Waarom wij optimistisch blijven

Deel dit artikel

,

geen foto beschikbaar

Waarom wij optimistisch blijven

Zoals u wellicht weet bereikten zowel de Dow Jones als de S&P 500 recent hun allerhoogste niveau ooit. De S&P 500 noteert nu boven haar eerdere toppen zoals behaald in het voorjaar van 2000 en het najaar van 2007. Die beide toppen werden toen opgevolgd door pijnlijke koersdalingen.

Volgens het Amerikaanse weekblad Barron's, zich baserend op onderzoek van Bank of America, zijn er vijf redenen om aan te nemen dat een soortgelijke koersdaling dit keer onwaarschijnlijk is.

1] De winsten zijn gestegen

De onderliggende winsten van de S&P 500 zijn momenteel meer dan dubbel zo hoog als in het jaar 2000 en 18% hoger dan in 2007. Daardoor is de waardering gedaald: die is nu circa 14 keer de winst tegenover 15 keer de winst in 2007 en maar liefst 25 keer de winst in 2000.

We merken overigens op dat de winsten momenteel ook van veel betere kwaliteit zijn vergeleken met 2007. Toen boekten veel financiële instellingen enorme winsten door massaal 'rommelhypotheken' te verkopen. Niet lang daarna moesten ze daar enorm op afboeken.

Maar niet enkel in termen van koers/winst-verhouding zijn aandelen momenteel lager gewaardeerd vergeleken met vorige toppen. Ook de koers/boekwaarde-verhouding ligt beduidend lager dan in zowel 2007 als in 2000 het geval was. De huidige koers/boekwaarde-verhouding ligt ongeveer 20% lager dan in 2007 en bedraagt zelfs minder dan de helft van die in het jaar 2000.


2] En de dividenden ook

Het dividendrendement van de S&P 500 bedraagt momenteel 2,1% tegenover 1,8% in 2007 en 1,1% in 2000. Gefrustreerd door volatiele aandelenkoersen eisen beleggers tegenwoordig meer dividend, en bedrijven lijken daaraan gehoor te geven. Nu wordt 36% van de winst in de vorm van dividend uitgekeerd waar dat twee jaar geleden nog amper 29% was. En een verdere stijging lijkt reëel: het langjarig gemiddelde bedraagt namelijk meer dan 50%.

In Europa liggen de dividendrendementen overigens nog een stuk hoger - en zijn de waarderingen lager - dan in Amerika het geval is. Het is momenteel goed mogelijk een gespreide portefeuille samen te stellen bestaande uit solide kwaliteitsaandelen waarvan het gemiddelde dividendrendement de 4% overschrijdt.


3] Bedrijven gebruiken minder leverage

Gecorrigeerd voor cash bedraagt het schuldenniveau van de bedrijven in de S&P 500 momenteel 1,7 keer de operationele cashflow. Bij beide voorgaande koerstoppen was dat 3,4 keer. Hierbij geldt verder dat solide bedrijven - net als solide overheden - maar amper rente hoeven te betalen voor hun leningen, wat de schulden des te dragelijker maakt.

De lage leverage betekent dat bedrijven financieel gezien niet zo snel in problemen zullen komen wanneer er economische tegenwind opsteekt.


4] Er zijn geen alternatieven meer

Bange beleggers - en beleid van centrale banken - hebben ervoor gezorgd dat het rendement op solide obligaties extreem laag is. Met een belegging in Amerikaanse staatsobligaties met een looptijd van 10 jaar verdienen beleggers nu een rendement van 1,7% per jaar. In 2007 bood dit alternatief nog een rendement van 4,7%. En in het jaar 2000 nog meer dan 6%.

In Amerika bedroeg de inflatie het afgelopen jaar 2%. Als dat zo blijft leveren obligatiebeleggers dus onvermijdelijk aan koopkracht in. Ook obligaties van solide bedrijven leveren nog amper enig rendement op. En zelfs met beleggingen in 'rommelobligaties' wordt amper meer voor de risico's vergoed. Voor wie op zoek is naar rendement zijn er buiten aandelen nauwelijks alternatieven meer.


5] Van een record is eigenlijk nog geen sprake

Een gedeelte van koersstijgingen wordt simpelweg verklaard door inflatie. Nu is de inflatie momenteel bescheiden maar desondanks geldt dat consumentenprijsindex alweer 11% hoger ligt vergeleken met oktober 2007. Hoewel aandelen in nominale termen dus records bereiken hebben ze nog wat te gaan voordat ook in reële termen over nieuwe records gesproken kan worden.

Wijzelf kunnen ons prima vinden in bovenstaande argumenten om voorlopig positief over aandelen te blijven. Maar opgemerkt is hierbij wel dat aandelen zich op korte termijn - iedere periode korter dan tenminste een jaar (!) - zich eigenlijk nauwelijks laten voorspellen, of ze nu aanvankelijk goedkoop zijn of niet.

Bovendien geldt dat veel particuliere beleggers niet beleggen in beursindices maar juist in verschillende individuele aandelen. Zolang die individuele aandelen maar aantrekkelijk gewaardeerd en van goede kwaliteit zijn zou het u sowieso niet heel veel moeten uitmaken of een bepaalde beursindex nu al dan niet is overgewaardeerd.


Dit artikel is op 27 april 2013 geschreven door Hendrik Oude Nijhuis MSc. Oude Nijhuis heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van ’s werelds beste beleggers en is tevens oprichter van www.warrenbuffett.nl. Via deze website kunt u tijdelijk een gratis module aanvragen over de beleggingsstrategie van Warren Buffett.

Actueel

'Meld je aan voor de nieuwsbrief' van HCC!beleggen

'Abonneer je nu op de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze activiteiten!'

Aanmelden