Beleggen in grondstoffen: actief of passief?
De aanhoudende prijsstijging van veel grondstoffen trekt een toenemend aantal particuliere beleggers richting deze markt. Of het nu om goud, zilver of tarwe gaat, beleggers willen een graantje meepikken van de onevenwichtige vraag- en aanbod verhoudingen in de grondstoffenmarkt. En geef ze eens ongelijk. Een belegger in grondstoffen profiteert van de groei in opkomende landen, beschermd zijn vermogen op optimale wijze tegen hoge inflatie en ‘last but not least’: een belegging in grondstoffen verlaagt het risico van de totale portefeuille. Echter: hoe te beleggen in grondstoffen?
Direct
Een belegger die een goudklomp koopt omdat hij denkt dat de goudprijs gaat stijgen, investeert op een directe manier in grondstoffen. Direct beleggen in grondstoffen betekent zonder grote omwegen investeren in deze beleggingscategorie. Als belegger kunt u vanzelfsprekend een goudklomp of zilveren munten kopen, maar wie direct wil inspelen op een prijsstijging van olie of aardgas wordt geconfronteerd met de nodige problemen. Zelfs wanneer u de ruimte heeft om een olievaten in uw tuin op te slaan, zal uw partner, de buurt en de overheid niet staan te juichen over uw nieuwste investering. Gelukkig is er een alternatief.
Op de wereldwijde termijnmarkten (futuresmarkten) worden veel grondstoffen namelijk op een andere ‘directe’ manier verhandeld. Op deze markten kunnen handelaren contracten kopen (of verkopen) die recht geven op de fysieke levering (of leverplicht) van een bepaalde grondstof op een vastgesteld moment in de toekomst. Spreekt men over de handel in grondstoffen, dan bedoelt men in de regel de handel in termijncontracten op grondstoffen. Koopt u een dergelijk contact, dan profiteert u direct van een eventuele prijsstijging van de desbetreffende grondstof. Heel direct dus.
Een groot nadeel voor veel beleggers is de omvang van deze financiële contracten. Wanneer u bijvoorbeeld een termijncontract op een vat Texaanse ruwe olie koopt, dan heeft u weliswaar recht op de levering van 1000 olievaten, maar wordt u ook geacht ruim 87.000 dollar neer te leggen voor een dergelijk contract. Geen sinecure voor de gemiddelde belegger die direct in grondstoffen wil beleggen…
Banken en fondsbeheerders hebben dit probleem voor u opgelost door gestructureerde producten te creëren of fondsen te lanceren die direct in grondstoffen beleggen. Door deel te nemen in een dergelijk fonds, kunt u met een veel kleiner bedrag direct inspelen op de bewegingen van de grondstoffenmarkt.
Grafiek: Relatieve rendementsontwikkeling van Grondstoffen (DJ UBS Commodity Total Return Index versus Eurostoxx-50). Bron: Bloomberg en Somerset.nl
Indirect
Indirect beleggen in grondstoffen is ook mogelijk. Een belegger die op deze manier investeert in grondstoffen doet dit met een omweg. Om te investeren in een prijsstijging van goud koopt hij of zij bijvoorbeeld de aandelen van een mijnbouwbedrijf dat deze grondstof delft. Een andere mogelijkheid is het kopen van de aandelen van een bedrijf dat speciale machines produceert die gebruikt worden bij de mijnbouwproductie. Er is nog een indirecte manier.
Enkele landen zijn rijk aan grondstoffen. Denk hierbij aan Zuid-Afrika, Australië en Canada. U zult begrijpen dat deze landen volop profiteren van de toegenomen activiteit in de grondstoffensector. Sommige beleggers kiezen er dan ook voor om een indextracker te kopen op de belangrijkste beursindex van bijvoorbeeld Australië of Canada. Enig nadeel hierbij is dat u ook indirect belegt in ondernemingen die in deze index zijn opgenomen, maar zelf op geen enkele wijze profiteren van de grondstoffensector.
Tot slot is het mogelijk om in vastgoed te beleggen dat zich in de buurt van mijnbouwlocaties bevindt. Een groei van de grondstoffensector heeft namelijk een aanzuigende werking op veel andere economische activiteit in een bepaalde regio, waardoor vastgoedprijzen kunnen stijgen.
Beste keuze
Direct of indirect in grondstoffen: wat is de beste keus? Persoonlijk geef ik de voorkeur aan een zo direct mogelijke investering in grondstoffen middels de termijnmarkt of via afgeleide producten. Ik beleg dus liever zelf in goud dan in een mijnbedrijf dat naar goud zoekt. Hier heb ik een drietal motieven voor.
Ten eerste is een directe investering minder tijdrovend dan een indirecte. Het analyseren van de vraag- en aanbod verhoudingen van een bepaalde grondstof kan intensief zijn. Heeft u research gedaan, dan kunt u vervolgens meteen een directe positie in de betreffende grondstof nemen. Belegt u echter indirect, dan moet u ook nog opzoek naar het juiste bedrijf dat het beste profiteert van de stijging die u voor ogen heeft. Zo kom ik tot het tweede motief.
Heeft u namelijk een onderneming gevonden waarvan u denkt dat deze profiteert van een stijgende grondstofprijs, dan heeft u bij lange na geen garantie dat deze onderneming daar daadwerkelijk van gaat profiteren. Stakende werknemers, onbehoorlijk ondernemingsbestuur, het doen van te dure overnames: als indirecte belegger in grondstoffen zijn er tal van zaken die u mee moet nemen in uw analyse.
Tot slot blijkt volgens de Universiteit van Yale, dat het direct beleggen in grondstoffen uitzicht biedt op een tot drie maal toe (!) zo hoog rendement als een indirecte belegging. Vanzelfsprekend zijn er bedrijven te vinden die veel meer in waarde kunnen stijgen dan de grondstof die zij delven. Maar hoe verder grondstoffen in prijs stijgen, hoe groter de stakingsdreiging bij producenten wordt en hoe meer ondernemingsfraude op de loer ligt.
Laat ik daarom afsluiten met een uitspraak van de bekende Amerikaanse schrijver (en belegger!)
Mark Twain over het indirect beleggen in grondstoffen: “Een goudmijn is een gat in de grond met een leugenaar erboven”.