...

Nieuwsbrief 20100403 Symp54

HCC Beleggen Nieuwsbrief 20100403 54-ste HCC Beleggen Symposium  10 april 2010 "Hoe in te spelen op onzekere markten?" Wilt u ook komen?, schrijft u zich dan even in: Klik Hier inhoud:   Symposium Bericht: 5 Het HCC Beleggen Nieuwsmagazine no. 54 is uit Eerder aangekondigde sprekers en standhouders Begin en eindtijden 54ste Symposium Aanmelden en Routebeschrijving Overzicht Agenda Het HCC Beleggen Nieuwsmagazine no. 54 is uit Naast informatie over het programma van het symposium van 10 april a.s. zijn er weer veel informatieve artikelen in het magazine opgenomen. U kunt het Nieuwsmagazine ophalen van onze website. Klik hier om het Nieuwsmagazine te downloaden. Hierna volgen een aantal introductieteksten van de artikelen. De psychologie van het beleggen Moneymanagement is een belangrijk wapen tegen grote verliezen, aldus de auteur Rombout Kersten. De drie belangrijkste emoties bij het nemen van beslissingen zijn hebzucht, angst en spijt. Hebzucht klinkt misschien als een ‘foute’ emotie, maar is het niet. Zoals echter met alles is een teveel aan hebzucht ongezond; zelfs op de beurs. De mens is een sociaal dier met kuddegedrag. Beleggers vormen hierop geen uitzondering. Zodra bepaalde instanties of beheerders bepaalde aandelen gaan kopen volgen andere beleggers vaak massaal. Vaak is het ook profijtelijk om met de kudde mee te beleggen, maar als de stieren in beren veranderen kan het plotseling erg hard neerwaarts gaan. Rombout geeft 5 basisregels voor een succesvolle trader en eindigt zijn verhaal met tips voor actieve traders en beleggers. Rijk worden met beleggen, hoe gaat dat? In dit artikel laat Dr. Martin Boot zien hoe iedereen die zijn/haar huiswerk doet, rijk wordt door te beleggen in aandelen. Dat gebeurt door te beleggen in goede aandelen en op het juiste moment te kopen en te verkopen. Het spreekt voor zich dat een belegger zijn geld besteedt aan goede aandelen. Een goed aandeel is echter nog geen koopwaardig aandeel. Alle prijzen ontwikkelen zich in cycli in de tijd. Dr. Martin Boot spreekt in zijn artikel over de vierjaarscyclus. Tot slot geeft hij tips voor beleggers die professioneel willen opereren. Scientific Options Trading: handelen in opties op basis van het Balanced Condor Systeem Tjakko Wielinga gaat in op de verdere studies die zijn gedaan naar de invloed van diverse tijdparameters op het winst/verlies resultaat van het Balanced Condor Systeem: de entry strategie, de exit of stoploss strategie, de weekdag en de tijdsperiode (de “achteruitkijkspiegel”) die wordt gebruikt bij de optimalisatie van de doorlooptijden en ranges. Het blijkt dat deze parameters een significante invloed hebben op het resultaat. Verder is nog onderzoek gedaan naar een tweede variant van de gewone Condor waarbij de ranges voor de call en put spreads afzonderlijk worden geoptimaliseerd. Deze variant blijkt superieur te zijn aan de gewone Condor maar nog steeds inferieur aan de Balanced Condor. Hervorming van het depositogarantiestelsel: Zoeken naar veiligheid, waken voor protectionisme De Rabobank pleitte onlangs voor hervorming van het depositogarantiestelsel. Deze bank met triple A-status was niet blij dat de winsten worden gedrukt door de brokkenpiloten van DSB en IceSave. Dat is begrijpelijk, want het is ook oneerlijk dat het braafste jongetje van de klas nog het meest gestraft wordt voor zijn goede gedrag. Echter, de voorstellen van de Rabobank zijn niet bepaald concurrentiebevorderend volgens de Utrechts econoom Mark Sanders. Ze stellen de bank opnieuw zelf centraal in plaats van dat ze de klant als uitgangspunt nemen. Val kabinet biedt herkansing voor hervorming pensioenstelsel De val van het kabinet zou wel eens als een blessing in disguise kunnen uitpakken voor het pensioenstelsel, aldus Lans Bovenberg. De sociale partners dienen nu met samenhangende voorstellen te komen voor de AOW, de aanvullende pensioenen en het koesteren van menselijk talent zodat ouderen hun talenten langer kunnen blijven inzetten. Ten tijde van de mislukte SER-onderhandelingen over de AOW van het afgelopen najaar ontbraken nog breed onderschreven analyses over de aanvullende pensioenen. Maar de recente rapporten hierover van de commissies Goudswaard en Frijns zijn nu door zowel de werkgevers als de vakbeweging in grote lijnen omarmd. Dat biedt een goede basis voor nieuw sociaal akkoord met als kern de AOW, pensioenen en duurzame inzetbaarheid van de beroepsbevolking. Geldmarkt: centrale banken vooral bekommerd over het terughalen van de liquide middelen die ter beschikking werden gesteld tijdens de financiële crisis Volgens de notulen van de bijeenkomst van 27 januari van de Fed, is haar eerste zorg momenteel niet het optrekken van haar basisrente (de rente op de Fed Funds), maar wel het geleidelijk opvangen van de liquiditeitsstroom die ze sinds het begin van de crisis in de markten heeft geïnjecteerd. Dat is geen sinecure, omdat niets doen een risico vormt voor het ontstaan van speculatieve zeepbellen, die worden gevoed door die liquide middelen; te snel optreden zou dan weer tot gevolg kunnen hebben dat het prille economische herstel in de kiem wordt gesmoord en weer problemen veroorzaken voor de koersen van een hele reeks effecten die zware klappen kregen in het begin van de crisis (en dus nieuwe gaten slaan in de balans van de banken). Een ander probleem heeft te maken met het feit dat de banken een groot deel van die liquide middelen hebben ondergebracht bij de Fed (deposito’s die worden bestempeld als ‘overtollige reserves’) om zich te wapenen tegen de gevolgen van het eventueel uitbreken van een nieuwe financiële crisis (angst voor een massale terugtrekking van deposito’s door de klanten, zoals tijdens het faillissement van Lehman Brothers). Obligatiemarkt: de crisis in Griekenland heeft de rente beïnvloed In de VS is de IRS­rente op 10 jaar weer gedaald van 3,99% op 28 december tot 3,61% op 4 maart nadat er in Griekenland financiële onrust was uitgebroken. De markten vreesden dat die onrust zou ontsporen en zou zorgen voor een uitdijende crisis (die andere landen en andere soorten obligaties zou treffen) die misschien zelfs een nieuwe fase van de financiële crisis zou inluiden. Vervolgens, toen de storm weer gedeeltelijk ging liggen in Griekenland, kregen de markten opnieuw aandacht voor de economische indicatoren uit de VS. Die indicatoren wezen op een steeds robuuster herstel, het begin van een dalende werkloosheid en het weer opduiken van inflatie (2,2% in februari). Tegen die achtergrond steeg de IRS­ rente weer tot 3,74% op 11 maart. Maar vervolgens hebben de herbevestiging door de Fed dat ze haar basisrente nog geruime tijd op een uitzonderlijk laag niveau zal houden, de publicatie van gunstige inflatiecijfers en een nieuwe oprisping van de Griekse crisis deze opwaartse trend van de obligatierente tot stand gebracht. Profiteren van seizoensgebonden patronen Het einde van het eerste kwartaal is nabij en volgens de statistieken kunnen beleggers zich voorbereiden op de zes slechtste beleggingsmaanden van het jaar. Historisch gezien zijn de maanden mei, juni, juli, augustus, september en oktober het minst spannend voor beleggers. Jeffrey Hirsch, Editor in Chief van de Stock Trader’s Almanac (de windhaan voor koerspatronen, gebaseerd op kalanderjaren) legt uit wat de oorzaak is van dit effect. Het ontstaan en de dynamiek van de crisis: een chronologie De eerste tekenen van een kredietcrisis worden in het vroege voorjaar van 2007 waarneembaar in de subprime hypotheekmarkt in de Verenigde Staten, een relatief klein segment van de Amerikaanse hypotheekmarkt. Een van de kernvragen in deze bundel is hoe deze – op het eerste gezicht – beperkte problemen in de Amerikaanse hypotheekmarkt konden uitgroeien tot een systeemcrisis. Dit hoofdstuk geeft een chronologisch overzicht van de economische ontwikkelingen voorafgaand aan en tijdens de kredietcrisis, beginnend bij de dieperliggende oorzaken vanaf midden jaren tachtig tot en met de eerste aanwijzingen voor herstel van de reële economie in Nederland in de loop van 2009. Dit is een hoofdstuk uit een uitgave van DNB over de kredietcrisis 'In het spoor van de crisis' en beoogt de belangrijkste gebeurtenissen in een macro-economisch en financieel economisch kader te plaatsen en zo verbanden te leggen tussen de volgende hoofdstukken. terug naar Inhoud Eerder aangekondigde sprekers en standhouders Symposium Nieuwsbrief 1:  Klik hier  Symposium Nieuwsbrief 2:  Klik hier  Symposium Nieuwsbrief 3:  Klik hier  Symposium Nieuwsbrief 4:  Klik hier  terug naar Inhoud Begin en eindtijden 54ste Symposium  tijd  aula  zaal 1.04  zaal 0.02 10.00 tot 10.50 uur Algemene Ledenvergadering Van de HCC Beleggen    10.50 tot 11.05 uur pauze pauze pauze 11.05 tot 11.55 uur Jan Maarten Slagter Vertrouwensherstel kan niet zonder aandeelhouder Jean-Paul van Oudheusden Obligaties als fundament van uw beleggingen Ton Winter Beursonafhankelijk beleggen 11.55 tot 12.10 uur pauze pauze pauze 12.10 tot 13.00 uur Bob Emanuels Balanceren tussen Angst en Hebzucht Tjakko Wielinga Balanced Condor Trading: een systeem op basis van engineering principes Willem Okkerse Distressed securities en de OK-Score 13.00 tot 13.30 uur pauze pauze pauze 13.30 tot 14.20 uur Sem van Berkel Dans der derivaten Wijnand Groot FIBO & ELLIOTT; ritme & ratio. Een kansrijk koppel Ron Wichgers  Systeemtraden met valuta 14.20 tot 14.35 uur pauze pauze pauze 14.35 tot 15.25 uur Harm van Wijk Succesvol beleggen Ronald Kok Dividend is your friend Roelof Foppen Titel nog niet bekend terug naar Inhoud Aanmelden en Routebeschrijving Een entreebewijs voor het HCC BeleggenSymposium kunt u  bestellen door u aan te melden via onze website: Klik hier om u aan te melden   Het HCC Beleggen Symposium wordt gehouden in: Scholengemeenschap Lek en Linge,  Multatulilaan 6, 4103 NR, Culemborg Bekijk ligging >> Laat de route zien in een nieuw venster Voer je postcode in: terug naar Inhoud Overzicht Wat 54ste HCC Beleggen Symposium "Hoe in te spelen op onzekere markten?" Programma Overzicht Klik Hier Programma met introductie teksten  Klik Hier Download Nieuwsmagazine  Klik Hier Waar Scholengemeenschap Lek en Linge, Multatulilaan 6,  4103 NR, Culemborg Waneer Zaterdag 10 april 2010 U bent welkom vanaf 10.00 tot 16.30 uur Kosten De toegang is gratis voor HCC Leden, maar inschrijven is verplicht! Van niet leden vragen wij een bijdrage in de kosten van 10 euro Hoe in te spelen op onzekere markten? terug naar Inhoud Agenda terug naar Inhoud | HCC beleggen Website | HCC beleggen Vacatures | Adverteren op beleggersonline.nlRegularLabs.EmailProtector.unCloak("ep_455f376f", true); | Forum | Downloads 

13 februari 2011

...

Nieuwsbrief 20100501

inhoud:    HCC Beleggen Nieuwsbrief 20100501 Beleggersdag ig HCC Beleggen weer groot succes Economische crisis in de EG Martien van Winden wil gulden terug Nieuw beleggingsproduct van de RABO riekt naar misleiding! Zet vast in uw Agenda: Agenda Beleggersdag ig HCC Beleggen weer groot succes De 54e beleggersdag zaterdag 10 april j.l. had weer een grote opkomst en de bezoekers waren erg tevreden. De commissie had zwaargewichten uit de financiele wereld uitgenodigd en deze stelden niet teleur.  In de grote zaal sprak Jan Maarten Slagter van de VEB over de noodzaak dat de aandeelhouder meer te zeggen moeten krijgen. Bob Emanuels, directeur van Research Unlimited, gaf les hoe onze leden/beleggers weer de balans kunnen vinden tussen angst en hebzucht. De zaal was doodstil en herkende zich in de fouten die veel beleggers keer op keer maaken. Daarna gaf Sem van Berkel, opgegroeid met de Amsterdams Optie Beurs, nog een lesje in opties. De zaal bulderde van het lachen, maar schreef niettemin elke combinatie van straddles en strangles, die Sem uit zijn hoed toverde, op. Ten slotte rondde Harm van Wijk van Beursbulletin de dag af met grafieken over de afgelopen 77 jaar waarin duidelijk aangetoond werd dat beleggen verreweg het meeste rendement opbrengt ondanks crisisperioden. En daarnaast waren er de hele dag maar liefst 8 nevensessies, waar bijna prive seminars werden gegeven. We danken iedereen voor zijn/haar komst en hopen dat iedereen na de zomer weer terugkomt voor het volgende symposium. Met vriendelijke groet, Frans Schreiber, Voorzitter HCC Beleggen terug naar Inhoud Economische crisis in de EG De lidstaten van de EU hebben door de financiële crisis flinke klappen gekregen. Deze kaart biedt een overzicht van de economische ontwikkelingen in de Europese Unie.(maart 2010). terug naar Inhoud Martien van Winden wil gulden terug Martien van Winden was vorig jaar op ons symposium waar hij een interessant verhaal hield over de Nederlandse Gulden. De strekking van deze presenatie wordt nog eens herhaald in het volgende vraaggesprek. Rotterdam, 1 mei. Niet Griekenland, maar Nederland moet uit de euro stappen. Dat zegt vermogensbeheerder Martien van Winden vandaag in een vraaggesprek.   Vermogensbeheerder Martien van Winden wil dat Nederland uit de euro stapt. Foto Maurice Boyer Van Winden heeft diverse boeken geschreven over de kracht van de Nederlandse gulden in historisch perspectief: Rijk blijven, Nederland, de schatkist van Europa en Slag om de toekomst. Ook heeft hij een studie gemaakt van de renteniveaus en aandelenkoersen in Nederland vanaf 1540 tot heden. Lees het hele interview met Van Winden dit weekeinde in het katern Opinie & Debat van NRC Handelsblad. (Web-)abonnees kunnen het artikel ook lezen in de digitale editie. "Je kunt een land niet uit de euro zetten. Ik denk ook niet dat het gebeurt. Uitstappen zou voor Griekenland enorme problemen geven. Wat wel mag, is dat Nederland uit de euro stapt en de gulden weer invoert." Ingewikkeld zou een eventuele herinvoering van de gulden niet zijn, zegt Van Winden. "Ieder land drukt zijn eigen eurobiljetten, aan de code op het biljet kun je zien waar dat vandaan komt. Nederlandse biljetten beginnen met een X en je kunt bepalen: dat zijn voorlopig weer guldens. Met de munten is het helemaal makkelijk, op de Nederlandse euromunten staat de afbeelding van de koningin. Om middernacht kunnen Wellink en De Jager besluiten om terug te gaan naar de gulden." Lijsttrekkers Geert Wilders (PVV) en Rita Verdonk (Trots op Nederland) zeiden vandaag dat Nederland moet overwegen om uit de euro te stappen. Volgens het ANP roept Wilders het kabinet op om die optie  "nu onder de loep te nemen en er serieus naar te kijken". Wilders: "We kunnen de Grieken niet dwingen uit de eurozone te stappen maar zelf kunnen we er als Nederland wel uitstappen. Het kabinet moet die optie nu onder de loep nemen en er serieus naar kijken voor het geval het met Griekenland, Spanje en Portugal verder fout gaat." terug naar Inhoud Nieuw beleggingsproduct van de RABO riekt naar misleiding! Tekst: Gerard Jager / www.AdvanceBeleggen.nl Waarom? Allereerst de looptijd. Die is met 10 jaar zeer lang voor een erg simpel garantieproduct. Rentevergoeding over het eerste jaar 3,5% en rentebetaling per kwartaal. “Geweldig” zullen de spaarrekeninghouders van de RABO zeggen. 3,5% is immers bijna 2% meer dan 1,6% op een RABO spaarrekening! Maar dan komt het. Gedurende de resterende looptijd – liefst 9 jaar lang! – is de rentevergoeding gelijk aan 3-maands euribor. Dus zeg maar de korte geldmarktrente. Op dit moment is deze met 0,6% extreem laag. Mogelijk dat de 3-maands rente over 1 à 2 jaar hoger is. 2 à 3%? Toch is dat even slikken. Een 9-jarige obligatie met dadelijk een rentevergoeding die mogelijk nog lager is dan die van een gewone spaarrekening in de komende jaren. Aflossing na 10 jaar à 100%. Gegarandeerd. Dat is fantastisch natuurlijk en geeft het veilige RABO gevoel. “Rabobank. Een bank met ideeën”. Tenminste, dat vinden zij zelf. Wat er niet bij wordt verteld, is dat een 10-jarige obligatielening, waarvan de hoogte van de rentevergoeding is gekoppeld aan de korte geldmarktrente, spoedig in koers omlaag stort, om zich pas in de laatste jaren te herstellen. Waarom? Een langlopende obligatie behoort nu eenmaal een rente te vergoeden gelijk aan die van de langere (hogere) kapitaalmarktrente. Zijn de bedenkers van de RABO dan zo dom? Of zetten zij spaarders en obligatiebeleggers bewust op het verkeerde been? Naar onze mening weten de bedenkers van dit product van de RABO dondersgoed dat dit product uitsluitend in het belang van de bank is ontwikkeld. En dat de koers in de loop van dit jaar zeer fors onderuit zal gaan. Daarom hebben wij vandaag de RABO dringend verzocht de uitgifte van dit product in te trekken. Motieven: A: in de brochure wordt onvoldoende gewezen op de zeer grote koersrisico’s tijdens de looptijd, zelfs bij een stijgende geldmarktrente. B: schending zorgplicht naar haar klanten en overige beleggers toe. Mocht de RABO doof zijn voor ons verzoek, dan zullen wij een klacht indienen bij de AFM. Naam product : RABO Vast naar Variabele Coupon Obligatie I 2010-2020met 100% hoofdsomgarantie Looptijd : 10 jaar Het aanbod : Rentevergoeding jaar 1: 3,5%. Daarna rentevergoeding gelijk aan 3-maands euribor. Ontvangt u rente en/of dividend?  : Rente per kwartaal Risico’s  : Koersrisico zeer groot tussentijds Verhandelbaar : Euronext Amsterdam Coupure : €  1.000,- Uitgiftekoers : 100% Inschrijven t/m *  : 7-5-2010 Fondscode : XS0502907602 info : www.raboglobalmarkets.nl (variabelrentende obligaties)   Oordeel Advance : zie hierboven Rapportcijfer : 1 Geschikt voor   : niemand. Rapportcijfer: 1 terug naar Inhoud Zet vast in uw Agenda: HCC Beleggen Symposium no 55  6 november 2010 Ook voor de organisatie van het 55ste Symposium zijn we op zoek naar mensen die een bijdrage willen leveren aan deze activiteit van onze vereniging. HCC Beleggen Symposia worden altijd door en voor medebeleggers georganiseerd.  Met meer mensen kunnen we immers meer doen en dat maakt het bovendien ook veel gezelliger. Enkele voorbeelden  zijn:           HCC Beleggen leden die een lezing willen geven over hun manier van beleggen.  Denk hierbij aan:  optiebeleggen, aandelenbeleggen, beleggingsfondsen, onroerend goed, technische analyse, fundamentele analyse, emotie en beleggen etc, etc. het coördineren en organiseren van onze HCC Beleggen symposia; het verrichten van (deel)taken tijdens beurzen; public relations; het behartigen van de commerciële zaken. Uiteraard mag u zich aanmelden in groepjes. Dus als u, eventueel samen met medebeleggers, onze vereniging wilt helpen laat het ons dan weten. Trefwoorden hierbij zijn: vele handen maken licht werk, het moet vooral leuk blijven, zo doe je ook nog eens interessante contacten op. Denk aan het geven van een aardige lezing, met anderen handelsstrategieën uitwerken, software onder de knie krijgen of gewoon een groep vormen waarmee je samen de markt analyseert/bespreekt. Lijkt het u iets om actief te worden? Heeft u vragen over de functies of heeft u goede ideeën voor onze vereniging? Meld u zich dan via de website ... een echte vereniging kan niet zonder u als actief lid. terug naar Inhoud Agenda terug naar Inhoud | HCC beleggen Website | HCC beleggen Vacatures | Adverteren op beleggersonline.nlRegularLabs.EmailProtector.unCloak("ep_8fbdb06a", true); | Forum | Downloads 

13 februari 2011

...

Nieuwsbrief 20100601

inhoud:    HCC Beleggen Nieuwsbrief 20100601 Doen de nieuwe EU-leden  het beter dan de oude? Eurostabiliteit op de proef Hoe is de Euro ons geld geworden? Fondsvermogen Nederlandse beleggingsfondsen weer gegroeid ECB-aankoop obligaties zonder inflatiegevaar Mijnbouw small caps Interviews met de sprekers van het 54ste HCC Beleggen Symposium Reserveer 6 november 2010 alvast Agenda Doen de nieuwe EU-leden  het beter dan de oude? Bron: Dexia Bank De economische crisis sloeg niet in alle Oost-Europese landen even hard toe. Ze was bijvoorbeeld veel erger in Hongarije, Roemenië en de Baltische staten – die een beroep dienden te doen op het Internationaal Monetair Fonds (IMF) – dan in Polen of Tsjechië. Momenteel klautert de regio uit het dal en zien we dat het economische herstel vooral door de heropleving van de export gedragen wordt. We lichten u de toestand in Polen, Tsjechië en Hongarije toe. Sterke Poolse groei Terwijl de economie van de eurozone met 4 % kromp, was Polen het enige land van de EU dat 2009 met een positief groeicijfer kon afsluiten (+1,7 %). De crisis sloeg er immers minder hard toe, aangezien Polen niet zo afhankelijk is van de export. De economische fundamenten waren gezond (weinig overheidsschulden en een beperkt -tekort), waardoor de overheid de nodige stimuleringsmaatregelen kon treffen. De consumptie kende dan ook geen inzinking. Ondertussen is het overheidstekort wel toegenomen van 1,9 % in 2007 tot bijna 7 % in 2009; de overheidsschuld schommelt rond 55 %. Zeer aanvaardbare niveaus, zeker als we ze vergelijken met de Griekse situatie. Voor 2010 wordt de groei op 2,8 % geraamd. De komende maanden zou het groeitempo wel wat kunnen vertragen. De werkloosheid is immers opgelopen tot 12,9 % en de overheid zal het tekort toch beginnen afbouwen. De organisatie van het Europese kampioenschap voetbal in 2012 is wel een opsteker voor de investeringen. Tsjechië: vooral cyclisch geraakt In 2009 zag Tsjechië, lang de beste leerling van de regio, zijn economie krimpen met 4 %. De Tsjechische economie is dan ook zeer afhankelijk van de export. Het herstel van de eurozone en, meer bepaald van Duitsland, is zeer belangrijk voor het land. Meer dan 1/3 van de Tsjechische uitvoer is immers bestemd voor Duitsland. De economische fundamenten zijn nog steeds vrij gezond: de overheidsschuld en het -tekort namen wel wat toe, maar zijn met respectievelijk 42 en 6 % van het bruto binnenlands product (bbp) toch zeer aanvaardbaar. De private consumptie blijft echter dalen. Door het terugschroeven van de herstelmaatregelen – onder andere het einde van zowel de schrootpremie als de hogere werkloosheidsuitkeringen – en de begrotingssanering – onder andere een verhoging van de btw, lagere ambtenarenwedden – stelt de Tsjechische consument zich terughoudender op dan de Poolse. In 2010 zal de economische groei 1,7 % bedragen. Moeilijkste kaarten voor Hongarije Tijdens de voorbije crisis kende de Hongaarse economie grotere problemen. Door de hoge schuldenlast bij zowel de privésector als de overheid (80 % van het bbp) is het land in grote mate afhankelijk van buitenlandse investeerders. In oktober 2008 deed Hongarije een beroep op het IMF voor een noodkrediet. Het IMF eiste een verdere sanering van de overheidsfinanciën, waardoor er geen ruimte was voor herstelmaatregelen. Niet te verwonderen dat de economie in 2009 met maar liefst 6,2 % kromp. De harde begrotingssanering bleef niet zonder gevolgen voor de binnenlandse consumptie, die al sinds begin 2008 in een neerwaartse spiraal zit. De Hongaren leverden sterk aan koopkracht in: ze zagen de belastingdruk toenemen, de sociale uitkeringen dalen, de lonen stagneren ... De werkloosheid is opgelopen tot 11,8 %. Het Hongaarse herstel moet dus van de buitenlandse afzetmarkten komen. Of de economie in 2010 opnieuw zal groeien, is dan ook zeer twijfelachtig. Herstel van de oost-europese munten Sinds het dieptepunt van maart 2009 zijn deze munten sterk gestegen tegenover de euro. Het verdere stijgingspotentieel lijkt ons de komende maanden eerder beperkt. De Hongaarse forint (HUF) en de Poolse zloty (PLN) kunnen wat volatieler zijn. Na de verkiezingen in Hongarije komt er wellicht een regeringswissel en het is afwachten of de rechtse partij het saneringsbeleid zal voortzetten. Ook in Polen komen er verkiezingen na het plotse overlijden van de president. Alhoewel de schuldniveaus van deze landen aanvaardbaar zijn, eist de markt toch een hogere rente, om het wisselkoersrisico te vergoeden. In vergelijking met de Duitse rente ligt de Poolse rente 2,5 % hoger, de Tsjechische 0,5 % en de Hongaarse 3,4 %. terug naar Inhoud Eurostabiliteit op de proef Bron: KBC Groep In de eurozone was alle aandacht gericht op de toestand van de overheidsfinanciën van een aantal perifere lidstaten in het algemeen, en op die van Griekenland in het bijzonder. Een eerste hulppakket opgesteld door de EMU-landen en het IMF ten belope van 110 miljard EUR kon de markten slechts zeer tijdelijk kalmeren. Speculatie over een Griekse default nam vlug weer toe, wat zich vertaalde in een fors oplopend renteverschil van Griekse overheidsobligaties ten opzichte van de Duitse. Deze spreadverwijding was bijzonder spectaculair aan het korte einde van de rentecurve (op een tweejarige looptijd). De rente op Duitse overheidobligaties daalde bovendien door de toegenomen vlucht naar kwaliteitspapier. Aangezien de aankondiging van het eerste hulppakket de markten niet gerust kon stellen, volgde enkele dagen later een reeks van nog veel uitgebreidere maatregelen, met een totaal volume van 750 miljard EUR (60 miljard gedragen via de Europese Commissie door alle EU-lidstaten, 440 miljard EUR potentiele garanties door EMU-lidstaten en 250 miljard EUR afkomstig van het IMF). De markten kwamen vooral weer wat tot rust door de beslissing van de ECB om niet alleen de bijzondere maatregelen ter liquiditeitsverschaffing weer in te voeren (die voor het eerst werden gebruikt in de financiële crisis na het Lehmanfaillissement), maar om ook te interveniëren op markten die niet meer naar behoren functioneren. Bij deze “disfunctionele” markten denkt de ECB in de eerste plaats aan de overheidsobligaties van landen als Griekenland. Het begin van de interventie door de ECB deed de renteverschillen weer dalen. Alhoewel het niet helemaal kan worden uitgesloten, lijkt hierdoor per saldo de waarschijnlijkheid van een default of schuldherschikking van de Griekse overheidsschuld zeer gering geworden. Op langere termijn hangt dit risico natuurlijk af van de mate waarin de discipline bij de sanering van de overheidsfinanciën de komende jaren blijft volgehouden. Op korte termijn stelt de ECB alles in het werk om de Europese financiële markten te stabiliseren en een besmetting van de Griekse problematiek naar andere perifere EMU-landen en de Europese banksector te voorkomen. In tegenstelling tot vorige maand gaan we er nu bijgevolg vanuit dat de ECB de beleidsrente de komende twaalf maanden niet zal verhogen. Het gevaar van een tweede ronde van de financiële (banken)crisis ligt immers op de loer. Allicht is de handelswijze van de ECB daarom op korte termijn zonder alternatief. Niettemin houdt dit op langere termijn ook gevaren in en kan potentieel de geloofwaardigheid en de onafhankelijkheid van de centrale bank in het gedrang brengen. Verankering van inflatieverwachtingen door een transparant en geloofwaardig beleid zijn immers van cruciaal belang. Het opkopen van staatsschuld op grote schaal, zelfs al gebeurt dit op de secundaire markt, behoort immers niet tot de normale taken van een centrale bank. Ook is het niet meteen duidelijk wat de ECB met de neutralisatie (sterilisatie) van de impact van deze opkopen op de geldhoeveelheid bedoelt. Tegelijkertijd verschaft ze immers via langlopende herfinancieringsoperaties onbeperkt alle gevraagde liquiditeit aan het financieel systeem. Op zijn minst kunnen we stellen dat het beleid van de ECB de voorbije weken een beetje meer begint te lijken op dat van de Amerikaanse Federal Reserve.  terug naar Inhoud Uitgeven van Eurobank- biljetten en Euromunten Bron: ECB De Euro heeft het moeilijk. Je kunt ook zeggen dat het de eerste serieuze test van onze munt. Daar moet de Euro toch tegen kunnen, of niet? Maar hoe is de Euro ons geld geworden?   HET BEGIN De euromunten en eurobankbiljetten zijn in 2002 in omloop gebracht, maar met de voorbereidingen daarvoor is al begin jaren negentig gestart. Op 7 februari 1992 werd in Maastricht het Verdrag betreffende de Europese Unie ondertekend. Dit verdrag regelt de bevoegdheden van de Europese Centrale Bank (ECB) en van de regeringen en centrale banken van de twaalf eurolanden met betrekking tot de uitgifte van euromunten en eurobankbiljetten. Het verdrag bepaalt dat alleen de ECB machtiging mag geven tot de uitgifte van bankbiljetten in het eurogebied, maar dat de bankbiljetten feitelijk door zowel de ECB als de nationale centrale banken (NCB’s) kunnen worden uitgegeven. Maar omdat de ECB niet met chartaal geld werkt, zijn het de NCB’s die de bankbiljetten in omloop brengen, innemen, verwerken en opslaan. De bankbiljetten die op enig moment in omloop zijn, worden volgens een vaste verdeelsleutel op de balans van de ECB en de NCB’s verantwoord, onafhankelijk van het land waarin zij circuleren. Het is intussen namelijk onmogelijk om nog te bepalen hoeveel biljetten er in een bepaald land in omloop zijn, omdat er binnen het eurogebied talrijke grensoverschrijdende eurotransacties plaatsvinden die nergens worden geregistreerd, bijvoorbeeld door toeristen. De euromunten vallen onder de verantwoordelijkheid van de nationale overheden, onder regie van de Europese Commissie in Brussel. De overheden van de eurolanden zijn de wettige uitgevers van de euromunten en als zodanig verantwoordelijk voor het ontwerp, de technische kenmerken en het slaan van de munten. Het is echter aan de ECB om elk jaar vast te stellen hoeveel euromunten er mogen worden uitgegeven; verder treedt de ECB op als onafhankelijke controleur van de kwaliteit van de geslagen munten. DE NAAM VAN DE MUNT EN HET €­TEKEN   De nieuwe naam van de munt, de euro, is in december 1995 vastgesteld door de Europese Raad, die toen in Madrid bijeen was. Andere voorstellen, zoals dukaat, ecu, florijn of frank, werden verworpen omdat ze te sterk met een bepaald land werden geassocieerd. Ook het voorstel om het voorvoegsel ‘euro-’ voor bestaande muntnamen te zetten, bijvoorbeeld euromark, haalde het niet. De Raad kwam overeen dat de naam in alle officiële talen van de Europese Unie (EU) gelijk moest zijn (rekening houdend met de verschillende alfabetten). Verder moest de nieuwe naam gemakkelijk uitspreekbaar zijn en vooral eenvoudig en representatief voor Europa. Bij de nieuwe munt hoorde natuurlijk ook een teken, en ook dat moest, net als de naam, duidelijk de associatie met Europa wekken. Verder moest het gemakkelijk te schrijven en aantrekkelijk zijn. De staf van de Europese Commissie stelde een lijst op van dertig mogelijke tekens, die vervolgens tot tien werden teruggebracht. Deze tien kandidaten werden daarna door middel van een publieksenquête terugbracht tot twee. De definitieve keuze werd gemaakt door de toenmalige voorzitter van de Europese Commissie, Jacques Santer, en de commissaris voor Economische en Financiële Zaken, Yves-Thibault de Silguy. Het euroteken is geïnspireerd op de Griekse letter epsilon, die de wieg van de Europese beschaving symboliseert. En de E is natuurlijk de eerste letter van het woord Europa. De dubbele streep symboliseert de stabiliteit van de munt. De officiële afkorting van de euro, EUR, is geregistreerd bij de internationale normeringsorganisatie ISO. DE INVOERINGSDATUM VAN DE NIEUWE MUNT Op de bijeenkomst van de Europese Raad in Madrid  hebben de staatshoofden en regeringsleiders besloten dat de eurobankbiljetten en euromunten uiterlijk op 1 januari 2002 in omloop zouden worden gebracht, voorlopig naast de nationale munt. De precieze datum, ergens tussen 1 januari 1999 en 1 januari 2002, werd open gelaten in verband met de uiteenlopende voorkeuren van de diverse gebruikers en de lange productietijden van bankbiljetten en munten. De datum van 1 januari 2002 had voor- en nadelen. Een nadeel was dat aan het einde van het jaar traditioneel veel bankbiljetten worden gebruikt: door de kerstdrukte en omdat winkeliers begin januari uitverkoop houden en hun voorraden inventariseren, zijn er dan zo’n 10% meer biljetten in omloop. Men heeft nog enkele andere data overwogen, maar uiteindelijk was men het erover eens dat 1 januari 2002 de handigste datum was: het begin van het kalenderjaar en de datum die de nationale overheden verwachtten. In Madrid werd tevens besloten dat de ‘duale fase’, de periode waarin de euro tegelijk met de nationale valuta’s zou circuleren, maximaal zes maanden zou duren, al volgde daarna nog een discussie over de voor- en nadelen van een kortere overgangsperiode. Een kortere periode zou betekenen dat de banken, winkeliers en het publiek minder kosten zouden hoeven maken voor het gelijktijdig aanhouden van twee valuta’s, terwijl een langere overgangsperiode meer tijd zou geven om verkoopautomaten aan te passen. Er werd een compromis bereikt en de overgangsperiode werd verkort. In november 1999 bepaalde de Ecofin dat de duale fase tussen de vier weken en twee maanden zou duren. De banken zouden daarna nationale valuta’s blijven omwisselen, maar deze zouden niet langer als wettig betaalmiddel gelden. terug naar Inhoud Fondsvermogen Nederlandse beleggingsfondsen weer gegroeid Bron: DNB Statistisch Nieuwsbericht Datum  26 mei 2010 Het fondsvermogen van de Nederlandse beleggingsfondsen is in het eerste kwartaal van 2010 voor het vierde kwartaal op rij gegroeid, zo blijkt uit cijfers van de Nederlandsche Bank. De toename als gevolg van herwaarderingen en netto inleg kwam uit op ruim 5 procent. Het fondsvermogen bedroeg eind eerste kwartaal EUR 432 miljard. De positieve herwaardering van de beleggingen (EUR 19 miljard) was in het eerste kwartaal, net als in de drie voorgaande kwartalen, voor het grootste deel terug te voeren op koerswinst op de aandelenportefeuille (8 procent). Daarin is ook het effect van de stijging van de Amerikaanse dollar ten opzichte van de euro begrepen. Dit kwartaal werd ook koerswinst genoteerd op obligaties (ruim 2 procent), na een herwaardering van nul een kwartaal eerder. De koerswinst op overheidsobligaties was iets hoger dan op bedrijfsobligaties. Naast de 'reguliere' inleg van netto ruim EUR 1 miljard was er in het eerste kwartaal weer sprake van bijzondere transacties in verband met herstructureringen bij het ABP en het Pensioenfonds Zorg en Welzijn. Zij hevelden dit kwartaal voor bijna EUR 14 miljard rechtstreeks aangehouden beleggingen over naar beleggingsfondsen. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met Tobias Oudejans (tel. 020-524 3100, 06-524 96 961) en Herman Lutke Schipholt (020-524 2712, 06-524 96 900) voorlichters van DNB. terug naar Inhoud ECB-aankoop obligaties zonder inflatiegevaar Bron: DNB Datum    28 mei 2010 De Europese Centrale Bank (ECB) koopt Europese staatsobligaties op nadat de markten dreigden stil te vallen vanwege de escalatie van de problematiek rond Griekenland. Het geld dat de ECB daaraan uitgeeft, haalt zij onmiddellijk weer terug uit de markt. Van het zonder meer laten draaien van de geldpers is dus geen sprake. Evenmin van inflatiegevaar. Begin mei dreigde de markt in staatspapier droog te vallen door aanhoudende zorgen over de financiële situatie van Griekenland. Om de markten weer beter te laten functioneren, besloot de ECB tot het opkopen van onder meer bepaalde staatsobligaties in euro’s. Ingrijpen was noodzakelijk omdat de ECB voor een goede implementatie van het monetaire beleid afhankelijk is van goed functionerende financiële markten. Normaal gesproken is de ECB alleen op de geldmarkt actief om de rente te sturen naar het gewenste niveau om de inflatie laag te houden. Zij doet dit vanuit het idee dat de rente op de geldmarkt weer doorwerkt naar andere rentes in de economie, zoals de krediet- en spaarrentes. Echter, als markten niet meer goed functioneren, vindt een dergelijke doorwerking niet plaats. Dat brengt de effectiviteit van het monetaire beleid in gevaar. Half mei is daarom begonnen met de aankoop van staatsobligaties: niet alleen door de ECB, maar ook door de andere centrale banken van het Eurosysteem, zoals DNB en de Bundesbank. Veilingen Om staatsobligaties te kunnen kopen, creëert de ECB in eerste instantie extra geld. Dat betekent echter niet dat de bankbiljettenpersen van Europa een extra zwengel krijgen. De ECB betaalt niet in cash, maar giraal. De sommen geld die de ECB betaalt voor deze obligaties moeten echter niet blijven hangen bij de banken: het doel van dit programma is namelijk niet hen van meer liquiditeiten te voorzien. Vandaar dat de ECB het geld dat ze uitgeeft aan obligaties, vervolgens direct weer terughaalt en vastzet op rekeningen bij de ECB. Daarvoor houdt de ECB wekelijks veilingen van vaste termijndeposito’s voor één week. Voor zo’n veiling kunnen alle geïnteresseerde banken inschrijven en daarbij aangeven voor welk bedrag en tegen welke rente ze willen meedoen. De ECB honoreert de biedingen al naar gelang de gevraagde rente: de laagste krijgt als eerste enzovoorts. De ECB gaat net zolang door met het honoreren van de aanvragen totdat het eindbedrag exact gelijk is aan de som geld die voor de aangekochte obligaties is betaald. Dus is op enig moment voor 20 miljard euro aan staatspapieren gekocht, dan volgt een veiling van 20 miljard. Geen inflatiespook Er is al met al dus geen sprake van 'kwantitatieve verruiming', zoals in sommige landen waar eerder centrale banken ook obligaties zijn gaan aankopen, zoals de VS en het VK. Louter en alleen door deze ECB-maatregel zal het inflatiespook dan ook niet opdoemen aan de horizon. Overigens zet de ECB wel andere tijdelijke maatregelen in om banken van extra liquiditeit te voorzien. Zo kunnen banken tijdelijk onbeperkt geld lenen bij de centrale bank, mits zij voldoende onderpand inbrengen. Ook deze maatregelen zijn in lijn met de ECB-doelstelling van prijsstabiliteit: ze leiden dus niet tot hoge inflatie. Eurokoers Tot de aankoop van staatsobligaties is besloten om de markten op gang te krijgen. Het op peil houden van de koers van de euro is hierbij niet de insteek. Natuurlijk houdt de ECB ook de externe stabiliteit, de wisselkoers scherp in het oog. Maar de ECB richt zich met haar monetaire beleid primair op interne stabiliteit, prijsstabiliteit. Prijsstabiliteit, een belangrijke eigenschap van de euro, is van groot belang voor consumenten en binnenlandse en internationale investeerders. terug naar Inhoud Mijnbouw small caps Geschreven door J.J. Westenbrink (mei 2010)  In dit artikel zullen een aantal specifieke eigenschappen van small caps en selektie criteria worden beschreven, beperkt tot small caps aktief in mijnbouw.Ook zullen een paar voorbeelden kort worden beschreven. Kenmerken :     - Small caps zijn relatief kleine firma's met een marktkapitalisatie tot ongeveer 1 miljard dollar en met een beperkt aantal uitstaande aandelen. Er is echter geen specifieke definitie.     - Het zijn aandelen met een hoge volatiliteit,stijgingen en dalingen van meer dan 10 % per dag in geval van aandelen met een koers tot zeg +/- 1 $ zijn niet uitzonderlijk.     - De aandelen hebben een hoog risico,doch ook kans op grote winst.Het zijn aandelen welke een aantal malen in waarde kunnen verdubbelen in een paar jaar tijd ,doch ook aanzienlijk in waarde kunnen dalen in geval van foutieve selectie , door onvoorziene marktomstandigheden,tegenvallende resultaten bij de boringen etc.     - Small caps hebben in het algemeen meer stijgingspotentiaal dan aandelen van grote firma's o.a. door minder bureaucratie en door sneller in te kunnen spelen op veranderingen     - Speciaal op de beurzen in Canada en Australie zijn veel small caps genoteerd. Dit zijn voornamelijk mijnbouwfirma's aktief in exploiratie van uranium,goud,koper,zeldzame aardmetalen e.d.     - De aandelen zijn vaak onbekend en hebben vaak nog niet de aandacht getrokken van de analysten van Wallstreet e.a..     - Small caps komen practisch in alle sectoren voor en reageren vaak net als gewone aandelen,alleen vaak heftiger, op situaties als de kredietcrisis etc. Timing voor aan- en verkoop is ook hier van groot belang.     - Er zijn een paar duizend small caps ,waaronder veel actief in de exploiratiefase ,waardoor het lastig is die aandelen te selecteren,welke potentieel een grote mate van succes kunnen opleveren. Om die selektie te kunnen maken lijkt een verdeling in sectors of aktiviteit een eerste vereiste. Hieronder volgt een aanzet in die richting.   Enige selektie criteria Omdat small caps in het algemeen ongebruikelijke hoge koers/winst verhoudingen hebben, zal de investeerder  ieder aandeel individueel moeten bekijken .Een vergelijking met een gemiddelde koers/winst verhouding van een small cap stock index als de Russell 2000  geeft hierbij een eerste indicatie.   Belangrijker is echter de informatie welke Kitco geeft (zie referenties) over de diverse fondsen zoals koers/winst verhoudingen,koop- en verkoop aanbevelingen d.m.v. ratings speciaal voor mijnbouwfirma's aktief in ijzererts, goud, zilver, koper, uranium, platina, aluminium, kunstmest en steenkool. Deze ratings worden ook gegeven voor een groot aantal junior mijnbouwfirma's,dit zijn meestal exploiratiefirma's. Speciaal deze ratings zijn een bijzonder goed startpunt om tot een selectie of voorselectie van een aandeel te komen. Ook de websites van de diverse fondsen en de diverse bronnen op internet,zie ook referenties, geven veel extra informatie.   Small caps per sector   Mijnbouw In geval van mijnbouw dient allereerst nog een onderscheid gemaakt te worden tussen exploiratiefirma's (actief om naar ertsen te boren en velden te ontwikkelen etc.) en de produktiefirma's. De eerste zijn vaak extra volatiel en meer risicovol dan de produktiefirma's .Grote koersstijgingen bij succesvolle boringen,grote dalingen wanneer die resultaten uitblijven. Een goed advies lijkt -zie ook resource investor- niet direct te veel in  1 exploiratiefirma te investeren,maar om ,na selectie,dat geplande bedrag over bv 4 of 5 smallcaps te verdelen om het neerwaartse risico te verkleinen.   Uranium mining Het aantal small caps aktief in uranium mining is groot,ruim 200,waarvan vele in de exploiratiefase. Voor de produktiefirma's is buiten het algemene beursklimaat vooral de toekomstverwachting van de uraniumprijs van grote,zo niet de grootste  invloed om al dan niet in uranium mining te investeren. Verder zijn factoren als percentage uranium in het erts,de produktiekosten ,de lokatie en het management van groot belang. Diverse artikelen en rapporten geven geen eenduidige informatie over de toekomstverwachting van de uraniumprijs. Echter de positieve verwachting heeft de boventoon. Via de Kitco rating lijst is een voorselektie van de smallcap te maken op basis van de ratings,waarna de diverse websites van de voorgeselekteerde firma's kunnen worden geraadpleegd,alsook diverse andere bronnen,zie referenties.   Een voorbeeld van het koersverloop en verdere gedetailleerde informatie van een smallcap productie firma is  bv. Denison Mines, zie http://www.denisonmines.com. De marktkapitalisatie van Denison is 548 MM $.De koers is na een top op 15$ enorm gedaald, deels of grotendeels door de daling van de uraniumprijs. Een grafiek van het koersverloop van Denison Mines en van de uraniumprijs is hieronder gegeven. Dit artikel vervolgd op onze website met: Klik  Hier - Goud- en zilvermining - Kopermining - Zeldzame aardmetalen-REE (Rare earth elements) - Samenvatting - Referenties en interessante artikelen terug naar Inhoud Interviews met de sprekers van het 54ste HCC Beleggen Symposium De presentaties, van de sprekers en voor zover wij er over kunnen beschikken, zijn te vinden in de categorie: "Presentaties en Diversen" van de download pagina. We hebben een aantal interviews gemaakt door Beursupdate.tv ook op dezelfde download pagina van onze website geplaatst. Het gaat om de volgende video’s: In het kader van het thema van het 54ste HCC Beleggen Symposium sprak Van Jean Paul van Oudheusden over hoe er ingespeeld kan worden op onzekere situaties. Om in te spelen op onzekere factoren biedt RBS diverse types obligaties aan. Ook hier zijn turbo's voor beschikbaar. Als belangrijkste tip noemt Van Oudheusden het belang van de portefeuille als geheel centraal te houden. De VEB heeft recent het financiële Canon voor Nederland gelanceerd. De hoofdreden hiervoor is dat de meeste Nederlanders nog een hoop kunnen leren over financiële zaken. Jan Maarten Slagter noemt het Canon een belangrijk instrument voor de consument om financieel weerbaarder te worden. Sem Van Berkel is een voorstander van defensieve optieconstructies. Daarnaast heeft hij een fundamentele aanpak en gebruikt hij geen arbitrage. Van Berkel belegt in principe alleen op de Amsterdamse beurs. Het van te voren bepalen van het winst c.q. verlies en een lange termijn hanteren noemt hij de belangrijkste zaken voor de beleggers. De "luie portefeuille" is bij hem favoriet. Bob Emanuels vergelijkt het beleggen op de beurs met het spelen van roulette. Maximaal risico impliceert daarom ook 100% negatief rendement. Emanuels verwijst naar de film Grounhog Day: net als in deze film nemen ook beleggers pertinent de verkeerde beslissingen. Bij zicht op winst wordt er minder risico genomen en andersom geldt dat ook. De combinatie van risico en rendement is als het ware een schuifmaat voor het totale resultaat van de portefeuille aldus Emanuels. Ronald Kok ligt in het kort de karakteristieken van op dividend gebaseerde strategieën toe. Op de lange termijn zit hier behoorlijk veel alfa in aldus Kok. Vooral op de langere termijn is het herbeleggen van dividenden zeer aantrekkelijk. Hierdoor komt "Einstein's 8e wereldwonder" naar voren: het rente-op-rente effect. Op de lange termijn wordt dit effect parabolisch en knalt de alfa er uit aldus Kok. Willem Okkerse legt in het kort de werking van zijn OK-score uit. Simpelweg komt dit uit op het van te voren filteren op "goede" en "slechte" aandelen. Verder legt Okkerse de werking van de Lorenz-Curve uit: dit komt neer op een destillatie van de ratings van de grote Amerikaanse effectenhuizen. Helaas kon Okkerse geen concrete aandelentips geven. Michel Hupkens is vrij sceptisch over de aandelenbeurzen. Hij stelt dat de rekeningen van de staatsteunen nog steeds door de belastingbetalers betaald moet worden. Hierdoor kan druk op de aandelenbeurzen niet uitblijven. Als kansrijke sectoren noemt Hupkens de energiesector (door de toenemende vraag uit China). Verder is Hupkens positief over de financials. terug naar Inhoud Zet vast in uw Agenda: HCC Beleggen Symposium no 55  6 november 2010 Ook voor de organisatie van het 55ste Symposium zijn we op zoek naar mensen die een bijdrage willen leveren aan deze activiteit van onze vereniging. HCC Beleggen Symposia worden altijd door en voor medebeleggers georganiseerd.  Met meer mensen kunnen we immers meer doen en dat maakt het bovendien ook veel gezelliger. Enkele voorbeelden  zijn:           HCC Beleggen leden die een lezing willen geven over hun manier van beleggen.  Denk hierbij aan:  optiebeleggen, aandelenbeleggen, beleggingsfondsen, onroerend goed, technische analyse, fundamentele analyse, emotie en beleggen etc, etc. het coördineren en organiseren van onze HCC Beleggen symposia; het verrichten van (deel)taken tijdens beurzen; public relations; het behartigen van de commerciële zaken. Uiteraard mag u zich aanmelden in groepjes. Dus als u, eventueel samen met medebeleggers, onze vereniging wilt helpen laat het ons dan weten. Trefwoorden hierbij zijn: vele handen maken licht werk, het moet vooral leuk blijven, zo doe je ook nog eens interessante contacten op. Denk aan het geven van een aardige lezing, met anderen handelsstrategieën uitwerken, software onder de knie krijgen of gewoon een groep vormen waarmee je samen de markt analyseert/bespreekt. Lijkt het u iets om actief te worden? Heeft u vragen over de functies of heeft u goede ideeën voor onze vereniging? Meld u zich dan via de website ... een echte vereniging kan niet zonder u als actief lid. terug naar Inhoud Agenda terug naar Inhoud | HCC beleggen Website | HCC beleggen Vacatures | Adverteren op beleggersonline.nlRegularLabs.EmailProtector.unCloak("ep_71dda037", true); | Forum | Downloads 

13 februari 2011

...

Nieuwsbrief 20100701

inhoud:    HCC Beleggen Nieuwsbrief 20100701 Gaan we naar een nieuwe recessie? Grondstoffen: prijzen veren terug op na de sterke daling in mei  Stresstests en een Chinese verrassing? Analyse regio’s en sectoren Valuta analyse Turkse Lira Timing is everything (2) Waarschijnlijk geen nieuwe conjunctuurinzinking. Gehaaide verkopers: herken ze! Reserveer 6 november 2010 alvast Agenda Gaan we naar een nieuwe recessie? Bron: Economic Research, KBC Asset Management NV De beleggers zijn nerveus.  Wie de dagelijkse bokkensprongen op de financiële markten volgt, kan er niet omheen: de ene dag lijken alle problemen van de baan, de volgende dag staat de wereldeconomie aan de rand van de afgrond. De markten zijn er niet van overtuigd dat het krachtige economische herstel dat we nu vrijwel overal zien, kan blijven duren. Ze vrezen dat er krachten in het spel zijn die de economie opnieuw in een recessie (een dubbele dip) zullen duwen. We bekijken drie mogelijke krachten in detail. De Amerikaanse arbeidsmarkt De kern van elk optimistisch scenario voor de Amerikaanse economie is de ontwikkeling van de arbeidsmarkt: worden in de komende maanden voldoende nieuwe jobs gecreëerd? Meer jobs zullen zorgen voor een sterkere groei van het arbeidsinkomen. Het arbeidsinkomen kan dan in de plaats komen van de transfers en tijdelijke belastingverlagingen waarmee de overheid het gezinsinkomen en de consumptie de voorbije kwartalen ondersteunde. De voorbije maanden waren de arbeidsmarktcijfers voer voor de optimisten. Maar het arbeidsmarktrapport voor mei stelde teleur. Wanneer abstractie wordt gemaakt van tijdelijk tewerkgestelde volkstellers kwamen er maar 41 000 nieuwe banen bij. Een voorbode van een (negatieve) kentering op de arbeidsmarkt? Allicht niet, want andere gegevens over de arbeidsmarkt hangen een ander beeld op. Ondernemers tonen zich in enquêtes erg optimistisch over nieuwe aanwervingen en het aantal aangekondigde vacatures stijgt snel. Het aantal gepresteerde uren door de werknemers die al aan de slag zijn, herstelt spectaculair. Ook dit ondersteunt uiteraard het arbeidsinkomen en het was in het verleden veelal de voorbode van aanwervingen in de toekomst. We blijven dus hoopvol. Saneringen in Europa De meeste westerse landen zullen in de komende jaren flink moeten saneren om hun overheidsfinanciën onder controle te krijgen. De crisis rond de euro heeft een aantal landen op dit vlak duidelijk het mes op de keel gezet. Het tempo waarin de voorbije weken omvangrijke saneringsoperaties werden aangekondigd, maakt de markten dan ook ongerust. De markt stelt zich terecht de vraag of het fragiele economische herstel in Europa wel zal kunnen overleven bij al dit saneringsgeweld. In de zoektocht naar een antwoord verliest de markt een aantal zaken uit het oog: de impact van de saneringen op de globale Europese economie wordt sterk overschat en een aantal positieve elementen van de eurocrisis worden onder de mat geveegd. De omvang van de aangekondigde maatregelen is relatief. Uiteraard zijn de maatregelen in Griekenland verregaand. Zo leveren de Grieken dit jaar al inspanningen die overeenkomen met 7% van het bbp. In 2011 wordt hier nog eens 4% bovenop gedaan. Daarbij wordt wel vergeten dat Griekenland maar 2,6% van het bbp van de hele eurozone vertegenwoordigt. Zelfs wanneer we alle aangekondigde inspanningen in de eurozone optellen, komt de besparing in verhouding tot het totale inkomen in de hele muntunie niet hoger uit dan 0,2% van het bbp. Volgend jaar loopt dit op tot 1%. Niet onaanzienlijk, maar ook niet draconisch. Om een rente- en schuldensneeuwbal te vermijden zal ook na 2011 de broeksriem verder aangehaald moeten worden. De markt hanteert bij de inschatting van die benodigde inspanningen evenwel een vertekend startpunt. Door de slechte economische conjunctuur zijn de begrotingstekorten in heel wat landen nu hoger dan normaal. Er zijn meer werklozen dan anders en de belastinginkomsten liggen onder het gemiddelde. Wanneer de conjunctuur verder verbetert, kan een deel van de tekorten dus vanzelf (d.i. zonder nieuwe maatregelen) verdwijnen. Volgens de OESO is zo’n 2,5% van het totale tekort in 2010 (6,6% van het bbp in de EU) een zuiver cyclisch fenomeen. In de VS zou ongeveer een kwart van het tekort van 10,7% van het bbp spontaan kunnen verdwijnen wanneer de economie verder herstelt. De markt houdt daarnaast onvoldoende rekening met de positieve elementen die uit de eurocrisis volgen. Zo noteert de euro ondertussen zo’n 15% lager tegenover de Amerikaanse dollar dan een jaar geleden. Een zwakkere euro zorgt voor een verbetering van de concurrentiekracht. Over een horizon van 12 tot 18 maanden kan dit leiden tot een positief groei-effect van zo’n 1%. Het negatieve effect van de saneringen wordt hiermee al grotendeels gecompenseerd. Bovendien zal de Europese Centrale Bank allicht langer een soepel rentebeleid aanhouden. De ECB heeft zich immers ingeschreven in de logica dat een normalisering van de begrotingspolitiek voorrang zal krijgen op een normalisering van het rentebeleid. Oververhitting in Azië Een flink deel van de wereldgroei komt nog altijd uit de opkomende markten. Die draaien al een tijdje op volle toeren. In een aantal landen zoals China en India werden de afgelopen maanden maatregelen genomen om die sterke groei wat in te tomen. Hier en daar zijn namelijk wat vroege signalen van oververhitting merkbaar: de prijsstijgingen versnellen en in sommige segmenten van de vastgoedmarkt lijken speculatieve prijsbewegingen op gang te komen. Dit zorgde bij een aantal beleggers voor de vrees dat er weldra een einde zou komen aan het groeiverhaal en de wereldconjunctuur zonder motor zou vallen. Volgens ons is dit zonder meer overdreven. Van een scherpe vertraging is absoluut niets te merken, de genomen maatregelen kaderen veeleer in een normalisering van het monetaire beleid en van echte tekenen van oververhitting zoals uit de hand lopende loon- en prijsstijgingen en overgewaardeerde aandelen- en vastgoedmarkten is niets te merken. terug naar Inhoud Grondstoffen: prijzen veren terug op na de sterke daling in mei  Bron: Dexia bank De meeste grondstoffenprijzen doken tussen begin mei en begin juni naar omlaag, omdat de beleggers minder happig waren op risicovolle beleggingen door de onrust over de overheidsfinanciën in Europa. De zware begrotingssaneringen zullen op de economische groei wegen en dus ook een negatieve invloed uitoefenen op de vraag naar grondstoffen.  Pas vanaf de tweede week van juni veerden de grondstoffenprijzen terug op, toen de onrust en het economische pessimisme op de markten afnam.  Het goud, dat aantrekkelijker wordt in onzekere tijden, ontsnapte aan de algemene daling van de grondstoffenprijzen.  De goudprijs bereikte de voorbije weken zelfs nieuwe recordhoogtes.  De zachte grondstoffen (zoals koffie, cacao, suiker en sinaasappelsap) werden sinds begin mei eveneens duurder. Maar hier spelen de vraag en het aanbod een belangrijke rol.   Zo is de oogst van cacao in Ivoorkust (dat bijna 40% van de cacao op wereldvlak produceert) tegengevallen, daardoor dreigt de globale vraag naar cacao het aanbod ervan in het seizoen 2010­2011 voor het vijfde jaar op rij te overtreffen. En dat terwijl de cacaovoorraden al erg laag zijn.  Vandaar dat de cacaoprijzen in Londen klommen tot hun hoogste peil sinds 1977 (zie grafiek 2).  De koffieprijzen stegen sinds begin juni fors, door de lagere koffie-export vanuit Vietnam (de grootste producent ter wereld van robustakoffie) tijdens de voorbije maanden, de sterke daling van de koffievoorraden op de Londense beurs en vooral door massale aankopen van termijncontracten door speculanten die hun posities moesten indekken. De olieprijs (Brent) flirtte begin mei nog met de 90 dollargrens, maar schommelt sinds half mei tussen de 70 en 80 dollar per vat.  Op korte termijn zullen de olieprijzen erg wispelturig blijven, naargelang de risicoaversie van de beleggers toeneemt dan wel vermindert.  Ook de evolutie van de dollar tegenover de euro speelt een rol (een zwakkere dollar lokt een stijging van de olieprijzen uit en omgekeerd).  Op basis van vraag, aanbod en voorraden, is een stijging van de olieprijzen niet verantwoord. Er is momenteel helemaal geen tekort aan ruwe olie.  Volgens statistieken van Plombeer, is het wereldwijde aanbod van petroleum in evenwicht met de vraag ernaar (zie grafiek 3).  Volgens het Internationaal Energie Agentschap (IEA) namen de olievoorraden in de OESO­ landen in april en mei opnieuw toe. Op 18 juni waren de Amerikaanse commerciële olievoorraden 3,2% groter dan het jaar voordien.  De Amerikaanse strategische olievoorraden, die twee keer zo groot zijn als de commerciële voorraden, bevinden zich nog dicht bij hun recordpeil van begin januari.  Nu de zomervakantie voor de deur staat, houden de financiële markten de evolutie van de Amerikaanse benzinevoorraden nauwlettend in het oog.  En die waren op 18 juni 4,2% groter dan een jaar geleden.  Dat is ook het geval met de totale voorraden van geraffineerde producten, zoals diesel en stookolie (+3,2% op jaarbasis).  Sinds half april nemen deze voorraden zelfs geleidelijk toe, omdat de Amerikaanse vraag naar olieproducten niet buitensporig stijgt. De vooruitzichten voor de vraag naar ruwe olie zijn gematigd.  Het Internationaal Energie Agentschap (IEA) verwacht voor 2010 een wereldwijde groei van de vraag naar ruwe olie van 2,0%, wat bijna volledig toe te schrijven is aan de groeilanden. De OPEC is minder optimistisch. Na een daling met 1,7% in 2009, ziet het oliekartel de globale olievraag dit jaar maar met 1,1% stijgen.  Het gemiddelde van de twee prognoses (namelijk 1,6%), komt overeen met de gemiddelde jaarlijkse groei tussen 2000 en 2007 (in 2008 en 2009 daalde het globale olieverbruik als gevolg van de wereldwijde economische crisis). De groei van de vraag naar ruwe olie zal dit jaar dus niet uitzonderlijk groot zijn. In de Golf van Mexico is het orkanenseizoen begonnen.  Het orkanenseizoen, dat volgens de Amerikaanse meteorologen dit jaar het hevigste zal zijn sinds 2005, duurt nog tot eind november (met een piek in september) en kan in het geval dat de olie-infrastructuur in de Golf van Mexico zwaar beschadigd zou worden, de olieprijzen snel naar omhoog jagen.  Maar het zijn vooral de beleggers die tijdens de volgende twaalf maanden hogere olieprijzen kunnen uitlokken.  Wanneer de onrust over de Europese overheidsfinanciën afneemt, zullen de grondstoffen opnieuw aantrekkelijker worden als beleggingsalternatief.  Daarbij komt nog dat institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen, meer en meer kiezen voor grondstoffen als diversificatie van hun beleggingsportefeuille. Bovendien zullen de speculanten na het verdwijnen van de ongerustheid over de overheidsfinanciën opnieuw anticiperen op een verbetering van de wereldwijde conjunctuur, met hogere grondstoffenprijzen tot gevolg. Maar de fundamentele factoren zullen het haussepotentieel van de olieprijzen tijdens de volgende twaalf maanden beperken (een herhaling van de spectaculaire stijging van de prijzen zoals in de eerste helft van 2008 is weinig waarschijnlijk).  De groei van de wereldwijde vraag naar ruwe olie zal niet buitensporig zijn. Daarnaast zijn de olievoorraden nog altijd erg comfortabel.  Bovendien beschikt de OPEC, die tevreden lijkt met de huidige prijzen, nog over een ruime buffercapaciteit (zonder Irak 5,3 miljoen vaten per dag in mei).  In geval van een productieonderbreking (bijvoorbeeld in de Golf van Mexico) zal ze haar productiequota optrekken, omdat een te hoge olieprijs het prille economische herstel in de kiem kan smoren en zo ook de vraag naar ruwe olie. terug naar Inhoud Stresstests en een Chinese verrassing? Bron: Dexia bank De aankondiging van de stresstests op de grootste Europese banken en de nakende publicatie ervan heeft de markten enigszins gerustgesteld. Toch moeten we voorzichtig blijven zolang de overheidstekorten in de actualiteit staan, ook nu de plannen voor de afbouw van de schuld werden bekendgemaakt. Dé verrassing dit weekend kwam uit Chinese hoek. Het land kondigde aan dat het zijn munt binnenkort in waarde wil laten stijgen. Een beweging die weliswaar niet in één keer zal gebeuren, maar veeleer in verschillende stappen. Het zou het land immers te veel destabiliseren. Het nieuws beantwoordt allicht aan de Amerikaanse eisen, want China hield de yuan op een kunstmatig laag niveau, waardoor de export het erg goed bleef doen ten koste van andere landen. Een uitspraak doen over de gevolgen van een dergelijke beslissing, is voorbarig. Zodra er een duidelijke kalender vastligt, zal een evolutie naar meer evenwicht in de handelsstromen merkbaar zijn. De ECB speelt nog altijd een essentiële rol om de huidige crisis te temperen. De bank aanvaardt namelijk zonder enige beperking de effecten die haar worden aangeboden, ook al werkt ze met disagio’s die variëren naargelang van de categorie. Voor Griekenland hanteert ze een bijkomend disagio van 5 % om rekening te houden met de downgrade op Griekse effecten (de rating van Moody’s zakte van A3 naar Ba1). De Griekse schuld wordt dus als speculatief bestempeld.   terug naar Inhoud Analyse regio’s en sectoren Bron: Economic Research, KBC Asset Management NV Energie De olieramp in de Golf van Mexico heeft de energiesector alle wind uit de zeilen genomen. Nochtans zijn alle ingrediënten voor een sterk herstel van de winsten aanwezig. Door de sterke vraag naar olie vanuit de opkomende markten wordt de olieprijs fundamenteel ondersteund. De strenge winter zorgde bovendien voor een fors herstel van de gasprijs. De oliemaatschappijen  zagen hun raffinagemarges toenemen. Bovendien verstevigde de Amerikaanse dollar fors tegenover de euro en het Britse pond. Dat zorgde voor een extra hefboom op de winstontwikkeling van de oliebedrijven, want hun inkomsten worden nog altijd in dollar uitgedrukt. Maar die positieve elementen zijn door de olieramp volledig naar de achtergrond verdwenen. Vooral de hoofdrolspelers BP, Trans ocean en Halliburton werden de voorbije weken zwaar afgestraft. De toekomst zal uitwijzen of dat terecht is. Belangrijker is dat de koersontwikkeling in de rest van de sector er nauwelijks onder geleden heeft. De langetermijnvooruitzichten voor de energiesector blijven solide. Tegen de huidige olieprijs zijn de meeste projecten rendabel. Nieuwe oliebronnen aanboren wordtevenwel almaar duurder. Investeringen in bijkomendeproductiecapaciteit zullen alleen gebeuren als de olieprijsboven 75 dollar per vat blijft noteren. Na de sterke kwartaalresultaten was de sector toe aan een stevige inhaalbeweging. De waardering van de oliemaatschappijenhoudt nog altijd geen rekening met de stijging van deolieprijs doorheen 2009. Omdat we ervan uitgaan dat deolieramp vooral een bedrijfsspecifiek verhaal is, is de waardering van de sector de voorbije weken nog aantrekkelijker geworden. Als het olielek gedicht kan worden en de uiteindelijke schade eindelijk meetbaar is, kan dat voor een zucht van opluchting zorgen en de sector vleugels geven. Technologie Met het thema Technologie verhogen we het cyclische karakter van de portefeuille. De sector zal als eerste profiteren van een herstel van de bedrijfsinvesteringen. Software en hardware hebben een korte levensduur (snelle vervangingsvraag) en er komt een nieuwe productcyclus aan. De keuze voor de technologiesector is ook een uiting van onze voorkeur voor Amerikaanse aandelen. Er zijn nu eenmaal veel meer Amerikaanse technologiebedrijven dan Europese. De verwachte winstgroei (+49% in 2010 en +14% in 2011) weerspiegelt zich niet in een overdreven waardering. De sector noteert aan een koers-winstverhouding van 12,7. Daarmee is de sector nauwelijks duurder dan de brede wereldindex. De waardering is zeker niet hoog voor een sector die heel wat minder risicovol is dan tien jaar geleden (na het uiteenspatten van de ‘TMT bubble’ bleven alleen de gezonde bedrijven over) en toch een bovengemiddelde groei kan voorleggen. Azië & Global Leaders De waardering van de Aziatische aandelenmarkten blijft aantrekkelijk, ondanks een duidelijke outperformance tegenover de brede wereldindex in het voorbije jaar. De MSCI Emerging Asia-index noteert aan een koers-winstverhouding van 11,1, een korting van 8% tegenover de wereldindex. Die korting was vroeger misschien wel groter, maar toen waren de risico’s in de regio ook groter. Een aantal beurzen in de regio (Korea, Taiwan) hebben een hoog technologiegehalte (een van de andere thema’s in de portefeuille). In de aandelenportefeuille is ook plaats voor bedrijven met een grote internationale uitstraling die marktleider zijn in hun domein en een belangrijk deel van hun omzet uit de (Aziatische) opkomende markten halen. Deze bedrijven hebben de meeste prijszettingsmacht en zijn minder kwetsbaar voor de groeiperikelen in het Westen. High Interest  Met het herstel van de wereldeconomie en de financiële markten keerde ook de risicoappetijt van beleggers voor hoogrentende munten terug. Op zoek naar een hoger obligatierendement dan wat euro of Amerikaanse dollar kunnen bieden, vinden ze hun gading ook dicht bij huis. De Centraal-Europese munten zijn aantrekkelijk. Vooral de Poolse zloty en Hongaarse forint bieden een aantrekkelijk couponrendement en hebben heel wat potentieel tegenover de euro. Ook de Turkse lira is interessant. Turkije heeft goede groeivooruitzichten. Dankzij structurele hervormingen is het investeringsklimaat in Turkije aanzienlijk verbeterd en is de economie veel stabieler geworden. De lira heeft nog opwaarts potentieel. De munt zal onder meer steun vinden in de toenemende renteverschillen tussen Turkije en de eurozone. In de loop van de volgende maanden zal de Turkse centrale bank haar basisrente verhogen. In het zog van het conjunctuurherstel neemt namelijk ook de opwaartse inflatiedruk toe. De Australische dollar is een buitenbeentje. Met een tarief van 4,50% hoort de beleidsrente in Australië veruit tot   de hoogste in de westerse wereld. Begin juni hield de Australische Centrale Bank de rente onveranderd, maar ze maakte duidelijk dat in de komende maanden nog renteverhogingen kunnen volgen. Het relatieve renteverschil met Europa en de VS zal dus nog verder toenemen en de AUD blijven ondersteunen. In Brazilië heeft de centrale bank haar beleidsrente verhoogd om oververhitting van de economie tegen te gaan. De huidige beleidsrente van 9,5% kan in de nabije toekomst nog hoger. De Aziatische munten kwamen de voorbije maanden onder opwaartse druk. In het zog van het krachtige conjunctuurherstel in Azië herstelden ook de investerings- en beleggingsstromen richting de regio. De voorbije weken hadden verschillende munten wel te lijden onder de wereldwijde opstoot van risicoafkeer die de schuldencrisis in de eurozone teweegbracht. Sterke uitvoerprestaties, gezonde economische fundamenten en aanhoudende kapitaalstromen kunnen samen met een verwachte versteviging van de Chinese yuan de munten in de regio verder ondersteunen. De centrale banken van de meeste landen in de regio maken zich op voor een verkrapping van het monetaire beleid. In een aantal landen (India, Maleisië, Singapore) werd de beleidsrente al verhoogd.  terug naar Inhoud Valuta analyse Turkse Lira Bron: Dexia bank Vooruitzichten en algemene beschrijving van de marktevolutie van de EUR/TRL (Turkse lira), gebaseerd op de recentste gegevens en analyses. Vooruitzichten Omwille van het mooie rentevoordeel (9 % per jaar op 5 jaar) is de Turkse lire een interessante diversificatiemunt voor beleggimiddellange termijn. Hierbij dienen beleggers zich evenwel terdege bewust te zijn van het wisselrisico. Algemeen Turkije werd begin 2009 bijzonder zwaar getroffen door de crisis, sinds het vierde kwartaal is er echter beterschap in zicht (herstel export, industriële productie). Na een krimp met 4,7 % in 2009, zou de economie in 2010 opnieuw met 3,5 % moeten groeien. Sinds eind november veerde de Turkse lire met 12% op tegenover de euro. De dynamische belegger kan beperkte posities in Turkse lire innemen. Pro 1 Structurele hervormingen met het oog op toetreding tot de EU. 2 Grote rentespread (9 % per jaar op 5 jaar) maakt van de Turkse lire een interessante diversificatiemunt voor de dynamische belegger. 3 De cyclus van renteverlagingen is wellicht ten einde. Een eerste renteverhoging in de tweede helft van jaar is mogelijk. 4 Geraamde groei eerste kwartaal: 10% Contra 1 Politieke situatie blijft een heikel punt. 2 Oplopend overheidstekort en tekort op lopende rekening. Turkije is afhankelijk van buitenlandse kapitaalstromen. 3 Hoge inflatie (raming april: 8%) Rendement 24/06/2010  Huidig 3 maanden geleden 6 maanden geleden 1 jaar geleden EUR/TRY   1,96 2,08  2,21   2,11 Officiële KT rente 6,50 6,50 6,75  9,75 terug naar Inhoud Timing is everything(2) Voordat ik komende week een ander timing instrument zal beschrijven eerst nog even een terugblik op mijn voorgaande artikel. Zoals ik al schreef vind ik het erg leuk om over markt timing te schrijven, zeker als over actuele zaken gaat. In mijn recente artikel over timing met het Gann Wheel werd de datum van 18 juni als significant omschreven. 18 juni was het 240 graden punt van het Gann Wheel dat werd gestart op de theoretisch berekende top op van 16 oktober 2009. Hoe heeft de AEX koers zich de afgelopen periode bewogen en werd 18 juni inderdaad een significante datum? In dit geval zegt een plaatje meer dan 1000 woorden…… Één 1 handelsdag later op maandag 21 juni werd een top gezet. Ook nu heeft het Gann Wheel weer een puik staaltje van markt timing laten zien. De ingenomen short positie staat momenteel op 89% winst in slechts 7 dagen tijd! Vol verwachting kijk ik uit (en u hopelijk ook) naar het 270 graden punt dat halverwege juli valt. Onbesproken is nog een inschatting van de richting en kracht van de beweging, het artikel uit van bijgaande link geeft daar wat meer inzicht in. http://ronaldkars.nl/node/6682 Één dag na het 240 graden punt werd de daling ingezet….. een puik staaltje markt timing   Dit artikel is geschreven op 1 juli door Ronald Kars (1963). Ronald Kars is al weer zo’n  twintig jaar actief beurshandelaar, met zijn analyses is hij altijd op zoek naar kruispunten van tijd, prijs en kracht. terug naar Inhoud Waarschijnlijk geen nieuwe conjunctuurinzinking. Bron: KBC bank Geen reden tot pessimisme De wereldeconomie is er veel beter aan toe dan we in Europa ervaren. -    De wereldeconomie groeit sterker dan gemiddeld in de voorbije 40 jaar, van inflatie is geen sprake en de bedrijven boeken spectaculaire winststijgingen. De groeibijdrage van Europa bleef de voorbije maanden evenwel beperkt. Ook de groeivooruitzichten blijven minder rooskleurig dan in de rest van de wereld. -    In heel wat landen is een grondige sanering van de overheidsfinanciën noodzakelijk.      -- Dat zal op de economische groei wegen, maar overschat de negatieve invloed niet. Het gaat weliswaar over tientallen miljarden euro’s, maar de sanering wordt meestal gespreid over een periode van tien jaar. - Europa speelt geen hoofdrol in ons economisch scenario. Het effect van de mindere groeivooruitzichten in Europa op de rest van de wereld is verwaarloosbaar. Conjunctuurpessimisme is dan ook volledig ongepast.   De Europese economie kan zich alvast optrekken aan de goedkopere euro. -    De euro staat vandaag 18% lager tegenover de dollar dan begin 2010. -    Een zwakkere euro zorgt voor meer groei en meer inflatie.    -    Vooral de uitvoergerichte en concurrentiële Duitse economie profiteert hiervan. Waar komen de begrotingstekorten vandaan? De grote begrotingstekorten zijn een rechtstreeks gevolg van de voorbije recessie. -    Lagere belastingsinkomsten en hogere sociale uitgaven. -    Ook de maatregelen om de recessie tegen te gaan, sloegen een gat in de overheidsfinanciën. -    In de jaren van hoogconjunctuur (2003-’07) hadden de overheden nauwelijks of geen reserves aangelegd. België was geen uitzondering. De steunmaatregelen aan de financiële sector in 2008-’09 en recenter aan Griekenland liggen dus niet aan de basis van de ontwrichting van de overheidsfinanciën. -    De maatregelen zijn kapitaalverrichtingen, gefinancierd door de uitgifte van obligaties. Ze verlopen dus niet via de begroting (maar doen wel de bruto staatsschuld toenemen). -    De overheden hebben bankaandelen en Griekse obligaties in handen gekregen. Door die later te verkopen, kan de schuld terugbetaald worden. Bovendien zijn dan eventuele meerwaarden mogelijk. Ondertussen is er wel een positief effect op de begroting. België leent zelf aan 3,5% en leent uit aan Griekenland aan 5%. Risico van nieuwe conjunctuurinzinking is beperkt Een nieuwe conjunctuurinzinking (“double dip”) is altijd mogelijk, al was het maar omdat een externe schok nooit uit te sluiten is. -    Als de Amerikaanse economie te weinig banen creëert om de consumptiegroei te ondersteunen. -    Als de overheden meer en sneller moeten saneren dan de economie aankan. -    De financiële sector blijft kwetsbaar.    Maar er is minstens evenveel kans op een scenario waarbij de economie sterker groeit dan verwacht. -    Door een sterker dan verwachte opleving van de bedrijfsinvesteringen.      -- Te lang uitgesteld tijdens de crisis. Een inhaalbeweging dringt zich op.      -- Bedrijven zijn gezond en beschikken ook over de middelen om te investeren. -    Ook de recente ontwikkelingen op de Amerikaanse arbeidsmarkt pleiten voor dit scenario, zelfs al viel het jongste arbeidsmarktrapport op het eerste gezicht wat tegen.      -- Het totaal aantal gewerkte uren is verrassend gestegen. Dat doet vermoeden dat er in de nabije toekomst veel nieuwe jobs bijkomen, maar het zorgt vandaag al voor een stijging van het beschikbare inkomen. Neerwaartse druk op inflatie De kerninflatie, de inflatie zonder wispelturige energie- en voedselprijzen, kan in Europa en in de VS nog verder dalen. -    De ontwikkeling van de arbeidskosten is de belangrijkste factor voor de toekomstige inflatie. -    Door de hoge werkloosheid stellen de werknemers nauwelijks looneisen. In een omgeving van matige groei (althans in het Westen) en zonder inflatie is er geen reden waarom de geldmarkt- en de obligatierente zouden stijgen. -    De centrale bankiers zullen de sanering van de begroting niet verstoren door een hogere rente. -    Een eerste renteverhoging in de VS en Europa verwachten we pas laat in 2011. De obligatiemarkten lopen traditioneel een aantal maanden vooruit op die renteverhogingen. De obligatierente kan dus nog lang rond de huidige niveaus schommelen. Zwakke economie, zwakke bedrijfswinsten? De bedrijven uit de Amerikaanse S&P 500-index boekten in de eerste drie maanden van 2010 een gemiddelde winststijging van 112% tegenover dezelfde periode van 2009. -    Deze spectaculaire groei wordt wat vertekend door het resultaat van de Financiële sector die in het eerste kwartaal van 2009 massale afschrijvingen moest doen. Maar zelfs zonder die sector steeg de winst per aandeel het voorbije jaar nog altijd met 68%. Ook voor heel 2010 wordt op een mooie stijging van de bedrijfswinsten gerekend (+48% inclusief de financiële sectoren). -    Tegen de achtergrond van een meer dan behoorlijke groei van de wereldeconomie en een sterke loonmatiging lijken die verwachtingen gemakkelijk haalbaar. -    Of de verwachtingen voor 2011 gehaald worden (winststijging van 18%), hangt af van de kracht van het economische herstel in de komende maanden.  terug naar Inhoud Gehaaide verkopers: herken ze! Bron Afm Je wordt 's avonds gebeld. Op de achtergrond hoor je rinkelende telefoons en een hoop kantoorgeluiden. Er wordt overduidelijk hard gewerkt. De persoon aan de andere kant van de lijn wekt de indruk verstand van beleggen te hebben. Hij doet je een goede aanbieding met een (te) aantrekkelijk rendement. Je moet wel snel beslissen want anders zijn de aandelen aan een ander verkocht. De meeste mensen denken dan: daar trap ik echt niet in. Maar vergis je niet. Er zijn ieder jaar weer veel mensen in Nederland die de verlokkingen niet kunnen weerstaan. Ook mensen die dachten nooit overstag te gaan. Want het blijken gehaaide verkopers. Om een betrouwbare indruk te wekken, doen ze eerst alsof je alleen een klein bedrag kunt investeren. Snel daarna word je weer gebeld met de mededeling dat je veel winst hebt gemaakt. Die winst zie je slechts op papier. En dan is het hek van de dam. Je wordt overgehaald om grotere bedragen te investeren. Nadat je dit gedaan hebt, hoor je opeens niets meer. De organisatie is telefonisch niet bereikbaar en je blijft uiteindelijk met aandelen zitten die niets waard of nep blijken te zijn. Maanden later word je wéér telefonisch benaderd. Dit keer door een onderneming met een andere naam, maar zeer waarschijnlijk door dezelfde oplichters. Dit bedrijf wil jouw aandelen kopen. Je hoeft daarvoor alleen een borgsom te betalen. Uiteraard hoor je daarna niets meer en ben je voor een tweede keer opgelicht. Het aanpakken van dit soort constructies (boiler rooms) in Nederland is niet eenvoudig. Dit komt omdat de bedrijven vaak in het buitenland zijn gevestigd. Bovendien veranderen de organisaties snel van naam. De afgelopen maanden heeft de Autoriteit Financiële Markten (AFM) tegen 8 verschillende boiler rooms gewaarschuwd (www.afm.nl/nieuws). Voorkomen is dus beter dan genezen. Ga altijd na met wie je zaken doet en raadpleeg de registers van de AFM (www.afm.nl/registers) hiervoor. Check op internet via zoekmachines of er iets bekend is over de aanbieding, maar pas natuurlijk ook op dat je niet in professioneel uitziende websites (nepsites) trapt.   terug naar Inhoud Zet vast in uw Agenda: HCC Beleggen Symposium no 55  6 november 2010 Ook voor de organisatie van het 55ste Symposium zijn we op zoek naar mensen die een bijdrage willen leveren aan deze activiteit van onze vereniging. HCC Beleggen Symposia worden altijd door en voor medebeleggers georganiseerd.  Met meer mensen kunnen we immers meer doen en dat maakt het bovendien ook veel gezelliger. Enkele voorbeelden  zijn:           HCC Beleggen leden die een lezing willen geven over hun manier van beleggen.  Denk hierbij aan:  optiebeleggen, aandelenbeleggen, beleggingsfondsen, onroerend goed, technische analyse, fundamentele analyse, emotie en beleggen etc, etc. het coördineren en organiseren van onze HCC Beleggen symposia; het verrichten van (deel)taken tijdens beurzen; public relations; het behartigen van de commerciële zaken. Uiteraard mag u zich aanmelden in groepjes. Dus als u, eventueel samen met medebeleggers, onze vereniging wilt helpen laat het ons dan weten. Trefwoorden hierbij zijn: vele handen maken licht werk, het moet vooral leuk blijven, zo doe je ook nog eens interessante contacten op. Denk aan het geven van een aardige lezing, met anderen handelsstrategieën uitwerken, software onder de knie krijgen of gewoon een groep vormen waarmee je samen de markt analyseert/bespreekt. Lijkt het u iets om actief te worden? Heeft u vragen over de functies of heeft u goede ideeën voor onze vereniging? Meld u zich dan via de website ... een echte vereniging kan niet zonder u als actief lid. terug naar Inhoud Agenda terug naar Inhoud | HCC beleggen Website | HCC beleggen Vacatures | Adverteren op beleggersonline.nlRegularLabs.EmailProtector.unCloak("ep_588c2c38", true); | Forum | Downloads 

13 februari 2011

...

Nieuwsbrief 20100801

inhoud:    HCC Beleggen Nieuwsbrief 20100801 Herstel in Europa zet door Wie aan groei denkt denkt aan Azië Hypotheekkennis gering Transparantie bij variabele rente 'Naked short sellers' zijn niet bron van instabiliteit, lakse overheden wel Gratis HCC!net e-mailadres met spamfilter en virusscanner Software Freedom Day 2010 Waar zetten wij als belegger ons geld op in? 55ste HCC Beleggen Symposium Agenda Herstel in Europa zet zich door, zij het moeizaam. Bron: KBC Al in het najaar van 2009 werd het duidelijk dat de Griekse begrotingssituatie slechter was dan de officiële statistieken hadden doen voorkomen. Dat leidde tot een vertrouwensbreuk met de geldschieters en het land stevende af op een bankroet. Na veel gehakketak kwam Europa, in samenwerking met het IMF (Internationaal Monetair Fonds), over de brug met een reddingsplan van 110 miljard euro, dat de financiering van de Griekse overheidsschuld voor de periode tot 2012 moest veilig stellen. OM TE ONTHOUDEN: -    Tot een uiteenspatten van de EMU zal het niet komen  -    De ECB zal de beleidsrente tot diep in 2011 onveranderd houden -    Markante verschillen in groei tussen de landen onderling Euro op de proef gesteld Wat begonnen was als een geïsoleerd probleem in de periferie van de eurozone groeide uit tot een geloofwaardigheidsprobleem van de muntunie en zijn instellingen. Daarom ontvouwde Europa een aanvullend globaal plan van 750 miljard euro als vangnet voor schuldfinanciering van andere EMU-lidstaten (Europese Monetaire Unie) in de volgende drie jaren. Boven op dat gigantische hulppakket, besliste de ECB ook tussen te komen op de obligatiemarkt. Al die pakketten konden de markten evenwel niet echt overtuigen. Maar tot een uiteenspatten van de EMU zal het niet komen. Want dit zou een dure, moeilijke en tijd- rovende operatie zijn. Er zit dus niets anders op dan een langdurige saneringsoperatie. Alle lidstaten van de muntunie werken plannen uit om hun begrotingstekorten in te perken en zo het vertrouwen te herstellen. De Europese groeicijfers vertonen een gemengd beeld Het bbp (bruto binnenlands product) van de EMU als geheel groeide in het eerste kwartaal van 2010 met 0,8% op jaarbasis. Een matig cijfer. Daarom ook zal de ECB de beleidsrente tot diep in 2011 onveranderd houden. Uit de conjunctuur kan de ECB (Europese Centrale Bank) namelijk geen argumenten putten om haar beleidsrente op korte termijn op te trekken. Europa zal, mede door de saneringsinspanningen, een traag groeiende regio blijven. De verzwakking van de euro in de voorbije maanden is wel positief nieuws voor de exportgerichte landen en ondersteunt de economische groei. Het groeicijfer van de eurozone vertoont enkele markante verschillen tussen de landen onderling. Positieve uitschieters waren Italië (+2,1%) en Portugal (+4%). Aan het andere einde van het spectrum situeerde zich Griekenland (-3,2%). Ook in Centraal-Europa blijven de data gemengd. Hongarije kwam recentelijk negatief in beeld na enkele ongelukkige uitspraken van een Hongaarse woordvoerder, die de toestand van de Hongaarse publieke financiën vergeleek met de Griekse. Ondanks het feit dat het land ver verwijderd is van een Grieks scenario, veroorzaakten deze uitspraken een verkoopgolf van Hongaars papier. Polen en Tsjechië daarentegen zijn twee fundamenteel gezonde landen. Tsjechië profiteert fors van het herstel in Duitsland. Polen is het enige Europese land dat niet in recessie ging. Dat is nog niet weerspiegeld in de koers van zijn munt. De Poolse zloty is de meest ondergewaardeerde munt van de regio. terug naar Inhoud Wie aan groei denkt, denkt aan Azië. Bron: KBC Terwijl er in de westerse landen nog lang geen sprake is van een duurzame groei, laten de Aziatische markten mooie groeicijfers optekenen. In bepaalde Aziatische landen moet de overheid zelfs ingrijpen om een oververhitting van de economie tegen te gaan. De maatregelen die genomen zijn, lijken alvast adequaat. En mocht het internationaal economisch klimaat wat verslechteren, dan nog beschikt deze regio over voldoende middelen om de groei te ondersteunen. Problemen met overheidsfinanciën en/of buitenlandse schulden, zoals die zich in Europa voordoen, zijn er zo goed als niet. Azië zal ongetwijfeld sterk blijven groeien en daar zijn er verschillende verklaringen voor. OM TE ONTHOUDEN: -    Azië zal sterker blijven groeien dan de klassieke geïndustrialiseerde economieën.  -    De Aziatische beursen zijn aantrekkelijk gewaardeerd. De Zuidoost-Aziatische regio kan bogen op goede macro-economische fundamenten en biedt dus op langere termijn heel wat potentieel. Terwijl er in Europa en de VS de komende jaren maatregelen zullen nodig zijn om de overheidsfinanciën opnieuw in evenwicht te brengen en om reserves aan te leggen om de vergrijzing van de bevolking te financieren, is er de afgelopen jaren in de Aziatische regio een interne economische dynamiek op gang gekomen. Niet alleen de uitvoer zit in de lift, (de handel binnen de regio is heel levendig) ook de binnenlandse vraag (met name de consumptie) groeit sterk. De demografische ontwikkelingen zijn gunstig. De bevolking is jong en een ontluikende middenklasse zal in de komende jaren voor een gezonde groei van de binnenlandse vraag blijven zorgen. Het groeiverschil tussen de opkomende markten en de VS en Europa zal verder oplopen. In tegenstelling tot de klassieke economieën beschikt de Aziatische regio over grote spaaroverschotten. Ter vergelijking: In Europa bedraagt de spaarquote 12 à 14%, in China 30%. China en de rest van de wereld De Chinese economie kwam relatief ongeschonden uit de voorbije wereldwijde recessie en keerde het voorbije jaar snel terug op het groeipad van vóór de crisis. Het gigantische stimulusprogramma van de Chinese overheid lag aan de basis van de hoge groeicijfers. In het eerste kwartaal groeide de Chinese economie met ongeveer 12% op jaarbasis. Deze groei was het gevolg van een stevige binnenlandse vraag en een aantrekkende uitvoersector. De expansie van de industriële activiteiten ging onverstoord verder, onder meer door een sterke groei van de bouwactiviteiten in zowel infrastructuur als vastgoed. De uitvoer profiteerde dan weer van de voortdurende groei in de rest van Azië en het voorzichtige herstel in Europa en vooral de VS. Aziatische beurzen aantrekkelijke gewaardeerd De Aziatische beurzen presteerden het afgelopen jaar al heel sterk. Daardoor is de beurswaardering opgelopen, maar toch zijn de beurzen nog altijd aantrekkelijk gewaardeerd. De MSCI Emerging Asia beursindex noteert momenteel aan een koers-winstverhouding van 11,1. Dat is nog altijd een korting van ongeveer 11% tegenover de wereldindex. Die korting was vroeger misschien wel groter, maar toen waren de risico’s in de regio ook groter. Gezien de hierboven aangehaalde betere economische fundamenten van Azië in vergelijking met het Westen zou er voor Azië zelfs een hogere waardering dan elders te verantwoorden zijn. Azië zal dus ongetwijfeld sterker blijven groeien dan de klassieke geïndustrialiseerde economieën. Dankzij de sterke groei in de opkomende markten is er ook op wereldvlak een meer dan behoorlijk groeicijfer mogelijk. Voor 2010 en 2011 schatten we de groei van de wereldeconomie op 4,5 tot 5%. Dat is niet alleen behoorlijk, maar ook hoger dan het gemiddelde van de voorbije 40 jaar. terug naar Inhoud Hypotheekkennis gering. Bron: AFM Vindbaarheid en begrijpelijkheid hypotheekinformatie moet beter. 30-03-2010 Banken en verzekeraars moeten hun schriftelijke informatie over hypotheken verbeteren. De informatie in brochures, offertes en voorwaarden is voor de gemiddelde consument matig te begrijpen en het is lastig om de juiste informatie te vinden. Dit blijkt uit onderzoek van de Universiteit Utrecht (UU) in opdracht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). ABN AMRO, ING en WestlandUtrecht gebruiken de verkregen inzichten uit het onderzoek voor het verbeteren van hun schriftelijke hypotheekinformatie. De leerstoelgroep Taalbeheersing en Communicatie van de Universiteit Utrecht heeft in samenwerking met ABN AMRO, ING en WestlandUtrecht de schriftelijke hypotheekinformatie van deze aanbieders onder 60 proefpersonen getest op vindbaarheid en begrijpelijkheid. De hypotheekkennis van de proefpersonen was gering. Net als in de praktijk bij consumenten bleken de proefpersonen meestal weinig ervaring met hypotheken te hebben. Schriftelijk voorlichten over hypotheken is niet eenvoudig, de materie is complex en de gemiddelde consument heeft weinig kennis van de materie vooraf. Consumenten worden bij het afsluiten van hun hypotheek, anders dan in dit onderzoek, vaak bijgestaan door een adviseur. Hypotheekinformatie moet echter ook zonder de hulp van een adviseur te vinden en begrijpelijk zijn. De informatie is vooral matig te vinden en te begrijpen doordat deze onvoldoende is afgestemd op de hypotheekkennis en het taalgebruik van consumenten. De opbouw van informatiedocumenten sluit onvoldoende aan bij de belangrijkste vragen die consumenten hebben over hun hypotheeksituatie. Informatie ‘staat wel ergens’, maar is niet goed te vinden omdat deze niet gegroepeerd is naar de vragen die bij consumenten leven. Ook sluiten de kopjes die boven de informatie staan onvoldoende aan bij de vragen. De formulering van de tekst zelf is vaak juridisch en niet expliciet, waardoor de informatie voor de consument moeilijk te begrijpen is. Voor het onderzoek zijn ook de informatiepakketten van twaalf banken en verzekeraars die een representatieve afspiegeling van de markt zijn geanalyseerd. Deze analyse geeft geen enkele reden om aan te nemen dat de andere informatiepakketten beter presteren dan de drie pakketten uit het uitgebreidere UU onderzoek. De AFM benadrukt dan ook dat voor de hypotheekbranche als geheel geldt dat dergelijke informatie lastig te vinden en niet makkelijk te begrijpen is. ABN AMRO, ING en WestlandUtrecht werken proactief aan beter vindbare en begrijpelijke hypotheekinformatie. Ook de UU denkt na over oplossingen, zoals het ontwerpen van een leeswijzer bij hypotheekinformatie. De leeswijzer behandelt de belangrijkste vragen over de hypotheek. Die gaan bijvoorbeeld over belangrijke momenten waarop de hypotheek wordt heroverwogen, zoals het aflopen van een rentevaste periode of een verhuizing. De AFM verwacht dat alle hypotheekaanbieders hun hypotheekinformatie zullen verbeteren. De AFM stelt via haar website een document voor banken en verzekeraars beschikbaar waarin staat wat de toezichthouder in de toekomst verwacht van hypotheekinformatie. Schriftelijke hypotheekinformatie: Wat verwacht de AFM? De gebruiksvriendelijkheid De AFM  is als overheidsorganisatie de onafhankelijke gedragstoezichthouder op de markten van sparen, lenen, beleggen en verzekeren.  terug naar Inhoud Meer transparantie bij variabele rente. Bron: AFM 07-07-2010 Het ministerie van Financiën komt met nadere regels om transparantie van variabele rente te bevorderen. Uit onderzoek van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) blijkt dat de consument onvoldoende informatie krijgt over de opbouw van variabele hypotheekrente. Het ministerie en de toezichthouder willen de consument beter inzicht geven bij het afsluiten van een hypotheek Het onderzoek naar de informatieverstrekking bij variabele rente werd door de AFM gestart naar aanleiding van verschillende klachten van consumenten. In totaal zijn elf hypotheekproducten met variabele rente van acht aanbieders (banken en verzekeraars) onderzocht.  De Wet op het financieel toezicht (Wft) schrijft voor dat consumenten voor het afsluiten van een kredietovereenkomst alle relevante informatie krijgen die nodig is om een adequate beoordeling en afweging te maken. Uit het onderzoek van de AFM blijkt dat de informatieverstrekking bij aanbieders onvoldoende is omdat er geen informatie wordt gegeven over de opbouw en werking van het rentepercentage en de risico's die daaraan verbonden zijn voor de consument. De AFM adviseert consumenten naar deze informatie te vragen als deze niet beschikbaar is, en er goed naar te kijken. Het ministerie streeft ernaar om voor het einde van de zomer over te gaan tot de consultatie van een algemene maatregel van bestuur. Dit om er voor te zorgen dat alle hypotheekverschaffers op dezelfde wijze invulling geven aan de eisen van de Wft en om de consument meer duidelijkheid te geven over de opbouw en risico's van variabele rente. De AFM  is als overheidsorganisatie de onafhankelijke gedragstoezichthouder op de markten van sparen, lenen, beleggen en verzekeren.  terug naar Inhoud 'Naked short sellers' zijn niet bron van instabiliteit, lakse overheden wel. Door: Eelke de Jong, “'Naked short sellers' zijn niet bron van instabiliteit, lakse overheden wel”, Me Judice,, jaargang 3, 21 juli 2010. Naar aanleiding van de crisis rond de financiering van de Griekse overheidsschuld, zijn er stemmen op gegaan om het naked short selling te verbieden. Dit zijn verkopen op termijn van effecten die de verkoper nu nog niet bezit. Het doel van de verkoper is extra winst te maken doordat hij hoopt tegen de tijd dat hij de effecten moet leveren deze goedkoper dan nu te kunnen kopen. Eelke de Jong beweert dat deze speculanten niet de bron van het kwaad zijn. Het zijn juist regeringen die door hun lakse begrotingsbeleid voer voor speculanten zijn.  Verbieden of niet? De praktijk van naked short selling werd door het Nederlandse parlement als ontoelaatbaar neergezet. De motie Roemer (SP)/Hamer (PvdA) pleit er voor deze praktijk te verbieden. Duitsland heeft dat voor een aantal effecten ook gedaan. Met weinig succes overigens want de handel verplaatst zich dan naar buitenlandse vestigingen van Duitse banken. Inmiddels heeft Minister De Jager in een brief aan de Kamer meegedeeld voorlopig van het invoeren van de gevraagde beperkingen af te zien. Maar is er niet iets voor te zeggen? Zijn dit niet speculatieve aanvallen waarbij rijke particulieren ten koste van de gemeenschap winst maken? Had ons parlement niet gelijk toen ze ervoor pleitte in navolging van de Duitsers deze verkopen te verbieden.? Speculatie roepen regeringen over zich af. Allereerst is het goed dat we ons realiseren dat deze speculatieve aanvallen in lijn zijn met wat de Nederlandse en Duitse autoriteiten hebben gewild. Daar staat U van te kijken. Dus laten we even terug gaan in de geschiedenis, en wel naar het jaar 1979. Toen werd het Europees Monetair Stelsel (EMS) opgericht. Het EMS bood de Fransen de mogelijkheid om zonder politiek gezichtsverlies weer de Franse franc aan de Duitse mark te koppelen. Bovendien werd een mechanisme afgesproken waarbij in principe de interventies in de valutamarkt werden verdeeld tussen de sterke en zwakke landen. Voor die tijd moesten vooral de zwakke landen (Frankrijk) deze interventies uitvoeren. Al snel kwam het systeem onder druk te staan omdat de Franse regering van Mitterand de uitgaven opschroefde. Het vertrouwen in de franc daalde. De Franse centrale bank moest de franc steunen en vaak moest de vastgestelde spilkoers aangepast worden. Telkens belandden de sterke landen, Duitsland en Nederland, in de beklaagdenbank. Ze zouden niet solidair zijn en de tekortlanden te veel voor de lasten op laten draaien. Duitsland en Nederland waren die voortdurende beschuldigingen op een gegeven moment beu. Ze hebben toen een externe macht, namelijk de financiële markten, te hulp geroepen. In 1960 was al afgesproken dat het kapitaalverkeer geliberaliseerd zou worden. Daar was weinig van terecht gekomen. Volgens het proefschrift van Age Bakker heeft Nederland in 1982 voorgesteld weer werk te gaan maken van het liberaliseren van het kapitaalverkeer (zie Bakker 1994, 195-201). Dit voorstel viel ook mooi samen met ontwikkelingen naar vrijer financieel verkeer in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Men hoopte dat de financiële markten de overheden met begrotingstekorten tot aanpassing zouden dwingen. Euroboosheid De eerste maanden van dit jaar stonden weer de sterkere landen in de beklaagdenbank. Weer zouden ze niet solidair zijn met hun zwakkere Zuidelijke broeders en zusters. Uiteindelijk heeft de truc van het laten vertellen van de slechte boodschap door de financiële markten gewerkt. Je zou verwachten dat de Nederlandse en Duitse regeringen en parlementen blij zouden zijn. Niet dus. Komt die boosheid voort uit het feit dat de kosten voor de gemeenschap nogal hoog zijn? In ieder geval op de korte termijn valt dat wel mee. Ze zijn bijvoorbeeld veel lager dan in het geval een vaste wisselkoers wordt aangevallen. In het geval van een vaste wisselkoers is de overheid (via de centrale bank) direct een partij. De centrale bank koopt de eigen munt op en verkoopt de buitenlandse munt. Omdat ze zonder noemenswaardige kosten de eigen munt kan maken, verliest ze op deze manier monetaire reserves; vreemde valuta. Dat is een directe kostenpost. Helpt het sterke land door de aankoop van de zwakke munt en moet de laatste alsnog devalueren dan vermindert daarmee de waarde van vreemde valuta in het bezit van deze bank. Een goed voorbeeld hiervan is het verlies van 10,4 miljard euro dat de Zwitserse centrale bank over het eerste halfjaar van 2010 heeft geleden. Dit verlies wordt veroorzaakt door interventies op de valutamarkt gericht op het tevergeefs voorkomen van een opwaardering van de Zwitserse franc. In 1992 was het  Soros die veel geld kon verdienen ten koste van de centrale banken, met name ten koste van de Bank of England. Bij het verkopen van staatsobligaties ligt dit fundamenteel anders. Hier is de overheid namelijk niet direct koper of verkoper. Stel het vertrouwen in een overheid daalt en beleggers schatten de kans op terugbetaling lager in en verkopen hun bezittingen aan staatsobligaties. De kopers zijn andere beleggers die denken dat doordat de prijs van de obligatie ondertussen is gedaald, het daardoor ontstane hogere rendement het risico wel zal compenseren. Deze kopers nemen daarmee een risico. Met andere woorden, ook nu worden er verliezen geleden maar deze verliezen worden gedragen door particuliere partijen. Hetzelfde geldt voor de winsten. In de krant staat dan wel dat de rente op Griekse staatsleningen sterk is gestegen maar dat betekent dat het rendement op deze leningen is gestegen doordat de prijs van de uitstaande leningen is gedaald. De Griekse overheid hoeft geen cent meer te betalen over de uitstaande schulden. Anders wordt het met nieuw uit te geven staatsobligaties. Daarop zal ze een hogere rente moeten vergoeden, wil ze voldoende beleggers aantrekken. Speculanten zijn noodzakelijk. Het is voorstelbaar dat alle marktpartijen geen vertrouwen meer in de overheid hebben, zodat nagenoeg niemand de staatsobligaties wil kopen. Dan valt de markt in deze staatsobligaties stil. Om deze weer op gang te krijgen of te houden, is het noodzakelijk dat er marktpartijen zijn die risico’s durven te nemen. Speculanten als Naked short sellers zijn daar voorbeelden van. Ze zijn dus één van de partijen die nodig zijn om de handel gaande te houden. Ben ik nu een warm voorstander van dergelijke spelers en correctie door de markt? Dat zult U me niet snel en niet in alle gevallen zien schrijven. Door de anonimiteit van de partijen kan een markt soms gemakkelijker corrigeren dan bevriende partijen. Een nadeel van correctie door de markten is echter dat marktpartijen  altijd te laat reageren en dan de neiging hebben om te overdrijven in hun (straf)maatregelen. Ook dat hebben we nu weer gezien. Jarenlang heeft men verhoudingsgewijs lage rendementen op de Griekse obligaties geaccepteerd. Pas sinds de kredietcrisis realiseert men zich dat het risico van wanbetaling op een Griekse staatslening groter is dan op een Duitse staatslening. Sindsdien zijn de gevraagde rentes op Griekse leningen sterk gestegen. Consistent beleid noodzakelijk. Feitelijk hebben Nederland en Duitsland in de jaren tachtig van de vorige eeuw de markt gepropageerd  als een scheidsrechter voor het corrigeren van te buitensporig overheidsbeleid.  Doordat een deel van de markt voor obligaties laks en inconsistent is, gedraagt de markt zich als  een scheidsrechter die tot diep in de tweede helft de kaarten op zak houdt ook al tonen de televisiebeelden dat er grove overtredingen gemaakt worden. En dan plotseling begint hij tegen het einde te wapperen met gele en rode kaarten. Ik heb liever een scheidsrechter die vanaf de aftrap consistent fluit. Omdat , in ieder geval voorlopig, we het met deze scheidsrechter moeten doen, zullen de spelers (de overheden) zich moeten beperken. Pas dan kan er stabiliteit ontstaan. In Europa zal die stabiliserende rol moeten worden ingevuld door de regeringen en parlementen die elkaar eerder corrigeren en de Europese Commissie toestaan gele – want rode heeft ze niet - kaarten uit te delen die wat voorstellen. Referentie Baker, A.F.P., 1994, The liberalization of capital movements in Europe, proefschrift Universiteit van Amsterdam.   Eelke de Jong is sinds augustus 1994 hoogleraar Internationale Economie aan de Radboud Universiteit Nijmegen (tot september 2005 de Katholieke Universiteit Nijmegen). Daarvoor werkte hij aan de Rijksuniversiteit Groningen en aan de Universiteit van Amsterdam. In het voorjaar van 1994 was hij als gastdocent verbonden aan het Centre for Economic Research and Graduate Education van de Karelsuniversiteit te Praag. Zijn onderzoek beweegt zich vooral op het terrein van de internationale monetaire en financiële economie, waar hij onderzoek heeft gedaan naar mandvaluta, wisselkoersen en de positie van ontwikkelingslanden. Hierover heeft hij in verschillende internationale tijdschriften gepubliceerd. De laatste tien jaar houdt hij zich ook bezig met de rol van waarden en normen (cultuur) op economische instituties en economische prestaties. Eind april 2009 verschijnt van hem het boek Culture and Economics: On values, economics and international business bij Routledge in Londen. Dit boek beoogt een overzicht van het veld te geven en is mede door steun van NWO tot stand gekomen. Hij is lid van de wetenschappelijke raad van het Thijmgenootschap, dat publicaties uitgeeft en symposia organiseert over verschillende wetenschappelijke onderwerpen. Waar mogelijk wordt hierin een verband gelegd tussen levensbeschouwing en wetenschap. Eelke de Jong treedt regelmatig op in de media. Hij schrijft maandelijks een opiniërend artikel voor het Friesch Dagblad / Het Goede Leven en sinds maart 2009 beantwoordt hij in De Gelderlander wekelijks vragen van lezers over de kredietcrisis. terug naar Inhoud Gratis HCC!net e-mailadres met spamfilter en virusscanner. Als lid van HCC krijg je een HCC!net email adres – RegularLabs.EmailProtector.unCloak("ep_de0c411d"); – dit adres kun je zelf aanmaken met de naam die je zelf kiest (tenzij deze naam al in gebruik is). Bij het e-mail account hoort een mailbox van 15 MB waar je nog 5 mail-aliassen aan kunt koppelen. HCC!net mail wordt automatisch op SPAM, phishing en virussen gecontroleerd, waardoor je zorgeloos mail kunt ontvangen. Heb je nog geen HCC!net adres, maak dat dan aan door de Profiel Wizard op hcc.nl te doorlopen, klik hier voor instructies. Veel gestelde vragen over HCC!net webmail N.B. Deze dienst is beschikbaar voor alle HCC-leden. terug naar Inhoud Software Freedom Day 2010. Op 18 september 2010 wordt in de Koninklijke Bibliotheek (Den Haag) stilgestaan bij de internationale Software Freedom Day 2010. Meerdere organisaties hebben de handen ineengeslagen om op deze dag aandacht te vragen voor het belang van vrij en open source software. Software Freedom Day wordt sinds 2005 wereldwijd gevierd en staat in het teken van vrije en open source software. De deelnemende organisaties willen laten zien wat met vrije en open source software mogelijk is en hoeveel plezier ontwikkelaars en gebruikers halen uit het werken met deze software. Dit jaar hebben de NLLGG, HCC, NLUUG, Ubuntu-NL en ClubNix de handen ineengeslagen om een stevig evenement in Nederland neer te zetten. Op het programma staan verschillende lezingen en workshops die gericht zijn op 'gewone' gebruikers, met onderwerpen als multimedia, gaming, software voor dagelijks gebruik en het gebruik van vrije software en open content bij de overheid. Via diverse stands krijgen bezoekers informatie en demonstraties over het gebruik van vrije en open source software, en kan kennis worden gemaakt met de verschillende gemeenschappen. Software Freedom Day is bedoeld voor iedereen die bewust bezig is met computers en software, of wie dat wil zijn: jong, oud, geeks, nerds, gamers, enthousiastelingen, nieuwsgierigen en nieuwkomer. Het programma begint om 10.30 uur, en de toegang is gratis. Op de website www.sfd2010.nl kunt u meer informatie vinden. NB: Wij van beleggersonline.nl gebruiken vrijwel uitsluitend free- en open source software voor de redactie en website :  Linux, Apache webserver, Joomla, Kompozer,  FireFox,  Filezilla, Gimp, OpenOffice, Notepad++ etc. terug naar Inhoud Brain-teaser:  Waar zetten wij als belegger ons geld op in? Google is voor het derde jaar op rij het sterkste merk van Nederland volgens de BrandAsset Valuator (Overzicht sterkste merken van Nederland). Dit komt mede doordat Google zich telkens opnieuw uitvindt met diensten als Google Chrome, Google Android en de Nexus One. Google doet dit door een open bedrijfsfilosofie te volgen, voortdurend de lat hoger te leggen en naar zijn klanten te luisteren. En dat is nieuw. Je zou een indeling kunnen maken van bedrijven wier bussines model voornamelijk is gebaseerd op:   -    regio (je koopt tenslotte bij eigen... dus melken maar.  Ging goed en gaat soms nog goed..)  vb:  Crysler US, Verolme, PTT, Efteling Door toegenomen transport- en communicatiemogelijkheden neemt competitie op basis van prijs, kwaliteit en levertijd toe. Klanten laten zich niet meer zo snel afschrikken door fysieke afstand.        -    merk / patenten (eenmaal goed presteren altijd op rozen zitten en...  melken maar. Gaat prima maar het wordt al moeilijker,  je moet je intellectuele eigendom en sterke merk met hand en tand verdedigen...)  Coca-cola, Microsoft. Klanten en nu ook overheden, waaronder ook  de Nederlandse, verplichten steeds vaker het gebruik van open standaards.  Dit was op zich niets nieuws, een moertje uit Duitsland past op een schroefje uit Frankrijk. Nu zet zich dat ook door in de de 'nieuwe producten'; denk hierbij aan open bestandsformaten als *.odt   i.p.v   *.doc (Microsoft) Denk verder aan, wat door sommige een achterhoede gevecht wordt genoemd,  stichtingen  als Buma  en  Brein  (het belangrijkste doel hiervan lijkt niet zozeer het beschermen van rechten maar veelmeer het beschermen van een bussines-model door het uitschakelen van marktwerking).   -    bedrijfsfilosofie (altijd de beste/openste en/of de nieuwste blijven door naar je klanten te luisteren... ) Google, Toyota. Waar zetten wij als belegger ons geld op in? reacties naar RegularLabs.EmailProtector.unCloak("ep_3e5d58b8");RegularLabs.EmailProtector.unCloak("ep_baa80b62", true); terug naar Inhoud 55ste HCC Beleggen Symposium HCC Beleggen Symposium no 55  6 november 2010. Ook voor de organisatie van het 55ste Symposium zijn we op zoek naar mensen die een bijdrage willen leveren aan deze activiteit van onze vereniging. HCC Beleggen Symposia worden altijd door en voor medebeleggers georganiseerd.  Met meer mensen kunnen we immers meer doen en dat maakt het bovendien ook veel gezelliger. Enkele voorbeelden  zijn:           HCC Beleggen leden die een lezing willen geven over hun manier van beleggen.  Denk hierbij aan:  optiebeleggen, aandelenbeleggen, beleggingsfondsen, onroerend goed, technische analyse, fundamentele analyse, emotie en beleggen etc, etc. het coördineren en organiseren van onze HCC Beleggen symposia; het verrichten van (deel)taken tijdens beurzen; public relations; het behartigen van de commerciële zaken. Uiteraard mag u zich aanmelden in groepjes. Dus als u, eventueel samen met medebeleggers, onze vereniging wilt helpen laat het ons dan weten. Trefwoorden hierbij zijn: vele handen maken licht werk, het moet vooral leuk blijven, zo doe je ook nog eens interessante contacten op. Denk aan het geven van een aardige lezing, met anderen handelsstrategieën uitwerken, software onder de knie krijgen of gewoon een groep vormen waarmee je samen de markt analyseert/bespreekt. Lijkt het u iets om actief te worden? Heeft u vragen over de functies of heeft u goede ideeën voor onze vereniging? Meld u zich dan via de website ... een echte vereniging kan niet zonder u als actief lid. terug naar Inhoud Agenda terug naar Inhoud | HCC beleggen Website | HCC beleggen Vacatures | Adverteren op beleggersonline.nlRegularLabs.EmailProtector.unCloak("ep_cec08715", true); | Forum | Downloads 

13 februari 2011

Actueel

'Meld je aan voor de nieuwsbrief' van HCC!beleggen

'Abonneer je nu op de nieuwsbrief en blijf op de hoogte van onze activiteiten!'

Aanmelden