AFM-rapport leidt tot verbetering gedragscodes kredietverstrekking

Deel dit artikel

,

geen foto beschikbaar
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) is tevreden over de verbeterde gedragscodes voor kredietverstrekking die de markt dit voorjaar zal introduceren. De Vereniging van Financieringsondernemingen in Nederland (VFN), de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) en de Nederlandse Thuiswinkel Organisatie (NTO) hebben de AFM toegezegd dat zij daarvoor de normen voor verantwoorde kredietverstrekking zullen herzien. De AFM is van mening dat het initiatief van de markt leidt tot een adequate invulling van de normen voor verantwoorde kredietverstrekking. Aanleiding voor het initiatief was een onderzoek van de AFM. Uit dit onderzoek blijkt dat banken, financieringsmaatschappijen en creditcardmaatschappijen in de praktijk krediet verlenen aan consumenten die daardoor onder het bestaansminimum kunnen komen. De AFM noemt dit onverantwoord.

Het AFM-onderzoek vloeit voort uit het gewijzigde toezicht op kredietaanbieders per 1 januari 2006. De Wet financiële dienstverlening (Wfd) die in 2006 in werking is getreden - en per 1 januari 2007 is overgegaan in de Wet financieel toezicht (Wft) - beoogt consumenten te beschermen tegen overkreditering. Daarvoor gelden open normen, zoals de bepaling dat kredietaanbieders op basis van ingewonnen informatie moeten kunnen beoordelen of het aangaan van een kredietovereenkomst verantwoord is. De AFM heeft onderzoek gedaan bij drie banken, vijf financieringsmaatschappijen en vijf postorderbedrijven om een representatief beeld te krijgen van de wijze waarop aanbieders van consumptief krediet in de praktijk invulling geven aan de normen voor verantwoorde kredietverstrekking. De in de praktijk gehanteerde (minimum)normen zijn daarbij afgezet tegen bijstandsbedragen en tegen de huidige norm van de branchevereniging van kredietaanbieders, de VFN.

De belangrijkste bevindingen in het AFM-onderzoek zijn:

  • Banken, financieringsmaatschappijen en creditcardmaatschappijen hebben krediet verleend, of zijn daartoe bereid, terwijl dit met het oog op het voorkomen van overkreditering niet verantwoord is.
  • De normbedragen voor resterend besteedbaar inkomen die de onderzochte kredietverstrekkers in de praktijk hanteren, liggen onder bijstandsniveau en in sommige gezinssituaties ruim onder bijstandsniveau.
  • Kredietaanbieders winnen onvoldoende informatie in over de financiële positie van de consument. Met de daadwerkelijke maandelijkse vaste lasten als ziektekosten en energielasten en met betaalachterstanden wordt onvoldoende rekening gehouden.
  • Postorderbedrijven en een aantal creditcardmaatschappijen maken gebruik van zogenoemde creditscoringssystemen. Daarbij wordt een inschatting gemaakt op basis van omgevings- en ervaringsgegevens, maar is er geen informatie voorhanden over bijvoorbeeld het inkomen van de consument. Hoewel dit een beproefde methode en geoorloofde methode is om de kredietwaardigheid te toetsen, is hierbij niet in alle gevallen vast te stellen of het verstrekken van krediet verantwoord is. 
  • In het acceptatiebeleid is over het algemeen niet opgenomen wanneer en onder welke voorwaarden van de criteria kan worden afgeweken.  
  • Slechts een derde van de onderzochte reclame-uitingen en kredietprospectussen voldoet aan de gestelde eisen.

De AFM oordeelt dat kredietverstrekking onverantwoord is wanneer de consument daardoor op een levensstandaard onder het bestaansminimum komt. In constructieve gesprekken met de VFN en NVB is dit onderschreven en is afgesproken dat de norm voor verantwoorde kredietverstrekking wordt herzien. Uitgangspunt voor de nieuw te hanteren norm is dat deze inkomensafhankelijk wordt en dat een verhoogde zorgplicht gaat gelden voor kredieten die dicht tegen de minimumnorm zitten. Ook de hoogte van de norm wordt kritisch bezien. Met de NTO is afgesproken dat in aanvulling op de huidige creditscoringssystemen informatie over het inkomen en vaste lasten wordt opgevraagd bij krediet vanaf 250 euro.

De AFM zal de nieuwe normen branchebreed toepassen en zo nodig handhavend optreden. Eerder waarschuwde de AFM al strikt te zullen toezien op de naleving van reclame- en informatieverplichtingen.

Lees onderstaande Samenvatting van het rapport

Rapport verantwoorde kredietverstrekking 2006

Publicatiedatum: 12-1-2007


De AFM heeft onderzoek gedaan bij drie banken, vijf financieringsmaatschappijen en vijf postorderbedrijven om een representatief beeld te krijgen van de wijze waarop aanbieders van consumptief krediet in de praktijk invulling geven aan de normen voor verantwoorde kredietverstrekking. De in de praktijk gehanteerde (minimum)normen zijn daarbij afgezet tegen bijstandsbedragen en tegen de huidige norm van de branchevereniging van kredietaanbieders, de VFN.

De belangrijkste bevindingen in het AFM-onderzoek zijn:

  • Banken, financieringsmaatschappijen en creditcardmaatschappijen hebben krediet verleend, of zijn daartoe bereid, terwijl dit met het oog op het voorkomen van overkreditering niet verantwoord is.
  • De normbedragen voor resterend besteedbaar inkomen die de onderzochte kredietverstrekkers in de praktijk hanteren, liggen onder bijstandsniveau en in sommige gezinssituaties ruim onder bijstandsniveau.
  • Kredietaanbieders winnen onvoldoende informatie in over de financiële positie van de consument. Met de daadwerkelijke maandelijkse vaste lasten als ziektekosten en energielasten en met betaalachterstanden wordt onvoldoende rekening gehouden.
  • Postorderbedrijven en een aantal creditcardmaatschappijen maken gebruik van zogenoemde creditscoringssystemen. Daarbij wordt een inschatting gemaakt op basis van omgevings- en ervaringsgegevens, maar is er geen informatie voorhanden over bijvoorbeeld het inkomen van de consument. Hoewel dit een beproefde methode en geoorloofde methode is om de kredietwaardigheid te toetsen, is hierbij niet in alle gevallen vast te stellen of het verstrekken van krediet verantwoord is.
  • In het acceptatiebeleid is over het algemeen niet opgenomen wanneer en onder welke voorwaarden van de criteria kan worden afgeweken.
  • Slechts een derde van de onderzochte reclame-uitingen en kredietprospectussen voldoet aan de gestelde eisen.

De AFM oordeelt dat kredietverstrekking onverantwoord is wanneer de consument daardoor op een levensstandaard onder het bestaansminimum komt. In constructieve gesprekken met de VFN en NVB is dit onderschreven en is afgesproken dat de norm voor verantwoorde kredietverstrekking wordt herzien. Uitgangspunt voor de nieuw te hanteren norm is dat deze inkomensafhankelijk wordt en dat een verhoogde zorgplicht gaat gelden voor kredieten die dicht tegen de minimumnorm zitten. Ook de hoogte van de norm wordt kritisch bezien. Met de NTO is afgesproken dat in aanvulling op de huidige creditscoringssystemen informatie over het inkomen en vaste lasten wordt opgevraagd bij krediet vanaf 250 euro.

De AFM zal de nieuwe normen branchebreed toepassen en zo nodig handhavend optreden. Eerder waarschuwde de AFM al strikt te zullen toezien op de naleving van reclame- en informatieverplichtingen.

Gebruik

U kunt het rapport 'verantwoorde kredietverstrekking 2006' op deze pagina in PDF-formaat downloaden.

 
Bestandsnaam: Rapport_Verantwoorde_kredietverstrekking_2006_120107.pdf
Bestandsgrootte:  867 kb
Datum:  12-1-2007
Bestandstype: .pdf
   
Klik op de link hieronder om het document te downloaden.
Rapport_Verantwoorde_kredietverstrekking_2006_120107.pdf

'Meld je aan voor de nieuwsbrief' van HCC!beleggen

'Abonneer je nu op de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze activiteiten!'

Aanmelden