Technische of fundamentele analyse in turbulente tijden?

Deel dit artikel

,

geen foto beschikbaar

Technische of fundamentele analyse in turbulente tijden?
Bron:  Ben van den Anker

De strijd tussen fundamentele en technische analyse heeft voor- en tegenstanders diep ingegraven in de stellingen. Kort en simpel gezegd; technische analyse onderzoekt bewegingen van de prijs van een onderliggende waarde en gebruikt deze data om toekomstige bewegingen te ‘voorspellen’. Fundamentele analyse onderzoekt economische indicatoren gerelateerd aan de onderliggende waarde.


De ravage die we in de laatste maanden meemaken kent zijn gelijke niet en zowel fundamentele als technische analisten worstelen met de interpretatie. Aandelen van Deutsche Bank bijvoorbeeld noteerden op vrijdag 5 februari €15.46 euro; dinsdag 9 februari 13.09. Een daling van ruim 15% op de meest ongunstige ‘spread’. De volgende dag steeg de koers ruim 18%. Op 10 februari werd €15.43 bereikt, waarna op 11 februari de €13.14 aangeraakt werd. Een daling van ruim 14%.


Nu geloof ik veel, maar niet dat er binnen een vijftal handelsdagen zoveel fundamenteels veranderd dat het een waardestijging en waardedaling en waardestijging ….van een bedrijf van meerdere miljarden verklaart…. Dat het aandeel zich gedurende deze vijf handelsdagen uiteindelijke weer rond de beginwaarde stond helpt het geloof in de fundamentals ook niet.
ben-van-den-anker 2011-120x160.gif

Ben van den Anker (1976) is schrijver / columnist en
lid centrale directie aan het Candea College
Hij heeft zijn PhD in Business & Management tijdens een negenjarig verblijf in Zuidoost Azië aan de International Graduate School of Business (University of South Australia) behaald. Hij is auteur van het boek The perceived role of Host Country Nationals in Expatriate Adjustment (2010, Ben van den Anker). Zijn onderzoek richt zich met name op de rol van cross-culturele interactie in het functioneren van expatriates. Daarnaast is hij voor de International Business Review revisor voor wetenschappelijke artikelen op het snijvlak business en management.
Nu zijn er redenen te vinden waarom de koers plotseling steeg (aangekondigde aankoop eigen obligaties onder par), maar veel onrust (het ‘jo jo-en’) blijft onverklaarbaar.

De markt blijft veel onzekerheid zien, ondanks gematigd positieve macro-economische signalen. De groei in de Eurozone houdt volgens het CBS aan en rechtvaardigt de chaos op de beurzen niet. Hetzelfde kan voor de groei in de U.S. en U.K. gezegd worden1). De arbeidsmarkt bevindt zich aan onze en de andere kant van de oceaan nog niet aan de grenzen van het mogelijke en groeit jaarlijks. Kortom, alhoewel het allemaal wat minder met de groeivooruitzichten gaat, zie ik een recessie nog niet aankomen.

Als een ‘fundamentalist’ zijn er in deze turbulente tijden een aantal technische indicatoren die mogelijk van waarde kunnen zijn voor korte termijn trades. Een tweetal indicatoren laat ik hier kort de revue passeren. De On Balance Volume indicator registreert momentum en gebruikt volume om wijzigingen in de prijs te voorspellen. In 1963 werd de theorie ontwikkeld door Joe Granville in zijn boek ‘Granville’s New Key to Stock Market Profits’.

Het idee erachter is simpel; wijzigingen in volume zijn een voorbode voor prijswijzigingen (conform de economische wet van vraag en aanbod). De OBV is gelijk aan de vorige dag als de koers niet wijzigt t.o.v. voorgaande dag. Bij stijgende koersen wordt het OBV van de vorige dag plus dagvolume gebruikt. Hetzelfde geldt bij dalende koersen. Bij stijgende koersen (accumulatie) stijgt de OBV, bij dalende koersen (distributie) daalt de OBV. Het kunstje zit er dan in divergentie tussen OBV en de prijs te observeren om hiermee prijsbewegingen te voorspellen.

Nu zal dit voor de lange termijn belegger niet zo relevant zijn, maar OBV in combinatie met andere technische indicatoren kunnen een duidelijke indruk geven van koop- en verkoopdruk. Een tweede interessante momentum indicator is de Relatieve Sterkte Index. De slotkoers van iedere dag wordt vergeleken met de slotkoers van de vorige dag. Het verschil tussen de koersen wordt opgeteld en de som van deze stijgingen gedeeld door het aantal dagen van de berekening2).

De RSI wordt op een schaal van 0 – 100 afgebeeld, waarbij banden geplaatst worden op 30 en 70.
Als de RSI boven de 70 staat wordt aangenomen dat het aandeel overgewaardeerd is (overbought) met kans dat het aandeel gaat dalen. Dit geldt omgekeerd voor waarden onder de 30. Onderstaande grafiek demonstreert dit principe (in rood) bij het valutapaar GBP/USD.
valutapaar-GBP-USD-740x359.png
Bron: http://www.markets.com/nl/education/technical-analysis/math-indicators.html   

Nadelen zijn dat volumes geen rol in de berekening spelen, net zoals de spread. De werkelijkheid is dus ook bij dit model complexer. De Money Flow Index kan hier wellicht uitkomst bieden; zowel prijs als volume worden ingezet om koop- en verkoopdruk te bepalen. Een combinatie van RSI en OBV biedt echter ook meer ‘diepte’.

Moraal van het verhaal; het kan interessant zijn te onderzoeken welke waarde een ‘mariage’ van technische en fundamentele indicatoren heeft om deze complexe wereld (op kortere termijn..) te begrijpen. Alhoewel 2016 de slechtste beursstart ooit wordt genoemd3), biedt deze turbulentie tegelijk kansen om meer aandelen voor minder geld aan te schaffen. Misschien is deze jaarstart dan zo slecht nog niet….

1) http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/macro-economie/publicaties/artikelen/archief/2016/groei-economie-eurozone-q4.htm
2) RSI: 100 – (100 / 1+RS)
3) http://www.rtlnieuws.nl/economie/home/slechtste-start-van-de-beurs-ooit


Actueel

'Meld je aan voor de nieuwsbrief' van HCC!beleggen

'Abonneer je nu op de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze activiteiten!'

Aanmelden