De Nederlandse economie heeft in het eerste kwartaal van dit jaar aanzienlijk beter gepresteerd dan aanvankelijk werd aangenomen. Waar het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) in april nog uitging van een bescheiden economische groei van slechts 0,1 procent, blijkt uit een definitieve herziening dat de economie in werkelijkheid met 0,4 procent is gegroeid. Daarmee is de groei vier keer zo hoog als eerder werd gedach, een correctie die de economische dynamiek in ons land in een opvallend gunstiger daglicht stelt.
Hoewel 0,4 procent op het eerste gezicht nog altijd een gematigd cijfer lijkt, is het volgens economen toch een wezenlijk verschil met de eerdere schatting. “Vier keer zoveel van een klein beetje klinkt misschien niet indrukwekkend,” zegt BNR’s huiseconoom Han de Jong, “maar het geeft wel een andere toon aan het economische verhaal. 0,1 procent neigt naar stagnatie; 0,4 procent wijst op herstel.”
Van stagnatie naar solide groei
De positieve bijstelling is vooral te danken aan een sterkere dan verwachte toename van de particuliere consumptie, oftewel: huishoudens gaven meer geld uit. Daarnaast droeg ook de buitenlandse handel steviger bij aan de economische prestaties dan het CBS aanvankelijk had berekend. Deze twee factoren samen vormden de motor achter de hernieuwde groei.
“Als je een kwartaalgroei van 0,4 procent weet vast te houden,” vervolgt De Jong, “dan zit je op jaarbasis op ongeveer 1,6 procent. Dat ligt zo’n beetje rond het langetermijngemiddelde voor de potentiële economische groei. Kortom: waar we eerst nog vreesden voor stilstand, lijkt er nu sprake van een gezondere, gebalanceerde ontwikkeling.”
Koopkracht herstelt merkbaar
Het CBS publiceerde gelijktijdig met het groeicijfer ook nieuwe data over het zogenoemde reële beschikbare inkomen van huishoudens – het bedrag dat mensen overhouden om vrij te besteden, gecorrigeerd voor inflatie. Uit die cijfers blijkt dat huishoudens gemiddeld 2,2 procent meer te besteden hadden dan in het kwartaal ervoor. Die stijging wordt grotendeels toegeschreven aan de groei van cao-lonen en hogere sociale uitkeringen.
De Jong: “De totale loonsom – dus het gezamenlijke loon dat alle werkenden in Nederland ontvangen – is met zo’n 6,5 procent gestegen. Natuurlijk zit daar de inflatie nog in verwerkt, maar als je dat wegdenkt en ziet dat bijvoorbeeld de olieprijs ook nog met 10 procent is gedaald, dan begin je toch aan een iets rooskleuriger beeld te denken.”
Toename hypotheekschuld geen reden tot paniek
Tegelijkertijd werd bekend dat de hypotheekschuld van Nederlandse huishoudens in het afgelopen kwartaal licht is toegenomen. Toch ziet De Jong dat niet als een zorgwekkende ontwikkeling: “Zolang de rente laag blijft en de inkomens stijgen, hoeft een toename van de schuldenlast geen directe problemen op te leveren. Belangrijker is dat het besteedbaar inkomen omhoog gaat en dat consumenten weer vertrouwen krijgen om te investeren in grote aankopen of woningverbetering.”
Internationale context biedt rugwind
Ook de export leverde dit kwartaal een stevigere bijdrage dan eerder gedacht. Dat heeft deels te maken met gunstige internationale handelsverhoudingen, waaronder een stabiele eurodollar-koers en een licht aantrekkende wereldeconomie. Nederland, met zijn open economie en sterke logistieke infrastructuur, profiteert relatief snel van herstel in de internationale handel.
Bovendien speelt het weer aantrekken van de Duitse economie – traditioneel een belangrijke handelspartner – een ondersteunende rol in het hernieuwde economische momentum van Nederland.
Vooruitzichten: voorzichtige optimisme, met kanttekeningen
Hoewel het CBS benadrukt dat 0,4 procent kwartaalgroei op zichzelf geen spectaculaire prestatie is, tekent zich wel een verschuiving af in het sentiment. De vrees voor een langdurige periode van economische stilstand of zelfs recessie lijkt voorlopig van de baan. Zeker nu consumenten weer meer te besteden hebben en bedrijven profiteren van stabielere grondstofprijzen en een hogere arbeidsproductiviteit.
Desondanks blijft het belangrijk om voorzichtig te blijven, waarschuwt De Jong. “De economie is nog steeds kwetsbaar. Internationale spanningen, renteontwikkelingen en de schommelingen op de energiemarkt kunnen allemaal snel roet in het eten gooien. Maar op dit moment mogen we best even tevreden zijn met deze cijfers.”
Conclusie
Waar in april nog werd gevreesd dat de Nederlandse economie nauwelijks van zijn plek kwam, is de realiteit volgens de nieuwste data een stuk zonniger. Met een kwartaalgroei van 0,4 procent, stijgende koopkracht en een herstellende internationale handel laat Nederland zien dat het veerkrachtig is in een turbulente wereld. De uitdaging ligt nu in het vasthouden van dit positieve momentum, zonder de waakzaamheid te verliezen voor risico’s die op de loer liggen.