verbeterde het beursklimaat weer en hebben huishoudens de omvang van
hun portefeuille nauwelijks aangepast. De aankopen en verkopen houden
elkaar dan redelijk in evenwicht (zie figuur 1a).
De koersstijgingen sinds januari 2010 ter grootte van EUR 7
miljard zijn grotendeels behaald vanaf juni 2012. In de periode
daarvoor zorgde het slechte beursklimaat voor een verdamping van alle
(papieren) koerswinsten die tussen januari 2010 en april 2011 waren
behaald. Gecumuleerd over de gehele periode zijn de sterkste
koerswinsten behaald op beleggingsfondsen (grafiek 1b).
Met een waarde van EUR 47 miljard maken beleggingsfondsen in juni van
dit jaar 53% uit van de waarde van de totale effectenportefeuille.
Drieëneenhalf jaar eerder was dat 47%. Aandelenfondsen (EUR 25 miljard)
genieten de meeste belangstelling, gevolgd door obligatiefondsen (EUR
12 miljard). De overige EUR 10 miljard is verdeeld over gemengde
fondsen, vastgoedfondsen en geldmarktfondsen.
Schuldpapier is in juni 2013 met een waarde van EUR 11 miljard goed
voor 13% van de totale waarde van het effectenbezit van huishoudens,
een halvering van het aandeel begin 2010 (26%).
Het belang van aandelen in de portefeuille is gestegen van 27% in 2010
naar 34% in juni 2013. Van de EUR 30 miljard die huishoudens dit jaar
in aandelen hebben belegd, zit bijna de helft (EUR 13 miljard) in
AEX-fondsen. In de periode januari 2010 tot en met juni 2013 hebben
huishoudens per saldo zo’n EUR 2 miljard aan AEX aandelen van de hand
gedaan. Van alle afzonderlijke AEX-aandelen hebben Nederlandse
huishoudens het meeste geld belegd in aandelen van Royal Dutch Shell
(EUR 4 miljard, zo’n dertig procent van de waarde van de
AEX-portefeuille van gezinnen), gevolgd door ING Groep en Unilever.
Hele Artikel:
Huishoudens bouwen hun effectenportefeuille af (PDF: 280.7 Kb)
Klik hier om te downloaden |
Terug naar Inhoud
|
|
|
Welvaart en
Leefomgeving – Horizonscan |
Bron: CPB | Economische beleidsanalyse
|
Het PBL (Planbureau
voor de Leefomgeving) heeft in
samenwerking met het CPB (Centraal
Planbureau), een aantal belangrijke mondiale en nationale trends
voor welvaart en leefomgeving op een rij gezet en daarnaast vier
onwaarschijnlijke trends verkend.
|
Welvaart
en
Leefomgeving – Horizonscan
Download (PDF document, 2.4 MB) | CPB Boek 9 |
10-10-2013 | 90 pagina's | ISBN 978-94-91506-45-1
Dit boek is in gedrukte vorm vanaf eind oktober 2013 te bestellen via
het Planbureau voor de Leefomgeving zie www.pbl.nl.
Ook is dit boek online te lezen klik hier |
Economische groei, pensioengarantie, stijgende huizenprijzen en een
stabiele bankensector vormen sinds het begin van de crisis in 2008 niet
langer de pijlers onder de Nederlandse welvaart. Tegelijkertijd hebben
politiek en bestuur steeds minder mogelijkheden om ontwikkelingen in de
door de samenleving gewenste richting te sturen. Onzekerheid over hoe
we onze welvaart kunnen behouden wakkert de roep om
toekomstverkenningen aan. In de deze publicatie ‘Welvaart en
Leefomgeving – Horizonscan’ heeft het PBL (Planbureau voor de
Leefomgeving), in samenwerking met het CPB (Centraal Planbureau), een
aantal belangrijke mondiale en nationale trends op een rij gezet en
daarnaast vier onwaarschijnlijke trends verkend.
PBL en CPB benoemen niet alleen trends, maar gaan ook in op de
onzekerheid hoe deze zich in de toekomst zullen ontwikkelen. Hiermee
hebben de planbureaus een aanzet geleverd voor een nieuwe
toekomstverkenning op het terrein van welvaart en leefomgeving (WLO),
waarvan het eerste deel naar verwachting in het voorjaar van 2014 zal
verschijnen. In het verleden is de WLO door politiek en beleid gebruikt
bij afwegingen rondom investeringen voor infrastructuur en stedelijke
ontwikkelingen. De laatste WLO verscheen in 2006: ruim voor het begin
van de huidige crisis. Lees meer op
CPB website |
Terug naar Inhoud
|
|
IG: Computerbeleggersgroep-ZH
|
Sinds de oprichting in 2002 houden
wij ons bezig met “Beleggen met behulp van de computer”. Het accent
ligt daarbij op het vergroten van de kennis van het ontwikkelen en
exploiteren van handelssystemen. Deze zijn vooral gebaseerd op methoden
uit de kwantitatieve en statistische analyse. Uiteraard wordt daarbij
ook aandacht besteed aan ondersteunende software. Regelmatig besteden
we echter ook aandacht aan andere vormen van beleggen zoals
Fundamentele analyse. Daarbij gaan we altijd uit van het beschrijven en
bespreken van een gestructureerde aanpak die gebaseerd is op objectieve
grondslagen. |
Wij komen 9
keer per jaar bijeen. Afwisselend in Berkel & Rodenrijs en Delft. |
Klik hier voor meer info
Contactadres: jhbvdmeulen@kpnmail.nl
|
|
|
|
Meedoen kan
|
Bron: Redactie HCC Beleggen
|
De HCC Beleggen organiseert een aantal
activiteiten. De bekendste activiteiten die wij organiseren zijn de
beleggersymposia die we tweemaal per jaar houden in De Bilt.
Met name voor de organisatie van
deze symposia zijn wij voortdurend op zoek naar mensen die een bijdrage
willen leveren aan de totstandkoming van onze symposia. Het is niet
alleen leuk om dergelijke evenementen te organiseren, maar het is ook
een ideale gelegenheid om je netwerk uit te breiden met interessante
contacten.
Maar ook andere dingen doen zoals het geven van een aardige lezing, met
anderen handelsstrategieën uitwerken, software onder de knie krijgen of
gewoon een groep vormen waarmee je samen de markt analyseert/bespreekt,
behoort tot de mogelijkheden.
Ook deelname aan redactie van de website, de nieuwsbrieven, het beheren
van het forum of website of delen daarvan behoort tot de mogelijkheden.
Ook zonder deel uit te maken van de organisatie kunt u vanzelfsprekend
ook meedoen aan een van de Regio- of Belangstellingsgroepen.
Ben je enthousiast en denk je dat een vrijwilligersfunctie jou op het
lijf geschreven is, neem dan contact op met Michel Hupkens Klik Hier
|
Terug naar Inhoud
|
|
|
Agenda |
Bron: HCC Beleggen redactie
|
De HCC Beleggen Kalender op onze website
en deze Agenda zijn inmiddels een begrip onder beleggers in
Nederland en België geworden. Voor veel andere sites zijn wij de de
facto bron van informatie.
Toch zijn nog niet alle events in onze Agenda opgenomen. Daarom willen
we ook aanbieders van seminars, cursussen en beleggersbijeenkomsten in
de gelegenheid stellen, zelf hun events aan te kondigen, zowel op ons
forum als in onze nieuwsbrieven. Plaatsing van (vrij toegangkelijke)
educatieve bijeenkomsten zijn kostenloos.
(Bijeenkomsten met een educatief karakter
welke niet gratis toegankelijk zijn danwel bijeenkomsten met een niet uitsluitend educatief
karakter kunnen onder voorwaarden ook in onze agenda opgenomen worden.
Wilt u meer weten neemt u dan even contact op met de redactie)
|
Terug naar Inhoud
|
|
|
Disclaimer: Deze publicatie komt tot stand op de
redactie van beleggersonline.nl de website van de HCC IG Beleggen. Noch
de mate waarin de berichten, voorgestelde scenario’s, risico’s en
voorspellingen de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin
zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd.
De voorspellingen zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn
algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als
beleggingsadvies. De
schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur van de HCC IG Beleggen
en/of de Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet aansprakelijk
voor eventuele verliezen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren,
behaalde resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de
toekomst. |
|