...

Nieuwsbrief20160301

.. Maart 2016 66ste HCC Beleggen symposium                  "Hoe te beleggen in turbulente tijden?" Wel begrijpelijk, niet verstandig CoSA en Beleggen in turbulente tijden Honkvaste beheerders met een sterk track record bestaan Gaat het hedge funds lukken te profiteren van de onrust? Beleggers moeten over de grens gaan beleggen Technische of fundamentele analyse in turbulente tijden? Beleg in aandelen die profiteren van de huidige turbulentie op de oliemarkten Actief worden binnen onze vereniging .. 66ste HCC Beleggen symposium "Hoe te beleggen in turbulente tijden?" Bron:  HCC Beleggen Inschrijving geopend We kennen een turbulente start van het beleggingsjaar. Op het komende 66ste symposium zal deze turbulentie de rode draad zijn. Moet u, zoals een van de bekende beleggingsadviseurs recent aanbeval, alles in cash stoppen of moet u juist vasthouden aan u beleggingsplan? Moet u iets geheel nieuws toevoegen aan u beleggingen zodat u een grotere diversificatie krijgt? Op deze en andere zaken zullen de sprekers, elk vanuit hun eigen invalshoek, ingaan. Ze spreken over de markt turbulentie en op manieren hoe daar mee om te gaan. Door een  diversiteit van sprekers zult u met een groot aantal, vaak van elkaar verschillende, ideeën naar huis gaan. U kunt deze dan zelf direct, afhankelijk van u eigen situatie, inpassen en toepassen in u beleggingen. Daarnaast zijn er zoals altijd ook weer een groot aantal leveranciers aanwezig die u graag wegwijs maken in de door hun geboden diensten. De locatie is verder goed geschikt om de door u in de loop van de jaren opgedane contacten aan te halen en nieuwe contacten te leggen. Kortom, zorg dat je er op 2 april bij bent; het belooft een leuke dag te worden! Sprekers o.a.: Kevin Heerema  Ishares Nederland over het bouwen van een portfolio met ETFs Ruud Smets Theta Capital over hoe hedgefunds in een portefeuille passen Johan Biesjos Milestone crowdfunding fonds over de mogelijkheden van een beleggingsfonds in crowdfunding voor uw portfeuille Niels Faassen Morningstar over hoe een nieuwe rating u kan helpen in uw fonds selectie Aat Schornagel   over hoe het gebruik van opties u kan helpen in het verbeteren van uw risico profiel Hendrik Oude Nijhuis Kingfisher Capital over hoe vaule investing een belangrijk onderdeel van uw portfolio kan zijn Mark Thijms/ Ton Straver Lynx vermogensbeheer over hoe hun vermogensbeheer optie een element van de portefeuille kan uitmaken HCC beleggen Tevens is er een algemene leden vergadering van HCC Beleggen Inschrijven Bent u HCC Lid klik hier  Bent u nog geen HCC Lid klik hier ^  Inhoud Wel begrijpelijk, niet verstandig Bron:  Hendrik Oude Nijhuis In een eerdere ‘HCC Beleggen’-nieuwsbrief heb ik er al eens op gewezen: value-aandelen presteren al een hele tijd relatief slecht. Het jaar 2015 vormde daarop zeker geen uitzondering... Een beperkt aantal aan het begin van 2015 al dure aandelen werd afgelopen jaar nog fors duurder. Dat geldt met name voor de zogeheten 'FANG'-aandelen. FANG staat voor Facebook, Amazon, Netflix en Google (tegenwoordig heet dit laatste bedrijf overigens Alphabet). Hieronder treft u het rendement in 2015 van deze vier aandelen aan. En tussen haakjes de huidige koers/winst-verhouding: Facebook +34% [81] Amazon +118% [428] Netflix +134% [319] Google +47% [30] Wat presteerde niet goed? Grondstofaandelen in het algemeen en olieaandelen in het bijzonder presteerden afgelopen jaar erg slecht. Opvallend aan het afgelopen jaar was ook dat veel bekende value-beleggers qua rendement sterk achterbleven bij de S&P 500. Dat is des te opmerkelijker wanneer u weet dat deze value-beleggers veelal niet of nauwelijks in grondstof- en olieaandelen hadden belegd. Hieronder treft u het rendement in 2015 aan van verschillende bekende value-beleggers: Bill Ackman (Pershing Square Holdings) -20,5% Bruce Berkowitz (Fairholme) -11,5% Carl Icahn (Icahn Enterprises) -15,1% David Einhorn (Greenlight Reinsurance) -20,1% Joel Greenblatt (Gotham Enhanced Return) -11,4% Mario Gabelli (Gabelli Value) -9,5% Warren Buffett (Berkshire Hathaway) -12,1% Hendrik Oude Nijhuis Auteur, oud bestuurslid HCC Beleggen en BSC Duitenberger. Oprichter Warrenbuffet.nl Hendrik Oude Nijhuis heeft Management, Economics & Law aan de Universiteit Twente gestudeerd en heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van ‘s werelds beste beleggers. Zijn bestseller over Warren Buffett is via de website http://www.warrenbuffett.nl/ gratis beschikbaar. Deze column is niet bedoeld als individueel advies tot het doen van beleggingen. Al deze bekende value-beleggers behaalden de voorbije decennia een meer dan uitstekend rendement. Maar afgelopen jaar dus niet. Allemaal bleven ze 10% tot 20% achter bij de S&P 500 (deze brede beursindex steeg afgelopen jaar 1,4%). Is verbetering in zicht? Van het gespreid in value-aandelen beleggen mag zoals u waarschijnlijk wel bekend is op termijn een bovengemiddeld rendement verwacht worden. Maar niet ieder jaar levert deze strategie een bovengemiddeld rendement op. Afgelopen jaar was daarvan een voorbeeld. Ook in 1973, 1980, 1991, 1999, 2003 en 2009 waren value-aandelen sterk achtergebleven. Maar telkens volgde een herstel waarbij value-aandelen in de 24 maanden die volgden heel sterk presteerden, zowel absoluut als relatief gezien. Voor meer inzicht in eerdere periodes waarin value-aandelen slecht presteerden en het erop volgende sterke herstel van value-aandelen verwijs ik graag naar een recente studie van John Alberg and Michael Seckler hieromtrent: http://www.advisorperspectives.com/articles/2016/02/01/now-is-the-time-for-value-to-outperform-growth Een belangrijke reden voor het feit dat value-beleggen op langere termijn zo goed werkt is dat deze strategie juist niet ieder jaar werkt. Een strategie die 'altijd' werkt gaat op de beurs al heel snel aan eigen succes ten onder. Bij een strategie die soms werkt en soms niet is de kans veel groter dat beleggers tussentijds gedesillusioneerd raken en afhaken. Dat is begrijpelijk, maar niet verstandig. ^  Inhoud CoSA en Beleggen in turbulente tijden Bron:  Hcc Beleggen CoSA-werkgroep In eerdere artikelen hebben we besproken dat onze werkgroep zich ten doel stelt op basis van een brede set van criteria aandelen te selecteren die interessant zijn voor de belegger. Daarbij onderscheiden we op dit moment twee categorieën aandelen: KoersGroei-aandelen en DividendGroei-aandelen. Later zullen we nog een derde categorie nl. DividendHerbeleggen toevoegen. Op dit moment volgen we 106 Europese aandelen en 376 aandelen genoteerd in de VS. We streven naar een uitbreiding van dit bestand met minstens 50 Europese dividendaandelen. Welke rol kan onze advisering spelen in de turbulente tijden die we nu op de beurzen meemaken? We merken daarover allereerst op – waarschijnlijk voor de lezer van deze Nieuwsbrief ten overvloede - dat goed beleggen meer inhoudt dan het kiezen van aantrekkelijke aandelen. Zaken als AssetAllocatie, Moneymanagement en Risico beheersing zijn eveneens essentieel voor het behalen van goede resultaten. Wij zijn echter van mening dat het buiten onze specifieke deskundigheden valt om diepgaand op deze onderwerpen in te gaan. We nemen aan dat in deze Nieuwsbrief andere schrijvers deze onderwerpen zullen behandelen. We merken echter wel op dat het verkeerd is om bijvoorbeeld pas te gaan nadenken over risicobeheersing op het moment dat je met turbulenties wordt geconfronteerd. Juist als de beurzen zich rustig en schijnbaar voorspelbaar gedragen is het zaak om te bepalen welke risico’s je kunt (ver)dragen. Je bereidt je dan goed voor op koersdalingen die zich op enig moment zullen voordoen. Verschillen tussen KoersGroei(KG) en Dividendgroei(DG) aandelen Allereerst merken we op dat wij het kopen van aandelen beschouwen als een investering voor de lange termijn. Denk daarbij aan een periode van tenminste 5 jaar. In die periode moet je opgaande en dalende markten verwachten, maar de geschiedenis leert dat kwaliteitsaandelen op de lange duur een aantrekkelijk rendement bieden. De NAIC-methode wordt reeds 60 jaar toegepast en heeft een goed trackrecord. Uitgaande van wat het doel is van het beleggen, wordt bepaald welk deel van het te beleggen kapitaal geïnvesteerd zal worden in aandelen en is het verstandig nader te bepalen hoe de investeringen verdeeld zullen worden over KG- en DG-aandelen. KG-aandelen zijn gevoeliger voor koersvariaties, maar daar staat tegenover dat deze aandelen op de (middel)lange termijn gemiddeld een hoger rendement leveren. Het rendement van een investering in KG-aandeel wordt bepaald door de actuele koers te vergelijken met de aankoopkoers. DG-aandelen hebben een andere karakteristiek. Zij zijn minder gevoelig voor koersfluctuaties en indirect risicomijdend daar de uitkerende bedrijven door hun dividendbeleid de aandeelhouders beter en langer aan zich binden. Bovendien is het uitkeren van periodieke dividenden voor aandeelhouders het meest betrouwbare signaal over het welzijn van een bedrijf en het gevoerde beleid, betrouwbaarder dan de winst per aandeel(WpA) bijvoorbeeld. Het rendement van DG-aandelen wordt bepaald door de netto dividendopbrengsten daar deze uitsluitend worden gerelateerd aan de aankoopkoers en derhalve niet afhankelijk zijn van later negatief of positief koersverloop. Een belangrijk verschil tussen KG-en DG-beleggen is, dat bij koop van DG-aandelen ten behoeve van het verkrijgen van extra inkomsten door dividenduitkeringen, primair gelet wordt op dividendgroei en minder op koersgroei, terwijl bij KG-aandelen primair  gelet wordt op koersgroei en minder op dividenduitkeringen. Het maakt daarom DG-aandelen minder kwetsbaar in turbulente tijden. Afhankelijk van de eigen risico gevoeligheid is het raadzaam om te bepalen welke verdeling over KG- en DG-aandelen acceptabel is. Maar daarbij spelen natuurlijk meer factoren mee: Hoe ver ligt je beleggingshorizon, wil je extra inkomsten uit de belegging in aandelen e.d. Kansen voor Langetermijn belegger tijdens recessieachtige perioden De analyses van CoSA zijn voor wat betreft KG-aandelen gebaseerd op de NAIC-methode, besproken in een eerder artikel. Een van de ratio’s die aangeeft of een aandeel koopwaardig is, is de Winst/Verlies-verhouding(W/V). Deze ratio moet groter dan 3 zijn, wil een KG-aandeel koopwaardig zijn. Dan is de winstverwachting dus 3 keer groter dan de ‘kans’ op verlies. In recessieachtige perioden kan de Langetermijnbelegger hiervan profiteren door de lage instapkoersen die dan voorkomen. M.a.w. de NAIC-methode verhoogt de koopwaardigheid middels de W/V-verhouding. Samenvatting Wat in turbulente tijden de beste wijze van beleggen is, is bij lange termijn beleggen vooral een kwestie van hoe risicobestendig of risicomijdend een belegger persoonlijk is. Omdat het bij DG-beleggen vooral gaat om dividenduitkeringen die niet worden beïnvloed door positieve en negatieve koersen zolang het bedrijf kwalitatief goed is, is dat de beste manier vanwege de hiervoor aangegeven impliciete risicobeperking. Risicobestendige beleggers die de tijd hebben om de storm uit te zitten kunnen KG-aandelen aanhouden vanwege de hogere netto opbrengst. Werkgroep CoSA Onze werkgroep telt op dit moment drie leden. Dat is strikt genomen te weinig om de reguliere werkzaamheden uit te voeren en de ambities voor uitbreiding van onze advisering en service waar te maken. We zijn dan ook op zoek naar enthousiaste mensen die de werkgroep mee willen versterken. Indien u overweegt een bijdrage te leveren dan verzoeken we u contact op te nemen met onze voorzitter. Hij geeft graag een nadere toelichting. Zie zijn email genoemd in de volgende alinea. Indien u meer wilt weten over de activiteiten van CoSA, kunt u de voorlopige CoSA-webpagina (klik hier), raadplegen of contact opnemen met de voorzitter: Jan van der Meulen via RegularLabs.EmailProtector.unCloak("ep_b4ed9957");RegularLabs.EmailProtector.unCloak("ep_58f392c5", true); U kunt zich met hetzelfde mailadres aanmelden voor het ontvangen van informatie, zoals de wekelijks verschijnende CoSA-nieuwsbrief en voor het verkrijgen van toegang tot de voor CoSA-leden beschikbare Europese CoSA/SSG-verzameling. ^  Inhoud Honkvaste beheerders met een sterk track record bestaan Bron:  Jeffrey Schumacher cfa, Morningstar, Jeffrey Schumacher CFA, Senior Fondsanalist bij Morningstar Benelux na zijn opleiding aan de VU Amsterdam en het behalen van het certificaat Chartered Financial Analyst (CFA) aan het CFA Institute is hij vanaf juni 2011 als Senior Fund Analyst werkzaam bij Morningstar. Daavoor  was hij van 2006 tot 2009 werkzaam bij Theodoor Gilissen Bankiers als Equity/Commodity Analyst en aansluitend tot juni 2011 werkzaam als Vermogensbeheerder Services / Fund Trading bij SNS Securities. Beleggen is een zaak van de lange termijn, maar fondsmanagers zitten gemiddeld slechts vier jaar op hun plek. Toch zijn er fondsen met beheerders die een lange staat van dienst hebben. En dat loont, blijkt uit enkele voorbeelden. Beleggen is voor de lange termijn. Dat betekent dat u uw beleggingsfonds selecteert met de verwachting dat het fonds over een volledige marktcyclus (5-10 jaar) beter presteert dan concurrenten en/of de benchmark. U rekent uw fondsbeheerder dan ook af op de gerealiseerde langetermijnprestaties. Uit data van Morningstar blijkt echter dat de gemiddelde fondsbeheerder slechts 4 jaar op zijn plek zit. Dat geeft een beheerder relatief weinig tijd om zijn strategie te laten werken en zijn kwaliteiten aan te tonen. Managerwissel leidt tot kortetermijnhandelen Daarnaast werkt het ook bij beleggers kortetermijnhandelen in de hand, want iedere managerwissel is een reden om het fonds grondig te analyseren en te kijken wie de nieuwe beheerder wordt en in hoeverre het beleggingsproces onder de nieuwe manager verandert. Het zou goed kunnen dat u minder vertrouwen heeft in de nieuwe beheerder of dat het fonds zodanig van strategie verandert, dat het niet meer in uw portefeuille past. Het verkopen van de positie is dan een logisch gevolg, waarmee de langetermijngedachte van beleggen eveneens overboord gaat. Meerwaarde door lange staat van dienst Er zijn echter ook beleggingsfondsen waarbij de beheerder een lange staat van dienst kan overleggen, en die tevens zijn meerwaarde op de lange termijn heeft aangetoond. Wanneer we in de Morningstar database de fondsen eruit filteren waarvan de langstzittende beheerder minimaal 10 jaar aan het roer van het fonds staat, waarbij het fonds op zowel 5- als 10-jaars rendementen tot de beste 20 procent van zijn categorie behoort en een positieve Morningstar Analyst Rating heeft, dan komen er een aantal interessante fondsen naar boven. Deze fondsen bewijzen dat het loont om voor een langdurige periode dezelfde fondsmanager te hebben die een langetermijnaanpak hanteert: Invesco Invesco Pan European Structured Equities beschikt over een Silver rating en vijf sterren. Het fonds verslaat over 5 jaar gemeten 98 procent van zijn concurrenten en over 10 jaar 99 procent. Michael Fraikin is sinds juni 2002 de beheerder en wordt sinds 2007 bijgestaan door Thorsten Paarmann. Het systematische proces en de beperkte volatiliteit zijn volgens Morningstar de grootste kracht van het fonds. Het fonds is dankzij de uitstekende prestaties een van de finalisten voor de Morningstar Award 2015 in de categorie Aandelen Europa. Vontobel Vontobel Emerging Markets is al jaren een van Morningstar’s favoriete beleggingsfondsen voor opkomende markten. Ook dit fonds combineert een Silver rating met vijf sterren. Sinds 1997 staat dit fonds onder leiding van Rajiv Jain. Over vijf jaar gemeten laat het 99% van zijn concurrenten achter zich en in de afgelopen 10 jaar 96 procent. In de moeilijke jaren voor opkomende landen (2008, 2011-2015 m.u.v. 2013) heeft dit fonds zijn toegevoegde waarde bewezen. De focus op degelijke, stabiel groeiende bedrijven en een voorkeur voor defensieve namen heeft dit fonds geen windeieren gelegd. Comgest Comgest Growth Europe is ook een voorbeeld van een fonds dat dankzij een ervaren en stabiel team uitstekende langetermijnresultaten heeft behaald. Laurent Dobler, Arnaud Cosserat en Franz Weis hebben meer dan 25 jaar ervaring en werken meer dan 10 jaar samen. De gedisciplineerde zoektocht naar kwaliteitsgroei aandelen die uitmondt in een geconcentreerde, met overtuiging beheerde portefeuille, heeft over 5 jaar gemeten 98 procent van de categoriegenoten verslagen en 93 procent op een 10-jaars horizon. Het fonds is volgens Morningstar een van de beste in zijn categorie en heeft een Gold rating en vijf sterren. Templeton Als er een fonds is waarvoor beleggers een langere horizon moeten hanteren, dan is het wel Templeton Global Bond. Dit door Michael Hasenstab beheerde obligatiefonds deinst er niet voor terug om significante tegendraadse posities in te nemen. Ierse en Hongaarse obligaties tijdens het dieptepunt van de eurocrisis en Oekraïense obligaties in 2014 zijn voorbeelden van risicovolle posities die het fonds aangaat. Dit kan betekenen dat het fonds op korte termijn achterblijft, maar op de langetermijn heeft Hasenstab met zijn gedurfde positionering veel waarde gecreëerd. Over vijf jaar gemeten verslaat het 87 procent van zijn categoriegenoten, tegenover 96 procent over een 10-jaars horizon. Het fonds heeft een Silver rating en vijf sterren. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de fondsen die aan de gestelde criteria voldoen: ^  Inhoud Gaat het hedge funds lukken te profiteren van de onrust? Bron:  Ruud Smets, Theta Capital Management  Ruud Smets Portfolio manager, Theta Capital Management B.V. Ruud is sinds 2005 werkzaam bij Theta als portfolio manager van de hedge fund mandaten. Ruud heeft een brede beleggingsachtergrond met een specialisatie in hedge funds. Voordat Ruud de overstap naar Theta maakte, werkte hij bij NIBC en FundPartners. Ruud heeft Master diploma’s in Investment Theory en Information Technology, beide van Tilburg University. Ruud is sinds 2002 een Chartered Alternative Investment Analyst (CAIA).              http://www.legendsfund.nl/ 2014-2015 was niet de periode voor hedge funds om zich te onderscheiden Het is de laatste jaren niet gemakkelijk geweest voor hedge funds om onderscheidende rendementen te behalen. De liquiditeit die centrale banken in het systeem pompten vond zijn weg in steeds speculatievere beleggingen op zoek naar dat kleine beetje extra rendement. Voor beleggers met een goed oog voor waarderingen niet interessant, maar shorten was tegelijkertijd een gevecht tegen de centrale banken en daardoor een pijnlijke strategie. In de periode 2014-2015 behaalde het Legends Fund, dat investeert in een selectie van de meest vooraanstaande hedge funds, dan ook slechts een totaal rendement van 4.20%. Dit was weliswaar wat beter dan de 2.78% voor wereldwijde aandelenmarkten, maar bleef verre van de hoge rendementen die deze sterbeleggers in het verleden wisten te behalen. Een periode om ongelukken te voorkomen Met het afbouwen van de monetaire verruimingsoperaties in de Verenigde Staten en de sterke dalingen van grondstoffenprijzen sijpelt de liquiditeit nu weer langzaam uit het systeem (zie plaatje beneden) en dat laat een spoor van vernieling achter. Zo hebben inmiddels de verliezen in kredietmarkten ertoe geleid dat een aantal fondsen hun deuren moesten sluiten omdat ze niet konden voldoen aan de onttrekkingsaanvragen van hun beleggers die met dagelijkse ‘liquiditeit’ participeerden. Waar zagen we dit eerder… En de pijn blijft niet beperkt tot de kredietmarkten. We hebben in deze periode ook een enorme daling gezien in olie en andere grondstoffenprijzen, in de aandelenprijzen van daaraan gerelateerde bedrijven, in de valuta en aandelenmarkten van opkomende landen, in value aandelen en segmenten van de markt waar twijfel is ontstaan over de groeimogelijkheden zonder de beschikbaarheid van goedkope leningen. Figure 1 wereldwijd FX reserves piekten in 2014 toen de US Fed begon met ‘tapering’ en grondstoffenprijzen daalden Hedge Funds kunnen hiervan profiteren Het zijn dit soort bewegingen en de beleggerspaniek die ze veroorzaken die de toekomstige rendementen in zich dragen voor de geduldige belegger met een gedisciplineerd beleggingsproces. En de meest succesvolle onder dit soort beleggers werken typisch vanuit een hedge fund structuur. Met hun vrije mandaten hebben hedge funds niet dezelfde beleggingsdruk als long-only beleggers die een benchmark volgen en zijn ze in een positie om juist contrair beleggen. Wel is het goed zoeken naar de selecte groep hedge funds die de forse vergoedingen daadwerkelijk verdienen. Het Legends Fund investeert in 11 van de meest vooraanstaande hedge funds. Zoals de naam doet vermoeden bestaan deze fondsen al lang (gemiddeld 18 jaar) en hebben ze zich lange tijd onderscheiden (gemiddeld 2x het rendement van aandelen met de helft van de volatiliteit). Ze beheren in de eerste plaats hun eigen geld, en laten slechts selectief externe beleggers toe, meestal vanaf minimumbedragen van USD 5-10miljoen. Het Legends Fund heeft toegang tot deze fondsen en stelt middels haar beursnotering kleinenere beleggers in staat mee te beleggen in deze interessante beleggingscategorie. ^  Inhoud Beleggers moeten over de grens gaan beleggen Bron:  Ronald Kok, Analist.nl Ronald Kok (RBA)  Financieel analist, entrepeneur en uitgever van o.a. Analist.nl Na zijn economie opleiding aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, VBA aan de VU  Universiteit van Amsterdam bleef hij zich verder specialiseren w.o. EFFAS , en  focust hij zich nu vooral op financiële analyse en de praktische toepasbaarheid van beleggingsstrategieën. Zijn aandachtsgebieden zijn vooral de Amerikaanse en Europese aandelen. Daarnaast focust Ronald zich ook op derivatenstrategieën, asset-allocatie en risicomanagement. Helaas zien wij nogal altijd een enorme ‘home-bias’ bij onze lezers. Het zijn nog maar al te vaak de Nederlandse aandelen zoals TomTom, ING en Shell die het populairste zijn bij de Nederlandse beleggers. Bij onze Belgische site Analist.be zien we dat uiteraard de Belgische hoofdfondsen zoals KBC en AB Inbev veel bekeken worden maar toch ook dat de Belgische beleggers meer naar de internationale aandelen kijken dan wij. Hogere risico’s en minder kansen Anno 2016 is het in onze ogen eigenlijk al jaren krankzinnig dat de Nederlandse belegger voornamelijk naar de aandelen van het Damrak blijft kijken. De Nederlandse belegger dupeert hiermee direct zijn portefeuille door zo een hoger risico te krijgen; want hij spreidt immers minder door vooral aandelen van 1 beurs te kopen. Maar daarnaast beperkt hij zijn beleggingsuniversum enorm en mist hij dus veel ondergewaardeerde aandelen. U kunt dit zien als de voetbalmarkt: Nederlandse clubs kopen ook niet alleen Nederlandse voetballers en kijken ook over de grenzen. Het is onze ogen bizar dat de Nederlandse beleggers hier nog zo schuw/kortzichtig mee zijn. 10 jaars rendementen Europese en Amerikaanse aandelen (excl. dividenden) De bovenstaande grafiek toont de rendementen van bijna alle Amerikaanse, Europese en Russische aandelen per land gelijk gewogen over de afgelopen 10 jaar. Via het gelijk wegen van de rendementen tellen alle aandelen dus evenveel mee. Kleinere aandelen wegen dus even zwaar als hele grote. Dit is natuurlijk enigszins arbitrair maar anderzijds biedt een kapitaalsgewogen index zoals de AEX-index of de S&P 500 ook een zeer krom beeld. Zo wegen bij de AEX-index de 3 aandelen Shell, ING en Unilever enorm zwaar en de overige 22 een stuk minder. Dito geldt voor de S&P 500 waarbij 20 aandelen de hele index domineren. Nederlandse aandelen afgelopen 10 jaar slechter dan bankrekening Door het gelijk te wegen van de aandelen zijn we in onze ogen wat realistischer bezig. We zien in de grafiek dat de Nederlandse aandelen over de afgelopen 10 jaar gemiddeld 2,05 procent in totaal hebben opgeleverd. Op jaarbasis is dit dus een fractioneel rendement dat nog veel minder is dan wanneer u uw geld op de bank had gezet. Wij moeten onderkennen dat dit in het beleggingswereldje ‘not done’ is om te zeggen maar het is wel de waarheid. Het gemiddelde rendement van het internationale aandeel lag over de afgelopen 10 jaar op een plus van 22,4 procent. Sterke plussen zien we vooral in Scandinavië en in het bijzonder Rusland. Uiteraard moeten we vermelden dat dit de rendementen zijn voor valuta-correcties. Maar aangezien valutaschommelingen uiteraard ook in uw voordeel kunnen zijn hebben we hier niet voor gecorrigeerd. Forse verliezen zien we bij de Griekse, Oekraïense, Spaanse en Italiaanse aandelen. Om beleggers minder schuw te maken en meer bekend te maken met de voordelen van het over de grens beleggen organiseren wij diverse seminars in het land. Wij houden de seminars op maandagavond 7 maart in De Bilt, donderdagavond 17 maart in Assen en donderdagavond 31 maart in Best. Wij behandelen dan vooral het gebruik van aandelen- en optiescreeners, de ins- en outs van indexbeleggen het schrijven van gedekte callopties. Zie voor meer informatie op onze seminar pagina op Analist.nl U kunt zich voor de seminars aanmelden door te mailen naar RegularLabs.EmailProtector.unCloak("ep_4e2aa1aa");. ^  Inhoud Technische of fundamentele analyse in turbulente tijden? Bron:  Ben van den Anker De strijd tussen fundamentele en technische analyse heeft voor- en tegenstanders diep ingegraven in de stellingen. Kort en simpel gezegd; technische analyse onderzoekt bewegingen van de prijs van een onderliggende waarde en gebruikt deze data om toekomstige bewegingen te ‘voorspellen’. Fundamentele analyse onderzoekt economische indicatoren gerelateerd aan de onderliggende waarde. De ravage die we in de laatste maanden meemaken kent zijn gelijke niet en zowel fundamentele als technische analisten worstelen met de interpretatie. Aandelen van Deutsche Bank bijvoorbeeld noteerden op vrijdag 5 februari €15.46 euro; dinsdag 9 februari 13.09. Een daling van ruim 15% op de meest ongunstige ‘spread’. De volgende dag steeg de koers ruim 18%. Op 10 februari werd €15.43 bereikt, waarna op 11 februari de €13.14 aangeraakt werd. Een daling van ruim 14%. Nu geloof ik veel, maar niet dat er binnen een vijftal handelsdagen zoveel fundamenteels veranderd dat het een waardestijging en waardedaling en waardestijging ….van een bedrijf van meerdere miljarden verklaart…. Dat het aandeel zich gedurende deze vijf handelsdagen uiteindelijke weer rond de beginwaarde stond helpt het geloof in de fundamentals ook niet. Ben van den Anker (1976) is schrijver / columnist en lid centrale directie aan het Candea College Hij heeft zijn PhD in Business & Management tijdens een negenjarig verblijf in Zuidoost Azië aan de International Graduate School of Business (University of South Australia) behaald. Hij is auteur van het boek The perceived role of Host Country Nationals in Expatriate Adjustment (2010, Ben van den Anker). Zijn onderzoek richt zich met name op de rol van cross-culturele interactie in het functioneren van expatriates. Daarnaast is hij voor de International Business Review revisor voor wetenschappelijke artikelen op het snijvlak business en management. Nu zijn er redenen te vinden waarom de koers plotseling steeg (aangekondigde aankoop eigen obligaties onder par), maar veel onrust (het ‘jo jo-en’) blijft onverklaarbaar. De markt blijft veel onzekerheid zien, ondanks gematigd positieve macro-economische signalen. De groei in de Eurozone houdt volgens het CBS aan en rechtvaardigt de chaos op de beurzen niet. Hetzelfde kan voor de groei in de U.S. en U.K. gezegd worden1). De arbeidsmarkt bevindt zich aan onze en de andere kant van de oceaan nog niet aan de grenzen van het mogelijke en groeit jaarlijks. Kortom, alhoewel het allemaal wat minder met de groeivooruitzichten gaat, zie ik een recessie nog niet aankomen. Als een ‘fundamentalist’ zijn er in deze turbulente tijden een aantal technische indicatoren die mogelijk van waarde kunnen zijn voor korte termijn trades. Een tweetal indicatoren laat ik hier kort de revue passeren. De On Balance Volume indicator registreert momentum en gebruikt volume om wijzigingen in de prijs te voorspellen. In 1963 werd de theorie ontwikkeld door Joe Granville in zijn boek ‘Granville’s New Key to Stock Market Profits’. Het idee erachter is simpel; wijzigingen in volume zijn een voorbode voor prijswijzigingen (conform de economische wet van vraag en aanbod). De OBV is gelijk aan de vorige dag als de koers niet wijzigt t.o.v. voorgaande dag. Bij stijgende koersen wordt het OBV van de vorige dag plus dagvolume gebruikt. Hetzelfde geldt bij dalende koersen. Bij stijgende koersen (accumulatie) stijgt de OBV, bij dalende koersen (distributie) daalt de OBV. Het kunstje zit er dan in divergentie tussen OBV en de prijs te observeren om hiermee prijsbewegingen te voorspellen. Nu zal dit voor de lange termijn belegger niet zo relevant zijn, maar OBV in combinatie met andere technische indicatoren kunnen een duidelijke indruk geven van koop- en verkoopdruk. Een tweede interessante momentum indicator is de Relatieve Sterkte Index. De slotkoers van iedere dag wordt vergeleken met de slotkoers van de vorige dag. Het verschil tussen de koersen wordt opgeteld en de som van deze stijgingen gedeeld door het aantal dagen van de berekening2). De RSI wordt op een schaal van 0 – 100 afgebeeld, waarbij banden geplaatst worden op 30 en 70. Als de RSI boven de 70 staat wordt aangenomen dat het aandeel overgewaardeerd is (overbought) met kans dat het aandeel gaat dalen. Dit geldt omgekeerd voor waarden onder de 30. Onderstaande grafiek demonstreert dit principe (in rood) bij het valutapaar GBP/USD. Bron: http://www.markets.com/nl/education/technical-analysis/math-indicators.html    Nadelen zijn dat volumes geen rol in de berekening spelen, net zoals de spread. De werkelijkheid is dus ook bij dit model complexer. De Money Flow Index kan hier wellicht uitkomst bieden; zowel prijs als volume worden ingezet om koop- en verkoopdruk te bepalen. Een combinatie van RSI en OBV biedt echter ook meer ‘diepte’. Moraal van het verhaal; het kan interessant zijn te onderzoeken welke waarde een ‘mariage’ van technische en fundamentele indicatoren heeft om deze complexe wereld (op kortere termijn..) te begrijpen. Alhoewel 2016 de slechtste beursstart ooit wordt genoemd3), biedt deze turbulentie tegelijk kansen om meer aandelen voor minder geld aan te schaffen. Misschien is deze jaarstart dan zo slecht nog niet…. 1) http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/macro-economie/publicaties/artikelen/archief/2016/groei-economie-eurozone-q4.htm 2) RSI: 100 – (100 / 1+RS) 3) http://www.rtlnieuws.nl/economie/home/slechtste-start-van-de-beurs-ooit ^  Inhoud Beleg in aandelen die profiteren van de huidige turbulentie op de oliemarkten Bron:  Gerard Jager / AdvanceBeleggen.nl Vopak (gunstige jaarcijfers 2015 en vooruitzichten in 2016) Euronav (idem plus 14,3% dividend rendement) Investeren in oliefondsen is geen defensieve aandelenbelegging meer bij de huidige lage olieprijs. Dat geldt ook voor de meeste oliegerelateerde fondsen. De oorzaken zijn bekend. Positieve uitzonderingen zijn er ook. Waarom en voor welke fondsen precies? De tankersector doet op dit moment aan “slow steaming”. Dat gebeurde ook al in de jaren 2011 tot 2014 toen er een forse overcapaciteit was. Twee voordelen. Langzamer varen leverde brandstofbesparing op. Bovendien was er daardoor minder overcapaciteit. Op dit moment gebeurt dat weer maar om een andere reden. Deze keer op verzoek van hun klanten – de grote oliemaatschappijen -  die de schepen gebruiken om hun enorme hoeveelheden aangeboorde olie zo lang mogelijk op te slaan bij de huidige lage olieprijs, in de verwachting om bij latere aflevering er meer geld voor te ontvangen. De WTI oliefutures  doen op dit moment “contango”. Dat wil zeggen, de prijzen voor levering later dit jaar zijn hoger dan de leveringen op korte termijn. Zo doen de april futures $ 32,84 , de mei futures  34,65 , november: $ 39,04 en de februari 2017: $ 40,38 Opslag van olie speelt ook Vopak, met haar vele opslagterminals wereldwijd, in de kaart. De vorige week gepubliceerde resultaten over 2015 overtroffen de verwachtingen van analisten. Vooral de goede bezetting in Azië en Zuid Amerika was een verrassing. Ook voor 2016 is Vopak positief gestemd. Zo verwacht zij onder meer een bezettingsgraad die hoger is dan 90%. (in 2014 en 2015 resp. 88 en 92%). Het dividend over 2015 wordt verhoogd van € 0,90 naar € 1,- . Vopak hoopt ook te profiteren van het in december opgeheven exportverbod op Amerikaanse olie. Over 2015 steeg de omzet van Vopak met 5% tot 1,386 mrd euro. De nettowinst nam met 11% toe tot 325,2 mln euro dankzij krachtig winstherstel in het vierde kwartaal. Na een periode van teleurstellingen in de jaren  2014 en 2015 als gevolg van opgetreden verzadiging in tankopslag in Europa en Azië, zouden beleggers vanaf heden wel eens de nodige  fantasie kunnen zien in het aandeel Vopak. Naar mijn oordeel zou de koers bij een beetje vraag naar het aandeel in de loop van dit jaar  terug kunnen keren naar de vorige top van 55 euro van begin 2015. Dat is een plus van 33%. Euronav: 80% van de winst wordt uitgekeerd; dividendrendement 14,3% Op 16 februari kopte Het Financieele Dagblad:  “Europa wil af van dominantie Gazprom bij import van gas”. EU-lidstaten zouden elkaar moeten gaan helpen bij grote schommelingen in vraag en aanbod van gas. Natuurlijk is daar veel voor te zeggen. Sterker nog, eigenlijk wil Europa niet meer afhankelijk zijn van de grillen van president Poetin. Eerder geplande aanleg van pijpleidingen van Rusland naar Europa staan voor een groot deel op de tocht. Turkije is al helemaal geen vriend meer van Rusland. Alternatief: import van olie en gas uit andere landen in de wereld. Daar heb je dan wel veel tankers voor nodig. Het Belgische Euronav bezit liefst  56 grote schepen, waarvan twee (VLCC giganten) in aanbouw. Ook Euronav doet op dit moment aan “slow steaming”, zoals hierboven beschreven. Gunstig voor de inkomsten voor deze rederij. Evenals Vopak publiceerde Euronav goede vierde kwartaalcijfers (op 28/1). De rederij voorziet ook in 2016 flinke fluctuaties in de tarieven van olietankers, maar per saldo zeer winstgevend. Als gevolg van de aankoop van nieuwe schepen steeg de omzet van Euronav van 474 mln dollar over 2014 naar 846 mln  over 2015.  De nettowinst kwam uit op 350 mln dollar over 2015 versus 46 mln verlies in 2014. Op 26 januari heeft Euronav 500.000 eigen aandelen ingekocht tegen een koers van € 9,53 en sluit de kans niet uit hiermee door te gaan in de toekomst. Advies: kopen zodra de koers uitgebodemd is. Wel met de kanttekening dat het hier om een speculatiever aandeel gaat dan Vopak. ^  Inhoud Actief worden binnen onze vereniging Bron: Redactie HCC Beleggen De HCC Beleggen organiseert een aantal activiteiten. De bekendste activiteiten die wij organiseren zijn de beleggerssymposia, die we tweemaal per jaar houden in De Bilt, de regiogroepen en deze nieuwsbrief. Een toenemend aantal mensen wil ook aktief meedoen. En dat Kan. Voor de organisatie van onze symposia zijn wij voortdurend op zoek naar mensen die een bijdrage willen leveren aan de totstandkoming hiervan. Het is niet alleen leuk om dergelijke evenementen te organiseren, maar het is ook een ideale gelegenheid om je netwerk uit te breiden met interessante contacten. -- Redactieleden gezocht -- Voor de nieuwsbrief en de website zijn wij dringend op zoek naar mensen die het aandurven een column, een  artikel of een recensie te schrijven en/of mede de nieuwsbrief en website willen beheren. Zonder deel uit te maken van de organisatie kunt u vanzelfsprekend ook meedoen aan één van de Regio- of Belangstellingsgroepen. Maar ook andere dingen doen zoals het geven van een aardige lezing,  met anderen handelsstrategieën uitwerken, software onder de knie krijgen of gewoon een groep vormen waarmee je samen de markt analyseert/bespreekt, behoort tot de mogelijkheden. Ben jij enthousiast en denk je dat een vrijwilligersfunctie jou op het lijf geschreven is, neem dan per email contact op met het HCC Beleggen bestuurRegularLabs.EmailProtector.unCloak("ep_0bc1d4f3", true);  of met de redactieRegularLabs.EmailProtector.unCloak("ep_becaf70e", true);  ^  Inhoud | HCC beleggen Website | HCC beleggen Vacatures | AdverterenRegularLabs.EmailProtector.unCloak("ep_c9858962", true); | Forum | Downloads  Disclaimer: Deze publicatie komt tot stand op de redactie van beleggersonline.nl de website van de HCC IG Beleggen. Noch de mate waarin de berichten, voorgestelde scenario’s, risico’s en voorspellingen de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De voorspellingen zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies. De schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur van de HCC IG Beleggen en/of de Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet aansprakelijk voor eventuele verliezen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren, behaalde resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de toekomst. ^  Inhoud

29 februari 2016

...

Nieuwsbrief20160201

.. Februari 2016 66ste HCC Beleggen symposium Afzetprijzen industrie lager maar producenten blijven positief 2016 wederom jaar van small- en midcaps? Enkele actuele quotes van Warren Buffett Groen licht voor een sterker IMF Kansen na harde koersdalingen Azie Te weinig informatie over fondsbeheerders Wat wilt u doen binnen onze vereniging? .. Hoe te beleggen in turbulente tijden? Dit beleggingsjaar kenmerkt zich door een turbulente start. Op het komende 66ste symposium zal deze turbulentie de rode draad zijn. Wilt u, zoals een van de bekende beleggingsadviseurs recent aanbeval, alles in cash stoppen of moet u juist vasthouden aan uw beleggingsplan? Of wilt u iets geheel nieuws toevoegen aan u beleggingen zodat u een grotere diversificatie krijgt? Op deze en andere zaken zullen de sprekers, elk vanuit hun eigen invalshoek, ingaan. Ze spreken over de markt turbulentie en op manieren hoe daar mee om te gaan. Door een  diversiteit van sprekers zult u met een groot aantal, vaak van elkaar verschillende, ideeën naar huis gaan. U kunt deze dan zelf direct, afhankelijk van uw eigen situatie, inpassen en toepassen in uw beleggingen. Ook zijn er zoals altijd weer een groot aantal leveranciers aanwezig die u graag wegwijs maken in de door hun geboden diensten. Als altijd is het HCC Beleggen symposium in De Bilt bij uitstek geschikt, mede door de locatie, om de door u in de loop van de jaren opgedane contacten aan te halen en nieuwe contacten te leggen. Zet alvast in uw agenda:   2 april 2016 66 ste HCC Beleggensymposium ^  Inhoud Afzetprijzen industrie lager maar producenten blijven positief Bron:  CBS De afzetprijzen van de Nederlandse industrie waren in december 5 procent lager dan in december 2014.  De prijsdaling van olie op jaarbasis was in december wat kleiner dan in november. Het vertrouwen van de industriële ondernemers is in januari licht toegenomen. Sinds oktober 2014 hebben positief gestemde ondernemers de overhand. Afzetprijzen industrie lager In november 2015 waren de prijzen bijna 7 procent lager dan een jaar eerder. Opnieuw waren vooral de olieprijs en de prijzen in de aardolie-industrie sterk gedaald, aldus CBS. Lagere olieprijzen, lagere afzetprijzen De olieprijs is sinds 2013 bijna onafgebroken lager dan een jaar eerder. In december kostte North Sea Brent olie bijna 36 euro per vat. Dat is 30 procent minder dan in december 2014. In november kostte een vat olie bijna 43 euro, 33 procent minder dan een jaar eerder. Producten van de aardolie-industrie waren in december 24,4 procent goedkoper dan in december 2014. Een maand eerder was de prijsdaling 28 procent. Het prijsverloop in deze sector is sterk gecorreleerd aan de prijsontwikkeling van ruwe aardolie. Exclusief de aardolie-industrie komt de prijsdaling in de industrie uit op 2,4 procent. De prijzen van de producten van de chemische industrie waren 9,4 procent lager dan een jaar eerder. Producten van de voedingsmiddelenindustrie waren ruim 1 procent goedkoper dan een jaar eerder. Verder waren de prijzen van de producten van de basismetaalindustrie bijna 5 procent lager. Ook metaalproducten waren in december wat goedkoper dan een jaar eerder. Daarentegen waren producten van de machine-, de auto- en de kunststof- en rubberindustrie iets duurder dan een jaar eerder. De acht genoemde bedrijfsklassen in de grafiek zijn samen goed voor 80 procent van de industrie. Producten industrie in december goedkoper dan in november Bezien van maand op maand daalden de afzetprijzen van de industrie. In december waren producten van de industrie gemiddeld 2,2 procent goedkoper dan in november. De prijzen op de buitenlandse markt daalden met 2,6 procent wat sterker dan de prijzen op de binnenlandse markt (-1,9 procent). De olieprijzen daalden in december aanzienlijk ten opzichte van november. Producenten blijven positief Ze waren vooral positiever over de voorraden en de orderportefeuille. De indicator van het producentenvertrouwen ging van 3,0 in december naar 3,2 in januari. De producenten in de hout- en bouwmaterialenindustrie zijn het meest positief. Het vertrouwen van de industriële producenten ligt nog steeds ruim boven het gemiddelde van de afgelopen twintig jaar (0,4). Het vertrouwen van de ondernemers bereikte in januari 2008 de hoogste waarde (9,4) en ruim een jaar later de laagste waarde (-23,5). Industrie positiever over voorraden en orderportefeuille Producenten in de industrie waren in januari positiever over hun voorraden gereed product en de orderportefeuille. Daarentegen waren ze minder positief over de productie in de komende drie maanden. De drie deelindicatoren van het producentenvertrouwen blijven positief. Zo zijn er meer ondernemers die verwachten dat hun productie de komende drie maanden zal toenemen dan ondernemers die een afname van de productie voorzien. Het aantal ondernemers dat de orderpositie groot vindt, heeft de overhand op het aantal ondernemers dat de orderportefeuille klein acht, gelet op de tijd van het jaar. Het aantal ondernemers dat hun voorraad eindproduct als te klein beschouwt ten slotte is nog steeds groter dan het aantal dat de voorraden te groot vindt. Producenten hout- en bouwmaterialenindustrie meest positief Producenten uit de hout- en bouwmaterialenindustrie zijn het meest positief, gevolgd door de ondernemers in de papier- en grafische industrie. Ondernemers in de hout- en bouwmaterialenbranche zijn vooral positief over de verwachte productie. Daarentegen zijn ondernemers in de transportmiddelenindustrie negatiever dan in december. Industrie positiever over voorraden en orderportefeuille Producenten in de industrie waren in januari positiever over hun voorraden gereed product en de orderportefeuille. Daarentegen waren ze minder positief over de productie in de komende drie maanden. De drie deelindicatoren van het producentenvertrouwen blijven positief. Zo zijn er meer ondernemers die verwachten dat hun productie de komende drie maanden zal toenemen dan ondernemers die een afname van de productie voorzien. Het aantal ondernemers dat de orderpositie groot vindt, heeft de overhand op het aantal ondernemers dat de orderportefeuille klein acht, gelet op de tijd van het jaar. Het aantal ondernemers dat hun voorraad eindproduct als te klein beschouwt ten slotte is nog steeds groter dan het aantal dat de voorraden te groot vindt. Producenten hout- en bouwmaterialenindustrie meest positief Producenten uit de hout- en bouwmaterialenindustrie zijn het meest positief, gevolgd door de ondernemers in de papier- en grafische industrie. Ondernemers in de hout- en bouwmaterialenbranche zijn vooral positief over de verwachte productie. Daarentegen zijn ondernemers in de transportmiddelenindustrie negatiever dan in december. Industrie produceerde in november meer dan jaar eerder Een paar weken geleden meldde CBS dat de gemiddelde dagproductie van de Nederlandse industrie in november 2,3 procent hoger lag dan in november 2014. Vooral de aardolie-, chemische, rubber- en kunststofindustrie produceerden aanzienlijk meer. ^  Inhoud 2016 wederom het jaar van de small- en midcaps? Bron:  Gerard Jager Het jaar 2015 is vrij teleurstellend verlopen voor beleggers die gekozen hebben voor aandelenindex- trackers of een mandje hoofdfondsen. Met name degenen die zijn blijven zitten in fondsen als Arcelor Mittal, Delta Lloyd, Shell, Fagron en Altice. Ik heb begin 2015 gekozen voor Nederlandse small- en midcaps. Waarom? Deze plegen op langere termijn aanzienlijk beter te presteren dan de hoofdfondsen. Met name Hoog Dividend aandelen in dat segment. Slechts in tijden van krachtig beursherstel na een flinke beursdip plegen Fallen Angels onder de hoofdfondsen meer dan gemiddeld te presteren. Tijdelijk dus. Beleg in Small value Kijk eens naar onderstaande grafiek. Uit een brokerrapport gehaald in 2013. De grafiek zelf behelst de Londense beursindex over een periode van 50 jaar en eindigend in 2001. Wat zien wij hier precies? De rode lijn in de Londense hoofdindex. Start = 1. Stand na 50 jaar 444. “Best netjes” zult u misschien zeggen. De zwarte stippellijn daaronder betreft de grotere “groei aandelen”. Dus zeg maar DSM, Heineken, ASML, enz. Maar ook Imtech en Arcadis. Fondsen waar beleggers in de goede jaren zelfs verliefd op konden worden. Dus relatief dure aandelen bij een laag dividendrendement. In de vijftiger jaren is naast Robeco, zusterfonds Rolinco opgericht met een tweeledig doel; A: beleggen in groeifondsen en B: beter presteren dan Robeco. Robeco was toen een Waardefonds. In de jaren daarna bleek, dat Rolinco gemiddeld slechter presteerde dan Robeco. Van Rolinco horen wij dan ook niets meer…. Waarom presteren Groei aandelen gemiddeld ondermaats? In goede jaren betalen beleggers hiervoor een relatief hoge koers. Op zeker moment gaat er iets mis, bijvoorbeeld bij Arcadis. Niets rampzaligs, maar de koers kan wel gevoelig omlaag gaan. Er is niets op tegen om in groeiaandelen te beleggen voor de kortere termijn. Op langere termijn zal een mandje groeifondsen de index niet bijhouden is de conclusie van bovengenoemde grafiek. De blauwe lijn betreft de kleinere groeifondsen. Die houden de index wel bij. De groene lijn heeft betrekking op de grote Hoog Dividend aandelen. In dit plaatje over 50 jaar scoren zij vijf maal zo veel als de index. Tenslotte de gele lijn. Dat zijn Hoog Dividend aandelen in de sfeer van small- en midcaps. Stand na 50 jaar liefst 8000! Bij dit soort getallen zou men niet meer tevreden moeten zijn met het mogelijk te behalen rendement op aandelenindextrackers. Behaalde resultaten in het verleden bieden natuurlijk geen garantie voor de toekomst. Het enige wat ik met dit plaatje heb willen aantonen is dat u op langere termijn het beste af bent met small- en midcaps. Niet zo verwonderlijk. Immers kleine- tot middelgrote ondernemingen groeien op langere termijn nu eenmaal sneller dan de meeste hoofdfondsen. Hoe dit doel te bereiken? A: door zelf te beleggen in small- en midcaps. Met name fondsen die veel dividend uitkeren én bovendien dividendgroei laten zien. Enige namen: Beter Bed, Acomo, KasBank en TKH Group. Wilt u meer weten, neem een gratis proefabonnement op de nieuwsbrieven van AdvanceBeleggen.nl . B: via een gespecialiseerd beleggingsfonds. Eén van de meest succesvolle in de afgelopen vijf jaar was Standard Life European Smaller Companies Fund. Behaald rendement over de laatste vijf jaar 96%. Samensteller: Gerard Jager. Zijn achtergronden zijn vermogensbeheerder bij de ING, resp. Hoofd Beleggingsvoorlichting van Fortis NL. In 2003 heeft hij AdvanceBeleggen.nl. opgericht. Voorts is hij goeroe van De Telegraaf (www.dft.nl) en vermogensbeheerder bij Onafhankelijk Vermogensbeheer ’s-Gravenhage b.v.  ( www.ovgbeheer.nl ). Jager schrijft zijn columns op persoonlijke titel. Vermogensbeheerrelaties van Jager hebben in beginsel een longpositie in beleggingen die hij aanbeveelt. De informatie in deze column is niet bedoeld als persoonlijk beleggingsadvies of als aanbeveling aan de lezer tot het doen van bepaalde beleggingen. Uw reactie is welkom  op RegularLabs.EmailProtector.unCloak("ep_aed193ea"); ^  Inhoud Enkele (altijd) actuele quotes van Warren Buffett Bron: Hendrik Oude Nijhuis Van echte paniek is misschien nog net geen sprake maar heel veel scheelt het onderhand niet meer. De AEX is meer dan 20% gedaald vergeleken met de piek van vorig jaar. Olie werd in minder dan twee jaar ruim 70% goedkoper, de Chinese beurs keldert aldaar verder en de Amerikaanse Dow Jones kreeg een recordslechte start van het jaar te verduren. Wanneer aandelenmarkten alsmaar dalen lijkt het op een gegeven moment verstandig aandelen in de uitverkoop te doen en te wachten op betere tijden. Maar is dat eigenlijk wel zo verstandig? Ik selecteerde een aantal aansprekende quotes van Warren Buffett die beleggers beter ter harte nemen… Focus altijd op de lange termijn "If you aren't willing to own a stock for ten years, don't even think about owning it for ten minutes. Put together a portfolio of companies whose aggregate earnings march upward over the years, and so also will the portfolio's market value." "Over the long term, the stock market news will be good. In the 20th century, the United States endured two world wars and other traumatic and expensive military conflicts; the Depression; a dozen or so recessions and financial panics; oil shocks; a flu epidemic; and the resignation of a disgraced president. Yet the Dow rose from 66 to 11,497." Hendrik Oude Nijhuis Auteur, oud bestuurslid HCC Beleggen en BSC Duitenberger. Oprichter Warrenbuffet.nl Hendrik Oude Nijhuis heeft Management, Economics & Law aan de Universiteit Twente gestudeerd en heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van ‘s werelds beste beleggers. Zijn bestseller over Warren Buffett is via de website http://www.warrenbuffett.nl/ gratis beschikbaar. Deze column is niet bedoeld als individueel advies tot het doen van beleggingen. Prijs is wat anders dan waarde "Long ago, Ben Graham taught me that 'Price is what you pay; value is what you get.' Whether we are talking about socks or stocks, I like buying quality merchandise when it is marked down." "For some reason, people take their cues from price action rather than from values. What doesn't work is when you start doing things that you don't understand or because they worked last week for somebody else. The dumbest reason in the world to buy a stock is because it's going up." Laat u niet meeslepen door emoties "Look at market fluctuations as your friend rather than your enemy; profit from folly rather than participate in it." "The most important quality for an investor is temperament, not intellect. You need a temperament that neither derives great pleasure from being with the crowd or against the crowd." "Unless you can watch your stock holding decline by 50% without becoming panic-stricken, you should not be in the stock market." "We simply attempt to be fearful when others are greedy and to be greedy only when others are fearful." ^  Inhoud Groen licht voor een sterker IMF Bron:  DNB.nl 28 jan 2016 Het IMF staat aan de vooravond van een historische verdubbeling van zijn eigen middelen tot meer dan EUR 600 miljard. Ook krijgen opkomende landen meer invloed binnen het Fonds. Tegelijkertijd worden de regels waaronder het IMF hulp mag bieden aan landen in betalingsproblemen flexibeler en veiliger. Dit totaalpakket, dat na de recente ratificatie door de VS definitief is, maakt het IMF representatiever en effectiever. Patstelling in de VS doorbroken De definitieve goedkeuring van de IMF-hervormingen heeft een aantal jaren op zich laten wachten, omdat het Amerikaanse Congres er lange tijd niet over eens kon worden. Het stemaandeel van de VS binnen het IMF geeft haar een veto bij belangrijke beslissingen. Instemming door de VS is daarom een vereiste om de al in 2010 overeengekomen hervormingen van het IMF ook daadwerkelijk door te voeren. Hoewel de Amerikaanse regering het akkoord onophoudelijk heeft gesteund was de complexe verhouding tussen Democraten en Republieken een obstakel. Het Amerikaans Congres kon pas in december 2015 instemmen. Volgend op formele ratificatie door de VS eind vorige week heeft het IMF op 26 januari vastgesteld dat zijn grote moderniseringsslag in werking kan treden.  Slagkracht van het IMF verdubbelt Kern van de hervormingen is een verdubbeling van de eigen middelen van het IMF, zogenoemde quota, die de leden gezamenlijk inbrengen. Figuur 1 laat zien dat de eigen middelen als percentage van het mondiale BBP waren afgenomen van ongeveer 1% naar minder dan 0,5% in 2014. De quota-verdubbeling die nu in werking treedt zorgt ervoor dat de eigen middelen weer op een niveau van 0,9% terechtkomen. Dit is vergelijkbaar met de omvang na eerdere substantiële quota-ophogingen in 1978, 1990 en 1999.  De quota-ophoging maakt het IMF minder afhankelijk van geleende middelen. Een kleine groep van ongeveer 40 landen, waaronder Nederland, heeft in de nasleep van de financiële crisis grote leningen verstrekt aan het IMF om de geloofwaardigheid van het IMF als mondiaal vangnet te waarborgen. Deze leningen zijn echter geen vanzelfsprekendheid en doen bovendien afbreuk aan het quota-gebaseerde karakter van de besluitvorming en risicodeling binnen het IMF. Als onderdeel van de hervormingen worden de geleende middelen daarom verminderd met het bedrag waarmee de quota toenemen.  Grafiek 1: Omvang Eigen middelen van het IMF (1960 - heden) Als percentage van het mondiale BBP Meer invloed voor opkomende economieën De quota-verdubbeling maakt ook een verschuiving in quota-aandelen richting opkomende economieën mogelijk. Het quotum dat een land bij het IMF moet inleggen bepaalt namelijk het stemgewicht. Opkomende economieën zijn in de afgelopen decennia snel gegroeid en spelen een grotere rol in de wereldeconomie. Dit kwam echter onvoldoende tot uiting in de verhoudingen binnen het IMF, waar de VS en Europese landen dominant zijn. De hervormingen brengen de stemverdeling beter in balans. China ziet bijvoorbeeld zijn stemgewicht toenemen van 4 naar 6,4 procent en wordt daarmee het op twee-na-grootste lid van het Fonds. Hoewel het Nederlandse stemgewicht iets afneemt, behoort het nog altijd tot de invloedrijkste landen binnen het IMF.  Flexibelere maar ook veiligere leenvoorwaarden De VS heeft bereikt dat de hervormingen van het IMF gepaard gaan met een wijziging van de regels waaronder wordt besloten over leningen aan landen in financiële problemen. Nederland steunt deze aanpassingen.  Tijdens de crisis is gebleken dat niet altijd met grote zekerheid kan worden vastgesteld of sprake is van houdbare overheidsfinanciën. Tot 2010 mocht het IMF alleen omvangrijke leningen verstrekken aan landen waar met grote zekerheid sprake was van schuldhoudbaarheid. Was dit niet het geval, dan moest eerst de houdbaarheid volledig hersteld worden, bijvoorbeeld via een schuldherstructering waarmee de hoofdsom of de rente op uitstaande schuld met een bepaald percentage wordt verlaagd. In 2010 concludeerde het IMF dat dit beleid te star was voor landen waar de schuldhoudbaarheid een twijfelpunt is. Een herstructurering heeft namelijk grote consequenties en moet niet onnodig toegepast worden. Er kwam daarom een uitzondering voor situaties waarbij een herstructurering tot systeemrisico’s leidt. Dit nieuwe beleid had echter als nadeel dat de uitzondering neerkwam op  een voorkeursbehandeling van landen van wie de staatsschuld zo groot is dat herstructurering tot systeemrisico’s leidt. Daarnaast bevatte de uitzondering geen bijkomende voorwaarden ter bescherming van het IMF en creëerde deze een ontsnappingsroute voor private crediteuren.  De uitzonderingsregel is nu vervangen door een algemene mogelijkheid om IMF-financiering te verstrekken in het geval een land zich in het grijze gebied bevindt. Dit mag echter alleen gebeuren indien private crediteuren aan boord blijven – bijvoorbeeld via looptijdverlenging van obligaties – of andere officiële crediteuren steun bieden. De schuldhoudbaarheid kan zodoende te allen tijde verbeterd worden. Het raamwerk is eerlijker omdat het van toepassing is op alle landen en beleggers in overheidsschuld de dans niet zomaar meer kunnen ontspringen. Voor het IMF zijn de leenvoorwaarden veiliger omdat vooraf zeker wordt gesteld dat andere partijen financiering blijven verstrekken en de risico’s kunnen opvangen.  Meer aanpassingen in het vooruitzicht De moderniseringsslag van het IMF is echter nog niet klaar. Zo heeft Europa eerder toegezegd twee zetels in het IMF- bestuur in te leveren om plaats te maken voor opkomende economieën. Nederland en België hebben in 2012 al een grote stap gezet door hun stoelen te laten fuseren. Ook de Scandinavische landen en Zwitserland hebben binnen hun kiesgroepen een bijdrage geleverd. Andere Europese landen moeten nu het resterende deel van de stoelenreductie leveren. Verder gaat het IMF de komende tijd opnieuw beoordelen of de fondsomvang en quota-verdeling toereikend is. Het IMF blijft zodoende werken aan een toekomstbestendig vangnet dat een weerspiegeling vormt van mondiale economische krachtsverhoudingen. ^  Inhoud Schroders ziet kansen na harde koersdalingen Azie Bron:  Analist.nl Behalve de volatiliteit op de markten is er niet veel veranderd in China. Maar de onrust schept wel kansen in deze regio, stelt Robin Parbrook, Hoofd Aandelen Azië ex-Japan bij Schroders. Het groeiend aantal slechte leningen, ineenstortende aandelenmarkten in Azië en onrust in China, bieden een koopkans nu eindelijk de economische cyclus in beweging komt en ’creatieve vernieling’ optreedt. De Chinese munt is verantwoordelijk voor de recente opleving van de crisisstemming rond China. De vrees neemt toe dat de autoriteiten de controle verliezen over de valutakoers en als gevolg daarvan de kapitaalvlucht toeneemt. Afgelopen december is 108 miljard US dollar weggevloeid. De Chinese vreemde valutareserves nemen verder af en naderen nu de kritische grens van 3000 miljard US dollar. Alle langetermijnbelggers weten dat het onmogelijk is om een onafhankelijk monetair beleid te voeren én een gekoppelde wisselkoers tegelijk te hebben. Uit angst voor kapitaalvlucht tracht de Chinese centrale bank de renminbi stevig overeind te houden door volop te interveniëren: US dollars worden verkocht en renminbi's aangekocht. Gevolg is een sterke daling van de valutareserves. Desondanks daalt de renminbi gestaag. Dat is niet bevorderlijk, zeker niet als China zich probeert te ontworstelen aan een reusachtige kredietbubbel. Dat wekt twijfel over het fragiele financiële systeem en leidt tot een forse uitverkoop van risicovolle activa. Wat nu? Als de kapitaalvlucht aanhoudt, kunnen de gevolgen zeer ingrijpend zijn. Welke opties hebben de autoriteiten nog tot hun beschikking? Een ding is zeker, de dalende aandelenkoersen nemen de valse overtuiging weg, dat de beleidsmakers alle problemen wel zullen oplossen. Parbrook verwacht een verdere daling van de renminbi, slechte leningen komen aan het licht en de nominale economische groei zakt onder de 5%. Verdere dalingen op de aandelenmarkten en volatiliteit op de obligatiemarkt in China valt te verwachten. Nog altijd acht Parbrook een grote financiële crisis in China onwaarschijnlijk, tenzij er grove beleidsfouten en er geen duidelijke keuzes worden gemaakt. Kansen gloren temidden van de paniek Nu de markten de doemscenario’s voor China inprijzen en de paniek om zich heen grijpt, is de tijd rijp om de blootsteling aan aandelen uit de regio in de portfolio te verhogen, aldus Parbrook. De vooruitzichten voor de regio mogen er dan wel slecht uitzien, maar een nieuwe financiële crisis verwacht hij niet. Uiteindelijk hebben de Aziatische economieën baat bij lagere prijzen voor grondstoffen en zijn de Aziatische aandelenmarkten op het niveau van 2011 teruggekeerd. Een verdere daling van de Aziatische aandelenmarkten wil Parbrook gebruiken om te beleggen in kwalitatieve bedrijven. Blue chips in Taiwan en Hong Kong - veelal in Azië genoteerde wereldwijd vooroplopende bedrijven op het gebied van productie en technologie – zijn aantrekkelijk. De situatie is niet rooskleurig en China is echt in een lastige positie, maar de beleggers moeten zich realiseren dat er in Azië geen verband is tussen de groei van het BBP en het aandelenrendement. ^  Inhoud Te weinig informatie over fondsbeheerders Bron: Morningstar De stormachtige opkomst van ETF’s dwingt actief beheerde beleggingsfondsen om hun meerwaarde duidelijker zichtbaar te maken aan beleggers. Uit onderzoek van de VEB en Morningstar blijkt dat er op het gebied van informatie over fondsmanagers nog een wereld te winnen valt. Niels Faassen, Analist Beleggingsfondsen bij Morningstar  Na zijn studie Financial Economics aan de Radboud universiteit Nijmegen is hij inmiddels ruim negen jaar werkzaam in de  beleggingsindustrie onder andere voor SNS REAAL en ABN AMRO. Sinds 2012 werkt Niels als fondsanalist bij Morningstar. Voor Morningstar beoordeelt hij beleggingsfondsen op kwalitatieve criteria en voorziet ze van een Morningstar Analyst Rating. Waarom zou je als belegger een actief beheerd beleggingsfonds verkiezen boven een goedkoper indexvolgend fonds (ETF)? Het antwoord op die vraag is eenvoudig: omdat je denkt dat een gerenommeerd team van beleggingsprofessionals in staat is om succesvoller te beleggen dan de markt. Het rendement van een indextracker is immers in theorie gelijk aan dat van een bepaalde markt (index) min de kosten die in rekening worden gebracht. Logischerwijs weten lang niet alle actieve beleggingsfondsen de markt te verslaan. Het is de uitdaging voor een fondsmanager om beleggers ervan te overtuigen dat zijn kennis, kunde en ervaring de kans op een bovengemiddeld rendement vergroot, waardoor het voor diezelfde beleggers loont om hogere kosten te betalen. Toevalstreffers Inmiddels is de meeste beleggers wel duidelijk dat de in het verleden behaalde rendementen maar een deel van het verhaal vertellen. Fondsaanbieders moeten beleggers uitleggen waarom eerdere successen geen toevalstreffers waren of benedengemiddelde prestaties juist wel. Uitgebreide en gemakkelijk vindbare informatie over de fondsmanager zelf, zijn ervaring en betrokkenheid en de manier waarop hij het hem toevertrouwde geld investeert, is wel het minste wat beleggers mogen verwachten. Beterschap? Uit een onderzoek dat de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) in 2013 deed in samenwerking met Morningstar, bleek dat de informatievoorziening over beheerteams bij veel fondsaanbieders onvoldoende was. Een aantal fondshuizen beloofden toen hun leven te beteren en transparanter te worden. Om te zien of die woorden in daden zijn omgezet, heeft de VEB, in samenwerking met Morningstar, tientallen websites, factsheets en jaarverslagen uitgeplozen, op zoek naar informatie. Deze keer keken we naar de twintig meest relevante fondshuizen in Nederland en onderzochten, indien mogelijk, minimaal twee fondsen per aanbieder. Daarbij kwamen acht onderwerpen aan bod: De naam van de fondsmanager Ondersteuning door analisten De achtergrond van de fondsmanager Het moment van aantreden Andere taken binnen de organisatie Verantwoordelijkheden binnen het fonds Beslissingsstructuur binnen het fonds Beleggingen van fondsmanagers in het eigen fonds De informatie werd gezocht op de website van de fondsaanbieder, de factsheet (het maandelijkse rapportagebericht) en in het jaarverslag (over 2014). Ondermaats Ten opzichte van het vorige onderzoek heeft een aantal partijen serieus werk gemaakt als het om transparantie ten aanzien van het beheerteam gaat. Vooral bij Kempen is de informatievoorziening flink verbeterd. In het vorig onderzoek bungelde het prestigieuze fondshuis behoorlijk onderaan, nu scoort het als beste met een positieve score op zeven van de acht onderzochte onderwerpen. De website van Kempen is flink verbeterd en geeft meer inzicht in de beheerders, hun achtergrond en ervaring. Ook bij Delta Lloyd is werk verzet de afgelopen jaren. De fondsaanbieder is nu een stuk transparanter dan in 2013, toen op maar twee onderwerpen informatie werd verschaft tegen vier nu. Daarbij dient te worden opgemerkt dat niet alle informatie even accuraat is. Zo voert het Delta Lloyd Deelnemingen-fonds beheerders op die niet direct betrokken zijn bij het fonds. Robeco scoort eveneens hoog, vooral dankzij de tekst en uitleg die te vinden is over het Robeco High Yield Bonds van fondsmanager Sander Bus. Opmerkelijk genoeg is de informatie bij vlaggenschip-fonds Robeco N.V. een stuk beperkter. Blijkbaar zijn er binnen het fondshuis geen generieke afspraken over de informatie die aan beleggers wordt verstrekt. Het Add Value Fund van Optimix blijft solide presteren op het gebied van transparantie. Het fondshuis is transparant op vijf van de acht onderwerpen, evenveel als in het vorige onderzoek toen het beleggingsfonds van Willem Burgers en Hilco Wiersma nog opereerde onder de vlag van Keijser Capital. Tegenwoordig vormt het Add Value Fund onderdeel van Optimix dat opvallend genoeg met haar fondsen aanmerkelijk minder goed scoort. Tot zover het goede nieuws, want fondsaanbieders die een dikke onvoldoende scoren zijn ook ruimschoots aanwezig. Zo is bij Allianz alleen de naam van de fondsbeheerder te achterhalen verdere informatie is niet beschikbaar. Aegon neemt zelfs die moeite niet. De verzekeraar scoort negatief op alle onderdelen. Eind vorig jaar werd de beursgenoteerde onderneming Aegon nog geroemd vanwege haar transparante jaarverslag, maar aan het jaarverslag beleggingsfondsen en de overige informatie op fondsengebied valt daar bijzonder weinig van te merken. Meer naam dan proces Over de hele linie valt op hoe weinig aandacht wordt gegeven aan de manier waarop de verantwoordelijkheden en de beslissingsstructuur binnen een beheerteam zijn vormgegeven. Alleen Kempen en (deels) Robeco besteden aandacht aan beide punten. Bijna even slecht is het gesteld met gegevens of een fondsmanager al dan niet in het eigen fonds belegt. Alleen Add Value, DoubleDividend en Juno geven hierover informatie. En dat is jammer, want een fondsmanager die in het eigen fonds belegt straalt vertrouwen uit en is bereid zijn belangen en die van zijn beleggers openlijk gelijk te stellen. In de Verenigde Staten zijn fondshuizen verplicht inzage te geven in hoeverre fondsbeheerders in het eigen fonds beleggen. Er zijn diverse onderzoeken bekend waaruit blijkt dat er een positief verband is tussen persoonlijk belegd zijn in het eigen fonds en het fondsrendement. Positief verband Dat positieve verband is er ook als fondsmanagers langer een specifiek fonds beheren. Onderzoek van Morningstar in de Verenigde Staten leert dat naarmate een fondsbeheerder langer een fonds beheert, zijn kosten laag weet te houden en ook nog eens substantieel in zijn eigen fonds belegt, de kans op een beter dan gemiddeld rendement significant toeneemt. Dat maakt informatie over de achtergronden van fondsbeheerders tot meer dan een vrijblijvende oefening. Voor beleggers kan het een signaal zijn over de kansen die een fonds biedt op een bovengemiddeld rendement. En juist dat zou de kracht moeten zijn van actief beheerde beleggingsfondsen. Dat maakt het des te onbegrijpelijker dat veel fondshuizen nalaten om beleggers gedegen informatie te verschaffen over de mensen waar beleggers hun geld aan toevertrouwen. ^  Inhoud Wat wilt u doen binnen onze vereniging? Bron: Redactie HCC Beleggen De HCC Beleggen organiseert een aantal activiteiten. De bekendste activiteiten die wij organiseren zijn de beleggerssymposia, die we tweemaal per jaar houden in De Bilt, de regiogroepen en deze nieuwsbrief. Een toenemend aantal mensen wil ook aktief meedoen. Voor de organisatie van onze symposia zijn wij voortdurend op zoek naar mensen die een bijdrage willen leveren aan de totstandkoming hiervan. Het is niet alleen leuk om dergelijke evenementen te organiseren, maar het is ook een ideale gelegenheid om je netwerk uit te breiden met interessante contacten. Ook voor deelname aan de redactie van de nieuwsbrief en de website zijn wij voortdurend op zoek naar mensen die het aandurven een column, een  artikel of een recensie te schrijven. Zonder deel uit te maken van de organisatie kunt u vanzelfsprekend ook meedoen aan één van de Regio- of Belangstellingsgroepen. Maar ook andere dingen doen zoals het geven van een aardige lezing,  met anderen handelsstrategieën uitwerken, software onder de knie krijgen of gewoon een groep vormen waarmee je samen de markt analyseert/bespreekt, behoort tot de mogelijkheden. Ben jij enthousiast en denk je dat een vrijwilligersfunctie jou op het lijf geschreven is, neem dan per email contact op met het HCC Beleggen bestuurRegularLabs.EmailProtector.unCloak("ep_b7d466ff", true);  of met de redactieRegularLabs.EmailProtector.unCloak("ep_6d09789e", true);  ^  Inhoud | HCC beleggen Website | HCC beleggen Vacatures | AdverterenRegularLabs.EmailProtector.unCloak("ep_44053cb0", true); | Forum | Downloads  Disclaimer: Deze publicatie komt tot stand op de redactie van beleggersonline.nl de website van de HCC IG Beleggen. Noch de mate waarin de berichten, voorgestelde scenario’s, risico’s en voorspellingen de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De voorspellingen zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies. De schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur van de HCC IG Beleggen en/of de Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet aansprakelijk voor eventuele verliezen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren, behaalde resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de toekomst. ^  Inhoud

2 februari 2016

...

Nieuwsbrief20160101

.. Januari 2016 2016 kan nog wel eens spannend worden Beoordeling Aandeel als DividendGroeier Topprestaties Wat is er mis, Hendrik? Gedrag zelfstandige beleggers Emerging markets de kans van 2016? Machinaal beleggen met Sven Sterckx: F-score model Piotroski kan beter Financiële statistieken Nederland Wat wilt U doen binnen onze vereniging? .. Zet alvast in uw agenda:   2 april 2016 66 ste HCC Beleggensymposium 2016 kan nog wel eens spannend worden! Beste Beleggers, Allereerst wil ik u, als voorzitter van de groep Hcc-Beleggen, namens alle vrijwilligers en mijzelf, een gezond en voorspoedig 2016 wensen. Beleggen is belangrijk, maar de waarde van gezondheid is niet in geld uit te drukken en belangrijker dan het rendement op onze investeringen. Echter wij zijn geen yoga club, noch praten we met bomen. Wij proberen met onze collega clubleden, met behulp van internet, computer software en/of grafieken een goed rendement te maken en in elk geval de AEX te verslaan. Dit kan op verschillende manieren: aandelen, opties, futures, turbo’s, valuta, vastgoed, etc., de  mogelijkheden zijn eindeloos. Dat geeft aan de ene kant een uitdaging aan de belegger, aan de andere kant is er een gevaar dat hij door de bomen het bos niet meer ziet. Keep it simple Dus één van de belangrijkste regels in beleggers land is: keep it simple! Dat betekent dat strategieën op de achterkant van een sigarendoos (bestaan deze trouwens nog?) uit te leggen moeten zijn. Als dat niet kan of de adviseur heeft uren nodig om u duidelijk te maken, hoe het werkt, hoedt u dan voor dit  soort modellen. Niet dat de adviseur het niet goed bedoeld of berekend heeft, maar niemand kan in de toekomst kijken en hoe gecompliceerder het model,  des te groter het aantal factoren, en des te moeilijker wordt het voor het model de toekomst te voorspellen, daar er altijd wel een factor is, die verkeerd is ingeschat. Flexibel Een andere belangrijke regel is: wees flexibel! De markt is de baas en bepaalt, mijn of uw mening is niet belangrijk. Als de meeste markten omhoog gaan, ga dan niet short. En andersom, als de meeste markten dalen, koop dan geen aandelen, maar wacht totdat de markt is uitgebodemd of ga short. Blijf niet passief in een ETF zitten, omdat deze zo goedkoop is. Trend Hoe moet u dat dan in de praktijk doen? De lijstjes van de banken volgen, de tips van een goeroe kopen? Onderzoek heeft meerdere malen aangetoond, dat dit soort dingen niet werken, althans niet voor de koper van de lijstjes. Eén ding werkt al meer dan 100 jaar en over dit onderwerp zijn talloze publicaties verschenen, namelijk de trend of het momentum. Het kopen van assets of aandelen met de hoogste momentum geeft gemiddeld een beter rendement, dan passief in een index beleggen. Je maakt weliswaar hogere kosten, maar deze worden meer dan goed gemaakt door het hogere rendement. Spannend jaar Hoe lijken de markten dit jaar? Hoe staan de momenta dit jaar? Nou, dat kan nog wel spannend worden! Zowel in Europa, Amerika, China en zuid-Amerika draaien de momentums naar beneden en zijn (bijna) negatief. Dat betekent dat het wel eens een moeilijk aandelenjaar kan worden. Tenzij Draghi nogmaals een extra geldpers aanzet, kan het wel eens zijn, dat u aan uw short posities meer geld gaat verdienen dan aan long zitten. Als u dat niet kan of wilt, zoek dan een adviseur of fonds, die dat wel doet voor u. Want het kopen van ETF’s – het passief volgen – van een index is inderdaad goedkoop qua kosten, maar kan duurkoop zijn qua rendement. Ik wens u veel wijsheid en een gezond 2016 ! Frans Schreiber, voorzitter HCC Beleggen. ^  Inhoud Beoordeling Aandeel als DividendGroeier Bron:  HCC Beleggen CoSA-werkgroep In ons vorige artikel hebben we de methode DividendGroeiBeleggen besproken. Deze is bijvoorbeeld geschikt voor beleggers die geïnteresseerd zijn in aandelen die door de uitkering van dividenden extra inkomsten genereren en waarvan daarnaast koersgroei, dus ook vermogensgroei verwacht kan worden. Bij de selectie van dividendgroeiers vervullen het dividendrendement, de groei van het dividend per aandeel en de stabiliteit en de continuïteit van deze groei een primaire rol. Voor het opbouwen van een portefeuille van dergelijke dividendgroeiers maken we gebruik van een Tabel met aandelen die we volgen. In die Tabel staan de aandelen op volgorde van geschiktheid als dividendgroeier. De Tabel is in een eerder artikel toegelicht en telt nu ruim 400 aandelen uit zowel Europa als de VS. De Tabel biedt o.a. de mogelijkheid te selecteren op DividendGroeiers. In dit artikel geven we een voorbeeld van de bespreking van een aandeel dat hoog in de Tabel staat. Deze bespreking beoordeelt de koopwaardigheid van het aandeel. Commentaar Op de tweede plaats in de Tabel met ranglijst van 2015wk46 staat, volgens de CoSA-voorwaarden voor dividendgroeiers t.b.v. extra inkomsten, Omega Healthcare. We gaan daarom het aandeel nader bekijken om te bezien in hoeverre het die tweede plaats verdient. Mensen willen bij ziekte of letsel graag herstellen, maar beseffen inmiddels steeds meer het belang van het voorkomen van ziektes door het verbeteren van de wijze van leven. Het zijn bedrijven als Omega Healthcare die zich daar met hun producten op richten. Hoewel we bij dividendgroeiers geen hoge eisen stellen aan de groei van de nettowinst en de omzet, zijn de respectievelijke groeicijfers van 9,3%/jr en 17,6%/jr welkom. Met de K/W-verhouding = 8,2 en de groei van het eigen vermogen (EVpA) die gelijk oploopt met de netto winst per aandeel (WpA) zitten we in veilig vaarwater. Zie onderstaand grafiekje. (Klik hier voor de uitgebreide grafiek) Belangrijker voor de dividendgroeibelegger is op het moment van kopen het dividendrendement, want dat bepaalt voor de komende jaren het verder oplopende dividendrendement. Gelet op de actuele koers, zouden we bij nu kopen een dividendrendement (DpA/K), behalen van 6,5%/jr. Jaarlijks is de groei van het rendement vervolgens 9,9%, hetgeen betekent, dat we gedurende vijf jaren gemiddeld 8,4%/jr dividendrendement kunnen verwachten. Een rendement dat ruim boven de inflatie- en vermogensbelastinggroei uitkomt. Tot slot, als we bijvoorbeeld na vijf jaren het aandeel zouden verkopen, dan ontvangen we ook nog de koerswinst van gemiddeld 9,3%/jr, mits het bedrijf even succesvol blijft. Conclusie Omega Healthcare staat terecht hoog in de ranglijst als dividendgroeier met, als extra, redelijke koersgroei. Indien u meer wilt weten over de activiteiten van CoSA, kunt u de voorlopige CoSA-webpagina (klik hier), raadplegen of contact opnemen met de voorzitter: Jan van der Meulen via RegularLabs.EmailProtector.unCloak("ep_217f3eae");RegularLabs.EmailProtector.unCloak("ep_8df3414e", true); U kunt zich met hetzelfde mailadres aanmelden voor het ontvangen van informatie, zoals de wekelijks verschijnende CoSA-nieuwsbrief en voor het verkrijgen van toegang tot de voor CoSA-leden beschikbare Europese CoSA/SSG-verzameling. ^  Inhoud Topprestaties onder de alternatieve beleggingen  Advertentie:  Alphafondsen.nl ^  Inhoud Wat is er mis, Hendrik? Bron:  Hendrik Oude Nijhuis "What's wrong, Warren?" Dat was de titel van een artikel in december 1999 in het financiële magazine Barron's. Gesuggereerd werd dat Buffett's aanpak niet langer werkte. Binnen drie maanden zette de crash van de Nasdaq in. En in de eerste vijf jaar na de eeuwwisseling presteerden value-aandelen haast ongekend veel beter dan zogeheten groeiaandelen. Wereld op z'n kop De voorbije twaalf maanden rendeerden value-aandelen een min van 9,3%. Groeiaandelen rendeerden -0,8%. De afgelopen vijf jaar leverden value-aandelen wel een positief rendement op (7% per jaar) maar presteerden desondanks minder dan de 9,5% per jaar van groeiaandelen.Eigenlijk al sinds eind 2006 presteert 'groei' beter dan 'value'. In veel value-indices zijn bankaandelen overwogen vanwege de vaak lage koers/boekwaarde- en koers/winst-verhoudingen. En bankaandelen presteerden tijdens de kredietcrisis zoals bekend niet goed. Ook olieaandelen (en nutsbedrijven) zijn in value-indices overwogen en ook veel van deze aandelen presteren al langere tijd behoorlijk slecht. Aandelen van bedrijven met hoge waarderingen presteren dit jaar juist wel goed. De zogeheten momentumaandelen eveneens en opvallend genoeg presteren ook aandelen van bedrijven die verlies maken dit jaar goed. Vier scenario's Dat value-aandelen zo sterk achterblijven bij groeiaandelen doet herinneren aan eind jaren '90 hoewel aandelen dit keer lang niet zo duur zijn als toen. Wat de prestaties van aandelen en value-aandelen betreft zijn er vier scenario's denkbaar: Hendrik Oude Nijhuis Auteur, oud bestuurslid HCC Beleggen en BSC Duitenberger. Oprichter Warrenbuffet.nl Hendrik Oude Nijhuis heeft Management, Economics & Law aan de Universiteit Twente gestudeerd en heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van ‘s werelds beste beleggers. Zijn bestseller over Warren Buffett is via de website http://www.warrenbuffett.nl/ gratis beschikbaar. Deze column is niet bedoeld als individueel advies tot het doen van beleggingen. A) Aandelen dalen, value-aandelen dalen nog meer B) Aandelen dalen, value-aandelen presteren beter C) Aandelen stijgen, value-aandelen presteren slechter D) Aandelen stijgen, value-aandelen stijgen nog meer Op korte termijn heeft elk van bovenstaande scenario's een vrijwel gelijke kans van ongeveer 25%. Op langere termijn echter zijn de kansen heel anders verdeeld: de kans op scenario D is zelfs bijna 100% indien de periode maar lang genoeg is. Houd stand Gezien het goede presteren van groeiaandelen de laatste jaren lijkt het misschien aantrekkelijk om maar afscheid te nemen van value-aandelen. Rationeel zou dat niet zijn: over langere periodes bezien zijn het telkens juist de value-aandelen die het best renderen, onderbroken zo nu en dan door een periode waarin groei beter presteert. Voor iedere belegger met een gespreide portefeuille bestaande uit value-aandelen en een voldoende lange beleggingshorizon is mijn devies in deze donkere dagen voor value-beleggers dan ook eigenlijk heel simpel: houd stand! ^  Inhoud Gedrag zelfstandige beleggers vlgs onderzoek AFM. Bron:  AFM.nl De AFM heeft een rapport  over haar onderzoek naar het gedrag en de prestaties van zelfstandige beleggers gepubliceerd.  *) Dit onderzoek voerde de AFM uit omdat veel beleggers zelfstandig beleggen zonder professioneel advies of een vermogensbeheerder.   Actieve beleggingsstrategie slechter dan passieve beleggingsstrategie De prestaties van zelfstandige beleggers met een actieve beleggingsstrategie blijken gemiddeld genomen slechter dan die van een passieve beleggingsstrategie zoals index-beleggen. De AFM hoopt dat aanbieders van execution only beleggingsdienstverlening de uitkomsten van het onderzoek gaan toepassen in hun dienstverlening zodat zelfstandige beleggers goede beslissingen kunnen nemen. Ook roept de AFM deze partijen op om te experimenteren met inzichten uit de gedragswetenschappen en dit te delen met de AFM. Ten slotte hoopt de AFM dat dit rapport een startpunt vormt voor een goede discussie in binnen- en buitenland over effectieve manieren om beleggers te ondersteunen. Veranderingen Inzicht in beleggersgedrag is belangrijk, vooral nu de markt zich ontwikkelt. Door technologische innovatie en wettelijke eisen voor adviesdienstverlening gaan beleggingsondernemingen op zoek naar nieuwe manieren om beleggers aan zich te binden. Ze zoeken naar betaalbare mogelijkheden om beleggers te ondersteunen, bijvoorbeeld door online hulp te bieden bij het spreiden van beleggingsportefeuilles of door risicovolle producten uit het assortiment te verwijderen. Een belangrijke uitdaging voor wetgevers en beleidsmakers is om gelijktijdig innovatie die in het belang van de klant is te faciliteren en opkomende risico’s te vermijden.  Inzicht in consumentengedrag Het onderzoek naar het gedrag van zelfstandige beleggers is een van de onderwerpen waarbij gebruik wordt gemaakt van inzichten uit de gedragswetenschappen. In verschillende landen en sectoren ziet de AFM dat gedragswetenschappen worden ingezet om consumenten te helpen. Ook de financiële sector in Nederland biedt deze mogelijkheden. In de agenda van de AFM voor 2016-2018 is de doelgroep consumenten één van de prioriteiten. Door de kennis over het gedrag van consumenten te vergroten, wordt ook de effectiviteit van het toezicht versterkt. Deze kennis zorgt er namelijk voor dat de AFM beter begrijpt hoe consumenten beslissingen nemen, hoe aanbieders hierop reageren en hoe de AFM effectieve interventies kan ontwikkelen. *) Download rapport: Inzichten-zelfstandige-beleggers.pdf (702kB) ^  Inhoud Emerging markets de kans van 2016? Bron:  Jeffrey Schumacher, CFA,  Morningstar Opkomende landen staan al langere tijd onder druk. Toch zijn er beleggers die in opkomende markten de positieve verassing van 2016 zien. Morningstar bespreekt waar u op moet letten bij beleggen in opkomende markten en presenteert haar favoriete beleggingsfondsen in dit segment. Van de magie van opkomende markten is weinig meer over. De eens zo vitale Chinese draak lijkt uitgeblust en het recent opheffen van het BRIC fonds (Brazilië, India, China en Rusland) door Goldman Sachs is misschien wel illustratief voor de malaise waarin de opkomende markten zich momenteel bevinden. Over de afgelopen vijf jaar blijft de MSCI EM index ver achter bij de MSCI World index, die uitsluitend bestaat uit aandelen uit ontwikkelde landen. Beleggers in de MSCI World Index zagen hun vermogen in euro’s met 78 procent toenemen terwijl de MSCI EM index na vijf jaar drie procent in het rood noteert. Slechtnieuwsshow werkt een negatieve spiraal in de hand Redenen voor het achterblijven van de eens zo mateloos populaire nieuwe economieën zijn er in overvloed. Een belangrijke factor is de tanende economische groei in China. Volgens de officiële cijfers groeide de economie nog met 6,9 procent in het derde kwartaal van 2015. Hoewel dit fors hoger is dan de gemiddelde wereldwijde groei van ongeveer 3 procent voor 2015, is dit getal wel het laagst gerapporteerde groeipercentage sinds de economische crisis van 2008. Daarbij komt nog dat veel beleggers de juistheid van de officiële cijfers sterk in twijfel trekken, waarbij de werkelijke economische groei in China volgens analisten eerder uitkomt op 5-6%. Grondstofafhankelijkheid De groeivertraging in China en de transitie van een investerings-en export gedreven economische groei naar een door binnenlandse consumptie gedreven groei hebben een stevige impact gehad op de grondstoffenmarkt. De prijzen van basismaterialen stegen in het kielzog van het Chinese groeiwonder naar historische hoogtepunten, maar staan nu mede door de afnemende vraag stevig onder druk. De scherpe prijsdaling van grondstoffen heeft een grote impact op opkomende economieën die voor een belangrijk deel afhankelijk zijn van de grondstoffenhandel. Overheidsbegrotingen van landen zoals Nigeria, Rusland en Brazilië staan onder druk, wat de economische groei negatief beïnvloedt. Braziliaanse puinhoop Met Brazilië treffen we een land dat kampt met meer grote problemen. Hoewel gedacht werd dat het WK voetbal van 2014 de Braziliaanse economie een slinger kon geven, is de samba duidelijk uit de economie verdwenen. Brazilië staat in brand, en niet om de minste redenen: minder export naar China, oliebedrijf Jeffrey Schumacher CFA, Senior Fondsanalist bij Morningstar Benelux na zijn opleiding aan de VU Amsterdam en het behalen van het certificaat Chartered Financial Analyst (CFA) aan het CFA Institute is hij vanaf juni 2011 als Senior Fund Analyst werkzaam bij Morningstar. Daavoor  was hij van 2006 tot 2009 werkzaam bij Theodoor Gilissen Bankiers als Equity/Commodity Analyst en aansluitend tot juni 2011 werkzaam als Vermogensbeheerder Services / Fund Trading bij SNS Securities. Petrobras, staatseigendom, is verwikkeld in een omvangrijk corruptieschandaal dat zowel zakelijk als politiek Brazilië raakt, president Dilma Rousseff staat zwaar onder druk en wordt onderworpen aan een afzettingsprocedure en kerngrondstoffen zoals ijzererts, olie en koffie zijn hard in prijs gedaald. Dit alles gecombineerd met een werkloosheid van 7,9 procent, een inflatie van meer dan 10 procent en een economische krimp van 4,5 procent in het derde kwartaal en het wordt duidelijk waarom de Braziliaanse beursindex Bovespa in het lopende jaar 8,75 procent in de min staat. Dit is echter in lokale valuta, waardoor het verlies door een zwakker wordende real voor een eurobelegger oploopt tot -28,85 procent. Kapitaalvlucht Een andere factor die opkomende markten parten speelt is de aanstaande renteverhoging van de Fed. Bij de aankondiging van het afbouwen van de steunmaatregelen in 2013, de zogenaamde taper tantrum,  volgde al een schokgolf door emerging markets en nu lijkt de historische renteverhoging weer een startsignaal te zijn voor turbulentie in opkomende landen. Een stijgende Amerikaanse rente kan zorgen voor uitstroom van kapitaal uit opkomende landen en het aantrekken van de waarde van de Amerikaanse dollar. Opkomende landen zijn de afgelopen jaren veel dollarschulden aangegaan, wat druk kan zetten op de mogelijkheid om de leningen terug te betalen. Morgan Stanley’s Fragile 5 (Indonesië, Zuid-Afrika, Turkije, India en Brazilië) kunnen het wat dat betreft zwaar krijgen, net als de valuta’s van opkomende landen. Lage waardering De impopulariteit van opkomende markten is duidelijk merkbaar. Beleggers onttrokken miljarden uit opkomende landen, wat de koersen onder druk zette. Hierdoor zijn de waarderingen van opkomende markten echter veel lager dan die van ontwikkelde landen, wat een mogelijk interessant instapmoment kan zijn. De onderstaande grafiek laat het verschil in waardering zien op basis van koers/winst verhouding tussen de MSCI World Index en de MSCI EM Index over de laatste vijf jaar. Contrair positief Ondanks, of misschien juist vanwege het achterblijven van emerging markets, zijn er beleggers die het voor 2016 wel in deze landen zien zitten. Zo verwachten bijvoorbeeld Mr. Emerging Markets Mark Mobius, East Capital, Schroders en Goldman Sachs herstel van de economische groei en zien daarmee 2016 positief tegemoet voor opkomende landen. De risico’s van emerging markets Beleggen in opkomende landen is echter niet zonder risico’s en beleggers doen er goed aan om zich hierin te verdiepen en deze risico’s in ogenschouw te nemen bij hun beleggingsbeslissing. Een aantal typische emerging market risico’s op een rij: Politiek risico: regeringen in opkomende landen zijn niet zo stabiel als in ontwikkelde landen en sommige regeringen hebben in het verleden bewezen om er niet voor terug te deinzen om private bezittingen te nationaliseren. Daarnaast kan politiek beleid de stabiliteit in de regio schaden, in het ergste geval met sociale onrust en oorlog tot gevolg. Illiquiditeit: aandelen van ontwikkelde landen kunnen binnen een mum van tijd tegen een goede prijs met lage kosten verhandeld worden, maar de liquiditeit van aandelenmarkten van opkomende landen kan flink lager zijn. Dat kan zorgen voor prijsinefficiëntie, vertraging van de uitvoering van orders en hogere handelskosten. Corporate governance: aandeelhouders zijn de eigenaar van een bedrijf, maar ze zijn niet de baas. Dat is het management. Hoewel het management in theorie het belang dient van de aandeelhouders blijkt dit niveau van corporate governance niet in iedere organisatie en in ieder land op hetzelfde niveau te liggen. Het blijkt soms dat in opkomende landen het management of zelfs de overheid de touwtjes stevig in handen hebben en de aandeelhouders daarmee buitenspel zetten. Valutarisico: beleggen in niet-euro landen brengt een extra risico- en rendementsbron met zich mee in de vorm van wisselkoersveranderingen. Hierdoor kan een koerswinst van 10 procent in rook opgaan wanneer de lokale valuta waarin het aandeel is aangekocht met 10 procent verzwakt ten opzichte van de euro. Daarbij kan de volatiliteit van valuta’s van opkomende landen soms hevig zijn. Dit wisselkoersrisico kan een belegger indammen door te kiezen voor een naar euro’s gehedgde fondsklasse, waarbij het valutarisico via derivaten wordt afgedekt. Afhankelijkheid van grondstoffen: landen als Nigeria, Zuid-Afrika, Ghana, Brazilië en Venezuela zijn in belangrijke mate afhankelijk van de grondstofprijzen. In tijden van economische hoogconjunctuur groeien de bomen tot in de hemel, maar wanneer het tij keert, dan komen overheidsbegrotingen onder druk te staan, zoals nu het geval is. De afhankelijkheid van de grillige grondstoffenmarkt is een risico waar beleggers in opkomende landen rekening mee moeten houden. Morningstar’s favoriete emerging market beleggingsfondsen Er zijn een aantal interessante beleggingsfondsen waar een belegger uit kan kiezen wanneer hij zijn blootstelling aan deze regio wil vergroten. Dit kan zowel via aandelenfondsen als obligatiefondsen (emerging market debt). Onze favorieten op een rij: Beleggingsfondsen met een Gold, Silver of Bronze Morningstar Analyst Rating in de categorie Aandelen Emerging Markets, gerangschikt op YTD rendement: Beleggingsfondsen met een Gold, Silver of Bronze Morningstar Analyst Rating in de categorie Obligaties Emerging Markets Hard Currency, gerangschikt op YTD rendement: ^  Inhoud Machinaal beleggen met Sven Sterckx: F-score model Piotroski kan beter Bron:  Analist.nl Sven Stercx Binnen het valuebeleggen zijn er in principe maar een handjevol variabelen die de revue passeren: de winstgevendheid, schuldratio’s en kasstromen. Uiteraard zijn hier diverse afgeleides van maar de rode draad bij veel valuescreeners zijn meestal deze 3 variabelen. Eén van de bekendste valuebeleggers uit de VS: Joseph Piotroski scoort al jaren fenomenale cijfers met zijn F-score model. Volgens onze collega’s van de American Association of Individual Investors (AAII) is zijn model met afstand het beste model voor de Amerikaanse aandelen. Toch heeft Sven Sterckx van effectenhuis Dierickx, Leys en Cie (die Paul Huybrechts als topman van de VFB gaat opvolgen) hier kritiek op. We spreken hem hiervoor in Antwerpen. De beste aandelenscreeners voor de Amerikaanse aandelen. Het F-score model van Piotroski laat alleen het winstrevisiemodel voor zich. Bron AAII.com. Joseph D. Piotroski, Stanford University Graduate School of Business De resultaten van het Joseph Piotroski’s F-score model zijn toch fenomenaal, wat zou er daarom beter kunnen? “Ten eerste heb ik zeer veel bewondering voor het werk van Piotroski. Zijn werk was baanbrekend. Het was Piotroski die verder dacht dan enkel value investing en naast de destijds gebruikte value parameter (boekwaarde) ook een kwalitatieve parameter gebruikte.”   Het F-score model kan in de ogen van de econoom verbeteren door een net iets andere methodiek te hanteren. Over de afgelopen jaren zijn de rendementen van het F-score model zeer indrukwekkend maar het perfecte model bestaat niet. Zo noteert het F-score model van begin januari tot en eind september met een min van ruim 28 procent. Huidige methodiek F-score model Piotroski: Piotroski pakt van deze eerste filteren op koers/boekwaarde simpelweg de 20 procent met de laagste waarden. Daarna gebruikt hij de volgende kwalitatieve filtercriteria: Rendement op de activa over het afgelopen fiscale jaar is positief Operationele kasstroom over het afgelopen fiscale jaar is positief Stijgend rendement op de activa (afgelopen fiscale jaar vergeleken met het voorgaande) Operationele kasstroom hoger dan de nettowinst van het voorgaande fiscale jaar Verbeterende schuldratio Current ratio verbeterend Minder uitstaande aandelen (dus aandeleninkoop) Stijgende brutomarge Stijgende omzetten Net als veel andere Amerikaanse aandelenscreeners worden hier ook bij voorbaat alle financials en pennystocks verwijderd. Het gros van de Amerikaanse beleggingsgoeroes stelt dat financiële gegevens van financials extreem onduidelijk en doorgaans onbetrouwbaar zijn zodat hier niet op te bouwen is. Eerste filter op boekwaarden te kort door de bocht Sterckx stelt dat Piotroski’s F-score model beter zou kunnen omdat de eerste filtering eigenlijk te kort door bocht is. De kwalitatieve filter ( of ook wel fundamentele momentumindicator genoemd) kwam er juist omdat de screening op lage koers/boekwaarde op zich niet voldeed. Dit komt tot uiting in de bijgevoegde tabel. Het screenen van aandelen op lage koersboekwaardeverhouding gaf historisch het laagste resultaat. Aandelen met de relatief lagere koers/boekwaarden hebben dit al vaak om een reden. “Het zou beter zijn om deze voorfiltering niet te doen en gewoon de markt te scannen op alle variabelen (value en kwalitatief) direct. ” aldus Sterckx. De econoom pleit dan dus voor een model zonder voorfiltering maar voor een model waar de waardering en de kwaliteit gelijk worden gewogen. Hierdoor zouden de aandelen die ondanks een relatief lage boekwaarde maar wel veel kwaliteit hebben toch in de selectie kunnen komen. Dit biedt niet alleen meer potentieel maar dempt volgens hem het risico omdat de filtering zo minder eenzijdig wordt. Net als diverse andere valuebeleggingsgoeroe’s raadt Sterckx ook aan geen limiet te zetten op beleggingen in een bepaalde sector. “Als een model stelt dat veel olieaandelen nu eenmaal goedkoop zijn dan moeten we in ons beleid hier niet van af gaan wijken”  aldus Sterckx. Voorkeur bedrijfswaarde/EBITDA Sterckx noemt als beste screener de bedrijfswaarde / EBITDA. De bedrijfswaarde is de som van de marktkapitalisatie, de schulden minus de cash. Dit cijfer delen we door de EBITDA. Volgens Sterckx worden via deze screener bijna alle relevante aandelenvariabelen meegenomen. Sterckx staat in zijn pleidooi voor deze screener zeker niet alleen want in een recent onderzoek van Wesley Gray en Jack Vogel van de universiteit van Philadelphia wordt deze screener tevens zeer geroemd. Volgens Gray en Vogel die in hun paper ‘A Performance Horse-Race over the past 40 Years’ (2012) naar een hele reeks aandelenscreeners gekeken hebben behoort deze ratio consistent tot de besten. Lange termijn rendementen EBITDA/TEV De bovenstaande tabel uit het onderzoek van Gray en Vogel toont de rendementen van diverse screeners verwerkt op de Amerikaanse beurs (CRSP database) over de periode van 1971 tot en met 2010. Ook hier zijn de financials en nutsbedrijven op voorhand verwijderd. Tevens worden de aandelen met de 10 procent laagste marktkapitalisatie buiten beschouwing gelaten. Er wordt alleen gewerkt met aandelen van bedrijven die minimaal 8 jaar actief zijn. De aandelen worden hier per groepen van 20% verdeeld op basis van hun positie in de screener. Per juni ieder jaar wordt de portefeuille opnieuw ingesteld (voor juni hebben de meeste bedrijven doorgaans hun jaarcijfers gepubliceerd). Panel A toont de rendementen van de 20 procents-groepen per E/M, EBITDA/TEV, FCF/TEV, GP/TEV en B/M. Deze groepen worden zowel gelijkgewogen (links) als value-gewogen (rechts). De eerste groep (1) bestaat vooral uit groeiaandelen en groep 5 betreft de valueaandelen. We zien dat bij alle groepen de jaarrendementen voor de valueaandelen hoger zijn dan voor de groeiaandelen. Dit zowel voor de groep die gelijkgewogen is als voor de valuegewogen groep. Panel B toont de Fama & French variabelen (met tussen haakjes de T-waarden). Maar als er goede screeners op de markt zijn, wordt dit dan niet direct weg gearbitreerd? Sterckx stelt dat dit zeker niet het geval is want voor veel markten is er amper goede en complete data. “Het gebrek aan goede research, vooral voor de Europese landen, is zeker een kans voor de belegger”  aldus Sterckx. Verder benadrukt hij dat het gebruik van screeners juist de emotionele valkuilen, waar beleggers continu en masse instappen, juist uitsluit. Maar beleggers moeten te allen tijde een helicopterview houden en waken voor valuetraps zoals te hoge dividendrendementen, te lage koers/winst-verhoudingen etcetera zo besluit Sterckx. Dit artikel verscheen eerder in het Analist Journaal van oktober. ^  Inhoud Monetaire en financiële statistieken Nederland Bron:  DNB.nl De onderstaand mozaïek van grafieken - bestrijkt een groot aantal deelgebieden. “Financiële markten” bijvoorbeeld is onderverdeeld naar rentes, wisselkoersen, aandelenkoersen en de emissiemarkt, “Financiële instellingen” naar banken, pensioenfondsen etc. Veel deeltabellen zijn er ook over de betalingsbalans. Verder zijn kerngegevens bijeengebracht over financiële stabiliteit en de Nederlandse economie (o.a. in een macro-economisch scorebord). De mini tabellen zijn voorzien van links naar door u zelf aan te passen grafieken op de website van DNB.nl. Rente jongste 10-jarige staatslening  ( In procenten ) Balans huishoudens  ( In miljarden euro's ) Nieuwe woning hypotheken mfi's  ( In miljarden euro's ) Uitstaande leningen banken ( In procenten ) Beleidsdekkingsgr. pensioenfondsen  ( In procenten ) Beleggings-instellingen Saldo lopende rekening 4kw.som, ( In miljarden euro's ) Euro-dollar wisselkoers Extern vermogen ( In miljarden euro's ) Solvabiliteit verz. onder toezicht ( In procenten ) Goudprijs per kg ( In duizenden euro's ) Spaardeposito's met opzegtermijn ( In procenten ) Bruto emissies lang schuldpapier ( In miljarden euro's ) ^  Inhoud Wat wilt u doen binnen onze vereniging? Bron: Redactie HCC Beleggen De HCC Beleggen organiseert een aantal activiteiten. De bekendste activiteiten die wij organiseren zijn de beleggerssymposia, die we tweemaal per jaar houden in De Bilt, de regiogroepen en deze nieuwsbrief. Een toenemend aantal mensen wil ook aktief meedoen. Voor de organisatie van onze symposia zijn wij voortdurend op zoek naar mensen die een bijdrage willen leveren aan de totstandkoming hiervan. Het is niet alleen leuk om dergelijke evenementen te organiseren, maar het is ook een ideale gelegenheid om je netwerk uit te breiden met interessante contacten. Ook voor deelname aan de redactie van de nieuwsbrief en de website zijn wij voortdurend op zoek naar mensen die het aandurven een column, een  artikel of een recensie te schrijven. Zonder deel uit te maken van de organisatie kunt u vanzelfsprekend ook meedoen aan één van de Regio- of Belangstellingsgroepen. Maar ook andere dingen doen zoals het geven van een aardige lezing,  met anderen handelsstrategieën uitwerken, software onder de knie krijgen of gewoon een groep vormen waarmee je samen de markt analyseert/bespreekt, behoort tot de mogelijkheden. Ben jij enthousiast en denk je dat een vrijwilligersfunctie jou op het lijf geschreven is, neem dan per email contact op met het HCC Beleggen bestuurRegularLabs.EmailProtector.unCloak("ep_544ff06f", true);  of met de redactieRegularLabs.EmailProtector.unCloak("ep_a942c1a6", true);  ^  Inhoud | HCC beleggen Website | HCC beleggen Vacatures | AdverterenRegularLabs.EmailProtector.unCloak("ep_55a3e733", true); | Forum | Downloads  Disclaimer: Deze publicatie komt tot stand op de redactie van beleggersonline.nl de website van de HCC IG Beleggen. Noch de mate waarin de berichten, voorgestelde scenario’s, risico’s en voorspellingen de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De voorspellingen zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies. De schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur van de HCC IG Beleggen en/of de Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet aansprakelijk voor eventuele verliezen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren, behaalde resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de toekomst. ^  Inhoud

6 januari 2016

...

Nieuwsbrief20151201

.. December 2015 ABN AMRO: opvallend goedkoop terug Topprestaties (adv.) Leentjebuur en leergeld….  Wat is een ETF? Een korte inleiding Voedingssector al jaren lucratief Nederlandse producent positiever De Big Reset Wat wilt u doen binnen onze vereniging? .. ABN AMRO: opvallend goedkoop terug op de beurs Bron: Hendrik Oude Nijhuis Sinds afgelopen maand staat ABN AMRO weer genoteerd aan de Amsterdamse beurs. Maar is dit ABN AMRO nog wel vergelijkbaar met het bankbedrijf van voor de crisis? Welke risico's zijn er? En hoe zit het met de waardering? Pluspunten In het persbericht waarin onder meer op het prospectus (beschikbaar via  abnamro.com/beursgang) gewezen werd stonden de nodige positieve zaken over ABN AMRO opgesomd. U treft ze hieronder puntsgewijs aan: Leidende posities in Nederland op het gebied van retail, private en corporate banking. Gematigd risicoprofiel op basis van sterke kapitalisatie en een schone balans. Goed gepositioneerd ten opzichte van de Nederlandse economie, die wordt gekenmerkt door sterke fundamenten en een periode van cyclische groei. Internationale activiteiten op basis van bestaande capaciteiten, die geografische diversificatie en groeimogelijkheden bieden. Aantrekkelijk rendement voor aandeelhouders, met duidelijk ruimte voor verdere efficiëntieverbeteringen. Capaciteit om dividend uit te keren wordt ondersteund door sterke groei van het eigen vermogen en discipline. Ervaren managementteam met een bewezen staat van dienst. Ook risico's Het sinds kort weer beursgenoteerde ABN AMRO is totaal onvergelijkbaar met het bedrijf dat in 2007 werd overgenomen en toen gelijk in drieën werd gehakt. Voor de overname was ABN AMRO een internationale speler van formaat met meer dan 100.000 medewerkers. Het ABN AMRO van nu is vooral nationaal gericht en telt zo'n 22.000 medewerkers. Hendrik Oude Nijhuis Auteur, oud bestuurslid HCC Beleggen en BSC Duitenberger. Oprichter Warrenbuffet.nl Hendrik Oude Nijhuis heeft Management, Economics & Law aan de Universiteit Twente gestudeerd en heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van ‘s werelds beste beleggers. Zijn bestseller over Warren Buffett is via de website http://www.warrenbuffett.nl/ gratis beschikbaar. Deze column is niet bedoeld als individueel advies tot het doen van beleggingen. Nederland is goed voor iets meer dan 80% van de winst. Gaat het kortom met Nederland goed dan profiteert ABN AMRO eveneens. Gaat het met Nederland slecht - om wat voor reden dan ook - dan lijdt ABN AMRO daar eveneens onder. Opvallend is dat de helft van de klanten nooit een kantoor bezoekt. En de andere helft gemiddeld slechts eens in de twee jaar. Structureel lagere winstgevendheid Een risico voor ABN AMRO (en andere grootbanken) met tienduizenden medewerkers en een groot en vooral duur kantorennetwerk is ingehaald te worden door de technologie. Denk allereerst aan de vele, innovatieve fintech startups die zich richten op het snijvlak van bankieren en technologie. En ten tweede aan kapitaalkrachtige technologiebedrijven die zich steeds meer op het terrein van banken beginnen te begeven. Denk hierbij onder meer aan bedrijven als Google (Google Wallet en Android Pay), Apple (Apple Pay), Samsung (Samsung Pay), Facebook en PayPal. Verder is het uitlenen van geld eigenlijk meestal helemaal niet zo winstgevend. Dat veel banken dat voor de kredietcrisis wel degelijk waren wordt verklaard door leverage (lees: heel veel vreemd vermogen in verhouding tot het eigen vermogen). Maar wat dat trucje betreft drukken toezichthouders tegenwoordig aardig op de rem. De hoge winstgevendheid van banken ten tijde van voor de crisis hoeft om die reden voorlopig niet meer terug te worden verwacht.  Waardering ABN AMRO is in 2008 genationaliseerd en de kosten daarvan bedroegen circa EUR 21,7 miljard. Uitgaande van de introductiekoers van EUR 17,75 valt het verlies voor de belastingbetaler zo bezien te becijferen op EUR 5 miljard (uit de introductiekoers volgt een bedrijfswaarde van ABN AMRO van EUR 16,7 miljard).  De hierboven genoemde bedrijfswaarde impliceert dat van een premie ten opzichte van het eigen vermogen (boekwaarde) van ABN AMRO niet of nauwelijks sprake is. Per 30 september 2015 bedraagt het eigen vermogen van ABN AMRO namelijk EUR 16,1 miljard (per aandeel is dat EUR 17,12). Wij menen dat de strategische doelstelling van ABN AMRO om de komende jaren een rendement op eigen vermogen te behalen van 10% tot 13% reëel is. Het beoogde dividenduitkeringspercentage bedraagt 50% vanaf en over boekjaar 2017 (dit jaar is dat nog 40%). Uitgaande van bovenstaande gegevens, eigen aannames en een discontovoet van 8% menen wij dat een premie op het eigen vermogen van ongeveer 60% terecht zou zijn. De geschatte beurswaarde van ABN AMRO bedraagt in dat geval EUR 26,7 miljard, de bijbehorende koers EUR 28,-. Bij het waarderen van aandelen moet altijd een slag om de arm worden gehouden. Maar in dit geval overheerst bij ons toch vooral de overtuiging dat ABN AMRO eerder te goedkoop dan te duur naar de beurs is gegaan. Gelukkig voor iedere Nederlander is zo bezien nog wel dat de Nederlandse overheid voorlopig eigenaar blijft van ruim driekwart van alle aandelen van ABN AMRO. ^  Inhoud Topprestaties onder de alternatieve beleggingen  Advertentie:  Alphafondsen.nl ^  Inhoud Leentjebuur en leergeld….  Bron:  Ben van den Anker Met P2P-lending wordt verwezen naar het zonder tussenkomst van een traditionele tussenschakel als bank uitlenen van geld aan individuen, die over het algemeen niet tot de bekenden- of familiekring behoren. De transactie wordt online afgewikkeld. P2P-lending is in de US pas sinds 2006 ontwikkeld vanuit de start-up stad San Francisco. De grootste problemen bij de start waren het wanbetalersrisico en het gebrek aan liquiditeit. Een lening heeft een looptijd en gedurende de looptijd is de lening niet liquide te maken. De SEC verplicht P2P-bedrijven hun aanbod inmiddels als securities aan te bieden. Het voordeel voor de lener bij het uitlenen van middelen van individu tot individu is een beter (= lager) rentepercentage dan bij een persoonlijke lening via de bank. De spaarder die een momenteel zeer laag rendement ontvangt op een spaarrekening kan door in P2P-lending te participeren een hoger rendement behalen. Dit lijkt op een win – win  relatie zou je zeggen. Het gebruik van technologie is in verhouding tot de reguliere banken een groot kostenvoordeel voor de P2P bedrijven, dat ook aan de klanten doorgegeven wordt. Sinds 2009 wordt het jaarlijkse rendement in de platforms Lending Club en Prosper geschat tussen 5 – 9%, afhankelijk van de kredietwaardigheid van de ontvanger van de lening1) Ben van den Anker (1976) is schrijver / columnist en lid centrale directie aan het Candea College Hij heeft zijn PhD in Business & Management tijdens een negenjarig verblijf in Zuidoost Azië aan de International Graduate School of Business (University of South Australia) behaald. Hij is auteur van het boek The perceived role of Host Country Nationals in Expatriate Adjustment (2010, Ben van den Anker). Zijn onderzoek richt zich met name op de rol van cross-culturele interactie in het functioneren van expatriates. Daarnaast is hij voor de International Business Review revisor voor wetenschappelijke artikelen op het snijvlak business en management. Zopa, de twee na grootste in de industrie, geeft eigenlijk in 2014 aan dat het wanbetalersrisico beheersbaar is door een 0.5% default rate2) te publiceren. De keuze van platform is echter belangrijk naast de mate van regulering die hierbij een rol speelt. Regulering zorgt er in bepaalde landen voor dat informatie helder aangeboden moet worden en er een planning aanwezig moet zijn voor het geval dat zaken niet zo lopen als verwacht. Door het relatief jonge bestaan van deze P2P platforms is regelgeving ook aan verandering onderhevig. Kortom; harde garanties lijken er nog niet te zijn. Ook zal helderheid over het risico geboden moeten worden. Terwijl uw geld wacht om uitgeleend te worden ontvangt u hierop bij de meeste P2P platforms geen rente. Ook is uw geld niet veilig zoals een spaarrekening die gekoppeld is aan het depositogarantiestelsel. Indien het P2P-platform failliet gaat, is het maar de vraag wie er voor zal zorgen dat u uw uitgeleende geld weer terug ontvangt. Het P2P platform ontvangt in de regel een fee van 1% van de loonwaarde voor geleverde diensten en een extra 0.25% als u de lening weer doorverkoopt. Deze 1% wordt betaald als de uitgever geld retour ontvangt en bij het missen van een betaling of wanbetaling vervalt deze fee (bij enkele grote spelers).  De meerwaarde van het P2P-concept zit wellicht niet in het gegeven dat consumenten aan andere consumenten uit kunnen lenen, maar meer in de snelheid van de transactie door slim gebruik van ICT waar banken in de verste verte niet aan kunnen tippen. Het P2P-concept spreekt door zijn eenvoud aan en grote spelers blijken P2P-lending nu ook te ontdekken. Nederlandse bedrijven gebruiken subtiele wijzigingen in de naamgeving als ‘crowdlending’ en beginnen het concept te omarmen. Er lijken inmiddels ook hybride producten te ontstaan als mandjes met diverse leningen gekoppeld aan een risicocategorie. Uit oogpunt van diversificatie is dit natuurlijk een slimme beweging. De grotere spelers op de markt bieden tools aan om de kredietwaardigheid van deelnemers objectiever te kunnen beoordelen. Het BKR pakt op de Nederlandse markt hierin een rol. Het is waarschijnlijk dat toekomstige rentetarieven vaker door de markt worden vastgesteld, dan door het leenplatform. De grote groei van platforms zorgt voor concurrentie, waar de consument uiteindelijk de vruchten van zal kunnen plukken. PWC voorspelt dat P2P-lending van een waarde van $5.5 miljard in 2014 zal groeien tot 150 miljard in 2025 3).  Kortom, voor de speculatief ingestelde belegger die potentie aan een duidelijk risico durft te koppelen biedt P2P zeker mogelijkheden om een hoger rendement te behalen. 1) http://www.cnbc.com/2015/08/28/more-investors-turn-to-p2p-lenders-for-high-yield.html 2) http://www.forbes.com/sites/groupthink/2014/10/14/the-disappearance-of-peer-to-peer-lending/ 3) https://www.pwc.com/us/en/consumer-finance/publications/assets/peer-to-peer-lending.pdf ^  Inhoud Wat is een ETF? Een korte inleiding op exchange traded funds  Bron:  Morningstar Benelux 23 november 2015 Een exchange-traded fund (afgekort  ETF) is een mandje beleggingen dat net als een aandeel wordt verhandeld aan de beurs. Een ETF wordt in het algemeen gebruikt om een specifieke marktindex te volgen. Vandaar dat ze ook wel indextrackers worden genoemd. Er zijn ook traditionele beleggingsfondsen die zich op een bepaalde index richten en deze proberen te verslaan. Het verschil met een ETF is, dat deze fondsen actief worden beheerd met een manager aan het roer waar een ETF passief beheerd wordt. AEX-index Wie bijvoorbeeld in de AEX-index wil beleggen kan een ETF kopen die de Amsterdamse beursgraadmeter repliceert. Wanneer de AEX stijgt, neemt de ETF in waarde toe en wanneer de AEX daalt daalt ook de waarde van de ETF. De belegger heeft keus uit tal van indices zoals de S&P 500 Index, de MSCI World Index en kleinere specifieke indices. Grondstoffen en Valuta Een ETF kan ook worden gebruikt om grondstoffen of andere activa zoals valuta te tracken. Wie in goud wil beleggen maar niet fysiek een staaf goud wil aanschaffen kan een ETF kopen die de goudkoers volgt (technisch gezien wordt een grondstof ETF een exchange traded commodity (ETC) en een valuta-ETF een exchange traded currency). De eerste ETFs zagen het levenslicht in de Verenigde Staten in de jaren tachtig en begin jaren negentig en hun populariteit in beleggingsland is sindsdien geëxplodeerd. Institutionele en particuliere beleggers investeren inmiddels miljarden euro’s in ETFs. ETFS zijn hetzelfde als aandelen in die zin dat ze gemakkelijk ge- en verkocht kunnen worden op de beurs en hun koers fluctueert gedurende de handelsdag. Beleggers kunnen short gaan op ETFs, een stop-loss order gebruiken en ze verkopen. In het kort geldt dat alles wat met aandelen kan ook met ETFs kan. Net als bij aandelen betalen beleggers en commissie bij het kopen en verkopen van ETFs. Voor ETFs Als het aankomt op vergoedingen/kosten zijn ETFs bekend om hun zeer lage kosten. Zelfs lager dan traditionele fondsen. ETFs zijn in het algemeen goedkoper omdat er geen fondsmanager actief bij betrokken is die ook betaald moet worden. ETFs bieden beleggers een ultiem diversificatiemiddel: je kunt direct beleggen in een volledige markt in plaats van individuele aandelen te selecteren en kopen. ETFs bieden beleggers een ultiem specialisatiemiddel: je kunt direct beleggen in de meest vreemde en wonderlijke sectoren zoals een ETF die een smartphone-index volgt tot een ETF die een index van levend vee volgt. Een belegger kan veel of weinig kopen: ETFs stellen geen eisen aan de inleg wat betekent dat beleggers van een bepaald ETF één aandeel kunnen kopen of heel veel. ETFs bieden toegang tot een breed scala aan effecten inclusief obligaties, buitenlandsmarktindices, grondstoffen en valuta. ETFs worden verhandeld als aandelen: ze kunnen de hele handelsdag worden gekocht en verkocht. Tegen ETFs In het algemeen kunnen ETFs geen hoger rendement halen dan de markt die ze volgen. In tegenstelling tot actief beheerde indexbeleggingsfondsen waarbij de beheerder de markt wil verslaan noteren ETFs het rendement van de markt (omdat ze de marktindex exact repliceren). Er zijn zeer veel verschillende ETFs en sommige zijn minder geschikt voor particuliere beleggers.  ETFs gebruiken verschillende manieren om de gekozen index te repliceren en sommige methoden bieden juist extra risico voor beleggers. Hou altijd in gedachten: beleg niet in wat je niet begrijpt. Omdat ETFs dezelfde handelseigenschappen hebben als aandelen is het verleidelijk om er frequent in te handelen, vooral als de markten volatiel zijn. Maar beleggers kunnen aanzienlijke kosten genereren als ze vaak ETFs kopen en verkopen. Deze kosten eten een aanzienlijk deel uit het rendement. Het is dan ook belangrijk om een gedisciplineerde houdingen aan te nemen ten opzichte van ETF-beleggingen. Meer over ETF's via de website van Morningstar: Wat is het verschil tussen een ETP en een ETF? Een artikel over ETFs, ETPs, ETNs, ETCs en andere exchange-traded products waarvan de naam kan leiden tot exchange-traded verwarring Zon- en schaduwkanten van ETF's Steeds vaker worden in Europa actief beheerde aandelenfondsen afgestoten, terwijl indexfondsen ook in dalende markten profiteren. ETF's zijn echter niet altijd de beste keus voor de belegger. Wij bekijken de track-record van indexfondsen in de grootste Europese aandelenfondscategorieën Wereldwijd beleggen zonder risico in opkomende markten te lopen De wereldwijde groei en het monetaire beleid lopen flink uiteen. Vooral de beurzen in opkomende landen ogen zeer nerveus. Beleggers die daar niet aan blootgesteld willen worden, kunnen wellicht beter uitwijken naar aandelenbeurzen van ontwikkelde economieën Een afweging tussen diversificatie en kennis En wanneer het de moeite loont om groot in te zetten ETFs-Liquiditeit en transactiekosten van ETFs Door de lage kostenratio's zijn ETFs duidelijk interessant voor een 'goedkope', lange termijn kernportefeuille, maar hoe zit het met de transactiekosten? Actief versus passief fondsbeheer: waarom niet een actieve ETF Actief beheerde ETFs lijken een fantastische oplossing voor beleggers. Het beste van twee werelden. Maar waarom is hun marktaandeel dan nog zo klein? Waarom teleurstellingen waarschijnlijk zijn bij conventionele grondstoffenindexen Als we naar echte bepalende factoren voor het rendement op grondstoffenfutures kijken, dan zien we dat populaire indexen zoals de GSCI tekortschieten Morningstar ontwikkelt classificatiesysteem voor strategic beta ETFs Een nieuw model om strategic beta – ook wel smart beta – ETFs te categoriseren helpt beleggers om dit nieuw type beleggingsfondsen beter te kunnen identificeren, vergelijken en analyseren Waarom zijn er zo weinig strategic bèta ETF's voor obligaties? Waar het strategic bèta betreft, bieden aandelen meer voor de hand liggende mogelijkheden dan vastrentende waarden. Maar ETF-aanbieders ontwikkelen inmiddels ook 'smart bèta' obligatieproducten Waarom worden 'low volatility' ETF's zo populair? Zoals uit de marktontwikkelingen afgelopen zomer weer eens bleek, hoort volatiliteit gewoon bij beleggingen ^  Inhoud Voedingssector al jaren lucratief, Unilever in top 20 Bron:  Analist.be Ronald Kok (RBA)  Financieel analist, entrepeneur en uitgever van o.a. Analist.nl en het beleggingsblad: Analist Journaal Na zijn economie opleiding aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, VBA aan de VU  Universiteit van Amsterdam bleef hij zich verder specialiseren w.o. EFFAS , en  focust hij zich nu vooral op financiële analyse en de praktische toepasbaarheid van beleggingsstrategieën. Zijn aandachtsgebieden zijn vooral de Amerikaanse en Europese aandelen. Daarnaast focust Ronald zich ook op derivatenstrategieën, asset-allocatie en risicomanagement. Waar veel analisten en beleggers de voedingssector saai noemen zijn haar rendementen dit echter niet. De voedingssector behoort de afgelopen 10 jaar steevast tot de beste sectoren en had over meerdere periodes gemiddeld gesproken zelfs geen verliezen. Het Belgische Lotus Bakeries is met enorme afstand het beste aandeel uit de voedingssector. Over de afgelopen 10 jaar won het aandeel een eclatante 1100 procent (exclusief dividenden). Een dergelijke winst zien we eigenlijk alleen maar bij de internetaandelen zoals Baidu en Netflix. Nestlé en Unilever hand in hand qua rendement Bij de andere 10-jaarswinnaars zien we een mix van mid- en largecaps. De bekendste namen zijn uiteraard Unileveren Nestlé . Beiden wonnen de nipt boven de 100 procent over de afgelopen 10 jaar. Bij de verliezers zien we weliswaar een paar grote uitslagen zoals die van Natra en Evolva maar het gros van de voedingsaandelen leverde de belegger toch forse winsten op. Over de afgelopen 10 jaar won het gemiddelde voedingsaandeel circa 81 procent. Ook over de kortere perioden zien we behoorlijke winsten. In tegenstelling tot de meeste andere sectoren zien we dat ook over de afgelopen 3 maanden ook deze sector wederom in de plus noteren. Historische rendementen voedingssector ^  Inhoud CBS:  Nederlandse producent positiever dan veel EU-collega’s  Bron: CBS Nederlandse ondernemers in de industrie zijn positiever dan veel van hun Europese collega’s. Dit meldt CBS op basis van statistieken van de Europese Commissie. De Europese indicator van het producentenvertrouwen, die iets afwijkt van de Nederlandse, stond in november voor Nederland op 2. Het gemiddelde producentenvertrouwen in de Europese Unie (EU) was negatief (-3,5). Ondernemers in Slovenië, Hongarije en Zweden waren het meest optimistisch. Griekse en Poolse producenten het negatiefst Europese ondernemers in de industrie zijn gemiddeld negatief gestemd. Slechts in een aantal landen, waaronder Nederland, hebben positief gestemde ondernemers de overhand. Producenten in Griekenland en Polen waren in november 2015 het negatiefst met scores van respectievelijk -16,6 en -11,5. Nederlandse producent ook op lange termijn optimistischer dan EU-gemiddelde Met 2 ligt het Nederlandse producentenvertrouwen ruim boven het tienjarig gemiddelde. Het Nederlandse tienjarig gemiddelde is met -3,1 minder negatief dan het Europees gemiddelde (-5,9). De enige landen met een positief saldo zijn Tsjechië en Slowakije. Poolse en Griekse producenten zijn gemiddeld het negatiefst gestemd met scores van respectievelijk -12,6 en -11,9. Europees producentenvertrouwen sinds oktober 2014 stabiel In januari 2008 bereikte het producentenvertrouwen in Nederland het hoogste punt in de afgelopen acht jaar (5,1). Het dieptepunt (-25,4) werd bereikt in februari 2009. Vanaf maart 2013 is de trend stijgend. Het Europees gemiddelde is daarentegen sinds oktober 2014 niet of nauwelijks veranderd. Sinds april 2015 hebben positief gestemde ondernemers in Nederland de overhand. Met een waarde van 2 is het producentenvertrouwen echter nog een stuk verwijderd van het niveau van voor de crisis. Nederlandse producent positiever over verwachte bedrijvigheid Het producentenvertrouwen is opgebouwd uit drie deelindicatoren. Deze indicatoren zijn een weergave van de mening van de producent over de orderportefeuille, de voorraad gereed product en de verwachte bedrijvigheid voor de komende drie maanden. De Nederlandse producent was in november 2015 vooral positiever over de verwachte bedrijvigheid dan gemiddeld in Europa. Daarnaast was de Nederlandse producent minder negatief over de orderpositie en de voorraad gereed product. ^  Inhoud De Big Reset  Bron: Willem Middelkoop Veertig jaar nadat de Verenigde Staten de dollar loskoppelden van goud, moet de VS nog steeds vechten om de dollar als we­reldreservemunt in stand te houden. Aan de positie van de dollar ontleent de VS voor een groot deel haar status als wereldwijde supermacht. Voor de Eerste Wereldoorlog werden bijna alle grote valuta gedekt door goud. Dit was het tijdperk van de goudstandaard. De geldtoename werd beperkt tot de groei van de goudvoorraad. Toen veel Europese landen geld moesten creëren om de oorlog te financieren, werden ze ook gedwongen om de goudstandaard los te laten. De goudstandaard 1)  werd in de meeste landen vervangen door een ongedekt (fiat) geldsysteem, hoewel zilveren munten tot in de jaren tachtig nog in veel landen gebruikt werden. In tegenstelling tot ongedekt geld heeft goud altijd zijn koopkracht behouden. Daarom wordt goud telkens weer gebruikt wordt om ongedekte geldsystemen te stabiliseren. Een stijgende goudprijs fungeert als een waarschuwing dat er iets aan de hand is met de waardeontwikkeling van valuta. Vaak is het een teken dat bankiers te veel geld creëren. Sinds de VS de dollar loskoppelde van de goudstandaard in 1971 is goud de grootste financiële vijand van Wall Street en het Witte Huis. Deze War on Gold vindt al plaats sinds de jaren zestig, toen het dollarsysteem voor het eerst sinds zijn oprichting in 1944 onder druk kwam te staan. De geschiedenis toont vele honderden voor­beelden van mislukte en verdwenen ongedekte geldsystemen. Soms met mogelijk zeer grote gevolgen. Na de devaluatie van de Romeinse Denarius en de daarop volgende val van het Romeinse Rijk duurde het ruim 500 jaar voor er weer een ontwikkelde samenleving ontstond in Europa. In de jaren ’80 bleven de leiders van de Sovjet Unie tot het bittere eind zwaaien vanaf hun balkon op het Rode Plein. Ze waren ervan overtuigd dat hun commu­nistische regime op basis van zelf gedrukte Roebels voor altijd stand zou houden. Na de val van de Sovjet Unie bleven spaarders en pensioengerechtigden achter in diepe armoede. Willem Middelkoop  Willem Middelkoop is oud beurscommentator van RTLZ en oprichter van het Commodity Discovery Fonds Willem, geboren in Genève in 1962, is een succesvol investeerder, ondernemer en publicist. In 2008 richtte Willem Middelkoop Amsterdamgold.com op voor mensen, die wilden beleggen in fysiek goud. Toen het bedrijf drie jaar later werd verkocht, was de jaaromzet tot boven 100 miljoen euro gestegen. In 2008 richtte hij ook het Commodity Discovery Fund op. Dit fonds heeft een nadrukkelijke focus op nieuwe grondstofontdekkingen en edelmetaal- beleggingen. Willem is auteur van diverse boeken over de economie en de geschiedenis van de financiële markten. Hij publiceerde oa:  "De Big Reset", "Goud en het geheim van geld " en "Als de dollar valt". website: willem-middelkoop.nl Wij Westerlingen concludeerden dat ons kapitalistische sys­teem, gebaseerd op vrije markten, superieur was omdat de commu­nistische landen zich onmiddellijk tot het kapitalisme bekeerden. Maar eind 2008 crashte ons systeem. Net als de communistische leiders toen pretenderen ook onze leiders dat alles goed gaat komen. Ze gebruiken dezelfde methoden die we zo verachtten in het communistische systeem. Economische cijfers worden steeds vaker gemanipuleerd en ‘aangepast’ om zo een betere indruk te wekken. Goed nieuws is vaak het werk van propaganda en het werk van spin-docters. De economie en haar financiële markten worden steeds centraler bestuurd. Er zijn steeds minder echte vrije markten te ontdekken. Rentes worden gemanipuleerd, goud be­streden, het ‘plunge protection team’ koopt (bijna in het openbaar) de Amerikaanse beurs omhoog en overal zien we de geldpersen ronken. Welkom in het tijdperk van het Staatskapitalisme. China is een perfect voorbeeld. Net als Rusland en de VS, de EU, de Arabische wereld, het VK en Japan. De economieën van West en Oost zijn meer dan ooit met elkaar vervlochten. Sinds de val van Lehman Brothers 2) proberen centrale bankiers en overheden wanhopig het financiële systeem overeind te houden. Ze weten dat het hele economische systeem in elkaar zal storten als de geldpers stokt. Dit betekent dat het mondiale QE-programma van steeds meer geld creëren door moet gaan. Hierdoor zal steeds meer van het ‘slimme geld’ gaan vluchten naar wat niet bijgeprint kan worden. Ja zelfs naar het virtuele goud, de bitcoin. Deze virtuele munt maakt het namelijk mogelijk je vermogen locatie-onafhankelijk op te slaan. We moeten helaas concluderen dat we alleen maar tijd hebben gekocht in plaats van te proberen met wezenlijke oplossingen voor de kredietcrisis te komen. Het creëren van extra schulden is natuurlijk geen oplossing voor een schuldencrisis. Als gevolg hiervan hebben we de totale schulden sinds de start van de kredietcrisis met 50.000 miljard zien stijgen en zijn centrale bankenbalansen wereldwijd met $10.000 miljard toegenomen. Met al dit nieuw gecreëerde geld, hebben de centrale banken voornamelijk eigen staatsobligaties opgekocht, waardoor de rente en obligatierendementen richting nul zijn gedaald. Niet vreemd dus dat steeds meer spaarders zich gedwongen voelen om hun heil te zoeken in vastgoed of op de beurs. Omdat er geen grenzen aan de grootte van de centrale bank­balansen zijn, kan er in theorie een eindeloze hoeveelheid geld worden gecreëerd en kunnen centrale bankbalansen onbeperkt stijgen. Maar omdat te grote geldcreatie onvermijdelijk zal leiden tot grote geldontwaarding, zullen te grote (overheids)schulden moeten worden geherstructureerd voordat het grote publiek het vertrouwen in de waarde van de munt begint te verliezen. Het ‘parkeren’ van staatsschulden op centrale bankbalansen is daarom geen structurele oplossing. Het idee dat we de schul­denberg door economische groei op tijd weg kunnen werken is naïef. De geschiedenis leert ons dat dit alleen mogelijk is in een situatie van sterke en duurzame economische groei.  In een recente studie van het IMF, met de titel ‘Financial and Sovereign Debt Crises: Some Lessons Learned and Those Forgotten’ 3), wijzen de economen Reinhart en Rogoff op het huidige ‘ontkenningsprobleem’. Volgens hen zal de toekomstige economische groei ‘niet voldoende zijn om om te gaan met de enorme omvang van de publieke en private schulden. Vooral door de sterk vergrijzende babyboomersgeneratie zullen hogere pensioenen en medische kosten de totale schuldsituatie alleen maar verder verslechteren ten opzichte van eerdere periodes met grote schulden.’ Ze concluderen dat door de enorme omvang van de schuldenberg een toekomstige schuldsanering nodig zal zijn op een veel grootschaligere manier ‘dan wat nu in het openbaar besproken wordt’. Volgens het rapport vereist ‘het eindspel van de globale financiële crisis’ een combinatie van financiële repressie (bijvoorbeeld belasting op spaargeld), her­structurering van schulden (onder meer door hogere inflatie), en kapitaalrestricties. Het gebrek aan economisch gezond verstand kan mede worden verklaard omdat universiteiten wereldwijd nog steeds de ideeën van de Chicago School of Economics promoten. Deze ideeën hebben de creatie van ongedekt geld door centrale banken in samenwerking met particuliere banken als kerntheorie. Stu­denten op universiteiten en hogescholen krijgen zelfs na de crisis nog steeds les uit dezelfde economische boeken met verouderde modellen op basis van de efficiënte markttheorie. Dat is de reden waarom een meerderheid van de economen, journalisten en managers nog steeds de rol van geld in onze economie niet goed begrijpt. Zelf heb ik geen economie gestudeerd en altijd vooral mijn gezonde verstand gebruikt om de principes van markten en geld te begrijpen. Ik heb al lang geleden geleerd dat het beter is om te vertrouwen op boeken over geld en financiële crises geschreven door historici. Het ontstaan van de huidige crisis, gesteund door ongeveer zesduizend jaar gedocumenteerde geschiedenis van geld, weerspreekt de keynesiaanse doctrine van geld creëren uit het niets. Ongedekte geldsystemen zijn ruim tweehonderd keer getest, en uiteindelijk faalden ze allemaal. De kans op een instorting van een ongedekt geldsysteem zou moeten worden beschouwd als een statistische zekerheid in plaats van een ‘theoretische onwaarschijnlijkheid’. Op een gegeven moment zullen de politici begrijpen dat alleen een grote systeemwijziging onze systemen kan resetten. Waar­schijnlijk zal dit pas gebeuren op het moment dat ze niet langer in staat zijn om hun staatsschulden te herfinancieren. Tot dat moment lijkt elke prijs aanvaardbaar om het bijkomende weg­zakken in een diepe wereldwijde depressie te voorkomen – zelfs met het risico op hyperinflatie. Het systeem wordt opgeblazen om deflatie te voorkomen. We proberen een kredietcrisis op te lossen door meer schulden te maken. Maar beleidsmakers verkiezen een mogelijke economische dood in de toekomst boven een vrijwel zekere economische dood nu. Het toont het onvermogen van ons systeem, waarin de behandeling van de symptomen prioriteit heeft en zo lang mogelijk wordt gewacht de werkelijke ziekte te bestrijden. Het systeem is als een terminaal zieke patiënt die alleen maar kan hopen op een paar extra jaar. Alleen door het toedienen van een mix van de sterkste medicijnen kan de patiënt in leven blijven. Centrale bankiers en politici hopen het eindspel van dit financiële systeem zo lang mogelijk te verlengen. Maar in het diepste geheim is onder meer het IMF al begonnen plannen uit te werken die nodig zijn om dit financiële systeem naar een volgende fase te brengen. Net zoals dat gebeurde met de loskop­peling van goud en de dollar door president Nixon in 1971, de start van het dollarsysteem in 1944 of de ‘staatsgreep’ in 1913 door de Wall Street bankiers waarmee de Fed werd opgericht. Het is mijn mening dat voor 2020 het wereldwijde financiële systeem opnieuw ‘herstart’ zal moeten worden voor een nieuw paradigma, waarin goud een grotere rol zal spelen, de dollar zijn status als enige reservevaluta zal verliezen en andere valuta hun belang zullen zien toenemen. Voor de eerste keer in de geschiedenis is er mondiale monetaire crisis ontstaan die kan eindigen in een wereldwijd wantrouwen van alle ‘paper assets’. Centrale bankiers zijn zich er zeer van bewust dat het essenti­eel is om met een reset plan te komen voordat dit onheilsscenario zich kan voltrekken. De autoriteiten zullen al het mogelijke doen om het financiële systeem op tijd aan te passen om ervoor te zorgen dat een werkelijke systeemcrash niet zal plaatsvinden. Ons financiële systeem kan bijna in elke vorm veranderd worden zolang de grootste spelers in de wereldmarkt daarmee akkoord gaan. In het verleden zijn we getuige geweest van twee soorten herstarts. Sommige ver van tevoren gepland, zoals de grote ver­anderingen in 1944, die van invloed waren op het hele mondiale monetaire systeem en kleinere vaak nationale aanpassingen als gevolg van plotselinge monetaire ontwikkelingen. Goede voorbeelden hiervan waren de introductie van de door goud gedekte D-mark, na de hyperinflatie in de Weimarrepubliek in 1923, of de diefstal van de spaartegoeden (bail-in) tijdens de redding van het banksysteem in Cyprus in 2013. Twee grote problemen binnen het huidige financiële systeem moeten op relatief korte termijn worden aangepakt: de vervan­ging van de dollar als wereldreservemunt en het ‘wegwerken’ van een deel van de enorme schuldenberg, vooral die op de centrale bankbalansen. Tot dusver hebben de centrale banken slechts tijd gekocht, hopend dat een plotselinge opleving van de economie de problemen als sneeuw voor de zon zou laten verdwijnen. Maar we hebben steeds minder monetaire speelruimte en binnen een paar jaar zullen we hoogstwaarschijnlijk getuige zijn van veel meer onorthodoxe monetaire acties. Eind 2013 verkondigden de Chinezen dat de tijd was gekomen om de wereld te ‘de-Amerikaniseren’. Ze riepen zelfs op tot de introductie van een nieuwe internationale reservemunt die gecreëerd zou moeten worden om de dollar te vervangen. Verschillende onderzoeken tonen aan dat deze wijzigingen al sinds het uitbreken van de crisis worden onderzocht. Maar aangezien het uitlekken van dergelijke plannen extreem grote gevolgen hebben kan voor financiële markten, kan hierover niets openbaar worden gemaakt. Elk bericht over een ‘plan B’ zal leiden tot grote onrust op financiële markten. De planners van het nieuwe systeem weten dat een systeem­wijziging volledig in het geheim zal moeten worden voorbereid. Toen ik tijdens een besloten diner in 2013 een IMF-topman vroeg of we niet over moesten gaan tot een mondiale schuldsanering, meldde hij dat dit onderwerp zo gevoelig lag dat hij daar echt niet op kon reageren. Het systeem van Bretton Woods was een financieel-economisch akkoord dat in 1944 tussen 44 landen werd gesloten en dat in Bretton Woods in het Amerikaanse New Hampshire getekend werd. Het systeem van Bretton Woods voorzag in de invoering van een stelsel van vaste wisselkoersen. Bijzonder was dat alleen de dollar tegen een vaste hoeveelheid goud kon worden ingewisseld bij de Amerikaanse Centrale Bank. Voor alle andere valuta werd wel een vaste wisselkoers met de dollar bepaald, maar zij waren echter niet direct inwisselbaar tegen goud. Indirect betekende het systeem van Bretton Woods de herinvoering van de goudstandaard. Daarnaast voorzag het systeem in de oprichting van het IMF en de Wereldbank. Bron: Wikipedia Beleggers weten dat ze moeten kijken naar wat centrale bankiers doen, niet naar wat ze zeggen. Vrijwel alle monetaire hervormingen worden tijdens een weekend doorge­voerd als de financiële markten gesloten zijn. In veel gevallen zijn er geen duidelijke waarschuwingssignalen. In bijna alle monetaire crises en hervormingen bleken edelmetalen bescherming te bieden. Het feit dat China en Rusland, kort na het uitbreken van de kredietcrisis, stopten met het opkopen van Amerikaanse staatsobligaties en begonnen aan de opbouw van grote goudvoorraden is wat dat betreft veelzeggend. Sommige schulden zullen worden kwijtgescholden tijdens een monetaire herziening en sommige delen van het financiële systeem zullen worden genationaliseerd, zoals we feitelijk al hebben gezien bij banken en andere financiële instel­lingen tijdens en na 2008.  Maar een echt grote herstart zou het wereldwijde financiële systeem naar een volgende fase kunnen brengen. Alle betrokken partijen (VS, EU, BRICS-landen, Japan, Midden-Oosten) hebben zoveel te verliezen als ze te lang wachten met het maken van de juiste keuzes. De VS nog het meest. Ze begrijpen heel goed dat ze opnieuw het initiatief zullen moeten nemen, net als in 1944 (Bretton Woods). Lees meer Red.: 1) De gouden Standaard lees meer op Wikipedia 2) Lehman Brothers was tot aan zijn faillissement in september 2008 een Amerikaanse financiële dienstverlener. Wikipedia 3) "Financial and Sovereign Debt Crises: Some Lessons Learned and Those Forgotten"  (pdf 655kB Download) ^  Inhoud Wat wilt u doen binnen onze vereniging? Bron: Redactie HCC Beleggen De HCC Beleggen organiseert een aantal activiteiten. De bekendste activiteiten die wij organiseren zijn de beleggerssymposia, die we tweemaal per jaar houden in De Bilt, de regiogroepen en deze nieuwsbrief. Een toenemend aantal mensen wil ook aktief meedoen. Voor de organisatie van onze symposia zijn wij voortdurend op zoek naar mensen die een bijdrage willen leveren aan de totstandkoming hiervan. Het is niet alleen leuk om dergelijke evenementen te organiseren, maar het is ook een ideale gelegenheid om je netwerk uit te breiden met interessante contacten. Ook voor deelname aan de redactie van de nieuwsbrief en de website zijn wij voortdurend op zoek naar mensen die het aandurven een column, een  artikel of een recensie te schrijven. Zonder deel uit te maken van de organisatie kunt u vanzelfsprekend ook meedoen aan één van de Regio- of Belangstellingsgroepen. Maar ook andere dingen doen zoals het geven van een aardige lezing,  met anderen handelsstrategieën uitwerken, software onder de knie krijgen of gewoon een groep vormen waarmee je samen de markt analyseert/bespreekt, behoort tot de mogelijkheden. Ben jij enthousiast en denk je dat een vrijwilligersfunctie jou op het lijf geschreven is, neem dan per email contact op met het HCC Beleggen bestuurRegularLabs.EmailProtector.unCloak("ep_876e5d47", true);  of met de redactieRegularLabs.EmailProtector.unCloak("ep_43c55d86", true);  ^  Inhoud | HCC beleggen Website | HCC beleggen Vacatures | AdverterenRegularLabs.EmailProtector.unCloak("ep_9ae87fcd", true); | Forum | Downloads  Disclaimer: Deze publicatie komt tot stand op de redactie van beleggersonline.nl de website van de HCC IG Beleggen. Noch de mate waarin de berichten, voorgestelde scenario’s, risico’s en voorspellingen de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De voorspellingen zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies. De schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur van de HCC IG Beleggen en/of de Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet aansprakelijk voor eventuele verliezen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren, behaalde resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de toekomst. ^  Inhoud

3 december 2015

...

Nieuwsbrief20151101

.. November 2015 Nawoord 65ste Beleggerssymposium 50% korting op "The Big Reset" Business Development Company vs REIT Methode DividendGroeiBeleggen - CoSA Vooruitzichten wereld economie 2015-2016 Value-aandelen blijven achter  Vertrek Vincent Strauss niet van invloed Koersdoelen Heineken liggen ver uiteen Video's en interviews 65ste Symposium Actief zijn binnen onze vereniging .. ^  Inhoud Nawoord 65ste HCC Beleggerssymposium “Je bent nooit te oud om te leren”  Bron:  Frans Schreiber, Voorzitter HCC Beleggen De afgelopen beleggersdag was weer een dag om niet direct te vergeten. Gerenommeerde sprekers lieten de bezoekers ademloos luisteren naar hun inzichten over hoe en wanneer te beleggen. De organisatie had het goed begrepen, je bent inderdaad nooit te oud om te leren. Barbara Kos deed de aftrap met Pictet Asset Management. Deze organisatie probeert in te spelen op nieuwe ontwikkelingen in de wereld en zo te profiteren van megatrends. In de voorbeelden bleek dat Pictet inderdaad op tijd nieuwe bewegingen herkent en daar dan op inspeelt om de beste fondsen in die sector te zoeken. Arthur Hopstaken van HJCO Capital Partners gaf een college over hoe alternatieven de risico-rendementsverhouding sterk kunnen verbeteren. Hij reikte verschillende middelen aan om dit in de praktijk te brengen. Daarna kwam Royce Tostrams, die het publiek openbaarde dat we waarschijnlijk in een super cycle zitten en er een megamarkt kan ontstaan. De grafieken waren overtuigend, de zaal zat vol en de toehoorders zaten veel aantekeningen te maken. Bovendien gaf Royce cadeautjes aan diegenen die zijn vraag goed wisten te beantwoorden, zodat iedereen op het puntje van zijn stoel zat. Niels Faassen van Morningstar legde de beleggers uit wat nu exact het verschil is tussen actief en passief beleggen. Beide methoden hebben voor- en nadelen; de belegger moet zelf kiezen wat het beste bij hem past. Tenslotte eindigde Willem Middenkoop de dag met “The Big Reset”. Willem liet zien hoe het goud ( en andere grondstoffen) vanuit de jaren 90 sterk steeg en de afgelopen tijd weer een deel van die stijging teruggaf. Maar volgens hem is dat laatste niet belangrijk, alleen maar tijdelijk. Belangrijker is dat het geld printen doorgaat (nu China ook al) en daardoor minder waard gaat worden en spullen die niet “bijgeprint” kunnen worden worden veel duurder. De toehoorders zaten vastgeplakt aan hun stoelen, het college liep uit van 50 minuten, naar bijna twee uur. Niemand verliet de zaal. Ondertussen was de opnameploeg druk bezit om alle presentaties op te nemen en live te streamen. Dat streamen lukte helaas niet bij alle lezingen maar de mannen zijn druk bezig geweest om de video’s te redigeren, zodat ze alsnog op de site en via deze nieuwsbrief te zien zijn. Daarnaast zijn ook de standhouders geïnterviewd, zodat ook zij hun producten en diensten aan het beleggende publiek kunnen tonen. Resumerend, was het een zeer leerzame dag, waarbij gelukkig weer veel bezoekers op afkwamen en die zeker een vervolg verdient ! Tot het volgende HCC Beleggensymposium op 2 april 2016 Frans Schreiber ^  Inhoud Symposiumaanbieding 50% korting op "The Big Reset" van Willem Middelkoop Aanbieding door Willem Middelkoop gedaan tijdens 65ste HCC Beleggen symposium geldig tot 15 november 2015 Symposium aanbieding geldig tot 15 november 2015 Tijdens het 65ste HCC Beleggen symposium bood Willem Middelkoop zijn boek De Big reset ons aan voor de helft van de prijs, van €20,- voor   €10,-.  Wij geven deze aanbieding graag aan u door. Bestellen U kunt het boek "De Big Reset"  tot 15 november 2015 via onze HCC webshop bestellen en met Ideal betalen. Willem Middelkoop stuurt vervolgens de bestelde boeken naar ons en wij distribueren deze dan vervolgens. Over "De Big Reset" In 2007 schreef Willem Middelkoop in 'Als de dollar valt' dat het niet de vraag was óf ons financiële systeem zou instorten, maar wanneer. Het bleken profetische woorden. Eind 2008 waren we slechts een paar uur verwijderd van de complete ineenstorting van ons wereldwijde kredietkaartenhuis. In zijn nieuwste boek 'De Big Reset: Gold Wars en het financiële eindspel' beschrijft Middelkoop de historie en problemen van ons huidige financiële systeem en onthult hoe we voor 2020 zullen overgaan naar een nieuw systeem. Goud heeft als enige valuta de afgelopen eeuwen haar koopkracht behouden. Bankiers proberen de vlucht naar goud al tientallen jaren af te remmen maar lijken deze War on Gold nu te verliezen. Auteur:    Willem Middelkoop ISBN10: 908964654X   -   ISBN13: 9789089646545   Prijs: € 10,- (excl. € 3,95 administratie en verzendkosten)  Bestellen: ga naar https://www.hcc.nl/big-reset Klik Hier om naar de HCC Webwinkel pagina te gaan ^  Inhoud Business Development Company vs REIT  Bron:  Ben van den Anker In magere tijden zoeken investeerders naar een hoger rendement. De Real Estate Investment Trusts staan hierbij bekend als trouwe en hoge dividendbetalers. Dit is mede ingegeven door wet en regelgeving, die bepaald dat REITS in de meeste landen gehouden zijn meer dan 90% van hun belastbare inkomen uit te keren aan aandeelhouders om hierdoor geen of minder vennootschapsbelasting te hoeven betalen. REITS zijn dus als het ware sterke cash cows. Er bestaat echter nog een categorie bedrijven met soortgelijke regelgeving en vergelijkbare dividend rendementen; de Business Development Companies (BCD). Deze Amerikaanse categorie bedrijven worden tot de high yield asset class gerekend en investeren sinds 1980 in credit en equity in kleine en middelgrote bedrijven die geen toegang tot goedkopere financieringsmogelijkheden kunnen verkrijgen. In  het laatste decennium hebben BDC’s een enorme groei gekend; in 2015 zijn er ongeveer 51 publicly traded BDC’s met een marktkapitalisatie van 32 miljard dollar1) geregistreerd.  De volgende grafiek uit de Economist 2) visualiseert de groei in grofweg 20 jaar. . Bedrijven die voor financiering via BDC’s kiezen kunnen over het algemeen geen goedkopere financiering krijgen door hun hogere risicoprofiel. Hierdoor is het bedrijfsrisico voor BDC’s tevens hoger, wat zich uiteraard vertaalt naar hogere rentetarieven die door BDC’s verlangd worden (het rentetarief dat zij hun klanten in rekening brengen is over het algemeen hoger dan 10%). In combinatie met een zorgvuldige selectie van bedrijven waarin geïnvesteerd wordt, is een aantal BDC’s er al jaren in geslaagd zeer bovengemiddelde rendementen te realiseren. Een karakteristiek voor een categorie BDC’s is dat het management ingehuurd wordt; dit resulteert over het algemeen in een lagere NAV dan bij vergelijkbare bedrijven met ‘in house’ management. Dezelfde 90% van belastbaar inkomen als bij REITS moet gedistribueerd worden en maar liefst 98% van het belastbaar inkomen als de BDC ervoor kiest überhaupt geen belasting te betalen. Ben van den Anker (1976) is schrijver / columnist en lid centrale directie aan het Candea College Hij heeft zijn PhD in Business & Management tijdens een negenjarig verblijf in Zuidoost Azië aan de International Graduate School of Business (University of South Australia) behaald. Hij is auteur van het boek The perceived role of Host Country Nationals in Expatriate Adjustment (2010, Ben van den Anker). Zijn onderzoek richt zich met name op de rol van cross-culturele interactie in het functioneren van expatriates. Daarnaast is hij voor de International Business Review revisor voor wetenschappelijke artikelen op het snijvlak business en management. De zorgvuldige investeerder zal zich al snel bedenken dat als iets als te goed klinkt om waar te zijn, het ook waarschijnlijk zo is. De risico’s bij BDC’s zijn o.a. gerelateerd aan het credit risico van bedrijven in portefeuille bij de desbetreffende BDC; het rente risico, het leverage risico (de meeste BDC’s gebruiken een hefboom waarbij zij verdienen aan de spread); het markt en liquiditeitsrisico. De hefboom verwijst hierbij naar de verhouding geleend geld en equity, die zeer beperkt moet zijn bij BDC’s (verhouding maximaal 1 : 1). De spread verwijst naar het rentetarief waarvoor BDC’s lenen en de naar verhouding hoge tarieven die klanten betaling om voor financiering in aanmerking te komen. Bij faillissement van klanten van BDC’s wordt ook meteen het risico van leverage duidelijk; de BDC zal de lening terug moeten betalen. Bij een lening met variabele rente aan de BDC ontstaat een rente risico bij het verlengen van leningen. Bij een verhoging van de rente zouden bedrijven aan wie geleend wordt weleens minder winst kunnen gaan maken, omdat de kosten van kapitaal toegenomen zijn. Hierdoor blijven minder middelen beschikbaar om in het bedrijf te investeren. Doordat de bedrijven waar aan geleend wordt niet beursgenoteerd zijn, is er geen liquiditeit. Pas bij de exit strategie van de portefeuille ontstaat er weer liquiditeit voor de BDC. De koers van BDC’s is o.a. door bovenstaande variabelen gevoelig voor ontwikkelingen en kan sterk fluctueren. Gerealiseerde dividenden variëren in de regel tussen 7 – 14% per jaar. Het credit risico is naar mijn inschatting een groot risico. In tijden van recessie en toenemende faillissementen zullen BDC’s hard geraakt worden. In een langere bull markt met groeivooruitzichten op de langere termijn kan ook de BDC-sector meegroeien. Het is echter onvermijdelijk dat er ooit mindere tijden voor de sector gaan komen. De grootste in de sector is Ares Capital. Trouwe investeerders in Ares hebben tussen eind 2004 en 2012 een rendement van 203% mogen ontvangen tegen ongeveer 50% voor de S&P index3). Inmiddels zijn er ook een aantal ETFs op de markt gespecialiseerd in BDCs, waarmee individuele risico’s aanzienlijk beperkt worden. Het voordeel voor investeerders is de toegang tot de equity markt, die normaal niet ontsloten is voor de niet institutionele belegger. Deze column is informatief van aard en geen aanbeveling om te investeren in deze asset class. Op moment van schrijven bezit de schrijver geen positie in genoemd effect. 1) https://www.cliffwater.com/documents/1788389   (pdf 170kb) 2) Bron afbeelding: economist 3) http://www.barrons.com/articles/SB50001424052748703318404578424903487654618 ^  Inhoud Methode DividendGroeiBeleggen door CoSA  Bron: HCC Beleggen CoSA-werkgroep De werkgroep CoSA richtte zich tot voor kort alleen op de methode KoersGroeiBeleggen. In ons artikel in de Nieuwsbrief van HCC Beleggen van augustus jl. hebben we uitleg gegeven bij deze methode. De afgelopen maanden hebben we onderzocht hoe de methode DividendGroeiBeleggen kan worden toegevoegd. Deze methode beoogt vooral extra inkomsten te genereren uit dividenduitkeringen die liefst bestand zijn tegen inflatie en belastingtoename. We hebben drie kengetallen toegevoegd: het dividendrendement, de groei van het dividend per aandeel en de R^2 van deze groei. Deze groei wordt berekend m.b.v. lineaire regressie en de R^2 is daarbij een maat voor de grootte van de correlatie tussen het berekende groeipercentage en de groeicijfers van het dividend/aandeel voor de gehanteerde periode. Idealiter betreft deze periode de laatste 10 jaar, maar niet altijd zijn deze cijfers beschikbaar en soms moeten zgn. uitschieters – afwijkend hoge of lage dividenduitkeringen - worden weggelaten. Aan de hand van de berekende dividendgroei wordt met historische gegevens een prognose opgesteld voor de hoogte van het gemiddelde dividend in de komende 5 jaren, waarmee een vierde kengetal is bepaald. Vervolgens hebben we voor een aantal kengetallen voorwaarden geformuleerd, waaraan een aandeel moet voldoen wil het een Koopadvies krijgen. Tevens zijn eisen bepaald die leiden tot een Verkoopadvies. In de volgende Tabel ziet u een overzicht van deze voorwaarden. Uiteraard is ook de Rangtabel die we wekelijks met de Nieuwsbrief meesturen hierop aangepast. U kunt deze Tabel hier downloaden. De Tabel is besproken in het septembernummer van de Nieuwsbrief van HCC Beleggen. In de Tabel kunt u nu kiezen voor de methode KoersGroeiBeleggen of DividendGroeiBeleggen door KG of DG in te vullen in cel Z1 en daarna te sorteren met de knop in de cellen Q1 – T1. U kunt de grenzen voor de kengetallen getoond in bovenstaand overzicht naar eigen voorkeur aanpassen, waarna u door op de Sorteerknop te klikken een rangorde krijgt op basis van deze keuzes. Onze volgende stap wordt het toevoegen van aandelen in de lijst met aandelen die primair geschikt zijn als dividendgroeiers. Daarna gaan we de methode DividendHerBeleggen ontwikkelen. Deze methode berekent het rendement als wordt gekozen voor het Herbeleggen van uitgekeerd dividend. Dat is met name interessant voor de dividendbelegger die (op dit moment) niet geïnteresseerd is in extra inkomsten, maar die zijn aandelen wil laten groeien, bijvoorbeeld in het kader van zijn pensioenopbouw. Het herbeleggen kan plaatsvinden door de dividenduitkeringen per aandeel of op portefeuilleniveau aan te wenden. Indien u meer wilt weten over de activiteiten van CoSA, kunt u de voorlopige CoSA-webpagina(klik hier), raadplegen of contact opnemen met de voorzitter: Jan van der Meulen via RegularLabs.EmailProtector.unCloak("ep_06acd79f");RegularLabs.EmailProtector.unCloak("ep_98231e3f", true); Dit e-mail adres is beschermd door spambots, u heeft Javascript nodig om dit onderdeel te kunnen bekijken U kunt zich met hetzelfde mailadres aanmelden voor het ontvangen van informatie, zoals de wekelijks verschijnende CoSA-nieuwsbrief en voor het verkrijgen van toegang tot de voor CoSA-leden beschikbare Europese CoSA/SSG-verzameling. ^  Inhoud Vooruitzichten wereld economie 2015-2016 Bron:  cpb.nl De wereldeconomie en de wereldhandel ondervinden dit jaar een terugslag, maar de groei van de wereldhandel versnelt volgend jaar naar verwachting. Door de recente krimp van de wereldhandel en neerwaartse risico’s, zoals een verdere afkoeling van de Chinese economie, is de onzekerheid rond de groei van de wereldhandel echter groot. Hoewel de groei van de wereldeconomie dit jaar afzwakt naar 3,2% - de laagste groei sinds 2009 – blijft het wereldwijde vooruitzicht voor volgend jaar er één van voortgaand herstel. Voor 2016 wordt een groeiversnelling naar 3,7% verwacht. Hierbij zijn de bbpontwikkelingen ongelijkmatig verdeeld. In veel opkomende economieën vertraagt de groei, terwijl in geavanceerde economieën het groeifront geleidelijk breder en het economisch herstel robuuster wordt. De groeivertraging in opkomende economieën is het gevolg van de overgang naar consumptiegedreven groei in China en van lagere grond- en brandstoffenprijzen en een verslechterende externe financiële positie in Afrika, Latijns-Amerika en olieproducerende landen. Ook de geopolitieke spanningen rond Oekraïne, het Midden-Oosten en Noord-Afrika dragen bij aan de groeivertraging. De groeiversnelling in de geavanceerde economieën, die wordt geleid door de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk, wordt gaandeweg breder en sterker ondersteund in de meeste lidstaten van de Europese Unie. De lagere groei van de wereldeconomie in 2015 weerspiegelt zich sterk in de wereldhandel. Het volume van de wereldgoederenhandel is onverwacht gedaald in de eerste helft van dit jaar (zie fig 1). 3)  De daling is vooral het gevolg van een flinke krimp van de handel van China, maar de goederenhandel van veel economieën in Azië, het Midden-Oosten, Afrika, Latijns-Amerika en van de landen in de voormalige Sovjet-Unie neemt ook af. De toename van de handel van geavanceerde economieën biedt onvoldoende tegenwicht. Deze krimp van de wereldhandel lijkt samen te hangen met de daling van olie- en grondstoffenprijzen waardoor de groei in opkomende economieën vertraagt. De afname van de wereldhandel wordt als tijdelijk beschouwd; neerwaartse aanpassing van de wereldmarktprijzen zal de invoervraag – vooral die van geavanceerde economieën - weer doen toenemen. Voor volgend jaar wordt de groei van de wereldhandel geraamd op 5,1%, tegenover 1,3% dit jaar. Aansterkende groei in de geavanceerde economieën en herstel van de bbp-groei in opkomende economieën zullen de wereldhandel weer doen opveren. Ook op langere termijn lijken de ontwikkelingen positief. De lage groei van de wereldhandel sinds de Grote Recessie is vooral toe te schrijven aan de zwakke vraag als gevolg van de noodzaak om de balansen te versterken en de overheidstekorten en -schulden terug te brengen. 4)  Aan deze zwakke vraag komt echter langzaam een einde. Als de naweeën van de Grote Recessie eenmaal achter de rug zijn, kan de wereldhandelsgroei weer terugkeren naar de meer uitbundige niveaus van weleer. De opleving van de wereldhandel in de centrale projectie spoort met deze visie. Figuur 1) Gestage groei wereld-bbp en tijdelijke krimp wereldgoederenhandel, Bron: OESO, IMF, HWWI, CPB (xls 8,2 MB voor zowel fig 1 als 2). Een alternatieve visie 5)  wijt de relatieve stagnatie van de wereldhandel sinds de Grote Recessie (zie fig 1) aan het feit dat de mondialisering van de productie volgroeid zou zijn. In deze visie leidde de integratie van China en Oost-Europa in de wereldeconomie en de onstuimige opbloei van internationale waardeketens tot structureel hogere handelsgroei van midden jaren tachtig tot midden jaren 2000. Nu integratie en mondialisering van de productie voltooid zijn, zou de groei structureel lager komen te liggen. De alternatieve visie houdt een neerwaarts risico in voor de centrale raming. Het kader met onzekerheidsvarianten in hoofdstuk 16) illustreert de effecten van een tegenvallende wereldhandelsgroei. Door de krimp van de wereldgoederenhandel in de eerste helft van dit jaar en de onzekere economische ontwikkeling van China zou de wereldhandelsgroei geringer kunnen zijn dan in de raming is verondersteld. De tegenvaller kan ook in verband staan met weggevallen structurele impulsen, waardoor ook op langere termijn de groei van de wereldhandel relatief laag zal blijven. Mocht de wereldhandelsgroei in 2016 2% lager zijn dan in de raming, dan vertraagt de Nederlandse bbp-groei volgend jaar met 0,5%-punt. De prijs van olie is aanzienlijk gedaald en ook de grondstoffenmarkten staan onder druk (zie fig 2). De reden hiervoor is een aanbodoverschot dat op de oliemarkt vooral het gevolg is van aanbodfactoren, zoals: de overvloedige productie van schalieolie in de Verenigde Staten, de weigering van Saoedi-Arabië om de rol van swing producer te blijven spelen en de beoogde opheffing van de internationale sancties tegen Iran. De dalende prijzen van olie en grondstoffen geven een positieve impuls aan de handel van geavanceerde economieën en dempen de inflatie. Figuur 2) prijsdalingen voor grond- en brandstoffen  Bron: OESO, IMF, HWWI, CPB (xls 8,2 MB voor zowel fig 1 als 2). 3) De feitelijke ontwikkelingen in het buitenlandbeeld zijn gebaseerd op realisaties, die beschikbaar waren op 27 juli 2015. 4) Deze zwakke vraag in de Europese Unie verklaart bijvoorbeeld de magere ontwikkeling van de handel binnen de Europese Unie die goed is voor 30% van de totale wereldhande 5) Voor een overzicht van het debat over de Global Trade Slowdown zie Hoekman, B. (ed.), 2015,  The Global Trade Slowdown: A New Normal?, CEPR  (pdf 5,1 MB) 6) Voor volledige rapport zie: Macro Economische Verkenning (MEV) 2016 Download (PDF document, 6.3 MB) ^  Inhoud Value-aandelen blijven achter  Bron:  Hendrik Oude Nijhuis Het maakt niet uit of nu gekeken wordt naar aandelen met lage koers/winst-verhoudingen of lage koers/boekwaarde-verhoudingen. Of naar aandelen met lage koers/cashflow-verhoudingen of iets soortgelijks. De goedkoopste aandelen renderen op lange termijn het best. Maar dat is tussentijds niet altijd het geval... Slechte voorspellers Aandelen van bedrijven waarvan nauwelijks groei verwacht wordt zijn doorgaans lager gewaardeerd dan aandelen van zogeheten groeibedrijven. Dat lijkt heel logisch maar bent u zich ervan bewust dat beleggers de neiging hebben te overdrijven. Hendrik Oude Nijhuis Auteur, oud bestuurslid HCC Beleggen en BSC Duitenberger. Oprichter Warrenbuffet.nl Hendrik Oude Nijhuis heeft Management, Economics & Law aan de Universiteit Twente gestudeerd en heeft zich jarenlang verdiept in de strategieën van ‘s werelds beste beleggers. Zijn bestseller over Warren Buffett is via de website http://www.warrenbuffett.nl/ gratis beschikbaar. Deze column is niet bedoeld als individueel advies tot het doen van beleggingen. Het komt er eigenlijk op neer dat beleggers inschatten dat het wel goed zal blijven gaan met die bedrijven waarmee het op een bepaald moment goed gaat. En slecht met die bedrijven die op datzelfde moment juist kampen met tegenwind. Het heden wordt doorvertaald naar de toekomst en dat gebeurt in een sterkere mate dan eigenlijk terecht is. Consequentie van bovenstaande is dat aandelen van bedrijven waarvan de verwachtingen laaggespannen zijn bovengemiddeld renderen. Terwijl het rendement van groeibedrijven dikwijls tegenvalt. Mooi dat strategie niet altijd werkt Goedkope aandelen (value-aandelen) renderen zoals gezegd niet ieder kwartaal of ieder jaar bovengemiddeld. Soms blijven ze zelfs meerdere jaren achter bij de zogeheten groeiaandelen. Beleggers die eerder vastberaden voor value-aandelen kozen haken dan nogal eens af. Dat value-aandelen niet altijd bovengemiddeld renderen is mooi: een strategie die altijd werkt gaat immers al heel snel aan eigen succes ten onder. Dat value-beleggen op lange termijn werkt maar op de korte termijn lang niet altijd maakt van value-beleggen een heel robuuste strategie. Interessante studie In een recente studie* werd het rendement van value-aandelen vergeleken met het rendement van groeiaandelen. De 20% aandelen met de laagste koers/boekwaarde-verhoudingen werden als value-aandelen bestempeld. En de 20% aandelen met de hoogste koers/boekwaarde-verhoudingen als groeiaandelen. Wat blijkt? Gemiddeld renderen de value-aandelen 5% extra per jaar. Sinds 1945 is het slechts zes keer voorgekomen dat value-aandelen over een periode van vijf jaar slechter renderen dan groeiaandelen. Ook nu zitten we in zo'n periode. Uiteraard, value-aandelen rendeerden de afgelopen vijf jaar eveneens prima. Maar vergeleken met groeiaandelen viel het rendement van de value-aandelen toch wat tegen. In de studie werd vervolgens gekeken wat er na zo'n periode van vijf jaar gebeurde waarin value-aandelen slechter gepresteerd hadden dan groeiaandelen. Wat blijkt? Telkens maakten value-aandelen een grote inhaalslag die vijf tot acht jaar duurde. Een extra reden wellicht om nu met extra interesse op value-aandelen te focussen... * De studie 'Why You Should Allocate to Value over Growth' zoals beschikbaar gesteld door Advisor Perspectives is via onderstaande link te raadplegen: http://www.advisorperspectives.com/articles/2015/08/11/why-you-should-allocate-to-value-over-growth ^  Inhoud Vertrek Vincent Strauss bij Comgest niet van invloed op Analyst Ratings Bron: Thomas Lancereau, Morningstar Comgest heeft donderdag 22 oktober 2015 aangekondigd dat de zeer ervaren fondsbeheerder Vincent Strauss zich per 1 januari 2016 zal terugtrekken als co-manager op Magellan / Comgest Growth Emerging Markets, en per 1 maart 2016 als CEO. Terwijl zijn onmiskenbare expertise op het gebied van opkomende markten zeer gemist zal worden door beleggers, zijn wij van mening dat zijn opvolging goed is gepland. Hij echter zal toetreden tot de raad van commissarissen van Comgest Global Investors en blijft aandeelhouder van het bedrijf. Wij handhaven dan ook de Morningstar Analyst Ratings op alle door ons gecoverde Comgest fondsen. Strauss is de afgelopen 22 jaar verbonden geweest aan Comgest en heeft een enorme rol gespeeld in de ontwikkeling van de Global Emerging Markets tak van de boutique, alsook in het bevorderen van haar compromisloze “stewardship” jegens haar beleggers. Thomas-Lancereau CFA, Directeur Fondsenanalyse bij Morningstar France Voordat hij in 2008 bij Morningstar kwam, was Thomas werkzaam bij Standard & Poor's Fund Services, waar hij als lid van de Standard & Poors fonds waardering commissie werkzaam was. Daarvoor werkte Thomas voor BNP Paribas als landenrisico econoom gericht op Latijns-Amerika. Thomas heeft een graad in internationale economie aan Université Paris IX Dauphine, en een post-graduaat in de internationale economie en financiën van de Universiteit van Parijs IX Dauphine. Hij is een  Chartered Financial Analyst (CFA). Effectief per januari 2016 zal hij niet meer betrokken zijn bij het dagelijkse beheer van de Gold-rated fondsen Magellan en Comgest Growth Emerging Markets. De andere twee co-managers op die fondsen, Wojciech Stanislawski en Emil Wolter, blijven aan. Wij voorzien geen verandering in het op kwaliteits-groei gerichte proces dat volgens ons het succes van het fonds heeft bepaald. Stanislawski is sinds 1999 co-beheerder, terwijl Wolter in 2014 werd benoemd tot co-manager om de transitie voor te bereiden. Wolter trad in 2012 in dienst bij Comgest en kwam aan boord met meer dan 15 jaar ervaring in de opkomende markten. Effectief per maart 2016 zal Strauss de rol van CEO overdragen aan Arnaud Cosserat, de huidige CIO van het bedrijf. Cosserat trad in 1996 toe tot de firma en is lang fondsbeheerder van Comgest’s European Equities fonds geweest, daarbij samenwerkend met de zeer ervaren Laurent Dobler, waarbij hij een bijdrage heeft geleverd aan de lange termijn prestaties van de succesvolle en met een Gold-rating gewaardeerde fondsen Renaissance Europe en Comgest Growth Europe. Morningstar Analyst Ratings ongewijzigd Terwijl Strauss' onmiskenbare expertise op het gebied van opkomende markten zeer gemist zal worden door beleggers, zijn wij van mening dat zijn opvolging goed is gepland, wat over het algemeen gebruikelijk is bij Comgest. Hij heeft geleidelijk het dagelijkse beheer van de fondsen overgedragen aan zijn co-beheerders, Wojciech Stanislawski en Emil Wolter. Beiden zijn ervaren en toegewijd aan de bewezen “quality growth” beleggingsfilosofie van het bedrijf. We zijn ook gerustgesteld door de zeer collegiale aard van het besluitvormingsproces en de robuustheid van het team, dat bestaat uit 15 mensen, gevestigd in Parijs en Azië. De gemiddelde ervaring in het team is 12 jaar. We denken dat de benoeming van Arnaud Cosserat als CEO in maart 2016 geen invloed zal hebben op de manier waarop de fondsen worden beheerd, noch op de sterke “stewardship” van het bedrijf richting haar beleggers. Sterker nog, Cosserat heeft een instrumentele rol gespeeld in de sterke beleggingscultuur bij Comgest, gedurende de bijna twee decennia dat hij voor de firma heeft gewerkt. Om al deze redenen handhaven wij onze "Positive" opinie op het Fondshuis, en handhaven wij de Morningstar Analyst Ratings op alle door ons gecoverde Comgest fondsen. . Bovenstaande tabel geeft de Morningstar Analyst Ratings aan per 22 oktober 2015 ^  Inhoud Koersdoelen Heineken liggen ver uiteen Bron:  Analist.nl, 2 november 2015 Heineken heeft de afgelopen dagen diverse opwaartse taxatiebijstellingen ontvangen van analisten, nadat de bierbrouwer beter dan verwachte derdekwartaalcijfers publiceerde. Desondanks zijn analisten gemiddeld van mening dat de koers van het aandeel te ver is opgelopen, al is het sentiment rond het aandeel wel verbeterd. Op 2 november heeft UBS zijn koersdoel voor Heineken verhoogd van 88 euro naar 92,50 euro. De analisten spreken van solide kwartaalresultaten en rekenen voor heel 2015 op betere cijfers dan waar de markt op anticipeert. De Zwitserse zakenbank is van mening dat Heineken dankzij de focus op premiummerken met een kleine premie boven de sector zal presteren, waar het aandeel nu nog op het sectorgemiddelde staat. Daarom hanteert UBS voor Heineken een ‘buy-advies’. Betere geografische mix Ronald Kok (RBA)  Financieel analist, entrepeneur en uitgever van o.a. Analist.nl en het beleggingsblad: Analist Journaal Na zijn economie opleiding aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, VBA aan de VU  Universiteit van Amsterdam bleef hij zich verder specialiseren w.o. EFFAS , en  focust hij zich nu vooral op financiële analyse en de praktische toepasbaarheid van beleggingsstrategieën. Zijn aandachtsgebieden zijn vooral de Amerikaanse en Europese aandelen. Daarnaast focust Ronald zich ook op derivatenstrategieën, asset-allocatie en risicomanagement. Berenberg heeft op 29 oktober zijn koersdoel voor Heineken verhoogd met 3 euro tot 72 euro, als reactie op de beter dan verwachte kwartaalomzet en –volumes. Dit was volgens de analisten vooral te danken aan de goede resultaten in West-Europa en de Amerika’s. Verder wordt opgemerkt dat na de overname van Femsa Cerveza en APB een verbeterede geografische mix is gerealiseerd, waardoor Heineken kan profiteren van de opkomende markten en minder wordt blootgesteld aan de volgroeide markten. Berenberg merkt tot slot op dat Heineken minder dominant is in zijn belangrijkste markten dan sectorgenoten, wat reden is om het advies op ‘hold’ te laten staan. Gunstige vergelijkingsbasis KBC Securities heeft op 26 oktober zijn koersdoel voor Heineken verhoogd van 78 euro naar 85 euro, waarbij het advies is blijven staan op ‘buy’. Het bierconcern realiseerde over het afgelopen kwartaal volgens de analisten een solide omzet- en volumegroei, wat mede te danken is aan een gunstige vergelijkingsbasis ten opzichte van een jaar geleden. Verder verwachten de analisten voor het komende kwartaal een hogere omzet per hectoliter, al kan dit nog wel lager uitvallen als gevolg van deflatie. Consensus Heineken Door de recente taxatieverhogingen is het sentiment rondom Heineken verbeterd en terug te zien in de consensus voor het aandeel. Momenteel staan er 4 verkoop-, 13 houd- en 12 koopadviezen uit. Gemiddeld hebben analisten een koersdoel uitstaan van 77 euro, wat een negatief verwacht rendement oplevert van 7,36%. Analisten zijn dus over het algemeen van mening dat de koers van Heineken te ver is opgelopen. Opvallend is dat de bandbreedte waarin de koersdoelen de afgelopen dagen zijn afgegeven fors is. Zo bedraagt het hoogste koersdoel 92,50 euro, afgegeven door UBS, terwijl aan het andere kant van het spectrum Berenberg staat met een koersdoel van 72 euro. De koers-winstverhouding voor Heineken bedraagt momenteel 23,4, terwijl het aandeel een dividendrendement biedt van 1,4%. ^  Inhoud video-opnames van de lezingen Barbara Kos (Pictet Asset Management) Profiteren van megatrends Marco Vocking Succesvol daytraden met de trend mee Arthur Hopstaken (HJCO Capital Partners) Alternatieven verbeteren risico-rendementsverhouding van een beleggings- portefeuille   (Eerst inloggen) Selwyn Duijvestijn (Marktgevoel) Contrair beleggen Royce Tostrams (TOSTRAMS Groep) Super Cycles en Mega Markets Anne Grevinga Voor beleggen is Fundamentele Analyse(FA) een must! Niels Faassen  (Morningstar, Inc.) Actief vs. Passief Douwe Westervaarder en Martin Hendriks (Profit Butler) Het Beleggersdilemma: Zelf doen of laten doen? Willem Middenkoop (Commodity Discovery  Fund) The big reset -- Interviews Sfeerbeeld https://www.youtube.com/watch?v=_8SmR_zM0q0 Analist.nl https://www.youtube.com/watch?v=tBYbzjdySZM Foxware https://www.youtube.com/watch?v=ExHX0y23kOw Royce Tostrams https://www.youtube.com/watch?v=ASupA7m_ps8 Stockpicker Signaal https://www.youtube.com/watch?v=hBL0Zm1ZTdc Surence https://www.youtube.com/watch?v=E_iRBnlFvqg Vocking https://www.youtube.com/watch?v=8w8Y_NvgvX0 Willem Middelkoop https://www.youtube.com/watch?v=7dqH_1hov-8 HCC op Youtube https://www.youtube.com/channel/UCCWMlO_OjoKJKO7SUZQugGg ^  Inhoud Aktief zijn binnen onze vereniging! Bron: Redactie HCC Beleggen De HCC Beleggen organiseert een aantal activiteiten. De bekendste activiteiten die wij organiseren zijn de beleggerssymposia, die we tweemaal per jaar houden in De Bilt, de regiogroepen en deze nieuwsbrief. Een toenemend aantal mensen wil ook aktief meedoen. Voor de organisatie van onze symposia zijn wij voortdurend op zoek naar mensen die een bijdrage willen leveren aan de totstandkoming hiervan. Het is niet alleen leuk om dergelijke evenementen te organiseren, maar het is ook een ideale gelegenheid om je netwerk uit te breiden met interessante contacten. Ook voor deelname aan de redactie van de nieuwsbrief en de website zijn wij voortdurend op zoek naar mensen die mee willen doen. Ook zonder deel uit te maken van de organisatie kunt u vanzelfsprekend ook meedoen aan één van de Regio- of Belangstellingsgroepen. Maar ook andere dingen doen zoals het geven van een aardige lezing, het schrijven van een column of artikel,  met anderen handelsstrategieën uitwerken, software onder de knie krijgen of gewoon een groep vormen waarmee je samen de markt analyseert/bespreekt, behoort tot de mogelijkheden. Ben jij enthousiast en denk je dat een vrijwilligersfunctie jou op het lijf geschreven is, neem dan per email contact op met het HCC Beleggen bestuurRegularLabs.EmailProtector.unCloak("ep_4ff4fcd6", true);  of met de redactieRegularLabs.EmailProtector.unCloak("ep_b2d753c1", true);  ^  Inhoud | HCC beleggen Website | HCC beleggen Vacatures | AdverterenRegularLabs.EmailProtector.unCloak("ep_365c8fdd", true); | Forum | Downloads  Disclaimer: Deze publicatie komt tot stand op de redactie van beleggersonline.nl de website van de HCC IG Beleggen. Noch de mate waarin de berichten, voorgestelde scenario’s, risico’s en voorspellingen de marktverwachtingen weerspiegelen, noch de mate waarin zij in de realiteit zullen tot uiting komen, kunnen worden gewaarborgd. De voorspellingen zijn indicatief. De gegevens in deze publicatie zijn algemeen en louter informatief. Ze mogen niet worden beschouwd als beleggingsadvies. De schrijver(s) van deze publicatie en het bestuur van de HCC IG Beleggen en/of de Redactie van de Nieuwsbrief zijn derhalve niet aansprakelijk voor eventuele verliezen. De waarde van uw beleggingen kan fluctueren, behaalde resultaten uit het verleden geven geen garantie voor de toekomst. ^  Inhoud

3 november 2015

Actueel

'Meld je aan voor de nieuwsbrief' van HCC!beleggen

'Abonneer je nu op de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze activiteiten!'

Aanmelden