Een turbo 'bouwen' met opties
Opties zijn veelzijdig en daardoor kunnen we met opties allerlei beleggingsproducten nabootsen. In dit artikel gaan we een turbo long ‘bouwen’ met behulp van opties.
We kiezen voor een turbo long op het aandeel DSM. De turbo long heeft op 12 oktober 2007 een financieringsniveau van € 33,56, het stoplossniveau ligt op € 36,10, de hefboom is 6,29 en de slotkoers van DSM is € 39,87. De laatkoers van deze Turbo is € 6,51.
Het theoretische financieringsniveau is de koers van het aandeel min de koers van de turbo (€ 39,87 – € 6,51 = € 33,36), de theoretische hefboom is de koers van het aandeel gedeeld door de koers van de turbo (€ 39,87 / € 6,51 = 6,12) en is de koers van het aandeel gedeeld door de hefboom (€ 39,87 / 6,29 = € 6,34). Bij een Turbo Long betaalt u rente over het financieringsniveau, hierdoor is er altijd een verschil tussen de theoretische koers en de werkelijke koers.
Het maximale verlies is bij een koers van € 36,10 of lager. De minimale restwaarde bij Turbo’s Long is gebaseerd op de laagste koers van de onderliggende waarde op de dag dat het stoplossniveau wordt bereikt en de daaropvolgende handelsdag. In het slechtste geval is de restwaarde 0 euro. In dit rekenvoorbeeld gaan we er van uit dat de koers daalt tot € 36,00. De koers van DSM is dan met € 3,87 gedaald waardoor de koers van de turbo daalt naar € 6,51 – € 3,87 = € 2,64.
| actie | optie | koers |
| koop | call maart € 40,00 | € 2,45 |
| verkoop | put maart € 40,00 | € 2,05 |
| koop | put maart € 36,00 | € 0,65 |
| De investering zonder kosten | € 1,05 |
Het kopen van een call en het verkopen van een put met dezelfde looptijd en uitoefenprijs wordt een synthetisch aandeel genoemd. Iedere euro waardeverschil in het aandeel betekent eenzelfde stijging of daling in het synthetische aandeel. Door de gekochte put optie is het verlies onder de € 36,00 afgedekt.
Bij een koers van € 36,00 of lager is het maximale verlies ( € 40,00 – € 36,00) + € 1,05 = € 5,05. Dit is niet alleen hoger dan de € 3,87 die we bij dezelfde koers met de turbo verliezen, maar ook het breakeven point bij de optieconstructie ligt op € 41,05 en bij de turbo op € 39,87. Dit betekent dat de kans op verlies bij de turbo lager is dan bij de optieconstructie.
Het gemiddelde koersdoel gepubliceerd op de Analist.nl is € 44,33. De met behulp van de turbocalculator berekende koers van de turbo is € 10,02. Hierbij zijn wij uitgegaan van het bereiken van het koersdoel aan het einde van de looptijd van de opties, dus in maart 2008. Indien het koersdoel eerder wordt bereikt dan is de koers van de turbo hoger. Overigens geldt hetzelfde voor de optieconstructie, want bij het eerder bereiken van het koersdoel bevat de gekochte call naast de intrinsieke waarde ook nog tijdswaarde. De winst op de turbo is in dan € 10,02 – € 6,51 = € 3,51.
De optieconstructie levert bij het gemiddelde koersdoel een winst op van (koersdoel - uitoefenprijs optie – kosten optieconstructie) € 44,33 - € 40,00 - € 1,05 = € 3,28.
Conclusie
De turbo levert in absolute zin meer winst op bij het koersdoel. Het verlies is minder dan het maximale verlies van de optieconstructie. De kanttekening die hierbij moet worden geplaatst is dat het verlies bij de turbo hoger kan uitvallen dan de in dit voorbeeld berekende € 3,87. Er wordt immers afgerekend tegen de laagste koers over een aantal dagen, maar dat neemt niet weg dat de koers tot € 34,82 mag dalen alvorens het verlies op de turbo meer is dan van de optieconstructie. Het verlies is dan immers eveneens € 5,05.
Ook is de kans op verlies bij de turbo minder dan bij de optieconstructie.
De investering in de turbo is echter wel ruim 6 maal hoger dan van de optieconstructie. Daardoor is de relatieve winst van de optieconstructie meer dan 310% en op de turbo maken wij 'maar' 54% winst.
Tot slot
Overigens is dit artikel niet bedoeld als beleggingsadvies. Het doel van dit artikel is dat u een aantal strategieën doorrekent alvorens u tot actie overgaat. Bovendien is duidelijk dat uw risicoprofiel een belangrijke rol speelt bij uw beleggingskeuze.