| 
   | 
 
| inhoud: 
   | 
HCC
Beleggen Nieuwsbrief 20110201  | 
 
  | 
 
 
 | 
 
 
 | 
 Overheidsfinanciën
binnen de EMU blijven voor onrust zorgen:  | 
 
|  Bron: KBC Bank  | 
 
Het belangrijkste agendapunt van de financiële markten
tijdens de
voorbije weken was de houdbaarheid van de overheidsfinanciën binnen de
EMU.  Vanaf de tweede helft van december liepen de CDS-premies
op 5 jaar voor overheidsobligaties van de zogenaamde GIPSlanden verder
fors op.   
De uitschieter was de Griekse CDS-premie die opliep tot 10,3
procentpunten op 10 januari. Als gevolg van de aanslepende politieke
impasse kwamen ook de Belgische overheidsobligaties in het vizier van
de financiële markten. Voornamelijk dankzij ingrepen door de ECB
daalden de CDS-premies weer, maar zij blijven niettemin nog altijd op
een onrustwekkend hoog peil. De onzekerheid op de financiële markten
zal nog een hele tijd aanhouden en allicht pas structureel afnemen
wanneer de EMU-overheden expliciet een garantie geven voor alle
overheidsobligaties binnen de EMU. Het permanent maken van het
bestaande reddingsmechanisme EFSF vanaf midden 2013 is een belangrijke
eerste stap, maar nog niet voldoende om de markten gerust te stellen.
De afwezigheid van een onvoorwaardelijke garantie speelt hierin allicht
een cruciale rol. 
 
Een bijkomend probleem is de sterke verwevenheid van de problematiek
van de overheidsfinanciën met de gezondheid van de financiële sector.
Die is het gevolg van ten eerste de belangrijke blootstelling van die
sector aan overheidsobligaties, en ten tweede van de sterke onderlinge
afhankelijkheid van de financiële instellingen, die het gevaar van een
domino-effect na een eventuele schuldherschikking inhoudt. Dit
besmettingsgevaar geeft aan de problematiek van de overheidsschulden
een toxisch karakter, dat voor een stuk vergelijkbaar is met dat van de
CDO-problematiek. Het besmettingsgevaar leidt bovendien tot de vrees
dat het bestaande reddingsmechanisme EFSF niet voldoende
gekapitaliseerd zou zijn om alle overheden in financieringsproblemen
desnoods te kunnen ondersteunen. Voor een deel kan dit probleem worden
opgelost door de middelen van het EFSF te verhogen. Het EFSF beschikt
op dit ogenblik indien nodig over 750 miljard EUR (inclusief de hulp
door het IMF). De uiteindelijke finaliteit van een dergelijke piste
ligt echter in een volledige en onvoorwaardelijke garantie voor alle
EMU-overheidsobligaties, voorzien van de nodige controlemaatregelen om
gebrekkige budgettaire discipline door individuele lidstaten te
voorkomen. 
 | 
 
 Terug naar  Inhoud 
  
 | 
 
 
 | 
 
 
 | 
 Beleggen in
grondstoffen: actief of passief?  | 
 
|  Bron: Jan de Koning  | 
 
 De
aanhoudende prijsstijging van veel grondstoffen trekt een toenemend
aantal particuliere beleggers richting deze markt. Of het nu om goud,
zilver of tarwe gaat, beleggers willen een graantje meepikken van de
onevenwichtige vraag- en aanbod verhoudingen in de grondstoffenmarkt.
En geef ze eens ongelijk. Een belegger in grondstoffen profiteert van
de groei in opkomende landen, beschermd zijn vermogen op optimale wijze
tegen hoge inflatie en ‘last but not least’: een belegging in
grondstoffen verlaagt het risico van de totale portefeuille. Echter:
hoe te beleggen in grondstoffen? 
 
Direct 
Een belegger die een goudklomp koopt omdat hij denkt dat de goudprijs
gaat stijgen, investeert op een directe manier in grondstoffen. Direct
beleggen in grondstoffen betekent zonder grote omwegen investeren in
deze beleggingscategorie. Als belegger kunt u vanzelfsprekend een
goudklomp of zilveren munten kopen, maar wie direct wil inspelen op een
prijsstijging van olie of aardgas wordt geconfronteerd met de nodige
problemen. Zelfs wanneer u de ruimte heeft om een olievaten in uw tuin
op te slaan, zal uw partner, de buurt en de overheid niet staan te
juichen over uw nieuwste investering. Gelukkig is er een alternatief. 
 
Op de wereldwijde termijnmarkten (futuresmarkten) worden veel
grondstoffen namelijk op een andere ‘directe’ manier verhandeld. Op
deze markten kunnen handelaren contracten kopen (of verkopen) die recht
geven op de fysieke levering (of leverplicht) van een bepaalde
grondstof op een vastgesteld moment in de toekomst. Spreekt men over de
handel in grondstoffen, dan bedoelt men in de regel de handel in
termijncontracten op grondstoffen. Koopt u een dergelijk contact, dan
profiteert u direct van een eventuele prijsstijging van de
desbetreffende grondstof. Heel direct dus. 
 
Een groot nadeel voor veel beleggers is de omvang van deze financiële
contracten. Wanneer u bijvoorbeeld een termijncontract op een vat
Texaanse ruwe olie koopt, dan heeft u weliswaar recht op de levering
van 1000 olievaten, maar wordt u ook geacht ruim 87.000 dollar neer te
leggen voor een dergelijk contract. Geen sinecure voor de gemiddelde
belegger die direct in grondstoffen wil beleggen… 
 
Banken en fondsbeheerders hebben dit probleem voor u opgelost door
gestructureerde producten te creëren of fondsen te lanceren die direct
in grondstoffen beleggen. Door deel te nemen in een dergelijk fonds,
kunt u met een veel kleiner bedrag direct inspelen op de bewegingen van
de grondstoffenmarkt.
 Grafiek: 
 
Relatieve
rendementsontwikkeling van Grondstoffen 
 
 (DJ
UBS Commodity Total Return Index versus Eurostoxx-50). 
 
 | 
  Bron:
Bloomberg
en Somerset.nl  | 
 
 
Indirect 
Indirect beleggen in grondstoffen is ook mogelijk. Een belegger die op
deze manier investeert in grondstoffen doet dit met een omweg. Om te
investeren in een prijsstijging van goud koopt hij of zij bijvoorbeeld
de aandelen van een mijnbouwbedrijf dat deze grondstof delft. Een
andere mogelijkheid is het kopen van de aandelen van een bedrijf dat
speciale machines produceert die gebruikt worden bij de
mijnbouwproductie. Er is nog een indirecte manier. 
 
Enkele landen zijn rijk aan grondstoffen. Denk hierbij aan Zuid-Afrika,
Australië en Canada. U zult begrijpen dat deze landen volop profiteren
van de toegenomen activiteit in de grondstoffensector. Sommige
beleggers kiezen er dan ook voor om een indextracker te kopen op de
belangrijkste beursindex van bijvoorbeeld Australië of Canada. Enig
nadeel hierbij is dat u ook indirect belegt in ondernemingen die in
deze index zijn opgenomen, maar zelf op geen enkele wijze profiteren
van de grondstoffensector. 
 
Tot slot is het mogelijk om in vastgoed te beleggen dat zich in de
buurt van mijnbouwlocaties bevindt. Een groei van de grondstoffensector
heeft namelijk een aanzuigende werking op veel andere economische
activiteit in een bepaalde regio, waardoor vastgoedprijzen kunnen
stijgen. 
 
Beste
keuze 
Direct of indirect in grondstoffen: wat is de beste keus? Persoonlijk
geef ik de voorkeur aan een zo direct mogelijke investering in
grondstoffen middels de termijnmarkt of via afgeleide producten. Ik
beleg dus liever zelf in goud dan in een mijnbedrijf dat naar goud
zoekt. Hier heb ik een drietal motieven voor. 
 
Ten eerste is een directe investering minder tijdrovend dan een
indirecte. Het analyseren van de vraag- en aanbod verhoudingen van een
bepaalde grondstof kan intensief zijn. Heeft u research gedaan, dan
kunt u vervolgens meteen een directe positie in de betreffende
grondstof nemen. Belegt u echter indirect, dan moet u ook nog opzoek
naar het juiste bedrijf dat het beste profiteert van de stijging die u
voor ogen heeft. Zo kom ik tot het tweede motief. 
 
Heeft u namelijk een onderneming gevonden waarvan u denkt dat deze
profiteert van een stijgende grondstofprijs, dan heeft u bij lange na
geen garantie dat deze onderneming daar daadwerkelijk van gaat
profiteren. Stakende werknemers, onbehoorlijk ondernemingsbestuur, het
doen van te dure overnames: als indirecte belegger in grondstoffen zijn
er tal van zaken die u mee moet nemen in uw analyse. 
 
Tot slot blijkt volgens de Universiteit van Yale, dat het direct
beleggen in grondstoffen uitzicht biedt op een tot drie maal toe (!) zo
hoog rendement als een indirecte belegging. Vanzelfsprekend zijn er
bedrijven te vinden die veel meer in waarde kunnen stijgen dan de
grondstof die zij delven. Maar hoe verder grondstoffen in prijs
stijgen, hoe groter de stakingsdreiging bij producenten wordt en hoe
meer ondernemingsfraude op de loer ligt. 
 
Laat ik daarom afsluiten met een uitspraak van de bekende Amerikaanse
schrijver (en belegger!) 
Mark Twain over het indirect beleggen in grondstoffen: 
“Een
goudmijn is een gat in de grond met een leugenaar erboven”.  
 | 
 
 Terug naar  Inhoud 
  
 | 
 
 
 | 
 
 
 | 
 Aandelenmarkten: solide basis voor herstel?:
 | 
 
|  Bron: Dexia Bank  | 
 
2010  was  een moeilijk  beursjaar. Het
contrast met 2009 was groot omdat de
beurzen vanaf de lente
een grillig en volatiel verloop
kenden  ingevolge het uitbreken  van 
de Europese schuldencrisis  en  de remmende
invloed 
die ervan uitging voor het
economisch herstel. 
 
De meeste hier beschouwde Europese beurzen sloten het
jaar af met een bescheiden  positieve
return  van  3  à  5%. Frankfurt
daarentegen was uitstekend op dreef
(+16,1%) en kon zo wedijveren met
de Amerikaanse beurzen die allemaal ruim 11% 
hogerop  klommen. De Eurostoxx50 
presteerde ondermaats  (5,8%) omwille van 
de CAC40  (3,4%) en natuurlijk  de zeer
slechte score voor de Zuid Europese beurzen die
10 tot 35% verloren. 
 
Op mondiaal vlak viel de mooie opmars van 
zg. grondstoffenlanden  op, naast de merkwaardige
16%  daling  van de Chinese beurs. Bij
de sectoren waren de banken de
negatieve uitschieters gezien de zowat 40%
indexdaling. 
 
 Voor  2011 
zijn  de verwachtingen  hoog  gespannen.
Men gaat ervan  uit dat de economische
opleving  zich  zal doorzetten 
ondanks  de begrotingsbesparingsmaatregelen die
reeds  in  heelwat Europese landen 
werden  genomen. Normaal zal de bbpgroei lager
uitvallen dan
in 2010 maar van  een 
mogelijke “double dip”  is  geenzins 
sprake. De economie wordt natuurlijk ondersteund door
de voortzetting van  het soepel monetair
beleid  door de centrale baken, alsook  van 
de liquiditeiteninjectie ten  voordele van 
de financiële instellingen, die nog volop in
herstructurering zijn na  de
crisis  van  2008.  Daarnaast wordt
gerekend  op  de Duitse locomotief die
na een +3,6% expansie
in 2010 nog eens met 2,4% 
zou  kunnen  groeien  onder
impuls van de sterkere concurrentiekracht
en een hernemende vraag van de gezinnen. 
 
Met grote belangstelling  wordt uitgekeken naar
een politieke
doorbraak op Europees vlak omtrent
de lancering van  een  permanent
en  waarschijnlijk  sterk 
verruimd Europees  stabilisatiefonds 
(2  000 miljard  euro?), alsook omtrent de
“collective action” clausule voor de obligaties die vanaf
midden 2013 zullen worden uitgegeven,
omtrent de concrete invulling  van  het
economisch  beleid met eventuele
sancties en misschien ook omtrent
de lancering van een programma
van euroobligaties. 
 
Begin  februari zou hieromtrent meer
duidelijkheid moeten komen. Als  dat het
geval is  dan  zou  kunnen  gewerkt
worden  aan een  ietwat duurzame oplossing 
voor de aanslepende schuldencrisis. Er moet
worden vermeden dat de opeenvolgende
veilingen  van  Portugese, Spaanse
en Italiaanse overheidsobligaties  telkens 
uitgroeien  tot speculatieve
bewegingen en verhoogde onrust. 
 
Tegen  deze achtergrond zouden  de
bedrijven moeten  in staat zijn  om
hun winsten  te verbeteren, na de
financiële herstructureringen  die vele onder hen
reeds  gedaan hebben 
in de nasleep van de crisis.
In elk geval
wijzen de waarderingsindicatoren op een context
die geenszins duur is. Gehoopt wordt dat de
dividenduitkeringen  zouden kunnen  stijgen,
wetende dat  het dividendrendement
vorig jaar reeds hoger lag dan het
obligatierendement. De focus op  aandelen 
met een  aantrekkelijk  dividend 
is  niet zo abnormaal als men weet
dat de  return die de aandelen
in de  voorbije decennia  konden 
neerzetten  voor  meer dan 50% 
bestond  uit dividenden. Opvallend  is 
ook  de hernieuwde fusie en 
overnameactiviteit, die grotendeels wordt
gefinancierd met de ruim beschikbare
liquiditeiten en of aandelenruil. Het is 
dan ook  niet verwonderlijk 
dat beheerders  het gewicht voor aandelen 
in  een gediversifieerde portefeuille optrekken,
hoewel niet iedereen zover gaat om aandelen te
overwegen tegenover de gebruikte benchmark. 
 
De risico’s ten aanzien van dit
vertrouwvol vooruitzicht zijn nochtans niet te
onderschatten. Het
gevaar bestaat dat de snel
oplopende grondstoffenprijzen, die al dan niet uitgelokt
worden  door speculatieve posities, uitmonden  in
een hogere inflatie, die dan door een 
verstrakking  van  de monetaire
politiek  door de centrale banken  zou 
kunnen bestreden  worden. Uiteraard is 
dergelijk scenario  nefast voor  de economische
groei, voor  de herstructurering  van de
financiële sector en voor de beurs.
Een analoge evolutie zou  eveneens 
kunnen  uitgelokt worden  door een  uit
de hand  lopende kwantitatieve
versoepeling door de Federal Reserve en 
een  weigering  van  de Amerikaanse
regering om een 
geloofwaardig meerjarig 
begrotingssaneringsplan aan te kondigen. Een 
algemene verhoging  van  het rentepeil wordt dan
onvermijdelijk. 
 
 Een ander risico is dat de
schuldencrisis ontspoort
en toch aanleiding  geeft tot een 
herschikking  voor een  van 
de zwaar  belaagde ZuidEuropese landen.  Hoewel de Europese
Unie dit kost wat kost wil vermijden, blijft
de mogelijkheid bestaan zolang er
geen doorbraak komt
zoals hierboven werd beschreven. Het
is evident dat we dan op onbekend 
terrein  komen  en  alles 
uiteindelijk  mogelijk wordt. Zeker
is dat we dan een nieuwe
bankcrisis moeilijk zullen  kunnen 
ontlopen  omwille van  de 
omvangrijke posities in ZuidEuropees overheidspapier.
De beurzen en de economie zouden hieronder
zwaar lijden. 
 
Een  derde risico  is  het
uiteenspatten  van  de al dan  niet
zeepbelachtige expansie van  de groeimarkten 
ingevolge een  te  snelle
verstrakking  van  het Chinese
monetaire beleid  of een  op  de
spits  gedreven valutaoorlog  met hernieuwd 
protectionisme. Hoewel de  kans hierop 
relatief klein is, mag de mogelijkheid niet
worden uitgesloten in
een marktomgeving die bol staat
van speculaties en hypes die telkens uitmonden in
overdreven volatiliteit. 
 
Hoewel institutionele en  particuliere beleggers  nog
altijd drempelvrees  hebben  ten 
aanzien  van  aandelen, zou 
de aantrekkingskracht van de
beurzen toch moeten toenemen. In 
het meest gunstige scenario, wanneer we
gespaard blijven van de vermelde risico’s,
is een positieve return
van 7 to 10% haalbaar voor dit
kalenderjaar. Deze prognose is veeleer bescheiden 
maar vrij realistisch  gezien  de verwachte
dividendenexpansie en  de overtuiging  dat
de economische opleving  zich  zal
doorzetten, zij het waarschijnlijk vertraagd. 
 | 
 
 Terug naar  Inhoud 
  
 | 
 
 
 | 
 
 
 | 
 Advertentie:
 | 
 
|  Op talrijk verzoek :  | 
 
 BAM
! 
Beurs Analyse Magazine NL 
www.BamNL.nl
 | 
 
|  10     
Handelssystemen per jaar  | 
 
 voor  ambitieuze traders 
door
Frans Schreiber  | 
 
  
Elke maand bespreking van een nieuw handelsmodel, 
 op basis van onder andere : 
   | 
 
| De voormalige reeks Handelssystemen, sinds feb’2000
geschreven door F.
Schreiber RBA© in het blad TKA (dat gestopt is per dec 2010), zal
worden voortgezet in het blad BamNL. Hiermee wordt een podium gecreëerd
waarop traders en investeerders zich kunnen aansluiten, van kunnen
leren en de beschreven tactieken mogen verbeteren, zodat er een sterk
platform voor actieve handelaren ontstaat. Een eigen uitgave geeft
bovendien meer ruimte om op specifieke situaties – backtesten,
programmeren, codes, resultaten en vragen - in te gaan. Bij voldoende
deelname zal er een BamNL-dag worden georganiseerd, waar de modellen
nog eens uitgebreid aan bod komen.  | 
 
  
 
BamNL!
 | 
   | 
 
 
 | 
 
|  Word Nu
abonnee! Meld u
aan via www.BamNL.nl  | 
 
| meer info verkrijgbaar in info@BamNL.nl, het eerste
nr verschijnt in de
eerste week van februari  | 
 
| Zorg dat u geen nummer mist!  | 
 
BamNL verschijnt tienmaal per jaar op blad, een
jaarabonnement kost E
99.50, 
dat is slecht E 9.95 per trading systeem 
 | 
 
 
 | 
 
 Terug naar  Inhoud 
  
 | 
 
 
 | 
 
 
 | 
 Adviseer Nout
Wellink eens een keer:  | 
 
|  Bron: DNB  | 
 
Games: de interactieve manier van leren 
De Europese Centrale Bank en de nationale centrale banken van het
Eurosysteem, waaronder DNB, hebben een paar educatieve games
uitgebracht. 
Uitgangspunt in deze games is dat er telkens naar een advies aan Nout
Wellink moet worden toegewerkt 
 
Inflatie en het dagelijkse leven 
 Deze in ECB-verband
ontwikkelde game Inflation-island laat de speler
ervaren hoe inflatie het dagelijkse leven beïnvloedt. In Inflation
Island leren de spelers over de voordelen van prijsstabiliteit en de
negatieve effecten van deflatie, hoge inflatie en
hyperinflatie op particulieren en de samenleving. 
Het geeft inzicht in de gevolgen van inflatie voor de economie en de
maatschappij als geheel. Ook wordt aandacht geschonken aan 'uitwassen'
als hyperinflatie en deflatie. 
 
Monetaire beleid  
In €conomia – het monetairbeleidsspel
- zitten de spelers zelf aan de knoppen van het monetaire beleid. Ze
nemen besluiten over de rente om de inflatie te beteugelen. Ze worden
bijgestaan door een team van adviseurs en door indicatoren als de geld-
en productiegroei. 
 
 Macro-economie 
Wat gebeurt er als de olieprijs stijgt of de koers van de euro omhoog
gaat? En wat zijn de gevolgen van de Chinese economie die 'boomt' en
van de vergrijzing in Nederland? Het interactieve online programma
Scoren met beleid maakt duidelijk hoe deze actuele gebeurtenissen de
macro-economie beïnvloeden. 
 
Scoren met beleid  Dit
programma maakt aanschouwelijk hoe bepaalde gebeurtenissen de
macro-economie beïnvloeden en is gebaseerd op een economisch
kringloopmodel. Het schetst de verbanden tussen diverse
macro-economische grootheden. Zowel monetair beleid als budgettair
beleid komen aan bod. Evenals de dilemma's waar de beleidsmakers mee te
maken krijgen. 
 
 | 
 
 Terug naar  Inhoud 
  
 | 
 
 
 | 
 
 
 | 
 
|  Advertentie:  | 
 
 Samen
meer rendement
TradersClub
Magazine
50 pagina’s vol technische en kwantitatieve analyse, redactie: Harry
Geels
 Workshops
o.a. met Aloys Mattijssen, Geert-Jan Nikken, Gokhan Erem, Michael
Ahrens en Rombout Kerstens
 Nieuwsbrieven
Need-to-know informatie voor actieve beleggers
 
Meld u gratis aan op de website en ontvang 1 magazine ter kennismaking:
 www.tradersclub.nl
 
 | 
 
 Terug naar  Inhoud 
  
 | 
 
 
 | 
 
 
 | 
 AFM beboet SNS om
Madoff-fondsen:  | 
 
|  Bron: redactie  | 
 
SNS Bank is door de AFM beboet wegens nalatigheid in de
advisering van
klanten in buitenlandse beleggingsfondsen in de jaren 2008 en
2009. Het ging onder meer om fondsen die belegden in
constructies gelieerd aan beleggingsfraudeur Bernard Madoff. 
 
 SNS Bank, onderdeel van de
financiële beursgenoteerde instelling SNS Reaal, gaat mogelijk in
beroep tegen de boete. 
 
De twee bestuurlijke boetes van ieder 30.000 euro betreffen de periode
januari 2008 tot en met mei 2009. 
Volgens de Autoriteit Financiële Markten heeft SNS Bank onder meer
nagelaten klanten vooraf te wijzen op de risico's van buitenlandse
beleggingsfondsen die niet onder (adequaat) toezicht staan. 
 
Kennis
en ervaring 
De klant is door SNS Bank niet gevraagd naar zijn kennis en ervaring
met dit type fondsen, aldus de toezichthouder. ,,Hierdoor kon SNS niet
beoordelen of dit type fondsen wel geschikt was voor deze klanten en
was zij niet in staat om indien nodig de klanten hiervoor te
waarschuwen.'' 
Volgens SNS Bank ging het om een beperkte groep klanten die op advies
van hun eigen financieel adviseur belegden in de niet-geregistreerde
buitenlandse beleggingsfondsen. Toch staakte SNS Bank de
dienstverlening en legde begin december 2009 een voorstel neer tot
tegemoetkoming bij gedupeerde klanten. Hierop is ongeveer 75 procent
van hen ingegaan. 
 
Derde
boete 
SNS Bank is ook een derde boete opgelegd, van 5000 euro, die nog niet
door de AFM openbaar is gemaakt. De grondslag van deze boete is nog
niet definitief vastgesteld. 
Bernard Madoff werd eind 2008 gearresteerd voor megazwendel. Beleggers
wereldwijd gingen voor tientallen miljarden het schip door de
piramidespel-constructie. In 2009 werd Madoff veroordeeld tot een
gevangenisstraf van 150 jaar. 
 
Werkwijze
van Madoff 
Madoff bediende zich van een piramidespel-achtig soort bedrog, waarbij
oude "investeerders" hun rendement krijgen uitgekeerd uit de inleg van
nieuwe "investeerders". Dit gaat goed zolang het nieuw aangetrokken
kapitaal de uitkeringen te boven gaat. De fraudeur heeft echter wel een
goed verkopend verhaal nodig, en bovendien een zich uitbreidend netwerk
in sneeuwbalvorm. 
Een Ponzifraude wordt daarom wel een affinity fraud genoemd: het leunt
sterk op onderling vertrouwen van de deelnemers. 
 
Madoffs systeem voldeed aan beide voorwaarden; hij zorgde er bovendien
voor dat zijn uitkeringen niet al te hoog waren, zodat zijn kaartenhuis
niet te snel zou instorten. 
 De 'strategie' waarmee Madoff
zijn vehikel verkocht, bestond uit een stelsel van door middel van
opties afgedekte aandelen van de 35 meest indexgerelateerde
beursfondsen. Risico's werden verkleind door put-opties te kopen die
een minimumprijs garandeerden. In ruil hiervoor werden call-opties
geschreven (verkocht), die echter de mogelijke winsten op de aandelen
afdempten. Dat leidt tot verkleind risico, maar ook tot geringere
winstmarges. 
 
De strategie van Madoffs fonds was echter niet opzienbarend: hij keerde
rendementen uit van rond de 10%. Het opzienbarende was dat zijn fonds
vrijwel nooit verliezen registreerde: slechts drie maal in 87 maanden. 
Het netwerk dat Madoff exploiteerde was aanvankelijk dicht bij huis:
goede vrienden en sociale kringen waarin hij verkeerde, exclusieve
clubs in Florida en New York, en charitatieve instellingen. Naderhand
werd veel van het netwerk verzorgd door hedge funds en banken, die het
door hen beheerde kapitaal geheel of gedeeltelijk in Madoffs fonds
investeerden en daarvoor commissie en een percentage opstreken. 
 
Die instellingen werden dus tussenpersonen die geen vragen stelden en
meeprofiteerden van het netwerk. 
 
Madoff hoefde zelf geen contact meer te onderhouden met individuele
klanten en dat deed hij dan ook niet. Hij volstond met het verzenden
van maandelijkse staatjes van uitgekeerde bedragen en een korte uitleg
van zijn split-strike strategy. Nadere vragen ging hij stelselmatig uit
de weg. 
 
Het is tot dusverre onmogelijk te reconstrueren of Madoff zijn zwendel
vanaf het begin zo had opgezet, of dat hij pas na verloop van tijd op
zijn Ponzi-plan overging. De vroegste aanwijzingen voor fraude dateren
van het begin van de jaren '80. Op dat moment was Madoff, via zijn
beleggingskantoor, reeds een zeer gerespecteerd man op Wall Street.
  meer over
 Bernard Madoff  zie:  Wikipedia
 | 
 
 Terug naar  Inhoud 
  
 | 
 
 
 | 
 
 
 | 
 De droom-machine:  | 
 
|  Bron: Traders
 Emilio Tomasini  | 
 
Minstens een keer in zijn trading-carrière zoekt elke
trader naar de
„droom-machine“ – of hij dit nu toegeeft of niet. Maar wat is dat
eigenlijk? 
Als men hiernaar zoekt is het tenslotte belangrijk om te weten of ze
überhaupt bestaat en mocht dit het geval zijn, hoe ze eruit ziet.  We zouden ook kunnen
vaststellen dat er helemaal geen droom-machine bestaat en dat we ons
enkel inbeelden dat we iets dergelijks gevonden hebben. 
 
De droom-machine is een algoritme dat zonder een of ander risico veel
geld genereert. Als men hierover nadenkt, heeft men meestal een tool
voor ogen dat tientallen of zelfs honderde trades per dag doet – en wel
met een heel geringe drawdown en een zekere dagelijkse winst. 
Mocht het tot verliezen komen, dan verdelen we ze over de hele dag. En
omdat het algoritme vele trades per dag doet, is het eenvoudig om de
break-even te bereiken en nu en dan een aantal mooie winsten te
bereiken. 
 
 | 
 
 | 
 
 
 | 
Emilio Tomasini 
 
Emilio
Tomasini is een professionele, full time trader. Hij handelt aandelen
discretionair en is systeemhandelaar voor futures (grondstoffen,
aandelen- en obligatie-futures). Verder adviseert hij institutionele
handelaars bij het quantitatieve traden. 
Meer informatie over hem leest u op www.emiliotomasini.com. Zijn
e-mailadres is tomasini@emiliotomasini.com 
 | 
 
 
 | 
 
 | 
 
 
 
In een paar boeken vindt men een functie die de drawdown en het
rendement met het aantal trades in verbinding brengt. 
 
Het zou dan net hetzelfde zijn als men honderden trades per dag doet of
honderden trades in zijn volledige carrière. 
 
Dit betekent: wat men als actieve trader op korte termijn op een dag
ziet, ziet een trader op lange termijn in zijn gehele loopbaan. 
 
De droom-machine is nu het volgende: Ze doet talrijke intraday trades,
heeft enkel binnen een dag drawdowns en elke dag eindigt met winst. 
 
Bevalt deze machine u? 
 
Het is een high-frequency-trading-systeem. Niemand weet wat een
high-frequency-trading-systeem is, maar iedereen weet wat een
droom-machine is. 
 
Nadat we de machine gedefinieerd hebben, praten we nu over de
mogelijkheid dat ze daadwerkelijk bestaat. De eerste gedachte is of we
de droom-machine al ooit een keer in actie hebben gezien. Ik kan deze
vraag met ja beantwoorden. 
Bijvoorbeeld: Laatst hebben een paar trader-collega’s 300 000 Euro
gewonnen – met een Excel-programma dat automatisch vraag en aanbod
genereert. Uw trading-kapitaal bedroeg 100 000 Euro. Niet slecht. Dit
gebeurt echter enkel als er iets ergs op de markten gebeurt, zoals
bijvoorbeeld Griekenland dat blut raakte. Anders verdient de
droom-machine 200 tot 300 Euro per dag, dus peanuts in vergelijking met
haar succesdagen. 
 
Ongeveer 13 jaar geleden zag ik een andere droom-machine in de
derivatenmarkt. Ze kocht en verkocht aandelen-index-futures in de
50-tick-chart. Na een paar maanden ging de machine echter alweer op de
fles, hoewel haar uitvinders met meerdere 100 000 (vandaag Euro’s)
schuld achterbleven.  
 
Vandaag de dag zijn er veel software-aanbieders die producten verkopen
waarmee men een systeem met gewoonlijke indicatoren zoals de RSI of
stochastiek kan ontwikkelen en dat een ondoorzichtige logica en een
genetisch optimeringsproces vertoont. Gewoonlijk gaat het bij
dergelijke software-programma’s om de zogenaamde „Black Boxes“, die men
alleen kan gebruiken als men voldoende vertrouwen heeft in een God.
Volgens mijn ervaring kan een trader met de codes van deze systemen
echter aantrekkelijke winsten op de DAX behalen. 
 
Al bij al kunnen we vaststellen dat sommige vormen van de droom-machine
ook vandaag nog bestaan of tenminste in het verleden hebben bestaan.
Het gerucht dat er vandaag de dag high-frequency-trading-systemen
bestaan die elke dag een vermogen genereren maar die zelden in actie
worden beleefd, is onder traders alom bekend. 
 
Ik ben van mening dat men het geloof in een droom-machine nooit mag
opgeven.  Elke trader heeft dat geloof. Het is bijna een
religieus geloof, dat u een goed gevoel geeft. Gooi de droom-machine
dus niet over boord. 
 
Laat me hopen dat er op zekere dag zo’n machine bestaat die me rijk zal
maken zonder pijn en zonder drawdowns; die het geld in mijn
portefeuille schudt zoals de waterkraan dat doet met het gieten van
water in een fles. Wat zou ons tradersleven zijn zonder de hoop om op
een dag een droom-machine te vinden? " 
 | 
 
 Terug naar  Inhoud 
  
 | 
 
 
 | 
 
 
 | 
Zet
alvast in uw
agenda: 
2 april 2011
56 ste HCC Beleggen Symposium
 
Agenda
 | 
 
|  Bron: HCC Beleggen redactie  | 
 
 Terug naar  Inhoud 
  
 | 
 
 
 | 
 
 
 | 
 
 
 
 |