Haarlemse klokkenmaker

Deel dit artikel

,

geen foto beschikbaar

Het bijzondere verhaal van een Haarlemse klokkenmaker

7 mei 1805. De Haarlemmer Johannes Coelombie, klokkenmaker van beroep, overlijdt op deze dag. Coelombie laat een bijzonder testament na, dat 200 jaar na zijn overlijden geëffectueerd zou moeten worden...  Dhr. Temminck schreef in 1999 over deze opmerkelijke nalatenschap een interessant werk: 'Johannes Coelombie - Het beheer van de nalatenschap van een Haarlemse klokkenmaker'.

Coelombie had in zijn testament namelijk bepaald dat zijn vermogen, van ongeveer 16.000 toenmalige guldens, uiteindelijk ten doel zou moeten hebben de armen in Haarlem vooruit te helpen. Of, in Coelombies eigen woorden, 'de onbeschaamde bedelarije uitroeijen, de armen en noodlijdenden in hun nooddruft verzorgen, aan de kost te helpen en in hun eigen onderhoud helpen voorzien.'


Beleggingsaanpak

De termijn van 200 jaar wordt later aangepast in 140 jaar - dit na het overlijden van de laatste van zijn beide huishoudsters. De laatste van hen overlijdt in 1859, waarmee de einddatum op 1999 kwam te liggen, en de totale beleggingsperiode 194 jaar zou bedragen (van 1805 tot 1999). Maandelijks moest een comité bijeen komen om 'in het geheim' hun beleggingsbeslissingen te nemen...

Opvallend genoeg geldt dat de meeste leden van dit comité door de jaren heen  eigenlijk helemaal niet voor het beleggingswerk waren opgeleid. Zij waren nogal eens tabaksverkoper, kleermaker of  boekhandelaar. Of handelaar in grutterswaren, kruidenier, arts of apotheker, aannemer of azijnfabrikant, om maar enkele van de beroepen van te noemen.

Coelombie had voor het beheer van zijn nalatenschap wel enige voorwaarden gesteld. Zo wilde hij niet dat er in Frankrijk of Engeland geïnvesteerd zou worden. Eerstgenoemde hield Nederland bezet, laatstgenoemde had misbruik van deze situatie gemaakt. Coelombie was hiervan duidelijk niet gecharmeerd.

Opvallend is dat gedurende de eerste honderd jaar vrijwel uitsluitend in obligaties is belegd. Vlak voor de eerste wereldoorlog bestond het fonds maar liefst voor bijna de helft uit Russische staatsobligaties. Obligaties die na de Russische revolutie vrijwel niets meer waard bleken en waarmee een groot deel van het fondsvermogen in rook opging.


Hooggespannen verwachtingen...

In aanloop naar de einddatum, begin 1999, werden hier en daar hooggespannen verwachtingen bekend gemaakt; sommigen hadden zelfs een bedrag van een miljard gulden in gedachten. Wie weet – zo was de gedachte - hadden de beheerders aandelen Koninklijke Olie rond haar oprichting in 1890 gekocht en deze altijd in portefeuille aangehouden.

Uiteindelijk maakt het beleggingscomité bekend dat het beleggingsresultaat uitkomt op 'slechts' 9,2 miljoen gulden (EUR 4,14 miljoen). Voor velen een deceptie.  En de 'in de rij staande Haarlemse armen' kregen ook nog eens niets: het kapitaal werd verdeeld onder een aantal liefdadigheidsinstellingen...

Het jaarlijkse rendement valt hiermee te berekenen op 3,3%. Een percentage dat overigens in werkelijkheid wat hoger zal hebben gelegen; vooral in de eerste decennia na het overlijden van Coelombie is er aan het fonds ook nog geld onttrokken voor de huishoudsters, die tot hun dood een wekelijks bedrag ontvingen.

Sommige pensioenfondsen en verzekeraars claimen jaarlijkse rendementen van 8 à 9%. Hadden de beheerders van het vermogen van Coelombie 8% behaald, dan was het vermogen in 194 jaar uitgegroeid tot ruim 22 miljard euro. Bij 9% zelfs tot 132 miljard euro, waarmee de kracht van compounding op langere termijn ook direct inzichtelijk wordt. En zo bezien was het gefluister over een miljard gulden eigenlijk niet eens zo overdreven.


Conclusie

Het bijzondere verhaal van Johannes Coelombie laat beleggers nog maar eens zien hoe krachtig het rente-op-rente effect is. Zoals aangegeven schijnt Albert Einstein dit verschijnsel eens het 'Achtste Wereldwonder' genoemd te hebben en Warren Buffett heeft zijn rijkdom voor een groot deel aan dit eenvoudige wiskundige principe te danken.

Toch vallen er uit het verhaal van de erfenis van Coelombie ook nog enkele andere lessen te trekken. Zo was – achteraf bezien -  meer spreiding wenselijk geweest, helemaal vanwege de nogal uiteenlopende achtergronden van de beheerders. Tevens geldt dat sommige beslissingen in de beginfase – en enkele fouten in het vervolg - van grote invloed kunnen zijn op het uiteindelijke resultaat. Ook dienen beleggers zich ervan bewust te zijn dat de beste landen om in te investeren in de ene eeuw, zeker niet de beste investeringslanden van de volgende eeuw hoeven te zijn.

Ondanks het toch wel tegenvallende resultaat is het bijzondere plan van Coelombie uiteraard zeer nobel te noemen. Net zo nobel overigens als de opzet van Warren Buffett, die ook vrijwel zijn volledige vermogen aan goede doelen schenkt...



Dit artikel is op 25 april 2009 geschreven door Hendrik Oude Nijhuis MSc. Oude Nijhuis heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van ’s werelds beste beleggers en is tevens oprichter van www.warrenbuffett.nl. Via deze website kunt u tijdelijk een gratis module aanvragen over de beleggingsstrategie van Warren Buffett.

Actueel

'Meld je aan voor de nieuwsbrief' van HCC!beleggen

'Abonneer je nu op de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze activiteiten!'

Aanmelden